p
OE ZEEUW
mm
TWEEDE BLAD.
ITHEKER,
e Goes
OON-
HUIS
ARKENS,
;tbode
Staten-Generaal.
LANGS DEN AFGROND.
Binnenland.
Uit de Provincie.
3
aanbevolen
ijgbaar bjj
t u
TEN:
Bouwland
Kalf koe,
O P
FEUILLETON.
77V
OON 168.
drank
o nemen.
20 H. A.
den vóór 15
oot
iEKE. Kapelle,
if van ligging
ïtter J Bur.
►as.
of 16 Februari.
1, Oostsingel.
200 Kilo en
ENDERTSE;
nazie op con-
flinke prijzen.
)men bij
«wijkstraat 58.
IT elef. 173.
een Boeren-
liefst werkend
Noordbeek,
ONGE, Land-
ahoudster
ÊVAAL.
Lx., Rltthwn.
VAN
VRIJDAG 10 FEBR. 1928. No. 113.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Herdenking prof. Lorentz.
Alvorens de behandeling van de aan
hangige wetsontwerpen aan te vangen
wenscht de voorzitter een enkel
woord van hulde te spreken aan d'e nage
dachtenis van den grootten doiode, wiens
stoffelijk overschot heden ter aarde wordt
besteld, prof. Lorentz.
De Minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid, de heer S.lotemaker de
Bruine, sluit zich' namens de regeering
bjj de woorden van den voorzitter aan.
Dat zij in de hulde aan prof. Lorentz' na
gedachtenis niet achter wil blijven, moge
blijken uit bet feit, dat zij door eenige
van spr.'s ölmbtgenooten heden vertegen
woordigd is bij de begrafenis van het
stoffelijk overschot.
Vaccinatie-wetje.
Aan de orde is het wetsontwerp tot
wijziging en aanvulling van de wettelijke
bepaling betreffende de vaccinatie.
Die heer Rink (V-B.) heeft met groote
bezorgdheid van dit ontwerp kennis geno
men. Hij vreest dat dit een eerste stap
is tot opheffing van den wettelijken vacci-
natiedwang.
Spr. vraagt, welke omstandigheden nu
eigenlijk deze schorsing wettigen? Op die
vraag wordt geen duidelijk antwoord ge
geven. Ziekere, niet nader omschreven,
Goessche gevallen blijken den doorslag
te hebben gegeven, maar gegevens om na
te gaan waarin de beteekenis van die
gevallen gelegen was, worden ons ont
houden.
Wij moeten afghiah op de verklaring van
den minister dat de ongevaarljjkhieid der
vaccinatie wetenschappelijk niet meer
vaststaat. Daaruit volgt nog geenszins, dat
de gevaarlijkheid wel vaststaat, zooals in
tendentieuze dagbladartikelen is beweerd.
Spr. stelt tegenover bet problematieke
gevaar bij vaccinatie het zekere gevalar
bij niet-vaccinatie. Verslapping van de
vaccinatie-gewoonte beteekênt het binnen
halen van de pokken.
De heer Verkout er en (C.H.) is be
vreesd, dat door deze wet niet alleen
de vaccinedwang, maar ook de vaccinatie
zelve geschaad wordt. Wij kunnen ons
thans niet bneer voorstellen, welk een
ellende vroeger de pokken hebben ver
oorzaakt. Spr. heeft vroeger tal van per
sonen gekend, die door de pokken waren
geschonden; tegenwoordig kent hij er
slechts één. Van de Oranjevorsten zijn er
drie aan de 'pokken bezweken en één
beeft op den dood gelegen. Als dit aan
het groene hout geschiedt, wat zal dan
geschieden aan het dorre hout.
Spr. heeft een heele lijst van medici,
die tegen de vaccinatie zijn, maar tegen
over de ervaring maakte deze lijst op
spr. geen indruk. Alle leiders in dezen
strip tegen den vaccinedwang zijd met
hun gezinnen "gevaccineerd en gerevac-
ciheerd.
Do heer Hermans (S-DO: Anders
waren ze dood.
Dé heer Ver kou ter en: Alsjeblieft 1
Spr. wil den minister een jaar tijd
geven voor de bestudeering van het ver
band tussohen de vaccinatie en de en
cephalitis. Na dat jaalr zullen, we verder
zien.
