DE ZEEUW
Helder's Brillen
TWEEDE BLAD.
HET ADRES
A. WILKING
B. J. SLAGER I
Voor den Zondag.
Fa J. A. l"g. WITTE f
I 5
LANGS DEN AFGROND.
SAMOS PRIMA f 1.10 f
FEUILLETON
DRAAGT
MIDDELBURG,
VLISSINGEN,
('771/erles 5" Cord)
den band, die minder kost
dan hij moest kosten
Depót Zeeland:
VLISSINGEN
VAN
ZATERDAG 31 MAART 1928. No. 156.
DE VERZENEN VERMORZELD.
En ik zal vijandschap zetten tus-
Bchen u en tusschen dieze vrouw,
en tusschen uw zaad en tussichen
haar zaad; datzelve zal u den kop
vermorzelen.
i Gen. 3:15.
Het is vooa- onzen Heiland) een bitter
zware gang geweest van Gethsemane paar
het Sanhedrin, en van het Sanheldrital
naar Gabbatha, en van Gabbatha naar
Golgotha.
Wie voor het borgtoohtelijke van dat
lijden geen oog heeft, peilt in 'de versta
verte er d'e diepte niet van, en .voelt
niets van het ontzettende en schrikkelijke
er van.
Dat lijden is niet geweest het verduren
van wat wreed'e en bootze menschen Hem
aandeden, maar het dragen van den
toorn Gods tegen de zonde van het
menscholjjk geslacht,
En wie, wie van de kinderen der men
schen, kent Gods verbolgenheid naar dat
Hij te vreezen is?
r v
Dien lijdensbeker, vol van den bitteren
wijn. van den heftigen toorn Gods, heeft
de betalende Borg lediggedronken, tot den
laatsten druppel toe.
Niet één druppel is er voor Gods kira
deren in overgebleven.
Maar zoo bitter was die beker dat onze
Heiland geperst werd tot het volbracht
ware.
En aan het kruis van Golgotha heeft
Hij voor zichzelven met majestueusen
triomf, en voor al Gods kinderen tot
eeuwige vertroosting, uitgeroepen; het
is volbrachtl
Daarom is het voor elke ziel, door
schuldbesef getroffen en verslagen, zoo
heerlijk en troostrijk om bij; het Kruis
te vertoeven.
Aan dat Kruis is volkomen betaald tot
den laatsten penning toe, niet met gou'd
of zilver, maar door het 'dierbaar bloed
van Christus Jezus, het onbevlekte en
mbestraffelijlke Lam.
Be hitte vSn God's gramschap is get-
bluscht. De schuld is uit het boek gee
daan, en God de Heere ziet geen zonde
van Zijn kinderen meer aan.
Bij dat Kruis welt het op uit het diepste
onzer ziele;
Jezus, ,uw verzoenend sterven
blijft het rustpunt van ons hart.
Met diepe .ontroering in het harte staan
we stil bij1 het Kruis van Golgotha. Ons
oog ziet het dat die eeuwenoude profetie
daar is vervuld geworden.
Als onze Heere en Heiland Zijn dier
baar hoofd buigt, dat hoofd vol bloed en
wonden, en stervende den geest geeft,
dien bevelend in de handen Zijns Vad
ders, dan zien we aan dat Kruis het
dbode lichaam van den Zoon des men
schen.
Maar we verstaan, wijl die leven bij1 het
Woord en geleid worden door den Geest;
deze dood is een wondere dood.
Aan een ondergang des levens mag niet
edacht worden, want van een triomf
es doods is geen sprake.
Immers, Hij Die sterft aari het Kruis
van Golgotha, was de Beloofde aan de
vaderen, de Borg en Goël, en van Hem
gold het woord der profetie: aan u zul
len de verzenen vermorzeld warden.
t WIJNHANDEL - GOES - TEL. 264 J
Cl
In Luxe Rietverpakking S
(Vrij naar het Engelsch.)
44.) _o—
„De groote kunst is om er in en uit te
komenluidde het antwoord.
t Gaat er mee als met hangen",
het de derde zich hooren, „op den duur
went men er aan."
„Hebt gij daar dikwijls de proef van
'genomen? vraagde Paul •ondeugeud.
„Niet met hangen," zeide hij, „maar
meer dan eens met verdrinken."
„Dan zijt gij hier in uw element",
meende de eerste spreker. „Hoe is uw
naam?"
