DE ZEEUW
8
TWEEDE BLAD,
HET ADRES
A. WIL KING
L. Duvekot Sz.,
TABAK - SIGAREN - SIGARETTEN
.ROSSIM"'
TABAK
ESTELLE.
Voor den Zondag.
Fa J. A. L. Q. WITTE I
LANGS DEN AFGROND.
Meï beste triomfeert over bet goede!
IM PATENTVERPAKKING
ft
rid,
Weiland
ter ancier
s gevraagd.
Vleisje,
l SAMOS PRIMA fl.10 f
FEUILL E T O IM
L.
Groote Markt 19 - Goes
Naast Hotel „De Korenbeurs"
Zeeuwsche Stemmen
BOBBY Lichte baai 25 et.
TA BA 20 u
ZEEPAARD 15
Buitengewoon handig
ON ZONEN
Drtstr., M'burg.
s de beste.
ERKE»
het huis van S.
ie Nleliskerke op
it niet door.
At JAN LOEFF.
:e pachten tot 25
i den Heer L W.
Gravenpolder:
x>m te Nisse.
rden.
en worden tot en
8 ingewacht ten
aris M. OELE Jz.
waar nadere in
komen.
nette Burger*
g Middelburg,
khandel DHUY.
0 P
oi Eileen en
ogkabinet.
N, Meubelmaker,
0 P
stdraaibank voor
en Raderen voor
ens, alle maten
E, Pottenmarkt,
OP:
ipaard,
MUËL JANSE.
land.
OP:
vaars,
dOUTERMAN,
OP:
Ponny's,
oud. P. JANSE.
OP:
April en een
Mel. KR. LOU-
Met Mel een
:rk en de vrouw
ling beschikbaar,
5E Cz., Nieuw-
ielburg.
aardenknecht
f flinke Werk*
3, „Noordbeek",
ling
ide Knecht
KOETS. Vrou-
MOND, West-
net Mei of later
WENUIJZEN,
IASPER, Jan
54, Den Haèg
Mei of later
t, zelfstandig
en koken,
Hulp van
en werkster
met portret,
idres.
liet.
ZONEN
Istr., M'burg.
VAN
ZATERDAG 7 APRIL 1928. No. 161.
LIJDEN EN OPSTANDING.
Welke overgeleverd is om onze
zonden en opgewekt om onze recht
vaardigmaking.
Rom. 4:25.
De lijdensprediking, die da gemeente
met bijzondere aandacht weken lang be
luisterd heeft, moet uitloopen op bet
Paaschfeest. Zooalser ook van geen
Paasehfeestvieren sprake kan zijn zonder
de overdenking van wat Jezus geleden
heeft op de via dolorosa.
Wie deze beide van elkaar losmaakt, is
zijn Verlosser kwijt. Want wat biedt ons
het kruis zonder den morgen der opstan
ding en wat beteekent de opstanding zon
der het kruis der verzoening?
Alleen bet onlosmakelijk verband, dat de
Schrift tusschen deze beide legt, doet ons
roemen in de uitdelging onzer schuld.
Zooals Paulus in den brief aan de Romei
nen beide ook als in één adem noemt.
En toch is er steeds weer gevaar voor
eenzijdig belichten, voor een nadruk leg
gen op kruis en opstanding ten koste van
opstanding of kruis. Dan wordt öf de op
standing 'een aanhangsel van het lijden,
öf het kruislijden wordt niet meer dan een
voorspel van de opstanding. En in beide
gevallen wordt onze zaligheid ondermijnd.
Wat God samenvoegde, seheide de menscb
niet.
Overgeleverd om onze zonden, zegt de
apostel van den Christus. De nadruk valt
dus op wat God deed met zijn heilig kind
Jezus.
Niet alsof tegen den wil van den Za
ligmaker Hem iets opgelegd is, maar wel
zoo, dat alle eigenwilligheid in het lijden
uitgesloten wordt, dat het heilige noodza
kelijkheid is, het van den rechtvaardigen
God geëischte offer.
