DE ZEEUW 8 TWEEDE BLAD, HET ADRES A. WIL KING L. Duvekot Sz., TABAK - SIGAREN - SIGARETTEN .ROSSIM"' TABAK ESTELLE. Voor den Zondag. Fa J. A. L. Q. WITTE I LANGS DEN AFGROND. Meï beste triomfeert over bet goede! IM PATENTVERPAKKING ft rid, Weiland ter ancier s gevraagd. Vleisje, l SAMOS PRIMA fl.10 f FEUILL E T O IM L. Groote Markt 19 - Goes Naast Hotel „De Korenbeurs" Zeeuwsche Stemmen BOBBY Lichte baai 25 et. TA BA 20 u ZEEPAARD 15 Buitengewoon handig ON ZONEN Drtstr., M'burg. s de beste. ERKE» het huis van S. ie Nleliskerke op it niet door. At JAN LOEFF. :e pachten tot 25 i den Heer L W. Gravenpolder: x>m te Nisse. rden. en worden tot en 8 ingewacht ten aris M. OELE Jz. waar nadere in komen. nette Burger* g Middelburg, khandel DHUY. 0 P oi Eileen en ogkabinet. N, Meubelmaker, 0 P stdraaibank voor en Raderen voor ens, alle maten E, Pottenmarkt, OP: ipaard, MUËL JANSE. land. OP: vaars, dOUTERMAN, OP: Ponny's, oud. P. JANSE. OP: April en een Mel. KR. LOU- Met Mel een :rk en de vrouw ling beschikbaar, 5E Cz., Nieuw- ielburg. aardenknecht f flinke Werk* 3, „Noordbeek", ling ide Knecht KOETS. Vrou- MOND, West- net Mei of later WENUIJZEN, IASPER, Jan 54, Den Haèg Mei of later t, zelfstandig en koken, Hulp van en werkster met portret, idres. liet. ZONEN Istr., M'burg. VAN ZATERDAG 7 APRIL 1928. No. 161. LIJDEN EN OPSTANDING. Welke overgeleverd is om onze zonden en opgewekt om onze recht vaardigmaking. Rom. 4:25. De lijdensprediking, die da gemeente met bijzondere aandacht weken lang be luisterd heeft, moet uitloopen op bet Paaschfeest. Zooalser ook van geen Paasehfeestvieren sprake kan zijn zonder de overdenking van wat Jezus geleden heeft op de via dolorosa. Wie deze beide van elkaar losmaakt, is zijn Verlosser kwijt. Want wat biedt ons het kruis zonder den morgen der opstan ding en wat beteekent de opstanding zon der het kruis der verzoening? Alleen bet onlosmakelijk verband, dat de Schrift tusschen deze beide legt, doet ons roemen in de uitdelging onzer schuld. Zooals Paulus in den brief aan de Romei nen beide ook als in één adem noemt. En toch is er steeds weer gevaar voor eenzijdig belichten, voor een nadruk leg gen op kruis en opstanding ten koste van opstanding of kruis. Dan wordt öf de op standing 'een aanhangsel van het lijden, öf het kruislijden wordt niet meer dan een voorspel van de opstanding. En in beide gevallen wordt onze zaligheid ondermijnd. Wat God samenvoegde, seheide de menscb niet. Overgeleverd om onze zonden, zegt de apostel van den Christus. De nadruk valt dus op wat God deed met zijn heilig kind Jezus. Niet alsof tegen den wil van den Za ligmaker Hem iets opgelegd is, maar wel zoo, dat alle eigenwilligheid in het lijden uitgesloten wordt, dat het heilige noodza kelijkheid is, het van den rechtvaardigen God geëischte offer. Want dat overgeleverd zijn van den Borg vindt zijn oorzaak in onze zonden. Om onze zonden, wegens onze zonden werd Hij overgeleverd. Niet alleen aan het kruis, immers ook bij de kribbe onder schrijven wij dit woord, maar toch wel in zonderheid aan het kruis, dat het hoogte punt, of liever het dieptepunt is van heel zijn leven der gehoorzaamheid. Bij iedere gebeurtenis zijns levens plaat sen wij dit woord, maar bij bef kruis on derstrepen wij het extra. Altijd lag de last onzer zonden op Hem, maar aan het kruis kermde Hij over het verlaten zijn van God, een vloek geworden zijnde voor ons. Daarom ook is dat kruis ons zoo lief, daarom willen wij met den apostel niets weten dan Jezus Christus en dien gekr ui sigd. Maar wat baat ons dat kruis, als het niet gevolgd wordt door de opstanding? Opgewekt om onze rechtvaardigmaking, zegt Paulus. De diepe gedachte, die