DE ZEEUW TWEEDE BLAD. LANGS DEN AFGROND. Binnenland. feuilleton Gemeenteraad van Goes. 0 yi tan VRIJDAG 13 APRIL 1928. No. 165. DE VOORZITTER DER CHRIST.-HIST. UNIE OVER DEN POLITIEKEN TOE STAND. Mr J. Schokking heeft gisteren de jaar vergadering der Christel. Hist. Unie ge opend met een rede waarin zooals wel vanzelf spreekt ook aan den politieken toe stand en aan de mogelijkheid van herstel van de normale parlementaire verhoudin- gen aandacht werd geschonken. "Wij laten het gedeelte der rede dat hier op betrekking heeft hier volgen. Na herinnerd te hebben aan zijn uit spraak van een jaar geleden dat de Chris telijk Historischen zich evenmin als vroe ger aan de verantwoordelijkheid voor de deelneming aan een parlementair kabinet zouden onttrekken wanneer op hen een be roep werd gedaan, wees Mr Schokking er op, dat de partij niet de roeping heeft aan te geven welke partijgroepeering tot stand moet komen om de regeermacht in handen van bepaalde personen te brengen. Daar ligt niet het doel van haar actie en werkzaamheid, en mag het niet liggen om de eenvoudige reden, dat 'het tot erkenning brengen van de beleden beginselen, indien al niet verzaakt, dan toch licht verzwakt of vertroebeld wordt. Ik zal dit thans, aldus spr., niet nader toelichten, maar volsta met de vraag, of voor dit laatste geen gevaar is, als de vraag omtrent een te vormen kabinet in de partij een hoofdplaats gaat innemen. "Wil dat nu zeggen, dat er over de moge lijkheid en wenschelijkheid van bepaalde groepeeringen om tot een parlementair ka binet te geraken niet zou moeten of mogen gesproken worden? Dat niet, al wil ik wel bekennen, dat het al te overvloedig spreken en schrijven daarover naar het mij voorkomt, niet het meest bevorderlijk is voor het bereiken van het doel, het optreden van een parlemen tair kabinet. Laat ik slechts dit mogen zeggen, dat de atmosfeer daarvoor ook van eenig belang is. Overigens is het toch wel duidelijk, dat indien- er sprake komt van deelneming van de chris telij k-his'toris chen aan de vorming van een kabinet, dit eerder het geval zal zijn in den gedachtengang van een combi natie van de drie vroegere rechtsche groe pen, dan van eenige andere. Maar of dat zal kunnen gebeuren, 'hangt af van omstandigheden, waaromtrent nu nog geen zekerheid bestaat. En het zou m. i. van een te kort aan beleid getuigen, daarop vooruit te loopen. Ook hebben wij nu eenmaal onze eigen opvatting van het voeren van den verkie zingsstrijd en kunnen wij niet voldoen aan de eischen, die bepaaldelijk ten opzichte van een te voren uitgewerkt program door andere partijen worden gesteld. Wil men dit toeschrijven, zooals het in een voor naam R. Katholiek orgaan is gedaan, aan den wensch om de stemmen der anti papisten niet te missen het zij zoo. Wij kunnen daartegenover slechts ten ant woord geven, dat zulk een onderstelling weinig geschikt is om de politieke atmos feer te zuiveren. Evenmin is dit het geval met het voor franje en buigingen voor de Veluwe en Friesland verklaren van ons opkomen voor de handhaving van. het Protestantsch ka rakter van ons staatkundig leven, gelijk dat in een ander R. K. blad stond. Zonder in dit verband meer te noemen, moet het toch eens duidelijk worden uitgesproken, dat dit opkomen voor het Protestantsch karakter niet is het zwaaien met een vlag, een gebruik, dat in ons geen verdediging, wel afkeuring vindt, maar een stuk van onze politieke overtuiging, die trouwens geen andere is dan die reeds door Groen van Prinsterer scherp werd geformuleerd en 'herhaaldelijk voorgehouden. Slechts bij erkenning en eerbiediging van hetgeen tot onze politieke overtuiging behoort en niet voor de gelegenheid, gelijk het dan heet, of uit vrees voor anderep wordt te voorschijn gehaald, zal het moge- luk zijn van ons Christelijk-Historischen te verwachten, dat zij meewerken om tot een parlementaire meerderheid te komen. 