DE ZEEUW Vezetzalff 22? TWEEDE BLAD- HET ADRES A. WIL KING Voor den Zondag. I Fa i. A. L. G. WITTE KRONKELENDE PADEN. Zoeklichtjes. Wat er deze week voorviel. FEUILLETO". Engros-verkoop Fa. GEBR. DUVEKOT, GOES nefaigi.) VAN ZATERDAG k DEC. 1927, No. 73. ALS ZIJ DE STER ZAGEN. Als zij eu de ster zagen, verheugden zij zich met zeer groote vreugde. Matth. 110. Wij beleven een tijd, waarin tranen natuurlijk zijn en men tot het laohen zou willen zeggen: gij zijt uitzinnigI Hoe kan een mensch, die afhankelijk ils van de aarde, ©en kind der omstandighe den, vroolijk weien, bij het zien van een dood/ioke wereld, van een. hopeloos ont redderde maatschappij ein van eigen ster vend leven? En toch is óók dit bevel goddelijk (ja, godde'ijk, boewei het dwaasheid schijnt): Verheug u zeer, gij dochter Sionsl want de grond der verheuging is: Zie, uw Koning komt! De Bijbel is een boek, waarvan vele bladzijden met tranen zijn geschreven, maar het is geen wanhoopshoek, het is ©en boek vol zon en muziek, vol gezang ©n gerei; een boek, waarin niet alleen engelen, maaT ook menschen, zelfs ver loren zonen en ballingen getuigen: Toen werd onze mond vervuld met lachen en onze tong met gejuich! Er is een antichristelijke wijsgeer ge weest, die den lof der vreugde heeft ge zongen als bron van geestelijke kracht, zeggende: ik heb het laohen geheiligd! maar het was een demonische lach, want hjj heeft niet gelachen in en door Chris tus, maar om Christus, om de armoe van de kribbe en om de schande van het ^rl"s- Er is maar één vreugde gewettigd, heil zaam en bezielend, namelijk de vreugde om het vinden van Jezus, nadat men Hem heeft gezocht, om het hebben van Jezus, nadat men Hem heeft gemist. Een zoodanige echte, heilige vreugde was er in het hart van de OosteTscha wijzen, toen zij de ster zagen, die hun vóórging naar Bethlehem. M hadden lang gezocht en' gesmacht naar de vreugde van den vrede. lederen nacht richtten zij hun starende oogen naar den hemel met zijn duizenden gel heimzinnige sterren. Maar onder al deze fonkelende lichtjes was er niet één, dat hun den weg wees naar het mysterie der innerlijke barmhartigheden Gods- biet één onder die velen gaf hun antwoord op de vraag: .Wo findet die Seele die Heiii mat, die Ruh?" Tot opeens de ster dar bijzondere open baring, do ster Jalkobs, hun verscheen en deze apifanie (verschijning) van Gods zondaarsliefde hen opwekte naar Jeruza. lem te gaan- Daar in die heilige stad, wordt hun geloof zwaar beproefd, want niemand van de voorgangers in Isra'il, die iels weet van den geboren Koning- Het eenige wat ze hebben is een tekst op een perkamentrol, waarin staat, dat Bethlehem Ellrata de uit verkoren koningsstad isl Maar digi wijzen uit het Oosten zijin wjjzer dan de wij-zen uit Jeruzalem? Het Woord van God doet de morgen ster op-gaan in hun hart en zij trekken uit om Jezus te zien! Ein wanneer zij, in gehoorzaamheid aan de epifani-e in het Woord, naar Beth lehem reizen, ziet, daar verschijnt ander, maal de won-derster, die hun nu den weg wijst naar de kribbe. Deze ster is thans een sacrament, het i WIJNHANDEL - GOES - TEL. 264 j SAMOS PRIMA fl.10 n In Luxe Rietverpakking Vrij naar het 'Engedsch. 