hem spreken deed van het overgeleverd wor den, waarbij hij onze oogen richt op het doen Gods, laat hij ook nu niet los, spre kende van opwekking en niet van opstan ding. Terwijl hij bovendien niet schrijft van een opgewekt zijn tot onze rechtvaardig making, maar om onze rechtvaardigma king. Ook dat andere is waar. Lees maar wat de Catechismus zegt in den 17en Zon dag. Daar wordt alle twijfel dienaangaan de weggenomen. Maar dat verleide ons niet om te lezen als stond ook hier van WIJNHANDEL - GOES - TEL. 264 J In Luxe Rietverpakking (Vrij naar het Engelsch.) „Mg dunkt, ik moest eens aan den jon gen schrijven", zeide hij. „Het zal hem, dunkt mij, genoegen doen te hooren, dat ik trotsch op hem ben.'" Hij wendde zich om, ten einde zijn hut binnen te gaan, toen zijn aandacht getrokken werd door het geratel van wielen, en het knallen van eene zweep. „Wat beteekent dat?" vraagde hij bij zich zelf. „Wie gaat er nu rijden, op zoo'n smoorheeten dag, terwijl de wegen- onbegaanbaar zijn van het stof?" Het volgende oogenblik zag hij, dat er een sjees stilhield voor het kosthuis. Op eens was het geheele kamp uit den dom mel opgeschrikt; de slapers sprongen ook overeind, en wreven zich de oogen, de rookers namen de pijp uit den mond, en zagen de nieuw-aangekomenen met nieuwsgierige blikken aan, of liever een van de twee, want de voerman van de sjees was een bekende. Niemand sprak echter, totdat Luke Abott den aanval begon. ,.,Ik zou denken, vreemdeling", zeide zjja breed gerandea stroohoed naar een opgewekt t o t, in plaats van o m onze rechtvaardigmaking geschreven. Wegens onze zonden is Hij overgeleverd, wegens onze rechtvaardigmaking is Hij opgewekt. De opstanding' opent niet alleen heerlijke perspectieven, ze predikt ons ook, dat onze rechtvaardigmaking geschied is. Waarom ook anders die engel, die neder daalt van den. hemel als een afgezant des Allerhoogsten om den steen van het graf weg te wentelen? Die daad Gods roept het ons allen toe, dat de verzoening onzer zonden een feit is; dat Hij, die overgeleverd werd om onze zonden en neergelegd in de donkerheid van het graf, alles ten volle volbracht heeft. Zonder die opening des grafs wordt het kruis een fiasco. En zijn wij nog in onze zonden. Wie op den Paaschmorgen niet achter om ziet naar Golgotha is even arm als hij, die hij het kruis staande niet vooruitziet naar den Paaschmorgen. En deze tweeërlei eenzijdigheid is niet maar denkbeeldig, maar is, helaas, een feit. Er is een leven bij het kruis van Christus, dat met de opstanding verlegen zit. Er is ook een nadruk leggen op de opstanding, dat verlegen zit met het kruis. Zeker, dan wordt roerend gesproken over het ware opstandingsleven, wordt heerlijk gehandeld over heiligmaking, maar de rechtvaardigmaking komt in het gedrang. En ook dan zijn wij nog in onze zonden. Geen opstanding zonder kruis, geen kruis zonder opstanding! PAASCHMORGEN. Op den Sabbat volgt een morgen Droeve vrouwen gaan naar 't graf, Waar de Heere is geborgen! Wat al vragen zij zich af. En terwijl de vrouwen denken Aan hun niet te dragen leed, Komen Englen op Gods wenken In een zonne-glanzend kleed. Komen Englen, voor wie vluchten Krijgers, dapper in den strijd, Die het bovenaardsche duchten, Dat een wonder voorbereidt! 'n Steen wordt van het graf genomen: Jezus treedt in 't volle licht! Winnend nit den strijd gekomen; Dat getuigt Zijn aangezicht! Op den Sabbat volgt een morgen! Jezus leeft, is opgestaan! Vrouwen, komt maar met uw zorgen! Satan zal nu ondergaan! Jezus leeft! 