52) (Vrij naar het Bngelsch.) Daarop volgde November met haar vreemden, zacbten, zoogenaamden Indi- aanschen zomer, met haar kortere dagen haar afwisselend licht en schaduw en gloeiende zons op- en ondergang, en haar donkere, benauwend stille nachten Toen kwam December met sneeuw en ijs ge volgd door een maanden langen winter. Naarmate de dagen korter werden bracht Paul meer tijd met zijn vader door en de achting en liefde, die hij voor hem gevoelde, gingen langzamerhand in een soort van vereering over. John Vivian was geen gewoon mensch. Hij was zoo zacht zinnig, zoo geduldig, zoo lijdzaam, dat nie mand lang met hem kon omgaan zonder hem te achten, neen, lief te krijgen. Paul sloeg dezen vriendelijk stillen man, met die weemoedige oogen, met toenemende be wondering gade, en verdiepte zich meer en meer in de vraag, welk 'het geheim mocht wezen, dat hem van de zijnen verwijderd hield. Want dat daar een geheime oorzaak voor zijn moest, stond thans bij hem vast. Het ia te meer noodig om daaraan te herinneren nu wij staan voor het feit, dat nieuwe en andere vraagstukken aan de orde komen, dan in het verleden. Wij zijn nog altijd van oordeel, dat aan een groepeering naar geestelijken grond slag, al moet die bij een combinatie van verschillende partijen algemeener zijn, dan op zichzelf wenschelij'k is, de voorkeur moet gegeven worden hoven andere, als waarvoor onafgebroken van de linkerzijde wordt gepleit. De vergelijking van het po litieke leven,, gelijk wij dat in de laatste de cenniën, ten onzent hebben gehad met dat in andere landen, waar de partijgroepee ring op andere basis was opgetrokken, valt niet in het nadeel van het onze uit. Voor zoover men daarmee de crisis in het parle mentaire stelsel in verband zou brengen, gelijk dat vaak geschiedt, is de vraag ge wettigd, of 'die crisis zich bij' ons soms scherper vertoonde dan elders? Het ant woord daarop kan met volle gerustheid worden afgewacht. Maar terwijl het niet overbodig is daar aan te herinneren, ook, omdat gelijk mr Aalherse onlangs met recht 'betoogd heeft, het voor een kabinet, hetwelk op een par lementaire meerderheid zal steunen, niet de eenige vraag is of in alle deelen een stemmigheid bestaat met het oog op den wetgevenden arbeid, maar hét ook en bo venal aankomt op den geest, waarin het bewind zal worden geroerd, er moet toch ook voor den wetgevenden arbeid in alge- meenen zin een reëele basis zijn. Hoe die er veelszins bij' de rechtsche 'groepen is, want ook Staatk. Geref. en Hervormde Staatspartij kunnen er huns ondanks bij genomen worden, blijkt nog voortdurend. Er is intusschen bij vroeger wat veranderd en het zou verkeerd zijn, daarvoor het oog- te sluiten. Het onderwijsvraagstuk, het welk den stoot tot <je samenwerking van de drie rechtsche groepen gegeven heeft en haar in de afgeloopen jaren voor een groot deel gedragen heeft, is sedert de daaraan gegeven oplossing niet op gelijke wijze door een ander vervangen. Wel weet ik, dat er nog alle reden is om ten opzichte van dat onderwijs op zijn hoe de te zijn; dat het tijdperk van consolidatie nog nauwelijks 'begonnen is en er nog tal van vragen op onderwijsgebied, m. n. het middelbaar en hooger hangende zijn. Maar of over die laatste dezelfde