p OE ZEEUW mm TWEEDE BLAD. ITHEKER, e Goes OON- HUIS ARKENS, ;tbode Staten-Generaal. LANGS DEN AFGROND. Binnenland. Uit de Provincie. 3 aanbevolen ijgbaar bjj t u TEN: Bouwland Kalf koe, O P FEUILLETON. 77V OON 168. drank o nemen. 20 H. A. den vóór 15 oot iEKE. Kapelle, if van ligging ïtter J Bur. ►as. of 16 Februari. 1, Oostsingel. 200 Kilo en ENDERTSE; nazie op con- flinke prijzen. )men bij «wijkstraat 58. IT elef. 173. een Boeren- liefst werkend Noordbeek, ONGE, Land- ahoudster ÊVAAL. Lx., Rltthwn. VAN VRIJDAG 10 FEBR. 1928. No. 113. EERSTE KAMER. Vergadering van Woensdag. Herdenking prof. Lorentz. Alvorens de behandeling van de aan hangige wetsontwerpen aan te vangen wenscht de voorzitter een enkel woord van hulde te spreken aan d'e nage dachtenis van den grootten doiode, wiens stoffelijk overschot heden ter aarde wordt besteld, prof. Lorentz. De Minister van Arbeid, Handel en Nij verheid, de heer S.lotemaker de Bruine, sluit zich' namens de regeering bjj de woorden van den voorzitter aan. Dat zij in de hulde aan prof. Lorentz' na gedachtenis niet achter wil blijven, moge blijken uit bet feit, dat zij door eenige van spr.'s ölmbtgenooten heden vertegen woordigd is bij de begrafenis van het stoffelijk overschot. Vaccinatie-wetje. Aan de orde is het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de wettelijke bepaling betreffende de vaccinatie. Die heer Rink (V-B.) heeft met groote bezorgdheid van dit ontwerp kennis geno men. Hij vreest dat dit een eerste stap is tot opheffing van den wettelijken vacci- natiedwang. Spr. vraagt, welke omstandigheden nu eigenlijk deze schorsing wettigen? Op die vraag wordt geen duidelijk antwoord ge geven. Ziekere, niet nader omschreven, Goessche gevallen blijken den doorslag te hebben gegeven, maar gegevens om na te gaan waarin de beteekenis van die gevallen gelegen was, worden ons ont houden. Wij moeten afghiah op de verklaring van den minister dat de ongevaarljjkhieid der vaccinatie wetenschappelijk niet meer vaststaat. Daaruit volgt nog geenszins, dat de gevaarlijkheid wel vaststaat, zooals in tendentieuze dagbladartikelen is beweerd. Spr. stelt tegenover bet problematieke gevaar bij vaccinatie het zekere gevalar bij niet-vaccinatie. Verslapping van de vaccinatie-gewoonte beteekênt het binnen halen van de pokken. De heer Verkout er en (C.H.) is be vreesd, dat door deze wet niet alleen de vaccinedwang, maar ook de vaccinatie zelve geschaad wordt. Wij kunnen ons thans niet bneer voorstellen, welk een ellende vroeger de pokken hebben ver oorzaakt. Spr. heeft vroeger tal van per sonen gekend, die door de pokken waren geschonden; tegenwoordig kent hij er slechts één. Van de Oranjevorsten zijn er drie aan de 'pokken bezweken en één beeft op den dood gelegen. Als dit aan het groene hout geschiedt, wat zal dan geschieden aan het dorre hout. Spr. heeft een heele lijst van medici, die tegen de vaccinatie zijn, maar tegen over de ervaring maakte deze lijst op spr. geen indruk. Alle leiders in dezen strip tegen den vaccinedwang zijd met hun gezinnen "gevaccineerd en gerevac- ciheerd. Do heer Hermans (S-DO: Anders waren ze dood. Dé heer Ver kou ter en: Alsjeblieft 1 Spr. wil den minister een jaar tijd geven voor de bestudeering van het ver band tussohen de vaccinatie en de en cephalitis. Na dat jaalr zullen, we verder zien. De heer W i b a u t (S.D.) heeft met volle instemming voor hét overgroot© deel de rede van den heer Rink gevolgd, maar komt niet tot dezelfde conclusies Spr. acht waf wij gaan doen gevaarlijk, en toch acht hij zich niet verantwoord, als hij zich tegen het ontwerp gaat verzetten. Het vermoeden is ontstaan, dat in een aantal gevallen hét va'ccineeren den dood heeft veroorzaakt. 