0, in mijn harte Komt Gij, Die Uw volk bevrijdt! Stilt mijn en der wereld smarte! Jezus, Gij, mijn Zaligheid! voor Manufacturen Dames- en Kinderconfectie Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen is GOES HULST 1 4 April 1928, Wonder specimen van -oiuda kerkbouw kunst 1 v Ja, we naderen misschien dagelijks van alle mogelijke zijden de Groote- of St. Maria Magdalenakerk in Z.uid-Bevelands hoofdstad, we loopen er wellicht dagelijks omheen en we zien niet meer de schoons lijnen van dien verheven kathedraal. 'tls waar, de restauratieplannen, alles wat we dezer dagen hebben kunnen lezen over dit kerkgebouw, hebben weer de aandacht erop gevestigd en zoo is er weer een belangstelling gegroeid, welke zich lang niet alleen tot de Hervormden be perkt. Algemeen zit de gedachte voor, dat het hier om een algemeen plaatselijk, beter om een provinciaal of een nationaal belang gaat, immers zulke fijne monumen ten van hooge bouwkunst hebben wij' niet zoo wonderveel al is geen provincie er geheel van ontbloot. Het dacht mij goed U een en ander te vertellen van dit historische gebouw. Als gij: ma,ar niet van mij verwacht, dat ik den sluier vermag weg te nemen, welke de geschiedenis der eerstei jaren als be dekt houdt. De knapste geschiedvoxscherël zijn er niet meer in geslaagd over dien eersten tijid het licht te doen opgaan. Zcio kan ik niet zeggen, wanneer de eerste- steen van het majestueus'© kerk gebouw is gelegd. Dat het toen een glori eus tijdperk voor onze goede stad moet geweest zijin, lijdt geen twijfel. Goes was een stad van beteekenis en alleen daardoor kon het mogelijk zijn dat stof en geest samenwerkten tot de stichting van een gebouw, dat alle andere ,in .wijd© omgeving in schoonheid „en - majesteit verre zou overtreffen. Het is niet al te gewaagd om te schrij ven, da.t het oostelijk deel der kerk in de 14de eeuw aanwezig was, maar eenige gadere aanduiding is dan ook niet te vinden. Wel dat de inwijding van dei kerk in Juni öf Juli van 'het jaar 1423 heeft plaats gehad. Dit behoeft volstrekt niet strijidig te zijn met heit bovenstaande, want het construeeren van zoio'n gebouw was niet „bet werk van maanden, doch van vele jaren, gelijk nu nog de restau ratie over vele jaren loopt. Diat ook des tijds de financiën een groote rol gespeeld hebben mag men vrijelijk aannemen. Aan een geschriftje van Adolph Mulder ontleen ik, dat den 23e>n Juli 1410 Jacobus Rid der, Bisschop van Hebron, m zijn hoeda nigheid van Vicaris van den Utreo'htschen Bisschop, groote aflaten beloofde aan al len, die deze kerk op bepaalde tijden zou den bezoeken en aan haar iets leg'ateeren. Deze steun moet niet weinig "hebben bij gedragen tot de ontwikkeling van het bouwwerk en daardoor was het ook mo gelijk, dat 13 jaar later de inwijding plaats had. De kerk werd toen toegewijd aan den Almachtigen God, de Godbarend© moeder Maria en aan de H. Maria-M,agdaletta. Vrijwel vast staat, dat eerst het koor is gebouwd, waarin de diensten konden beginnen, vóór de rest werd afgewerkt, en dat later de andere deelen een bauit kregen. Een dergelijke methode wordt nog heden ten dage gevolgd. In het begin der 15a eeuw was dus het koor vol tooid en kon met den bouw,.der transep ten een begin gemaakt worden. Da heer Mulder verklaart daaruit ook het feit dat in 1407 reeds eenige voorrechten konden warden verleend aan de Liove Vrouwe Kapel in de Goesche kerk, niet tegenstaande deze laatste nog niet geheet' voltooid was. Als derde en laatste ge deelte kwam het schip en da toren aan de beurt. Maar nu moet ge niet meenen, dat dit dezelfde kerk is, welke nu nog de trots van het land van ter Goes is, want in 1618 is het gebouw nagenoeg geheel .afgebrand en in 1621 „wederom tot groote kosten der inwoonderen (als heb bende gekost een of twee en twintig duisent ponden Vlaems) uit der ge meen ter