DE ZEEUW langs den afgrond. TWEEDE BLAD. Uit de Provincie! Berlijnsche Brieven. feuil l e tövT VAN WOENSDAG 4 APRIL 1928. No. 159. HET GEVAL BOMANS. Niet alle lezers zullen zoo dadelijk weten, wat met ,.het geval Romans" be doeld wordt. Daarom eerst een kleine toelichting. De heer Mr J. B. Bomans, werd 12 jaar geleden als jong advocaat, hij was 31 jaar oud, tot lid van de Tweede Kamer gekozen. Hij was een plaatselijke Haar- lemsche grootheid. Zijn roem ging hem vooruit naar de Tweede Kamer, waar hij, naar door zijn omgeving werd bekend gemaakt, als den Katholieken Troelstra zou fungeeren. Hij scheen dus voorbe stemd om een eerste plaats in het par lement in te nemen. Maar het geval wilde, dat in de Ka mer de heer Bomans niet meeviel, en dat den heer Bomans de Kamer niet meeviel. Dat gaat wel eens meer zoo. Iemand die gemakkelijk de eerste plaats in het dorp innam verdwijnt soms in de menigte in de groote stad. De heer Bomans trachtte wel in de Kamer een leidende positie in te nemen maar dat ging niet zoo gemakkelijk 'en niet zoo vlug als hij gedacht had. En het gevolg was, dat hij zich de laatste jaren van de Kamerwerkzaamheden bit ter weinig aantrok. Hij nam onder de spijbelaars en die zijn er heel wat in de Kamer een eerste plaats in, wat hem door de R.-K. kiezers en de R.K. pers ten leste niet weinig kwalijk werd genomen. Een en ander, heeft den heer Bomans aanleiding gegeven in een drietal arti kelen zijne houding te rechtvaardigen. Zijn breed verweer komt tenslotte hier op neer: le. Als lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland is hij vaak verhin derd de vergaderingen der Tweede Kamer bij te wonen. 2e. Het vele gepraat in de Kamer ver vult hem met tegenzin, en hrj blijft daar om weg. 3e. Doordat hij op Woensdagochtend de vergaderingen der Kath. Kamer-fractie niet kan bijwonen, weet hij niet, wat daar besloten is. En hij voegt er aan toe, dat, tenzij duidelijk blijkt dat een groot deel van de .kiezers op zijn aanblijven prijs stelt, hij zich bij de volgende verkiezingen niet meer beschikbaar zal stellen. Ziedaar in korte trekken, wat men ge noemd .heeft „het geval Romans", een geval, dat zich met eenfge variatie bij zoo ongeveer alle partijen voordoet. Ook bij andere partijen kent men ze, de mannen van wie groote verwachtin gen werden gekoesterd en van wier in vloed in de Kamer tenslotte weinig blijkt ómdat ze geen lust of geen tijd hebbeD zicb aan bet lidmaatschap van de Kamer behoorlijk te wijden. Terecht maakt dan ook „Het Centrum" waarvan Mr Aalberse hoofdredacteur is, de opmerking, dat het onder 1 en 3 ge noemde als verweer niets zegt. „Immers belet de functie jan Gedepu teerde het Kamerlidmaatschap behoorlijk waar te nemen, dan heeft men te kie zen en voor een van beide functies te bedanken. In soortgelijke omstandigheden hebben anderen dit ook gedaan." „In het algemeen, zoo merkt het blad verder op, lijkt ons de vereenigbaarheid van het wethouderschap in "een groote gemeente of het lidmaatschap van Ged. Staten met het Kamerlidmaatschap uit gesloten, wanneer men eischt, dat men beide functies naar behooren vervult. En die eisch is toch waarlijk niet over dreven." „Het Vaderland" spreekt zich in den zelfden geest uit als het heet: „Het geval-Bomans is voor ons belang rijk, omdat wjj daarin zien eene toene mende actie tegen de cumulatie van func ties, die de hoofdfunctie, het Kamerlid; maatschap, tot stiefkind maken. Het nieu we honorarium, aan het Kamerlidmaat- scfaap verbonden, is gegrond op de over- 47) (Vrij naar het Engelsch.) ti ui 'keL kind in de hoogte, en de eme klapte in de handen en kraaide het ui van pleizier bij bet terug-zien van een .w^-arSGHijrLlijk den echtgenoot en