„Harry Mack. En de uwe?"
„George Ripley."
„En de uwe, vrind?"
„Paul Vivian."
„Mooi. Nu kennen wij elkaar. Mij d'unlrt
wij moesten thans naar boven gaan. Van
avond vinden wij elkaar hier weer."
Het volgende uur bracht Paul door
met over de verschansing te kijken naar
het tooneel op de rivier en aan den
wal, daarop ging hij een wandeling doen
op het dek van het reusachtige vaartuig..
Toen hij voorbij het kantoor van dén
naar Dokters recept.
LANGE DELFT 34
BELLAMYPARK 38
Vakkundig
Prima kwaliteit - Laagste prijs
Maar juist daarom kon de dood Hem
niet houden en zullen de smarten des
doods door Hem ontbonden worden.
i
O, zeker, de Christus Gods te gekomen
als Redder en Verlosser voor al het
volk des Heeren.
Heerlijk zal zijn eeuwige toekomst zijn,
maar in den weg van lijden en Sterven.
Hij is het tarwegraan dat in de aarde
valt, en eerst na gestorven te zijn veel
vrucht zal voortbrengen.
Het sterven van Christus Jezus) te een
©enig en wonderlijk sterven, want welke
held onder de kinderen der menschen
kan als hij gestorven is zijn vijand over
winnen en verslaanjl
Golgotha geeft hier het goddelijk ant
woord: de Christus Gods is gedood. Zijn
ziele is aan het lichaam ontvloden. Maar
die dood aan het Kruis houdt dit my
sterie in dat de verzenen vermorzeld zijn.
Zeer spoedig zal die doodende wonde
aan de verzenen genezen zijn, dan zal
Hij uit de dooden verrijzen, en zijn ver
zenen zetten op den kop van de ouide
slang, van Satan, om dien voor eeuwig
te vernietigen. i
Daarom is het sterven van otnzen Hei
land aan het Kruis van Golgotha zoo vol
van zalige vertroosting voor elke ziel die
smeekt om Gods ontfermen en eeuwige
behoudenis.
Als Hij Zijn ziele tot een schuldoffer
gesteld zal hebben, zoo zal Hij zaad zien.
Hij zal de dagen verlengen, en het wel
behagen des Heeren zal door Zijn hand
geluikkiglijk voortgaan.
O, mijn Heiland', bij het Kruis brengt
mijn ziele aanbidding en dank dat Gij
U de verzenen hebt laten vermorzelen,
om voor eeuwig Satan den kop te ver
morzelen. Geef in Uwe genade dat mijn
ziele juichen moge; het is al voor mij
geschied I
WAAROM, O GOD?
Naar Psalm 22.
Mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij
mij?
Waarom tot mijn verlossing niet nabij?
En waarom gaan ze aan Uw oor voorbij,
mijn bittre klachten?
Mijn God! ik roep des daags uit al mijn
krachten,
Gij antwoordt niet; en in mijn bange
nachten
lig ik en schreeuw; en Gij laat mij ver
smachten,
Gij antwoordt niet!
Doch Gij zijt heilig, wonend onder 't lied
des lofs van Isrel; in hun bangst verdriet
versaagden oudtijds onze vaadren niet:
hun groot vertrouwen
durfde op Uw woord, op Uw belofte bou
wen;
en immer deedt Gij hen Uw heil aanschou
wen;
ja, redding hebt Gij uit des vijands klau
wen
hun steeds gebracht.
Maar ik ik hen een worm, geen man:
veracht
van gansch het volk. „Hij bouwt op 's Hee
ren kracht,"
zoo smaalt het; „dat de Heer hem nu met
macht
in eer' hersteïïe!"
Mijn God, mijn God, wil dan mijn tranen
tellen!
Ontferm U mijner! Wil te hulp mij snellen,
nabij mij zijn, den boozen vijand vellen
die mij belaagt!
NELLY VAN KOL
„purser" kwam hoorde hij een luide en
naar het hem toescheen toornige stem.
„Ik zeg neen. Het gebeurt niet, en
wanneer gij niet maakt, dat gij met de
volgende boot van het schip komt, dan zal
ik de politie waarschuwen."
„Och, mijnheer, ik zal er voor werken
ik wil alles doen om het tekort te ver
dienen", werd op smeekenden toon geant
woord.
„Gekheid, gekheid", klonk het weder op
barschen toon. „Op die manier zouden wij
het schip gauw genoeg vol krijgen."
