Wat er deze week voorviel. Het Zeeuwsche hoekje. Gemengd Nieuws. V De eerste week van het nieuwe jaar behoort alweer bijna tot het verleden, en als we nog eens terugzien op wat zich in de afgeloopen week afspeelde, dan kan wel gezegd worden dat het begin van het nieuwe jaar was als het einde van het oude, vol van afwisse.ing, een mengeling van licht en schaduw. De winter die zoo krachtig inzette, tot vreugde van de ïjsliefhebbers maar niet van hen voor wie sneeuw en vorst verminderde werkgelegenheid en ver meerdering van zorgen beteekenen, be hoort weer tot het verleden. Het was een korte winter, maar die heel wat ongerief veroorzaakte vooral voor meer afgelegen streken, en die ook weer tal van ongelukken tengevolge had. IJs kost nu eenmaal, zooa-s een oud spreekwoord zegt. menschenvleis en dat is ook nu weer gebleken. Over 't geheel was deze eerste week van 't jaar een kalme week. De Staten- Generaal zijn met vacantie en niet dan bij uitzondering worden in dezen tijd raadsvergaderingen gehouden, \gat mis schien ook daaruit te verklaren is, dat het thans weer de ba'anstijd is. Voor som migen is dit een opwekkende bezigheid. Als het goed ging met de zaken, als er leven was en voorspoed in het bedrijf, zoodat de balans een flinke winst aan geeft, dan is het cijferen en tellen een genot. Maar het omgekeerde is ook vaak liet geval; maar al te veel komt het voor, dat de balans uitwijst dat de toe stand nog slechter is dan gevreesd werd, met het gevolg, dat menigeen in sombere stemming en met een angstig hart het nieuwe jaar ingaat. En toch, ook in zulk een geval is het opmaken van een zuivere balans een hoogst nultige be/igheid. Immers men kan zich wel een blinddoek voorbinden zoodat men de gevaren niet ziet, maar daarom z ij n ze er wel. En naarmate men ze duidelijker voor zich ziet. zal men ook te beter in staat z'j.n om te zinnen op middelen ter verbetering. Dit geldt van 't zakenleven, maar ook van alle actie op welk gebied dan ook. Als we op politiek gebied de balans opmaken <jan kan 't zijn dat we een oogenblik schrikken. En zoo kan het ook gaan op sociaal en ander gebied. Niet onmogelijk, dat we tot de ont dekking komen, dat er een tekort is, dat er groote tekorten zijn. Welnu, en daarmee besluiten we ons overzicht, dat van de gewone overzichten wel een weinig afwijkt, laten we dan onszelf eens ernstig afvragen wat wij persoonlijk kunnen doen om tot een beteren toestand te geraken. Op die manier zal de balanstijd nog rijke vruchten kunnen afwerpen. HET KLOKKENSPEL VAN ARNE- MUIDEN. Arnemuiden, zoo schrijft J. F. in „Ons Eigen Tijdschrift" is een doode stad, met kleine huisjes en bochtige straatjes, half tegen den dijk aangebouwd. Antieke ge veltjes zoekt men er vergeefs, een enkel huisje draagt een verweerden gevelsteen, een enkele lijn toont aan, dat er eens kunstzin woonde. Doch de stad is te lang in verval geweest om iets te behou den. Het verval van Amemuiden dagtee- kent uit den tijd van de verzanding der Schelde tezamen gaande met de opkomst van het Noorden en den val van Ant werpen en andere Vlaamsche steden; we kunnen wel zeggen, na den dood van Prins Maurits 1625, is alle glorie verdwe nen. De dam die den spoorbaan draagt, in 1872 geopend, sloot voorgoed Ame muiden van de doorvaart af. Echter juist om dien tijd komt er opleving, want als visschersplaats voor de kustvisscherij bleef Amemuiden bruikhaar. Thans ech ter verplaatst ook de vischvangst zich steeds meer naar Vlissingen als markt centrum. De pas