54.) Juffrouw Cameron heeft een levendig en boeiend karakter en daardoor veel vriendinnen en kennissen; ze gebruikt nu al haar gaven om dezen- terug te houden van vermaken, die haar karakter schaden kunnen en die tevens degenen, die ze verschaffen moeten, zoo'n bitter lijden zijn. Nu, dominee, ik heb u mijn verhaal verteld. Lady Sinclair heeft me verzocht te blijven, tot juffrouw Came ron iemand zal gevonden hebben, die mijn plaats wil innemen, iemand, die zich met hart en ziel aan het werk zal willen wijden. Weliswaar zijn we nu nog maar leerlingen, zegt ze, maar eens zullen we het tot leidster brengen." Eleanor zweeg. Dominee Grey legde zijn .hand op haar arm en zeide: „God Verhelpe, dat je Zijn werk den rug toe zou keeren. Blijf in Londen en wij zullen de zorg voor je armen hier pp ons nemen." Tegen het eind van het gesprek was mijnheer Chorchill d» kamer binnen ge- besm Eesffi m hma y»td» Sfcaaer: t<wk*n «o negvl, via brtl Qtittgdl* fe het perkamenten boek. Als zij nu de ster zagen, verheugden tQ zich met zeer groote vreugde. Zou voor u, (Christelijke lezer, deze vreugde onbereikbaar, onmogelijk, zijn? Ach, misschien hebt ge de vreugde tot dusver op verkeerde wegen gezocht- Ge hebt ze gezocht op een aarde, die. ondanks al haar luister van natuur en cultuur zich niet aan den vloek onf» worstelen kan? Ge hebt ze gezocht in een luchthartig heid, die de schijnende en' schreiende vragen van uw ziel niet tot stilzwijgen brengen kan- Ge hebt ze gezocht in intellectueel wijsheid, die nog nooit één mensch den toegang tot de verborgenheid der godzaligi heid heeft ontsloten. Er is maar één weg tot de vreugde, diet is de weg tot Jezus, den Zaligr maker, die is vreugdemaker! Ge ziet Zijn licht eerst in het Woord- Wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat ge daarop acht geeft als op een licht, schijnende in ©en duistere plaats- Zoek in dat Woord Jezus. Alles in den Bijbel is belangrijk, maai alleen in verband met Jezus. Vele sterren schitteren in' dein Bij-bel; Mozes, David, Eüa, Johannes, Paul us, maar de ster der zaligheid is Jezus- En als ge dart licht ontdekt hebt, laat het dan zijn: In Uw licht zien wij- het licht- Gebruik het licht van den Bijbel om Gods licht te zien in de n'atuur mjet hare tallooze wonderen- Zie ook naar boven, zie veel naar boven, waar de sterren u verkondigen de oneindigheid, de kracht, de onverander, lij-kheid Gods- De hemelen vertellen Gods eer, eü het uitspansel verkondigt Zijner hand-en ywerk. Gebruik het licht van, den Bijlbei ook om te zien Gods licht in de teekenen der tij den- Ook de oordeelen Gods in de gescfakt denis worden u als zoovele bewijzen, dat Jezus komende is op de wolken des hei mels- De groote dag van zijn glorie komt- Heléne Swarth 'zong zoo tragisch van de onsterfelijke sterren boven ons sterfa. Ijk hoofd. Maar voor het geloof is de orde omgei. koerd. Do sterren boven uw hoofd zullen eens tanen. Maar gij, die Jezus in onveïderfe-ljjikheid Iiefhebt, zult eeuwigljk boven de sier ren zalig zijn- Verheug u z-eeor, dochter Sions, zie uw Koning -komt! KERSTLIED. Heil'ge nacht, op eng'l-en-wieken Zijt naar 't aardrijk gij gedaald, Die verdrukten, armen zieken. Allen met uw glans omstraalt- Waar ook rouwe en droefheid wonen, Strijkt ge als hemelbode neer, Want uw h-eid're klokkentoöen Melden 't komen van -den Heer- Dood en zonde heers oh tein op aarde, En in 't duister van1 hun nacht Waart Gj 't, die hier openbaarde, 'theil aan zondaars toegedacht- Bethlehem, de Koningsstede, Werd ons naar 't profetisch woord Levensbron; en liefde en vrede, Welde uit stal en kribbe voort- Zalig «Morgen' andscbe Wijzen, Zalig ook gij herd'rens.oet, D-i-e ons, jeugdigen en grijzen. Voo-rgingt met uw liefdegroet, Wat het oog van Gods profeten, Slechts van verre had gezien, Zaagt gij met het heilig weten, „Kind, gij zult on« redding biên." Heil'ge nacht, ons u begroeten, Is een lofpsalm Hem ter eer, Die door .onze schuld te boeten. Onze Heiland werd en Heer. Dwab're Jezus, uw verschijnen In der m-ensohheid zwartste® nacht, Deed de nacht des doods verdwjne®, Door d-e liefde, glans en macht. „Papa heeft me verzocht u te zeggen, dat er