DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
LANGS DEN AFGROND.
Uit de Provincie.
Zoeklichtjes.
VAN
DINSDAG 13 Maart 1928. No. 140.
DE ONGEHULDE MOEdER EN CE
ZIEKTEWET.
Over dit onderwerp schrijft Dt J. Th.
de Visser in „De Christenvrouw".
Na herinnerd; te hebben aan het stand
punt- van Minister Talma, die voor onge
huwde vrouwen de mogelijkheid opende
om bij bevalling toch uitkeering van ziei-
kengeld te krijgen en aan dat van Min. Aal-
berse, die op het voetspoor van. Dr A.
Kuyper de ongehuwde moeder van de
ziekteverzekering wilde uitsluiten, wijst
Dr de Visser er op, dait Minister Slotte-
maker de Bruine, blijkens het ontwerp-
Ziektewet zich aan Talmat'si zijde schaarde.
„In één opzicht wijkt minister Slotec
maker echter in dezen van Minister Talma
af. Met hjem het recht der ongehuwde
moeder op uitkeering van ziekengeld er
kennende, behoudens het geval van een
bekend onzedelijk gedrag, wil hij echter,
dat de uitkeering 'door het intermediair
van een orgaan, dat zich belast met de
zorg voor de ongehuwde moeder, de ver
zekerde zal ten goede komen.
De bedoeling is duidelijk. Het zieken
geld wordt beschikbaar gesteld ten bate
der ongehuwde moeder. Maar zij zelf
krijgt het niet in handen, doch wel de
een of andere philantrop'isc'he vereeniging,
die zich het lot van zulke vrouwen aan
trekt. Op die wijze meent de minister,
wordt het onderscheid tusschen. de gehuw
de en ongehuwde moeder in het oog
gehouden en worden evenmin de eis dien
van het recht als de waarde der philantro--
pie miskend.
Is deze tegemoetkoming aan de bezwa
ren, die tegen Talma.'s artikel, hetwelk
door Slotemaker werd gehandhaafd, zijn
ingebracht, voldoende, om als brug en
verzoening tusschen d'e strijdende partijen
te dienen?
Het is moeilijk, hoewel voorshands twiji-
fel rijst.
Ten eerste is de bedoeling van heit
voorgestelde allesbehalve duidelijk. Hoe
zal het gaan, wanneer de omgehuwdfe
vrouw hare bevalling wil afwachten in
haar ouderlijk huis of bij een bloedver
want of bij particuliere kennissen en
niet in een huis van d'e ee-ne of andere
vereeniging voor kraam verzorging? Ont
vangt zij dan geen uitkeering van zie
kengeld? Zoo neeQ, dan dwingt men fei-
d'elijk zulke vrouwen naar tehuizen voor
kraamverpleging en werkt de overheid de
verpleging dtoor eigen ouders of particulie
ren tegen, wat niet geoorloofd is. Maar
bovendien rijst de vraag of wanneer de
wet aan ongehuwde moeders recht geeft
op uitkeering van ziekengeld en dit
doet zij principieel door ziekte met zwan
gerschap en bevalling onvoorwaardelijk
gelijk te stellen diezelfde wet aan
de uitkeering weder zekere voorwaarden
verbinden mag, ontleend aan 'het onge
huwde moederschap. In elk geval zal
het dringend noodig zijn, dat de minister
zich in de memorie van antwoord nader
verklaart, hoe hij zich de practische wer
king van het door hem aangegeven en op
zichzelf te waardeeren expedient voor
stelt, voordat men .er een juist oordeel
over kan vellen.
Er rijst trouwens nog een ander be
zwaar. De minister zegt ten aanzien van
de ongehuwde verzekerde voor uitkeering
van ziekengeld bij bevalling en zwan
gerschap een bijizondere regeling te willen
treffen, en dit zal dan de regeling zijn,
die wij zooeven hebben besproken. Die
regeling komt dus niet in de wet, maar
*al komen bij1 Koninklijk Besluit of bij
Algemeenen Maatregel van bestuur, dus
buiten de Staten-Generaal om. 's Ministers
opvolgers kunnen derhalve deze regeling
terug nemen of wijzigen. Ben belangrijk
element van onzekerheid wordt derhalve
in de positie van de ongehuwde moe
der ten. aanzien van de wijze, waarop
het ziekengeld aan haar zal worden uitge
keerd, gebracht, iets wat juist met betrek
king tot zulk een zeer gewichtig vraagstuk
hoogst ongewenscht is. In elk geval zou
den wij dan in de wet de gedachte van
minister (Slotemaker willen zien beli-
FEUILLETON
31)
(Vrij naar het Engelsch.)
