DE ZEEUW Helder's Brillen TWEEDE BLAD. HET ADRES A. WILKING B. J. SLAGER I Voor den Zondag. Fa J. A. l"g. WITTE f I 5 LANGS DEN AFGROND. SAMOS PRIMA f 1.10 f FEUILLETON DRAAGT MIDDELBURG, VLISSINGEN, ('771/erles 5" Cord) den band, die minder kost dan hij moest kosten Depót Zeeland: VLISSINGEN VAN ZATERDAG 31 MAART 1928. No. 156. DE VERZENEN VERMORZELD. En ik zal vijandschap zetten tus- Bchen u en tusschen dieze vrouw, en tusschen uw zaad en tussichen haar zaad; datzelve zal u den kop vermorzelen. i Gen. 3:15. Het is vooa- onzen Heiland) een bitter zware gang geweest van Gethsemane paar het Sanhedrin, en van het Sanheldrital naar Gabbatha, en van Gabbatha naar Golgotha. Wie voor het borgtoohtelijke van dat lijden geen oog heeft, peilt in 'de versta verte er d'e diepte niet van, en .voelt niets van het ontzettende en schrikkelijke er van. Dat lijden is niet geweest het verduren van wat wreed'e en bootze menschen Hem aandeden, maar het dragen van den toorn Gods tegen de zonde van het menscholjjk geslacht, En wie, wie van de kinderen der men schen, kent Gods verbolgenheid naar dat Hij te vreezen is? r v Dien lijdensbeker, vol van den bitteren wijn. van den heftigen toorn Gods, heeft de betalende Borg lediggedronken, tot den laatsten druppel toe. Niet één druppel is er voor Gods kira deren in overgebleven. Maar zoo bitter was die beker dat onze Heiland geperst werd tot het volbracht ware. En aan het kruis van Golgotha heeft Hij voor zichzelven met majestueusen triomf, en voor al Gods kinderen tot eeuwige vertroosting, uitgeroepen; het is volbrachtl Daarom is het voor elke ziel, door schuldbesef getroffen en verslagen, zoo heerlijk en troostrijk om bij; het Kruis te vertoeven. Aan dat Kruis is volkomen betaald tot den laatsten penning toe, niet met gou'd of zilver, maar door het 'dierbaar bloed van Christus Jezus, het onbevlekte en mbestraffelijlke Lam. Be hitte vSn God's gramschap is get- bluscht. De schuld is uit het boek gee daan, en God de Heere ziet geen zonde van Zijn kinderen meer aan. Bij dat Kruis welt het op uit het diepste onzer ziele; Jezus, ,uw verzoenend sterven blijft het rustpunt van ons hart. Met diepe .ontroering in het harte staan we stil bij1 het Kruis van Golgotha. Ons oog ziet het dat die eeuwenoude profetie daar is vervuld geworden. Als onze Heere en Heiland Zijn dier baar hoofd buigt, dat hoofd vol bloed en wonden, en stervende den geest geeft, dien bevelend in de handen Zijns Vad ders, dan zien we aan dat Kruis het dbode lichaam van den Zoon des men schen. Maar we verstaan, wijl die leven bij1 het Woord en geleid worden door den Geest; deze dood is een wondere dood. Aan een ondergang des levens mag niet edacht worden, want van een triomf es doods is geen sprake. Immers, Hij Die sterft aari het Kruis van Golgotha, was de Beloofde aan de vaderen, de Borg en Goël, en van Hem gold het woord der profetie: aan u zul len de verzenen vermorzeld warden. t WIJNHANDEL - GOES - TEL. 264 J Cl In Luxe Rietverpakking S (Vrij naar het Engelsch.) 