DE ZEEUW TWEEDE BLAD. LANGS DEN AFGROND. Uit de Provincie. Zoeklichtjes. VAN DINSDAG 13 Maart 1928. No. 140. DE ONGEHULDE MOEdER EN CE ZIEKTEWET. Over dit onderwerp schrijft Dt J. Th. de Visser in „De Christenvrouw". Na herinnerd; te hebben aan het stand punt- van Minister Talma, die voor onge huwde vrouwen de mogelijkheid opende om bij bevalling toch uitkeering van ziei- kengeld te krijgen en aan dat van Min. Aal- berse, die op het voetspoor van. Dr A. Kuyper de ongehuwde moeder van de ziekteverzekering wilde uitsluiten, wijst Dr de Visser er op, dait Minister Slotte- maker de Bruine, blijkens het ontwerp- Ziektewet zich aan Talmat'si zijde schaarde. „In één opzicht wijkt minister Slotec maker echter in dezen van Minister Talma af. Met hjem het recht der ongehuwde moeder op uitkeering van ziekengeld er kennende, behoudens het geval van een bekend onzedelijk gedrag, wil hij echter, dat de uitkeering 'door het intermediair van een orgaan, dat zich belast met de zorg voor de ongehuwde moeder, de ver zekerde zal ten goede komen. De bedoeling is duidelijk. Het zieken geld wordt beschikbaar gesteld ten bate der ongehuwde moeder. Maar zij zelf krijgt het niet in handen, doch wel de een of andere philantrop'isc'he vereeniging, die zich het lot van zulke vrouwen aan trekt. Op die wijze meent de minister, wordt het onderscheid tusschen. de gehuw de en ongehuwde moeder in het oog gehouden en worden evenmin de eis dien van het recht als de waarde der philantro-- pie miskend. Is deze tegemoetkoming aan de bezwa ren, die tegen Talma.'s artikel, hetwelk door Slotemaker werd gehandhaafd, zijn ingebracht, voldoende, om als brug en verzoening tusschen d'e strijdende partijen te dienen? Het is moeilijk, hoewel voorshands twiji- fel rijst. Ten eerste is de bedoeling van heit voorgestelde allesbehalve duidelijk. Hoe zal het gaan, wanneer de omgehuwdfe vrouw hare bevalling wil afwachten in haar ouderlijk huis of bij een bloedver want of bij particuliere kennissen en niet in een huis van d'e ee-ne of andere vereeniging voor kraam verzorging? Ont vangt zij dan geen uitkeering van zie kengeld? Zoo neeQ, dan dwingt men fei- d'elijk zulke vrouwen naar tehuizen voor kraamverpleging en werkt de overheid de verpleging dtoor eigen ouders of particulie ren tegen, wat niet geoorloofd is. Maar bovendien rijst de vraag of wanneer de wet aan ongehuwde moeders recht geeft op uitkeering van ziekengeld en dit doet zij principieel door ziekte met zwan gerschap en bevalling onvoorwaardelijk gelijk te stellen diezelfde wet aan de uitkeering weder zekere voorwaarden verbinden mag, ontleend aan 'het onge huwde moederschap. In elk geval zal het dringend noodig zijn, dat de minister zich in de memorie van antwoord nader verklaart, hoe hij zich de practische wer king van het door hem aangegeven en op zichzelf te waardeeren expedient voor stelt, voordat men .er een juist oordeel over kan vellen. Er rijst trouwens nog een ander be zwaar. De minister zegt ten aanzien van de ongehuwde verzekerde voor uitkeering van ziekengeld bij bevalling en zwan gerschap een bijizondere regeling te willen treffen, en dit zal dan de regeling zijn, die wij zooeven hebben besproken. Die regeling komt dus niet in de wet, maar *al komen bij1 Koninklijk Besluit of bij Algemeenen Maatregel van bestuur, dus buiten de Staten-Generaal om. 