De oude man was niet te bewegen de
plaats te verlaten. De kust moet maar op
zichzelf passen," zei-de hij tot kapitein
Perkins. „Ik kan het niet van mij verkrij
gen weg te gaan, voordat ik weet wat er
van den jongen geworden is," en zichtbaar
aangedaan streek hij met zijn mouw langs
de oogen.
In zijn rusteloos heen en weer gaan in
de buurt van de mijnen hielden verschei
dene mijnwerkers hem gezelschap, maar
geen hunner had het durven wagen er in
af te dalen, ten einde een onderzoek te
doen naar den stand van het water. De
machine, die het water moest oppompen,
werkte met dubbele kracht, en men hoopte
dat het den volgenden Maandag tot staan
zou zijn gebracht.
„Ik ben van oordeel," sprak Toby tot
kapitein Perkins, „dat gij een onderzoek
moest laten doen. Wanneer de jongen nog
in leven is, dan mag hij niet aan zijn lot
overgelaten worden."
„Daar bestaat geen zweem van twijfel,
cha imd. indien name'ij die ge-la hte ze f
bij nadere ontwikkeling niet die b zwarm
blijkt te hebben, we'ke bij ons aanvan
kelijk daartegen bestaan. Wij hopen des
te eer, plat dit den minister mogelijk
zal zijn, omdat zijn voorstel in elk geval
toont, dat hem de bestaande ziektewet,
op dit punt niet voldoet.
Maar één ding staalt vast, en dat is, dat
wij ons principieel moeten verzetten tegen
het wegvagen van het onderscheid tus
schen gehuwde en ongehuwde moeders,
waar het de bemoeienis der overliteiid
betreft. En dat doen fij, die het moeder
schap zien als een maatschappelijke func
tie en betoogen, dat de moeder, dus
iedere moeder, die aan de samenleving
een kind geeft, voor den dienst, dien zij
daarmede aan de gemeenschap bewijst,
vanwege de maatschappij moet worden
beloond, door haar de opvoeding van haar
kind mogelijk te maken.
Het is duidelijk, dat men -ons hier in
een .gedachtenwereld brengt, die vierkant
staat tegenover de christelijke levenssfeer.
Daar oordeelt men, dat het moederschap
niets anders is en mag zijin, dan de vrucht
van de liefdevolle en algeheel© overgave
van man en vrouw aan eik-ander in een
wettig huwelijk naar de ordinantiën Gods.
Elk moederschap daarbuiten is in zijn we
zen zondig; berust op minachting van het
huwelijk en 'leidt tot ontwrichting van 't
gezinsleven, al blijft ten aanzien van het
individu het woord des Hoeren van
kracht: „Wie uwer zonder zonde is, werpe
den eersten steen op- haar."
Er is -d'us allerminst bezwaar tegen,
dat de wetgever het moederschap der
gehuwde vrouw als het normale demon
streert tegenover het moederschap der
-ongehuwde vrouw als het abnormale. Het
is zelfs haar plicht dat te doen. En heit
was ongetwijfeld een fout in Talma's wet,
dat dit onderscheid daarin geheel uit
het oog werd verloren, al geschiedde
dit uit menschlievende motieven.
Het zal echter zaak zijn, aan deze ta
pogen -op' andere wijze tegemoet te komen
dan hij deed. Het denkbeeld, hetwelk
minister Slotemaker opperdie, is dan ook
a priori niet verwerpelijk. Integendeel.
Ma-ar het zal nader moeten worden toe
gelicht en verbeterd, wil het aannemelijk
zijn. En blijkt dit niet te kunnen, dan is
het beter den weg, door Aalbers-e aange
wezen, -op te gaan, dan in de wetgeving
het beginsel vast te leggen, dat op het
gebied van de uitkeering van ziekengeld,
voor zoover zij wettelijk is geregeld, geen
onderscheid voor de overheid bestaat tus
schen de gehuwde en de ongehuwde moe
der.