44.) _o— „De groote kunst is om er in en uit te komenluidde het antwoord. t Gaat er mee als met hangen", het de derde zich hooren, „op den duur went men er aan." „Hebt gij daar dikwijls de proef van 'genomen? vraagde Paul •ondeugeud. „Niet met hangen," zeide hij, „maar meer dan eens met verdrinken." „Dan zijt gij hier in uw element", meende de eerste spreker. „Hoe is uw naam?" „Harry Mack. En de uwe?" „George Ripley." „En de uwe, vrind?" „Paul Vivian." „Mooi. Nu kennen wij elkaar. Mij d'unlrt wij moesten thans naar boven gaan. Van avond vinden wij elkaar hier weer." Het volgende uur bracht Paul door met over de verschansing te kijken naar het tooneel op de rivier en aan den wal, daarop ging hij een wandeling doen op het dek van het reusachtige vaartuig.. Toen hij voorbij het kantoor van dén naar Dokters recept. LANGE DELFT 34 BELLAMYPARK 38 Vakkundig Prima kwaliteit - Laagste prijs Maar juist daarom kon de dood Hem niet houden en zullen de smarten des doods door Hem ontbonden worden. i O, zeker, de Christus Gods te gekomen als Redder en Verlosser voor al het volk des Heeren. Heerlijk zal zijn eeuwige toekomst zijn, maar in den weg van lijden en Sterven. Hij is het tarwegraan dat in de aarde valt, en eerst na gestorven te zijn veel vrucht zal voortbrengen. Het sterven van Christus Jezus) te een ©enig en wonderlijk sterven, want welke held onder de kinderen der menschen kan als hij gestorven is zijn vijand over winnen en verslaanjl Golgotha geeft hier het goddelijk ant woord: de Christus Gods is gedood. Zijn ziele is aan het lichaam ontvloden. Maar die dood aan het Kruis houdt dit my sterie in dat de verzenen vermorzeld zijn. Zeer spoedig zal die doodende wonde aan de verzenen genezen zijn, dan zal Hij uit de dooden verrijzen, en zijn ver zenen zetten op den kop van de ouide slang, van Satan, om dien voor eeuwig te vernietigen. i Daarom is het sterven van otnzen Hei land aan het Kruis van Golgotha zoo vol van zalige vertroosting voor elke ziel die smeekt om Gods ontfermen en eeuwige behoudenis. Als Hij Zijn ziele tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zoo zal Hij zaad zien. Hij zal de dagen verlengen, en het wel behagen des Heeren zal door Zijn hand geluikkiglijk voortgaan. O, mijn Heiland', bij het Kruis brengt mijn ziele aanbidding en dank dat Gij U de verzenen hebt laten vermorzelen, om voor eeuwig Satan den kop te ver morzelen. Geef in Uwe genade dat mijn ziele juichen moge; het is al voor mij geschied I WAAROM, O GOD? Naar Psalm 22. Mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij mij? Waarom tot mijn verlossing niet nabij? En waarom gaan ze aan Uw oor voorbij, mijn bittre klachten? Mijn God! ik roep des daags uit al mijn krachten, Gij antwoordt niet; en in mijn bange nachten lig ik en schreeuw; en Gij laat mij ver smachten, Gij antwoordt niet! Doch Gij zijt heilig, wonend onder 't lied des lofs van Isrel; in hun bangst verdriet versaagden oudtijds onze vaadren niet: hun groot vertrouwen durfde op Uw woord, op Uw belofte bou wen; en immer deedt Gij hen Uw heil aanschou wen; ja, redding hebt Gij uit des vijands klau wen hun steeds gebracht. Maar ik ik hen een worm, geen man: veracht van gansch het volk. „Hij bouwt op 's Hee ren kracht," zoo smaalt het; „dat de Heer hem nu met macht in eer' hersteïïe!" Mijn God, mijn God, wil dan mijn tranen tellen! Ontferm U mijner! Wil te hulp mij snellen, nabij mij zijn, den boozen vijand vellen die mij belaagt! NELLY VAN KOL „purser" kwam hoorde hij een luide en naar het hem toescheen toornige stem. „Ik zeg neen. Het gebeurt niet, en wanneer gij niet maakt, dat gij met de volgende boot van het schip komt, dan zal ik de politie waarschuwen." „Och, mijnheer, ik zal er voor werken ik wil alles doen om het tekort te ver dienen", werd op smeekenden toon geant woord. „Gekheid, gekheid", klonk het weder op barschen toon. „Op die manier zouden wij het schip gauw genoeg vol krijgen." „Maar ik zou zoo graag gaan, mijnheer. Ik heb er jaren lang voor gewerkt en gespaard," hoorde