DE ZEEUW
en
en
DERDE BLAD.
Uit de Pers.
Berlijnsche Brieven.
Uit de Provincie.
Onderwijs.
Gemengd Nieuws.
SEN
rljgbaar.
MIJNHARDT'S
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct
Laxeer-Tabietten 60ct
Zenuw-Tabletten 75ct
Staal-Tabletten 90 ct
Maag-Tabletten 75 ct
ELBURG
de G 203
VAN
ZATERDAG 25 FEBRUARI 1928. No. 126.
Waarschuwende woorden.
Da bekende leider en vakvereenigingsman
der sociaaldemocraten, de heer Henri Polak
als Schaper en andere vooraanstaande per
soonlijkheden in die partij een selfmade
man heelt zijn 60en geboortedag gevierd,
en werd, naar aanleiding daarvan, door een
medewerker van „Het Volk" geïnterviewd.
In het relaas van dit onderhoud, zegt het
„Centrum", komen eenige merkwaardige pas
sages voor.
Hebben in het algemeen vroeg o.a. de
journalist uwe denkbeelden zich in den
loop der jaren nog gewijzigd?
En de heer Polak gaf dit beteekenisvolle
antwoord
Wat zal ik daarvan zeggen? Ik kwam
jong in de beweging, zuiver uit gevoels
overwegingen en vol revolutionairen drang.
Men stelt het zich dan alles erg sim
plistisch voor: je bezemt het kapitalisme
weg en de rest komt van zelf. Men is zich
dan nog niet bewust van de ingewikkeld
heid van het maatschappelijk leven, van
den groei van het eene stelsel naar het
andere, van den omvang der tegenwerkende
krachten. Ook rekent men dan niet vol
doende met psychologische faktoren.
Van geweld sprak de gewezen voorzitter
der S. D. A. P. onverholen zijn afkeer uit:
Van geweld, in welken vorm dan ook,
verwacht ik geen heil. Van het bolsjewisme
moet ik niets hebben en van die „een
heidsbeweging" evenmin. Als men het niet
met ons eens is laat men het ruiterlijk
lijk zeggen, de Partij verlaten en tegen
over haar gaan staan.
En verder
De grootste welvaart zou te duur ge
kocht zijn, indien zij zon moeten steunen
op knechtschap, op de belemmering der
vrije meenings- en wilsuiting.
Maai- ik geloof niet, dat geweld welvaart
scheppen kan. Zij kan slechts vrucht zijn
van de vreedzame en vrije samenwerking
dei' menschen.
Dit is duidelpe taal duidelijk ook en
vooral als waarschuwing.
De geestverwanten en partijgenooten van
den heer Polak mogen er hun voordeel mee
doen.
Want dat het oude revolutionnaire instinct
nog geenszins geweken is uit de S. D. A. P.
is bij de wjjze, vjaarop nog pas over de
gebeurtenissen van 1903 en 1918 gesproken
en geschreven werd, maar al te duidelijk
gebleken.
Druipt van bitterheid.
Onder dit opschrift merkte „De Stan
daard" het volgende op:
„Een fleurig boek kwam uit, frisch
van opzet.
Onder den titel „Onze Mei" werden
bijeenvergaderd een aantal schetsen van
onze meest bekende Nederlandsche
schrijfsters, waarin deze haar jeugdher
innering geven.
Jo van Ammers-Küller, Ina Boudier—
Rakker, Carry van Bruggen, Top Naeff,
Margot SchartenAntink en andere zijn
hier aan het woord.
In goedmoedigenluim voeren de hel
dinnen van de pen ons terug naar de
onbezorgde kinderjaren.
Toch is niet alles even goedmoedig.
Carry van Bruggen verplaatst ons naar
het kleine stedeken Tiel, waar haar vader
Joodsch leeraar was.
De synagoge heeft zij teruggezien en
naast die synagoge stond al in haar kin
derjaren de School met den Bijbel.
Nu nog.
Maar die school heeft een metamor
phose ondergaan, die door haar aldus
wordt beschreven: „Het fijne school, aan
den anderen kant, onderging alleen een
[uiterlijke gedaante-verwisseling de
„Vreeze des Heeren" wordt er nu onder
richt in een gloednieuw gebouw, dat let
terlijk druipt van het vet der Rijkssub
sidie".
De uitlating van deze toonaangevende
schrijfster is -teekenend voor de geestes
stemming van sommige kringen.
