DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Uit de Pers.
Staten-Generaal.
LANGS DEN AFGROND.
Uit de Provincie.
FEUILLETON
VAK
WOENSDAG 18 APRIL 1928. No. 169.
Let op Indiël
Let op Indië! waarschuwt de "Standaard".
Niet genoeg kan het de aandacht der Re
geering trekken, dat de economische band
niet Indië al losser en losser wordi.
hen zorgwekkend verschijnsel is het, dat
bij den snellen opbloei der Buitenbezittingen,
bü de sterke ontwikkeling der beboeten naar
Westersche arti.elen, Nederland verdrongen
wordt van ons grondgebied in Indië.
.Het aandeel van ons land in den algemeenen
export naar Indië bedroeg in 1913 nog 33
pCt-, maar was in 1923 tot 21 gedaald en
sindsdien zette Zich de daling nog verder
voort. Voor 1924 bedroeg het percentage 19Va
pCt-, voor 1925 I8V2 pCt.
Door de reorganiastie van de Indische sta
tistiek staan de cijlers over 1926 en 1927
nog niet ter beschikking, maar niets wijst
er op, dat hier eene kentering ten goede kwam.
Veeleer is er reden om aan te nemen, dat
het aftakelingsproces zich uitbreidde.
De tegenwerping, dat Japan ons dit kwaad
brouwt levert geen afdoenden rechtvaardig
heidsgrond voor ons stilzitten.
Zeker, Japan met zijn goedkoop© arbeids
voorwaarden, met zijn gunstige ligging ,is een
geduchte concurrent.
Hoe sterk Japans invloedssfeer zich tijdens
den wereldoorlog uitzette, blijkt wel uil het
feit, dat, terwijl het van den algemeenen
import in Indië voor 1913 nog slechts op
1,6 pCt- beslag legde, Japans aandeel over
1925 tot 11.1 pCt. was gestegen. Zeven keef
sterker werd dus Japans positie binnen enkele
jaren I
De beteekenis van dezen mededinger is
dus geenszins te onderschatten, maar daar
mee is de achteruitgang van Nederland niet
verklaard.
Ook andere landen hebben dienzelfden strijd
te strijden en zij houden zich in Indië niet
alleen staande, maar versterken hun positie.
Worden de cijfers van het aandeel in den
import over 1913 en J925 vergeleken, dan
ging Duitschland vooruit van 6,6 tot 7,2 pCt.,
Amerika van 2,1 tot 6,5 pCt., Frankrijk van
0,9 tot 1,2. Ook Zwitserland en Zweden we
ten hun positie ten volle te handhaven.
Deze landen voeren intensieve propaganda,
hebben een wijdvertakten voorlichtingsdienst,
terwijl handelscommissiën en een wijdvertak
te staf van consulaire ambtenaren hun ge-
waardeerden bijstand verleenen.
Tegenover de rationeele bearbeiding door
andere landen maakt onze oriënteering poo-
veren indruk. Aan het Nederlandsche onder
nemingsleven wordt gebrek aan energie ver
weten; 'het moge echter zijn, dat hier en
daar verhoogde krachtsinspanning moeilijk is,
ernstig worden de Nederlandsche zakenmen-
schen gehandicapt door moeilijk contact met
het gouvernement
EERSTE KAMER.
De Staafsbegrooting.
Vijf nieuwe sprekers hebben gisteren
hun licht over de Staatsbegrooting en wat
daarmee in verband staat laten schijnen,
n.l. de heeren Reymer (R.-K.), die pas
onlangs zitting nam, v. d. Bergh (V.B.),
Sineenge (V.B.), Croles (A.-R.) en Anema
(A.-R.).
De eerste spreker, de Hilversumsche
burgemeester, besprak in hoofdzaak het
financieel beleid en meer speciaal de fi-
nancieele verhouding tusschen rijk en ge
meenten.
Hij voelde zich teleurgesteld door 'het
geen de Regeering daaromtrent heeft me
degedeeld.
Zij wil niemand in de keuken toelaten,
maar het is de vraag of er in die keuken
wel iets gebeurt. Het wordt meer dan tijd,
dat de gemeenten weten waar zij aan toe
zijn. Het rapport der Staatscommissie is
nu verschenen, maar een oplossing wordt
niet in het vooruitzicht gesteld. Spf. ver
wijst naar de nieuwe uitgave van prof.