gevierde feestdagen. Als Nieuwjaar op Zondag valt. Hoe onze Vorstin met haar personeel Kerstdag vierde. De feestdagen in het winterseizoen Kerstdag en Nieuwjaar zijn weer ach ter den rug en er liggen weer eenige maanden voor ons, waarin de gewone in deeling der dagen, zes werkdagen gevolgd door een rustdag, niet zal worden onder broken. Veel vrije dagen heeft de weeik van Kerstdag tot en met Nieuwjaarsdag ons niet gebracht, omdat de eerste Kerstdag en 1 Januari ditmaal op Zondag vielen, een samentreffen, dat voor de predi kanten veel besparing van kanselarbeid gaf, maar dat aan verreweg de meesten zeker niet welgevallig was. Ik kan me dat best voorstellen. Er zijn nog vele beroepen en bedrijven, waarin men het zonder een bepaald vastgestelde vacantie moet doen. De Christelijke feest dagen en in vele streken nog de kermisdagen maken geheel d'e vacantie uit. Het is dan ook min of meer een teleurstelling als men zich, zooals dit keer het geval was, dat genoegen voor een groot deel ziet ontgaan. Toch mogen velen in Zeeland niet klaj gen. De Zeeuwen houden er van, bij Kerstdag, Paschen en pinksteren nog een dagje er bg te pakken. Vooral op de dorpen zou men 'tniet graag me^. twee dagen stellen. Op den derden feestdag heeft juist vrjj algemeen het bij do boe ren inwonend personeel een vrijen dag- En nu 1 Januari ook op Zondag viel. Eén merkwaardigheid heeft Arnemui d«n, die wel haar leven een wonderen droeven glans geeft, den stommen toren. Mr A. Loosjes, die onze zingende torens kent als geen ander, geeft in zijn mooie werk over de torenmuziek in de Neder landen de historie uitgebreid weer. Amemuiden had een oude kerk op een hoogte gelegen, een echte gothieke kruiskerk, Sint Maarten gewijd. In 1582 kocht het stadsbestuur de oude voorslag, (zooals een klein klokkenspel heet) uit het klooster van Rosendale. De kerk was toen reeds Hervormd geworden en van der Ghein .vergoot eenige klokken, en maakte er nieuwe bij zoodat er ten slotte 21 klokken hingen. In 1588 staat het salaris van den beiaardier vermeld als bestaande uit: f 125.per jaar, vrije wo ning en vrijdom van bieraccijns, in 1677 werd de laatste klokspeler om kosten te sparen, ontslagen. Het klavier raakte in verval, de speeMrommel, die mechanisch liep, bleef echter I staan; in den Fran- schem tijd klonk lustig door de heldere lucht over het zilte land ons oude: „Wilhelmus". Verzette de bevolking zich hardnekkig tegen een verbod, of lieten de gezaghebbers den toren maar spelen, omdat niemand de w.ijz8 herkennen kon uit het valsche getreur? We weten het niet. In 1857 moest wegens bouwvallig heid de oude Sint Maartenskerk gesloopt worden en de klokken kregen een plaats in de nieuwe kerke. Het klavier verdween. Waar is dat gebleven? Zou het misschien het klavier zijn, dat nog als merkwaar digheid in het Vlissingsche museum staat? Tn 1885 heeft de arme stad haar stem moeten verkoopen voor f 1525. De heer S. Gobetz uit Middelhuig kocht de klokken, en verkocht ze later weer aan het Rijk. Met wat bijmaken en ver gieten hangen ze nu in den toren van het Rijksmuseum te Amsterdam. Doch de zang is niet mooi, alles gaat mechanisch, de ziel van 4en zingenden toren, de beiaardier ontbreekt. Mr Loos jes vindt, dat men de voorslag maar in het museum moest plaatsen, en in het levend Amsterdam een mooi nieuw klok kenspel brengen, diat past bij het trot- sche rijksgebouw. Gaarne gun ik de hoofd stad een mooie stem meer, maar laat dan het Rijk aan de oude stad 'haar beiaard terggeven. Want