'Vast staat dit niet, maar het vermoeden bestaat. Nu zijn wij in een periode van onderzoek en spr. (Vrjj naar het Engelsch.) Vijf jaar nadat haar echtgenoot het dorp verlaten had, kwam Nioolaas Bray op het werk te Wheal Anthony. Mary had haar ouden aanbidder in geen acht jaar gezien, en toen zij hem nu terug zag, kon zjj ter nauwernood haar oogen gelooven. Was dit de man aan wien zij haar jeug dig hart geschonken had? Dlit het ideaal, waaraan zij zoovele jaren de herinnering haxl bewaard? Helaas I hoe was de afgod van zjjtn voetstuk gevallen. Hoe was het mogelijk, vrbeg zij zichzelf, dat zij dezen rawen luidruchtige© man met zijn grof zinnelijk gelaat ooit had kunnen liefheb- Den. Was het ter wille van zulk een man, dat z ïjhaar braven, geduldigen echtge noot tot ballingschap veroordeeld had? j j, an?e Mary sloot zich den ganschen Tm i j *n ^aar kamer op, en weende totdat de bron harer tranen opgedroogd scheen. Eindelijk waren haar de oogen datbaar braven, geduldigen echtge noot m zijn ware gedaante, een man uit izenden, te zachtmoedig om wrok te es teren, te edel en te onzelfzuchtig om hoopt en verwacht, dat de wetenschap binnen niet al te langen tijd meer zeker heid heeft. Eu wanneer hoven verden king zou komen te staan, dat vaccinatie in sommige zeer enkele gevallen ge vaarlek is, dan is het de tijd om te spreken over de noodzakelijkheid van op heffing der verplichting. De beer B1 o m j o u s (A.R.) wijst er op, dat er op het oogenblik een apert ge vaar bestaat, dat bewezen wordt door de statistiek. In deze omstandigheid zou ver plichting een zeer zwaren last leggen op de ouders. "Spr. wil daarom' zijn stem aan dit ontwerp niet onthouden. De heer De Veer (A.-R.) merkt op, dat het op het oogenblik uitsluitend gaat om de tijdelijke opheffing van art. 17. Men mag niet uit bet oog verliezen, dat het ontwerp in 'de Tweede Kamer m,et op één Wei 3,l§6m|6,Gn|8 stGrnimiGQi is aangenomen en het de gewoonte is, dat de Eerste Kamer zich bij een dergelijke duidelijke uitspraak neerlegt. Het beeft spreker dan ook verwonderd, dat de beer Rink zich tegen het ontwerp blijft ver zetten. Spr." kan het niet anders verkla ren dan uit jeugdherinneringen van den heer Rink, tie op lateren leeftijd sterker plegen te worden. Tegenover het gevaar van niet-vacci- matie staat het niet-denkbeeldige gevaar, aan de vaccinatie verbonden. De heer Rink legt de verantwoordelijkheid op den minister, maar vergeet hij niet de advie zen der adviseurs, bijv. van het hoofd bestuur der Mij tot bevordering der Ge neeskunst en van den Gezondheidsraad Op het oogenblik ziet _men reeds vele dok toren, die niet vaccineeren, tenzij de ouders de volle verantwoordelijkheid voor de gevolgen op zich nemen. Spr. meent dan ook, dat de Kamer niet anders kan dan dit ontwerp aannemen. De 'Mimister vam Arbeid, H. en N., de heer Slotemaker de Bruine, wil de rede van den heer Rink niet uit jeugdherinneringen verklaren, maar daar in ook een element van een zeker wan trouwen zien tegen den minister. De heer Rink heeft de mogelijkheid gezien, dat dit ontwerp een stap zal zijn, tot een vol gend ontwerp, tot schrapping van art. 17. De groote deferentie, die spr. heeft jegens den heer Rink, verhindert hem daar veel over .te zeggen, maar hij ge looft, dat hij geen enkele aanleiding