Want dat overgeleverd zijn van den
Borg vindt zijn oorzaak in onze zonden.
Om onze zonden, wegens onze zonden
werd Hij overgeleverd. Niet alleen aan
het kruis, immers ook bij de kribbe onder
schrijven wij dit woord, maar toch wel in
zonderheid aan het kruis, dat het hoogte
punt, of liever het dieptepunt is van heel
zijn leven der gehoorzaamheid.
Bij iedere gebeurtenis zijns levens plaat
sen wij dit woord, maar bij bef kruis on
derstrepen wij het extra. Altijd lag de last
onzer zonden op Hem, maar aan het kruis
kermde Hij over het verlaten zijn van God,
een vloek geworden zijnde voor ons.
Daarom ook is dat kruis ons zoo lief,
daarom willen wij met den apostel niets
weten dan Jezus Christus en dien gekr ui
sigd.
Maar wat baat ons dat kruis, als het
niet gevolgd wordt door de opstanding?
Opgewekt om onze rechtvaardigmaking,
zegt Paulus. De diepe gedachte, die hem
spreken deed van het overgeleverd wor
den, waarbij hij onze oogen richt op het
doen Gods, laat hij ook nu niet los, spre
kende van opwekking en niet van opstan
ding.
Terwijl hij bovendien niet schrijft van
een opgewekt zijn tot onze rechtvaardig
making, maar om onze rechtvaardigma
king. Ook dat andere is waar. Lees maar
wat de Catechismus zegt in den 17en Zon
dag. Daar wordt alle twijfel dienaangaan
de weggenomen. Maar dat verleide ons
niet om te lezen als stond ook hier van
WIJNHANDEL - GOES - TEL. 264 J
In Luxe Rietverpakking
(Vrij naar het Engelsch.)
„Mg dunkt, ik moest eens aan den jon
gen schrijven", zeide hij. „Het zal hem,
dunkt mij, genoegen doen te hooren, dat
ik trotsch op hem ben.'" Hij wendde zich
om, ten einde zijn hut binnen te gaan,
toen zijn aandacht getrokken werd door
het geratel van wielen, en het knallen
van eene zweep.
„Wat beteekent dat?" vraagde hij bij
zich zelf. „Wie gaat er nu rijden, op
zoo'n smoorheeten dag, terwijl de wegen-
onbegaanbaar zijn van het stof?"
Het volgende oogenblik zag hij, dat er
een sjees stilhield voor het kosthuis. Op
eens was het geheele kamp uit den dom
mel opgeschrikt; de slapers sprongen ook
overeind, en wreven zich de oogen, de
rookers namen de pijp uit den mond,
en zagen de nieuw-aangekomenen met
nieuwsgierige blikken aan, of liever een
van de twee, want de voerman van de
sjees was een bekende.
Niemand sprak echter, totdat Luke
Abott den aanval begon.
,.,Ik zou denken, vreemdeling", zeide
zjja breed gerandea stroohoed naar
een opgewekt t o t, in plaats van o m onze
rechtvaardigmaking geschreven.
Wegens onze zonden is Hij overgeleverd,
wegens onze rechtvaardigmaking is Hij
opgewekt. De opstanding' opent niet alleen
heerlijke perspectieven, ze predikt ons ook,
dat onze rechtvaardigmaking geschied is.
Waarom ook anders die engel, die neder
daalt van den. hemel als een afgezant des
Allerhoogsten om den steen van het graf
weg te wentelen?
Die daad Gods roept het ons allen toe,
dat de verzoening onzer zonden een feit is;
dat Hij, die overgeleverd werd om onze
zonden en neergelegd in de donkerheid
van het graf, alles ten volle volbracht
heeft.
Zonder die opening des grafs wordt het
kruis een fiasco. En zijn wij nog in onze
zonden.
Wie op den Paaschmorgen niet achter
om ziet naar Golgotha is even arm als hij,
die hij het kruis staande niet vooruitziet
naar den Paaschmorgen.
