DE ZEEUW
Vezetzalff 22?
TWEEDE BLAD-
HET ADRES
A. WIL KING
Voor den Zondag.
I Fa i. A. L. G. WITTE
KRONKELENDE PADEN.
Zoeklichtjes.
Wat er deze week voorviel.
FEUILLETO".
Engros-verkoop
Fa. GEBR. DUVEKOT, GOES
nefaigi.)
VAN
ZATERDAG k DEC. 1927, No. 73.
ALS ZIJ DE STER ZAGEN.
Als zij eu de ster zagen,
verheugden zij zich met zeer
groote vreugde. Matth. 110.
Wij beleven een tijd, waarin tranen
natuurlijk zijn en men tot het laohen zou
willen zeggen: gij zijt uitzinnigI
Hoe kan een mensch, die afhankelijk ils
van de aarde, ©en kind der omstandighe
den, vroolijk weien, bij het zien van een
dood/ioke wereld, van een. hopeloos ont
redderde maatschappij ein van eigen ster
vend leven?
En toch is óók dit bevel goddelijk (ja,
godde'ijk, boewei het dwaasheid schijnt):
Verheug u zeer, gij dochter Sionsl
want de grond der verheuging is: Zie, uw
Koning komt!
De Bijbel is een boek, waarvan vele
bladzijden met tranen zijn geschreven,
maar het is geen wanhoopshoek, het is
©en boek vol zon en muziek, vol gezang
©n gerei; een boek, waarin niet alleen
engelen, maaT ook menschen, zelfs ver
loren zonen en ballingen getuigen: Toen
werd onze mond vervuld met lachen en
onze tong met gejuich!
Er is een antichristelijke wijsgeer ge
weest, die den lof der vreugde heeft ge
zongen als bron van geestelijke kracht,
zeggende: ik heb het laohen geheiligd!
maar het was een demonische lach, want
hjj heeft niet gelachen in en door Chris
tus, maar om Christus, om de armoe van
de kribbe en om de schande van het
^rl"s-
Er is maar één vreugde gewettigd, heil
zaam en bezielend, namelijk de vreugde
om het vinden van Jezus, nadat men
Hem heeft gezocht, om het hebben van
Jezus, nadat men Hem heeft gemist.
Een zoodanige echte, heilige vreugde
was er in het hart van de OosteTscha
wijzen, toen zij de ster zagen, die hun
vóórging naar Bethlehem.
M hadden lang gezocht en' gesmacht
naar de vreugde van den vrede. lederen
nacht richtten zij hun starende oogen
naar den hemel met zijn duizenden gel
heimzinnige sterren. Maar onder al deze
fonkelende lichtjes was er niet één, dat
hun den weg wees naar het mysterie der
innerlijke barmhartigheden Gods- biet één
onder die velen gaf hun antwoord op
de vraag: .Wo findet die Seele die Heiii
mat, die Ruh?"
Tot opeens de ster dar bijzondere open
baring, do ster Jalkobs, hun verscheen
en deze apifanie (verschijning) van Gods
zondaarsliefde hen opwekte naar Jeruza.
lem te gaan-
Daar in die heilige stad, wordt hun
geloof zwaar beproefd, want niemand van
de voorgangers in Isra'il, die iels weet van
den geboren Koning- Het eenige wat ze
hebben is een tekst op een perkamentrol,
waarin staat, dat Bethlehem Ellrata de uit
verkoren koningsstad isl
Maar digi wijzen uit het Oosten zijin
wjjzer dan de wij-zen uit Jeruzalem?
Het Woord van God doet de morgen
ster op-gaan in hun hart en zij trekken
uit om Jezus te zien!
Ein wanneer zij, in gehoorzaamheid aan
de epifani-e in het Woord, naar Beth
lehem reizen, ziet, daar verschijnt ander,
maal de won-derster, die hun nu den weg
wijst naar de kribbe.