De heer W i b a u t (S.D.) heeft met
volle instemming voor hét overgroot© deel
de rede van den heer Rink gevolgd,
maar komt niet tot dezelfde conclusies
Spr. acht waf wij gaan doen gevaarlijk, en
toch acht hij zich niet verantwoord, als
hij zich tegen het ontwerp gaat verzetten.
Het vermoeden is ontstaan, dat in een
aantal gevallen hét va'ccineeren den dood
heeft veroorzaakt. 'Vast staat dit niet,
maar het vermoeden bestaat. Nu zijn wij
in een periode van onderzoek en spr.
(Vrjj naar het Engelsch.)
Vijf jaar nadat haar echtgenoot het dorp
verlaten had, kwam Nioolaas Bray op het
werk te Wheal Anthony. Mary had haar
ouden aanbidder in geen acht jaar gezien,
en toen zij hem nu terug zag, kon zjj ter
nauwernood haar oogen gelooven.
Was dit de man aan wien zij haar jeug
dig hart geschonken had? Dlit het ideaal,
waaraan zij zoovele jaren de herinnering
haxl bewaard? Helaas I hoe was de afgod
van zjjtn voetstuk gevallen. Hoe was het
mogelijk, vrbeg zij zichzelf, dat zij dezen
rawen luidruchtige© man met zijn grof
zinnelijk gelaat ooit had kunnen liefheb-
Den. Was het ter wille van zulk een man,
dat z ïjhaar braven, geduldigen echtge
noot tot ballingschap veroordeeld had?
j j, an?e Mary sloot zich den ganschen
Tm i j *n ^aar kamer op, en weende
totdat de bron harer tranen opgedroogd
scheen. Eindelijk waren haar de oogen
datbaar braven, geduldigen echtge
noot m zijn ware gedaante, een man uit
izenden, te zachtmoedig om wrok te
es teren, te edel en te onzelfzuchtig om
hoopt en verwacht, dat de wetenschap
binnen niet al te langen tijd meer zeker
heid heeft. Eu wanneer hoven verden
king zou komen te staan, dat vaccinatie
in sommige zeer enkele gevallen ge
vaarlek is, dan is het de tijd om te
spreken over de noodzakelijkheid van op
heffing der verplichting.
De beer B1 o m j o u s (A.R.) wijst er op,
dat er op het oogenblik een apert ge
vaar bestaat, dat bewezen wordt door de
statistiek. In deze omstandigheid zou ver
plichting een zeer zwaren last leggen op
de ouders. "Spr. wil daarom' zijn stem
aan dit ontwerp niet onthouden.
De heer De Veer (A.-R.) merkt op,
dat het op het oogenblik uitsluitend
gaat om de tijdelijke opheffing van art.
17. Men mag niet uit bet oog verliezen,
dat het ontwerp in 'de Tweede Kamer
m,et op één Wei 3,l§6m|6,Gn|8 stGrnimiGQi is
aangenomen en het de gewoonte is, dat
de Eerste Kamer zich bij een dergelijke
duidelijke uitspraak neerlegt. Het beeft
spreker dan ook verwonderd, dat de beer
Rink zich tegen het ontwerp blijft ver
zetten. Spr." kan het niet anders verkla
ren dan uit jeugdherinneringen van den
heer Rink, tie op lateren leeftijd sterker
plegen te worden.
Tegenover het gevaar van niet-vacci-
matie staat het niet-denkbeeldige gevaar,
aan de vaccinatie verbonden. De heer
Rink legt de verantwoordelijkheid op den
minister, maar vergeet hij niet de advie
zen der adviseurs, bijv. van het hoofd
bestuur der Mij tot bevordering der Ge
neeskunst en van den Gezondheidsraad
Op het oogenblik ziet _men reeds vele dok
toren, die niet vaccineeren, tenzij de
ouders de volle verantwoordelijkheid voor
de gevolgen op zich nemen. Spr. meent
dan ook, dat de Kamer niet anders kan
dan dit ontwerp aannemen.
De 'Mimister vam Arbeid, H. en
N., de heer Slotemaker de Bruine, wil
de rede van den heer Rink niet uit
jeugdherinneringen verklaren, maar daar
in ook een element van een zeker wan
trouwen zien tegen den minister. De heer
Rink heeft de mogelijkheid gezien, dat dit
ontwerp een stap zal zijn, tot een vol
gend ontwerp, tot schrapping van art.