en uit de verte toewuifde, aast haar stond een oude man, die uit a zijn macht met een zakdoek, aan zijn wandelstok vastgeknoopt, wuifde, terwijl biggelde'ranen over de ingevallen wangen Kiet ver van daar stonden twee jonge meisjes met droevig teleurgestelde ge- jes. Het was duidelijk, dat degenen, vrvns^ vel"wachtte, zich niet aan boord be- vonaen. Anderen praatten, lachten, knik- m 011 reizigers toe, of begroetten hen 7©W US lan(ien. iedereen verkeerde in een zekere opwinding. m is niemand om ons te verwelko- ris' zeide George met een zucht w,j and weet, dat wij komen," ant- treruimrlh J1S 1?et z'in onverstoorbare op- „,,i J? ''Ais het maar bekend was, geheel New-York zou uitgeloopen zijn; weging, dat 'tden heelen mensch eischt; welnu, dan mag men ook den heelen mensch eischen. En den heer Bomans, als ware dit de natuurlijkste zaak ter wereld, te hooren zeggen: Ik kan niet in de club komen, omdat ik op dien dag in de vergadering van Ged. moet moet wezen, geeft slechts blijk van zoo groet mogelijke begripsverwarring. Het had integendeel moeten luiden: Ik heb mijn ontslag genomen als 'lid van de Gedeputeerde Staten, omdat ik, als ik dit niet gedaan had, niet in de gelegen heid zou wezen de vergaderingen van mijn Kamerclub bij te wonen; wat het zwaarste is, moet het zwaarste wegen. Wij hopen, dat ook dit geval alle par tijen er toe zal brengen de vraag of de cumulatie van functies wel wenschelijk is voor een Kamerlid onder de oogen te zien. Want alle partijen hebben het reeds beleefd, dat hun Kamerlid b;j gewichtige stemmingen elders was, omdat hij in het college van Gedeputeerden of in de Kamer van B. en W. zat, en dat is toch eigen lijk een onhoudbare toestand." Onteigening. Bij Kon. besluit is het volgende bepaald: Ten behoeve van het maken van eene los- en laadplaats en van een wissel plaats te Draaibrug, zal, ten algemeenen nutte, ten name van de Stoomtram-Mij BreskenMaldeghem ter uitvoering van de wet van 29 April 1906 (Staatsblad no. 104) worden onteigend het gedeelte groot 44f aren van het perceel, kadastraal bekend gemeente Aardenburg, sectie D no. 557, ter grootte van A H.A. 61 A. 66 c.A., staande ten name van Leon Jo seph Marie Blondeel, koopman te Aar- denburg, aangeduid op de grondteekening welke ingevolge art. 12 der Onteigenings wet ter inzage van een ieder heeft ge legen. Middelburg. Internationale bak kerijtentoonstelling (Bektem II). De plannen voor de in 1929 op ini tiatief van den Zeeuwschen Bakkersbond te houden tentoonstelling hebben thans vastere vormen aangenomen en is aller eerst een oommissie uit bestuursleden en enkele andere personen, die ervaring hebben op het gebied van tentoonstelling samengesteld. Zitting hebben genomen de heeren Chr. J. de W-olff, S. Caijouw Pzn., J. C. de Koster, H. Sukkel, A. G. van fler Hooft, J. P. Pieters en J. P. Ph. Doorenbos, allen te Middelburg; J. W. van der Linde en C. D. van Noppen te Viissingen, C. van Baüst te Wissefcerke en J. de Jonge te Ellewoutsdijk. Deze commissie heeft thans besloten de tentoonstelling te doen plaats hebben van Dinsdag 9 tot en met Donderdag 18 Juli 1929 in de zalen en den tuin vain het Schuttershof te Middelburg, terwijl aan de tentoonstelling in zooverre uitbreiding werd gegeven, dat daar ook voedings- en genotmiddelen onder vallen. Als naam voor de tentoonstelling werd gekozen Bektem II, zulks omdat de in 1920 gehouden tentoonstelling Bektem heette. Plannen werden verder uitgewerkt voor het verbinden van een vakwedstrijd aan deze tentoonstelling. Het secretariaat is gevestigd Londensche Kade H 54 te Mid delburg. Baarland. Maandagavond had onder flinke belangstelling de eindles plaats van den tweejarigen algemeenen