Deze ster is thans een sacrament, het
i WIJNHANDEL - GOES - TEL. 264 j
SAMOS PRIMA fl.10
n In Luxe Rietverpakking
Vrij naar het 'Engedsch.
54.)
Juffrouw Cameron heeft een levendig
en boeiend karakter en daardoor veel
vriendinnen en kennissen; ze gebruikt
nu al haar gaven om dezen- terug te
houden van vermaken, die haar karakter
schaden kunnen en die tevens degenen,
die ze verschaffen moeten, zoo'n bitter
lijden zijn. Nu, dominee, ik heb u mijn
verhaal verteld. Lady Sinclair heeft me
verzocht te blijven, tot juffrouw Came
ron iemand zal gevonden hebben, die
mijn plaats wil innemen, iemand, die zich
met hart en ziel aan het werk zal willen
wijden. Weliswaar zijn we nu nog maar
leerlingen, zegt ze, maar eens zullen we
het tot leidster brengen."
Eleanor zweeg. Dominee Grey legde
zijn .hand op haar arm en zeide: „God
Verhelpe, dat je Zijn werk den rug toe
zou keeren. Blijf in Londen en wij zullen
de zorg voor je armen hier pp ons
nemen."
Tegen het eind van het gesprek was
mijnheer Chorchill d» kamer binnen ge-
besm Eesffi m hma y»td» Sfcaaer:
t<wk*n «o negvl, via brtl Qtittgdl* fe
het perkamenten boek.
Als zij nu de ster zagen, verheugden tQ
zich met zeer groote vreugde.
Zou voor u, (Christelijke lezer, deze
vreugde onbereikbaar, onmogelijk, zijn?
Ach, misschien hebt ge de vreugde tot
dusver op verkeerde wegen gezocht-
Ge hebt ze gezocht op een aarde, die.
ondanks al haar luister van natuur en
cultuur zich niet aan den vloek onf»
worstelen kan?
Ge hebt ze gezocht in een luchthartig
heid, die de schijnende en' schreiende
vragen van uw ziel niet tot stilzwijgen
brengen kan-
Ge hebt ze gezocht in intellectueel
wijsheid, die nog nooit één mensch den
toegang tot de verborgenheid der godzaligi
heid heeft ontsloten.
Er is maar één weg tot de vreugde,
diet is de weg tot Jezus, den Zaligr
maker, die is vreugdemaker!
Ge ziet Zijn licht eerst in het Woord-
Wij hebben het profetische Woord, dat
zeer vast is, en gij doet wel, dat ge daarop
acht geeft als op een licht, schijnende in
©en duistere plaats-
Zoek in dat Woord Jezus.
Alles in den Bijbel is belangrijk, maai
alleen in verband met Jezus.
Vele sterren schitteren in' dein Bij-bel;
Mozes, David, Eüa, Johannes, Paul us,
maar de ster der zaligheid is Jezus-
En als ge dart licht ontdekt hebt, laat
het dan zijn: In Uw licht zien wij- het licht-
Gebruik het licht van den Bijbel om
Gods licht te zien in de n'atuur mjet
hare tallooze wonderen-
Zie ook naar boven, zie veel naar
boven, waar de sterren u verkondigen de
oneindigheid, de kracht, de onverander,
lij-kheid Gods-
De hemelen vertellen Gods eer, eü het
uitspansel verkondigt Zijner hand-en ywerk.
Gebruik het licht van, den Bijlbei ook om
te zien Gods licht in de teekenen der tij
den- Ook de oordeelen Gods in de gescfakt
denis worden u als zoovele bewijzen, dat
Jezus komende is op de wolken des hei
mels-
De groote dag van zijn glorie komt-
Heléne Swarth 'zong zoo tragisch van
de onsterfelijke sterren boven ons sterfa.
Ijk hoofd.
Maar voor het geloof is de orde omgei.
koerd.
Do sterren boven uw hoofd zullen eens
tanen.