eenstemmig heid heerscht, en zelfs over die consoli datie gelijk wordt gedacht, is voor het minst twijfelachtig. Wat de handelspolitiek betreft, die is al tijd een ietwat teer onderwerp geweest, maar sedert de zoogenaamde „actieve han delspolitiek" vooral van roomsch-katho- lieke en anti-revolutionaire zijde steun heeft gekregen, is er dat niet beter op ge worden; al vergeet spr. niet, dat ook onder zijn geestverwanten wel een enkele stem daarover opgaat. En hoe staat het met het sociale vraag stuk? Wanneer smalend geschreven wordt, dat van de Christelijk-Historischen nog nimmer een krachtig geluid voor sociale maatregelen gehoord is, dan. zijn wij ge neigd, daaraan schouderophalend voorbij te gaan. De annalen van de politieke ge schiedenis wijzen het anders uit. Maar wel moeten wij vragen, welken inhoud heeft eigenlijk het sociaal geluid van de R.- Kath. Staatspartij? Wij zijn niet de eeni- gen, die daaromtrent in onzekerheid zijn en spr. wil wel bekennen, dat dit een van de onzekere omstandigheden is, waarop hij doelde. Naar ons oordeel is de taak der over heid op sociaal gebied nog niet afgewerkt en wij denken er niet aan, dat zij haar hand daaraan zou kunnen onttrekken. Maar dit sluit niet in, daf aan iederen maatregel, die als sociaal wordt aange diend, medewerking zou moeten worden verleend, pf dat de wijze waarop men een sociaal goed wil bevorderen of een sociaal euvel bestrijden niet getoetst zou worden aan de door ons voorgestane beginselen. Ook het sociale vraagstuk is er voor bns een van recht, waarhij toegezien moet wor den, dat geen bevoorrechting plaats heeft van de eene groep ten koste van de andere, dat door op zich zelf goed bedoelde maat regelen de bronnen van algemeen volksin komen niet worden geschaad. Opzettelijk, besloot spr., ben ik ditmaal wat breeder ingegaan op de vraag, die met bet tot stand komen van een parlementaire meerderheid, waarbij de christelijk-histo- rischen betrokken zouden kunnen worden, samenhangt. 'Voor wie de politiek maar Uitdrukkingen, die zijn moeder zich nu en dan in een onbewaakt oogenblik had laten ontvallen, hadden 'dit vermoeden bij hem opgewekt, en zijn vermoeden was zeker heid geworden, nadat hij zijn vader eeni- gen tijd -had gadegeslagen. Toch deed hij geen moeite om dat ge heim te ontdekken. Indien zijn vader het hem te eeniger tijd wilde .openbaren, dan zou hij er hem dankbaar voor zijn. Zoo niet, dan zou hij' diens stilzwijgen eer biedigen, en denken, dat het beter voor hem was in onwetendheid gelaten te wor den. Zij spraken veel te zamen over het geen er in al die jaren te Penwharf ge beurd was, en soms las Paul zijn vader uit zijn hoeken voor. Op die manier vie len de winteravonden hem nooit lang, terwijl het op de Zaterdagavonden lustig toeging in de kleine hut; want sedert de komst van Paul was de woning van John Vivian de verzamelplaats geworden voor de jongens uit Cornwallis, en bij elke samenkomst werden de oude herinnerin gen weer opgehaald, en de oude verha len altijd weer met dezelfde opgewekt heid verteld en aangehoord. Maar de gelukkigste avonden voor John waren toch die, waarop Paul hem voorlas. Zjjn boekenkennis was tot nu één aspect heeft en die niet anders begeert dan een onmiddellijk antwoord op de vraag; al of niet herstel van samenwer king van de vroegere rechtsche partijen, zal dit geen volle bevrediging gegeven heb ben. Wien het echter om waarheid in de politieke verhoudingen te doen is, die de feiten wil zien, zooals ze zijn, zal begrij pen, dat voor het oogenblik sleohts rich ting aan het vinden van