's Ministers opvolgers kunnen derhalve deze regeling terug nemen of wijzigen. Ben belangrijk element van onzekerheid wordt derhalve in de positie van de ongehuwde moe der ten. aanzien van de wijze, waarop het ziekengeld aan haar zal worden uitge keerd, gebracht, iets wat juist met betrek king tot zulk een zeer gewichtig vraagstuk hoogst ongewenscht is. In elk geval zou den wij dan in de wet de gedachte van minister (Slotemaker willen zien beli- FEUILLETON 31) (Vrij naar het Engelsch.) De oude man was niet te bewegen de plaats te verlaten. De kust moet maar op zichzelf passen," zei-de hij tot kapitein Perkins. „Ik kan het niet van mij verkrij gen weg te gaan, voordat ik weet wat er van den jongen geworden is," en zichtbaar aangedaan streek hij met zijn mouw langs de oogen. In zijn rusteloos heen en weer gaan in de buurt van de mijnen hielden verschei dene mijnwerkers hem gezelschap, maar geen hunner had het durven wagen er in af te dalen, ten einde een onderzoek te doen naar den stand van het water. De machine, die het water moest oppompen, werkte met dubbele kracht, en men hoopte dat het den volgenden Maandag tot staan zou zijn gebracht. „Ik ben van oordeel," sprak Toby tot kapitein Perkins, „dat gij een onderzoek moest laten doen. Wanneer de jongen nog in leven is, dan mag hij niet aan zijn lot overgelaten worden." „Daar bestaat geen zweem van twijfel, cha imd. indien name'ij die ge-la hte ze f bij nadere ontwikkeling niet die b zwarm blijkt te hebben, we'ke bij ons aanvan kelijk daartegen bestaan. Wij hopen des te eer, plat dit den minister mogelijk zal zijn, omdat zijn voorstel in elk geval toont, dat hem de bestaande ziektewet, op dit punt niet voldoet. Maar één ding staalt vast, en dat is, dat wij ons principieel moeten verzetten tegen het wegvagen van het onderscheid tus schen gehuwde en ongehuwde moeders, waar het de bemoeienis der overliteiid betreft. En dat doen fij, die het moeder schap zien als een maatschappelijke func tie en betoogen, dat de moeder, dus iedere moeder, die aan de samenleving een kind geeft, voor den dienst, dien zij daarmede aan de gemeenschap bewijst, vanwege de maatschappij moet worden beloond, door haar de opvoeding van haar kind mogelijk te maken. Het is duidelijk, dat men -ons hier in een .gedachtenwereld brengt, die vierkant staat tegenover de christelijke levenssfeer. Daar oordeelt men, dat het moederschap niets anders is en mag zijin, dan de vrucht van de liefdevolle en algeheel© overgave van man en vrouw aan eik-ander in een wettig huwelijk naar de ordinantiën Gods. Elk moederschap daarbuiten is in zijn we zen zondig; berust op minachting van het huwelijk en 'leidt tot ontwrichting van 't gezinsleven, al blijft ten aanzien van het individu het woord des Hoeren van kracht: „Wie uwer zonder zonde is, werpe den eersten steen op- haar." Er is -d'us allerminst bezwaar tegen, dat de wetgever het moederschap der gehuwde vrouw als het normale demon streert tegenover het moederschap der -ongehuwde vrouw als het abnormale. Het is zelfs haar plicht dat te doen. En heit was ongetwijfeld een fout in Talma's wet, dat dit onderscheid daarin geheel uit het oog werd verloren, al geschiedde dit uit menschlievende motieven. Het zal echter zaak zijn, aan deze ta pogen -op' andere wijze tegemoet te komen dan hij deed. Het denkbeeld, hetwelk minister Slotemaker opperdie, is dan ook a priori niet verwerpelijk. Integendeel. Ma-ar het zal nader moeten worden toe gelicht en verbeterd, wil het aannemelijk zijn. En blijkt dit niet te kunnen, dan is het beter den weg, door Aalbers-e aange wezen, -op te gaan, dan in de wetgeving het beginsel vast te leggen, dat op het gebied van de uitkeering van ziekengeld, voor zoover zij wettelijk is geregeld, geen onderscheid voor de overheid bestaat tus schen de gehuwde en de ongehuwde moe der. Het gaat hier toch in laatste instantie om de hechtheid van één der pijlers van 't maatschappelijk en staatkundig gebouw, namelijk den eerbied voor het huwelijk en het huisgezin." De economische toestand van Zeeuwsch- Vlaanderen. De heer de Geer, minister van Finan ciën, voorzitter van den Raad van Minis ters, heeft op -de vragen van den heer Kor- tenhorst betreffende het nemen van maat regelen in het belang van den s'ocialen en economischen toestand van Zeeu-wsch- Vlaanderen, o.m. 