Maar gij, die Jezus in onveïderfe-ljjikheid
Iiefhebt, zult eeuwigljk boven de sier ren
zalig zijn-
Verheug u z-eeor, dochter Sions, zie uw
Koning -komt!
KERSTLIED.
Heil'ge nacht, op eng'l-en-wieken
Zijt naar 't aardrijk gij gedaald,
Die verdrukten, armen zieken.
Allen met uw glans omstraalt-
Waar ook rouwe en droefheid wonen,
Strijkt ge als hemelbode neer,
Want uw h-eid're klokkentoöen
Melden 't komen van -den Heer-
Dood en zonde heers oh tein op aarde,
En in 't duister van1 hun nacht
Waart Gj 't, die hier openbaarde,
'theil aan zondaars toegedacht-
Bethlehem, de Koningsstede,
Werd ons naar 't profetisch woord
Levensbron; en liefde en vrede,
Welde uit stal en kribbe voort-
Zalig «Morgen' andscbe Wijzen,
Zalig ook gij herd'rens.oet,
D-i-e ons, jeugdigen en grijzen.
Voo-rgingt met uw liefdegroet,
Wat het oog van Gods profeten,
Slechts van verre had gezien,
Zaagt gij met het heilig weten,
„Kind, gij zult on« redding biên."
Heil'ge nacht, ons u begroeten,
Is een lofpsalm Hem ter eer,
Die door .onze schuld te boeten.
Onze Heiland werd en Heer.
Dwab're Jezus, uw verschijnen
In der m-ensohheid zwartste® nacht,
Deed de nacht des doods verdwjne®,
Door d-e liefde, glans en macht.
„Papa heeft me verzocht u te zeggen,
dat er binnenkort een zetel in het par
lement -open zal komen voor Fareham
•en hij wenschte, dat u zich candidaat zult
laten stellen."
„Dat moet u doen oom", riep Nina
uit en ook de dominee en zjn vrouw
deden- luide bijvalsbetuigingen ho-oren;
alleen Anna zweeg. Toen hij zich tot
haar wendde, bloosde zij, maar ze bleef
zwijgen.
„Ik moet er eerst nog eens goed over
nadenken", antwoordde hij, waarna het
gezelschap zich in den tuin verspreidde.
Hoe gelukkig gevoelde Eleanor zich, ter
wijl ze genoot van haar rust in het
bijzijn van hen, die haar dierbaar waren
die rust, zoo wel verdiend na gedanen
arbeid, zoo weldadig, wanneer .ze volgt
op arbeid, die tot tevredenheid en dank
baarheid stemt.
En nu dwaalden ze door den tuin
en dezelfde maan, "die daar ginds in
Canada Emily bescheen, goot hier haar
zilveren stralen over haar zuster op de
zelfde plek, waar ze tezamen zooveel
geluk gekend hadden. En die zelfde zus
ter was bij d-e anderen een weinig achter
gebleven en stond nu in droomerige stem
ming te staren naar de beek, die den tuin
doorsneed. Toch zag ze het water, niet;
in gedachten vergeleek ze het verleden
- ra*t i»t hwdea. M tewfc, hfrevrsü base
KM Kanrilkmt In A ftomh Eeuw.
Sea dikke duisternis bedekte de landslrse
ea de stad Quedlinburg in Duitschland, in
den Kerstnacht vaa het jaar 941. Plotseling
hieven de klokken van de Domkerk een statig
gelui aan en plechtig klonken hare tonen
om de Christengemeente tot viering van he
hooge feest uit te noodigen. Eerst in dien
tijd was het Christendom in Duitschland al
gemeen doorgedrongen.