het doet pgn, dat torentje te zien, al is het smakeloos, die leege bogen, die open plaatsen van verdwenen bekken, het stemt tot stil „compassie", zooals de Vlissingers zeggen. Zoo is de stomme toren een beeld van de oude alleengehleven vrouwtjes, die het plankenpad afkomen, omdat ze Amemuiden niet willen verlaten. Haar kinderen zijn te Vlissingen gaan wonen, haar man slaapt heel ver, op den bodem van de oneindige zee, de meesten van haar zoons, haar kleinzoons, ze ]j£gen in het zilte graf. Zij leurt uog met visch. Op de Emgelsche kaai kennen ze „opoe" ze weet nog haar koopjes te doen. Als ze bei haar manden vol heeft, kan ze haast niet meer loop en; een jonge vent zet haar als een oud lastdier onder het juk, geeft ze een zetje „veruut" dan slip peren de muiltjes over de keien, „schaa- retjoes" en ze gaat nog rap. Als de manden leeg zijn, ligt de thuisweg voor haar, de eenzame weg over de vele vlon dertjes, meer dan twee uur gaans door het land van Vlissingen naar haar eigen stad. Als het al donker is in den avond en de regen striemt over het wijde land, als het vriest, dat het kraakt en de ster ren tintelen in de verre lucht, als de koekkoek zijn „wel te rusten" zingt, al tijd gaat ze haar weg. Zoo ziet men dan fle nietige menscbenfiguurtjes glijden door het groene land, lichten soms even in de schemering de witte kapjes op van ach ter de meddoomboschjes, die schudden in den wind als harige koppen van booze kerels. Zoo gaan de oud-jes tot haar arme gekromde lichamen den strijd moe ten -ppgeven, dan woTden ze begraven in een vervallen hoekje van de eeuwig heid, onder den stommen toren, in haar eigen Amemuiden. hebben® zeer velen in onze provincie fin Holland denkt men daaraan niet) den Maandag tot Nieuwjaarsdag gemaakt. Öe bakkers bakten niet, in vele winkels had men de gordijnen laten zakken en zelfs waren hier en daar (in Goes b.v. zonder dat dit in de bladen bekend! ,was ge maakt!) de gemeente-secretarieën en an dere officieele bureaux en kantoren ge sloten. Het ware wel te wenschen, dat dien aangaande een vaste gewoonte bestond. Voor den een was 2 Januari een gewone werkdag, in niets onderscheiden van de andere, de ander vierde hem als feest dag. Om één reden zou ik er zeker voor voelen, dat als vaste regel werd aan genomen, dat, wanneer 1 Januari op Zondag valt, de tweede Januari als Nieuwjaarsdag wordt gevierd. Velen zijn nu eenmaal gewoon op Nieuwjaarsdag naaste familie, patroon, en een en kelen goeden vriend met de jaarswisse- ling mondeling geluk te wenschen. In een geval als zich nu voordeed, komen velen er toe die bezoeken op Zondag af te leggen. Nu is er zeker niets tegen, dat men op Zondag eens bij dezen of gene eon bezoek aflegt 'thangt er maar van af, wat men bespreekt maar ik kan me toch moeilijk voorstellen, dat verschillende achtereenvolgens af te leggen Nieuwjaars visites bevorderlijk zijn aan de rust en de wjjding van den Zondag. Mij is zelfs meegedeeld, dat in sommige kerken op Zondag 1,1. de opkomst niet zoo groot was als op andere Zondagen. We moesten over deze kwestie maar eens onze gedachten laten gaan. We staan UIT W8ST 2EIUW*0H VLAANDEREN. Men schrijft ons Aardenburg, het kleine stadje in Zeeuwsch- Vlaanderen, heeft de jaatste maanden ge ducht van zich doen spreken. Het jaar 1927 zal in zijn geschiedenis nu juist niet met gulden letters warden geschreven. De ge- heele, onverKwitkelijke verkiezingsgeschiedenis, nog eens op te halen, ligt niet in onze bedoeling. Voorloopig kan ze in ons archief blijven rusten. Doch van zekere zijde wordt er voor ge zorgd, dat de naam Aardenburg in de krant blijft voortkomen. Men begint nu al- te spre ken van „Aardenburger moppen" en men is bezig er een nieuwe te fabrioeeren. Van jaren her luidt in ons stadje eiken avond om 8 uur de klok van dea St.