En deze tweeërlei eenzijdigheid is niet
maar denkbeeldig, maar is, helaas, een
feit. Er is een leven bij het kruis van
Christus, dat met de opstanding verlegen
zit. Er is ook een nadruk leggen op de
opstanding, dat verlegen zit met het kruis.
Zeker, dan wordt roerend gesproken
over het ware opstandingsleven, wordt
heerlijk gehandeld over heiligmaking,
maar de rechtvaardigmaking komt in het
gedrang. En ook dan zijn wij nog in onze
zonden.
Geen opstanding zonder kruis, geen
kruis zonder opstanding!
PAASCHMORGEN.
Op den Sabbat volgt een morgen
Droeve vrouwen gaan naar 't graf,
Waar de Heere is geborgen!
Wat al vragen zij zich af.
En terwijl de vrouwen denken
Aan hun niet te dragen leed,
Komen Englen op Gods wenken
In een zonne-glanzend kleed.
Komen Englen, voor wie vluchten
Krijgers, dapper in den strijd,
Die het bovenaardsche duchten,
Dat een wonder voorbereidt!
'n Steen wordt van het graf genomen:
Jezus treedt in 't volle licht!
Winnend nit den strijd gekomen;
Dat getuigt Zijn aangezicht!
Op den Sabbat volgt een morgen!
Jezus leeft, is opgestaan!
Vrouwen, komt maar met uw zorgen!
Satan zal nu ondergaan!
Jezus leeft! 0, in mijn harte
Komt Gij, Die Uw volk bevrijdt!
Stilt mijn en der wereld smarte!
Jezus, Gij, mijn Zaligheid!
voor Manufacturen
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
GOES
HULST
1
4 April 1928,
Wonder specimen van -oiuda kerkbouw
kunst 1 v
Ja, we naderen misschien dagelijks van
alle mogelijke zijden de Groote- of St.
Maria Magdalenakerk in Z.uid-Bevelands
hoofdstad, we loopen er wellicht dagelijks
omheen en we zien niet meer de schoons
lijnen van dien verheven kathedraal.
'tls waar, de restauratieplannen, alles
wat we dezer dagen hebben kunnen lezen
over dit kerkgebouw, hebben weer de
aandacht erop gevestigd en zoo is er weer
een belangstelling gegroeid, welke zich
lang niet alleen tot de Hervormden be
perkt. Algemeen zit de gedachte voor,
dat het hier om een algemeen plaatselijk,
beter om een provinciaal of een nationaal
belang gaat, immers zulke fijne monumen
ten van hooge bouwkunst hebben wij' niet
zoo wonderveel al is geen provincie er
geheel van ontbloot.
Het dacht mij goed U een en ander
te vertellen van dit historische gebouw.
Als gij: ma,ar niet van mij verwacht, dat ik
den sluier vermag weg te nemen, welke
de geschiedenis der eerstei jaren als be
dekt houdt.
De knapste geschiedvoxscherël zijn er
niet meer in geslaagd over dien eersten
tijid het licht te doen opgaan.
Zcio kan ik niet zeggen, wanneer de
eerste- steen van het majestueus'© kerk
gebouw is gelegd. Dat het toen een glori
eus tijdperk voor onze goede stad moet
geweest zijin, lijdt geen twijfel. Goes was
een stad van beteekenis en alleen
daardoor kon het mogelijk zijn dat stof
en geest samenwerkten tot de stichting
van een gebouw, dat alle andere ,in .wijd©
omgeving in schoonheid „en - majesteit
verre zou overtreffen.