dat antwoord kan gegeven worden. Gistermiddag vergaderde de Gemeen teraad van Goes voltallig onder voorzit terschap van den burgemeester, die met gebed opende en daarna mededeeiing deed van de ingekomen stukken. Goedkeuring door Ged. Staten van ver schillende Raadsbesluiten. Verslag van de stichting „Commissie voor de Restaura tie van de Hervormde Groote of Sint Maria Magdalenakerk te Goes" over 1927. Verslag van de Vereeniging tot Bevorde ring van het Vreemdelingenverkeer in Zuid- en Noord-Beveland over 1927. Dankbetuiging van de vereeniging van gasfabrikanten in Nederland voor het con- tinueeren van het subsidie. Dankbetuiging van de Goessche wijkverpleging voor de toegezegde bijdrage in het jaarlijksch te kort der tuberculosebestrijding. Ze worden voor kennisgeving aange nomen. Over het voorstel tot aankoop van grond nabij den Oosthavendijk ontspint zich een discussie. Dhr Buis vraagt, of de nieuwe eigenaar van den voor- liggenden grond wel het recht heeft de gemeente uitweg te weigeren. De voorz. zou dit eerst eens moeten onderzoeken, voor hij daarop definitief antwoord kan geven. Dhr Koning acht afgezien van deze kwestie de ligging van het te koopen perceel zóó tegenover het andere dat reeds eigendom der gemeente is, dat hij', ongeacht het antwoord op de vraag van den heer Buis, vóór aankoop zal stemmen. Mr Goedbloed geeft den heer Buis eenige inlichtingen uit het Burg. Wet boek over servituten en meent, dat het vragen van een nieuwen uitweg meer zal kosten, dan de geheele koopsom van be doeld perceel. Het voorstel van B. en Wi. wordt hierop z.h.st. aangenomen. Voor aanschaffing van enkele nieuwe leermiddelen op de R.-K. Jongensschool worden de gevraagde gelden toegestaan. De besturen der bijz. lagere scholen krijgen, volgens de berekening van B. en W., de gevraagde voorschotten voor 1928 volgens art. 101 L.O. wet. Het voorstel van B. en W. inzake den zieken stoker bij het gasbedrijf, A. Goe- ree, wordt z.h.st. aangenomen. Winkelsluiting. In behandeling ■komt nu het voorstel van B. en W. betref fende verplichte winkelsluiting. Dhr v. Poelgeest (V.B.) is tegen de verorde ning. Er zitten twee beginselen in: Het eerste is het voorkomen van te langen werktijd der winkelbedienden. Maar in Goes is het aantal winkelbedienden naar spreker meent, slechts zeer gering. Dus is daarvoor de verordening niet noodzake lijk. Het tweede beginsel isde Raad moet de boeman spelen, omdat de winkeliers het onder elkaar niet allen eens zijn. De oen wil sluiten, de ander niet. Daarom voelt spr. voor verplichte win kelsluiting niets. Dhr Eckhardt verwondert er "zich niet zoo over, dat dhr van Poelgeest zoo spreekt. Hij staat buiten het bedrijf. Wanneer dhr van Poelgeest in het be drijf zat, zou hij wei eens anders spre ken. Mag een zakenman, die van 's mor gens vroeg in de weer is, 's avonds na een zeker uur niet vrij hebben? Wanneer de middenstand zóó georganiseerd was, dat hij de Overheid niet noodig had, was dit beter. Maar zoover is men nog niet, al komt hierin langzaam verbetering. Dhr Simons zegt, dat de Hanze in meerderheid tegen verplichte winkelslui ting was. Spr. voor zich is er echter voor. Een winkelier mag, evenals een arbeider, ook wel van eenigen vrijen tijd genieten. Spr. is ook' vóór Zondagssluiting. Dhr Hollestell.e meent, .dat hier niet alleen gemakzucht meespreekt. Er is ook noodzakelijkheid. Het personeel van een zaak moet toch na een zeker uur vrij hebben. Moet de winkel geopend toe zeer beperkt geweest. De nieuwe wer ken, die Paul had medegebracht, waren een onuitputtelijke