-Bavo- toren, de toren van de Ned. Herv. Kerk. Het volk noemt het de papklok. Ieder Aar denburger is daaraan van kindsbeen af ge woon. De dagtaak is afgeloopen, nog een rustig avonduurtje, de omwoners zetten hun klok er op gelijk, kortom 't hoort bij Aar denburg. De oorsprong ligt in 't grijs verleden. In de laatste gemeenteraadsvergadering zei de Burgemeester, dat het uit de Middeleeuwen dateert, toen het schijnt gedaan te zijn om de booze geesten te verdwijnen en hij kan wel gelijk hebben ook, want nu het 1 Ja nuari 1927 is stopgezet, hebben de booze geesten in Aardenburg huisgehouden als nooit te voren, hebben misschien wel op 21 Mei de stembiljetten vervalsoht. Doch dit tusschen twee haakjes. De toren van de St.-Bavo is een monu mentaal stuk werk, het verheft zich ver boven alle gebouwen, heeft een flink uurwerk met 4 wijzerborden ver in den omtrek zichtbaar. Het onderhoud van toren en uurwerk is voor de eigenares, de Ned. Herv. Kerk. Voor vergoeding gaf de burgerlijke gemeente elk jaar f 200, wat, gezien het groote belang, dat Aardenburg er bij heeft, niet veel is te noemen. Enkele jaren geleden werd van Roomsch- Kath. zijde geageerd tegen het betalen van deze jaarlijksche som, en in een onvoltal lige raadsvergadering werd besloten het con tract op te zeggen. Het verzoek van 2 raads leden, die tijdig verzocht hadden de verga ring op een anderen dag te houden, daar ze niet aanwezig konden zijn, werd niet ingewilligd. Waren ze aanwezig geweest, de beslissing was anders geweest. Men heeft door deze opzegging een grove onbillijkheid begaan tegen de Ned. Herv. Gemeente, maar daar stoorden de heeren zich niet aan. De nieuwe raad besloot Nov. IJ. die on billijkheid op t« heffen en een nieuw con tract aan te gaan met de Ned. Herv. Kerk. Doch nu is in het hoofd der drie R. K. leden van den gemeenteraad een. lumineus idee opgekomen. Deze 3 heeren schijnen een studie gemaakt te hebben van de oude staats regelingen en daar hebben ze in art. 6 der additioneel® artikelen van de staatsregeling van 1798 gevonden: „De torens, aan de Kerkgebouwen gehecht, benevens de klokken en derzelver huizin. gen, worden verklaard in eigendom te zijn cn te blijven der Burgerlijke gemeente, staan de ten allen tijde onder derzelver beheering en onderhoud". Dat hebben ze schijnbaar in een request aan Gedeputeerde Staten geschreven, want de kerkvoogdij der Ned. Herv. gemeente heeft van den Burgemeester het volgende schrij ven ontvangen „Door Heeren Gedeputeerde Staten van Zeeland wordt bericht en raad verzocht om trent een bezwaarschrift ingediend bij dat college, waarin de mogelijkheid wordt uit gesproken, dat de toren der Ned. Herv. Kerk eigendom zou zijn der gemeente Aardenburg. „Verwezen wordt daartoe naar art. 6 (jer add. art. dar staatsregeling van 1798, enz. (zie boven). „Aangenaam zou het mij zijn van U te mogen vernemen wanneer en op welke wijze voornoemde toren aan de Ned. Herv. Kerk^ is overgegaan. „Vermoedelijk zal dit dan geschied moeten zijn tusschen de jaren 17981818, daar in 1818 in een overeenkomst gesloten tusschen de kerkvoogden der Ned. Herv. Kerk en de gemeente Aardenburg vermeld staat: „dat bleef vastgesteld en aangenomen, dat de toren van de St.