Gemengd Nieuws.
Voor de Jeugd.
oudejaars-middernacht.
Berichten over onze Adverteerders.
dingaansdag.
«i tSk&i& 4# faetw èsirae, 4Nbv
termeerd huist«S« words opgtrood, duid»
Ifjk gama&kt.
Gelukkig ontving de moeder de post en
daarmede het vuile stuk, dat uit Utrecht
wis verbonden, zoodat het pervers* ding de
verbeelding v&n het gezonde kind niet kon
bezoedelen. -
Maar is het niet verschrikkelijk
Dergelijke „waanzinnigen" ioopen er in Na
deriand rond en verzenden hm .stukken met
de post. Het zijn de moderne dwepers.
Men moet met hun bestaan re.teniug
houden.
Ondefl de vieze foto leest man de vrome
betuiging, die er op berekend is de geloovige
kinderen te verleiden
„Naakt zijn, beteekent dichter bij God zijn."
Dichter bij God I
Ja, inderdaad, dichter naderen deze arme
verdwaasden een god. Den god hmner eigen
verbeelding; den god, dien zij zalf wanen te
zijn.
Maar niet den eenigen, waarachtige» God
en Vader, Die Zijn gevallen mensehenkinderen
kleedde in rokken van vellen, omdat Hij wist,
hos anders het gedichtsel huns harten, dat
ten allen dage alleenlijk boos is, hen ten
gronde zou voeren.
Men ziet aan een en ander weer, hoe de
zonde zieh in onze dagen bag'nt te voldragen,
hoe zich het hoerenvoorhoofd vertoont, dat
weigert schaamrood te worden; hoe men zijn
ongerechtigheid vrij uit beg'nt te spreken.
Daar kondigt de klok van den toren
In plechtige slagen 'tons aan.
Dat ouden en jongen het hoorein:
„Een jaar, weer een jaar, is vergaan!"
Nog eenmaal naar builen getreden.
Omhoog naar de sterren geblikt,
Den Vader gedankt en gebeden,
Die alles ten 'goede beschikt 1
Gedankt voor zoo menigen zegen,
Gesmaakt door ons hart, door ons huis
Voor Jxoost, onder tranen verkregen,
Voor krachten, vernieuwd onder 't kruis
Voor giften op allerlei wijze
Verrassend, beschamend herhaald,
Voor aardsche en voor hememsche apjjze,
Als man' uit den hemel gedaald.
Gebeen voor zoo menige zonde,
Eeschreid, toch he-p'esgd keer op keer
Voor wrok vaar God* w' «he'd vcrw ndde
Als waar' Hij de Liefde niet meer.
Voor ondank, die snood kon vergeten,
Wie d'evenaar houdt van ons lot.
Voor al, wat mij weegt op 't geweten,
De schuld van een jaar, o, mijn Godl
0 troost, dat. de trouw van mijn Vader,
Toch nooit door mijn ontrouw zich
wendt!
Hij gaat tot mij uit, «er ik nader,
Die nimmer verandering kent.
Nog eenmaal naar bui en getreden,
Gebikt boven 'tetanengwttf,
Den Vader gedankt en gebeden,
Tot ik Hem vind ip mij zelfl
J. I. L. TEN" KATE.
In dit nummer viadt mea aan origineels
puzzle van da Koninklijke Zeepfabrieken De
Duif", v. h. Chr. Pleines.
Pleines' duifpost heeft voor allen, die er
eenige moeite roer willen doen, wat meege
bracht. Hoeveel? Dat valt moeilijk te zeggen,
maar zeker is, dat ean beirag van f2000
aaa geldprijzen wordt uitgeloo d niet alleen,
maar daar we hier te doea hebben met een
firma, wier soliditeit boren verdenking is,
ook uitbetaald.
Voor bijzonderheden verwijzen we naar de
aankondiging in de adrertentiembriek.
UIT ZEELAND'S VERLE.EN,
Door A. M. Wessols.