'het volgende geant woord: Omtrent de werkloosheid in Zeeuwsch- Vlaanderen valt het navolgende mede te deelen: Bij 15 correspondentschappen der ar beidsbemiddeling in Zeeuwsch-Vlaande- ren, vooral in het Oostelijk deel, waren op het eind van elk der maanden in 1927 en van Januari 1928 de volgende aantallen werkzoekenden ingeschreven: Januari 1927: 1167, Februari 1046, Maart 1004, April 851, Med 671, Juni 527, Juli 411, Augustus 328, September 315, October 379, November 561, December 1286, Januari 1928: 1398. Uit gegevens, verzameld in het begin van Februari 1927 en begin Februari 1928 door den directeur der districtsarbeids beurs te Terneuzen, waarbij van de 34 ge meenten in 1927 23 gemeenten gegevens inzonden en in 1928 25 -gemeenten, en welk onderzoek omvatte zoowel de werk- loozen, ingeschreven bij de organen der arbeidsbemiddeling, als de werkloozen, niet bij de arbeidsbemiddeling ingeschre ven, -blijkt, dat in Februari 1927 in be- dat hij nog in leven zou kunnen zijn," ant woordde de aangesprokene, „en het zou onverantwoordelijk wezen de levenden in gevaar te brengen ter wille van een d-oode." „Maar niemand kan met zekerheid zeg gen, dat hij dood is," hield Toby vol, waar op de mijnwerkers, die getuige waren van dit gesprek, ongeloovig begonnen te lachen. „Gij lieden hebt goed Iaohén," riep Toby geraakt, „maar een mensch kan lang op zijn vet blijven drijven." „Om dan tegen bet gewelf dood gedrukt te worden," zeide een van de mijnwerkers. „Neen, Mr Tobias, gij weet niet hoe het er daar binnen uitziet." „Weet ik dat niet?" vroeg Toby met een driftigen ruk aan zijn das. „Wanneer gij lieden het duizendste wist van hetgeen ik gezien heb, dan zoudt gij u over niets meer verwonderen. Hebben zij, toen wij in de golf van Mexico kruisten, niet een boot opgepikt, die drie weken onder water -ge legen had? En de man, die er in zat was die zoo dood als een pier? Ja, dat zoudt gijlieden gedacht hebben. Maar neen, hij sliep zoo rustig als een kind in zijn wieg. En toen wij hem aan boord gehaald had den. sloeg hij de oogen op, rekte zich even uit, en vroeg daarop alsof er niets gebeurd was, om een blaadje tabak." loeide gemeent n 1823 werkloozen waren, in Februari 1928: 2085, waarvan waren 362 landarbeiders, 302 transportarbei ders, 128 bouwvakarbeiders (timmerlie den, metselaars en opperlieden), 53 fa brieksarbeiders, 12 schilders, 20 arbeiders in andere beroepen en 211 arbeiders zon der bepaald beroep. Hoewel hierbij, gelijk uit bovenstaande cijfers blijkt, de onontkoombare winter werkloosheid van zeer grooten invloed is, valt niet te ontkennen, dat de economische toestand van dit gewest te wenschen over laat, zelfs meer dan van de meeste andere deelen van het Rijk. Vergeleken met den toestand vóór den oorlog valt te constateeren, dat de bevol king thans in mindere mate haar bestaan vindt in: a. het vervoer over de haven van Neuzen; b. het periodiek in min of meer groote ploegen gaan werken in Duitsch- land en elders; c. in den landbouw, welke thans minder arbeid van volwassen -man nen vraagt. Ook is de in de oorlogsjaren tot snelle uitbreiding gekomen vlasindustrie