Gansche scharen stroomden in dien nach
op het gegeven teeken naar het huia de
Heeren. De ruime Domkerk was spoedig ge
vuld en door den glans van ontelbare was
kaarsen helder verlicht. Het orgel liet zich
voor het eerste koorgezang hooren, terwijl
voor het altaar de aanzienlijkste leden der
gemeente hadden plaats genomen. Onder deze:
ook de Duitsche Keizer Otto de Eerste, me
zijn vorsten- en ridderstoet. Hartelijk had hij
verlangd dit feest des vredes en der liefde
mede te mogen vieren; sedert geruimen tijd
toch was hij in oorlogsrumoer geweest, strij
dende tegen oproer en verraad, en eers.
onlangs had hij als overwinnaar mogen tanig
keeren. i
En niet tegen een huitenlandschen vijand
des Rijks was zijn strjjd gericht geweest
doch tegen zijn eigen broeder, die trouweloos
nu reeds driemaal de vaan des oproers tegen
den Keizer had opgestoken, en zelfs had
beproefd om hem te doen vermoorden. Slecht-,
met groote moeite en met groote oilers was
de opstand bedwongen geworden. Otto had
den trouweloozen broeder in den Rijksban
gedaan en hem gevangen doen nemen.
Hoe pijnlijker deze strijd nu tegen zijn eigen
broeder en onderdaan was, hoe meer de
Keizer zich ook in dezen Kerstnacht ver
heugde, dat God hem had gespaard en aan
zijn Rijk den vrede had teruggegeven. Daar
zat dan de forsche gestalte van den mach
tigen Keizer, in volle pracht en praal. Waar
digheid en majesteit vereenigden zich in zijn
persoon. Als een Duitscher van .den ouden
stam, vertoonde hij zich aan zijn dankbaar
volk. In diepen ootmoed wierp hij zich voor
het gebed op de knieën en .gaf aldus aan
zijn onderdanen het voorbeeld van hulde aan
den geboren Koning der eeuwen, Gods lieven
Zoon. j
Eenzaam evenwel was de hoogbejaarde moe
der des Keizers in de Hofburcht achtergeble
ven, de edele Mathilde, een kleindochter van
Wittekind, Hertog van Saksen.
Deze vorstin zat thans in 4'en Kerst
nacht met het hoofd in de hand. Het feest
'der zegenende liefde des Heeren stemde haar
tot diep gevoelden dank. Toch was haar geest
treurig te moede, als zij over de gebeurtenissen
der laatste jaren dacht. Haar gemaal Hen-
drik had, in overleg met de andere Vorsten
des Rijks, zijn zoon Otto tot zijn opvolger
bestemd. Daarover ontevreden, had de oudere
broeder Thankman met eenige ontevredenen
een opstand beproefd, doch deze was in
den strijd gevallen.
En wat nog erger was, nu was ook Hen-
drik, de jongste broeder, tegen Otto in op
stand gekomen, en wel, na tweemaal
vergiffenis bekomen te hebben, ten derde
male. Moest de moeder nu niet voor het
leven van haar jongsten zoon beven Diep
verslagen zat zij in den Kerstnacht daar neder,
vol van onuitsprekelijke verzuchtingen. Ten
laatste zinkt zij in hare eenzaamheid op
de knieën neder en stort haar hart met
vurige gebeden voor haar Verlosser uit, om
genade naar lichaam en ziel voor haar schub
dig kind. i
Ondertusschen was de godsdienstoefening
bijna tem einde. Daar opent* zich eensklaps de
deur van de Domkerk, en een man, in boet
gewaad, treedt binnen. Het is Hendrik, aan
wien toegestaan is geworden onder geleide
zich voor den Keizer te mogen stellen. Hij
werpt zich voor dezen neder en smeekt
„Zwaar is mijn misdrijf, vergeef het mij,
voor Manufacturen
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden Ledikanten en
aanverwante artikelen Is
GOES
HULST
zuster afwezig was, ze zou het hede®
niet willen ruilen voor dat, wat voorbij
was. - - li'
Daar naderde iemand. Ze wendde zich
om. 'tWas de heer Churchill;spoedig
stond hij voor haar ,en op ernstigen too®
zeide hij: „Toen de anderen er op aan
drongen om mij candidaat te stellen voor
een parlementszetel, hent u ze niet bij
gevallen". Zij antwoordde niet. En daarom
ging hij voort: „Zou het u onverschillig
laten, als ik aan hun verzoek voldeed.