17. De groote deferentie, die spr. heeft
jegens den heer Rink, verhindert hem
daar veel over .te zeggen, maar hij ge
looft, dat hij geen enkele aanleiding heeft
gegeven voor dit wantrouwen. Hadden
zich niet bepaalde feiten voorgedaan, spr.
zou niet aan art. 17 getornd hebben,
reeds daarom niet, omdat bij geen prin
cipieel tegenstander is van art. 17. Hij
heeft zich in de Tweede Kamer wel ge
wacht iets te zeggen, dat aangeduid zou
kunnen worden als het dragen van koren
op den molen der principi&ela tegenstan
ders.
Spr. heeft zich dag en nacht laten in
lichten en op 21 Juli heeft hij in De
Maasbode en de N. R .Crt. gelzen, iran
de vier gevalïen van encephalitis te Goes,
waarvan. 2 met do-ode lijken afloop. Toen
hij dat las, beeft hij onmiddellijk last
gegeven, dat zijn adviseurs zouden sa
menkomen, opdat hij, na ontvangen ad
vies, zou kunnen uitmaken, wat hij moes!
doen. Zo-u de heer Rinik anders gehandeld
■hebben?
No-cb in spr.'s hart, noch in zijn open
bare uitingen zal men iets kunnen vin
den, dat gaat in de richting van tien
principiëelen tegenstander, voor wien het
medisch argument van secundair "be
lang js.
Waarom is spr. dan toch met dit voor
stel gekomen? Spr. droeg twee verant
woordelijkheden, Waarvan hij zich waar
achtig bewust is geweest. Het feit was,
dat het handhaven van den dwang kan
zijn de d-ood van kinderen. Daartegenover
staat, dat bij vervallen van den dwang
de dood door pokken dreigt. Maar deza
twee verantwoordelijkheden zijn niet te
vergelijken. In het eene geval dwiagi spr.
maai; in liet andere geval, w&a: ia bij niet
dwingt, geeft hij alle geiegenhe.d tot vac
cinatie en revaccinatie. Er is thans een
novum, dat- men niet over het hoofd
mag zien.
Tot voor kort dacht de meerderheid der
medici er niet aan, de vaccinatie als ge
vaarlijk te beschouwen; thans durven zij
haar niet meer als ongevaarlijk te be
schouwen. Dat is het verschil, dat den
stand van zaken m dit oogenblik fce-
beerscht.
zich op te dringen, waar hij niet be
geerd werd, al was "het in zijn eigen
huis.
Niemand heeft ooit geweten, wat zjj
sedert dien dag geleden heeft, want zij
liet niemand een blik in haar "binnenste
slaan.
Maar het Woord van God was in haar
niet geworden tot een levende kracht.
Haar hoogmoedig en eigenzinnig hart wist
van geen buigen.
Zij zocht kracht in haar trots, en hield
haar buren nog meer dan vroeger op een
afstand. Voor David werd zjj hoe langer
hoe toegevender, voor Paul daarentegen
steeds strenger.
Mary Vivian was in Penwharf gezien.
Het geld, dat haar man geregeld toe
zond gebruikte zij om haar woning te la
ten opknappen, en nieuwe meubels aan te
schaffen, waarbij zij met veel smaak te
werk ging. Zij zelf en haar kinderen wa
ren altijd netjes gekleed. Bovendien was
zij beschaafder dan de meeste dorpe
lingen, en sprak zjj zoo weinig mogeljjk
het platte dialect van den omtrek.
Een en ander was waarschijnlijk oor
zaak, dat Paul en David Vivian steeds
een uitnoodiging kregen voor het jaarlijk-
sche kinderfeest te Rosvailleen, waarop de
knapen zich reeds lang te voren ver
heugden.
"Rij gelegenheid van «Jit kleine feest
De "heer Riflk (V.-B.) repliceert.
Da heer Arntz (R.-K.) vraagt, hoe de
minister denkt over een geval waarin,
bjj aanneming van dit ontwerp, de dokter
weigert in te enten en 3e ouders wel
inenting wenscben; en in de 2e plaats:
hoever gaat de verantwoordelijkheid *an
den minister als er toch nekkramp blijft
voorkomen mét doodelijkem afloop?