Het gaat hier toch in laatste instantie
om de hechtheid van één der pijlers van
't maatschappelijk en staatkundig gebouw,
namelijk den eerbied voor het huwelijk
en het huisgezin."
De economische toestand van Zeeuwsch-
Vlaanderen.
De heer de Geer, minister van Finan
ciën, voorzitter van den Raad van Minis
ters, heeft op -de vragen van den heer Kor-
tenhorst betreffende het nemen van maat
regelen in het belang van den s'ocialen en
economischen toestand van Zeeu-wsch-
Vlaanderen, o.m. 'het volgende geant
woord:
Omtrent de werkloosheid in Zeeuwsch-
Vlaanderen valt het navolgende mede te
deelen:
Bij 15 correspondentschappen der ar
beidsbemiddeling in Zeeuwsch-Vlaande-
ren, vooral in het Oostelijk deel, waren op
het eind van elk der maanden in 1927 en
van Januari 1928 de volgende aantallen
werkzoekenden ingeschreven:
Januari 1927: 1167, Februari 1046,
Maart 1004, April 851, Med 671, Juni 527,
Juli 411, Augustus 328, September 315,
October 379, November 561, December
1286, Januari 1928: 1398.
Uit gegevens, verzameld in het begin
van Februari 1927 en begin Februari 1928
door den directeur der districtsarbeids
beurs te Terneuzen, waarbij van de 34 ge
meenten in 1927 23 gemeenten gegevens
inzonden en in 1928 25 -gemeenten, en
welk onderzoek omvatte zoowel de werk-
loozen, ingeschreven bij de organen der
arbeidsbemiddeling, als de werkloozen,
niet bij de arbeidsbemiddeling ingeschre
ven, -blijkt, dat in Februari 1927 in be-
dat hij nog in leven zou kunnen zijn," ant
woordde de aangesprokene, „en het zou
onverantwoordelijk wezen de levenden in
gevaar te brengen ter wille van een d-oode."
„Maar niemand kan met zekerheid zeg
gen, dat hij dood is," hield Toby vol, waar
op de mijnwerkers, die getuige waren van
dit gesprek, ongeloovig begonnen te
lachen.
„Gij lieden hebt goed Iaohén," riep Toby
geraakt, „maar een mensch kan lang op
zijn vet blijven drijven."
„Om dan tegen bet gewelf dood gedrukt
te worden," zeide een van de mijnwerkers.
„Neen, Mr Tobias, gij weet niet hoe het
er daar binnen uitziet."
„Weet ik dat niet?" vroeg Toby met een
driftigen ruk aan zijn das. „Wanneer gij
lieden het duizendste wist van hetgeen ik
gezien heb, dan zoudt gij u over niets meer
verwonderen. Hebben zij, toen wij in de
golf van Mexico kruisten, niet een boot
opgepikt, die drie weken onder water -ge
legen had? En de man, die er in zat was
die zoo dood als een pier? Ja, dat zoudt
gijlieden gedacht hebben. Maar neen, hij
sliep zoo rustig als een kind in zijn wieg.
En toen wij hem aan boord gehaald had
den. sloeg hij de oogen op, rekte zich even
uit, en vroeg daarop alsof er niets gebeurd
was, om een blaadje tabak."
loeide gemeent n 1823 werkloozen waren,
in Februari 1928: 2085, waarvan waren
362 landarbeiders, 302 transportarbei
ders, 128 bouwvakarbeiders (timmerlie
den, metselaars en opperlieden), 53 fa
brieksarbeiders, 12 schilders, 20 arbeiders
in andere beroepen en 211 arbeiders zon
der bepaald beroep.
Hoewel hierbij, gelijk uit bovenstaande
cijfers blijkt, de onontkoombare winter
werkloosheid van zeer grooten invloed is,
valt niet te ontkennen, dat de economische
toestand van dit gewest te wenschen over
laat, zelfs meer dan van de meeste andere
deelen van het Rijk.
Vergeleken met den toestand vóór den
oorlog valt te constateeren, dat de bevol
king thans in mindere mate haar bestaan
vindt in: a. het vervoer over de haven van
Neuzen; b. het periodiek in min of meer
groote ploegen gaan werken in Duitsch-
land en elders; c. in den landbouw, welke
thans minder arbeid van volwassen -man
nen vraagt.