men weer dezelfde stem "zeggen. „Best mageljfk. Maar gij hebt niet ge noeg gespaard, en daarmee uit." „Och mijnheer, ik „Ik heb neen gezegd en daar blijft het bij. Het kan niet, en ik raad u, dart gij u nergens gaat verstoppen, want dat zou u slecht bekomen." Het volgende oogenblik kwam een ma gere gedaante uit de hut te voorschijn, en liep bijna tegen Paul aan. „Ho, ha, mijn jongen, wat scheelt er aan?" vraagde deze vriendelijk. „Ik dacht, dat hij mij' zoiu laten gaan, maar 'hij wil niet", luidde het mistroostig antwoord. i I PALMZONDAG. Een em. predikant schrijft over dit on derwerp aan het Hd'bl.: Nog enkele dagen en we vieren weer Palm-Zondag. En onwillekeurig denk ik terug aan mijn jeugd en het snoepwinkel tje in de zijstraat op de Amsterdamsche gracht, waar we woonden. In die straat kwamen we zoo goed als nooit, maar kort voor Palm-Zondag maakten we, als we 's middags van school kwamen, geregeld een omloop om in die straat en naar dat snoepwinkeltje te komen. Dan toch prijk ten op de uitgesleten treden, die naar zoo'n in die dagen veel te Amsterdam voorkomende kelderwoning leidden, aller lei grootere en kleinere Palmpaschen. Dat waren met groen en klatergoud versierde stokken, waaraan krentenbroodjes en kra kelingen bevestigd waren en waaraan op aan beide kanten van die stokken gehechte takken, sinaasappelen prijkten. In ons oog vondermooie en zeer begeerlijke dingen, in daarom was onze blijdschap dan ook groot, als we Zaterdagmiddag zoo'n 'almpaschen mochten koopen en daarmee oo gauw mogelijk naar huis holden, daar net ons want dat deed men enkel in de olksbuurten verboden was er mee op traat te loopen. Thuis liepen wij met onze Palmpaschen :n de hand, luid zingend het geheele huis door, wat ook in den avond van dien dag i n op Palm-Zondag zelf nog enkele malen verd herhaald en waarhij sommigen on zer,'vooral als onze huisgenooten meelie pen, zich werkelijk verbeeldden, dat ze een miniatuur-herhaling gaven van Jezus' in- ..oc'ht in Jeruzalem. En dan werd de Palm- ■aschen zoo noemden we dat „ge- lacht" en daarvan alles opgegeten wat zetbaar was. En, al was dat brood met krenten erg hard en droog, we aten het op als een lekkernij en hadden nog nooit zulke heerlijke sinaasappelen gegeten als die v an onze Palmpaschen. Wat is er bitter weinig van die oude vie ring van Palm-Zondag overgebleven! Hier tn daar in Overijsel en Noord-Brabant, waar allerlei volksgebruiken een zeer taai leven leiden, wordt tegen Paschen nog weieens door de jeugd op Palm-Zondag een omgang met een Palmpaschen gedaan, naar de meesten zijn toch als een antiqui teit in een museum opgeborgen. Ook die óude herinneringsdag is dood en zal, ten minste in den vroegeren vorm, wel nooit meer tot het leven terugkeeren. En tot op >rekere hoogte jammer genoeg! Op die ma nier en de Roomsche Kerk is eigenlijk :aog de eenige die dat verstaat werd ér zoo gemakkelijk contact gelegd tussc'hen het kerkelijke en het gewone leven. Want in onze kringen? Zouden daar van do honderd kinderen tegenwoordig tien weten waaraan Palm-Zondag zijn ontstaan te danken heeft? voor Manufacturen Dames- en Kinderconfectie Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen is GOES HULST ■MHHMNBSUBBHMBI BRIEVEN UIT HET LAND VAN CADZANO. VII. Reisgelegenheden voor de inwoners van het land van Cadzand. Niet aangepast aan den nieuwen tijd, niet ten dienste van het publiek. Vele wensch,en, hopelijk geen „vrome wanschen". Dezer dagen, werd het verslag gepubliceerd van de Stoomtrammaatschappij