Tuinbouw- cursus. Na de vragen door den heer H. L. K. Leijs over bemesting, groenteteelt en plantenziekten werden door den heer W. J. Robijn vragen gesteld over fruit teelt. De heer Rijkstuinbouwconsulent, de cursisten toesprekende, deed duidelijk Uit komen van hoe groot nut dit onderwijs voor hen is. Daarna reikte hij het diploma van met zeer veel vrucht gevolgd tuin- bouwonderwijs uit aan L. Murre en D. J. Blok. Met veel vrucht slaagden M. Drijdijk, H. P. de Vriend, J. A. van Neu- ren en C. Lisierse; met vrucht M. Rie men s, A. Murre, J. Eleabaas en M. den Herder. De Rijkstainbouwconsulent drong er op aan de gelegenheid tot het volgen van tuinbouwonderwijs niet te verzuimen tot men het hoogste diploma heeft bereikt, maar niet te denken dat men dit be zittende daarom volleerd is. Ook aan het daar kunt gij op aan." „Dan zult gij moeten zorgen, dat men te weten komt dat gij er zijt," lachte George. „Dat is mijn plan ook. Ik zal ze hier te New-York eens laten zien, 'hoe een Engel- sche jongen werken kan." „Flink, Chris!" riep Harry. „Op die ma nier zult gij wel vooruit komen." „Daar is het mij dan ook om te doen," zeide Chris, ,,'t Spijt mij maar, dat gij allen naar het Westen gaat, terwijl ik, om rede nen van „partikulieren" aard, voorloopig hier denk te blijven." De anderen lachten, en Chris vervolgde: „Maar wij zullen elkaar natuurlijk terug zien. De wereld is zoo klein, dat wij elkaar op een goeden dag nog wel eens tegen het lijf zullen loopen, daar ben ik zeker van." „Ik hoop het van ganscher harte," zeide Harry. Eindelijk was het hun beurt om het schip te verlaten, en hun bagage te laten visiteeren. Met Chris, die al zijn hebben en houwen in een half versleten, rooden zak doek bij zich droeg, was men spoedig ge reed; evenmin hield de reistasch van Paul de beambten lang bezig. George en Harry hadden meer bagage bij zich, en met hen was men niet zoo spoedig gereed. Toen allen zich ten laatste op de breede kade bevonden, moesten de drie ouderen vereenigingsleven moeten éjf oud-leerlin gen een werkzaam aandeel 'nemen. Daarop bood de heer D. J. Blok de onderwijzers elk een fraaie potplant aan. Kapelle. Onder voorzitterschap van dhr J. F. Meeuse kwam het uitvoerend comité tot aanbieding van een huldeblijk aan het fanfarekorps „Ons Genoegen" in verband met zijn 20-jarig bestaan, bijeen met eere leden, donateurs en begunstigers van het korps. De voorz. roemde in zijn openingswoord de medewerking der burgerij, de houding van B. en W. en de aanwezigheid van burgemeester Bierens. De penningmeester J. Wabeke deelde mee, dat in totaal is ontvangen van de burgerij f 200,40. De voorz. deelde mee, dat bet comité besloot om 28 April n.m. 4 uur het korps aan te bieden een bloe mentuintje vóór de muziektent. De gem.-architect dhr le Clerq te Rrui- ningen ontwierp schets en teekening en zal ook bestek enz. belangeloos geven. Ook de firma D. J. v. d. Have zal eveneens aanleg en beplanting kosteloos verrichten. Dhr J. Wabeke heeft opgenomen alle ver voer belangeloos te doen. De voorz. van het korps dhr H. Blok deed evenlens belangrijke financieele toe zegging, benevens verschillende, wier na men spr. niet zal noemen. Uitgenoodigd zullen worden de zuster- korpsen te Goes, Hansweert en Kruinin- gen. Een muzikale wandeling zal door het dorp gemaakt worden met deze korpsen. Het metselwerk en ijzerwerk zal aanbe steed worden. Den raad zal verzocht wor den het te mogen plaatsen. De burgemeester deelde mee, dat B. en W. den raad zullen voorstellen dit verzoek in te willigen. Burgemeester Bierens stelt de aangena me samenwerking zeer op prijs en hoopt dat de burgerij blijde moge zijn met deze aanbieding en alles op dien dag mag ver- loopen