Zij „druipt" letterlijk van bitterheidl
EENHEIDSSTAAT.
Wij plegen over het Duitsche volk,
over de Duitsche taal en over Duitsch-
land te spreken op een wijze, die bij den
niet georiënteerden toehoorder een min
der juist beeld van de werkelijkheid zou
kunnen vormen. Nog daargelaten, dat er
duizenden Duitschers zijn, welke elkan
der, onder den invloed van het dialect,
uiterst moeilijk kunnen verstaan verre
van gemakkelijk zou 't u vallen, twee
Duitschers te ontdekken, die elkander in
hunne zienswijze en overtuiging, niet
slechts op politiek terrein, begrijpen,
waardeeren, laat staan aanvullen.
Een deel van 't Duitsche volk, het over
wegend kleinere deel uit de steden, zij,
die den nieuwen staatsvorm onderschrij
ven, wenscht ter blijvende bevestiging
van de republiek, uit het gecompliceerde
üuitaohe rijk «en eenheidsstaat te schep
pen. De woorden unitarisme, centralisa
tie, rijkshernieuwing, hervorming ran den
rijksbouw werden als een ballon d'essai
van Berlijn uit over de Duitsche landen
in de lucht gelaten en daalde in Thü-
ringen, in Saksen, in Beieren, in Wur-
tenberg en waar dan ook onder de be
volking, wier regeering werd uitgenoo-
digd, om naar Berlijn te komen,
In de groote congreszaal van de rijks
kanselarij waren de minister-presidenten
van 18 Duitsche landen- bijeengekomen,
in de zaal, waar 1878 het Berlijnsche
congres gehouden werd. Het presidium
had dr Marx op zich genomen. Een groot
aantal kaarten, speciaal voor deze histo
rische gelegenheid bestemd, hing aan de
wanden. De indeeling der referaten was
toevertrouwd aan den staatssecretaris der
kanselarij, dr Pünder.
Het bureau van den rijkspresident was
door den staatssecretaris Meissner ver
tegenwoordigd, die ook aan Ebert groote
diensten bewezen heeft. De rijksregeering
had uit München ook haar Beierschen ge
zant dr Haniel naar Berlijn geroepen,
naar ik vermoed, waar 't eerste nummer
der besprekingen: de verhouding tusschen
rijk en landen, vooral van Beiersche
zijde weinig instemming zou verkrijgen.
Neen, vooral de Beiersche bevolking
voelt weinig voor den eenheidsstaat, be
schouwt Berlijn als den a'Jes verslinden
den Moloch en de Beiersche vertegen
woordigers nemen op 't beslissend mo
ment geen blad voor hun mond, zeggen
precies, hoe ze 't vinden en vinden het
verre van mooi! Van het overwegend
socialistische en democratische deel der
republikeinen willen de Beiersche mo
narchisten „durchaus nichts wissen" en
dat bedenkende, kon men van deze met
grooten ophef aangekondigde „Landerkon-
ferenz" niet veel positiefs verwachten.
Een bevoegd staatssecretaris moet
reeds, voordat dr Marx zijn openingsrede
gehouden had er de aandacht op geves
tigd hebben „dass die Reichsregierung
nicht beabsichtige, die dureh Tradition
gewordene und durch Verfassung veran-
kerte gegenwartige staatliche Struktur
Deutschlands durch die Januarkonferenz
zu zerstören". Dat zegt genoeg. Van te
voren had Berlijn hiermede toegegeven,
dat 't tegen traditie, grondwet, tegen histo
rische zeden en gebruiken niet op kan.
Dr Held, de Beiersche minister-president
vatte zijn meening omtrent den eenheids
staat aldus samen:
„Op grond van historische ervaringen
en in verband met de geaardheid der
Duitsche stammen is voor het Duitsche
volk en de basis der samenleving niets
beters denkDaai dan de indeeling in sta
ten, die een zekere mate van zelfstan
digheid bezitten en in gemeenschappelij-
ken wedijver één doel beoogen: aan het
gansche vaderland zooveel mogelijk macht
te verleenen tot de ontvouwing der bui-
tenlandsche politiek.
Door de aanhangers en verdedigers van
den eenheidsstaat werd op veel gewezen,
dat te denken geeft: In 'trijk en in de ver
schillende landen dienen onder de huidige
omstandigheden 66 actieve ministers. In
'trijk zijn elf ministeries, waarvan alleen
Pruisen er zeven telt.
