DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Staten-Generaal.
LANGS DEN AFGROND.
Zoeklichtjes.
feuilleton
Binnenland.
Uit de Provincie.
VAN
VRIJDAG 30 M.AART 1928. No. 155.
TWEEDE KAMER.
Weer een vaccinedebat. Vrijstelling van
gemoedsbezwaarden.
Aan de orde is de voortzetting van de
behandeling van art. 36, van het wetsont
werp, houdende voorzieningen tegen de
besmettelijke ziekten.
De heer Kersten (S. G. P.) licht een
amendement toe tot algeheele afschaffing
van den vaccinedwang. Die dwang is nooit
recht gemotiveerd. De tijd voor de afschaf
fing is thans rijp, gezien de ernstige ziek
te- en sterfgevallen, die ons land beroerd
hebben. Spr. heeft zich verbaasd over art.
36. De minister heeft zich aanvankelijk
zeer scherp gesteld tegen elke principieele
verandering en nu wordt het amendement-
De Vries-Bruins in het wetsontwerp ge
steld. Ons volk wordt aan „de vaccine
aanbidders" overgeleverd. Spr. hoopt, dat,
als dit doorgaat, er een felle strijd in alle
hoeken zal ontbranden en dat ons volk zal
toonen, dat het onder dien onrechtvaardi-
gen dwang niet wil buigen.
De heer H e e m s k e r k (A. R.) wenscht
nu de emotie die gisteren heerschte, door
een zekere mate van nachtrust voorbij is,
even uiteen te zetten hoe de zaken staan.
Spr.'s bezwaren dragen geen persoonlijk
karakter tegen den minister en zijn ook
niet ingegeven door diens richting of die
van het kabinet. Het was spr. echter in
geen enkel opzicht duidelijk, hoe men kan
meenen, dat de veranderde stand van de
vaccinequaestie verandering kan brengen
in 's ministers houding tegenover de
amendementen. Meent de minister, dat hij
thans de amendementen kan gaan overwe
gen, dan vergist hij zich. Want dat oogen-
blik daartoe is juist thans minder geschikt
dan ooit, daar men nu niet kan zeggen,
wanneer de indirecte vaccinedwang weer
zal herleven. Het amendement-Kersten
ziet er nu meer dan ooit uit als een inci
denteel hors d'oeuvre. Ook de amendemen
ten De Vries-Bruins en Bijleveld hebben
thans een geheel ander karakter dan in
dertijd. Wil de minister rekening houden
met den veranderden toestand der vaccine
quaestie, dan had hij moeten overwegen,
dat de bezwaren tegen de amendementen
niet waren verminderd, maar vermeer
derd. De minister had destijds formeele
bezwaren tegen de amendementen. Hij is
niet kunnen komen in een materieele be
oordeeling daarvan. Thans heeft de mi
nister 'het amendement-De Vries-Bruins
overgenomen, doch het materieele debat
daarover heeft hij afgesneden door zijn
onaannemelijk-verklaring indertijd.
Wij komen nu door de houding van den
minister weer midden in het debat over de
vaccinequaestie. De veranderde omstan
digheden geven geen reden de zaak nu te
behandelen, doch versterken de reden om
dit niet te doen. Het wetsontwerp dient
dus teruggenomen te worden, althans de
behandeling daarvan geschorst, of het
amendement De Vries-Bruins moet er uit
verdwijnen. En spr. gelooft, dat de minis
ter en mevr. De Vries-Bruins goed zullen
doen, daartoe 'de handen ineen te slaan.
Dat de minister dit amendement thans aan
de Kamer heeft opgedrongen, heeft spr.
gisteren in hooge mate gechoqueerd. Men
moet met elkaar omgaan naar de regelen
van de kunst.
De heer Merchant (V. D.) verheugt
zich dat de heer Heemskerk thans een na
dere verklaring heeft gegeven van den
toorn, waaraan hij gisteren ten prooi was.
Zijn rede heeft veel voor spr. opgehelderd.
Laat de heer Heemskerk nu niet. door
gaan met zijn bestrijding van den minis
ter.
De heer Snoeck H enkemans (G.