op gepaste wijze. Sc'hore. Loop der bevolking in Maart: Ingekomen: Johannes Dekker, waterbouw kundig opzichter van Go®s; Mammus Snoep bakkersknecht van Nisse; Hut- brecht Maat, veldarbeid er van Kruiningen; Ca. Aa. Verweiji, dienstbode, van Rilland- Bath; Job. Francke en gezin, landbouwer van Melisfcerke. Vertrokken; Jap. Mieras en gezin, veld- arbeider naar 'sGravenpolder; J. W. Spruit, spoorwegarbeider naar Rorssele; Pa. Sinke, dienstbode, naar Kapelle; Chris- tiaan Kole, vrijw- Ind. dienst naar Nijlmer gen; N. CL de Pree, veldarbeidier naar Loosduinen; wed. J. FhijjtWisse en kind, zonder beroep, naar Middelburg; Fa- A. Dronkers, zonder beroep, naar Den Haag; Hendrik van Immerzeel en gezin, brug- knecht naar Wemeldinge; Tannetje van den Berge;, dienstbode naar Kruiningen. In deze geimeente is een vrouwen- comité gevormd voor de huldiging van H. M. KoninginMoeder, bestaande ,uit een 10-tal dames. De echtgenoote van den burgemeester fungeert als presidente van het Clomité. Benoemd tot buitengew. opzichter hijs 's Rijks Waterstaat, met standplaats Grave, den heer C. Bruijnzeel Jz. alhier, Borsselen. Twee meisjes van ongeveer 7 jaar waren met lucifers aan het-spe len biji bet schuurtje van L. Almekin- ders (Noordsingel). De schuur geraakte in brand. Eenige geiten die er zich in bevonden konden in veiligheid worden gebracht. Met emmers water kon het vuur worden gebluscht, dioch het schuurtje brandde geheel uit. De vakbeweging der Christelijke arbeiders. Kapitalisme of socialisme.'1 Met den opbouw der maatschappij hebben de groote denkers van alle tijden ziob bezig gehouden. De oplossing van dit uiterst ge compliceerd probleem schijnt altoos het uit gangspunt geweest te zijn van alle mensche- lyk streven naar het begeerde aardsche ge luk. Vooral in tijden van revolutie, van staat kundige wijziging, van „Umgestaltung" zooals de Duitschers het met een pakkend woord typeeren, schijnt de tijd tot ingrijpend streven bijzonder geschiktgeacht te worden. Dat is ook logisch: dan immers, in tijden, waar de strijd om te zijn of niet te zijn zijn scherpsten vorm heeft aangenomen, ondervinden de men- schen aan den vleeze de scherpe tegenstel ling 't sterkst tusschen hetgeen dat is en afscheid nemen van Chris. Zij deden dit met een weemoedig gevoel, het scheen hun hard den armen knaap aan zijn lot over te laten, in de straten eener onbe kende stad. Maar zij hadden voor hem ge daan wat zij konden, en nu schoten hun krachten te kort. Chris was echter vol goeden moed. Hij was zijn gansche leven met de straat ver trouwd geweest, en zou hier zijn weg wol vinden. Aldus gingen zij van elkaar. Chris ver loor zich in de menigte in Broaidwaly, de anderen sloegen een tegenovergestel de richting in. HOOFDSTUK XXIV- John Viviain zat op een lage bank, voor zijn hut. Hij hield een ge opentten brief in de hand. Het was op een Zondag in Juli, tegen vijf uur in den namiddag. Het we der was in den laatsten tijd. buitengewoon warm geweest, en de dolvers van Oedar Creek brachten bun tijd zooveel mogelijk buitenshuis door. Met uitzondering van het bierhuis aan het verste einde van het kamp waren alle woningen, zelfs het groote algemeene kosthuis, door de inwoners verlaten. Onder de schaduw der hoornen zag men overal groepjes van delvers, die rustig hun pijp rookten. Som- het geen volgens hunne overtuiging moest wezen. In zooverre waren de revoluties der laatste eeuwen een schoons gelegenheid, om dieper in het leven der verschillende standen in te grijpen en 't kwaad van den revolutionairen opstand vormde zoo onder Gods leiding weer den vruchtbaren bodem tot den groei van het volksleven. Terwijl in vroeger tijden de eigenlijke mas sa door den