Hef verspeelde Staatslak'evd,
«op een zekeren dag van! hat jaar 1530
heeksehte er in Midde-frurg aan drukte vaft
belang.
En'geen wonder.
Eon balangrgke tijding was- binnenga,
bomen, die de Middelburger» met groote
Verwachting vervulde.
Op h«t Kasteel van den Edelman', Hevjr
Adolf van Bourgondië, die tegelijk
Heer van Rcveron, Markies van V-eera en
Admiraal van Zeeland was .was dit
bericht het eerst bekend.
Niemand minder dan' Zijne Hoogheid
Keizer Karei, de machtige vorst, zou
een bezoek aan Zeeland brengen, in heit
bizonder aan Markies Adolf, wiéai gast
hij eenige dagen zou zijn'.
Hot b.richt veroorzaakte een drukte
van belang.
Onmiddellijk gaf de Zteeuwsche Admh
raai de noodige bevelen, dat alles tot in
de ^fijnste puntjes m-oétet worden van.
zorgd, opdat Middelburg en zjjn hof zijne
Keizerlijke Hoogheid zoo luisterrijk moge*
lijk ontvangen zou.
Ten einde alles voor dien gewichtigeni
dag keurig in orde te hebben, riep Edeli.
man Adolf zjjn Itffschilder Jan Gossaart,
nog meer bekend onder den naam Jan
van Mabuse, bij zich.
Deze schilder nam onder de schilders
der Middeleeuwen, wier naam en wier
doeken tot ver over de grenzen b kerid
waren, een eerste en invloedrijke
plaats in.
Jan van Mabuse studeerde eerst te
Antwerpen en kwam daarna naar Zee*
land, waar bij veel kennissen had, eu dat
bij geregeld doorkruiste.
Hij bracht een groot gedeelte van zijn
leven in ons© provincie door, o-a op het
prachtige kasteel Swytburgh te Gort-gene,
als lptschilder van den Heer Philips.
Ge dl* V-s.-; b# sas «kaast
en door zijn grappen veriiand^ hij meer
den naam van Nar, dan van schilder.-
Nb den dood van den Heer Phil.ps werd
hjjj door Heer Adolf var. Bourgondië ge
roepen naar diens Kof te Middelburg,
om voortaan diens lijfschüder te zijn-
Vela 7,-er kers van hem dafeorea uit dien
tijd. Zijn Madonna's warden zeer geroemd
en talrijke opdrachten kreeg de {ijda.jjke
Middelburger,
Als een bewijs, dat zijn bekwaamheid
var doorgedrongen was, sj vernield, dat
hij door de Landvoogdes Msrgara.ha aan
haar Hof werd on boden.
Margareiha, sinds haar 174e jaar we
duwe van een opaanschen pr.ns, was
een kunstlievende en geteitede vrouw,
zoodat Schilder Jan bet te Mechelen aan
haar hof, goed naar zijn zin had.
Wjj zullen echter geen biogr&chie van
onzen Schilder geven, maar ons alleen
bepalen bij dit voorval, dat in de Zeeuw-
sehe Geschiedenis bekend is als „Het
verdobbelde Staatsiekleed".
Zooals gezegd, zaten dan heer Adolf
en Schilder Jan bij elkaar. Toen daBour-
fendiër aan zijn lijfschilder het aange-
ondigde keizerlijke bezoek meded.ee.dfi
gleed een g'imlach van .voldoen'ng over
zjjn schalksch gelaat. Zoo iets was ko en
op zijn mo'en, want de ernstige, vooral
door de Roomschen zoo gevierde Ma
donna-schilder, was in het dagelijksche
teven een losbol. Als hij voor zjjn ezel
zat, dan was het de kunstenaar bij de
gratie Gods, maar buiten zjjn werkplaats
was het de vroolijke Frans. Zijn vlugge
geest ontwierp onmiddellijk voor Heer
Adolf een aantal keurige plannen. De
Keizer moest oen ui'stekenden dunk van
Middelburg en van het Hof van den Mar
kies hebben vond hjj. Alles moest prach
tig in orde zijn, een hoogen vorst waar
dig. Ook Adolf van Bourgondië deelde
dez« meaning. Hij zou geen geld ontzien,
om zijn luister des .le grooler to doen zijn.