H.) zegt, dat hij en enkele zijner politieke
vrienden zakelijk geen instemming gevoe
len met het amendement-Bijleveld, omdat
zq het amendement-De Vries-Bruins zake
lijk een verbetering achten Niettemin zul-
len spr. en de groote meerderheid van zijn
(Vrij naar het Bngelsch)
43.)
„Vaarwbl, Abie," zeide hij, haar de
hand tot afscheid toestekende! ,God ze-
gene ti."
Zij vatte zijn hand. De trein zette zich
in beweging.
„Zult gij nog eens euan mij denken,
Abie?"
„Ik zal u nooit vergeten, Paul
Hjj zag, dat de tranen haar in de oogen
kwamen. O, indien hem nog slechts een
enkel oogenblik was gegund, óm een en
kele vraag te doen. Maar het was te laat
Zij lieten elkanders handen los. Die afstand
tusschen hen werd grooter. Hij zag nog
hoe zij hem met haar zakdoek toewuifde.
Toen maakte de weg een bocht, en zij
verdween voor altijd uit zijn oogen.
Met een zucht liet hij zich in een hoek
van de coupé vallen, trok zijn reispel
over de oogen, en verdiepte zich in zijne
gedachten. De trein snelde voort, het eene
uur na het andere ging voorbij, maar
hij lette er niet a% Hij kon aan niets
of niemand denken dan aan Abigail, en
aan de liefdevolle woorden, die gij tot
geestverwanten stemmen voor het amen-
dement-Bijleveld en tegen het amende
ment-Kersten, omdat zij onder de gegeven
omstandigheden het wenschelijk achten
de wet te laten 'in den toestand, waarin
deze was voor de aanneming van het
amendement-De Vries-Bruins. Komt la
ter, nadat het schorsingswetje heeft uit
gewerkt, de vaccinequaestie weer in be
handeling, dan kan ieder zijn denkbeelden
verdedigen en verbeteringen voorstaan, die
hij gewenscht acht.
De heer Albarda (S. D.)*verwondert
zich over deze houding. Deze is blijkbaar
een poging, om den vrede te bewaren in
de Ghristelijk-Historische fractie. De Ka
mer moet haar eigen besluiten handhaven,
tenzij blijkt, dat zij heeft gedwaald. Daar
van is hier geen sprake.
De heer Boon (V. B.) zegt, dat, als
men deze zaak tot haar juiste proporties
terugbrengt, zij hierop neerkomt, dat de
minister om correct te zijn naar beide zij
den, zoowel het amendement-De Vries-
Bruins als het amendement-Bijleveld on
aannemelijk heeft verklaard. Maar het
amendement-De Vries-Bruins heeft prin-
cipiepl niets gewijzigd. Had de minister
thans het amendement niet in de wet be
lichaamd, dan zou men hem verweten
hebben: „Gij gooit het prestige der Kamer
te grabbelen". Spr.'s fractie zal tegen het
amendement-Bijleveld stemmen.
De heer B ij 1 e v e 1 d (A. R.) repliceert.
Spr. dient liever thans zijn oude amende
ment niet in, doch reserveert zich het
recht, dat alsnog te doen.
De Minister van Arbeid, de
heer Slotemaker de Bruine, du
pliceert. Spr. dankt den heer Heemskerk
voor diens mededeeling, dat deze geen per
soonlijke grief tegen hem heeft. Spr. zet
nader uiteen, waarom hij gemeend heeft,
thans weder met dit wetsontwerp te kun
nen komen. Het vaccinatie-vraagstuk zal
straks toch nog opnieuw aan de orde moe
ten komen. De heer Kersten schiet met
zijn amendement zijn doel verre voorbij,
want hij wil zelfs schrappen de bevoegd
heid der regeering om te stipuleer en wat
onder inenting zal worden verstaan en de
gelegenheid voor de armen om hun kin
deren kosteloos te laten inenten, alsmede
elke bevoegdheid voor de regeering om op
te treden, wanneer er pokken uitbreken.
Da heer v. Schaik (R.-K.) deelt het
standpunt mede van eenige leden zijner
fractie inzake het amendement-Bijleveld.
Het amendement-De VriesBruins is aan
genomen, niettegenstaande onaannemelijk-
verklaring door de regeering.