Oppenheim's standaardwerk, waarin deze
laatste een regeling voorstaat, die neer-
(Vrij naar het Engelsch.)
56.) o—
Hoe geheel anders is alles bij hetgeen
vroeger placht te zrjn. Als ik op deze
warme Julidagen voor mrjn open vester
zit, en de heerlijke lucht, die naar binnen
stroomt, inadem, dan verdiep ik mij on
willekeurig in het verleden. Hoe lang
sihijnt het geleden, wanneer Ik het met
het heden vergelijk; en toch vergeet ik
dikwijls het heden, en leef geheel in het
verleden. Dan hoor ik Jack roepen: „Abie,
Abie, kom gauwl" zooals hij pla. ht te
doen op zijn jongensmanier. Ik zie zijn
prettig, vr ooi ijk gezicht, en soms hoor ik
een schel fluitje en <jen vlugge voetstap,
en zie op, denkende Paul Vivian te zullen
zien Maar helaas, «ik zal zijn gelaat wel
nimmer weer aanschouwen, en Ja Je heeft
ons, vrees ik, ook voor altijd verlaten,
lloe zonderling tegenstrijdig kunnen de
dingen soms zijn. Jack's trots op zijn
familie en zijn naam hebben hem in het
verderf gestort.
komt op een herziening van de wet van
1897 overeenkomstig de gegevens van den
tegenwoordigen toestand, welke misschiea
nog de beste regeling zou zijn. Een vaste
commissie van deskundigen zou ingesteld
kunnen worden, die voortdurend de be
langen der gemeenten onder het oog ziet.
De heer v. d. Bergh (V.B.) betoogde
dat, wat het financieel beleid betreft, tus
schen de Regeering en hem nauwelijks
verschil van meening bestaat, daar het be
leid gericht is op verlaging van het hooge
budgetcijfer en van de belastingen. Voor
ingrijpende bezuinigingen is het thans te
laat, daar het psychologisch moment on
gebruikt is voorbij gegaan en het is thans
de moeilijke taak der Regeering voortdu
rend op bezuiniging en vermindering be
dacht te zijn, welke taak de Regeering op
uitstekende wijze vervult.
Spr. betoogde, dat waar overal toene
ming van welvaart te constateeren valt,
verandering in onze handelspolitiek met
beslistheid moet worden afgewezen.
De heer S m e e n g e drong aan op een
spoedige regeling van het schippersonder-
wijs, terwijl de heer G r 0 1 e s een lans
brak voor de Friesche taalbeweging.
De heer Anema bestreed de critiek
van den heer Wibaut op de houding van
mr Rutgers op de conferentie van de Voor
bereidende Volkenbondscommissie voor
ontwapening. Het eerste Russische voor
stel behoorde eigenlijk in het geheel niet
op die conferentie thuis; het was ook in
wezen een 'zuiver propagandavoorstel. Om
trent het tweede voorstel is besloten het
op een volgende conferentie te behande
len. Er is geen enkele aanleiding om te
onderstellen, dat aan dit voorstel een min
der vriendelijke bejegening zou ten deel
vallen.
De heer Wibaut is tot een onjuiste con
clusie gekomen omtrent de meening van
den heer Rutgers, omdat hij diens rede
heeft gelezen buiten verband met het Rus
sische voorstel. De heer Rutgers had het
niet over de beteekenis van reductie der
bewapening in het algemeen, doch over
die beteekenis in verhand met het Russi
sche voorstel. Hij betoogde, dat men de
quaestie der ontwapening, een ingewik
kelde quaestie, met één enkelen maatregel
niet kan oplossen. De vraag, in hoeverre
de reductie der bewapeningen aanbeveling
verdient, hesprak de heer Rutgers met
geen woord, want die vraag was niet aan
de orde. Het standpunt van den heer Rut
gers wordt door iedereen in Nederland ge
deeld, behalve door de communisten. De
houding van den heer Rutgers te Genève
verdient warmen bijval, ook van de zijde
der sociaal-democraten. Hij heeft zich al
leen tegen het negativistisch standpunt in
zake ontwapening verzet.