„Neen", fluisterde zij, „ik zou er blij
om zijn."
„Dan", en hij nam haar hand in de
zijne, die ze hem liet, „wil je dan mijn
levensgezellin worden, om de taak, die
voor mij is weggelegd, te helpen vol
brengen
Vanaf dat oogenblik beschouwden Anna
en de heer Churchill dien tuin als de
plek, waarop hun beider levensweg in
eenvloeide.
HOOFDSTUK XXIII.
Kort na de gebeurtenissen, beschreven
in het vorige hoofdstuk, reed een rijtuig,
onbekend aan de bewoners van Buckiand
het hek van Buckiand Park binnen. De
nieuwe bewoners van het buitenverblijf
waren aangekomen. Den volgenden Zon
dag wsaddaa r«l« oogea dih umg it 1
■fabrikante.: M.V. KOOPMANS71
1-IE.EirABRlEKEM-lfOIWAtlDCN
verheven Keizer, vergeef het mij, geliefde
broeder! Mijn trouw zal ik voortaan u too.
nanl" Doch de Keizer zag hem met strengheid
aan ea sprak„Tweemaal heb ik u ver
giffenis geschonken, nu is het genoeg.
Je ban is over u uitgesproken gij heht
ïw leven verbeurd; over drie dagen zult
gjj uw schuldig hoofd onder beulshanden ver
liezen".
De omringende edelen en vorsten verbleek
ten, dooh Hendrik het meest. Stilte des doods
heerschte in den ganschen tempel. Geen
mensch waagde het den toomigen leeuw zijn
buit te betwisten.
Doch ziet, daar treedt de priester naar
den Keizer; hij draagt het woord Gods in
de hand en duidelijk klinkt z'un stem door
de gewelven„Mattheus 1821, 22. En Pe
trus sprak: Heere, hoe menigmaal zal ik
rfiijn broeder, die tegen mij zondigt, vergeven?
Is het genoeg zeven maal? En Jezus zeide
tot hemIk zeg u, niet tot zeven maal,
maar zeventig maal zeven maal".
De Keizer ontstelde- Zijn gestrenge blik
verdween en tranen vulden zijne oogen. „Ja",
riep hij, „ter wille van de Liefde die zich
in de ellende nederliet om vijanden te ver
lossen en hun het zalig kindschap Gods te
verzekeren, zij u vergiffenis geschonken I Her
haal hier voor God en menschen de belofte
uwer trouw en houd deze dan ookl"
Met deze woorden hief hij zijn broeder op
en drukte hem aan zijn hart. Heete tranen
waren diens antwoord. Een algemeen en big
gejubel steeg op in de Domkerk. En waarlijk,
de Engelen Gods zullen zich in den hemel
verblijd hebben over deze, door de liefde
van Christus, behaalde overwinning.
gesmette, roode huid llndirt»
1 Rhe* Fa» VrWa» «kor
De zelfmoord In de R»:hfszaaf.
In bet verslag der bladen van de
moordzaak in Den Haag in zake den
officier van gezondheid lazen wij, zegt
„De Rotterd.", een passage in het re
quisitoir van het Openbaar Ministerie,
welke in ho-oge mate bedenkelijk is.
Zóó (bedenkelijk, dat wij aarzelen te
gelooven, dat de advocaat-fiscaal zich in
dier voege zou hebben uitgelaten.
1 Edoch, tegenspraak bleef achterwege,
en zoo moeten wij op de gevaarlijke
uitlating d-e aandacht vestigen.
Gewag makend van de houding door
den beklaagde aangenomen, legt het ver
slag den vertegenwoordiger van het 0. M.
deze woorden in den mond: „De houding
van beklaagde is hem niet sympathiek.