heeft gegeven voor dit wantrouwen. Hadden zich niet bepaalde feiten voorgedaan, spr. zou niet aan art. 17 getornd hebben, reeds daarom niet, omdat bij geen prin cipieel tegenstander is van art. 17. Hij heeft zich in de Tweede Kamer wel ge wacht iets te zeggen, dat aangeduid zou kunnen worden als het dragen van koren op den molen der principi&ela tegenstan ders. Spr. heeft zich dag en nacht laten in lichten en op 21 Juli heeft hij in De Maasbode en de N. R .Crt. gelzen, iran de vier gevalïen van encephalitis te Goes, waarvan. 2 met do-ode lijken afloop. Toen hij dat las, beeft hij onmiddellijk last gegeven, dat zijn adviseurs zouden sa menkomen, opdat hij, na ontvangen ad vies, zou kunnen uitmaken, wat hij moes! doen. Zo-u de heer Rinik anders gehandeld ■hebben? No-cb in spr.'s hart, noch in zijn open bare uitingen zal men iets kunnen vin den, dat gaat in de richting van tien principiëelen tegenstander, voor wien het medisch argument van secundair "be lang js. Waarom is spr. dan toch met dit voor stel gekomen? Spr. droeg twee verant woordelijkheden, Waarvan hij zich waar achtig bewust is geweest. Het feit was, dat het handhaven van den dwang kan zijn de d-ood van kinderen. Daartegenover staat, dat bij vervallen van den dwang de dood door pokken dreigt. Maar deza twee verantwoordelijkheden zijn niet te vergelijken. In het eene geval dwiagi spr. maai; in liet andere geval, w&a: ia bij niet dwingt, geeft hij alle geiegenhe.d tot vac cinatie en revaccinatie. Er is thans een novum, dat- men niet over het hoofd mag zien. Tot voor kort dacht de meerderheid der medici er niet aan, de vaccinatie als ge vaarlijk te beschouwen; thans durven zij haar niet meer als ongevaarlijk te be schouwen. Dat is het verschil, dat den stand van zaken m dit oogenblik fce- beerscht. zich op te dringen, waar hij niet be geerd werd, al was "het in zijn eigen huis. Niemand heeft ooit geweten, wat zjj sedert dien dag geleden heeft, want zij liet niemand een blik in haar "binnenste slaan. Maar het Woord van God was in haar niet geworden tot een levende kracht. Haar hoogmoedig en eigenzinnig hart wist van geen buigen. Zij zocht kracht in haar trots, en hield haar buren nog meer dan vroeger op een afstand. Voor David werd zjj hoe langer hoe toegevender, voor Paul daarentegen steeds strenger. Mary Vivian was in Penwharf gezien. Het geld, dat haar man geregeld toe zond gebruikte zij om haar woning te la ten opknappen, en nieuwe meubels aan te schaffen, waarbij zij met veel smaak te werk ging. Zij zelf en haar kinderen wa ren altijd netjes gekleed. Bovendien was zij beschaafder dan de meeste dorpe lingen, en sprak zjj zoo weinig mogeljjk het platte dialect van den omtrek. Een en ander was waarschijnlijk oor zaak, dat Paul en David Vivian steeds een uitnoodiging kregen voor het jaarlijk- sche kinderfeest te Rosvailleen, waarop de knapen zich reeds lang te voren ver heugden. "Rij gelegenheid van «Jit kleine feest De "heer Riflk (V.-B.) repliceert. Da heer Arntz (R.-K.) vraagt, hoe de minister denkt over een geval waarin, bjj aanneming van dit ontwerp, de dokter weigert in te enten en 3e ouders wel inenting wenscben; en in de 2e plaats: hoever gaat de verantwoordelijkheid *an den minister als er toch nekkramp blijft voorkomen mét doodelijkem afloop? De Minister dupliceert en antwoordt o.m. op de vragen van den heer Amtz. dat nekkramp ook voorkomt los van vac cinatie. Wordt dit wetsontwerp aangeno men, dan .staat de minister buiten de -verantwoordelijkheid voor encephalitis postvaccinalis. Op de eerste vraag ant woordt spr., dat de minister niet bevoegd is, medici te dwingen. Het wetsontwerp wordt aangeno men met 2,211 stemmen. Tegen de jheeren van Nagell van Ampsen, Rink, v. id. Berg, allen V.