Heel het Hofgezin, van klein tot groot
moest in schitterende kloeren worden ge
stoken. Zijn geheimschrijver zijn alchi
mist of 'sl-errekijker, zijn lijfsehilder
en dat was onze Jan van Mabuae zij
alten Kregen van Heer Adolf een pracht
vol kostelijk gewaad, van fijn wit damast,
fraai beslikt met gulden bloemen. Met
hen moest Heer Adolf zijn eer en adel
lijken naam hoog houden. Wat was onze
Madonna-schilder blijde met ?ijn prach
tig staatsiekleed! Zoo iets moois had
hjj nog nimmer aan gohad' Laat nu Kei
zer Karei maar naar Middelburg komen,
ik zal er niet veel minder uitzien dan
■-zijn Hoflieden, vond hij.
Aon heit Hof te Middelburg was men
druk in da weer. Het kasteel werd ter
eere Van den Keizerlijken bezoeker prach
tig versierd. Een mooi welkomstlied
werd door Heer Adolf's geheimschrijver
opgesteld. Ieder werd nog eens goed op
hot hart gedrukt, zijn volle medewerking
to verteemsn, opdat niets in de war zou
Ioopen. Het" was do Laatste avond, die
aan don gewicmtigea dag voorafging.
Dezen dag waven allen nog druk ia
de Weer geweest eta Jan van Mabuse
niet het minst. Hij vroeg Heer Adolf
verlof, om buiten hot Hof, nog eens een
straatje om te mogen gaan, en deze maak
te geen bezwaar. Immers, Jan, zijn be
roemde schilder, had zich in de laat
ste dagen zoo afgesloofd, dat hij zich
wed' eens wat verzetten mocht,
i e'.aas, was hij maar thuis gebleven.
Blijde ia het vooruitzicht op den feest
dag van morgen, stapte hjj door Middel
burgs straten.
Zijn ateatsiekleed had hij in eon pak
bij zich, om het, indien zich daartoe
de ge'egehhiedd voordeed, zjjn vrienden
te toornen.
Daar kwam hij langs een taveerne en
schilder Jan, die veel kennissen had, ko*
dan ook niet onopgemerkt voorbijgaan.
Hij werd door eeage dobbelende fïien-
dei sanigiewe on. Jn pea oogweik zat hjj
tuSBchon hen in. Voi over de voorberei
dingen van den dag van morgen, ver
telde hij hun alles, en. tot overtuiging
toonde hij hum het prachtige staatsie
kleed. Algameene bewondering fcrcfc het!
Heer Adolf moest er toch maar goed
bij zitten meende men.
Doch d« bewondering was gauw ten
einde. (Wordt vervolgd.)
Het jjs bij fort Pampus- Het
ijs op Pampus toont een interessant
schouwspel. De aanhoudende Oostenwind
perst de schotsen van de Zuiderzee in de*
zen wijden trechter, zoadat de massa
tot den bod-am wordt opgestapeld en zich
vaak meters hoog verheft. Het fort Pams.
pus, van alle gemeenschap verstaken, ver.
helt zich eenzaam baven een. schitt rend
heuvellandschap van gestolde golven ten
Oosten van Burgerdam.
Dooide koudebevangen. De
reeds bejaarde wacbtsman Zwaan, die
des nachts toezicht houdt bij hef her.
stellingswerk aan een remming in de
Visschershaven te IJmuiden en. daartoe
verb jf houdt op een daar liggend vlot, is
gisternacht te water geraakt- Hjj- wist
zichzolf te redden on om zijn kleed in"
te drogen zette hij zich nabj een' kachel,
die in een hokje op 'het vlot stond,
neer. Vermoedelijk is de man toen versuft
geraakt- Gistermorgen troffen de werk.
lit-den hem, door de kou(le bevangen,
geheel verstijfd aan. Onmiddellijk trachtto
men de levensgeesten weer op te wekken,
doch het mocht niet meer baten. Be
oude man was inmiddels overleden.