na die abnormale periode weer sued teruggeloo- pen. Verder is van invloed op de werkloos heid het groote verschil in levenspeil, al thans in kosten van levensonderhoud, tus schen Belgisch- en Zeeuwsch-Vlaanderen. Gevolgen hiervan zijn o.a., dat vele Bel gische arbeiders in Nederland komen wer ken, wat vóór den -oorlog in hoofdzaak het geval was in de grootindustrie; dat in Ne derland wonen-de arbeiders in België geen voldoend loon kunnen verdienen; dat de kleinhandel in sommige artikelen zijn af nemers, nog meer -dan vroeger reeds het geval was, over de grens hun inkoopen ziet doen. De economisch belangrijkste bedrijfs tak, nl. de landbouw, wijkt, wat de uit komsten betreft, niet in bijzondere mate af van de overeenkomstige bedrijven in an dere deelen van het land. De hier vrij veel voorkomende vlasbouw heeft over de prij zen minder te klagen dan de verbouwers van menig ander gewas. ■De verschillende omstandigheden heb ben niet geleid tot finandieele moeilijkbe den der gemeenten als in andere deelen van het land blijkens bet belastingpeil bier en daar voorkomen. De Regeering is voortdurend bezig voor het geheele land maatregelen in het econo misch belang te treffen. Deze bestaan in de meest uiteenloopende -daden van wet- gevenden en uitvoerenden aard, welke zich bezwaarlijk leenen tot een volledige op somming. Voor zoover Zeeuwsch-Vlaanderen door bijzondere oorzaken economisch schade lijdt, zijn of worden maatregelen genomen cm, betzij -de -oorzaken weg te nemen, betzij de gevolgen te verzachten. Voor een belangrijk deel m-oet de zorg der Regeering er op gevestigd zijn, daarbij de eigen taak van -de inwoners der streek en van de besturen van waterschappen, -ge meenten en provincie niet aan zich te trek ken en zoodoende de hoofdbron van de welvaart, welker initiatief bij de belang hebbenden berust, onwerkzaam te maken. Maatregelen van den laatsten tijd, welke in het bijzonder Zeeuwsch-Vlaanderen be treffen, in verband met locale belangen en moeilijkheden, zijn: bet instellen eener permanente advies commissie voor de vlasbewerking, meer speciaal in het Zuiden des lands (door den Minister van Binnenlandsche -Zaken en Landbouw) subsidies voor werkverschaffing aan verschillende gemeenten (door den Minis ter van Binnenlandsche Zaken en Land bouw) steun en voorlichting aan het klompen- makersbedrijf in alle provinciën (door den Minister van Arbeid, Handel en Nijver heid) vergunningen krachtens de Arbeidswet om in de vlasbewerking 10 uur per dag en 55 uur per week te werken (door de ar beidsinspectie) overleg tusschen de Departementen van Marine, Buitenlandscbe Zaken, Water staat, Binnenlandsche Zaken en Land bouw en Arbeid, Handel en Nijverheid over het behoud van bet havenver-keer te Neuzen; onderzoek door 's Rijks Waterstaat naar den invloed van de loozing der Rijkswate ren op de ontwatering van streken, welke van den hoogen waterstand te lijden heb ben; onderzoek, opgedragen door den Minis ter van Waterstaat inzake verruiming van „Dat is goed en wel," antwoordde de man, die 'het laatst gesproken had, „maar wij zijn bier niet in de golf van Mexico, en in geen andere golf ook." Hierop verwij derde hij zich en werd weldra door de an deren gevolgd. Tegen het vallen van den avond bevond Toby zich geheel alleen. Hij had zichzelf willen opdringen, dat er mo gelijkheid bestond, dat Paul nog in leven kon zijn, maar het was hem niet gelukt Naarmate de uren voorbijgingen vervloog zijn hoop meer en meer, en begon hij langzamerhand te wanhopen. En toch kon hij er niet toe komen -de plek te verlaten. Hij moest gedurig denken