In 't rijk en de verschillende landen
telt men 2500 parlementariërs; geen land
ter wereld kent een zoo omvangrijke
volksvertegenwoordiging. Alleen de rijks
dag telt 493 afgevaardigden. De Pruisi
sche landdag beschikt over 450 leden. De
rijksraden omvatten 66 leden. Pruisen al
leen kent 77 Staats rate.
Een goed deel van deze politici kan
men alleen reeds in de hoofdstad des
rijks tegen 't lijf loopen. Men fluisterde
mij op de tribune in den rijksdag on
langs in 'toor, dat elke hoogere ambte
naar in dienst van het rijk ongeveer
een inkomen heeft, dat met 25 pet. van
een ministerieel inkomen gelijk staat. Of
daar niet enkele millioenen te besparen
zouden zijn? Pruisen wilde het voorbeeld
geven. Dr Nobis, de veeljarige vertegen
woordiger van Pruisen in den rijksraad,
uitte zich over het Pruisische standpunt
inzake de rijkshervorming in dier voege,
dat Pruisen er reeds in 1919 op aangedron
gen heeft, voor het definitief regelen
eener nieuwe grondwet voeling te ne
men met de regeering der verschillende
Duitsche landen tot het oprichten van
een Duitschen eenheidsstaat. Die aan
vrage moet in Weimar zijn uitgegaan
van sociaal-democraten, democraten en
het katholieke centrum.
Ondanks dit feit is het sedertdien tus
schen Pruisen en het rijk tot vele con
flicten, maar niet tot eenig positief besluit
gekomen. Woordelijk zeide dienaangaande
Ministerialdirektor dr Nobis: „Als staat
wil Pruisen tenslotte verdwijnen om op te
gaan in een werkelijken eenheidsstaat,
maar dan wenscht het ook, dat alle an
dere landen op denzelfden weg meegaan".
Dat Pruisen er op uit was, hier iets
positiefs te bereiken spreekt zonneklaar
uit dr Punder's uitlatingen dienaangaande:
„Ik verraad geen geheim want het is
vanzelfsprekend, dat deze landenconferen-
tie met groote zorgvuldigheid is voorbe
reid". Wanneer een ervaren staatssecre
taris in dienst van den rijkskanselier dat
zegt, dan moet men het gelooven.
De Landeshauptmann der provincie
Saksen bracht ook typische staaltjes van
verdeeldheid in midden-Duitschland, on
mogelijke verhoudingen, welke, door den
Heer Hübener weergegeven, den buiten
staander een indruk gaven van de on
houdbaarheid der politieke en economi
sche verhoudingen in midden-Duitschland.
106 Rijksvertegenwoordigers hebben een
dag langer dan beraamd was, beproefd,
tot een positief resultaat te geraken.
De vele landkaarten beoogden, hun een
beeld rwn de meer dan 200 enclaven (in-
gesloten gebieden) te geven, welke het re
sultaat zijn van djjiastieken strijd uit
vroegere eeuwen. Deze enclaven waren
voor de „Landcrkonferenz" echter bij
zaak hier zou 't immers gaan om de
18 Duitsche landen en steden, welke elk
op zichzelf absolute zelfstandigheid en
onafhankelijkheid demoqstreeren, terwijl
ze toch meer en sterker dan ooit thans op
elkander aangewezen zijn. Reeds bijl het
eerste referaat, voorgedragen door
Hamburg's eersten burgemeester Pe
tersen, werd voorgesteld, een com
missie van deskundigen te vormen,
welke alle ingediende voorstellen en ont
werpen aan een deskundig onderzoek zou
hebben te onderwerpen.
Deze wenk werd tot een teeken voor
de gansche conferentie. Men gevoelde, al
luisterend, dat 'thier tot geen positief
resultaat kón komen, dat men voorstel
len zou doen, welke op een verschuiving
zouden uitloopen. Juist de groote binnen-
landsche verdeeldheid, de zeer uiteenloo-
loopende zienswijzen van Duitschers on
der elkaar, de publieke vijandschap op
politiek gebied, kwam bij deze besprekin
gen van staatslieden onder elkaar sterk
tot uiting.
Mannen als Bazille, Duitsch-nationaajl
staatspresident van Wurtemberg, Held,
minister-president uit Beieren, kwa
men pal te gtaan tegenover Rraun, mi
nister-president van Pruisen, die zich
strikt aan Weimar hield, waar men den
federatieven staat verworpen en den een
heidsstaat in principe erkend heeft. Dr
Heldt, de minister-president van Saksen,
viel Braun bij, waartegenover Leuth-
hauser, minister-president van Thüringen,
dan weer de belangen der kleinere sta
ten plaatste. Geen wonder, dat daar Ull
rich, de staatspresident van Baden, aan
't eind der conferentie resumeerde, hoe
tot dusver slechts negatieve resultaten
bereikt werden.