Een dronken woesteling. Dö
herbergier p. te Ohèvremont-Kerkrade,
was den heelen dag uit geweest mei
vim spcmdw&AMCï, tedsfessfc»
den in aanleg zjn-ien spoorweg, p. tr&e.
teelde in tal van cafe's, en toen hj
des avonds thuiskwam,was hjj stom.
dronken. Hjj bedreigde vrouw en, kin-de
ren, die op straat vluchtten- Toen koelde
bij zijn woede aan alles wat zich in zijn
herberg bevond. Met een stoei vermeide
hjj stoeten, tafels, het b rffc-t de bierpomp,
flesschen en glazen. Br bleef niet veei
meer over in het cafi- Buren verwittigt
den de politie, die den woesteling arrest
teerden en ter ontnuchtering naar het
arrestantenlokaal overbrachten.
Wolven in polen- Qroote troel
pen wolven, opgejaagd door honger en
kou, hebben in Polen' vele boerin ga.
dood; buiten den beganen weg hebben
zjj twee vrouwen en vier smokkelaars
in de buurt van da Russische grens ven
slonden. Er zjjn troepen gestuurd om de
wolven te jagen.
Ontsporing door telegraaf
draden. De sneltrein ParijsCalais is Eins-
dagnacht bij Calais opgehouden door een
wirwar van telefoon-1 en telegraafdraden, wel
kt door den storm van de palen waren af
gerukt. De locomotief van den sneltrein ont
spoorde. De reizigers werden in auto» naar
Calais gebracth. Een locomotief, welke den
trein naar Boulogne wilde terughalen, liep
onderweg in een station op een goederentrein.
De machinist en de conducteur van den
goederentrein werden licht gewond.
Oproer in een gevangenis. In
de Franscha militaire strafgevangenis op Cor-
sica is een oproer uitgebroken. De aanlei
ding daartoe,,is nog onbekend. 45 gestraften
verschansten zich in een vleugel van het
gebouw en dreigden een ieder te zullen neer-
schioten, die hen zou willen naderen. Gen-
darmee en een afdeeling soldaten ran. 50
man hebben de gevangenis omsingeld.
Gered door haar lange haar.
Bij Bozen stak een wiel rijdend meisje een
spoorwegovergang over, juist toen een trein
kwam aanrijden. Zij zou verpletterd zijn als
niet haar lange wapperende haren in het
draadwerk; van den afsluitboom waren ver
ward gerahkt, waardoor zij vastgehouden werd.
Haar rijwiel viel onder den trein en werd tot
splinters vernield.
De brandweer en de aneeuw.
Woensdagnacht is bij Herford (Eng.) het
grootste gedeelte van Standon Lordship, een
buitenplaats die in de helft van de 16de
eeuw gebouwd is, door brand verwoest.
De brandweer, die tele'oniscsh ontboden was,
had uren lang werk om een betrekkelijk kor-
ten afstand af te leggen, omdat de motor-
brandspuit zich door een onoverkome'ij ehard-
bevroren sneeuwbank den weg versperd zag.
De brandweer moest daarop terug langs een
grooten omweg en in de nabijheid van het
buiten lag de sneeuw weer zoo dik, dat
men opnieuw moeilijk vorderen kon. Er is
niets van eenige waarde meer gered, kunnen
worden.
Beste Jongens ea Meisjes,
Wanneer jullie dit babbeltje lez-en ia
het nieuwe jaar al reeds begonnen en is
'tal 1928. Het lijkt om nag zoo kort
geleden nietwaar, dat het jaar 1927 be
gon. Alis we taen op Nieuwjaarsdag eens
naar de kalender keken, en we zagen die
dikke stapel blaadjes, dan dachten we,
dat zal taoh wed heel lang duren voor
dit jaar om pns. En 'tleek ons zoo
heerlijk dat jaar dat komen zou, met
al die prettige plannen die vre hadden,
met al die feestdagen en verjaardagen.