BreskensMal- deghem over het afgeloopen jaar. Na ette lijke malen da loftrompet gestoken te hebben over den deugdelijker» toestand van baan en materiëel, is het slotaecoord dat wordt uit gekeerd een dividend van 9 pCt. Nu mag dat den aandeelhouders aardig in de ooren klin ken, ik vermoed, dat de meeste Cadzantenaren nu juist niet zoo bijzonder opgetogen zullen zijn. Trouwens deze zijn wat de reisgelegen heden betreft niet zoo bijzonder verwend. Wan- „Waar wilt gij heen gaan?" „Naar den overkant. Moeder is dood, vader is weer getrouwd, en 'tis thuis een hel of nog erger." „Woont gij te Liverpool?" „Ja. „En hoe oud zift gij?" „Zeventien." „Zeventien!" herhaalde Paal. „Neen, dat kan niet. Gij meent vijftien?" „Ik heb niet' kunnen groeien," werd op somberen toon geantwoord. „Ik ben mijn leven lang geknauwd." „Wat beteékent dat „geknauwd?" De knaap lachte. „Wel geknauwd be- teekent geknauwd, zou ik denken." „Bedoelt gij daarmee, dat gij verwalar- loosd zijt geworden?" „Ik bedoel, dat ik nooit genoeg te eten heb gehad." „O, nu begrijp ik het. Hoe heet gij?" „Gris Haeperson." „En wilt gij nu naar New-York." „Ja, maar ik kan niet "gaan. Ik kom dertig shillings tekort." Paul zag naaï de magere gestalte in de versleten plunje, naar het smalle, bleeke gelaat met de groote, schrandere eerlijke oogen, en hij! slaakte jen zucht. „Waarom wilt gij naar Amerika gaan?" vraagde hij weder. „Omdat mm hisr zuat vooruit fcaa ko neer men vanuit Holland naar on* l&dje moet, laten we maar zeggen naar Aarden burg (ieder Nederlander weet nu waar Aar denburg ligt) en men is met een sneltrein te Vlissingen aangekomen, dan begint de mi sère. Primo mag men ('t stormt een beetje en 't regent een beetje, en dat doet het nog al dikwijls) over een onbedekte ponton zien, dat men de boot bereikt. Wanneer men b.v. met een paar kleine kinderen of met oude menschen dit moet doen, is 't gewoon om wanhopig te worden. Indien men vanuit Vlissingen de boot moet hebben, moet men precies op tijd komen, wil men zich geen ziekte op den hals halen, door in weer en wind te moeten wachten, op een plaats waar men den storm uit de eerste hand heeft. Want plaats voor een wachthuis waar men gewaarschuwd wordt, als de boot gaat vertrekken, schijnt men rnaar niet te kunnen vinden. Is men in Breskens aangekomen, dan her haalt hetzelfde spelletje zich. Van een wachtka-- mer geen spoor te bekennen. Gelukkig als de trams gereed staan. Wel een beetje nat, maar dat is voor een Cadzantenaar immers niet zoo erg, kan men zijn tram zoeken. Gelukkig kennen de conducteurs hun pappenheimers zoo'n beetje, en staan zij al gereed om te wijzen, of je de richting Schoondijke of Groede moet hebben. En dan vertrekken we, als we de laatste tram hebben, om 7.50 uit Breskens en komen om 9.12 in Aardenburg en rijden dus over 20 K.M. 1 uur en 22 minuten, want de tram houdt van een degelijke, ouder- wetschg snelheid. In Draaibrug heb je dan ruimschoots den tijd om het nieuwe emplacement te bewon deren. Naar schatting heeft de Maatschappij daar een terrein van 100 Meter breedte, maar ze heeft de rails zoo dicht by elkaar gelegd, dat er een perron van een goeie Meter overblijft. Gelukkig, dat de conducteurs een wakend oogje houden, anders waren er vast en zeker al kinderen verongelukt. Een wacht kamer kon er hier ook niet op overschieten. Wanneer men verleden jaar van Aardenburg naar Oostburg moest, met de tram van 9 Uur, werd men te Draaibrug „uitgeschud" ,reed de tram eerst naar Sluis en dan terug en kon men weer instappen. My