De Minister dupliceert en antwoordt
o.m. op de vragen van den heer Amtz.
dat nekkramp ook voorkomt los van vac
cinatie. Wordt dit wetsontwerp aangeno
men, dan .staat de minister buiten de
-verantwoordelijkheid voor encephalitis
postvaccinalis. Op de eerste vraag ant
woordt spr., dat de minister niet bevoegd
is, medici te dwingen.
Het wetsontwerp wordt aangeno
men met 2,211 stemmen. Tegen de
jheeren van Nagell van Ampsen, Rink, v.
id. Berg, allen V.-B., Moltmaker S.-D.,
Smeenge V.-B., Fransen en Dobhelman
R.-K., de Muralt V.B., Polak S.-D., Os-
sendorp S.-D. en Amtz R.-K.
Petroleum-ontwerpcn.
Aan de orde is de voortzetting van de
beraadslaging over de ontwerpen tot wij
ziging van de wet yan 5 Juli 1921, be-
treffende de oprichting van de Neder-
laJnidsch-Imdiscbe Aardolie-Mig, enz.
Bjj de verdere behandeling stelt de
heer van Embden goor de verdere be
handeling van het wetsontwerp op te
schorten tot verdere inlichtingen van den
minister zijn ingekomen.
Het voorstel komt in stemming.
Er .worden 24 stemmen uitgebracht,
waarvan 16 tegen en 9 vóór. Vóór de
Boe.-democraten en de heeren van Emb
den V. B., Fransen R.K., en Dobbehnann
R.K. Aangezien het vereischte aantal le
den niet aanwezig is, verdaagt de voor
zitter de vergadering tot Dinsdag 14 Fe
bruari des avonds half negen, ter voort:
zetting van de behandeling van dit wets
ontwerp.
DE ZUIDERZEE.
Nameln: In hflt nieuwe gebied!.
Het bestuur van Groep Nederland
van het Algemeen Nederlandsch Ver
bond heeft tot den Minister van Water
staat het volgende adres gericht:
Uit ónze leden kwamen stemmen op
het verlangen uitend, dat bij het geven
van namen aan gewesten, gemeenten, wa
terwegen, e.d. in het te winnen Zuider
zeegebied met overleg te werk zou wor
den gegaan. Ook is het sterke verlangen
gerezen, oude namen te doen herleven
en zoo ook het oude Flevo op eenige
wijze aan het betrokken gebied te ver
binden.' liefst ais gewestnaam, indien da&r-
'uit een zelfstandige provincie gevormd
werd.
Wanneer men nagaat, hoe oudtijds de
spraakmakende gemeente -opzettelijk of
onbewust kernachtige namen wist te vin
den voor het aanduiden van haar omge
ving, daarentegen thans door systemati
sche opzettelijkheid, vooral in de steden,
de straatnamen een zekere geestes-ar-
moedo verraden, lijkt het gevaar niet
denkbeeldig, dat de eisch o-m tegelijker
tijd honderden namen te moeten geven
tot een eentonigheid of zinloosheid zal
leiden.
Het is ons bekend', dat dit vraagstuk
reeds uw aandacht had en dat reeds
een oplossing gezocht werd in het advies
van een algemeen erkend deskundige in
de waterstaatkundige geschiedenis van
ons land. Deze gedachte ljjlkt ons zeer ge
lukkig, alhoewel niet bevredigend op den
duur. Wij weten niet hoever de bemoeie
nis der regeering zal strekken bij het
naamgeven in liet Zuiderzeegebied. Straat
namen zullen wel evenals eldera, aan de
te vormen gemeentebesturen worden over
gelaten. In hoeverre andere plaatsnamen
zooal3 voor grondstukken, geheel buiten
den geziclitskriïig der regeenag sullen
vallen, kunnen wg niet beoordeelen. Toch
zou daarbij zekere leiding kunnen worden
gegeven.
In van oudsher bewoonde gebieden ko
men tal van kernachtige namen voor
als „kamp", „nes", „hoorn", brink,
„donk", „loo", „beem', „werf', enz. enz.
en hun samenstellingen, waarvan mis
schien een nuttig gebruik zou kunnen
worden gemaakt, ook bij de plaatsnamen
had het jonge goedje toegang tot het
geheele huis, en behoefd© men zich niet
tot een enkelfe kamer te beperken, 't
Was een heerlijk huis om pret te maken,
met zijn lange gangen, donkere portalen,
en gezellige hoekjes, waartoe een ieder
dien namiddag vrijen toegang had.