De vergadering begaf zich daarna in de
afdeelingen.
HET PEIL VAN HET PARLEMENT.
Telkens weer kan mpn lezen, dait het
peil van het parlement is gedaald de
laatste jaren.
Door gemis van waardigheid en be
kwaamheid bij de Kamerleden, zoo meent
men, is het prestige van het parlement
ondermijnd.
Prof. Diepenhorst deelt deze meening
niet, blijkens wat hij daaromtrent de vo
rige week in de Eerste Kamer opmerkte.
Wij laten het hier volgen.
„Het was en het is een goede gewoonte,
om hooge eischen te stellen aan het Par
lement. In Engeland heette het Parlement
de meest gedistingeerde club, en de lei
der van de politiek is te gelijk de leider
van de fashion. In Nederland, vormden
voorheen de parlementaire vormen en
manieren het meest exquise van maat
schappelijke wellevendheidskunst.
Mag men verschillende beweringen ge-
looven, dan schijnt thans aan het een
en ander ietwat te haperen. Daar is ge
klaagd over grooten achteruitgang, over
een scheiding tusschen verleden en heden.
Inderdaad, bij het bladeren in de oude
parlementaire historie is er veel te ont
dekken, dat weldadig aandoet. In de wor
steling tusschen Thorbecke en Groen blijkt
het schoone van een partijstrijd, die niet
verlaagt, maar verheft.
En toch past groote voorzichtigheid aan
hem, die als laudator temporis acti hier
meent te mogen optreden. Ook in het
verleden 1 waren de klachten over het
Parlement vele; ook in het verleden ont
braken de minder stichtelijke tooneelen
in het Parlement niet.
Buys., in zijn Gids -artikel van Janu-
Omdat hij een Tresillian was, wilde hij
niet omgaan met makkers, wier voorbeeld
hem veel goed had kunnen doen. En zijn
hoogmoed is hem ten val geweest. Moe-
ider, dat weet ik, heeft het van den
beginne af gevreesd. En nadat Jack weg
is gegaan is zij niet meer dezelfde ge
weest.
Voor dien tijd was zij altijd vroolijk
en opgewekt, een soort van voorzienig
heid voor het dorp. Maar zij ontdekte
omstreeks dien tijd, dat vader betrekke
lijk arm was, en dat Jack veel te veel
geld had uitgegeven. Liever dan met
leege handen bij de armen te komen bleef
zij voortaan tehuis. Zij schafte een meid
af, en deed zelf veel meer dan vroeger.
Na dien tijd is zij nooit meer recht
vroolijk geweest. Vader wilde nooit naar
haar luisteren, als zij over Jack begon
te spreken, maar met haar helder inzicht
begreep zij duidelijk, wat komen moest,
en de gedachte daaraan heeft haar ja
ren lang loodzwaar op het hart gedrukt.
Lieve, goede moeder! Hoeveel moeit zij
niet geleden hebben. Toen vader zoo in
zijin schik was, dat Jack in-de beste kringen
van het graafschap toegelaten werd, en
steeds voldeed aan diens voortdurend ver-
ari, „Teleurstellingen en verwachtingen",
de working van ons parlementaire stel
sel sinds 1848 nagaande, constateerde
groote moedeloosheid en afmatting.
Jonckbloet, in zijn „Donkere dagen vóór
Kerstmis", 1864, klaagde over den on-
betamelijken, alle perken van fatsoen te
buiten gaanden toon in de Tweede Ka
mer. Vissering gaf van zijn ernstig mis
noegen blijk over de gevolgde praktijken
in zijn geschrift: „Over onze politieke
opvoeding". Over de debatten onder het
tweede ministerie-Thorbecke, toen mr N.
B. B. baron van Zuylen van Nijevelt zijn
'scherp requisitoir richtte tegen Thorbecke,
schrijft van Welderen Rengers:
„Er scheen in de vergaderzaal der
Tweede Kamer een wedstrijd te "zijn
geopend, waarbij de prijs zou worden
uitgeloofd aan hem, die de hatelijkste
verdachtmaking of de scherpste be
schuldiging aan zijn staatkundigen te
genstander wist toe te voegen."