-B., Moltmaker S.-D., Smeenge V.-B., Fransen en Dobhelman R.-K., de Muralt V.B., Polak S.-D., Os- sendorp S.-D. en Amtz R.-K. Petroleum-ontwerpcn. Aan de orde is de voortzetting van de beraadslaging over de ontwerpen tot wij ziging van de wet yan 5 Juli 1921, be- treffende de oprichting van de Neder- laJnidsch-Imdiscbe Aardolie-Mig, enz. Bjj de verdere behandeling stelt de heer van Embden goor de verdere be handeling van het wetsontwerp op te schorten tot verdere inlichtingen van den minister zijn ingekomen. Het voorstel komt in stemming. Er .worden 24 stemmen uitgebracht, waarvan 16 tegen en 9 vóór. Vóór de Boe.-democraten en de heeren van Emb den V. B., Fransen R.K., en Dobbehnann R.K. Aangezien het vereischte aantal le den niet aanwezig is, verdaagt de voor zitter de vergadering tot Dinsdag 14 Fe bruari des avonds half negen, ter voort: zetting van de behandeling van dit wets ontwerp. DE ZUIDERZEE. Nameln: In hflt nieuwe gebied!. Het bestuur van Groep Nederland van het Algemeen Nederlandsch Ver bond heeft tot den Minister van Water staat het volgende adres gericht: Uit ónze leden kwamen stemmen op het verlangen uitend, dat bij het geven van namen aan gewesten, gemeenten, wa terwegen, e.d. in het te winnen Zuider zeegebied met overleg te werk zou wor den gegaan. Ook is het sterke verlangen gerezen, oude namen te doen herleven en zoo ook het oude Flevo op eenige wijze aan het betrokken gebied te ver binden.' liefst ais gewestnaam, indien da&r- 'uit een zelfstandige provincie gevormd werd. Wanneer men nagaat, hoe oudtijds de spraakmakende gemeente -opzettelijk of onbewust kernachtige namen wist te vin den voor het aanduiden van haar omge ving, daarentegen thans door systemati sche opzettelijkheid, vooral in de steden, de straatnamen een zekere geestes-ar- moedo verraden, lijkt het gevaar niet denkbeeldig, dat de eisch o-m tegelijker tijd honderden namen te moeten geven tot een eentonigheid of zinloosheid zal leiden. Het is ons bekend', dat dit vraagstuk reeds uw aandacht had en dat reeds een oplossing gezocht werd in het advies van een algemeen erkend deskundige in de waterstaatkundige geschiedenis van ons land. Deze gedachte ljjlkt ons zeer ge lukkig, alhoewel niet bevredigend op den duur. Wij weten niet hoever de bemoeie nis der regeering zal strekken bij het naamgeven in liet Zuiderzeegebied. Straat namen zullen wel evenals eldera, aan de te vormen gemeentebesturen worden over gelaten. In hoeverre andere plaatsnamen zooal3 voor grondstukken, geheel buiten den geziclitskriïig der regeenag sullen vallen, kunnen wg niet beoordeelen. Toch zou daarbij zekere leiding kunnen worden gegeven. In van oudsher bewoonde gebieden ko men tal van kernachtige namen voor als „kamp", „nes", „hoorn", brink, „donk", „loo", „beem', „werf', enz. enz. en hun samenstellingen, waarvan mis schien een nuttig gebruik zou kunnen worden gemaakt, ook bij de plaatsnamen had het jonge goedje toegang tot het geheele huis, en behoefd© men zich niet tot een enkelfe kamer te beperken, 't Was een heerlijk huis om pret te maken, met zijn lange gangen, donkere portalen, en gezellige hoekjes, waartoe een ieder dien namiddag vrijen toegang had. Later op den avond kwam Mary Vivian om de jongens te halen, maar eerst moest zij een poosje