binnenkort een zetel in het par lement -open zal komen voor Fareham •en hij wenschte, dat u zich candidaat zult laten stellen." „Dat moet u doen oom", riep Nina uit en ook de dominee en zjn vrouw deden- luide bijvalsbetuigingen ho-oren; alleen Anna zweeg. Toen hij zich tot haar wendde, bloosde zij, maar ze bleef zwijgen. „Ik moet er eerst nog eens goed over nadenken", antwoordde hij, waarna het gezelschap zich in den tuin verspreidde. Hoe gelukkig gevoelde Eleanor zich, ter wijl ze genoot van haar rust in het bijzijn van hen, die haar dierbaar waren die rust, zoo wel verdiend na gedanen arbeid, zoo weldadig, wanneer .ze volgt op arbeid, die tot tevredenheid en dank baarheid stemt. En nu dwaalden ze door den tuin en dezelfde maan, "die daar ginds in Canada Emily bescheen, goot hier haar zilveren stralen over haar zuster op de zelfde plek, waar ze tezamen zooveel geluk gekend hadden. En die zelfde zus ter was bij d-e anderen een weinig achter gebleven en stond nu in droomerige stem ming te staren naar de beek, die den tuin doorsneed. Toch zag ze het water, niet; in gedachten vergeleek ze het verleden - ra*t i»t hwdea. M tewfc, hfrevrsü base KM Kanrilkmt In A ftomh Eeuw. Sea dikke duisternis bedekte de landslrse ea de stad Quedlinburg in Duitschland, in den Kerstnacht vaa het jaar 941. Plotseling hieven de klokken van de Domkerk een statig gelui aan en plechtig klonken hare tonen om de Christengemeente tot viering van he hooge feest uit te noodigen. Eerst in dien tijd was het Christendom in Duitschland al gemeen doorgedrongen. Gansche scharen stroomden in dien nach op het gegeven teeken naar het huia de Heeren. De ruime Domkerk was spoedig ge vuld en door den glans van ontelbare was kaarsen helder verlicht. Het orgel liet zich voor het eerste koorgezang hooren, terwijl voor het altaar de aanzienlijkste leden der gemeente hadden plaats genomen. Onder deze: ook de Duitsche Keizer Otto de Eerste, me zijn vorsten- en ridderstoet. Hartelijk had hij verlangd dit feest des vredes en der liefde mede te mogen vieren; sedert geruimen tijd toch was hij in oorlogsrumoer geweest, strij dende tegen oproer en verraad, en eers. onlangs had hij als overwinnaar mogen tanig keeren. i En niet tegen een huitenlandschen vijand des Rijks was zijn strjjd gericht geweest doch tegen zijn eigen broeder, die trouweloos nu reeds driemaal de vaan des oproers tegen den Keizer had opgestoken, en zelfs had beproefd om hem te doen vermoorden. Slecht-, met groote moeite en met groote oilers was de opstand bedwongen geworden. Otto had den trouweloozen broeder in den Rijksban gedaan en hem gevangen doen nemen. Hoe pijnlijker deze strijd nu tegen zijn eigen broeder en onderdaan was, hoe meer de Keizer zich ook in dezen Kerstnacht ver heugde, dat God hem had gespaard en aan zijn Rijk den vrede had teruggegeven. Daar zat dan de forsche gestalte van den mach tigen Keizer, in volle pracht en praal. Waar digheid en majesteit vereenigden zich in zijn persoon. Als een Duitscher van .den ouden stam, vertoonde hij zich aan zijn dankbaar volk. In diepen ootmoed wierp hij zich voor het gebed op de knieën en .gaf aldus aan zijn onderdanen het voorbeeld van hulde aan den geboren Koning der eeuwen, Gods lieven Zoon. j Eenzaam evenwel was de hoogbejaarde moe der des Keizers in de Hofburcht achtergeble ven, de edele Mathilde, een kleindochter van Wittekind, Hertog van Saksen. Deze vorstin zat thans in 4'en Kerst nacht met het hoofd in de hand. Het feest 'der zegenende liefde des Heeren stemde haar tot diep gevoelden dank. Toch was haar geest treurig te moede, als zij over de gebeurtenissen der laatste jaren dacht. Haar gemaal Hen- drik