Later op den avond kwam Mary Vivian
om de jongens te halen, maar eerst moest
zij een poosje bij Mrs Tresillian komen
zitten, om naar de spelende kinderen te
„Wat hebben ze een plezier", zeide zij,
met welgevallen naar haar eigen jongens
ziende.
„Ja, 'iis een aardig gezicht," antwoord
de Mrs Tresillian.
„Mijn Abigail en uw Paul schijnen het
samen goed te kunnen vinden."
„Ik vrees, dat Paul te vrijpostig wordt",
antwoordde Mary Vivian op afkeurenden
toon. „Hij' moet niet vergeten w&ar hg
zich bevindt. Kinderen moeten niet uit het
oog verliezen, wat zij aan h'uin meerderen
verschuldigd zijn."
„Neen, zoo moogt gij niet spreken,"
viel Mrs Tresillian haar snel in de rede.
„Ik hoop, dat mijn kinderen zich nooit
op hun meerderheid zullen laten voor
staan. D© hemel houdt geen rekening
met de geboorte. Uw kinderen en de
mijne staan gelijk."
„Het is zeer vriendelijk van u zoo iets
welke binned reg sering» bemoeienis Rullen
liggen.
Op dit gebied zou naast de waarde
volle adviezen van den reeds geraadpleeg-
den deskundige, gebruik kunnen worden
gemaakt van de kennis van een filoloog
en een geschiedkundige. Deze medewer
king is te noodzakelijker, omdat bij eiken
te geven naam rekening moet worden ge
houden met de mogelijkheid, varianten te
bezigen of verbijzonderingen, waardoor
eentonigheid vermeden wordt. Naar wij
vernemen, is indertijd hieraan de geluk
kige naamgeving IJmuiden te danken ge
weest, waarin een archaïsch woord ais
„muiden" herleefd is, noodzakelijk door
de samenstelling met het woord U en
dat toch voor allen een verstaanbaren
klank behield.
Zoo heeft men gedachteloos in jongeren
tgd te eenzijdig het vreemde woord „ka
naal" gebezigd, waardoor eigen sterk
beeldende woorden verdreven zijn gewor
den, zooals „gracht" (Drususgracht), of
„grift" en „graft", „delft" (waarvan de
stad Delft haar naam ontleend), evenals
grachten aldaar en elders, zooals te
Haarlem en Ylissingen, en -ook Asseudelft,
„zijl" (Delftzijl), „vliet", „vaart", enz. Nog
andere termen als „diep", „wetering",
„leede", „drecht", „goot" (zooals bij het
Ganzendiep) hebben elk "hun bijzondere
beteekenis, terwijl woorden als „aa",
„ee", -of „ij", kort en krachtig voor wa
terwegen kunnen worden gebruikt.
Zoo zijn er talrijke namen met sterk
beeldende kracht te vormen door woor
den te gebruiken, die, al zijp ze niet als
gangbare woorden uit het dagelijksche
leven in onze woordenboeken opgenomen,
toch nog volkomen leven in het deel
der taal, dat samenhangt met de benoe
ming van topographies. Maar daarvoor
is noodig, dat men bijtijds het vraag
stuk in vollen omvang onder de oogen
ziet, opdat zoo mogelijk door een „open
baar verslag eener commissie ook alle
belangstellenden, en die zijln er vele, hun
kennis en hun vernuft kunnen' dienst
baar maken aan een zaak, dia toch van
groot ideëel en aesthetisch belang is.
Het is dierhalve met aandrang, zij het
met de wetenschap, dat Uwe Excellentie
zelve reeds in die richting werkzaam is
geweest, dat wij Uwe Eixcellentie eerbie
dig verzoeken, met dezen wensch' te wil
len rekening houden.
Besmettelijke ziekten.
Ter aanvulling van een gisteren ge
plaatst bericht diene nog het volgende:
In de week van 29 Januari tot en
met 4 Februari zijn in ons land aange
geven 5 gevallen van buiktyphus, (waar
van 2 te St. Maartensdijk (Zeeland), 286
gevallen van roodvonk, voorts 119
gevallen van diphtheritis, 3 gevallen van
nekkramp en 2 van slaapziekte.