bij Mrs Tresillian komen zitten, om naar de spelende kinderen te „Wat hebben ze een plezier", zeide zij, met welgevallen naar haar eigen jongens ziende. „Ja, 'iis een aardig gezicht," antwoord de Mrs Tresillian. „Mijn Abigail en uw Paul schijnen het samen goed te kunnen vinden." „Ik vrees, dat Paul te vrijpostig wordt", antwoordde Mary Vivian op afkeurenden toon. „Hij' moet niet vergeten w&ar hg zich bevindt. Kinderen moeten niet uit het oog verliezen, wat zij aan h'uin meerderen verschuldigd zijn." „Neen, zoo moogt gij niet spreken," viel Mrs Tresillian haar snel in de rede. „Ik hoop, dat mijn kinderen zich nooit op hun meerderheid zullen laten voor staan. D© hemel houdt geen rekening met de geboorte. Uw kinderen en de mijne staan gelijk." „Het is zeer vriendelijk van u zoo iets welke binned reg sering» bemoeienis Rullen liggen. Op dit gebied zou naast de waarde volle adviezen van den reeds geraadpleeg- den deskundige, gebruik kunnen worden gemaakt van de kennis van een filoloog en een geschiedkundige. Deze medewer king is te noodzakelijker, omdat bij eiken te geven naam rekening moet worden ge houden met de mogelijkheid, varianten te bezigen of verbijzonderingen, waardoor eentonigheid vermeden wordt. Naar wij vernemen, is indertijd hieraan de geluk kige naamgeving IJmuiden te danken ge weest, waarin een archaïsch woord ais „muiden" herleefd is, noodzakelijk door de samenstelling met het woord U en dat toch voor allen een verstaanbaren klank behield. Zoo heeft men gedachteloos in jongeren tgd te eenzijdig het vreemde woord „ka naal" gebezigd, waardoor eigen sterk beeldende woorden verdreven zijn gewor den, zooals „gracht" (Drususgracht), of „grift" en „graft", „delft" (waarvan de stad Delft haar naam ontleend), evenals grachten aldaar en elders, zooals te Haarlem en Ylissingen, en -ook Asseudelft, „zijl" (Delftzijl), „vliet", „vaart", enz. Nog andere termen als „diep", „wetering", „leede", „drecht", „goot" (zooals bij het Ganzendiep) hebben elk "hun bijzondere beteekenis, terwijl woorden als „aa", „ee", -of „ij", kort en krachtig voor wa terwegen kunnen worden gebruikt. Zoo zijn er talrijke namen met sterk beeldende kracht te vormen door woor den te gebruiken, die, al zijp ze niet als gangbare woorden uit het dagelijksche leven in onze woordenboeken opgenomen, toch nog volkomen leven in het deel der taal, dat samenhangt met de benoe ming van topographies. Maar daarvoor is noodig, dat men bijtijds het vraag stuk in vollen omvang onder de oogen ziet, opdat zoo mogelijk door een „open baar verslag eener commissie ook alle belangstellenden, en die zijln er vele, hun kennis en hun vernuft kunnen' dienst baar maken aan een zaak, dia toch van groot ideëel en aesthetisch belang is. Het is dierhalve met aandrang, zij het met de wetenschap, dat Uwe Excellentie zelve reeds in die richting werkzaam is geweest, dat wij Uwe Eixcellentie eerbie dig verzoeken, met dezen wensch' te wil len rekening houden. Besmettelijke ziekten. Ter aanvulling van een gisteren ge plaatst bericht diene nog het volgende: In de week van 29 Januari tot en met 4 Februari zijn in ons land aange geven 5 gevallen van buiktyphus, (waar van 2 te St. Maartensdijk (Zeeland), 286 gevallen van roodvonk, voorts 119 gevallen van diphtheritis, 3 gevallen van nekkramp en 2 van slaapziekte. In de week van 29 Jam. tot en met 4 Febr. is afgeleverd: door de entstofinrich ting te Amsterdam koepokstof voor '1212 personen, door de entstofinrichting te Rot terdam koepokstof voor 