zijn. gevallen bekend, dat men bij slecht weer maar in de tram bleef zitten, de rit naar Sluis en terug betaalde, liever dan kletsnat te regenen. En dan de tarieven. Wanneer men een zen ding per trein uit Holland krijgt, b.v. franco station Vlissingen, dan krijgt men een yracht- rekening om van te rillen. Want in Vlis singen moet bet gebracht naar da boot No. 1; dan de vracht van de boot no. 2; in Bres kens naar te tram No. 3; dan de vracht van de tram No. 4; en dan. thuisgebracht No. 5. Er heeft me eens een fabrikant uit Rotter dam verzekerd, dat hij veel goedkooper naar Londen kon verzenden dan naar een plaats in West-Zeeuwsch-Vlaanderen. Een wagon van 10 ton kost van Breskens naar Aardenburg op een paar cent na 25 gulden. Een fiets kost op sommige afstanden meer dan een persoon. De personentarieven zijn als men den afgelegden afstand ziet, zeer hoog, als men op den tijd ziet, djit jnen .in de tram zit, dan niet, want da maatschappij laat je nog al lang zitten voor je centen. In Breskens is al meermalen gevraagd om een tramlijntje rond de haven, maar het schijnt niet te kunnen. Als men nu in den bieten- tijd, als een beurtschipper niet aan de West zijde van de haven ligplaats kan krijgen, een wagon moet laden, mag men eerst de goederen uit het schip in auto of wagen laden, dan rijden naar de tram en weer overladen. In dien tijd kan men ongeveer alle plaatsen in 't landje per auto bereiken. Is het wonder, dat wie eenigszins kan, het buiten da tram zoekt te stellen. Het is gelukkig, dat de bewoners van het land van Cadzand rasechte Nederlanders zijn, „den Vaderland getrouwe", anders zou je nog wat kunnen beleven. Onze wenschen: lo. de „koffiemolens" ver anderd in electrische tractie, dat men vlug de verschillende plaatsen kan bereiken; 2o. lijnen om de haven in Breskens; 3o. behoor lijke tarieven; 4o. in plaatsen, waar op aan sluiting moet worden gewacht, wachtkamers met voldoende verwarming; 5o. de tram voor het publiek en den handel, niet het publiek en de tram om het dividend zoo hoog mo gelijk op te voeren, misschien krijgen we dan ook npg in de toekomst een tram, waar van de tientallen ,H. B. S.- en kweekschool scholieren gebruik kunnen maken, en een tram waarmee men later dan 6 uur uit Zuidelijke richting kan vertrekken. We wenschen op transportgebied niet de doodelyke concurrentie, die op handelsgebied men," antwoordde Chris. „Als ik een goede plaats heb dan verlies ik die door vader. Hij steelt mijn loon en verpandt mijn kleeren. Of hij gaat naar den baas, en maakt een standje, en dan krijg ik gedaan. O, gij weet niet hoe slecht hij is, wanneer hij te veel op heeft." „En denkt gij, dat het u in Amerika beter zal gaan?" „Slimmer kan het niet," zuchtte de knaap. „Maar wat helpt het-of wij er al over praten," en de tranen kwamen hem in de oogen. „Ik moet weer terug." Paul wend'de zich af om zijn aandoe ning te verbergen. Kon hij dien armen jongen maar .helpen. Hij twijfelde er niet aan, of de knaap sprak de waarheid. Maar kon hij hem helpen? Hij, die zelf zoo arm was, dat hij het geld voor den overtocht had moeten leenen. Dertig sh.il- gen zouden een groote bres in zijn beurs maken, en hun gemis zou hem misschien in groote ongelegenheid brengen. „Daar komt de boot met de politie aan boord," riep Chris. „Ik moet dus ma ken, dat ik weg kom." Paul antwoordde niet, maar begaf zich naar een ander gedeelte van 'het schip en telde daar zijn geld -nog eens na. „Ik denk, dat ik mij wel zal kunnen redden," overlegde hjj bij zich zelf. ,.En