barse veel grooter en beefrlijkev opgebouwen is". Maar laat ik u"nog even in den geest terugvoeren. De kerk is door en voor de Roomsch-Katholieken geboawd, docb reeds in dat noodlottige jaar was ze niet meer in Roomsche handen. De Hervor ming had hier krachtig voortgang ge maakt. Dank zij' ook den invloed der Spanjaarden had Rome het hier lang uit gehouden. De Goesenaren moeten zelfs nog bij de Satisfactie, op 22 Maart 1577, handhaving van den R.K. ©eredienst be dongen hebben, maar een jaar later was er al veel veranderd en waagden de Gereformeerden het in de woning van een zekeren Lodewijk Tharret in de 'sfleer Hendrikskinderenstraat, destijds het Blaau we Huis geheeten, samen te komen ter bespreking van de nieuwe dingen, die hun geopenbaard waren. Later was hun verzamelplaats de kerk van het Kruisbroe ders-klooster op de Beestenmarkt, en reeds op 5 October- 1578 werd de eerste Gereformeerde godsdienstoefening geho-Ur den in de grcfote kerk, welke vooraf natuurlijk een geduchte „reiniging" had .ondergaan. Van toen af dagteekent de zegepraal der Hervorming op Zuid-Beve- land. Maar nu zouden wiji het speciaal ovei het kerkgebouw hebben. Terwijl de pre dikanten Happart, de Goninck en Vab Heyst te Goes stonden werd de Gemeente getroffen door de ramp, waarop ik al zinspeelde. De loodgieter Hans Hendriksei vervulde de treurige hoofdrol in dat nood lottige jaar 1618- Ondanks de hulpvaar digheid van 'de burgers was de fraaie Maria Magdalenalkerk binnen drie uren een prooi van het vuur. Het gewelf van de oude kerk heeft het uitgehouden, m. a.w. den schok doorstaan, maar overigens was niet veel gespaard gebleven. Aan stonds toog men aan den arbeid om den herbouw te verzekeren en dank zijl een impost geheven op bier en wijn en een belasting op huizen konden de intusschen gereed gemaakte plannen de .uitvoering naderbij gebracht worden. Onder de kerk meesters Backer, Huys's'en, Smallegange en Elversdijlk wat al bekende namen 1 werd degrooite kerk veel grooter en heerlijker opgebouwd, door de Ant- „werpsche handwerkslieden, die dien bouw hadden -aangenomen. In 1622 werd ze Weder in gebruik genomen. Alvorens nu verder stil te staan bijl dat nieuwe kunstgewrocht, willen wijl 't nog even hebben over het tweede orgel ter vervanging van het eerste ctooa: het vuur verteerde orgel. De Haarlemsche .orgelma ker Willem Diaken kerkelijke naam bij' uitnemendheid was de gelukkige, die het leveren zou voor f6000- In 1643 werd zijn werk getoetst en voortreffelijk bevonden, ja zóóveel had hij bijgeleverd, waartoe hij niet verplic-ht was, dat men hem nog vereerde met een uitkeering van f2000 en nog f100 voor den (Turle schen) hemel. Zijn schepping spreekt nóg van ziju roem als orgelfabrikant. Zoo was dan het midden van de 17e eeuw al aangebroken. Die historie van dien tijd af laat zich gemakkelijker ver- De beroemde pl jimveefokkers, de heeren Gebr. Welleman te Buurmalsen, liestelden 60.000 kilo „Bertels' Kunstl.orrel", te leveren binnen één jaar. De pluimveecentra's: Apeldoorn, Barneveld, Deventer, Teuge, Horst-Sevenum, Maastricht, Roermond, Venlo, Middelburg, Den Haag, Rot terdam, Leiden, Volendam, Gouda, Gorinchem, N. Brabant enz. betrekken geregeld. 15000 kilo wagons. RFPTFF^' KTTlVsTYODPFF volledig pluimveevoeder, voorkomt voedings- „JJjUJa. 1 juJui-} IVUliU 1 llUIvnivL stoornissen, vetwording en sluit ieder foutief voederen en voederverspilling uit, zoodat zelfs leeken het maximum aantal eieren van hun pluimvee verkrijgenhet beteekent geld-, tijd- en voederbesparing. Alles vereend In één korrel, zoodat niets bijgevoerd mag worden, daar hierdoor de eierproductie vermindert. Gezonder, sterker en mooier kippen en eenden, méér en grooter eieren van hoogfijnen smaak. Eenden van begin April legden van September tot 29 Febr. reeds 165 eieren per eend. Alom verkrijgbaar. Vraagt brochure I Proef 50 kilo f9.