Het is niet al te gewaagd om te schrij
ven, da.t het oostelijk deel der kerk in
de 14de eeuw aanwezig was, maar eenige
gadere aanduiding is dan ook niet te
vinden. Wel dat de inwijding van dei
kerk in Juni öf Juli van 'het jaar 1423
heeft plaats gehad. Dit behoeft volstrekt
niet strijidig te zijn met heit bovenstaande,
want het construeeren van zoio'n gebouw
was niet „bet werk van maanden, doch
van vele jaren, gelijk nu nog de restau
ratie over vele jaren loopt. Diat ook des
tijds de financiën een groote rol gespeeld
hebben mag men vrijelijk aannemen. Aan
een geschriftje van Adolph Mulder ontleen
ik, dat den 23e>n Juli 1410 Jacobus Rid
der, Bisschop van Hebron, m zijn hoeda
nigheid van Vicaris van den Utreo'htschen
Bisschop, groote aflaten beloofde aan al
len, die deze kerk op bepaalde tijden zou
den bezoeken en aan haar iets leg'ateeren.
Deze steun moet niet weinig "hebben bij
gedragen tot de ontwikkeling van het
bouwwerk en daardoor was het ook mo
gelijk, dat 13 jaar later de inwijding plaats
had. De kerk werd toen toegewijd aan den
Almachtigen God, de Godbarend© moeder
Maria en aan de H. Maria-M,agdaletta.
Vrijwel vast staat, dat eerst het koor
is gebouwd, waarin de diensten konden
beginnen, vóór de rest werd afgewerkt, en
dat later de andere deelen een bauit
kregen. Een dergelijke methode wordt nog
heden ten dage gevolgd. In het begin
der 15a eeuw was dus het koor vol
tooid en kon met den bouw,.der transep
ten een begin gemaakt worden. Da heer
Mulder verklaart daaruit ook het feit
dat in 1407 reeds eenige voorrechten
konden warden verleend aan de Liove
Vrouwe Kapel in de Goesche kerk, niet
tegenstaande deze laatste nog niet geheet'
voltooid was. Als derde en laatste ge
deelte kwam het schip en da toren aan
de beurt. Maar nu moet ge niet meenen,
dat dit dezelfde kerk is, welke nu nog de
trots van het land van ter Goes is,
want in 1618 is het gebouw nagenoeg
geheel .afgebrand en in 1621 „wederom tot
groote kosten der inwoonderen (als heb
bende gekost een of twee en twintig
duisent ponden Vlaems) uit der ge
meen ter barse veel grooter en beefrlijkev
opgebouwen is".
Maar laat ik u"nog even in den geest
terugvoeren. De kerk is door en voor
de Roomsch-Katholieken geboawd, docb
reeds in dat noodlottige jaar was ze niet
meer in Roomsche handen. De Hervor
ming had hier krachtig voortgang ge
maakt. Dank zij' ook den invloed der
Spanjaarden had Rome het hier lang uit
gehouden. De Goesenaren moeten zelfs
nog bij de Satisfactie, op 22 Maart 1577,
handhaving van den R.K. ©eredienst be
dongen hebben, maar een jaar later was
er al veel veranderd en waagden de
Gereformeerden het in de woning van een
zekeren Lodewijk Tharret in de 'sfleer
Hendrikskinderenstraat, destijds het Blaau
we Huis geheeten, samen te komen ter
bespreking van de nieuwe dingen, die
hun geopenbaard waren. Later was hun
verzamelplaats de kerk van het Kruisbroe
ders-klooster op de Beestenmarkt, en
reeds op 5 October- 1578 werd de eerste
Gereformeerde godsdienstoefening geho-Ur
den in de grcfote kerk, welke vooraf
natuurlijk een geduchte „reiniging" had
.ondergaan. Van toen af dagteekent de
zegepraal der Hervorming op Zuid-Beve-
land.