De Kamer "heeft gewild, dat dit amen
dement in de wet werd opgenomen, en
spr. zou het eigenaardig vinden, indien
de Kamer zonder voldo'ende redenen op
die beslissing zou terugkomen. Spr. is
dus niet geneigd zijn stem aan het amen
dement-Bijleveld te geven, maar spr. kan
begrijpen, dat de heer Bijleveld en de
zijnen gegriefd zijn over de onaanneme-
lijkverklaring van het oude amendement-
Bijleveld. Laat de heer Bijleveld dat amen
dement dus maar opnieuw indienen. Spr.
wil wel zeggen, dat hij en eenige zijner
vrienden geneigd zouden zijn er voor
te stemmen.
Stemmingen.
Het amendement- Kersten wordt ver
worpen met 85 tegen 3 stemmen. Voor
de heer Duymaer van Twist^A.-R., en
Kersten en Zandt, S.G.P.
Het amendement- B.ij 1 e v e 1 d wordt
verworpen met 59 tegen 30 stemmen.
Art. 36 wordt aangenomen met 66 tegen
23 stemmen.
Tegen A.-R., de heeren Tilanus, Krijger,
Weitkamp, en Schokking C.:H., de heeren
Kersten en Zandt S.G.P., en de Katho
lieken van Wijnbergen, Vos, jFleskens, en
van Voorst tot Voorst.
De heer Bijleveld A.R., wil thans
in de njeuwe sfeer de behandeling van
zijn oude amendementen inzake de ge
wetensbezwaren mogelijk maken. Het is
een herhaling van hetgeen in het oude
voorstel-Aalberse heeft gestaan. Spreker
dient zijn oude amendementen, om aan
de gewetensbezwaarden tegemoet te ko
men, opnieuw in.
Dp Minister zegt, dat wij nu tot de
materie zelf, tot den inhoud van de
amendementen komen. Het is een vraag
stuk van grooten ernst, dat uitvoerig dient
te worden overwogen. De bezwaren zijn
hem gesproken had. Z«ijn medereizigers
klaagden over de warmte, over den lan
gen duiur van de reds, maar hij hoorde
hen niet. Hij vergat alles oin zich heen
in de herinnering aan zijn liefde.
Het was laat in den avond en geheel
donker, toen hij te Liverpool aankwam.
Hij zou den nacht doorbrengen in het
huis van een emigratie-agent in Old-Rall
Street. Hier vond hij verscheiden mijnwer
kers uit Oornwallis, die met deuzelfcfen
trein waren gekomen, en dezelfde be
stemming hadden als hg zelf.
Den volgenden morgen was hij reeds
vroeg uit do veeren, want de „Stad Bal-
timore' 'zou te twaalf uur bet anker
lichten, en de tusschendekpassagiers
moesten een paar uur vroeger aan boord
komen. Ra het ontbijt schafte hij zich nog
enkele benoodigdheden aan, o.a. oen
stroomatras, een tinnen bord met een
lepel en vork en mes. Toen wachtte hij
ongeduldig op dein wagen die de passa
giers en hunne bagage naar de kade
brengen zou. Hij was benieuwd om het
schip te zien, en kennis te maken met het
verblijf, waarin hij tien of veertien dagen
zou moeten doorbrengen.
Hij behoefde niet lang te wachten, spoe
dig kwam de wagen voor, en weldra reed
hrj door de drukke straten der stad. Hij
kreeg slechts een klein gedeelte van Liver-
pod te den, maar dat was niet hef
in een ander licht gekomen, sinds de
medici niet meer durven verzekeren, dat
de inenting perse ongevaarlijk is. Spr.
betreurt daarom, dat deze amendementen
thans worden behandeld, omdat de ence-
phalitis-commissie zich nog niet heeft uit
gesproken. Maar omdat thans het dubium
grooter is dan vroeger, laat spr. de be
slissing aan de Kamer over.
De heer Kersten verklaart, dat deze
amendementen voor spr. niet geheel zon
der gevaar zijn, omdat daarin gebracht
is de vereenvoudiging van den eed. De
eed is een heilige zaak, desniettemin zal
spr. voor de amendementen stemmen.
Onder groot rumoer wordt tot stemming,
overgegaan.
Het eerste amendement wordt
aangenomen met 51 tegen 35 st.