had, in overleg met de andere Vorsten des Rijks, zijn zoon Otto tot zijn opvolger bestemd. Daarover ontevreden, had de oudere broeder Thankman met eenige ontevredenen een opstand beproefd, doch deze was in den strijd gevallen. En wat nog erger was, nu was ook Hen- drik, de jongste broeder, tegen Otto in op stand gekomen, en wel, na tweemaal vergiffenis bekomen te hebben, ten derde male. Moest de moeder nu niet voor het leven van haar jongsten zoon beven Diep verslagen zat zij in den Kerstnacht daar neder, vol van onuitsprekelijke verzuchtingen. Ten laatste zinkt zij in hare eenzaamheid op de knieën neder en stort haar hart met vurige gebeden voor haar Verlosser uit, om genade naar lichaam en ziel voor haar schub dig kind. i Ondertusschen was de godsdienstoefening bijna tem einde. Daar opent* zich eensklaps de deur van de Domkerk, en een man, in boet gewaad, treedt binnen. Het is Hendrik, aan wien toegestaan is geworden onder geleide zich voor den Keizer te mogen stellen. Hij werpt zich voor dezen neder en smeekt „Zwaar is mijn misdrijf, vergeef het mij, voor Manufacturen Dames- en Kinderconfectie Tapijten - Gordijnen Bedden Ledikanten en aanverwante artikelen Is GOES HULST zuster afwezig was, ze zou het hede® niet willen ruilen voor dat, wat voorbij was. - - li' Daar naderde iemand. Ze wendde zich om. 'tWas de heer Churchill;spoedig stond hij voor haar ,en op ernstigen too® zeide hij: „Toen de anderen er op aan drongen om mij candidaat te stellen voor een parlementszetel, hent u ze niet bij gevallen". Zij antwoordde niet. En daarom ging hij voort: „Zou het u onverschillig laten, als ik aan hun verzoek voldeed. „Neen", fluisterde zij, „ik zou er blij om zijn." „Dan", en hij nam haar hand in de zijne, die ze hem liet, „wil je dan mijn levensgezellin worden, om de taak, die voor mij is weggelegd, te helpen vol brengen Vanaf dat oogenblik beschouwden Anna en de heer Churchill dien tuin als de plek, waarop hun beider levensweg in eenvloeide. HOOFDSTUK XXIII. Kort na de gebeurtenissen, beschreven in het vorige hoofdstuk, reed een rijtuig, onbekend aan de bewoners van Buckiand het hek van Buckiand Park binnen. De nieuwe bewoners van het buitenverblijf waren aangekomen. Den volgenden Zon dag wsaddaa r«l« oogea dih umg it 1 ■fabrikante.: M.V. KOOPMANS71 1-IE.EirABRlEKEM-lfOIWAtlDCN verheven Keizer, vergeef het mij, geliefde broeder! Mijn trouw zal ik voortaan u too. nanl" Doch de Keizer zag hem met strengheid aan ea sprak„Tweemaal heb ik u ver giffenis geschonken, nu is het genoeg. Je ban is over u uitgesproken gij heht ïw leven verbeurd; over drie dagen zult gjj uw schuldig hoofd onder beulshanden ver liezen". De omringende edelen en vorsten verbleek ten, dooh Hendrik het meest. Stilte des doods heerschte in den ganschen tempel. Geen mensch waagde het den toomigen leeuw zijn buit te betwisten. Doch ziet, daar treedt de priester naar den Keizer; hij draagt het woord Gods in de hand en duidelijk klinkt z'un stem door de gewelven„Mattheus 1821, 22. En Pe trus sprak: Heere, hoe menigmaal zal ik rfiijn broeder, die tegen mij zondigt, vergeven? Is het genoeg zeven maal? En Jezus zeide tot hemIk zeg u, niet tot zeven maal, maar zeventig maal zeven maal". De Keizer ontstelde- Zijn gestrenge blik verdween en tranen vulden zijne oogen. „Ja", riep hij, „ter wille van de Liefde die zich in de ellende nederliet om vijanden te ver lossen en hun het zalig kindschap Gods te verzekeren, zij u vergiffenis geschonken I Her haal hier voor God en menschen de belofte uwer trouw en houd deze dan ookl" Met deze woorden hief hij zijn broeder op en drukte hem aan zijn hart. Heete tranen waren diens antwoord. Een algemeen