Wij zien hem steeds terugkomen op d-e
bekentenis, om de daad een gszins goed
te praten. Dat is zeer onsympathiek. Veel
meer sympathie heeft hij voor den moor
denaar, die, zooals i.n Amsterdam,
direct de hand aan zich zelf
sloeg
In de rechtszaal de zelfmoord verde
digd is het waar?
Indien je dan voegt hier een ernstig
protest.
heerenbank in de kerk, en allen waren het
erover eens, dat de oudste van de twee
dames, die daar plaats genomen hadden,
zeer deftig, de jongste heetl knap was,
maar -ook ieder voor zichzelf besefte,
dat haar aanwezigheid nooit de af wet
zigheid van de vroegere bewoners zou
g-oed kunnen maken.
„Morgen moeten we een bezoek bron-gen
op Buckiand Park, Fanny, zeide dominee
Grey Maandagmorgen tot zijn vrouw en
ze kwamen overeen, dat ook Anna met
hen mee zou gaan.
Het was een schitterende dag en toen
ze naar het Park reden, hadden ze 't ge
voel of ze er de lieve, bekende gezichten
weer zouden zien. Toen ze in de ontvangt
kamer traden, waar elk schilderij, elk
meubelstuk zijn herinneringen had, deed
het pijnlijk aan ontvangen te worden door
een vreemdelinge, uit wier geheels hou
ding koele terughoudendheid sprak. Me
vrouw Nugent ontving haar gasten be
leefd, maar koud. Ze was njet gewoon
aan bezoeken van geestelijken. Ze zag
hen alleen als dominee, niet als mensch,
waar ze vriendschappelijk mee ,ko-n om
gaan. De geestelijke in haar eigen paro
chie had een onbeteekenend karakter, een
man, die gemakkelijk te leiden was en
daardoor niet in staat was zelf als leider
op te treden, een werktuig in haar han-
ésss. fisd m tomsüiq tm gast t» vtstÉg
We vieren weer Kerstfeest.
Maar hoe verschillend zijn de omstan
digheden.
Hier een gezin, dat zich verheugen mag
in geschonken zegen, waar doodsschadu-
wen weken en waar het danklied wordt
gezongen ter eere van Hem, die den dood
overwon.
Maar daar zijn ook anderen. Daar zijn
er die gebukt gaan onder '8 levens leed,
dat, in allerlei vorm soms zoo zwaar
kan drukken en den levensweg zoo som
ber maken. i i 1
De öm&andigheden verschillen.
Maar voor allen geldt: Ziet, jk verkon
dig u groote blijdschap, n.l. dat geboren
is de Zaligmaker, die arm werd en Zicfc-
zelven ontledigde, "om wie in Hem ge
looven rijk te maken; £ie Zich zei ven
op het diepst vernederde om die in .Hem
gelooven hét leven te geven en den vrede.
Moge van d-e ze blijdschap onder ona
iets worden gesmaakt.
Dan zal het: „Eere zij God" op dit
feest meer zijn dan woorden en klanken.
OPMERKER.
De winter, zoo schreven wij de vorige
week, heeft op duidelijk merkbare wijze
zijn intrede gedaan. In 't begin van de af-
geloopen week scheen 't dat we weer eens
zouden krijgen een wat men noemt
„ouderwetschen winter". De strenge koude
in het buitenland, nog héél wat erger dan
hier, en de weervoorspellingen, gaven aan
leiding een strengen winter te verwachten
Maar -de profetieën zijn ijdel gebleken.