439 personen, door de entstofinrichting te Groningen koepokstof voor 114 personen, totaal voor 1765 personen. In de maanden Januari van 1927 en 1928 zjjn de volgende hoeveelheden koe pokstof door de drie inrichtingen ver strekt: Januari 1927: Amsterdam 16399 personen, Rotterdam 2397 personen, Gro ningen 123 personen, totaal voor 18919 personen; Januari 1928: Amsterdam 4654 personen, Rotterdam 1432 personen, Gro ningen 68 personen, totaal voor 6154 personen. Van de sedert Augustus 1927 tot einde December 1927 gemelde 14 gevallen van encephalitis na inenting hebben een doo- delgken afloop gehad: 1 geval te Assen op 13 October, 1 gyva> te Opfcterland op 29 October en 1 geval te Heerlen op 2 November. Een wethouderskwestie. In de jongste raadsvergadering te Nieu- weschans deelde de heer C. Visser (V.D.) mede, dat hg namens de afdeeling van den Vrijz. Diem. Bond de verklaring moest afleggen, dat hg de eenige verte genwoordiger van die par tg in den raad is, daar volgens de afdeeling de heer te zeggen," zeide Mary zichtbaar ge streeld. „Ik behoef mij dan ook niet over mgn jongens te schamen. David vooral is zulk een best, hartelijk kereltje. Paul daarentegen is dikwijls lastig en ongezeg- geljjk, en hij geeft zjjn broertje niet altjjd een goed voorbeeld. Ik hoop dat hg zich beteren zal, wanneer h|j wat ouder wordt." „Jongens zjjn jongens," antwoordde Mrs. Tresillian, „en het zgn da slechtste niet, die tintelen van levenslust. Ik voor mij houd Paul voor een lieven, flinken jóngen. Maar daar gaat de bel voor het avondeten, ik kan niet langer hier ble ven." In de ruime keuken der boerderij waren tweo lange tafels aangericht, beladen met spjjs en drank en allerlei versnaperingen. Paul Vivian wist zich weder een plaatsje naast Abigail te veroveren, zgn trouwhar tig gelaat glom als 'tware van plezier, en het jonge meisje scheen blijkbaar ge noegen te vinden in zgn gezelschap. Voor het oogenblik werd geen van beiden nog gekweld door bezwaren omtrent verschil van stand of geboorte. Maar zou dat in de toekomst zoo blgven? HOOFDSTUK IV. Toen Abigail de kinderschoenen begon te ontwassen, bleek het al meer en meer. R. Leemhui» (w«tboad«r) geen partijge noot van hem meer is. Op eenige vragen van den heer Mulder (s.d.) deelde de burgemeester o.a. mede, dat slechts één wethouder (de heer Smit) metterdaad deelneemt aan het dageljjksch bestuur dezer gemeente, Met algemeene (6) stemmen ward daar na de volgende motie aangenomen: De raad, gehoord de mededeelingen van den voorzitter naar aanleiding van vragen betreffende de verhoudingen in het dageljjksch bestuur der gemeente; dat wethouder Leemhuis zijn taak als wet houder niet vervult zooals het behoort en zijn handelingen in het college van B. en W. de oorzaak zijn van wanverhou dingen; dat voorts reeds bekend is, dat wethouder Leemhuis heeft verklaard bui ten de gemeentezaken te willen blijven; overwegende dat dergelijke dingen zeer in het nadeel der gemeente moeten worden geacht; geeft den heer Leemhuis beleefd^ doch dringend in overweging nog he den zgn mandaat als wethouder ter be schikking te stellen van den raad, ten einde den raad in de gelegenheid te stel len, op zoodanige wijze in het dagelgksch bestuur te voorzien ais voor het belang der gemeente naar recht en billijkheid mag worden verlangd. Tot lid van den Raad van Bestuur van de P. Z. E. M. is gekozen de heer L. Onderdijk, lid van de Prov. Staten te Mid delburg. Bij Kon. besluit is de toelating als vereeniging, uitsluitend ter 