Ook toen waren de incidenten niet van
de lucht. Bij het incident-WintgesMoens,
op 20 December 1878, knalde het van
interrupties als: verrader, lafhartige, laf
aard.
Reeds in 1846 moest het .Reglement
yan Orde worden gewijzigd, ten einde het
spreken met beleedigende termen onder
censuur te kunnen stellen en in dat
zelfde jaar stonden sen Minister en een
Kamerlid met gebalde vuisten tegenover
elkaar, maar in stede tot parate executie
over te gaan, werd de weg der directe
actie met een waas van romantiek om
wonden door de uitnoodiging tot een duel
te verzenden.
Genoeg om te doen zien, dat eenzijdige
verheffing van den volmaakt verleden tijd
geen zin heeft.
Misverstand zij hier uitgesloten! Dat
misbruiken in de parlementaire orde zijn
binnengeslopen, valt niet te loochenen;
ook wanneer het volle recht wordt gelaten
aan den veranderden tijd, waarin het
overhaaste leven niet langer behagen
schept in vroegeren weidschen oratori-
schen trant, dan nog kunnen redenen
bestaan, om aan het bewaren van de
parlementaire gebruiken meer dan gewone
aandacht te wijden.
Dit vermaan is geoorloofd, maar het
schijnt mij niet geoorloofd, om, door on
rechtmatige toespitsing van klachten tegen
de dragers der politieke gedachte, de le
den der Volksvertegenwoordiging, Parle
ment mi politiek zelf te minachten."
STAATSBEGROOTING VOOR 1928.
Arbeid, Handel en Nijverheid.
Aan de Memorie van Antwoord nopens
Hoofdstuk X (Departement van Arbeid,
Handel en Nijverheid), der Staatsbegroo
ting voor het dienstjaar 1928 is het vol
gende ontleend:
Beleid van den Minister. De
Minister betoogt, dat de tot stand gekomen
belastingverlaging een eisch van wel-
vaartspolitiek was. Zonder beperking der
uitgaven was zij niet door te voeren,
terwijl daarnaast de nog steeds weinig
stabiele toestand van het bedrijfsleven
het leggen van te zware lasten op de
bed rijven verbood. Daarom kan ook
slechts geleidelijk worden voortgegaan met
de verdere uitvoering van de Arbeids
wet.
De Minister weet zich volkomen vriji
van iedere reactionaire gezindheid; maar
ijzer met handen breken, kan ook hij niet.
Dit geldt ook van de ratificatie der Con
ventie van Washington inzake den ar
beidstijd. Slechts hij kan zich over het
niet voorstellen van die ratificatie ver
bazen, die geen kennis neemt van de hier
te lande reeds jaren achtereen aangevoer
de bezwaren, en van hetgeen over die
Conventie, vooral ook in de laatste maan
den, internationaal is te doen geweest;
of wel dit alles stilzwijgend voorbij gaat.
Arbeidswet. Verschillende maat
regelen zijn in voorbereiding, welker
handhaving tot de taak van de Arbeids
inspectie zal behooren. Daarnevens zal,
zoodra de resultaten der eerstvolgende
Internationale Arbeidsconferentie bekend
zijn, een wettelijke regeling van dei mini-
mum-locsien in de huisindustrie worden
voorbereid.
De werkvermeerdering, die uiit deize re
geling zal voortvloeien, zal de Arbeids
inspectie de handen reeds zoo vol geven,
dat het niet verantwoord zou zijn thans
reeds te komen met toezeggingen voor
andere maatregelen, waarop het voorloo-
zoek om geld, toen zag moeder daarin
reeds het begin van het einde.
Ik vrees dat het betalen van zijn
schoolgeld hem menige opoffering zal ge
kost hebben, maar vader beschouwde die
uitgave als een soort van geldbelegging.
Zijn bedoeling is mij maar al te duidelijk
gebleken. Ik hoorde toevallig wat hij nog
niet lang geleden tegen moeder zeide
Jack was reeds vertrokken.
„Het Is een groote teleurstelling voor
mij", hoorde ik hem zeggen. „Het was al
tijd mijn bedoeling mijn kinderen zulk
een opvoeding te geven, dat zij in de
beste kringen konden komen, en in de
gelegenheid zouden zijn een goed huwelijk
te doen; maar helaas voor Jack bestaat
daar geen kans meer op."