aan hetgeen er nog niet lang geleden in een andere mijn gebeurd was. Daar was eveneens het water binnengedrongen, en een jonge man van wien men stellig meende, dat bij zijn dood in de diepte bad gevonden, was na verloop van twee dagen onverwacht te voorschijn gekomen. Zijn verloofde, aan wie hij zich zonder voorafgaande waar schuwing plotseling vertoond had, was zoo geweldig ontsteld, dat zij hevige toe vallen kreeg, en voor altijd in haar ver stand gekrenkt bleef. Met dit geval voor oogen bestond er altijd een flauwe he laas 1 zeer flauwe hoop, dat Paul Vivian nog tot de levenden behoorde. Maar behalve Toby was er niemand, die .•PS a plantsfn bij d° haven van Neuzen; een toeslag uit 'sB,;ks schatkist aan de erbruikers van electrischen stroom voor vlasbewerking. Verder werd krachtig bevorderd het gaan werken van Zeeuwsch-Vlaamsche ar beiders in België, Frankrijk en Duitsch- land (Zeeuwsch-Vlamingen hebben steeds in grooten getale 'buitenslands gewerkt). Er zijn landarbeiders in Frankrijk, bouw vakarbeiders en grondwerkers in België geplaatst en in 1927 weer voor het eerst in Duitschland 20 bouwvakarbeiders, 23 landarbeiders (als bietenrooiers) en eenige grondwerkers, allen uit Oostel. Zeeuwsch- Vlaanderen. Voor 1928 is in voorbereiding plaatsing van seizoenarbeiders in den landbouw en van bouwvakarbeiders in West-Duitsch- land en van ongeschoolde arbeiders in België. De emigratie van landarbeiders naar overzeesc-he landen, met name voor Cana da, werd bevorderd door bet verstrekken van voorlichting, o.a. in vergaderingen. In 1927 zijn 171 Zeeuwsch-Vlamingen naar overzeesche landen geëmigreerd, waarvan 25 met Overheidssteun (van Rijk en ge meenten). Veel aandacht werd voorts besteed aan de -mogelijkheid van verplaatsing van ar beidersgezinnen uit Zeeuwsch-Vlaanderen naar elders in het land. In -den jongsten tijd werd bepaald, dat uit de gemeenten Axel, Biervliet, Bosch- capelle, Clinge, Hontenisse, Hulst, Koe wacht, Terneuzen, Schoondijke, St. Jan steen en Westdorpe -50 arbeidersgezinnen bij de Pbi-lipsfabrieken zouden kunnen worden geplaatst. De verplaatsing van de ze gezinnen wordt reeds voorbereid. Stoomtramweg Mij Bres ken s-M al d egh e m. Naar wij verne men, zal op de algemeen e vergadering op 24 Maart aan aandeelhouders der N.V. Stoomtramweg Maal schappij Breskens— Maldeghem worden voorgesteld over 1927 een dividend van 9 pCt. uit te keeren .evenals het vorige jaar. De Autodienst van Rilland- Bath naar B. op Zoom en terug. Te-gen de beschikking van Ged. Staten, van Zeeland, d.d. 19 Aug. 1927, waarbij aan J. F. Ogier te Rilland vergunning is verleend tot het in werking houden van een Autobusdiens-t van Rilland naai Bergen op Zoom en .omgekeerd, uitslui tend op Donderdagen, ging de Directie der Nederl. Spoorwegen in beroep. Dit beroep werd ongegrond verklaard, aangezien in verband met de omstandig heid, dat de kom van de gemeente Ril- land-Bath vrij ver van het Spoorweg station verwijderd is en met Ged. Staten moet worden aangenomen,, dat de onder- werpelijke Autobusdienst in een bestaan de behoefte voorziet en daarom naast de spoorwegverbinding tusschen (Je stations Rilland-Bath en Bergen op Zoom reden van bèstaan niet kan worden ontzegd, en Ged. Staten de aangevraagde vergunning mitsdien terecht hebben verleend. lerseke. Door het Centraal Oesterbureau alhier is tot zeer bevredigenden prijs een partij zaaioesters naar Denemarken ver kocht (6 miljoen) van 39 en 40 K.G. per 1C0O. Onderhandelingen met Duitschland en Frankrijk zijn nog gaande. De vraag is over het algemeen goed. De resultaten het laatste seizoen