Ook is de in de oorlogsjaren tot snelle
uitbreiding gekomen vlasindustrie na die
abnormale periode weer sued teruggeloo-
pen. Verder is van invloed op de werkloos
heid het groote verschil in levenspeil, al
thans in kosten van levensonderhoud, tus
schen Belgisch- en Zeeuwsch-Vlaanderen.
Gevolgen hiervan zijn o.a., dat vele Bel
gische arbeiders in Nederland komen wer
ken, wat vóór den -oorlog in hoofdzaak het
geval was in de grootindustrie; dat in Ne
derland wonen-de arbeiders in België geen
voldoend loon kunnen verdienen; dat de
kleinhandel in sommige artikelen zijn af
nemers, nog meer -dan vroeger reeds het
geval was, over de grens hun inkoopen ziet
doen.
De economisch belangrijkste bedrijfs
tak, nl. de landbouw, wijkt, wat de uit
komsten betreft, niet in bijzondere mate af
van de overeenkomstige bedrijven in an
dere deelen van het land. De hier vrij veel
voorkomende vlasbouw heeft over de prij
zen minder te klagen dan de verbouwers
van menig ander gewas.
■De verschillende omstandigheden heb
ben niet geleid tot finandieele moeilijkbe
den der gemeenten als in andere deelen
van het land blijkens bet belastingpeil bier
en daar voorkomen.
De Regeering is voortdurend bezig voor
het geheele land maatregelen in het econo
misch belang te treffen. Deze bestaan in
de meest uiteenloopende -daden van wet-
gevenden en uitvoerenden aard, welke zich
bezwaarlijk leenen tot een volledige op
somming.
Voor zoover Zeeuwsch-Vlaanderen door
bijzondere oorzaken economisch schade
lijdt, zijn of worden maatregelen genomen
cm, betzij -de -oorzaken weg te nemen, betzij
de gevolgen te verzachten.
Voor een belangrijk deel m-oet de zorg
der Regeering er op gevestigd zijn, daarbij
de eigen taak van -de inwoners der streek
en van de besturen van waterschappen, -ge
meenten en provincie niet aan zich te trek
ken en zoodoende de hoofdbron van de
welvaart, welker initiatief bij de belang
hebbenden berust, onwerkzaam te maken.
Maatregelen van den laatsten tijd, welke
in het bijzonder Zeeuwsch-Vlaanderen be
treffen, in verband met locale belangen en
moeilijkheden, zijn:
bet instellen eener permanente advies
commissie voor de vlasbewerking, meer
speciaal in het Zuiden des lands (door den
Minister van Binnenlandsche -Zaken en
Landbouw)
subsidies voor werkverschaffing aan
verschillende gemeenten (door den Minis
ter van Binnenlandsche Zaken en Land
bouw)
steun en voorlichting aan het klompen-
makersbedrijf in alle provinciën (door den
Minister van Arbeid, Handel en Nijver
heid)
vergunningen krachtens de Arbeidswet
om in de vlasbewerking 10 uur per dag en
55 uur per week te werken (door de ar
beidsinspectie)
overleg tusschen de Departementen van
Marine, Buitenlandscbe Zaken, Water
staat, Binnenlandsche Zaken en Land
bouw en Arbeid, Handel en Nijverheid
over het behoud van bet havenver-keer te
Neuzen;
onderzoek door 's Rijks Waterstaat naar
den invloed van de loozing der Rijkswate
ren op de ontwatering van streken, welke
van den hoogen waterstand te lijden heb
ben;
onderzoek, opgedragen door den Minis
ter van Waterstaat inzake verruiming van
„Dat is goed en wel," antwoordde de
man, die 'het laatst gesproken had, „maar
wij zijn bier niet in de golf van Mexico, en
in geen andere golf ook." Hierop verwij
derde hij zich en werd weldra door de an
deren gevolgd. Tegen het vallen van den
avond bevond Toby zich geheel alleen. Hij
had zichzelf willen opdringen, dat er mo
gelijkheid bestond, dat Paul nog in leven
kon zijn, maar het was hem niet gelukt
Naarmate de uren voorbijgingen vervloog
zijn hoop meer en meer, en begon hij
langzamerhand te wanhopen. En toch kon
hij er niet toe komen -de plek te verlaten.