gaat hat aiatf don kan ik altijd mijn 'illlllllllllliiillllllMIII VRAAGT UW HANDELAAR» IPIIK I CORD, BALLOON, I TRANSPORTATION Ook Balloonbanden voor I bestaande wielen en velgen Imp. voor Nederland N.v. R. A. M. I. LEEUWARDEN AMSTERDAM I Strandboulevard 1Ó8 i Telefoon 97 funest dreigt te worden, maar een klein beetje concurrentie zou „onze" tram heusch geen kwaad doen. „Jezus van Nazareth". Het Nederl. Comité voor de versprei ding van het boekje „Jezus van Nazareth" verzoekt ons het volgende te melden: „Allereerst past ons de mededeeling, dat H. M. de Koningin-Moeder en H. K. H. Prinses Juliana hunne belangstelling in ons werk hertoonden en ieder een gift voor de verspreiding inzonden. Ook van andere zijde kwamen zéér welkome bijdragen in. Over den verkoop van het boekje tot nog toe mogen we niet ontevreden zijn. Er wer den ditmaal 15000 exemplaren gedrukt, waarvan ruim de helft geplaatst is. Het grootste gedeelte hiervan is bestemd voor het leger. Ook het Nederl. Jongel. Verbond en het Nederl. Godsdienstig Tractaatge- nootschap e. a. namen een flink aantal voor hun rekening, terwijl vele Evangeli satie-'Vereenigingen bestellingen inzonden. Ook eenige Predikanten vroegen ze aan voor hun wijk- en catechisatie-werk. Toch, hoe dankbaar we hiervoor zijn, we moeten erkennen, dat onze verwachting, na de vele en zéér gunstige recensiën in de pers, hooger gespannen was. Dr J. H. Gunning schreef in „Pniël", dat hij het boekje steeds op zijn schrijftafel heeft en het daar niet gaarne zou missen. Ook wij meenen, dat 'het 'boekje, als dagboek gebruikt, veel zegen zal verspreiden. Maar vooral zou den we het zoo gaarne in het bezit zien van onze jonge menschen. Er wordt te genwoordig zéér veel gelezen, maar de Bij belkennis neemt af. Men komt er niet zoo toe, den Bijbel te lezen. Welnu, deze har monie der vier Evangeliën lokt tot lezen, door zijn vorm allereerst, maar ook door de bijgevoegde noten en verklaringen. Daarom is het ook een zeer geschikt ge schenk voor hen, die de Zondagsschool verlaten of belijdenis des gelpofs afleggen. Het moet gebruikt worden op de catechi- satiën en in onze jeugdverenigingen. In den oorlogstijd is dit boekje zoo velen ten zegen geworden. Onze Evangelisatie-Ver- eenigingen zijn over het algemeen slecht bij kas en vinden het 'bezwarend boekjes van f 0.60 aan te schaffen. Het behoeft echter niet gratis uitgedeeld te worden. Wil men b.v. f 0.30 besteden uit eigen kas, horloge verkoopen. Als een vriend mij niet geholpen had, dan zou ik ook niet hier zijn. Laat ik daarom op mijn beurt ;?de vriend van dien armen jongen zijn." Chris leunde over de verschansing, en de tranen liepen hem over de wangen, toen Paul weer bij hem kwam. „Hoor eens Chris," zeide deze, „ik weet uit eigen ervaring, wat het is om teleurge steld te worden, en wat het is een vriend te hebben. Daarom zal ik u de dertig shillings geven als gij dan de reis kunt. betalen." „Ja, dan kan ik het doen!" riep Chris met een stralend gelaat. „Maar ga als 'tu blieft met mij mee naar den „purser". H$ mocht eens dbnken, dat ik het gestolen had." In weinige oogenblikken was deze zaak geregeld, en daarop begaven Chris en zijn nieuwe vriend zich naar beneden. Die knaap scheen wel een handbreed grooter en tienmaal knapper dan vijf minuten geleden. Er was nog een kooi onbezet vlak tegenover de slaapplaats van Paul. „Ik zou die maar dadelijk in bezit ne men." zeide deze, maar hoe zult gij het stellen zonder matras?" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 5