en big gejubel steeg op in de Domkerk. En waarlijk, de Engelen Gods zullen zich in den hemel verblijd hebben over deze, door de liefde van Christus, behaalde overwinning. gesmette, roode huid llndirt» 1 Rhe* Fa» VrWa» «kor De zelfmoord In de R»:hfszaaf. In bet verslag der bladen van de moordzaak in Den Haag in zake den officier van gezondheid lazen wij, zegt „De Rotterd.", een passage in het re quisitoir van het Openbaar Ministerie, welke in ho-oge mate bedenkelijk is. Zóó (bedenkelijk, dat wij aarzelen te gelooven, dat de advocaat-fiscaal zich in dier voege zou hebben uitgelaten. 1 Edoch, tegenspraak bleef achterwege, en zoo moeten wij op de gevaarlijke uitlating d-e aandacht vestigen. Gewag makend van de houding door den beklaagde aangenomen, legt het ver slag den vertegenwoordiger van het 0. M. deze woorden in den mond: „De houding van beklaagde is hem niet sympathiek. Wij zien hem steeds terugkomen op d-e bekentenis, om de daad een gszins goed te praten. Dat is zeer onsympathiek. Veel meer sympathie heeft hij voor den moor denaar, die, zooals i.n Amsterdam, direct de hand aan zich zelf sloeg In de rechtszaal de zelfmoord verde digd is het waar? Indien je dan voegt hier een ernstig protest. heerenbank in de kerk, en allen waren het erover eens, dat de oudste van de twee dames, die daar plaats genomen hadden, zeer deftig, de jongste heetl knap was, maar -ook ieder voor zichzelf besefte, dat haar aanwezigheid nooit de af wet zigheid van de vroegere bewoners zou g-oed kunnen maken. „Morgen moeten we een bezoek bron-gen op Buckiand Park, Fanny, zeide dominee Grey Maandagmorgen tot zijn vrouw en ze kwamen overeen, dat ook Anna met hen mee zou gaan. Het was een schitterende dag en toen ze naar het Park reden, hadden ze 't ge voel of ze er de lieve, bekende gezichten weer zouden zien. Toen ze in de ontvangt kamer traden, waar elk schilderij, elk meubelstuk zijn herinneringen had, deed het pijnlijk aan ontvangen te worden door een vreemdelinge, uit wier geheels hou ding koele terughoudendheid sprak. Me vrouw Nugent ontving haar gasten be leefd, maar koud. Ze was njet gewoon aan bezoeken van geestelijken. Ze zag hen alleen als dominee, niet als mensch, waar ze vriendschappelijk mee ,ko-n om gaan. De geestelijke in haar eigen paro chie had een onbeteekenend karakter, een man, die gemakkelijk te leiden was en daardoor niet in staat was zelf als leider op te treden, een werktuig in haar han- ésss. fisd m tomsüiq tm gast t» vtstÉg We vieren weer Kerstfeest. Maar hoe verschillend zijn de omstan digheden. Hier een gezin, dat zich verheugen mag in geschonken zegen, waar doodsschadu- wen weken en waar het danklied wordt gezongen ter eere van Hem, die den dood overwon. Maar daar zijn ook anderen. Daar zijn er die gebukt gaan onder '8 levens leed, dat, in allerlei vorm soms zoo zwaar kan drukken en den levensweg zoo som ber maken. i i 1 De öm&andigheden verschillen. Maar voor allen geldt: Ziet, jk verkon dig u groote blijdschap, n.l. dat geboren is de Zaligmaker, die arm werd en Zicfc- zelven ontledigde, "om wie in Hem ge looven rijk te maken; £ie Zich zei ven op het diepst vernederde om die in .Hem gelooven hét leven te geven en den vrede. Moge van d-e ze blijdschap onder ona iets worden gesmaakt. Dan zal het: „Eere zij God" op dit feest meer zijn dan woorden en klanken. OPMERKER. De winter, zoo schreven wij de vorige week, heeft op duidelijk merkbare wijze zijn intrede gedaan. In 't begin van de af- geloopen week scheen 't dat we weer eens zouden krijgen een wat men noemt „ouderwetschen winter". De strenge koude in het buitenland, nog héél wat erger dan hier, en de weervoorspellingen, gaven aan leiding een strengen winter te verwachten Maar -de profetieën zijn ijdel gebleken. Voor velen die gehoopt hadden nu eens van het ijsvermaak te profiteeren is dat misschien een kleine teleurstelling, m-aar voor anderen, voor wie een strenge winter niet anders -dan kommer en zorg beteekent, is het een reden tot blijdschap.