Hij moest gedurig denken aan hetgeen
er nog niet lang geleden in een andere
mijn gebeurd was. Daar was eveneens het
water binnengedrongen, en een jonge man
van wien men stellig meende, dat bij zijn
dood in de diepte bad gevonden, was na
verloop van twee dagen onverwacht te
voorschijn gekomen. Zijn verloofde, aan
wie hij zich zonder voorafgaande waar
schuwing plotseling vertoond had, was
zoo geweldig ontsteld, dat zij hevige toe
vallen kreeg, en voor altijd in haar ver
stand gekrenkt bleef. Met dit geval voor
oogen bestond er altijd een flauwe he
laas 1 zeer flauwe hoop, dat Paul Vivian
nog tot de levenden behoorde.
Maar behalve Toby was er niemand, die
.•PS a plantsfn bij d° haven van Neuzen;
een toeslag uit 'sB,;ks schatkist aan de
erbruikers van electrischen stroom voor
vlasbewerking.
Verder werd krachtig bevorderd het
gaan werken van Zeeuwsch-Vlaamsche ar
beiders in België, Frankrijk en Duitsch-
land (Zeeuwsch-Vlamingen hebben steeds
in grooten getale 'buitenslands gewerkt).
Er zijn landarbeiders in Frankrijk, bouw
vakarbeiders en grondwerkers in België
geplaatst en in 1927 weer voor het eerst
in Duitschland 20 bouwvakarbeiders, 23
landarbeiders (als bietenrooiers) en eenige
grondwerkers, allen uit Oostel. Zeeuwsch-
Vlaanderen.
Voor 1928 is in voorbereiding plaatsing
van seizoenarbeiders in den landbouw en
van bouwvakarbeiders in West-Duitsch-
land en van ongeschoolde arbeiders in
België.
De emigratie van landarbeiders naar
overzeesc-he landen, met name voor Cana
da, werd bevorderd door bet verstrekken
van voorlichting, o.a. in vergaderingen. In
1927 zijn 171 Zeeuwsch-Vlamingen naar
overzeesche landen geëmigreerd, waarvan
25 met Overheidssteun (van Rijk en ge
meenten).
Veel aandacht werd voorts besteed aan
de -mogelijkheid van verplaatsing van ar
beidersgezinnen uit Zeeuwsch-Vlaanderen
naar elders in het land.
In -den jongsten tijd werd bepaald, dat
uit de gemeenten Axel, Biervliet, Bosch-
capelle, Clinge, Hontenisse, Hulst, Koe
wacht, Terneuzen, Schoondijke, St. Jan
steen en Westdorpe -50 arbeidersgezinnen
bij de Pbi-lipsfabrieken zouden kunnen
worden geplaatst. De verplaatsing van de
ze gezinnen wordt reeds voorbereid.
Stoomtramweg Mij Bres
ken s-M al d egh e m. Naar wij verne
men, zal op de algemeen e vergadering
op 24 Maart aan aandeelhouders der N.V.
Stoomtramweg Maal schappij Breskens—
Maldeghem worden voorgesteld over 1927
een dividend van 9 pCt. uit te keeren
.evenals het vorige jaar.
De Autodienst van Rilland-
Bath naar B. op Zoom en terug.
Te-gen de beschikking van Ged. Staten,
van Zeeland, d.d. 19 Aug. 1927, waarbij
aan J. F. Ogier te Rilland vergunning
is verleend tot het in werking houden
van een Autobusdiens-t van Rilland naai
Bergen op Zoom en .omgekeerd, uitslui
tend op Donderdagen, ging de Directie
der Nederl. Spoorwegen in beroep.
Dit beroep werd ongegrond verklaard,
aangezien in verband met de omstandig
heid, dat de kom van de gemeente Ril-
land-Bath vrij ver van het Spoorweg
station verwijderd is en met Ged. Staten
moet worden aangenomen,, dat de onder-
werpelijke Autobusdienst in een bestaan
de behoefte voorziet en daarom naast de
spoorwegverbinding tusschen (Je stations
Rilland-Bath en Bergen op Zoom reden
van bèstaan niet kan worden ontzegd, en
Ged. Staten de aangevraagde vergunning
mitsdien terecht hebben verleend.
lerseke. Door het Centraal Oesterbureau
alhier is tot zeer bevredigenden prijs een
partij zaaioesters naar Denemarken ver
kocht (6 miljoen) van 39 en 40 K.G. per
1C0O. Onderhandelingen met Duitschland
en Frankrijk zijn nog gaande. De vraag
is over het algemeen goed. De resultaten
het laatste seizoen m Denemarken zijn
zeer goed geweest.