De vice-kanselier, .de Duitsch-nationale
Hergt, stelde aan 'teind der conferentie
met een sarkastischen glimlach va;t, dat
'tonmogelijk gebleken was, aan 'tDuit
sche volk een definitieve conclusie mede
te deelen en herinnerde aan een 18 Ja
nuari uit den tijd, toen Bismarck aan
de Duitsche vorsten het zeer positief
resultaat van drie groote overwinningen
kon mededeelen, waarop de federatieve
Duitsche staat onder zijn sterk beleid
werd opgericht! Deze vergelijking tus
schen 1871 en 1928 was niet direct flat
teus voor de jonge Duitsche republiek en
haar ondernemend bewind.
- r - v
Bij Apoth. en Drogisten
Groede. Gistermiddag plm. 3 uur kwam
een wagen van den landbouwer Koster
uit Schoondijke uit de richting Breskens.
Even voorbij den Kruisdijfc zag het paard
de tram aankomen en keerde terug, waar
bij hij den korten dissel aftrok en op
hol ging. Het paard liep een wagen van
den molenaar Risseeuw uit Groede voor
bij, waardoor deze paarden, gespannen
voor een ledige wagen, verbonden met
een cultivator, ook er vandoor liepen,
met het gevolg, dat de jongste zoon
van genoemde R., welke de paarden
stuurde, onder den wagen terecht kwam.
Hij liep nogal ernstige kwetsuren aan
zijn been en gezicht op en klaagde
over pijn in den rug, zoodat geneeskun
dige hulp van Dr Wallien uit Breskens
noodzakelijk bleek. De paarden werden
ongeveer een K.M. verder tot staan ge
bracht, waarbij toen bleek, dat de wa
gen nog een wiel kwijt was.
Oostkapelle. Donderdagavond vergader
de de Landbouwvereeniging „Algemeen
Belang", onder leiding van den vice-voor-
zitter dhr K. Janse. Slechts 11 leden
waren aanwezig. Door den secr. dhr Joh.
Poppe werd het jaarverslag uitgebracht.
De Vereen, telt thans 74 leden. Dioor
den penningmeester, dhr J. de Visser
Gz. werd rekening en verantwoording ge
daan. D<e ontv. bedroegen f 14551.25, de
uitgaven f 14462.97, alzoo een goed slot
van f 88-28. De contributie der leden werd
weder voor een jaar vastgesteld. Tot af
gevaardigde naar de Z-L.M. werd benoemd
dhr J. Lous Azn.
De leerlingenschaal. De te
genwoordige leeriingenschaal brengt met
name voor de kleine scholen groote moei
lijkheden met zich.
In de groote gemeenten zijn de be
zwaren niet zoo groot. Daar weet men
ze goeddeels te overwinnen door het aan
stellen van boventallige onderwijzers,
maar voor de kleine gemeenten op het
platteland is dat niet wel mogelijk.
En de toestand wordt nog verergerd
door de vervroegde invoering van het
7e leerjaar waardoor het' geven van be
hoorlijk onderwijs in kleinere scholen in
hooge mate bemoeilijkt wordt.
Het verdient dan ook toejuiching dat
door den heer Zijlstra een initiatief-voor
stel is ingediend om de leerlingenschaal
te veranderen.
In de memori» ran antwoord wordt
door don roorstallar gewezen op d» nood
In de nabijheid van Katwijk werden Donderdag in do duinen militaire oefeningen
gehouden, welke door H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana werden bij
gewoond. Hierbij een plaatje van de tank, weike gedemonstreerd werd.
kreten, die oprezen uit de onderwijswe
reld zelf en die tot uiting kwamen a.ler-
eerst in het adres, dat twee federaties
van R.-K. onderwijzers in Nederland bij
de Tweede Kamer inzonden. In de me
morie van toelichting, bij dit adres ge
voegd, wordt gewezen op het feit, dat de
geschiedenis van ons onderwijs duidelijk
doet zien, hoezeer bij elke onderwijswet-
geving getracht is zooveel mogelijk de
kleine scholen tegemoet te komen. In
andere richting bracht de bezuiniging,
die de 48-scliaal veroorzaakte en, als nu
het resultaat eener enquête naar de wer
king van deze schaal is weergegeven,
wordt het volgende geconstateerd: „deze
cijfers der enquête wijzen uit, dat in
nauwelijks drie jaren tijds door het 48-
stelsel aan onze lagere scholen een toe
stand is onts.aan, waardoor inder
daad groot gevaar dreigt voor
,onze volksontwi kkeling. Steeds
meer en meer doet dit funeste stel
sel zijn nadeeligen invloed op ons onder
wijs gevoelen."