Voor velen die gehoopt hadden nu eens
van het ijsvermaak te profiteeren is dat
misschien een kleine teleurstelling, m-aar
voor anderen, voor wie een strenge winter
niet anders -dan kommer en zorg beteekent,
is het een reden tot blijdschap.-
Een van de meest schokkende gebeurte
nissen in de afgeloopen dagen is zeker wel
het vergaan van de Amerikaansche duik
boot, de S. 4, waarin de opvarenden als in
een stalen doodkist zijn opgesloten. Da
aanvankelijke hoop dat het nog gelukken
zou deze meusc-hen te redden, is niet ver
wezenlijkt. Men -heeft -alleen hun lijden een
weinig kunnen verlengen. Wel een tragi
sche gebeurtenis. Degenen die op redding
bedac'ht waren 'bevonden zich in de on
middellijke nabijheid van de slachtoffers,
en toch, ze stonden machteloos. Moge in
die donkere doodsboot, waar de zes opva
renden zulk een droevig einde vonden, ge
zien zijn het schijnsel van het Licht der
lichten, dat over deze aardsche doodsvallei
is opgegaan.
In ons land was het vooral -het congres
van -de S. D. A. P. dat do aan-dacht trok,
niet -om-dat het opzichzelf zoo belangrijn
was, maar wel, omdat hier weer zoo duide
lijk bleek hoe men er in die kringen op uit
is, de massa met holle en -alleen daarom
klinkende leuzen in beweging te brengen
en te houden.
D-e Tweede Kamer heeft kans gezien
tusschen de bedrijven van de Staateba-
grooting door, het wetsvoorstel tot verla
ging -der Rijksinkomstenbelasting te be
handelen. Het zal op velen wel een zonder
lingen indruk gemaakt hebben, dat de So
cialisten tegen di't ontwerp stemden,
daar 't toch voor de massa, zeker wel van
beteekenis is, dat het volgend jaar deze be
lasting met een vijfde wordt verlaagd. Het
werk van Minister Golijn begint mooia
vruchten te dragen.
We zouden voorts in dit weekoverzicht
nog kunnen herinneren aan de griffiers
wisseling bij de Staten van ons -gewest,
aan wat omtrent de electrificatie van onze
provincie werd meegedeeld, aan de ope
ning van het R.-K. Ziekenhuis te Goes,
het jubileum van burgemeester Wabeke,
en de ingebruikneming van het kerkge
bouw der Geref. Gemeente te Meliskerke,
maar daarover is reeds zooveel geschre
ven, dat we er bier bet zwijgen toe kunnen
doen.
We staan nu aan den vooravond van het
Kerstfeest. Zij 't bij onze lezers, door do
genade Gods waarlijk feest, in de buizen
en in de harten, opdat er iets gevoeld
wordt van de beteekenis der blijde bood
schap, door engelenmond gebracht.
aan een diner, dan werd hij uitgenoodigd.
Hij scheen niet te beseffen, dat hij een
heilige roeping te vervullen had, en wara
dit zoo, men bemerkte er niets van.
Maar nu stond mevrouw Nugent tegen
over een heel ander man. Ze beg-on eenige
vragen van algemeen-en aard te stellen;
maar al gauw wist dominee Grey een
andere wending te geven, en voor ze
het zioh bewust wa3, waren ze in
een .geanimeerd gesprek gewikke'd.
De eenigszins beschermende houding, dia
ze had aangenomen, was verdwenen.
Toen liet mevrouw Grey zich een opmer
king ontvallen over haar betrekkingen
in Canada.
„Wat, zijn majoor en mevrouw Butler,
de vrienden, waar mijn zoon zoo vaak
over schrijft, familie van ij?" vroeg me
vrouw Nugent.
„Ja, mevrouw," luidde het antwoord,
on van dat oogenblik af behoefde men
niet meer naar een onderwerp van ge
sprek te zoeken. Juist toen ze op "het
punt stonden om te vertrekken, kwam
een knap jong meisje de kamer binnen.
Ze hield een brief op en zeide:
„Kijk eens, tantetje, een brief van Ar
thur."
Mevrouw Nugent stelde haar voor als
'n nichtje in ver verwijderden graad: Lady
Alice Wsstou.