Nieuwdorp. Maandag hield de Vereen,
voor Chr. Wijkverpleging Borssele-Nieuw-
dorp, alhier hare .jaarvergadering. De
voorzitter, D-s Elenbaas, opende op ge
bruikelijke wijze. Waar de secretaris, de
heer J. J. de Jager, verhinderd was de
vergadering bij te wonen, las de heer L.
Melse de notulen en het jaarverslag. Me
degedeeld werd, dat het ledental een wei
nig was gedaald, dat de zuster in 1927
1211 bezoeken had afgelegd bij 47 per
sonen en wel 396 bezoeken bij 30 zie
ken te Borssele, 764 bezoeken bij 14
personen te Nieuwdorp en 51 bij 3 zie
ken te 's Heerenhoek.
Stonden in 1927 onder toezicht 20 ge
zinnen, thans 27. Hierna deed de penning
meester, de heer De Meij, rekening over
het afgeloopen boekjaar. Ontvangen was
f 2706.69, uitgegeven f-2440.06, met een
kassaldo van f 2005.50.
De rekening werd, na het verslag der
commissie, goedgekeurd. De begrooting
1928 werd vastgesteld met een ontvangst
en uitgaaf van f 44)30.50 met een goed
slot van f 1634 30. De aftredende bestuurs-
deze hoop koesterde. Iedc-r ander be
schouwde zijn dood als een uitgemaakte
zaak. En toen de avond begon te vallen
zou de oude man er wel toe moeten oveT-
gaan om zich in het onvermijdelijke "'te
schikken, en ongetroost naar zijn eenzame
woning terug moeten keeren.
Het was een mooie avond in de maand
April. Er was geen wolkje aan den hemel.
De lucht was in het westen als met een
purperen gloed overgoten, terwijl die kleur
in het Oosten in het zachtste groen over
ging. De wind was geheel gaan liggen; 't
was «bladstil in de natuur. De stilte van dit
liefelijk avonduur werd slechts nu en dan
verbroken -door het lustig gefluit van een
lijster, die in de nabijheid zijn verblijf
scheen te houden. Plotseling hielden de
schelle tonen op, alsof het diertje begreep,
dat zijn vroolijk gezang niet in overeen
stemming was met de weemoedige herin
neringen, welke zich aan deze plaats vast
knoopten.
Toby had zich neer gezet op een ruwe
houten bank. Zwijgend rookte hij zijn pijp,
terwijl hij de oogen onafgewend op een
ladder hield gevestigd, die niet ver van de
plaats, waar hij zich bevond, uit de
schacht te voorschijn kwam. De oude man
i was in een treurige stemming. De stilte
van de verlaten mijn bij het wegstervende
'tls toch wel zielig, als men ziet wat
er zooal gedaan wordt om de openbare
scho-ol, die nog niet zoo lang gelellen
een overheerscbende positie innam, voor
-ondergaing te bewaren.
Eerst heeft men geprobeerd deze school
met dwang aan ons volk op te leggen.
Maar dat is mislukt. De strijd tusjschen
dwang en vrijheid is geëindigd met de
overwinning van de vrijheid.
Nu probeert men het op een andere
manier. Na de azijn komt de stroop.
Met godsdienst entedneel wordt nu
gepoogd de machtspositie van vroeger te
hernemen.
Wat onlangs te Sluiskil gebeurde blijkt
niet op zichzelf te slaan. Ook te Alblasser-
dam werd in een vergadering van „Volks
onderwijs" eerst iets ten beste gegeven
over den godsdienstigen grondslag van
de openbare school en daarna de avond
gevuld met de opvoering van to-oneel-
stukjes.
Hoogst voldaan, zegt het verslag, keer
den de aanwezigen huiswaarts.
Ik geloof het graag.
Maar o-f de openbare school van zulke
avonden profiteert is een andere vraag.