Ook de Vereen, van Christelijke onder
wijzers en onderwijzeressen in Neder
land en over^eesche bezittingen ste.de
een enquête omtrent den toestand in
en pleitte op grond daarvan voor spoe
dig herstel van de leerlingenschaal der
technische herziening.
En in de derde plaats, zegt de voor
steller, moge gewezen worden op het
adres, dat deze Kamer toekwam uit de
kringen van het openbaar onderwijs, een
adres namens de vereeniging „Volkson
derwijs", -geteekend door de heeren Mr
H. Smeenge en Klaas de Vries, waarin o.m.
gewag wordt gemaakt van de groote
bezorgdheid, waarmede het hoofd
bestuur der genoemde vereeniging de bui
tengewoon groote moeilijkheden van het
onderwijs op de lagere, zoo>we, bijzondere
als openbare scho.en ziet, moeilijkheden,
die verband houden met het groo, aantal
leerlingen per klasse en het op honder
den plaatsen ten p.attelande groot aantal
leerjaren onder leiding van één leer
kracht.
De doorwerking van de 48-schaal, zoo
wordt in dit adres gezegd, doet zich
op on.rustbarende wijze gevoe
len in het ontslaan van voor het geven
van vruchtdragend onderwijs ondeugde
lijke toestanden. En nog wordt gewezen
op de gehouden enquête voor de R.K.
scholen, waardoor ten duidelijkste met
cijfers is aangetoond ^hoe ontstekend de
toestand in dezen is'
Benoemd tot onderwijzer aan een open
bare lagere school te Rotterdam de heer A. C.
de Coninck van Temeuzem, thans werkzaam
als tijdelijk onderwijzer aan school A te
Biervliet.
Een schoolhoofd in 1842. In „De
Vacature" vinden wij de volgende oproeping
van sollicitanten naar de betrekking van
schoolhoofd te Arnemuiden in
1842:
Door het gemeentebestuur aan den onder
wijzer H. W. Hogerheyde op deszelfs ver
zoek eervol ontslag als schoolonderwijzer ver
leend zijnde, in te gaan met 1 Januari 1842,
onder toekenning van een jaarlijksch pensioen
van f 350, te voldoen f 250 uit stadskas en
f 100 uit het gemeentelijk inkomen van ^zijnen
opvolger; zoo worden sollicitanten, den derden
of hoogeren rang bezittende, bij deze uitge-
noodigd voor genoemden post van onderwij
zer, aan welken de bediening van voorzanger
en koster verbonden zijn, en, indien iemand
van de Hervormde geloofsbelijdenis gekozen
wordt, verbonden zullen blijven, zich met hun
ne Acte van den derden of hoogeren rang
en bewijzen van bekwaamheid en goed gedrag,
vóór of op den 26 November aanstaande,
portvrij aan te melden bij den Burgemeester
dhr C. D. Baars.
De jaarlijksche voordeelen zijn: een landsin-
komen van 61 gulden; van de Gemeente 125
gulden (per jaar), waarvan ieder quartaal f 25
wordt ingehouden voor den gepensionneerden
(voorganger); voor het onderwijs van kinderen
van gealimenteerde ouders f 20de school
gelden, geraamd op f300 a, f400; voorts casu
quo als koster en v'oorzanger £72; voor het
ophalen der zitplaatsgelden (zitplaatsen in de
kerk) ruim f 10voor het schoonhouden der
kerk f24; zevenachtste last turf uit de kerke
lijke fondsen, ten einde daarvoor, gedurende
dan winter, dee Zondags en in de week-
arondkerk, 4e noodige «teven met vuur te
zetten; eindelijk gedurende het teven van den
altredenden onderwijzer, het vrye gebruik van
het aanwezige schoolvertrek en van de school-
meubeien.