In de week van 29 Jam. tot en met 4
Febr. is afgeleverd: door de entstofinrich
ting te Amsterdam koepokstof voor '1212
personen, door de entstofinrichting te Rot
terdam koepokstof voor 439 personen,
door de entstofinrichting te Groningen
koepokstof voor 114 personen, totaal voor
1765 personen.
In de maanden Januari van 1927 en
1928 zjjn de volgende hoeveelheden koe
pokstof door de drie inrichtingen ver
strekt: Januari 1927: Amsterdam 16399
personen, Rotterdam 2397 personen, Gro
ningen 123 personen, totaal voor 18919
personen; Januari 1928: Amsterdam 4654
personen, Rotterdam 1432 personen, Gro
ningen 68 personen, totaal voor 6154
personen.
Van de sedert Augustus 1927 tot einde
December 1927 gemelde 14 gevallen van
encephalitis na inenting hebben een doo-
delgken afloop gehad: 1 geval te Assen
op 13 October, 1 gyva> te Opfcterland op
29 October en 1 geval te Heerlen op 2
November.
Een wethouderskwestie.
In de jongste raadsvergadering te Nieu-
weschans deelde de heer C. Visser (V.D.)
mede, dat hg namens de afdeeling van
den Vrijz. Diem. Bond de verklaring
moest afleggen, dat hg de eenige verte
genwoordiger van die par tg in den raad
is, daar volgens de afdeeling de heer
te zeggen," zeide Mary zichtbaar ge
streeld. „Ik behoef mij dan ook niet over
mgn jongens te schamen. David vooral is
zulk een best, hartelijk kereltje. Paul
daarentegen is dikwijls lastig en ongezeg-
geljjk, en hij geeft zjjn broertje niet altjjd
een goed voorbeeld. Ik hoop dat hg zich
beteren zal, wanneer h|j wat ouder
wordt."
„Jongens zjjn jongens," antwoordde
Mrs. Tresillian, „en het zgn da slechtste
niet, die tintelen van levenslust. Ik voor
mij houd Paul voor een lieven, flinken
jóngen. Maar daar gaat de bel voor het
avondeten, ik kan niet langer hier ble
ven."
In de ruime keuken der boerderij waren
tweo lange tafels aangericht, beladen met
spjjs en drank en allerlei versnaperingen.
Paul Vivian wist zich weder een plaatsje
naast Abigail te veroveren, zgn trouwhar
tig gelaat glom als 'tware van plezier,
en het jonge meisje scheen blijkbaar ge
noegen te vinden in zgn gezelschap. Voor
het oogenblik werd geen van beiden nog
gekweld door bezwaren omtrent verschil
van stand of geboorte. Maar zou dat
in de toekomst zoo blgven?
HOOFDSTUK IV.
Toen Abigail de kinderschoenen begon
te ontwassen, bleek het al meer en meer.
R. Leemhui» (w«tboad«r) geen partijge
noot van hem meer is.
Op eenige vragen van den heer Mulder
(s.d.) deelde de burgemeester o.a. mede,
dat slechts één wethouder (de heer Smit)
metterdaad deelneemt aan het dageljjksch
bestuur dezer gemeente,
Met algemeene (6) stemmen ward daar
na de volgende motie aangenomen:
De raad, gehoord de mededeelingen
van den voorzitter naar aanleiding van
vragen betreffende de verhoudingen in
het dageljjksch bestuur der gemeente; dat
wethouder Leemhuis zijn taak als wet
houder niet vervult zooals het behoort en
zijn handelingen in het college van B.
en W. de oorzaak zijn van wanverhou
dingen; dat voorts reeds bekend is, dat
wethouder Leemhuis heeft verklaard bui
ten de gemeentezaken te willen blijven;
overwegende dat dergelijke dingen zeer in
het nadeel der gemeente moeten worden
geacht; geeft den heer Leemhuis beleefd^
doch dringend in overweging nog he
den zgn mandaat als wethouder ter be
schikking te stellen van den raad, ten
einde den raad in de gelegenheid te stel
len, op zoodanige wijze in het dagelgksch
bestuur te voorzien ais voor het belang
der gemeente naar recht en billijkheid
mag worden verlangd.
Tot lid van den Raad van Bestuur
van de P. Z. E. M. is gekozen de heer L.