bron van genot voor hem. Hij was een aandachtig hoorder, en hij gevoelde, hoe zijn horizon zich lang zamerhand verruimde. Maar wat hem het meest trof, was ,dat anderen voor hem dezelfde twijfelingen hadden gekend, die hem zoo gedurig in verwarring brachten. „Ik wist niet, dat gij ooit getwijfeld hadt", zeide Paul, toen hij dit onderwerp eens ter sprake bracht. „Och, mijn jongen", antwoordde hij, met een weemoedigen glimlach, „twijfel schijnt de straf van het denken; maar uwe boeken hebben mij goed gedaan." „Hoe zoo?" vraagde Paul. „Zij hebben mij doen zien, dat ik niet alleen heb gestaan in mijn twijfel; dat anderen dezelfde bezwaren hebben ge voeld, dezelfde vragen hebben gedaan". „Is uw twijfel dan nu geheel verdwe nen?" „Dat durf ik met zeggen, maar er is een nieuw licht op de oude waarheden gevallen." Na dit gezegd te hebben, nam John zijn hoed, en begaf zich naar het bosch. Hij had behoefte om alleen te zijn, en na te denken. De sneeuw lag dik op den grond, maar blijven, dan kan de eigenaar en zijn ge zin de klanten, die laat believen te komen, helpen. Maar moet ook een middenstander dikwijls 's avonds zijn tijd ook niet aan andere belangen geven? Weth. Goedbloed is het niet eens met den heer van Poelgeest. Het dogma van den vrijen wil is door de feiten wel •gelogenstraft. De vrijheid is een fictie gebleken. De middenstand is door de con currentie van enkele kwaadwilligen niet vrij. De Overheid moet hier helpend op treden. Dhr van P o el g e e s L meent, dat dit de taak der Overheid niet is. Dit is het principiëel verschil tusschen den heer Goedbloed en spreker. Artikelsgewijze behandeling. Dhr C r u c q is geen voorstander van Zondagssluiting. Spr. ziet er geen be zwaar in, op Zondag B.v. sigaren te koopen. De voorz. zegt, dat verschillende si garenwinkeliers juist de totstandkoming van de verordening zouden toejuichen. De concurrentie belet hen, 's avonds en des Zondags vrij te zijn. Dhr V e r m a i r e meent, dat de ge woonte hier een woordje meespreekt. Spr. is afkomstig van Kapelle en daar was het de gewoonte, dat men 's Zaterdags alles insloeg, ook sigaren. Zoo zal men ook hier wel aan de Zondagssluiting wen nen. Dhr Koning ziet in den verkoop van sigaren in café's na den sluitingstijd der winkels een bezwaar. Spr. zou dit ge heel willen verbieden. De voorz. zegt, dat de controle daar op moeilijk zal zijn. Dhr C u c q stelt voor de werkdagen en Zondagen ten opzichte van de winkel sluiting gelijk te stellen dus èn op Zon dagen èn op werkdagen de winkels ge opend te houden van 5 uur v.m. tot 8 uur n.m., behoudens de uitzonderingen in de verschillende artikelen. Dit voor stel wordt verworpen met 3 st. vóór. (Dhrn van Poelgeest, Crucq en Buis.) Dhr Simons stelt een wijziging van art. 4 voor, inhoudende toestemming om bok op Tweede Paasch- en Pinksterdag de winkels 's avonds tot 11 uur open te houden en den termijn van 29 Nov. tot en met 6 Dec. waarvoor deze verruiming ook geldt, te vervroegen van den eersten toondag (n.l. vóórlaatste Dinsdag in Nov.) tot en met 6 Dec. Dit wordt z.h.st. aan genomen. De verordening wordt ten slotte in haar geheel vastgesteld. Dhr. van Poelgeest wil geacht worden te hebben tegengestemd. Mededeeiing werkverschaf fing. De voorz. deelt mede, dat er thans nog 10 werkloozen bij1 verschillende werken werkzaam zijn. Dhr Crucq vindt de manier van op treden tegenover de werkloozen niet „wat je noemt". Er is hun b.v. gezegd: je moet 1/2 uur langer werken. Maar ze worden er niet voor betaald. De commissie voor de werkloozenzorg hoort nergens van. Spr. is bijna vergeten, dat hij er lid van is. Slechts in het begin van den winter is ze eenmaal bij elkaar geweest. Verder wordt alles door B. en W. den heer Rothuizen, en dhr de Dreu bedisseld. 