-Baafskerk te Aardenburg met het uurwerk en de klokken een wettig verkregen eigendomsrecht is van de Ned. Herv. Gemeente aldaar". „Gaarne zie ik Uw geëerde berichten zoo mogelijk spoedig tegemoet. De Burgemeester van Aardenburg: (get.) TH. M. OVERMAAT." En nu zit de Kerkvoogdij in zak en asch. Jaren, eeuwenlang gesproken over „onzeto ren en ziedaar nu blijkt het, dat hij hun eigendom niet is. En in Aardenburg een twistappel te meer. GasthuisWeeshuis en nu de toren. En nu zijn in Aardenburg bijna alle in gezetenen bezig deze lange winteravonden to gebruiken de eigendombewijzen van hun be zittingen na te kijken, of hun huis of land toch wel heusch van henzelf is en niet van de burgerlijke gemeente. En zoo is het EEN POKKEN In verband met wat wij gistered schre ven over de pokken-epidemie in 1871, la ten wij hier nog volgen een tabel, aange vende hoeveel poklijders gedurende de STATISTIEK. epidemie van 1871, de grootste welke ons •land gekend heeft waren gevaccineerd en niet gevaccineerd. geschiod, dat, tosn wo Aardenburgsr *1 di« oude actes van onder het stof haalde, daar van achter uit de kast een oud mannetje ta voorschijn kwam. Eerst was hij boos, omdat hij in zijn rust gestoord was, maar toen nieuwsgierig geworden, omdat hij zulke rara wezens zag met rokjes tot aan de knieën en raagbolkopjes, zette hij zich bij de tafel, bedekt met al die oude paperassen. Men rnoest hem wel op de hoogte brengen van de hangende kwesties. En toen het juist daarop 8 uur sloeg en het oude Aarden- burgertje van 150 jaar terug, zijn papklok niet hoorde, toen schudde hü zijn oud eer. waardig hoofdje en sprak van oude tijden. Wjj wilden ons groot houden eu zeiden hem een „Toontje lager' te zmgen, en wezem hem op hetgeen onze tijden vooruit waren bij 150 jaar terug, 't Kan z.in, zei hij, dat jullie schoolmeesters de jongelui knap hel>- ben gemaakt, dat ze nu veel meer kunnen dan vroeger, maar één ding hebben jullie schoolmeesters blijkbaar niet onderwezen en dat is de geschiedenis van ons eigen landje Laten ze in veel opzichten boven onze maat zijn, in dit opzicht zijn ze er beneden. En we haalden de buren er bij en gezeten in den kring van Theo en Jan en Bram en Lien en nog een Jan en Camiel en Eduard en Toon vertelde ons oud eerwaardig man. netje van dien boozen tijd toen de Franscheo hier de baas waren in Zee iwsch-Vlaanderen, dat toen Staats-Vlaanderen heette, en dat er toen in Holland een Staatsregeling van 1798 was gekomen, maar dat die hier niet geldig was, omdat Staats-Vlaanderen bij het Haagsch Verdrag van 16 Mei 1795 aan Frank- ryk was afgestaan en zei hjj-als jullie au eens willen weten wat er wel geregeld is, vraag dan morgen jullie meester eens naar het besluit van de Nat. Vergadering in Frank rijk van 2 Nov. 1789 en het concordaat van 10 Sept. 1801 en de organieke artikelen van 17 April 1802 en speciaal naar art. 75 voor de Roomsche en art. 8 voor de Pro- testantsche godsdiensten. Toen zwegen al die menschies hier boven genoemd, maar één verkneuterde zich en zeidat zullen we morgen eens aan onzen meester, die zoo slim is, zeggen en hooren wat hij zegt. We legden onze stoffige actes weer op htm plaatsje in de kast, ons oude mannetje sloop weer naar zijn rustig, stoffig hoekje, maar eeijst keek hij ons van onder zijn grijze wenkbrauwtjes ernstig aan en zei: Als jullie soms geroepen mochten worden onze goede gemeente Aardenburg te helpen besturen, wees dan nooit klein, maar onthoud goed den eed, dien ge zult