In elk geval is 't zielig dat de eens
zoo .hooggeleerde openbare school met
dergelijke middelen moet worden ge
steund N i
Eir zijn verarmde families bij wie de
tradities van het geslacht in hoog-e eere
worden gehouden. Maar de openbare
school is dat station al gepa'sseerd naar
't schijnt 1
OPMERKER.
leden de heeren J. J. de Jager, Joh. de
aan de veldvruchten. D-hr Ko-pp-ejan ge
looft niet dat er veel schade van onder
vonden wordt. De heeren de Korte, Huijs-
man en Dekker meene-n van wel. Op
Kok, F. de Kok en J. van Liere werden
bij acclamatie herkozen, terwijl in de va
cature C. Hage, die wegens voortdurende
ongesteldheid bedankt had, gekozen werd
de heer J. Paardekooper te Borssele.
Na dankgebed door den heer Melse,
werd de vergadering door den voorzitter
gesloten.
Serooskerke. (W.) D-onderdag trad als
spreker voor -de A.R. Kiesvereeniging op
het bo-o-fd der Chr. school dhr de Wolf,
met het onderwerp „Schoolartsen".
Sf-r. verklaarde o.m. het ontstaan van
liet Schoolartsen-instituut. Het was in den
tijd toen de geldmiddelen ruimschoots
binnenvloeiden, dat de aandacht oo-kwerd
gevestigd op het nu-t va-n schoolartsen j
doch later, toen de geldmiddelen minder
werden, werd deze kwestie wel ©enigs
zins op- den achtergrond geschoven. Aan
gezien den laatsten tijid de financiën
weer wat beter schijnen te gaan, is da
volle aandacht weer aan de schoolartsen
geschonken.
Spr. zette daarna uiteen het doel en'
werk der schoolartsen; en was van
meening, uit principieel oogpunt dat
wij als A.R. hiermede niet accoord kun
nen gaan, aangezien de taak der ouders
van het schoolgaand kind hiermede niet
in overeenstemming is. Het zou wel eens
weer een. stap in de richting kunndn
wezen -om de zorg aian de ouders van
het schoolgaand kind te ontnemen. Daar
na behandelde sp-r. de financieele zijde-.
Spr. achtte d-e-ze ook niet gering; en
was -dan -ook van meening dat de uit
gaven voo-r p-lm. 200 schoolgaan dteririrH
deren voor deze gemeente zouden word-en
ongeveer f350 per jaar. Hierna werd
gelegenheid- -opengesteld tot het stellen
van vragen, waarvan door een 6-tal der
aanwezigen gebruik werd gemaakt.
Meliakerke. Zaterdag vergaderde alhier
de gemeenteraad, aanwezig alle led-en.
Opening met gebed door den vo-orz. Van
Ged. Staten was ingekomen de goedge
keurde gewijzigde begroo-ting; het goedge
keurde gewijzigde reglement Burg. Arm
bestuur en kennisgeving dat te Tholen de
kermis is afgeschaft. Van -de Comm. tot
wering van schoolverzuim -diat to-t voorz.
is benoemd dhr A- Flach en tot secret,
dhr C- D-avidse.
Van d-e afd. der Z.L.M- te Meliskerice
was een verzoek ingekomen, om in de
verordening op te nemen de bepaling
dat het verboden is in de maanden
April, Mei en Aug. tamme -duiven te laten
daglicht maakte een -somberen indruk,
terwijl de schelle tonen van den lijster een
wanklank vormden in die zwijgende, droe
vige omgeving. Zooals gewoonlijk hield hij
een zijner oogen dichtgeknepen, maar
eensklaps sperde bij beide wijd open.
Daarop volgde zijn mond dezelfde bewe
ging, terwijl hij slechts met groote moeite
adem haalde. Zijn pijp viel hem uit de
hand, en brak in duizend stukken. Hij wil
de iets zeggen, maar zijn tong bleef aan
zijn gehemelte kleven. Hij wilde opstaan,
maar 'twas of bij door een onzichtbare
band vastgehouden werd.
Boven den rand van de donkere mijn
schacht vertoonde zich, door het licht der
avondzon beschenen, een menschelijk aan
gezicht een verwrongen, uitgeteerd, af
schuwelijk gelaat met bloed en slijk be
dekt, met oogen, die uit hun kassen sche
nen te puilen, en met een verwarde massa
donker haar, waaraan bloed en modder
kleefden. Een oogenblik later vertoonden
zich de schouders en weldra volgde het ge
heele lichaam. Toby wilde roepen of
schreeuwen, maar 'hij kon geen geluid
voortbrengen. In het volgende oogenblik
stond de gedaante op den beganen grond,
en staarde als verbijsterd om zich heen.
(Wordt TorvölgtL)