strijd der uiteenloopende op vattingen schier niet geraakt werd het geen te verklaren valt uit het betreurens waardig feit, dat de verachte massa systema tisch van alle hoogere ontwikkeling verre werd gehouden werd in later tijd de „schare, die de wet niet kent" in den wereld stroom meegesleurd. Do belangrijkste vraag, welke door alle' tijden heen telkens weer gesteld werd, luidde: individualisme of socialisme? Dat wil zeg gen: moeten de belangen van den enkelvou- digen mensch het individuum geheel of gedeeltelijk voor de vorming van 't maat schappelijk leven toonaangevend geacht wor den, of worden de waarden in 't maatschap pelijk leven door de gemeenschap sociie- tas door de maatschappij bepaald Wellicht zijn er, die denken, dat zulks slechts een theoretische kwestie, een strijd vraag is, waarvoor onze tijd te kostbaar is. Hoe sterk men zich daarbij vergist, blijkt, wanneer men ook maar oppervlakkig het eco nomisch leven gadeslaat- 'Hier beteekent toch individualisme onbeperkt vrij beheer van alle persoonlijk eigendom, vrije concurrentie. Het socialisme daarentegen beteekent sterke be perking van huishoudelijke vrijheid, openbare regeling van alle persoonlijk eigendom en de opbrengst daarvan. Door zulk een ingrijpenden maatregel wordt dus elk individu afzonder lijk getroffen. Wanneer nu desondanks overal ter wereld luider dan ooit, in steeds breederen kring het verlangen naar en de sympathie voor het socialisme onomwonden wordt uitgesproken, dan ligt de vraag voor de hand: hoe is zulks mogelijk? Laten we die vraag liever dadelijk en1 on omwonden beantwoorden: de oorzaak van dit algemeen streven ligt in het kapitalisme. Ka pitalisme, een gehaat woord, een woord, dat langzamerhand een banalen klank heeft gekregen, een woord ,dat veelal verkeerd en ten onpas wordt aangewend. Objectief beschouwd verstaat men onder ka pitalisme alle beheer, waarbij het kapitaal de voornaamste rol speelt, een goed dus, dat naast de krachten der natuur en de moosche- lijke arbeidskracht en met behulp van deze beide tot het voortbrengen van nieuwe goe deren rendabel wordt gemaakt Als zoodanig heeft 't kapitalisme vooral op technisch gebied aan de maatschappij gewei-; dige diensten bewezen en mogelijkheden ge schapen, om de steeds grooter wordende we reld menschelijker wijze gesproken over eind te houden. Derhalve zal geen modems staatsbeheer het zoo opgevatte kapitalisme als scheppingskracht kunnen missen en van de hand mogen wijzen. Helaas heeft 't kapitalisme ook zijn scha duwzijde. Onder zijn regime nam de econo mische vrijheid steeds meer toe en deze vrijheid ontaardde tenslotte in losbandigheid, in het meest egoïstisch individualisme. De begeerte naar 't persoonlijk bezit ging alle perken van wet en recht te buiten en dat riep de slechtste instincten in den mensch wakker. Men sprak van den jjapitalistischen geest, die in mammonisme ontaardde. De kapitalistische heerschers belemmerden 't huis houdelijk leven en vernederden de niet-be- zittende klasse tot knechtschap. Zoo werd een groot deel der menschheid, welke door God werd geschapen, om de krachten der natuur te breidelen en te beheersohen, tot een afhankelijk werktuig der natuur 1 In zijn bestiale onmenschelijkheid en zijn dierlijken lust naar een .steeds greater bezit, liet 't kapitalisme zich zelfs niet weerhou den, om 't gezinsleven te verstoren, het in tieme familieleven een door 't Christen dom geheiligde waarde met wreede hand te schendenvrouwen en kinderen werden gedwongen, om de werkplaatsen en de fabrie ken binnen te gaan. In ,plaats van cultureelen vooruitgang, dien 't kapitalisme tot stand had behooren te brengen, beleefde men een be- schamenden achteruitgang. Geen