„En Abigail moet bijgevolg opgeofferd'
worden," hernam moeder.
„Opgeofferd 1 Onzin!" riep hij driftig.
„Het is juist zulk een verbintenis als Ik
altijd gewenscht heb."
„Indien gij het hart van het kind tege
lijk met haar hand kondt wegschenken,
dan zou het een andere zaak zijn", hoor
de ik moeder zeggen, terwijl haar stem
begon te beven.
„Tut, tutl niets dan sentimenteele praat-
pig verslag doelt, zooals de invoering
van de bepalingen der Arbeidswet omtrent
de arbeids- en rusttijden voor het kantoor
personeel en het personeel van koffie
huizen en hotels en een wettelijke rege
ling van den arbeidsduur van maïmeni
in het landbouwbedrijf.
O v e r w erk v er g u nni n g enHet
zou onjuist zijn met de zoogenaamde ar--
moedevergunningen te breken, zoolang'
zich in het bedrijfsleven nog abnormale
omstandigheden voordoen.
Collectieve Arbeidsovereen
komsten. De Minister kan ofp grond
van de gegevens omtrent den omvang
en den voornaamsten inhoud der col
lectieve arbeidsovereenkomsten op 1 Juni
1927 de meeninjr niet deelen, dat een
wettelijke regeling betreffende de verbin
dendverklaring urgent zou zijn, ten ein
de het instituut der collectieve arbeids
overeenkomsten in stand te houden en
een teruggang naar den *vroegerem chao-
tischen toestand te voorkomen.
Neemt men met den Minister aan, dat
hier van urgentie geen sprake is, dan blijft
de- vraag over, of een wettelijke reiger
ling dezer materie thans wenschelijk ger
acht moet worden. Hij meent deze vraag
ontkennend te moéten beantwoorden.
V olkshuisvesting. Ten onrechte
wordt in heit Voorloopig Verslag opge-
merkt, dat door de Algemeen© Voorwaar
den voor woningbouw met Rijkssteun, de
gemeentelijke bouwverordeningen worden
uitgeschakeld. Deze voorstelling gaat ver-
buiten de feiten uit. Het is voor gemeen
ten immers zeer gemakkelijk, elders dan
bij het Rijk geld voor woningbouw te
leenen. Heeft men bezwaar tegen een of
andere voorwaarde, die het Rijk aan voor
schotten verbindt, dan kan men zich el
ders vervoegen. Het Rijk is echter steeda
bevoegd en verplicht, zoodanige voor
waarden te stellen als het noodig acht
om de beste besteding van Rijlksgeldeir
te waarborgen.
Arbeidsbemiddeling. Over eent
voorloopig ontwerp tot wettelijke rege
ling der arbeidsbemiddeling heeft de Mi
nister het advies van den Hoogen Raad
van Arbeid ontvangen: hij vertrouwt, dat
het ontwerp der wettelijke regeling thans
spoedig bij de Tweede Kamer zal kunnen
worden ingediend. Het wetsontwerp om
vat mede. bepalingen omtrent arbeids be
middeling, die met winstoogmerk wordt
uitgeoefend, ook voor zoover deze hare
werkzaamheden uitstrekt over musici, ar-
tisten e.d.
Beroepskeuze. De Minister houdt
geregeld zijn aandacht gevestigd op de
ontwikkeling van de organisatie der voor
lichting bij beroepskeuze hier te lande.
Naar zijn meening is nog niet de tijd aan
gebroken om van Rijkswege de organisa
tie der voorlichting ter hand te nemen.
Vereeniging tot verzeke
ring tegen de gel del ij ke gevol
gen van ziekenhuisverpleging.
Gisterenavond werd in de Sociëteit St.
Joris te Middelburg een druk bezochte
vergadering gehouden in verband met bo
venstaand onderwerp.