Onderdijk, lid van de Prov. Staten te Mid
delburg.
Bij Kon. besluit is de toelating als
vereeniging, uitsluitend ter 'bevordering
van de verkrijging van onroerend goed
door landarbeiders werkzaam, van de ver
eeniging, genaamd Vereeniging ter bevor
dering van -de verkrijging van onroerend
goed door landarb. „Eigen Erf", gevestigd
te Goes, gehandhaafd.
Tot directeur der gasfabriek te Rijs-
sen is benoemd de beer H. Batelaan Hzn.
te Alphen aan den Rijn, no. 1 der voor
dracht, na loting met den heer P. I. Wee-
dorp te Kruiningen.
Een gemeene streek. Dezer
dagen kwam de melkveehouder de R. te
Biervliet tot de ontdekking, dat door tot
nog toe onbekenden een groote hoeveelheid
petroleum was geworpen in een op diens
erf etaanden drinkwaterregenbak, tenge
volge waarvan bet water geheel onbruik
baar is geworden.
Middelburg. In de jaarverg. van de afd.
Middelburg van de Ver. van den Chr.
Handeldr. en Industrieelen Middenstand
werden de aftredende bestuursleden allen
herkozen en namen hun benoeming aan.
De herbenoemde voorzitter wenschte de
beslissing omtrent al of niet aanvaarding
zijner functie nog in beraad te nemen. Met
dank werd de penningmeester gedechar
geerd voor zijn gehouden beheer. De be
grooting 1928 werd z. h. st. goedgekeurd.
Als rechtskundig adviseur werd met alge
meene stemmen dhr Willeboordse aan het
adviesbureau verbonden. Het jaarverslag
van den secr. vond algemeene instemming.
Na een warme opwekking tot bet ijveren
voor het aanwinnen van nieuwe leden
werd de vergadering op de gebruikelijke
wijze gesloten.
Goes. Woensdag werd alhier onderteo-
kend de definitieve tekst van de Federa
tieve Overeenkomst, welke in het .laatst
van 1927 wan gesloten tusschen Het Be
stuur van het Gasthuis en de R.-K. Zie
kenverpleging „St. Joanna" aldaar, bij
welke overeenkomst de afd. Zuid- en
Noord-Beveland van de N. M. tot bevor
dering der Geneeskunst zich had aange
sloten.
Zooals bekend is, is o. m. overeengeko
men, dat de tarieven voor verpleging en
voor alle handelingen in beide inrichtin
gen geheel gelijk zijn. Verder is aan de
patiënten, voorzoover het in de macht der
samenwerkende partijen ligt, v r ij e zie
ken huiskeuze gewaarborgd. Ge
tracht zal worden ook andere lichamen te
overtuigen van de noodzakelijkheid hier
van in het belang van een goede verple
ging-
Doordat de tarievenoorlog geheel is uit
geschakeld, zal de verpleging in beide in-
dat zjj den zachten, vriendelijken aard
barer moeder geërfd had, terwjjl zij deze
nog overtrof in uiterljjfce bekoorlijkheden.
Wijd en zijd hoorde men niets dan goed
van Abigail, en dat niet omdat zij de
dochter van den rijken pachter Tresillian
was,.maar ter wille van haar beminne
lijke, ongekunstelde persoonlijkheid. In al
haar doen en laten, in haar geheele voor
komen was zij de eenvoud en natuurlijk
heid zelf.
„Abigail weet niet wat hoogmoed is,"
zeiden de lieden van Fenwharf dikwijls tot
elkander. „2g is zoo nederig alsof zjj de
dochter van een gewonen mijnwerker was,
en niemand zou zeggen, dat zü in zulk
een mooi huis woond,"
Inderdaad dacht Abigail er ook nooit
aan, dat zij in een grooter huis woonde,
en dat zg van beter stand was dam de
overige dorpelingen. Haar broeder Jack
daarentegen was er niet weinig trots op
een Tresillian v.an Rosevallien te zgn.
Dit feit liet Abigail volkomen onverschil
lig. In haar aanvoudig gemoed was gee®
plaats voor dergelijke overdenkingen.
Wanneer de menschen maar goed en
vriendelijk waren, en God en hun naasten
liefhadden, wat deed het er dan toe of zjj
in een groot o£ in een klein huis woon
den?
(Wordt vervolgd.)
-