wonder, dat onder zulke alom vast gestelde omstandigheden de menschheid er zich op toe ging leggen, het al te zwaar druk kende juk van zich af te schudden. •Het Marxistisch socialisme heeft daartoe 't initiatief genomen. Ten onrechte werd aan het Christendom ver weten, dat het zoo lang den druk van 't fca- migen lagen languit op het gras, en hadden zich afgezonderd en waren ver diept in de laatste berichten van huis. Cedar Greek was altijd een stille, droo merige plek, maar noodt bemerkte men dit meer dan des Zondags wanneer alle ar beid stil stond, en het gedreun dier ma chines niet gehoord.' werd. Na den morgen dienst, die in de groote eetzaal van het kosthuis werd gehouden, had met uit zondering van de Chineesche kolk, niemand iets anders te doen dan te eten, te slapen, te iezen 'of in «ie naburige bosschen rond te dolen, tenzij men lust mocht gevoelen, om naar het bierhuis te gaan, zooals de lichtzinnigste deden, om daar den tijd tot middernacht met drinken, dansen en kaartspelen te ver- «Irijven. Over het geheel was Oedar Greek echter een ordentelijke, rustige plaats. Bill Fil- cher, de eigenaar van bovengenoemde in richting, stond te kwader naam bekend. Ilij had in vroeger tijd een soort van woe kerhandel gedreven, maar de dolvers wa ren door ondervinding wijs geworden. Langzamerhand waren zij tot het inzicht gekomen, dat zij hum eigen vijand werden door Filcher te vriend te houden. Hij was een gewetenloos mensch, die voor niets terugdeinsde. De bezoekers van zijn pitalisme vrijwillig onderging. Dit if sea Mar xistische dwaling. Integendeelhet Christen- dom heeft steeds elke .ontaarding bestreden met de wapenen, welke het volgens zijn ge. weten kon aanwenden. Het deed dit reeds lang, lang voordat er ooit over het Marxis tisch socialisme werd gesproken. Men kan dat nog anders zeggen: al 't goede in het socialisme is aan de Christelijke levensbe schouwing ontleend. Wat daaraan door Marx en zijn volgelingen werd toegevoegd, dat be dreigt de menschheid met een nieuw knecht schap. i Om daarvan niet het slachtoffer te wor den, hebben de Christelijke arbeiders in het Duitsche Christenland hun eigen vakorgani satie en deze verdient onze volle belangstel ling. De leidende gedachte der Christelijke arbeiders-organisatie is: de mensch is 't mid denpunt van elke regeling der menscheljjke verhoudingen. Dat beteekent bijvoorbeeld: de staatshuishouding is er voor de menschem en niet omgekeerd. Natuurlijk moet men daar bij niet direct aan zichzelf, aan de belangen van den enkeling met zijn kortstondig bestaan denken, maar aan de menschheid en hare ontwikkeling in den loop der eeuwen. In de omlijsting van 't maatschappelijk leven wordt 't levenslot van den mensch afgebeeld: God heeft den mensch niet op zichzelf en zijne persoonlijke belangen, maar op de samen leving in de maatschappij aangewezen. Daar toe schonk Hij Zijn schepsel de aarde met al hare goederen en krachten; die had de mensch aan zich onderdanig te maken; die heeft hij ook thans te benutten, om zijn streven naar geluk en volkomenheid ter eere Gods te bevorderen. Het hoofddoel van alle beheer met betrekking tot gansch een volk is dus volgens christelijk-sociaal beginsel; rede- ljjke voorziening in alle behoeften. Niet meer, maar ook niet minder I Het kapitalisme is veel verder gegaan en daardoor ook met 't Christendom in conflict gekomen. Het wel en wee van de massa is den rasechten kapitalist au fond volmaakt on- verschillig. Zelfs het wel en wee van zijn eigen noodlijdend volk schijnt hem egaal te zijn. Geld verdienen is en blijft voor hem de hoofdzaak. Kan hij dit door een voordeeliger leverantie van 't buitenland uit, dan stapt hij zonder moreele