De heer Herman Snijders, voorzitter
van het Middelburgsch Ziekenfonds, welks
bestuur de vergadering had uitgeschreven
zei, dat het bestuur reeds lang had over
wogen te komen tot de oprichting eener
bovengenoemde vereeniging voor Middel
burg en omgeving. Het bestuur zag zijn
taak zoo, dat het niet verder moest gaan
als de bijeenroeping dezer vergadering,
al zal het gaarne contact blijven houden
met een te benoemen comité. De leden
van een ziekenfonds verzekeren zich te
gen de kosten van geneeskundige hulp
van hun huisarts, tegen de kosten der
geneesmiddelen enz. Maar als zij in een
ziekenhuis moeten worden opgenomen ko
men zij voor kosten, die zij niet kun
nen dragen. Het eene ziekenhuis mag
hooger tarieven hebben dan het andere,
bepaald goedkoop is er niet een en dit
kan ook niet. Dan moet men toch bij
armbestuur of diaconie terecht komen.
Ieder, oud of jong, arm of rijk kan ge
troffen worden door kosten van zieken
huisverpleging en daarewn moet een ver
eeniging ook gaan buiten de leden van
een ziekenfonds en dus boven den wei
standsgrens, die aan de toelating tot zulk
een fonds is gesteld. In verschillende
deelen van ons land werken reeds ver-
jes", zeide hij.
„Ik geloof waarlijk, Rnth, dat gij in
staat zoudt zijn haar te vergooien aan een
schooier als Paul Vivian."
„Indien ik haar aan Paul Vivian
schonk, dan zou zij gelukkig zijn," ant
woordde moeder beslist, „want ik zou dan
weten, dat ik haar aan een braaf en'
edel mensch toevertrouwde."
„Hoor nu toch eens aan!" riep hij ge-
ergerd. ,,'tls juist weer iets voor u,
Ruth. Gij hebt geen grientje gevoel van
eigenvaarde, dat heb ik u reeds zoo
dikwijls gezegd. Maar gelukkig kunt gij
in dit geval uw zin niet doordrijven.'1
„Helaas, Enoch," antwoordde zij met
een zucht, „dat heb ik niet dikwijls kun
nen doen. 'tWare misschien beter ge
weest als gij mij wat meer mijn gang had
laten gaan."
„Ja, dan zou Jack waarschijnlijk met
een melkmeid getrouwd zijn, en Abigail
zich het hof laten maken door een ge
wonen mijnwerker."
„En zou het niet heter voor Jack ge
weest zijn, indien hij een melkmeid ge
trouwd had, als het een flink en braaf
meisje was, dan zich zelf en ons met
schande te overladen gelgk nu het geval
eenigingen als men nn voorstelt op te
richten. Het doel is in beginsel vanavond
te besluiten tot oprichting eener vereeni
ging, de aanwezigen kannen zich dan
vrijblijvend als lid opgeven. Een comité
kan dan benoemd worden om een plan
te ontwerpen. O.a. de contributie vast
steken, de uitkeering zoowel het bedrag
als het aantal dagen. Dan moet getracht
worden met personen uit andere gemeen
ten samen te werken en spr. vindt het
gelukkig dat ook reeds personen uit Vlis-
singen en andere gemeenten aanwezig
zijn.
Als voorbeeld deelt spr. een en an
der mede over de regeling te Alkmaar.
Hel is wellicht voorzichtig beperkt te be
ginnen en later uitbreiding te geven. Er
zijn betreffende de regelingen thans geen
beslissingen te nemen, want veel hangt
af van het aantal personen dat toetreedt.
De heer dr Sta verman acht het een
groot voorrecht, dat een der laatste ver
gaderingen, die de heer Snijders te Mid
delburg presideert, op dit terrein ligt,
omdat de lieer Snijders zooveel voor de
ziekenverzorging heeft gewerkt. Spr.
hoopt, dat deze .pogingen tot een groot
succes mogen leiden. Te Vlissingen was
de moeilijkheid, dat men personen, die
nu door de progressieve tarieven in het
Gasthuis heel weinig betalen, dan vol
zou laten betalen en de gemeente dus
zou profiteeren van de verzekering. Spr.
hoopt, dat dit plan er nu niet op zal
stranden, zooals dat van Vlissingen.
De heer Paul zeide, dat de Middelburg-
sche Bestuurdersbond de zaak reeds heeft
besproken en daarbij zijn enkele punten
naar voren gekomen, o.a. of evenals
te Goes organisaties tegen lager contri
butie voor haar leden kunnen aansluiten.