Tegen de linkerzijde en de heer Lo-
vink, C.H.
De nadere amendementen wordén aan
genomen zonder hoofd, stemming.
De eindstemming van het wetsontwerp
wordt bepaald op Vrijdag.
Bond van Chr. Drukkerspa
troons in Nederland.
Onder leiding van den heer H. D'iemer
van Rotterdam, vergaderde deze .organi
satie Woensdag 28 Maart 1.1. te Utrecht.
Een der voornaamste punton van de
agenda was de bespreking van het nieu
we collectieve contract met d'e werkne
mers. Dit contract omvat aan paltroons-
zijde de drie werkgeversbondien, welke
onder den nabm van Federatie samenwer
ken, terwijl bij d'e werknemers vier organi
saties contractant zijlrx.
De vergadering heeft dit concept aan
vaard en de commissie met haar voor
zitter hartelijk dank gezegd.
Toch werd' over éen artikel groote ver
bazing uitgesproken. In artikel 28 toch
worden internationale feestdagen op één
lijn gesteld met kerkelijke en nationale
feestdagen. Als z.g. internationalen feest
dag kennen wij slechts 1 Mei, het z.g.
feest van den georganiseerden klas'sM-
strijd. Nu bleek uit de mededeelirfgen
van de patroonsonderhandelaars, dat de
afgevaardigden der Clhr. werknemers in
dezen ëén lijn hadden getrokken met de
moderne organisatie. Men achtte dit te
eenenmale onbegrijpelijk, al kan in vela
materieele vraagstukken hechte samen
werking bestaan met .andersdenkenden,
bij principieele zaken als deze met een
gevaarlijken achtergrond, moet men af
durven wijken.
De vergadering loofde het dus in haar
patroonsafgevaaid'igden dat dezen zich bij
de stemming wel hadden verklaard .tegen
dit vastleggen van internationale feesten
in het arbekfecontract. Er werd naarstig
geïnformeerd of er soms andere inter
nationale feesten konden worden ge
noemd ,b.v. van den Vrede, maar verder
dan den 1 Mei-dag toon men het nieit
brengen.
Natuurlijk zou ook in dezen de minder
heid! zich bij de meerderheid moeten neer
leggen, maar de teleurstelling over deze
Ondervinding was groot.
De Stichting Hoenderloo.
Woensdag heeft de jaarlijksche voor
jaarsvergadering van bestuursleden en
commissarissen der stichting Hoenderloo
te Amsterdam plaats gehad.
De voorzttier, de heer mr H. de Bie,
gaf een overzicht van de belangrijkste
gebeurtenissen van 1927. In dat jaar war
ren er gemiddeld 210 jongens op de
stichting; 115 aanvragen kwamen in, 49
jongens vonden plaatsing, 54 jongens ver
lieten de stichting blijvend, doordat voor
hen een blijvende positie in de maatschapi-
pij kon worden gevonden.
Öe heer H. L. van Beghen, penning
meester der stichting, deed' vervolgens
enkele mededeelingen over de financiën.
Het aandeel in het algemeen, subsidie/ be
droeg ongeveer f60.000. Aan contributies
giften en legaten werd .ontvangen meer
dan f 40-000.
Dank zij de medewerking der regeering
werd een annuïteit op de begrooting van
justitie geplaatst, waarmede de bouw van
een paviljoen voor individueel© opvoe
ding zal kunnen worden gefinancierd.
Tegenover deze annuïteit zal een obligatie-
leening worden uitgegeven, bestaande uit
80 obligaties a 11000, waarvan na de
fraaiste. In die ©ogenblikken aanschouw
de hij meer armoede en ellende dan hij
in zijn gansche leven gezien had. Hij
was blij, toen hij uit de rookerige, vunzige
atmosfeer der sombere straten op de kade
kwam, waar de frisschen zeewind hem te-
genwoei. 'tWas een Verrukkelijk tafreel
van leven en beweging en kleuren, dat
hem hier onder de oogen kwam.