En de eerste maand toea telden we de
blaadjes ean voor een,-ieteren dag weer,
en eindelijk na 31 dagen was «r pas
een maand om.
Nu nog edf van die maanden, dat zou
toch nog wel heel lang dure*. Maar al
spoedig vergaten we te tellen totdat we
nu plotseling met een schrik zien, dat
er nog maar «akela van die blaadjes
en ten slotte niet één meer over is.
En nu, nu is het weer Oudejaarsavond.
Oudejaarsavond. Hot is altijd
voor iedereen, ook voor de kind-eren',
een avond vol herinneringen, een ernstige
avond. Het is een avond waarop we
nog eens terug denken aan al hetgeen
wat we ia het afgaloopea jaar gedaan
hebben. En we weten het wel, we heb
ben weer zoo heel veel verkeerds gedaan,
zoo veel gezondigd, en och, als we het
optellen en bij elkaar rekenen, dan zien
we dat er maar zoo heel weinig goeds
bij was We .hadden 'tons zoo voorgeno
men, dat we het dit jaar nu eens beter
eu anders zouden doen, eu we hebben
er om gebeden ook. Vooral ia die eerste
dagen van het jaar. Totdat het eens ge
beurde, dat we het vergeten hebben, zoo-
veel was er om aan te denken, en ook
misschien wel een» omdat we meenden,
dat 't toch zoo weinig helpt. Maar dat
is toch niet zoo. Laten we daarom ook
op dezen Oudejaarsavond bidden en dan
ken, en zoo het nieuwe jaar beginnen,
om 'tdan steeds weer opnieuw te doen.
Zooals ik zei, als jullie dit lezen is
het al J.928. Daarom weasoh ik jullie
dan ook allemaal een gelukkig jaar toe.
En hoop ik dat jullie ook in dit nieuwe
jaar, weer even goed je best zult doen
als in 't vorige, en op die manier mee
werken om ons hoekje zoo gezellig mo
gelijk te maken.
Dit keer zijn er niet zooveel briefjes,
maar dat zal wel door de vacantie komen.
Verscheidene nichtjes of neefjes zijn uit,
en anderen hebben logees, zoodat er yam
raden dan niet veel komt. Ziezoo, nu
is de beurt weer aan jullie, 't Begint
al heel gemakkelijk want het zijn geen
prijsraadsels. I
«2 Alia» „Doifite", Jam.
Sö«f- hé, dat dé niet wat lang»
geduurd h*eft. Mf.ar wie weet hoe gauw
juLie al weer kunnen rijden. Een mooi
beek is dat.
0 o s t k a p e 11 e. W. L. Dat was dus
wel een meevaller voor je. Bat hoekje
W. W. ken ik wel, het is erg mooi,
vind je ook niet? Nou, het ijs is maaj
wat f(jn.
Colynsplaat. „Bakkerin-netje". Nog
wel gefeliciteerd met de belde jarigen.
Dat waren heel wat kroonjaren. Die boek
jes heb ik wel eens ge ezea. Vind jij een
witte Kerst ook zoo prettig?
Oud -Vosmeer. „Uiist". Ja, de Kerst
dagen zijn heerlijke dagen. Ik ge.oof ook
dat ai de kinderen dan blij zijn. Neem-
dat zal niet meevaJen, ieder het zijne
te geven.
Kruinin-gen. „Flora's kind". En
ben je nog in Goes geweest? 'kHeb
je niet gezien. Hier is het adres: Leni-e
Sahmidt, Silhermanpos, Pretoria, Trans
vaal.