'De voorz. zegt, dat de commissie toch gekend is in den opzet van de werkverschaffing. Dhr Crucq zegt, dat er later veel in dien opzet is veranderd. Bovendien zijn er wel vragen en klachten gerezen. Maar daarvoor moet men altijd naar B. en W. Dhr Simons is van gelijke meening. De commissie kon wel wat meer bijeen geroepen zijn "in den verloopen winter. De voorz. vraagt: of dhr Crucq wel eens heeft gehoord, dat er onder de werk loozen allemenschelijk is geluierd. Dhr Crucq heeft zooveel gehoord. Maar juist daarom had de commissie meer moeten vergaderen. Dhr Eckhardt heeft vergaderingen genoeg. Maar toch voelt spr. wel wat yoor het idee-Crucq. Maar dan had er ook uit den boezem der commissie een verzoek tot B. en W. moeten uitgaan. De openbare vergadering wordt hierna geschorst. Na heropening werd benoemd tot hoofd der Openbare Bewaarschool mejuffr. A. A. A. Scheeuwe, hoofd der neutrale bewaar school te 's Gravenzande met 10 st. tegen 3 st. op mejuffr. M. H. C. Warnsinck, hoofd der Protestantsche bewaarschool te Roermond.. de hemel was wolkenloos en de zón straalde hélder aan de donkerblauwe lucht. Was dit een .goed voorteeken? Het was hem beter te moede dan in langen tijd het geval was geweest. De last van den twijfel drukte hem niet zoo zwaar als te yoren. Toen hij van zijn eenzame wandeling terugkeerde, vond hij Paul verdiept in de lezing van een brief, dien deze inmid dels ontvangen had. Het was een zonder ling epistel van Tobias Wrench, die o.m. schreef, dat Miss Abigail spoedig in het huwelijk zou treden, met iemand die een zware hypotheek had op Rosevallion en die liet Mr Tresillian '.benauwd genoeg kon maken als 'hij1 wilde. Paul was zoo geheel verdiept in de lezing van den brief, dat hij niets van den terugkeer zijns vaders bemerkte, en toen hij eindelijk opkeek was zijn gelaat zoo bleek en ontdaan, dat John er van schrok. „Wel, Paul, wat schëelt er aan?" vroeg hij bezorgd. „Geen slechte tijding van huis, hoop ik?" „O, neen, iedereen schijnt wel", ant woordde hjj' met een gedwongen glim lach. ,,'tls een brief van mijn ouden vriend Tobias. „Schrijft hij iets over znoedar of Dia- rid?" 't!| De Christel. Hist. Unie. Gisteren hield de 'Christel. Hist. Unie te Amsterdam haar jaarvergadering, die zeer druk bezocht was. Nadat de voorzitter, Mr J. Schokking, zijn openingsrede had uitgesproken werd de rekening en verantwoor ding over 1927 van den penningmeester, Jhr ,J. W. H. Rutgers van Rozenburg goedgekeurd in ontvangsten en uitgaven met een bedrag van f 18.674 en een saldo van 'f 3320. Vervolgens was aan de orde een voor stel van het hoofdbestuur tot wijziging van artikel 12 van het gemeenteprogram. Na discussie werd dit artikel aldus vastgesteld „De rechtspositie .en 'de arbei.li',-oor- waarden voor ambtenaren en "werklieden worden geregeld na overleg met hun or ganisaties of de betrokken personen. De bezoldiging zij zoodanig, dat reke ning worde gehouden met de behoeften van het gezin en met behoorlijke loon regelingen in het vrije bedrijf ter plaatse, en dat gelegenheid blijve door bekwaam heid en energie vooruit te komen. Bij de 'rhgeling van loonen en pensioenen behooren zich aan te sluiten goede be palingen tot het waarborgen van een uit- keering in geval van ziekte of tijdelijke ongeschiktheid. Tot bevordering van de geestelijke en lichamelijke gezondheid zij de Zaterdag middag zooveel