„Maar ik zou zoo graag gaan, mijnheer.
Ik heb er jaren lang voor gewerkt en
gespaard," hoorde men weer dezelfde
stem "zeggen.
„Best mageljfk. Maar gij hebt niet ge
noeg gespaard, en daarmee uit."
„Och mijnheer, ik
„Ik heb neen gezegd en daar blijft het
bij. Het kan niet, en ik raad u, dart gij u
nergens gaat verstoppen, want dat zou u
slecht bekomen."
Het volgende oogenblik kwam een ma
gere gedaante uit de hut te voorschijn, en
liep bijna tegen Paul aan.
„Ho, ha, mijn jongen, wat scheelt er
aan?" vraagde deze vriendelijk.
„Ik dacht, dat hij mij' zoiu laten gaan,
maar 'hij wil niet", luidde het mistroostig
antwoord. i I
PALMZONDAG.
Een em. predikant schrijft over dit on
derwerp aan het Hd'bl.:
Nog enkele dagen en we vieren weer
Palm-Zondag. En onwillekeurig denk ik
terug aan mijn jeugd en het snoepwinkel
tje in de zijstraat op de Amsterdamsche
gracht, waar we woonden. In die straat
kwamen we zoo goed als nooit, maar kort
voor Palm-Zondag maakten we, als we
's middags van school kwamen, geregeld
een omloop om in die straat en naar dat
snoepwinkeltje te komen. Dan toch prijk
ten op de uitgesleten treden, die naar
zoo'n in die dagen veel te Amsterdam
voorkomende kelderwoning leidden, aller
lei grootere en kleinere Palmpaschen. Dat
waren met groen en klatergoud versierde
stokken, waaraan krentenbroodjes en kra
kelingen bevestigd waren en waaraan op
aan beide kanten van die stokken gehechte
takken, sinaasappelen prijkten. In ons oog
vondermooie en zeer begeerlijke dingen,
in daarom was onze blijdschap dan ook
groot, als we Zaterdagmiddag zoo'n
'almpaschen mochten koopen en daarmee
oo gauw mogelijk naar huis holden, daar
net ons want dat deed men enkel in de
olksbuurten verboden was er mee op
traat te loopen.
Thuis liepen wij met onze Palmpaschen
:n de hand, luid zingend het geheele huis
door, wat ook in den avond van dien dag
i n op Palm-Zondag zelf nog enkele malen
verd herhaald en waarhij sommigen on
zer,'vooral als onze huisgenooten meelie
pen, zich werkelijk verbeeldden, dat ze een
miniatuur-herhaling gaven van Jezus' in-
..oc'ht in Jeruzalem. En dan werd de Palm-
■aschen zoo noemden we dat „ge-
lacht" en daarvan alles opgegeten wat
zetbaar was. En, al was dat brood met
krenten erg hard en droog, we aten het op
als een lekkernij en hadden nog nooit zulke
heerlijke sinaasappelen gegeten als die
v an onze Palmpaschen.
Wat is er bitter weinig van die oude vie
ring van Palm-Zondag overgebleven! Hier
tn daar in Overijsel en Noord-Brabant,
waar allerlei volksgebruiken een zeer taai
leven leiden, wordt tegen Paschen nog
weieens door de jeugd op Palm-Zondag
een omgang met een Palmpaschen gedaan,
naar de meesten zijn toch als een antiqui
teit in een museum opgeborgen. Ook die
óude herinneringsdag is dood en zal, ten
minste in den vroegeren vorm, wel nooit
meer tot het leven terugkeeren. En tot op
>rekere hoogte jammer genoeg! Op die ma
nier en de Roomsche Kerk is eigenlijk
:aog de eenige die dat verstaat werd ér
zoo gemakkelijk contact gelegd tussc'hen
het kerkelijke en het gewone leven. Want
in onze kringen? Zouden daar van do
honderd kinderen tegenwoordig tien weten
waaraan Palm-Zondag zijn ontstaan te
danken heeft?
voor Manufacturen
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
GOES HULST
■MHHMNBSUBBHMBI
BRIEVEN UIT HET LAND VAN
CADZANO.
VII.
Reisgelegenheden voor de inwoners van
het land van Cadzand. Niet aangepast aan
den nieuwen tijd, niet ten dienste van
het publiek. Vele wensch,en, hopelijk geen
„vrome wanschen".