moeten zweren bij het aanvaarden van uw ambt. Toen was net stil. Provinciën Noord brabant Gelderland Zuidholland Noordholland Zeeland Utrecht Frieslarid Overijssel Groningen Drenthe Limburg Cfl ÖCTu if a oMo.S 3845 2991 9537 11398 1115 6831 253 1441 1537 401 741 Van de aangegeven poklijders waren niet gevacci neerd 1175 1063 4613 4243 791 2027 84 848 310 177 860 Het RijkI 39.000 15.691 In het jaar 1871 lieten zich 452.469 per sonen v r ij w i 11 i g vaccineeren. Uit deze tabel blijkt dat er in het epi demie-jaar 1871 bijna 2000 personen meer door de pokken werden aangetast die w e I dan die n i e t gevaccineerd waren, terwijl Onder deze zijn er 39 die vroeger reeds aan pokken hebben geleden. gevacci neerd 2278 1658 3872 6103 316 1812 151 681 203 202 267 17.443 gerevacci- neerd 38 130 254 4 9 3 1 4 23 472 geene opg. omtrent vaccinatie gedaan 392 270 1052 *1052 8 1992 18 12 1024 22 114 6.956 3 3.8 c8 b SISS C C CD rM <D 0Ö M S -M Cti i> s e 65.9 60.9 44.7 68 9 28.5 47.2 64.2 40.6 39.4 63.2 42.6 62.6 D.V. op 1 Januari 1933 voor hetzelfde geval. Misschien is er, eer het zoover is, een algemeene gedragslijn vastgesteld. Ik wilde over de pas gevierde feest dagen nog een opmerking, van geheel anderen aard, maken. Ik vermoed, dat de meeste lezers wel kennis genomen zullen hebben van het bericht, dat H. M. de Koningin met een deel van haar personeel het Kerstfeest gevierd heeft. Ze had een feestelijke sa menkomst belegd, opende die met gebed, vertelde de Kerstgeschiedenis em onthaal de haar personeel, terwijl Prinses Ju liana en eenige harer vriendinnen enkele Kerstliederen zongen. Wat is het toch een rijk voorrecht, dat we zulk een Vorstin hebben. Zij komt ook tegenover haar personeel voor haar geloof uit. Onder dat personeel ziullen zich ongetwijfeld mannen en vrouwen van zeer uiteenloopende overtuiging bevinden. Maar dat is voor onze Koningin geen bezwaar. In dien gemengden kring schaamt ze zich het Evangelie niet. Wat is er aan dat Koninklijk voorbeeld ook een mooie sociale kant. Zouden, om die nu maar 'alleen te noemen, onze Christelijke werkgevers onder onze lezers, den moed des geloofs hebben, om zóó met hun ondergeschikten Kerktfeest te vieren? Maar zouden ze het ook wil led? Wat zou dat aan do sociale verhou dingen enorm ten goede komen, als de patroon zóó meeleefde met zijn arbeiders, als hij zóó deelde in hun vreugde, als zóó gevoeld werd do band des geloofs! Neen, er behoeft niet altijd een speciale men juist het omgekeerde zou mogen ver wachten indien inderdaad de inenting h e t middel is om van pokken verschoond te blijven. Dat 'het getal sterfgevallen bij niet ge- vaccineerden soms grooter is, laat zich mede hieruit verklaren, dat jeugdige kin deren die pokken krijgen, minder weer standsvermogen bezitten. samenkomst belegd te woorden om ge zamenlijk de Christelijke feestdagen te vieren. Het kan ook zoo, dat de pa troon vóór of op zulke dagen door per soonlek bezoek aan zijn arbeiders in hun woningen laat voelen, dat hij met hen meeleeft. En dan kan het ook niet anders of hg zal gaarne op een of andere stof felijke wijze de feestvreugde verhoogen. Zoo zouden ongetwijfeld op Christelijke wijze de sociale verhoudingen verbeterd worden. Diat is ook practisch Christen dom! Maar hieronder kan ik niet rangschik ken, wat ik laatst hoorde, dat een Ohris- ton-patroon, in een onzer Zeeuwsche ste- -den, die op den Dankdag zijn zaak sloot en zijn (niet-geloovigen) arbeider de ge legenheid benam, om te werken, zelf ter kerke