- Een van de meest schokkende gebeurte nissen in de afgeloopen dagen is zeker wel het vergaan van de Amerikaansche duik boot, de S. 4, waarin de opvarenden als in een stalen doodkist zijn opgesloten. Da aanvankelijke hoop dat het nog gelukken zou deze meusc-hen te redden, is niet ver wezenlijkt. Men -heeft -alleen hun lijden een weinig kunnen verlengen. Wel een tragi sche gebeurtenis. Degenen die op redding bedac'ht waren 'bevonden zich in de on middellijke nabijheid van de slachtoffers, en toch, ze stonden machteloos. Moge in die donkere doodsboot, waar de zes opva renden zulk een droevig einde vonden, ge zien zijn het schijnsel van het Licht der lichten, dat over deze aardsche doodsvallei is opgegaan. In ons land was het vooral -het congres van -de S. D. A. P. dat do aan-dacht trok, niet -om-dat het opzichzelf zoo belangrijn was, maar wel, omdat hier weer zoo duide lijk bleek hoe men er in die kringen op uit is, de massa met holle en -alleen daarom klinkende leuzen in beweging te brengen en te houden. D-e Tweede Kamer heeft kans gezien tusschen de bedrijven van de Staateba- grooting door, het wetsvoorstel tot verla ging -der Rijksinkomstenbelasting te be handelen. Het zal op velen wel een zonder lingen indruk gemaakt hebben, dat de So cialisten tegen di't ontwerp stemden, daar 't toch voor de massa, zeker wel van beteekenis is, dat het volgend jaar deze be lasting met een vijfde wordt verlaagd. Het werk van Minister Golijn begint mooia vruchten te dragen. We zouden voorts in dit weekoverzicht nog kunnen herinneren aan de griffiers wisseling bij de Staten van ons -gewest, aan wat omtrent de electrificatie van onze provincie werd meegedeeld, aan de ope ning van het R.-K. Ziekenhuis te Goes, het jubileum van burgemeester Wabeke, en de ingebruikneming van het kerkge bouw der Geref. Gemeente te Meliskerke, maar daarover is reeds zooveel geschre ven, dat we er bier bet zwijgen toe kunnen doen. We staan nu aan den vooravond van het Kerstfeest. Zij 't bij onze lezers, door do genade Gods waarlijk feest, in de buizen en in de harten, opdat er iets gevoeld wordt van de beteekenis der blijde bood schap, door engelenmond gebracht. aan een diner, dan werd hij uitgenoodigd. Hij scheen niet te beseffen, dat hij een heilige roeping te vervullen had, en wara dit zoo, men bemerkte er niets van. Maar nu stond mevrouw Nugent tegen over een heel ander man. Ze beg-on eenige vragen van algemeen-en aard te stellen; maar al gauw wist dominee Grey een andere wending te geven, en voor ze het zioh bewust wa3, waren ze in een .geanimeerd gesprek gewikke'd. De eenigszins beschermende houding, dia ze had aangenomen, was verdwenen. Toen liet mevrouw Grey zich een opmer king ontvallen over haar betrekkingen in Canada. „Wat, zijn majoor en mevrouw Butler, de vrienden, waar mijn zoon zoo vaak over schrijft, familie van ij?" vroeg me vrouw Nugent. „Ja, mevrouw," luidde het antwoord, on van dat oogenblik af behoefde men niet meer naar een onderwerp van ge sprek te zoeken. Juist toen ze op "het punt stonden om te vertrekken, kwam een knap jong meisje de kamer binnen. Ze hield een brief op en zeide: „Kijk eens, tantetje, een brief van Ar thur." Mevrouw Nugent stelde haar voor als 'n nichtje in ver verwijderden graad: Lady Alice Wsstou.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1927 | | pagina 5