Spr. wijst er op, dat in het gasthuis
te Middelburg niet zooals in dat te Vlis
singen een progressief tarief voor derdie
klas s ©patiënten bestaat.
De voorzitter onderschrijft dit laatste
en zegt, dat voor iederen patiënt f3.75
per dag wordt betaald, ook als het arm
bestuur het geheel of gedeeltelijk .bekos
tigt. Er is ook wel eens over progres
sie gesproken, maar spr. ziet er te Mid
delburg in afzienbaren tijd niets van ko
men. Het Burgerlijk Armbestuur heeft de
plannen met sympathie begroet en kan
wellicht ook een contract aangaan, even
als andere vereenigingen.
De heer H. Dronkers zegt, dat als ieder
lid kan worden, hiji zou willen weten
of geen progressieve oontributieregeling
kan worden ingevoerd, en daardoor 00-k^
ten opzichte van de uitkeeringen.
De heer L. Onderdijk meent, dat bü dub
bele eontributiebe.aling, ook dubbei ver-
pleeggeld zal kunnen worden uitgekeerd,
naar zijn meening.
De voorzitter meent, dat er in ieder
geval een standaardberekening moet zijn.
Spr. baalt een rapport aan, waarin ook
wordt gezegd, dat men beperkt moet be
ginnen, kan het later worden uitgebreid,"!
dan is het goed.
De heer Peek noemt Bodegraven als
voorbeeld, waar men tot f2000 inkomen
4 cent per week betaalt, een uitkeering
krijgt van f2.50 per dag met vrij ver
voer naar en van het ziekenhuis. Bij
hooger inkomen wordt het 8 cent en voor
personen van 14 tot 18 jaar 4 cent. Het
werkt daar uitstekend.
De hter Dronkers meent, dat door hoo-
gere contributie, hoogere uitkeering kan
volgen en dit alles de basis van het
fonds versterkt.
.De heer Weijl zegt dat eerst een groot
aantal aangesloten moet zijn en men
dan ook eens kan nagaan of dubbele
uitkeering bij dubbel tarief mogelijk is.
De heer de Meij meent, dat de zie
kenverzorging in de eerste plaats ge-
meenschapszorg moet zijn. Maar de ziekte-
verzorgingswet is voor onafzienbaren tijd
van de baan en daarom moet men nu
zelf de hand aan den ploeg slaan. Spr.
acht een regeling als die van het Zieken
fonds Zaanland zeer goed. Dat fonds heeft
een overeenkomst met het ziekenhuis te
Zaandam, waarbij 't voor de ledpn den prijs
van f 1 per dag en per lid heeft bedon
gen.
De voorzitter meent, dat al deze din
gen later aan de orde komen. Het doel
van dezen avond is alleen om te komen
tot een begin. In Zuid-Beveland deden
de doktoren de eerste poging en traden
toen terug.
De heer A. S. Roone meent, dat een
groot comité moet worden gevormd.
De heer Orbaan meent, dat het eerste
schaap over de brug moet komen en
is? O Enoch, dat betamelijk gevoel van
eigenwaarde, zooals gij het noemt, is uw
ongeluk. Wij, gij tenminste hebben
meer waarde gehecht aan geld en naam
dan aan hetgeen werkelijk waarde had."
„Al dat gepraat over werkelijke waarde
maakt mij boos!" riep hij ongeduldig.
„Ik kan het woord niet meer hooren."
„Des te erger voor u," antwoordde zij,
„want, wat werkelijke waarde heeft, zal
bestaan en in eere gehouden worden,
wanneer de naam Tresillian reeds lang
vergeten zal zijn."
„Ja, en de dwaasheid zal even lang
leven," zeide hij, de kamer uitgaande,
en de deur driftig achter zich toetrek
kende.
Ik geloof, dat ik niet naar dit gesprek
had moeten luisteren, maar ik kon het
niet nalaten, en ik heb er dagen lang
over nagedacht. Het wil mij maar nooit
gelukken de dingen in te zien, zooals va
der dat doet. Ik ben het altijd eenS
met moeder, en wat was het lief van haar
om te zeggen: „Indien ik haar aan jRaul
Vivian schonk, dan zou zij gelukkig zjjn."
(Wordt vervolgd.)