Goes. „Boschviooltje". Welbed ankt
hoor, voor je wenschen. Zoo vlug
als jij kan ik 't niet. Ja, de Kerstdagen
waren heel gezellig. En, heb je al een
sneeuwpop gimaakt? „Gladiolus". Wel
bedankt hoor, voor die mooie Kerstkaart.
Dat was een prettige verrassing voor piij.
En heb jij ook al van sneeuw en ij3
genoten? „Talbot". Wat had je dat keurig
gedaan. Dat roode strikje stond er zoo
echt leuk bij. 't Is zeker wal een heel
werk geweest, maar ik zal er nu ook heel
zuinig op zijn.
'sH. H. Kinderen. „Klimop". Wat
zullen jullie allemaal erg geschrokken
zijn. Gelukkig maar dat 'tzoo goed alge-
Ioopen is. Dat boekje heb ik wel eenis
gelezen. j.Het Vierta.". „D." Nu jij hebt
goed j« bost gedaan, door mij zoo'n langen
brief te schreven. Dat kwam zeker ook
dóo-r de vacantie. Neen, om te fietsen
viel het niet mee. Als je eenmaal in de
2e klas zit, wordt bet je dadelijk heel
wat moeilijker gemaakt. Kranig, dat je
toch nog no. 1 bent. „B." En is het
schaatsen je goed bevallen. In 't eerst
is 't een heele toer hè, om op da been
te blijven. Maar dan went 't toch al gauw
wat. „P." De vacantie schiet al aardig
op. Heb je al weeir zin ora naar school
te gaan, of had je liever nog wat vrij.
„J." Jongen, nog hartelijk gefeliciteerd.
Toch maar fijn- om jarig te wezen. Wat
een mooie schilderstukken zal je nu
kunnen maken, 'k Denk dat je een tweede
Rembrandt wordt. „M." Je moet maar
goed dat nare drankje innemen, des te
eerder hen je weer beter. Het is toch
niets prettig om ziek te zijn.
Krabbe ndijke. „Luistervink". Jij
bent ook goed bedacht zeg. Ik zou haast
jaloersoh op je worden.Wil je je zusje
nog feiiciteeren. Ik merk wel, dat je een
prettige KeTst gehad hebt. En dan nog
twee boeken gekregen. „S eutelbloempje".
Wat leuk, dat je dat vriendje altijd nog
schrijft. Gaan julli» van den zomer weer
samen uit? Nu zjjn al die prettige dage*
al weer voorbij. Ja, ar is aan Link pak
sneeuw .gevallen.
G o e a. G. T. Je had het raadsel goed ge
raden. Stuur je het nu geregeld in, dat lijkt
me wel gezellig. Dan krijg je ook telkens
een briefje. „Zilverblad". Als 'tnu weer
goed door gaat vriezen kan het nog wel
mooi ijs worden. Op die manier wordt het
een fijne vacantie. „Leergraag". Dat vind
ik heel aardig, dat je er ook nog wat bij
geschreven hebt. Ik ben nieuwsgierig wan
neer er een terugkomt. Ja, dat is een fijn
boek.
Krabbendijke. „Tulpje". Wat aar-,
dig dat jullie ook mee gaan doen. Harte
lijk welkom hoorl Ik denk dat we het wed
goed samen kunnen vinden. „Theeroosje"
Jij hebt dit keer het briefje geschreven hè?
Lees maar eens wat ik aan Tulpje schreef,
Het is best als jullie ze per maand instu
ren. „Fazant". Wel jammer dat je neefjs
niet gekomen was, dat zou wol gezellig ge
weest zijn. Ja, dat was een plotselinge
dooi.
O ostburg. „J. V." Zoo, dus jij hebt
de raadsel» ook eens opgelost. Je had
't zeker wel meer gedaan, want de co-
lossing was good. Wil jo ook eoa schuil
naam hebben?
St. Laurens. „R»7«kn.opje". WtsJbe
dankt, voor dia prachtig» kaart. Dat viel
nog eens moe, toen ik da brief open
maakte. Neen, 't ging niet gemakkelijk
door die d.kke sneeuw.