Dezer dagen, werd het verslag gepubliceerd
van de Stoomtrammaatschappij BreskensMal-
deghem over het afgeloopen jaar. Na ette
lijke malen da loftrompet gestoken te hebben
over den deugdelijker» toestand van baan en
materiëel, is het slotaecoord dat wordt uit
gekeerd een dividend van 9 pCt. Nu mag dat
den aandeelhouders aardig in de ooren klin
ken, ik vermoed, dat de meeste Cadzantenaren
nu juist niet zoo bijzonder opgetogen zullen
zijn. Trouwens deze zijn wat de reisgelegen
heden betreft niet zoo bijzonder verwend. Wan-
„Waar wilt gij heen gaan?"
„Naar den overkant. Moeder is dood,
vader is weer getrouwd, en 'tis thuis
een hel of nog erger."
„Woont gij te Liverpool?"
„Ja.
„En hoe oud zift gij?"
„Zeventien."
„Zeventien!" herhaalde Paal. „Neen,
dat kan niet. Gij meent vijftien?"
„Ik heb niet' kunnen groeien," werd
op somberen toon geantwoord. „Ik ben
mijn leven lang geknauwd."
„Wat beteékent dat „geknauwd?"
De knaap lachte. „Wel geknauwd be-
teekent geknauwd, zou ik denken."
„Bedoelt gij daarmee, dat gij verwalar-
loosd zijt geworden?"
„Ik bedoel, dat ik nooit genoeg te eten
heb gehad."
„O, nu begrijp ik het. Hoe heet gij?"
„Gris Haeperson."
„En wilt gij nu naar New-York."
„Ja, maar ik kan niet "gaan. Ik kom
dertig shillings tekort."
Paul zag naaï de magere gestalte in
de versleten plunje, naar het smalle,
bleeke gelaat met de groote, schrandere
eerlijke oogen, en hij! slaakte jen zucht.
„Waarom wilt gij naar Amerika gaan?"
vraagde hij weder.
„Omdat mm hisr zuat vooruit fcaa ko
neer men vanuit Holland naar on* l&dje
moet, laten we maar zeggen naar Aarden
burg (ieder Nederlander weet nu waar Aar
denburg ligt) en men is met een sneltrein
te Vlissingen aangekomen, dan begint de mi
sère. Primo mag men ('t stormt een beetje
en 't regent een beetje, en dat doet het
nog al dikwijls) over een onbedekte ponton
zien, dat men de boot bereikt. Wanneer men
b.v. met een paar kleine kinderen of met
oude menschen dit moet doen, is 't gewoon
om wanhopig te worden. Indien men vanuit
Vlissingen de boot moet hebben, moet men
precies op tijd komen, wil men zich geen
ziekte op den hals halen, door in weer
en wind te moeten wachten, op een plaats
waar men den storm uit de eerste hand
heeft. Want plaats voor een wachthuis waar
men gewaarschuwd wordt, als de boot gaat
vertrekken, schijnt men rnaar niet te kunnen
vinden.
Is men in Breskens aangekomen, dan her
haalt hetzelfde spelletje zich. Van een wachtka--
mer geen spoor te bekennen. Gelukkig als de
trams gereed staan. Wel een beetje nat, maar
dat is voor een Cadzantenaar immers niet
zoo erg, kan men zijn tram zoeken. Gelukkig
kennen de conducteurs hun pappenheimers
zoo'n beetje, en staan zij al gereed om te
wijzen, of je de richting Schoondijke of Groede
moet hebben. En dan vertrekken we, als we
de laatste tram hebben, om 7.50 uit Breskens
en komen om 9.12 in Aardenburg en rijden
dus over 20 K.M. 1 uur en 22 minuten,
want de tram houdt van een degelijke, ouder-
wetschg snelheid.
In Draaibrug heb je dan ruimschoots den
tijd om het nieuwe emplacement te bewon
deren. Naar schatting heeft de Maatschappij
daar een terrein van 100 Meter breedte,
maar ze heeft de rails zoo dicht by elkaar
gelegd, dat er een perron van een goeie Meter
overblijft. Gelukkig, dat de conducteurs een
wakend oogje houden, anders waren er vast
en zeker al kinderen verongelukt. Een wacht
kamer kon er hier ook niet op overschieten.