Na het stille, eentonige bestaan, waiar-
aan 'hij te PenWharf gewend was, bracht
dit ongewone tooneel hem letterlijk in
verwarring. Wat zouden de visschers van
Portstrefs wel zeggen, indien zij dit alles
eens zagen! Dde broede rivier "bedekt
met iallooze vaartuigen van allerlei vorm
en afmeting. En dan de drukte, het ge
loop en getier op de landingsplaats, waar
monschen uit alle landen elkaar verdron
gen. Het was een gedrang, een ge
schreeuw, en gevloek, waarbij hoor en en
zien verging.
Gcruimen tijd stond hij als versuft te
kijken. Het rumoer der stemmen verdoof
de hem. Het voortdurend afwisselend
schouwspel bracht hem bijna van zijn'
stuk.
„Waar ter wereld gaan al deze men-
schen naar toe?' 'hoorde hij iemand in
zijn nabijheid vragen.
„Ik denk naar Amerika," luidde het ant
woord.
„Ua waai ter wereld," vraagde de eer
vergadering reeds 10 stuks werden toe
gezegd.
De directeur gaf daarna een terugblik
over het afgeloopen jaar; een jaarverslag
zonder cijfers, maar waarin de inzich
ten omtrent opvoeding worden weerge
geven. Het zal in druk verschijnen en aan
belangstellenden op aanvraag worden toe
gezonden.
De vice-v.oorzitter, de heer ir. H. de
Mol van Otterloo, 'had- den wensch te
kennen gegeven, zijn .plaats in het bestuur
aan een jongere kracht af te staan. In
zijn iplaats werd benoemd ir. J. J. van den
Broek te Dordrecht. In de plaats van mr
A. H. Servatius, die aftrad en nieit ten-
stond herkiesbaar was, werd tot be-
b'estuurslid gekozen de heer dr Th. Egi-
diois, wanende te Hoenderloo. Als nieu
we commissarissen werden benoemd
mej. S. 0- van Ouwenaller, jorikvr. mr. J.
A. baronesse van Verschuier en de heeren
jhr J. Beelaarts van Blokland, dr S- F.
H. J. Berkelbach van der Sprenkel, jhr
L. H. van Lennep, mr Th. Semeyns da
Vries van D'oesburgh en L. A. van Wijk.
Bevordering Zondagsrust.
De gemeenteraad van Zwijindreoht heeft
meft 8 tegen 6 stemmen besloten, dat do
herbergen en tapperijen des Zondags gedu
rende den geheelen dag gesloten moe
ten zijn.
Verder is besloten, een adres aan dé
Koningin te zenden, met verzoek hét daar
heen te leiden, dat in onze wetgeving
het beginsel, dat op Zondag slechts voor
onontbeerlijken arbeid de gelegenheid zal
blijven opengesteld, wordt in toepassing
gebracht,- en dat vanwege de Nederland!
sche regeering op de eerstvolgende ver
gadering van den Volkenbond het vraag
stuk van den Zondagsarbeiid aanhangig
wordt gemaakt.
Onbewaakte spoorwegover
gangen.
D© minister van waterstaat heeft onder
bepaalde voorwaarden aan den Bond van
bedrijfsautohouders in Nederland vergun
ning verleend tot het plaatsen op rijks
wegen van richtingaanwijzers en van
waarschuwingsborden bij onbewaakte
spoorwegovergangen. Deze richtingwijzers
en waarschuwingsborden zijin zoo inge»-
richt, dat daarop vallende lichtstralen wor
den teruggekaatst, zoadat de op die bor
den voorkomende aanwijzingen resp.
waarschuwingen ook des avonds en de'9
nachts goed zichtbaar, zijn.
Griffier Prov. Staten. Gister
avond hebben de leden van Ged. Staten
aan den scheidenden griffieir den heier
H. J. G- Hartman in het hostel de ANHj
een diner aangeboden. Tijdens dezen
mahltijd heeft de commissaris der Ko
ningin namens het college den hoer Hart
man toegesproken en hem namens de
leden als aandenken voor den langdurigen
aangenamen omgang een schilderij aange
boden.
Hedenmorgen heeft de heer Hartman
voor het laatst de vergadering van Ged.
Staten bijgewoond, in welke vergadering
zijd opvolger, de heer mr B- D- H. Tel-
legen als griffier werd beëedigd.