Maar nu zouden wiji het speciaal ovei
het kerkgebouw hebben. Terwijl de pre
dikanten Happart, de Goninck en Vab
Heyst te Goes stonden werd de Gemeente
getroffen door de ramp, waarop ik al
zinspeelde. De loodgieter Hans Hendriksei
vervulde de treurige hoofdrol in dat nood
lottige jaar 1618- Ondanks de hulpvaar
digheid van 'de burgers was de fraaie
Maria Magdalenalkerk binnen drie uren
een prooi van het vuur. Het gewelf van
de oude kerk heeft het uitgehouden, m.
a.w. den schok doorstaan, maar overigens
was niet veel gespaard gebleven. Aan
stonds toog men aan den arbeid om den
herbouw te verzekeren en dank zijl een
impost geheven op bier en wijn en een
belasting op huizen konden de intusschen
gereed gemaakte plannen de .uitvoering
naderbij gebracht worden. Onder de kerk
meesters Backer, Huys's'en, Smallegange
en Elversdijlk wat al bekende namen 1
werd degrooite kerk veel grooter
en heerlijker opgebouwd, door de Ant-
„werpsche handwerkslieden, die dien bouw
hadden -aangenomen. In 1622 werd ze
Weder in gebruik genomen.
Alvorens nu verder stil te staan bijl dat
nieuwe kunstgewrocht, willen wijl 't nog
even hebben over het tweede orgel ter
vervanging van het eerste ctooa: het vuur
verteerde orgel. De Haarlemsche .orgelma
ker Willem Diaken kerkelijke naam
bij' uitnemendheid was de gelukkige,
die het leveren zou voor f6000- In 1643
werd zijn werk getoetst en voortreffelijk
bevonden, ja zóóveel had hij bijgeleverd,
waartoe hij niet verplic-ht was, dat men
hem nog vereerde met een uitkeering
van f2000 en nog f100 voor den (Turle
schen) hemel. Zijn schepping spreekt nóg
van ziju roem als orgelfabrikant.
Zoo was dan het midden van de 17e
eeuw al aangebroken. Die historie van
dien tijd af laat zich gemakkelijker ver-
De beroemde pl jimveefokkers, de heeren Gebr. Welleman te Buurmalsen, liestelden 60.000 kilo
„Bertels' Kunstl.orrel", te leveren binnen één jaar. De pluimveecentra's: Apeldoorn, Barneveld,
Deventer, Teuge, Horst-Sevenum, Maastricht, Roermond, Venlo, Middelburg, Den Haag, Rot
terdam, Leiden, Volendam, Gouda, Gorinchem, N. Brabant enz. betrekken geregeld. 15000 kilo wagons.
RFPTFF^' KTTlVsTYODPFF volledig pluimveevoeder, voorkomt voedings-
„JJjUJa. 1 juJui-} IVUliU 1 llUIvnivL stoornissen, vetwording en sluit ieder foutief
voederen en voederverspilling uit, zoodat zelfs leeken het maximum aantal eieren van hun
pluimvee verkrijgenhet beteekent geld-, tijd- en voederbesparing. Alles vereend In één korrel,
zoodat niets bijgevoerd mag worden, daar hierdoor de eierproductie vermindert.
Gezonder, sterker en mooier kippen en eenden, méér en grooter eieren van hoogfijnen smaak.
Eenden van begin April legden van September tot 29 Febr. reeds 165 eieren per eend.
Alom verkrijgbaar. Vraagt brochure I Proef 50 kilo f9.- postwissel.
N.V. Bertels' Oliefabrieken - Amsterdam.
achter schuivende, en de handen diep
in zijn wijde broekzakken stekende. „Ik
zou denken, dat gij: iemand zoekt."
ijJtffst", antwobrdde deze, in wien de
lezer aanstonds onzen vriend Paul zal
herkend hebben. „Het is mij om John
Vivian te doen. Hij woont immers hier?"
„Gij hebt zeker .eene boodschap voor
hem, zou ik derjken?" klonk de weder
vraag van Luke.
„Neen, ja", hernam Paul aarzelend.
„Geen kwaad, wil ik hopen?"
„Neen, dat geloof ik niet", zeide Paul
lachend.
„Hij verwacht u niet, zou ik denken?"
„Niet, voor zoover ik weet".
„Gij komt uit het oude land, zou ik
denken?"
„Regelrecht".
„Als ik het niet dacht! En blijft gij nu
voor goed hier?"
„Dat zal van de; omstandigheden af
hangen."