Wanneer men verleden jaar van Aardenburg
naar Oostburg moest, met de tram van 9
Uur, werd men te Draaibrug „uitgeschud" ,reed
de tram eerst naar Sluis en dan terug en
kon men weer instappen. My zijn. gevallen
bekend, dat men bij slecht weer maar in
de tram bleef zitten, de rit naar Sluis en
terug betaalde, liever dan kletsnat te regenen.
En dan de tarieven. Wanneer men een zen
ding per trein uit Holland krijgt, b.v. franco
station Vlissingen, dan krijgt men een yracht-
rekening om van te rillen. Want in Vlis
singen moet bet gebracht naar da boot No.
1; dan de vracht van de boot no. 2; in Bres
kens naar te tram No. 3; dan de vracht van
de tram No. 4; en dan. thuisgebracht No. 5.
Er heeft me eens een fabrikant uit Rotter
dam verzekerd, dat hij veel goedkooper naar
Londen kon verzenden dan naar een plaats
in West-Zeeuwsch-Vlaanderen.
Een wagon van 10 ton kost van Breskens
naar Aardenburg op een paar cent na 25
gulden. Een fiets kost op sommige afstanden
meer dan een persoon. De personentarieven
zijn als men den afgelegden afstand ziet, zeer
hoog, als men op den tijd ziet, djit jnen .in
de tram zit, dan niet, want da maatschappij
laat je nog al lang zitten voor je centen.
In Breskens is al meermalen gevraagd om
een tramlijntje rond de haven, maar het schijnt
niet te kunnen. Als men nu in den bieten-
tijd, als een beurtschipper niet aan de West
zijde van de haven ligplaats kan krijgen,
een wagon moet laden, mag men eerst de
goederen uit het schip in auto of wagen laden,
dan rijden naar de tram en weer overladen.
In dien tijd kan men ongeveer alle plaatsen
in 't landje per auto bereiken. Is het wonder,
dat wie eenigszins kan, het buiten da tram
zoekt te stellen.
Het is gelukkig, dat de bewoners van het
land van Cadzand rasechte Nederlanders zijn,
„den Vaderland getrouwe", anders zou je nog
wat kunnen beleven.
Onze wenschen: lo. de „koffiemolens" ver
anderd in electrische tractie, dat men vlug
de verschillende plaatsen kan bereiken; 2o.
lijnen om de haven in Breskens; 3o. behoor
lijke tarieven; 4o. in plaatsen, waar op aan
sluiting moet worden gewacht, wachtkamers
met voldoende verwarming; 5o. de tram voor
het publiek en den handel, niet het publiek
en de tram om het dividend zoo hoog mo
gelijk op te voeren, misschien krijgen we
dan ook npg in de toekomst een tram, waar
van de tientallen ,H. B. S.- en kweekschool
scholieren gebruik kunnen maken, en een
tram waarmee men later dan 6 uur uit
Zuidelijke richting kan vertrekken.
We wenschen op transportgebied niet de
doodelyke concurrentie, die op handelsgebied
men," antwoordde Chris. „Als ik een
goede plaats heb dan verlies ik die door
vader. Hij steelt mijn loon en verpandt
mijn kleeren. Of hij gaat naar den baas,
en maakt een standje, en dan krijg ik
gedaan. O, gij weet niet hoe slecht hij
is, wanneer hij te veel op heeft."
„En denkt gij, dat het u in Amerika
beter zal gaan?"
„Slimmer kan het niet," zuchtte de
knaap. „Maar wat helpt het-of wij er al
over praten," en de tranen kwamen hem
in de oogen. „Ik moet weer terug."
Paul wend'de zich af om zijn aandoe
ning te verbergen. Kon hij dien armen
jongen maar .helpen. Hij twijfelde er
niet aan, of de knaap sprak de waarheid.
Maar kon hij hem helpen? Hij, die zelf zoo
arm was, dat hij het geld voor den
overtocht had moeten leenen. Dertig sh.il-
gen zouden een groote bres in zijn beurs
maken, en hun gemis zou hem misschien
in groote ongelegenheid brengen.
„Daar komt de boot met de politie
aan boord," riep Chris. „Ik moet dus ma
ken, dat ik weg kom."
Paul antwoordde niet, maar begaf zich
naar een ander gedeelte van 'het schip
en telde daar zijn geld -nog eens na.