Een slechte verbindings
weg. Het Tweede Kamerlid de heer Vos
heeft den Minister van- Waterstaat de
volgende vragen gesteld:
Is het den Minister bekend, dat de weg
in den Caterspolder, die feitelijk een pol
derweg is, doch den eenigen verbindings
weg vormt tusschen Noord- en Zuid-Beve
land en Walcheren eenerzijds en Noord-
Brabant anderzijds, te smal is voor
het belangrijke autoverkeer,- dat zich al
daar de laatste jaren heeft ontwikkeld'?
Is het den Minister bekend, dat van de
in de vorige vraag bedoelde omstandig
heid vooral veel last wordt ondervonden;
in het najaar en in den winter, jvann'eer
het voor auto's ondoenlijk is elkaar te
passeeren, wijl dan de naast den weg
gelegen bermen zóó drassig zijn, daJt zij
daarin blijven steken?
Is het den Minister békend, dat aan de
bezwaren, welke bij het uitwijken op die
zen weg herhaaldelijk worden ondervon
den, kan worden tegemoet gekomen door
ter weerszijden van den weg een laag
steenslag, ter breedte van 75 c.M-, aan te
brengen?
Acht de Minister het, gezien da oim-
ste spreker weer, „zullen al die men-
schen ruimte vinden om te eten en te
slapen? 'tls een groot schip, een heel
groot schip zelfs, maar allen kunnen er
onmogelijk in geborgen worden. Zie eens,
daar komen er steeds meer."
„Wel ja", zeide zijn makker met een
VTG'ölijken lach, „denkt gij dan dat dit het
schip is, waarmee wij naatr den overkant
gaan?"
„Natuurlijk denk ik dat."
„Dian zou ik liever mijn mond houden,
men mocht anders denken, dat gij niet
goed bij het hoofd waart.:"
„Waarom zou men dat denken?"
„Bit is slechts eon havenboofc. Heb
dus geduld, on houdt u zoolang stil."
Na een korte poos begon de boot in be
weging te komen, en weldra staoande men
langs don achterstoven van de „Stad Bal-
timore", die daar op stroom lag, als
een klein eiland in den Oceaan.
Eenmaal aan boord gekomen na,m het
gedrang een eind. Paul was een en al
verbazing over do afmetingen van het
schip. Hij was meer dan eens aan boord
geweest van de Schoeners, die te Port
strefs ankerden, en had gemeend groote
schepen le zien. Maar in vergelijking van
dit zeekasteel waren het slechts booten
als nootendoppen.
Maar het was thans geen tijd voor be>-
spiegelingen. Evenals zijn medepassagiers
Het bericht in de bladen omtrent den
priester die bg de verzorging van melaat-
schen zelf melaatsch werd, gaf den Op-
roerigen Krabbelaar in „Het Volk" aan
leiding tot de volgende ontboezeming:
„Deze helden der tropen krijgen géén
eeresabels, géén ridderordes. Zij dragen
wèl een Kruis, maar niet van blinkend
metaal als luchtig Siersel op de borst.
Zij dragen het zware Kruis op den rug,
gelijk hun groote voorbeeld. Z ij doelen
geen traktaatjes uit; zij geven zich voor
Lazarus, gelijk hun groote voorbeeld. Zij
hanteeren den Bjjbel niet als arsenaal,
om daaruit het .geweld, de verdrukking,
de zonde goed te praten. Zij leven ais
engelen en sterven als helden. Zij vol
trekken in aanschouwelijkheid bet woord:
„Zie, Ik ben met U al de dagen." In
deemoed en bewondering staren wg naar
hen. Dit zijn de priesters. En dit is het
Geloof 1"
De Krabbelaar bad er nog bij kunnen
voegen: Deze helden des geioofs krabbe
len niet voortdurend om de menschheid
oproerig te maken en rebellen te kwee
ken, zij; prediken niet den klassenstrijd,
zij prikkelen niet den klassenhaat, zij
gebruiken niet de massa om zelf iets te
bereiken maai zij geven zichzelf voor
anderen, zij laten niet demonstreeren,
maar hun leven is één demonstratie, één
prediking, één verheerlijking van den
Christus, die door de Soc.-Dem. wordt
verworpen en bespot en altijd weer op
nieuw gekruisigd.