„Ei zoo. Maar wat dunkt u, zouden
wij niet eens opsteken?"
„Voor het oogenblik moet ik mij ver
ontschuldigen", zeide Paul met een glim
lach. „Ik^ zou hoe 'eer hoe liever naar
John Vivian toegaan, als hij tenminste
hier is."
„Dat spreekt van zelf, en ik wil u niet
langer ophouden. Kijk daar staat hij voor
zfjn eigen dew", en Luke wees met zqn
duim in de richting van John Vivian's hut.
„Is dat John Vivian? De man, die daar
voor gindsche hut staat?"
„Ja, dat is hij, zou ik 'denken", ant
woordde Luke op gerekten toon.
„Dank u", riep Paul, en reeds was hij
op weg naar het huis op den heuvel.
HOOFDSTUK XXV.
Het was een sprakelooze ontmoeting
Geen van beiden waagde het iets te zeg
gen. John wachtte tot Paul naar hem toe
kwam, hij kon zich niet bewegen, en
toen zij elkanders hand gegrepen hadden,
staarde de een den ander diep in de
oogen zonder een woord te kunnen uit
brengen. Paul behoefde zich niet bekend
te maken. John had zijn pleegzoon onmid
dellijk herkend, maar de aandoening be
lette hem het spreken. Duizend vragen
verdrongen zich in zijn geest. Waarom
was hij gekomen? Had hij iets verkeerds
gedaan? Moest hij vluchten? Was zijne
vrouw was David iets overkomen?
Bracht hij slechte tijding? Maar hij ver
mocht geen dezer vragen onder woor
den te brengen.
Paul was de eerste, die het stilzwijgen
verbrak. „Vader", zeide hij, en zijn lin
kerhand op den schouder van John leg
gende, bukte hij zich en kuste hem.
„God zegeae u, rajja jongen'*, antwoord
de John, en hij liet Paul's hand los, en
greep zijn zakdoek om de tranen, die
zijn gelaat besproeiden, af te wisschen
„Zijt gij' verheugd mijt te zien?" vraag;
'de Paul eindelijk.
„Innig verheugd; maar zijn thuis allen
wel?"
„Ik verliet allen in den besten wel
stand."
„God zij geloofd", sprak John eerbiedig.
Daarop nam hij het gelaat van Paul
tusschen zijn handen en kuste hem twee
maal.
„Ge zijt een edel mensch, mijn jongen",
zeide hij aangedaan. „Ik heb den brief
van uw moeder wél twintigmaal overge
lezen. Zie daar ligt hij."
„Dus keurt gij het niet af, dat ik geko
men ben", vraagde Paul ontwijkend.
„Neen, mijn jongen. Menigmaal 'heb ik
vurig verlangd u terug te zien. Toch zou
ik u nooit overgehaald hebben om naar
mij toe te komen."
„Ik gevoelde zulk een behoefte om u
weer te zien, vader. Het scheen mij zoo
hard, dat gij hier alleen zoudt werken en
zwoegen, en sedert jaren heeft mijn hart
naar u verlangd."
En gij hebt mj daar nooit iets van ge
schreven!"
„Ik vreesde, dat gij het mjj zoudt af
raden."
„Wellicht zou ik Let ook gedaan Leb-
per half ons
daren, bij aanwezigheid van zooveel in
scripties als oude geschriften, welke over
le Goesche kerk handelen en waaronder
lat mooie boek van den Wolfaartsdijk-
schen predikant J. Ab Utrecht Dressel-
huis met eer© genoemd moge worden.
Staat niet onder het orgel, boven de z.g.
,heerenzitting", bet jaartal 1654 als aan-
iuiding van den tijid dier eikenbetimme
ring?
Maar laten we in een volgenden brief
er op terugkomen.
KEES VAN DER MEER.
DE REGEERING EN DE WERKLOOS
HEID.
Een moeilijk vraagstuk. Werkverschaf
fing. De industrie niet de oorzaak. Zijn de
Iconen te hoog? De werking der sociale
wetten.