Aan mjjn broer. Dezer dagen kwam
op het postkantoor te Vinkeveen een brief
kaart aan met het volgende adres„Aan
mijn broer te Vinkeveen". De kaart kwam
aan het juiste adres.
Blo em enr ervoer per vlieg
tuig. Alle teekenen wijzen erop, dat in 19c8
het exporteeren van snjjnloeman per vlieg
tuig weer zal toenemen. Dezer dagen beslool
het bestuur van de Boskoopsche veiling zyn
veilinguren te wijzigen en te regelen naar
de vertrekuren der vliegtuigen. In verband
met aanvragen uit versemhende deelen des
lands zal de beschikbare laadruimte naar En
geland, Duitschland, benemarken, Zweden en
Zwitserland door de K.b.M. en de anders
luchlvaarlmaatsciiappijen worden vergroot. De
totale hoeveelaeid door de luent geexporteerde
bloemen bedroeg in 192? ruim 130.CD0 K-O.
tegen öO.Ouü in 2926.
Geheime distilleerder jj en.
Gisteren hebben belastingambtenaren uit
Groningen, Roden en Norg, geassisteerd dooi
gemeentepolitie, een inval gedaan in de wo
ningen van V. te Eendervald (gem. Norg) en
W. te Leutingesvolde (gem. Roden). Bij eerst
genoemde werd een compleet, in werking zqnd
distiilatieloestel gevonden, benevens een be-
langnjir quantum gestookte jenever en gistings-
producten. De distdieeraetel was geplaatst in
een kelder onder de woning; de leiding kwam
uit in een schoorsteen. Bij W. te beutinge-
wolde werden aangetroften eenige onderdoe
lea van een distilleerketel, die samen een
volledig distiilatieloestel vormden. Een en an.
der is in beslag genomen en per auto ver
voerd naar het kantoor der directe belastin
gen invoerrechten en accijnzen te Roden, le
gen V. en W. is proces-verbaal opgemaakt.
Ruzie in den Raad van Haar-
lem. De Haarlemsche gemeenteraad had
Woensdag i'a gemoedelijk karakter verloren.
Een paar ongeorganiseerde werkloozen waren
er de oorzaak van.
Dezen maakten eenige dagen geleden een
relletje op de Arbeidsbeurs. De politie moest
er zelfs aan te pas komen, daar zy dan di
recteur, den heer Vader bedreigden.
Bk en W. hadden de betrokken werkloozen
gestraft met drie maanden uitsluiting van deel
neming aan de beurs.
Het lid van de anti-stemdwangpartij, de heer
Oversteegen meende, dat B. en W. een „bruta-
len" maatregel hebben getroJen. Volgens hem
zou deze straf, zonder dat de zaak voldoende
was onderzocht, gegeven zijn. Dan beweerde
de heer Oversteegen in het vervolg van zijn
zeer heftig betoog, dat de heer Keesen in
een vorige vergadering, de ongeorganiseerde
werkloozen „klaploopers" had genoemd.
De heer Keesen: „Dat heb ik niet gezegd 1"
De heer Oversteegen: „Wel waar en ik wil
hier even zeggen, dat de werkloozen geen
klaploopers zyn.
Wilt u weten waar klaploopers zijn Die
zitten in het Burgerlijk Armbestuur!"
Voorzitter: „Wilt u dat gezegde herroepen?"
De heer Üversteegen: „Ik herroep niks".
Voorzitter: „Dan ontneem ik U het woord 1"
De heer Oversteegen: „Boe, boe, doe het
maar gerust, ik hliji toch spreken 1"
Op voorstel van den voorzitter werd daarna
besloten den heer Oversteegen het woord, te
ontnemen.
Even later: weer een incidentje.
De nestor van den raad, de heer Van der
Kamp verloor zjjn bijna spreekwoordelijk ge
worden kalmte en verweet den voorzitter, dat
hij de leiding niet voldoende in handen had en
dat „mijnheer de voorzitter goed zou doen,
de lijntjes wat strakker te houden".
De voorzitter wenschte dit „lesje" niet te
aanvaarden en besloot zjjn fel antwoord met
een nog felleren hamerslag. (Tel.)
Mishandeling. Te Heusden ont
stond ruzie tusschen eenige personen uit Heus
den en Herpt. Daarbij kreeg H. een steek
in den schouder en P. F., uit Luttelherpt,
een ernstige steekwond in den rug. Men vreest
dat van den laatste de longen geraakt zijn.
Hij is in het St. Antoniusgesticht opgenomen.
Zijn toestand is ernstig.