m Denemarken zijn zeer goed geweest. Nieuwdorp. Maandag hield de Vereen, voor Chr. Wijkverpleging Borssele-Nieuw- dorp, alhier hare .jaarvergadering. De voorzitter, D-s Elenbaas, opende op ge bruikelijke wijze. Waar de secretaris, de heer J. J. de Jager, verhinderd was de vergadering bij te wonen, las de heer L. Melse de notulen en het jaarverslag. Me degedeeld werd, dat het ledental een wei nig was gedaald, dat de zuster in 1927 1211 bezoeken had afgelegd bij 47 per sonen en wel 396 bezoeken bij 30 zie ken te Borssele, 764 bezoeken bij 14 personen te Nieuwdorp en 51 bij 3 zie ken te 's Heerenhoek. Stonden in 1927 onder toezicht 20 ge zinnen, thans 27. Hierna deed de penning meester, de heer De Meij, rekening over het afgeloopen boekjaar. Ontvangen was f 2706.69, uitgegeven f-2440.06, met een kassaldo van f 2005.50. De rekening werd, na het verslag der commissie, goedgekeurd. De begrooting 1928 werd vastgesteld met een ontvangst en uitgaaf van f 44)30.50 met een goed slot van f 1634 30. De aftredende bestuurs- deze hoop koesterde. Iedc-r ander be schouwde zijn dood als een uitgemaakte zaak. En toen de avond begon te vallen zou de oude man er wel toe moeten oveT- gaan om zich in het onvermijdelijke "'te schikken, en ongetroost naar zijn eenzame woning terug moeten keeren. Het was een mooie avond in de maand April. Er was geen wolkje aan den hemel. De lucht was in het westen als met een purperen gloed overgoten, terwijl die kleur in het Oosten in het zachtste groen over ging. De wind was geheel gaan liggen; 't was «bladstil in de natuur. De stilte van dit liefelijk avonduur werd slechts nu en dan verbroken -door het lustig gefluit van een lijster, die in de nabijheid zijn verblijf scheen te houden. Plotseling hielden de schelle tonen op, alsof het diertje begreep, dat zijn vroolijk gezang niet in overeen stemming was met de weemoedige herin neringen, welke zich aan deze plaats vast knoopten. Toby had zich neer gezet op een ruwe houten bank. Zwijgend rookte hij zijn pijp, terwijl hij de oogen onafgewend op een ladder hield gevestigd, die niet ver van de plaats, waar hij zich bevond, uit de schacht te voorschijn kwam. De oude man i was in een treurige stemming. De stilte van de verlaten mijn bij het wegstervende 'tls toch wel zielig, als men ziet wat er zooal gedaan wordt om de openbare scho-ol, die nog niet zoo lang gelellen een overheerscbende positie innam, voor -ondergaing te bewaren. Eerst heeft men geprobeerd deze school met dwang aan ons volk op te leggen. Maar dat is mislukt. De strijd tusjschen dwang en vrijheid is geëindigd met de overwinning van de vrijheid. Nu probeert men het op een andere manier. Na de azijn komt de stroop. Met godsdienst entedneel wordt nu gepoogd de machtspositie van vroeger te hernemen. Wat onlangs te Sluiskil gebeurde blijkt niet op zichzelf te slaan. Ook te Alblasser- dam werd in een vergadering van „Volks onderwijs" eerst iets ten beste gegeven over den godsdienstigen grondslag van de openbare school en daarna de avond gevuld met de opvoering van to-oneel- stukjes. Hoogst voldaan, zegt het verslag, keer den de aanwezigen huiswaarts. Ik geloof het graag. Maar o-f de openbare school van zulke avonden profiteert is een andere vraag. In elk geval is 't zielig dat de eens zoo .hooggeleerde openbare school met dergelijke middelen moet worden ge steund N i Eir zijn verarmde families bij wie de tradities van het geslacht in hoog-e eere worden gehouden. Maar de openbare school is dat station al gepa'sseerd naar 't schijnt 1 OPMERKER. leden de heeren J. J. de Jager, Joh. de aan de