HeinkenBzand. „Piet vfcri Dorp".
Leuk dat je nog geschreven hebt. Ben je
nu weer heelemaal ba ter? Je moet maar
voorzicht g zijn. Tante heeft jou wel waf
verwend, ook Kil om je ziek zijn?
Grijpskerke. ,,'tBoerinnetjo". We
vinden het natuurlijk allemaal prettig als
je ook mee gaat doea. Maar er is al ean
nichtje met dien naam, weet je mis
schien nog een anderen?
'sH. H. Kind e ren. „Lentabloampje".
En .ik weet wel of het mooi is,
want ik heb 't al gelezen. Wel ja, je
kan t' nog best Ieeren. Jammer hè, dat
de vacantie al bijna weer om is. „Lern-
gem". Ook dat boek van jou kon ik.
Dat is ook echt fijn. Ja, die oplossingen
waren allebei goed, hoowel niemand an
ders dat had. En heeft 't weerbericht goed
zijn. best gedaan? „Be gebroeders?'. -,,K."
Als je eenmaal -schaatsen hebt, zal je het
wel gauw leeren ook, hoowel dat niet
zonder vallen en rollen zal gaan. „A." En
is het prettig Kerstfeest geweest? Jullie
hebben zeker ook een boekje gekregen?
„M." Jij bént ditmaal de laatste, maar
't briefje kwam ook een beetje laat. Ge
lukkig nog niet te laat.
Goes. Erica". Wat zal dat gezellig
zijin zoo met elkaar. Het moest maar
altijd vacantie blijven, of aiet?
L da
Mijn jshecl bestaat uit fK. Isttvrt»,
Een jaar wordt verdeeld in 22, 1, 37, 38,
28, 14, 51, ij 6, 20, 27
Een jaar telt 45, 16, 32, 23, 18 en
5, 4, 43, 19, 8.
lederen dag mogen de 21, 34, .26, 12, 1-5,
29, 39, 48 hun 30, 9,49, 11, 40, 25, 47 weer
ie's later op.
Wanneer het sneeuwt is het in de 3, 38,
51, 31, 31, 39 prachtig.
Niets is zoo veranderlijk als het 45, 44,
46, 39.
Hollandsche 13, 41, 47, 35, 7, 17, 24 zijn
niet bang voor de 33, 41, SI.
Oudere menschen hebben bij vochtig
weer dikwijls last van 36, 34, 10, 50, 40.
42, 5, 5, 2 is een meisjesnaam.
II. Voor de jongeren.
Mijn geheel bestaat uit 16 letters.
Met de vacanties is de 4, 2, 10, 6, 8 al
tijd erg vol.
Iedereen is eens in 't jaar 13, 15, 2, 9, 7
Een kind moet niet 16, 11, 12 maar
zacht zijn.
Het is nu mooi weer voor de 14, 2,16, 3
slee.
Een 1, S, 5 -heeft steeds een hooge plaats.
Hartelijke groeten van
TANTE DOLLIE.
I.
Op die 16e Besember is dit deur heel
S- Afrika 'n foosdaj of eintlik 'n nisdag.
Selfs Boere, wat nie om die Sondag gee
nie, sal die dag nie 'n ploeg in die
land steek nie. (In Su'd Afrika is dit dan
Lente). Hoe dit so ge-kom het sal duide-
hk wees as die volgende stukkie gelees is-
In 1814 het die Engelse bcsit geneom
van die Kaapkolonie (die toentijdslbe
kende deel van S- Afrika). Raie van die
Afrikaanse Boere, kon om verskillende
oorsake niet met die regering van die
Engelse Goevemeur Lord Charles Somer.
set en ®y opvolgers klaar kom nia.
Hulle besloot toe om verder die bosse
ia te trek. 'n Klomp van hulle onder die
Kommandainte Potgieter, Maritz en Piet
Relief het ver die bosse ingegaan- Gevaro
van wilde diere, maar veral van vijandige
Kafferstamme het kort kort gedreig. Maar
die grootste gevaar was onenigheid onder
die leiers.