ging om den Gever aller goede gaven te danken, aan het einde dier week van het loon zijns arbeiders één dagloon durfde af te trekken. Daarvoor is óók moed noodig. Maar een gansch andere, dan ik hierboven schetste. Onze Koningin gaf een beter voorbeeld. Het maakt wel oenig verschil, of men in de harten zijner ondergeschik ten dankbaarheid en toegenegenheid dan wel ontevredenheid en murmureering ver wekt. Nu ik het toch over het sociale vraag stuk heb, wil ik hier overnemen een kort stukje uit het weekblad „Patrimo nium". Het gaat over Staphorst, een dorp, onder ons misschien wel het meest bekend door het „Staphorster boertje". „Staphorst is een Christelijk z.g.n. zwaar dorp. Maar voor sociale maatrege- j lea wordt weinig gevoeld. Inbraak in een kerkgepouw. Gisternacht is ingebroken in de R. K. kerk te Diemen, waar men zich door braak van de voordeur toegang heelt weten te ver schaffen. A:le offerblokken werden leeggehaald, s naar schatting voor een bedrag van f 400. Toen de inbreker het kerkgebouw had ver laten en met eenige met geld gevulde zak ken over de straat liep, werd hij door een politiedienaar van de gemeente Diemen, die verdenking op den man had, gearresteerd. Inderdaad bleek de politie met deze arres tatie een goede vangst te hebben gedaan. 2je inbreker zal ter beschikking der Amsterdam- sche justitie worden gesteld Door een doodbidder opge bracht. Woensdagmiddag werd te Loos duinen een aanspreker door de lieve straat jeugd met sneeuwballen bekogeld. Een dier projectielen trof ten slotte 's mans hoogen hoed, welken deze echter nog net bijtijds voor aanraking met de vuile straat wist te grijpen. Dochhiermede was het geduld van den aanspreker ten einde. Hjj staakte zijn verderen plicht om zijn droevig nieuws den Loosduiners kond te doen, wierp de waardigheid van zich en rende de jongens, die filings het hazenpad kozen, achterna. Hü kreeg een der belhamels te pakken en nu begon de optocht naar het politiebureau. Daar de jongen niet verkoos te loopen, moest de aanspreker hem wel dragen, terwijl de Zelfs is de "Gemeente nog niet toegetre den tot de regeling ingevolge het Werk loosheidsbesluit. Een verzoek om toe te treden, werd door den Raad! afgewezen. Er schijnt in Staphorst geen Christelijke Vakorganisatie te zijin. Blijkbaar begrijpt men er nog niet, dat men op deze manier de arbeiders juist drijft in de socialistische organsiaties. Althans de niet principieel-sterke elemen ten. In Staphorst gebeurt straks, indien de dorpsleiders niet tot beter inzicht komen, hetzelfde als op zoo menig ander, voor heen overwegend I'rot. Christelijk dorp Van de jongere arbeiders, die sociaal al te weinig aansluiting vinden in Chris telijke kringen, vallen er velen aan de sociaaldemocratie in de armen." Nu kunt ge den naam Staphorst vervan gen door een heele serie Zeeuwsche dorpen (en misschien wel stadjes) en de toestand is, helaas, ook dim naar waar heid geteekend. Ik heb het daarover reeds zoo dikwijls gehad, dat ik dit keer daar nu niet over zal uitweiden. Maar toch kan ik niet nalaten, omdat ik gevoel het te moéten doen, hierolp telkens weer de aandacht te vestigen en deze zaak aan de consciën tie der lezers te brengen. Ze mag ons niet met rust laten. Doen we, alsof we deze dingen niet zien, dm zal, naar te vreezen is, te toekomst ons ontnuchteren. Laat ons daarom do Christelijke begin selen uitdragen en toepassen op alle levensterrein, ook op het sociale. LUCT0R-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 6