bezwaren over 't eigen volk heen. Voorziening in de redelijke behoeften ziedaar het voornaamste punt van overeen, komst tusschen de Christelijke leer en de so ciaal-democratie. De reëele waarde echter van het Marxistisch socialisme werd aan de gan sche wereld, speciaal tijdens en na den laat sten oorlog, toen het zelf aan 't bewind kwam, zonneklaar bewezen. Het liep uit op een jam merlijk fiasco en wij hebben in Nederland de napret ervan beleefd I Met diep ingrijpen de maatregelen, die de samenleving zouden ontwrichten, willen de socialisten het econo misch leven tot zijn oorspronkelijken staat te rugvoeren. Het bereikte echter alleen, dat de bron van eigenbaat en hebzucht ter plaatse verstopt werd, terwijl zij zichzelf op een andere plaats des te ingrijpender weer weg baande. De Christelijke levensopvatting brengt het einddoel van alle aardsche leven en streven over naar het geenerzijds en reguleert langs dezen langzaam bergopwaarts voerenden weg haar taak. Ziedaar 't groote verschil. Bij den Christen speelt, tenslotte de materie nimmei de hoofdrol. Het oorspronkelijk socialisme stichtte op aarde het rijk van 't materialisme. Zijn geest verschilt tenslotte niet overwegend van den kapitalistischen. Wijzen de tallooze, door de socialisten geaccrediteerde stakingen en afgeperste loonsverhoogingen er niet met den dag duidelijker op, dat langs dezen weg 't maatschappelijk leven zijn ondergang tege- moet gaat? Wij voor ons hebben vast te stellen, dat nimmer de uiterlijke vorm, maar de innerlijke geest te beslissen heeft. Daarom is de Christelijke arbeider voorstander van 't socialisme, voorzoover hem daardoor het noodzakelijk materiaal voor 't dagelijksch be staan wordt gegarandeerd. De Christelijke ar beidersorganisatie in Duitschland beoogt den gemeenschapszin onder de memschen. Dit wordt niet bereikt met paragrafen, geïnspireerd door 't nuchter verstand, maar door inwerken op den geest, het hart en 't gemoed der men- schen, Verder gaat de Christen in zijn eischen niet. Hij erkent dus wel degelijk ook de ver diensten van het individualisme, zijn onder nemingsgeest en zal er nimmer aan mede werken, dat 't toch al zwaar bezochte Duitsch- land ook nog de leerschool van 't comma- nisme moet doorworstelen I Ziedaar dan 't einddoel van de organisatie der Christelijke arbeiders: een combineeren van individualisme en socialisme, op de basis van onderwerping van 't persoonlijk belang aan het welzijn der gemeenschap. huis stonden in geen goeden reuk, en de besten onder de del vers meden hem zooveel mogelijk. John Vivian had zijn hut aan het an dere einde van het kamp geboiuiwd, ten einde zoo ver mogelijk van Filcher verwijt derd te wezen. Van nature was hg een bedaard mensch, die de stilte en de af zondering liefhad. Hg woonde nu al sedert twaalf jaar te Cedar Creek. Voor dien tijd had hij op veerschillende plaatsen gewerkt, hopende door de een of andere vondst zijn .fortuin te zullen maken. Maar na ongeveer een zestal jaren rond ge zworven, en geen „moe" vergaard te heb ben, was hij blijde zicih te Cedar Creek te kunnen vestigen, en daar tegen vast loon geregeld werk te hebben. Na ver loop van twee jaar had; men hem als opzichter aangesteld, en "in het vooruit zicht langen tijd op Ütie plaats te zullen blijven had hij zich daar een but gebouwd. Hg had daartoe een plek op een kleine hoogte, aan den zoom van heit bosch, en eenigszins van het kamp verwijderd, ge kozen. Langzaam maar gestadig was hij met zijn werk voortgegaan, en het ge- volg was, dat de but van John Vivian niet alleen uitwendig de netste en be- hagelrjfcste woning uit den omtrek was. £Wordt vervolgd^

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 5