'bevordering van de verkrijging van onroerend goed door landarbeiders werkzaam, van de ver eeniging, genaamd Vereeniging ter bevor dering van -de verkrijging van onroerend goed door landarb. „Eigen Erf", gevestigd te Goes, gehandhaafd. Tot directeur der gasfabriek te Rijs- sen is benoemd de beer H. Batelaan Hzn. te Alphen aan den Rijn, no. 1 der voor dracht, na loting met den heer P. I. Wee- dorp te Kruiningen. Een gemeene streek. Dezer dagen kwam de melkveehouder de R. te Biervliet tot de ontdekking, dat door tot nog toe onbekenden een groote hoeveelheid petroleum was geworpen in een op diens erf etaanden drinkwaterregenbak, tenge volge waarvan bet water geheel onbruik baar is geworden. Middelburg. In de jaarverg. van de afd. Middelburg van de Ver. van den Chr. Handeldr. en Industrieelen Middenstand werden de aftredende bestuursleden allen herkozen en namen hun benoeming aan. De herbenoemde voorzitter wenschte de beslissing omtrent al of niet aanvaarding zijner functie nog in beraad te nemen. Met dank werd de penningmeester gedechar geerd voor zijn gehouden beheer. De be grooting 1928 werd z. h. st. goedgekeurd. Als rechtskundig adviseur werd met alge meene stemmen dhr Willeboordse aan het adviesbureau verbonden. Het jaarverslag van den secr. vond algemeene instemming. Na een warme opwekking tot bet ijveren voor het aanwinnen van nieuwe leden werd de vergadering op de gebruikelijke wijze gesloten. Goes. Woensdag werd alhier onderteo- kend de definitieve tekst van de Federa tieve Overeenkomst, welke in het .laatst van 1927 wan gesloten tusschen Het Be stuur van het Gasthuis en de R.-K. Zie kenverpleging „St. Joanna" aldaar, bij welke overeenkomst de afd. Zuid- en Noord-Beveland van de N. M. tot bevor dering der Geneeskunst zich had aange sloten. Zooals bekend is, is o. m. overeengeko men, dat de tarieven voor verpleging en voor alle handelingen in beide inrichtin gen geheel gelijk zijn. Verder is aan de patiënten, voorzoover het in de macht der samenwerkende partijen ligt, v r ij e zie ken huiskeuze gewaarborgd. Ge tracht zal worden ook andere lichamen te overtuigen van de noodzakelijkheid hier van in het belang van een goede verple ging- Doordat de tarievenoorlog geheel is uit geschakeld, zal de verpleging in beide in- dat zjj den zachten, vriendelijken aard barer moeder geërfd had, terwjjl zij deze nog overtrof in uiterljjfce bekoorlijkheden. Wijd en zijd hoorde men niets dan goed van Abigail, en dat niet omdat zij de dochter van den rijken pachter Tresillian was,.maar ter wille van haar beminne lijke, ongekunstelde persoonlijkheid. In al haar doen en laten, in haar geheele voor komen was zij de eenvoud en natuurlijk heid zelf. „Abigail weet niet wat hoogmoed is," zeiden de lieden van Fenwharf dikwijls tot elkander. „2g is zoo nederig alsof zjj de dochter van een gewonen mijnwerker was, en niemand zou zeggen, dat zü in zulk een mooi huis woond," Inderdaad dacht Abigail er ook nooit aan, dat zij in een grooter huis woonde, en dat zg van beter stand was dam de overige dorpelingen. Haar broeder Jack daarentegen was er niet weinig trots op een Tresillian v.an Rosevallien te zgn. Dit feit liet Abigail volkomen onverschil lig. In haar aanvoudig gemoed was gee® plaats voor dergelijke overdenkingen. Wanneer de menschen maar goed en vriendelijk waren, en God en hun naasten liefhadden, wat deed het er dan toe of zjj in een groot o£ in een klein huis woon den? (Wordt vervolgd.) -

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 5