OPMERKER.
standigheid, dat de in het Rijkswegen
plan opgenomen hoofdweg tusschen Kar
pello en Bergen op Zpom op dit gedeelte
slechts een 'weinig ten noorden van den'
hierbedoelden weg isgeprojecteerd ein
dus in de toekomst waarschijnlijk aan een
ingrijpende verbetering van den laatstge
noemden weg geen behoefte zal blijken
te bestaan, niet gewenscht, dat, in afwach
ting van de totstandkoming van den ge
noemden hoofdweg, van den tlians be
staand en verbindingsweg de ergste ge
breken worden weggenomen?
Is de Minister, bij bevestigende beant
woording van de voorgaande vraag, be
reid te bevorderen, dat zoo spoedig mo
gelijk een maatregel, als bedoeld in de
voorlaatste vraag, worde getroffen?
Middelburg. De Malaria-film. Don
derdagavond werd in de Flora-Bioscoop
te Middelburg een goed bezochte bijeen
komst 'gehouden, uitgaande van de Af-
deoling Middelburg en Omstreken van den
Ned. Bond voor Ziekenverpleging.
De voorzitter, de heer A- Staverman,
heette de aanwezigen welkom en zeide,
dat het niet de gewoonte is van de vete-
plegenden zoo op den voorgrond te 'treden
evenmin als in de ziekenkamer. Maar
het bestuur wil toch af en toe de leden
en donateurs iets aanbieden en .waai hun
aantal niet zoo heel groot is, heelt heit
verschillende andere personen genoodigd.
De film, die zal worden vertoond is een
prachtig vredeswerk van hot Ned. Roode
Kruis, en zal worden toegelicht* dc*>r den
beer Dr I. Boskop, die door zijn
(verblijf in de tropen met den aard der
malaria goed bekend is.
Alvorens bet eerste -gedeelte van de
film werd vertoond, heeft dr Boskop
op populair-wetenschappelijke wijze uit
eengezet wat eigenlijk malaria is en er
o.a. op gewezen, dat zij in Zeeland den
laatsten tijd minder voorkomt, maar b v.
in Noord-Holland nog veel, verder dat
er verschil is tusschen de tropische ma
laria, die meermalen slachtoffers maakt,
en de hier bekende, die om de '3 of
4 dagen koorts doet ontstaan. Vroeger
werd de malaria aan slechte lucht toege
schreven, wat de naam der ziekte dan ook
reeds zegt, maar in 1880 kon worden
vastgesteld dat de oorzaak moet gezocht
worden in een parasiet, waarvan spr. de
voort plan ting, het binnentreden in de rneiv
schelijke bloedcellen enz. uiteenzette.
Hierna werd het eerste deel van da
film vertoond', die het gesprokene duide
lijker maakte.
Uit hetgeen de "heer dr Rwsfcop ter toe
lichting van het tweede en derde deel
zeide en uit die beide doelen zalf, kwam
duidelijk naar voren het verschil tusschen
was bij er thans op uit, zich een geschikte
slaapplaats te verzekeren, en hij haastte
zich met de anderen naar het tasschenr
dek, dat gedurende de eerstvolgende
oogsnhlikken het .tooneel was van een
algemeene verwairing. Het recht van de
sterkste gold ook hier. De bovenste kooien
waren het meest in trek en bijgevolg
het moeilijkst te bemachtigen. Het kwam
Paul voor dat hij nooit iets zoo onbehaag
lijks had gezien als deze kale houten
bakken.
I>e bovenkooien waren spoedig in het
bezit van de brutaalste en haindigste der
reizigers, en Paul moest zich vergenoegen
met een lagere slaapplaats. Twee jongelie
den, beiden met een aangenaam en fat
soenlijk voorkomen, waren zijin onder- en
'bovenburen.
„Goed gezelschap is f*pk wat waard",
overlegde hij bij zich zelf, terwijl hij
zijn matras op de harde planken legde, nu
on dan eon blik op zijn lotgenooten wer
pende, die zich met hetzelfde werk bezig
hielden.
„Een grappig nestje, vriend," zeide zijn
bovenbuurman, hem lachend aanziende.
„Ja, dat is het zeker," zeide Paul,
„maar i... denk, dat wij er wel spoedig
aan gewend zullen raken."
(Wordt vervolgd.)