Naar aanleiding van in de afdeelingen
der Eierste Kamer gemaakte opmerkingen
schrijft de Regeering in de memorie van
antwoord o.a.:
De leden, die met nadruk betoogden,
dat het werkloosheidsvraagstuk noodzar
kelijfc moet worden opgelost, .zouden een
vruchtbare gedachtenwisseling hebben be
vorderd, indien „zij' tevens den juisten
weg naar die oplossing hadden aiange-
wezen. i
Het verminderen van den omvang 'der
werkloosheid, wel te onderscheiden van
het bij wijze van steun verschaffen van
arbeid aan wexkloozen, streeft de regee-
ring na met al die middelen, welke be
oogen ©enerzijds de arbeiders bekwaam
en geschikt te maken voor hun taak bijl de
productie, anderzijds den ondernemingen
de grootst mogelijk gelegenheid te bieden
om met vrucht lyerkzaam te zijn dip
het gebied van landbouw, nijverheid, ver
keer, bandel, visscheriji, enz.
De regeering houdt zich voorts bijl
voortduring op de hoogte van den stand
dor werkloosheid en houdt bij hare maat
regelen op allerlei gebied daarmede re
kening.
In het beïnvloeden van de werkloos
heid zelf kunnen ongetwijfeld ook pro
vincie en.gemeente veel ten goede doien;
voor haar geldt eveneens dat dit deel
harer taak niet af te .zonderen is uit
het geheele complex van haar bemoeiin
gen in zake onderwijb, verkeerswezen 'te
land en te water, electriciteitsvoarziening,
grondpolitiek, belastingdruk, enz.
Geheel onderscheiden van deze wel-
vaartspolitiek staat de werkloozenzorg
vbor zoover die bestaat in hulp aan werk-
loozen.
Naast de werkloosheidsverzekering, die
een bedrag ad 100 pet. van rijk
en gemeente geniet, staat de zorg voor
de categorie werkloozen, die op andere
voorziening is aangewezen. Die hulp
wordt in de eerste plaats verleend door
de gemeente. Alleen de locale overheid
is in staat te beoordeelan of en in welken'
omvang behoefte aan ondersteuning be
staat; zij- alleen kan de ondersteunings-
maatregelen naar gelang van de onmiddel
lijke en steeds wisselende behoefte zulks
vordert, uitzetten of inkrimpen. Diaar,
waar deze maatregelen de krachten der
gemeente te boven gaan, komt het rjjk
hier te hulp.
Aangezien echter de regeering overtuigd
ben, maar nu ge eenmaal hier zijt, kan
ik u niet zeggen, hoezeer het mij ver
heugt."
„Meer verlang ik niet, nu ben ik te
vreden", zeide Paul, terwijl de tranen hem
in de oogen kwamen.
„Maar ik laat u al dien tijd buiten
staan", riep John, „en gij zult wel ver
moeid zijn. Kom mee naar binnen, daar
kunnen wij vrijer praten."
En hij ging zijn zoon voor in zijn eigen-
gebouwde woning.
„Wat woont gij hier aardig", zeide Paul
de gezellige kamer rondziende.
„Ja, 'tis niet kwaad", antwoordde John
met een tevreden lachje. „En er is ge
noeg ruimte voor twee."
„Het schijnt wel, of gij op mijne komst
gerekend hebt", hernam Paul glimlachend.
„Men weet nooit wat er gebeuren kan,
en daarom bouwde ik de hut wat grooter.
dan volstrekt noodig was. Maar ga nu
eens in den schommelstoel zitten, 't Ia
geen sierlijk "meubeltje, maar gemakkelijk
dat kan ik u verzekeren. En terwijl gij
wat uitrust, zal ik voor de thee zor
gen, of gaat gij liever naar het groote
kosthuis
„Neen, zeker niet", luidde het gereeds
antwoord. „Ik blfjf honderd maal liever
bjj u."
„Uitstekend."
(Wordt rarroigd.)'