mogelijk vrijgegeven, en worde, vooral bij inspannenden afbeid, de werktijd beperkt. Aan {le noodzakelijkheid van rechts zekerheid voor het gemeente-personeel worde voldaan door instelling van een scheidsgerecht of van arbitrage-commis sies". De voorstellen van het hoofdbestuur inzake de „nadere beginselverklaring" en liet program van beginselen, werden goed- 'gekeurd. De bestuursverkiezing had tot resultaat, dat als leden van het hoofdbe stuur der Unie bij enkele candidaatstel- ling werden herkozen mej, mr C. Frida Katz en de heeren J. ter Haar Jr en mï J. Schokking. Vervolgens werd besloten, dat de af- deelingen der Unie 5 cent per lid per jaar zullen bijdragen in de kas der Unie, be paaldelijk voor betere uitrusting van het bureau der Unie te 's Gravenliage. Vervolgens kwam aan de orde een voor stel van de afd. Nieuwe r-A m s t e 1, luidende: het "hoofdbestuur neme meer dan tot heden geschiedde nota ook van de materiëele belangen van Jiet platte land. Nadat er door de heeren Snoeck Henke- mans en "'Schokking op gewezen was, dat er van verwaarloozing der plattelands- belangen geen sprake is, werd het voor stel aangenomen, uitgelegd in dezen zin, dat het hoofdbestuur aan <Je belangen van Jiet platteland zijn volle aandacht zal Jdijven wijden. Door de aifd. W ij1 n b r i t s e r a d e I was het volgende voorstel ingediend om bjj regeerinig en volksvertegenwoordiging er op aan te dringen, ten spoedigste maat regelen te nemen, tot wqgneming van vele 'lasten, die het platteland "drukken, o.a. door: a. te bevorderen, dat de lasten, voortvloeiend uit art. 205 der L. O.-wet afgewenteld worden van de gemeenten op het rijk; en voorts niet ongewijzigd over te nemen het voorstel der staatscommissie inzake de financiëele verhouding tusschen rijk en gemeenten, welk voorstel, mocht het wet worden, een ramp zou beteekenen voor vele plattelandsgemeenten, die dan in nog ongunstiger positie zullen komen te verkeeren, dan door de regeling bij de wet-van 1897, en die alleen ten goede zal komen aan de groote steden. Dit voorstel werd na breede discussie! aangehouden. Na afdoening van nog enkele meer in terne zaken, is de vergadering gesloten. O Nat. Chr. Onderofficiersm- vereeniging De algemeene vergadering van de Nat. Chr. Onderofficierenvereeniging (N. C. 0. O. V.) zal naar we vernemen Woensdag 9 Mei a.s. te Utrecht worden gehouden. In de morgenvergadering komen onder scheiden huishoudelijke zaken aan de „Geen enkel woord. Ik veronderstel dus •d&it beiden wel zijn." „Ik ben blij dat het geen kwade tijding is, maai' gij zijlt koiuid gewonden, daair bij de open deur." - „Ja, ik ben koud," antwoordde Paul' op staande. „Ik zal ,uw voorbeeld volgen!, en een eind gaan lonpen om warm te wonden." 1 1 „Maar denk er aan, dat het eten oven een uur klaar is." „Ik zal er aan denken,"' riep Paul schijnbaar opgeruimd, 'terwijl hij zich ofp weg begaf. Toen het middagmaal gereed' was ging John naar buiten, en keek naair rechts en links, inaar Paul was nergens ,te zien. Hij ging weder in huis, en wachtte. Vijlf, tien, twintig, veertig minuten, een uur gingen voorbij, en nog steeds verscheen 'er niemand. John werd ongerust en begaf zich naar den rand van het bosch. Hier stak hij b$ee vingers in den mond, en liet een schel gefluit hooren, maar geen antwoord. Eien, tweemaal herhaalde hij het signaal, doch zonder gevolg. „Wat kan den jongen overkomen zijn?" vraagde hij angstig. „God geve daf hij niet verdwaald is, of een ongeluk ge kregen heeft." (Wordt vervolgd»)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 5