- postwissel. N.V. Bertels' Oliefabrieken - Amsterdam. achter schuivende, en de handen diep in zijn wijde broekzakken stekende. „Ik zou denken, dat gij: iemand zoekt." ijJtffst", antwobrdde deze, in wien de lezer aanstonds onzen vriend Paul zal herkend hebben. „Het is mij om John Vivian te doen. Hij woont immers hier?" „Gij hebt zeker .eene boodschap voor hem, zou ik derjken?" klonk de weder vraag van Luke. „Neen, ja", hernam Paul aarzelend. „Geen kwaad, wil ik hopen?" „Neen, dat geloof ik niet", zeide Paul lachend. „Hij verwacht u niet, zou ik denken?" „Niet, voor zoover ik weet". „Gij komt uit het oude land, zou ik denken?" „Regelrecht". „Als ik het niet dacht! En blijft gij nu voor goed hier?" „Dat zal van de; omstandigheden af hangen." „Ei zoo. Maar wat dunkt u, zouden wij niet eens opsteken?" „Voor het oogenblik moet ik mij ver ontschuldigen", zeide Paul met een glim lach. „Ik^ zou hoe 'eer hoe liever naar John Vivian toegaan, als hij tenminste hier is." „Dat spreekt van zelf, en ik wil u niet langer ophouden. Kijk daar staat hij voor zfjn eigen dew", en Luke wees met zqn duim in de richting van John Vivian's hut. „Is dat John Vivian? De man, die daar voor gindsche hut staat?" „Ja, dat is hij, zou ik 'denken", ant woordde Luke op gerekten toon. „Dank u", riep Paul, en reeds was hij op weg naar het huis op den heuvel. HOOFDSTUK XXV. Het was een sprakelooze ontmoeting Geen van beiden waagde het iets te zeg gen. John wachtte tot Paul naar hem toe kwam, hij kon zich niet bewegen, en toen zij elkanders hand gegrepen hadden, staarde de een den ander diep in de oogen zonder een woord te kunnen uit brengen. Paul behoefde zich niet bekend te maken. John had zijn pleegzoon onmid dellijk herkend, maar de aandoening be lette hem het spreken. Duizend vragen verdrongen zich in zijn geest. Waarom was hij gekomen? Had hij iets verkeerds gedaan? Moest hij vluchten? Was zijne vrouw was David iets overkomen? Bracht hij slechte tijding? Maar hij ver mocht geen dezer vragen onder woor den te brengen. Paul was de eerste, die het stilzwijgen verbrak. „Vader", zeide hij, en zijn lin kerhand op den schouder van John leg gende, bukte hij zich en kuste hem. „God zegeae u, rajja jongen'*, antwoord de John, en hij liet Paul's hand los, en greep zijn zakdoek om de tranen, die zijn gelaat besproeiden, af te wisschen „Zijt gij' verheugd mijt te zien?" vraag; 'de Paul eindelijk. „Innig verheugd; maar zijn thuis allen wel?" „Ik verliet allen in den besten wel stand." „God zij geloofd", sprak John eerbiedig. Daarop nam hij het gelaat van Paul tusschen zijn handen en kuste hem twee maal. „Ge zijt een edel mensch, mijn jongen", zeide hij aangedaan. „Ik heb den brief van uw moeder wél twintigmaal overge lezen. Zie daar ligt hij." „Dus keurt gij het niet af, dat ik geko men ben", vraagde Paul ontwijkend. „Neen, mijn jongen. Menigmaal 'heb ik vurig verlangd u terug te zien. Toch zou ik u nooit overgehaald hebben om naar mij toe te komen." „Ik gevoelde zulk een behoefte om u weer te zien, vader. Het scheen mij zoo hard, dat gij hier alleen zoudt werken en zwoegen, en sedert jaren heeft mijn hart naar u verlangd." En gij hebt mj daar nooit iets van ge schreven!" „Ik vreesde, dat gij het mjj zoudt af raden." „Wellicht zou ik Let ook gedaan Leb- per half ons daren, bij aanwezigheid van zooveel in scripties als oude geschriften, welke over le Goesche kerk handelen en waaronder lat mooie boek van den Wolfaartsdijk- schen predikant J. Ab Utrecht