veldvruchten. D-hr Ko-pp-ejan ge looft niet dat er veel schade van onder vonden wordt. De heeren de Korte, Huijs- man en Dekker meene-n van wel. Op Kok, F. de Kok en J. van Liere werden bij acclamatie herkozen, terwijl in de va cature C. Hage, die wegens voortdurende ongesteldheid bedankt had, gekozen werd de heer J. Paardekooper te Borssele. Na dankgebed door den heer Melse, werd de vergadering door den voorzitter gesloten. Serooskerke. (W.) D-onderdag trad als spreker voor -de A.R. Kiesvereeniging op het bo-o-fd der Chr. school dhr de Wolf, met het onderwerp „Schoolartsen". Sf-r. verklaarde o.m. het ontstaan van liet Schoolartsen-instituut. Het was in den tijd toen de geldmiddelen ruimschoots binnenvloeiden, dat de aandacht oo-kwerd gevestigd op het nu-t va-n schoolartsen j doch later, toen de geldmiddelen minder werden, werd deze kwestie wel ©enigs zins op- den achtergrond geschoven. Aan gezien den laatsten tijid de financiën weer wat beter schijnen te gaan, is da volle aandacht weer aan de schoolartsen geschonken. Spr. zette daarna uiteen het doel en' werk der schoolartsen; en was van meening, uit principieel oogpunt dat wij als A.R. hiermede niet accoord kun nen gaan, aangezien de taak der ouders van het schoolgaand kind hiermede niet in overeenstemming is. Het zou wel eens weer een. stap in de richting kunndn wezen -om de zorg aian de ouders van het schoolgaand kind te ontnemen. Daar na behandelde sp-r. de financieele zijde-. Spr. achtte d-e-ze ook niet gering; en was -dan -ook van meening dat de uit gaven voo-r p-lm. 200 schoolgaan dteririrH deren voor deze gemeente zouden word-en ongeveer f350 per jaar. Hierna werd gelegenheid- -opengesteld tot het stellen van vragen, waarvan door een 6-tal der aanwezigen gebruik werd gemaakt. Meliakerke. Zaterdag vergaderde alhier de gemeenteraad, aanwezig alle led-en. Opening met gebed door den vo-orz. Van Ged. Staten was ingekomen de goedge keurde gewijzigde begroo-ting; het goedge keurde gewijzigde reglement Burg. Arm bestuur en kennisgeving dat te Tholen de kermis is afgeschaft. Van -de Comm. tot wering van schoolverzuim -diat to-t voorz. is benoemd dhr A- Flach en tot secret, dhr C- D-avidse. Van d-e afd. der Z.L.M- te Meliskerice was een verzoek ingekomen, om in de verordening op te nemen de bepaling dat het verboden is in de maanden April, Mei en Aug. tamme -duiven te laten daglicht maakte een -somberen indruk, terwijl de schelle tonen van den lijster een wanklank vormden in die zwijgende, droe vige omgeving. Zooals gewoonlijk hield hij een zijner oogen dichtgeknepen, maar eensklaps sperde bij beide wijd open. Daarop volgde zijn mond dezelfde bewe ging, terwijl hij slechts met groote moeite adem haalde. Zijn pijp viel hem uit de hand, en brak in duizend stukken. Hij wil de iets zeggen, maar zijn tong bleef aan zijn gehemelte kleven. Hij wilde opstaan, maar 'twas of bij door een onzichtbare band vastgehouden werd. Boven den rand van de donkere mijn schacht vertoonde zich, door het licht der avondzon beschenen, een menschelijk aan gezicht een verwrongen, uitgeteerd, af schuwelijk gelaat met bloed en slijk be dekt, met oogen, die uit hun kassen sche nen te puilen, en met een verwarde massa donker haar, waaraan bloed en modder kleefden. Een oogenblik later vertoonden zich de schouders en weldra volgde het ge heele lichaam. Toby wilde roepen of schreeuwen, maar 'hij kon geen geluid voortbrengen. In het volgende oogenblik stond de gedaante op den beganen grond, en staarde als verbijsterd om zich heen. (Wordt TorvölgtL)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 5