„Ik denk, dat ik mij wel zal kunnen
redden," overlegde hjj bij zich zelf. ,.En
gaat hat aiatf don kan ik altijd mijn
'illlllllllllliiillllllMIII
VRAAGT UW HANDELAAR»
IPIIK
I CORD, BALLOON,
I TRANSPORTATION
Ook Balloonbanden voor
I bestaande wielen en velgen
Imp. voor Nederland
N.v. R. A. M. I.
LEEUWARDEN AMSTERDAM
I Strandboulevard 1Ó8 i
Telefoon 97
funest dreigt te worden, maar een klein beetje
concurrentie zou „onze" tram heusch geen
kwaad doen.
„Jezus van Nazareth".
Het Nederl. Comité voor de versprei
ding van het boekje „Jezus van Nazareth"
verzoekt ons het volgende te melden:
„Allereerst past ons de mededeeling, dat
H. M. de Koningin-Moeder en H. K. H.
Prinses Juliana hunne belangstelling in
ons werk hertoonden en ieder een gift voor
de verspreiding inzonden. Ook van andere
zijde kwamen zéér welkome bijdragen in.
Over den verkoop van het boekje tot nog
toe mogen we niet ontevreden zijn. Er wer
den ditmaal 15000 exemplaren gedrukt,
waarvan ruim de helft geplaatst is. Het
grootste gedeelte hiervan is bestemd voor
het leger. Ook het Nederl. Jongel. Verbond
en het Nederl. Godsdienstig Tractaatge-
nootschap e. a. namen een flink aantal
voor hun rekening, terwijl vele Evangeli
satie-'Vereenigingen bestellingen inzonden.
Ook eenige Predikanten vroegen ze aan
voor hun wijk- en catechisatie-werk. Toch,
hoe dankbaar we hiervoor zijn, we moeten
erkennen, dat onze verwachting, na de
vele en zéér gunstige recensiën in de pers,
hooger gespannen was. Dr J. H. Gunning
schreef in „Pniël", dat hij het boekje
steeds op zijn schrijftafel heeft en het daar
niet gaarne zou missen. Ook wij meenen,
dat 'het 'boekje, als dagboek gebruikt, veel
zegen zal verspreiden. Maar vooral zou
den we het zoo gaarne in het bezit zien
van onze jonge menschen. Er wordt te
genwoordig zéér veel gelezen, maar de Bij
belkennis neemt af. Men komt er niet zoo
toe, den Bijbel te lezen. Welnu, deze har
monie der vier Evangeliën lokt tot lezen,
door zijn vorm allereerst, maar ook door
de bijgevoegde noten en verklaringen.
Daarom is het ook een zeer geschikt ge
schenk voor hen, die de Zondagsschool
verlaten of belijdenis des gelpofs afleggen.
Het moet gebruikt worden op de catechi-
satiën en in onze jeugdverenigingen. In
den oorlogstijd is dit boekje zoo velen ten
zegen geworden. Onze Evangelisatie-Ver-
eenigingen zijn over het algemeen slecht
bij kas en vinden het 'bezwarend boekjes
van f 0.60 aan te schaffen. Het behoeft
echter niet gratis uitgedeeld te worden.
Wil men b.v. f 0.30 besteden uit eigen kas,
horloge verkoopen. Als een vriend mij
niet geholpen had, dan zou ik ook niet
hier zijn. Laat ik daarom op mijn beurt
;?de vriend van dien armen jongen zijn."
Chris leunde over de verschansing, en
de tranen liepen hem over de wangen,
toen Paul weer bij hem kwam.
„Hoor eens Chris," zeide deze, „ik weet
uit eigen ervaring, wat het is om teleurge
steld te worden, en wat het is een vriend
te hebben. Daarom zal ik u de dertig
shillings geven als gij dan de reis kunt.
betalen."
„Ja, dan kan ik het doen!" riep Chris
met een stralend gelaat. „Maar ga als 'tu
blieft met mij mee naar den „purser". H$
mocht eens dbnken, dat ik het gestolen
had."
In weinige oogenblikken was deze zaak
geregeld, en daarop begaven Chris en zijn
nieuwe vriend zich naar beneden. Die
knaap scheen wel een handbreed grooter
en tienmaal knapper dan vijf minuten
geleden.
Er was nog een kooi onbezet vlak
tegenover de slaapplaats van Paul.
„Ik zou die maar dadelijk in bezit ne
men." zeide deze, maar hoe zult gij
het stellen zonder matras?"
(Wordt vervolgd.)