Piet Retief het altijd probeer vrede
maak maar uiteinde-lik was dit vir homi
oamoontlik, en die gevolg was dat hjj
met 'n klompie ander mans hom afge-
skei bet om na Natal se kant toe te trek.
Hy was oortuig dat geen land kan vo
rentoe kom ais daar geen hawe is nie, fen
omdat daar in Natal toe nog maar net
'n paar handelaars gewoon het, wat hul
,nie met politiek bemoei bet niet, was daar
'm pragtige kans om daar 'n hawe te
open, scmder die Engelse ysgering hulle
daar sal lastig val. Ons aal sien dat hy
verkeerd gedink het, want dia regering
van Engeland het die Boere daar ook
ttie met ruis gelaat nie-
Piet Retief gaan too met party va* «y
werlfoubaarste inanne op reis, an aan1
ay ander volgelinge gee hy order om so
ttUidig aan agter na te korti. Verder
wou hy tegelykertyd 'n; boa'oék bring aaa,
Dinigaatn de koning van die Soeloes
om van hom grond te koop of op 'm
anlder manier permissie te kry om ia
Natal te gaan woon-
Hy moes toe vor di« Drakerasberga
trek.' Baar het toe nog nooit 'n wa vor
dra berge gery nie, dusi moes hul altyd
eers klom endjies te pord vooruit gaan om
die beste plek te soek, waar 'n pad k<xn
gemaa'k word. Maar dit was vir die au
Voortrekkers niks nie.
Gee vir 'n boer 'a wa, 'a sjpan oase,
'd bokseil, 'n geweer en sy koffieketel,
en by sal rondom die wereld trek
ai» daar geaa see was nie.
Dit was dus vir Piet Retief ea sy mA-
bfcrs 'u sank van pleeier om die waagstuk
aaa te vang.
Om die waena bo-oip die berge te kry,
was botrefcik maklik gawee», want aan
die Vrydaats-e kant is die klim nie steil
aio, maar aan Natal sle kant is dit he«d
anders. Op party plekke gaan die berge
vir hondeird-e voet» rog-af, dus moes hul
-mooi soek naar 'n plek waar die waens
af kon gaan- Tog het hulle dit na ste«
daa sukkel reg jsekry, en daarvandaan
nog tien of twaalf dae na die baai-
Die Engelse handelaars wat daiar wa»
het 'a tamelike ruwe lews gely- Daar
was nog niks wat op 'n huis gelijk het
nie. Maar tog het hulle Piet Retief »o.
goed entrang as moontlik was- Dtie baai
lyk mooi ea die grond rondom lyk baie
gesxik om 'n dorp aan te IS.
Nadat hul moge dae daar vertoef het,
aeom hulle weer die terugtog aati, maar
nou naar Dingaan om grond te kry.
Terwijl Kommandant Retief nog aan di«
baai wais om 'n ondersoek in te stel
het hy reeds met 'bi boodskaip'per 'n
brief aan Dingaan gestuur, dat hy hom
graag sal kom besoek- Tote Relief daar
aankom, het Dingaan' al gewest, dat hy
kom, maar moenie dink dat meneer R,eu
tiof nou sommer die koninkliko kraai kan
instap nie ea kan 3ê: „Bag kaptoinl Hoe
gaat dit7" Onee, Dungaan was 'n koning
en hij- het hom as 'a koning laat
behandel.
Retief en ay vrinde word eers deftig
ontvang deur sy voornaamste mdoaroa
(howeling), wait hul eens .behoorlik moes
les gee in die manier hoe hulle moet
maak as hulle voor sy koninklike swart
majesteit vorskjjn. Hulle moes leer, wan.
neer mag hulle sit, wanneer mag hulle
praat, en meer sulke fratse. Mens kan so
dink, hoe die ou Ro-ora gebrom het, toe
hulle dit alles hoor,
{Wordt vervolgd.)