Dressel- huis met eer© genoemd moge worden. Staat niet onder het orgel, boven de z.g. ,heerenzitting", bet jaartal 1654 als aan- iuiding van den tijid dier eikenbetimme ring? Maar laten we in een volgenden brief er op terugkomen. KEES VAN DER MEER. DE REGEERING EN DE WERKLOOS HEID. Een moeilijk vraagstuk. Werkverschaf fing. De industrie niet de oorzaak. Zijn de Iconen te hoog? De werking der sociale wetten. Naar aanleiding van in de afdeelingen der Eierste Kamer gemaakte opmerkingen schrijft de Regeering in de memorie van antwoord o.a.: De leden, die met nadruk betoogden, dat het werkloosheidsvraagstuk noodzar kelijfc moet worden opgelost, .zouden een vruchtbare gedachtenwisseling hebben be vorderd, indien „zij' tevens den juisten weg naar die oplossing hadden aiange- wezen. i Het verminderen van den omvang 'der werkloosheid, wel te onderscheiden van het bij wijze van steun verschaffen van arbeid aan wexkloozen, streeft de regee- ring na met al die middelen, welke be oogen ©enerzijds de arbeiders bekwaam en geschikt te maken voor hun taak bijl de productie, anderzijds den ondernemingen de grootst mogelijk gelegenheid te bieden om met vrucht lyerkzaam te zijn dip het gebied van landbouw, nijverheid, ver keer, bandel, visscheriji, enz. De regeering houdt zich voorts bijl voortduring op de hoogte van den stand dor werkloosheid en houdt bij hare maat regelen op allerlei gebied daarmede re kening. In het beïnvloeden van de werkloos heid zelf kunnen ongetwijfeld ook pro vincie en.gemeente veel ten goede doien; voor haar geldt eveneens dat dit deel harer taak niet af te .zonderen is uit het geheele complex van haar bemoeiin gen in zake onderwijb, verkeerswezen 'te land en te water, electriciteitsvoarziening, grondpolitiek, belastingdruk, enz. Geheel onderscheiden van deze wel- vaartspolitiek staat de werkloozenzorg vbor zoover die bestaat in hulp aan werk- loozen. Naast de werkloosheidsverzekering, die een bedrag ad 100 pet. van rijk en gemeente geniet, staat de zorg voor de categorie werkloozen, die op andere voorziening is aangewezen. Die hulp wordt in de eerste plaats verleend door de gemeente. Alleen de locale overheid is in staat te beoordeelan of en in welken' omvang behoefte aan ondersteuning be staat; zij- alleen kan de ondersteunings- maatregelen naar gelang van de onmiddel lijke en steeds wisselende behoefte zulks vordert, uitzetten of inkrimpen. Diaar, waar deze maatregelen de krachten der gemeente te boven gaan, komt het rjjk hier te hulp. Aangezien echter de regeering overtuigd ben, maar nu ge eenmaal hier zijt, kan ik u niet zeggen, hoezeer het mij ver heugt." „Meer verlang ik niet, nu ben ik te vreden", zeide Paul, terwijl de tranen hem in de oogen kwamen. „Maar ik laat u al dien tijd buiten staan", riep John, „en gij zult wel ver moeid zijn. Kom mee naar binnen, daar kunnen wij vrijer praten." En hij ging zijn zoon voor in zijn eigen- gebouwde woning. „Wat woont gij hier aardig", zeide Paul de gezellige kamer rondziende. „Ja, 'tis niet kwaad", antwoordde John met een tevreden lachje. „En er is ge noeg ruimte voor twee." „Het schijnt wel, of gij op mijne komst gerekend hebt", hernam Paul glimlachend. „Men weet nooit wat er gebeuren kan, en daarom bouwde ik de hut wat grooter. dan volstrekt noodig was. Maar ga nu eens in den schommelstoel zitten, 't Ia geen sierlijk "meubeltje, maar gemakkelijk dat kan ik u verzekeren. En terwijl gij wat uitrust, zal ik voor de thee zor gen, of gaat gij liever naar het groote kosthuis „Neen, zeker niet", luidde het gereeds antwoord. „Ik blfjf honderd maal liever bjj u." „Uitstekend." (Wordt rarroigd.)'

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 5