N. S. F. Radio-Toestellen Leestafel. Hadio-Nieuws. J. POLDERMAN - GOES voorgesteld wijziging, waarop deze m. a. s. werd aangenomen. Alsnu kwam in behandeling de vaststel ling van de vroonrekening 1927. Berekend werd voor één koe voor vollen weitijd f 18,32%; voor len weitijd alleen f 10,99% en voor 2en weitijd alleen f 7,33. Voor één paard, vollen weitijd f 23,32%; voor len weitijd f 13,99 Daarop drongen de heeren W. Hui- bregtse en K. Gijsouw er op aan, de koe wachters in 't vervolg te verzekeren tegen ongèvallen, waartoe werd besloten. De heer Hendr. Cijsouw achtte tegengestemd te hebben om principieele redenen. Bovendien wees de heer Jaks. Minder- houd er op, dat er vroeger bemesting heeft plaats gehad op de vronen, en vroeg nu, of dit nut heeft opgeleverd. De voorz. zei, dat volgens besluit van Ged. Staten de mest niet meer opgehaald mag worden, en dus op de vronen moet blijven liggen. De heer Minderhoud zou dan willen, als die bemesting niet voldoende is, dat er kunstmest op gebracht werd. Daarop kwam aan de orde een verzoek van het bestuur der S. D. A. P. van do afd. „Westkapelle", om aansluiting van de gemeente bij de werkloosheidsverz. volgens het werkloosheidsbesluit 1917. In dat ver zoek werd tevens gevraagd daarbij op te nemen de ongeorganiseerde arbeiders. De voorz. deelde mede, dat reeds meermalen van andere zijde een dergelijk verzoek is gericht tot den Raad. Volgens zijn mee- ning zou dit alleen georganiseerden ten goede komen, zoodat de zoogenaamde losse arbeiders er niets aan zullen hebben. Op grond hiervan zijn steeds dergelijke ver zoeken afgewezen. Hij wees er verder op, dat de toestand der arbeiders gunstig is, daar vele arbeiders werk vinden in Vlis- singen. Hij was er wel voor, dat er voor hoofden van groote gezinnen zoo noodig werk gezocht zou worden. De heer K. Gijsouw was van meening, dat er te Westkapelle een klein schijntje gedaan werd voor de arbeiders en meen de, dat er meer voor gedaan moest wor den, al erkende hij, dat de toestand nu niet zoo slecht is. De heer W. Huibregtse meende, dat het niet alleen gaat om de georganiseerde ar beiders, daar hij van meening was, gezien een ingediend wetsontwerp, dat in de naaste toekomst ook de ongeorganiseerde arbeiders geholpen zullen worden door het werkloozenbesluit 1917. Hij wees er verder op, dat alle belastingbetalers nu toch indi rect betalen aan de rijksbijdrage van an dere gemeenten en Westkapelle daar niet van profiteert, omdat de gemeente niet aangesloten is. Daarop werd het voorstel van B. en W. om op het verzoek van het bestuur van de S. D. A. P. niet in te gaan, aangenomen met 5 st. Tégen stemden de heeren W. Huibregtse en K. Gijsouw. Daarna had plaats de vaststelling van de nieuwe poli tieverordening. Rondvraag. Dhr H. de Kam wees op den hoogen waterstand van den welput bij de Koestraat, waarover door verschil lende voerlieden is geklaagd. Er zal ge tracht worden door het leggen van een buis daarin verbetering te brengen. De heer W. Huibregtse zou gaarne zien, dat de palen bij den dijk daar niet ge plaatst waren. De voorz. zei, dat het nood zakelijk was deze daar te plaatsen, omdat de voerlieden het nieuw aangelegde be strate gedeelte mijden en rijden langs het niet verharde gedeelte, waardoor dit in een modderpoel wordt herschapen. De heer Huibregtse zou dan liever dat ge deelte bestraten, waarop de heer Huibr. Cijsouw wees op de kosten. De heer K. Cijsouw zou gaarne zien, dat er eiken dag gelegenheid was om slacht vee te doen keuren. De voorz. zal hierover een schrijven richten aan den keurings kring „Oostkapelle". De heer K. Gijsouw vroeg ook nog of de burgemeester zijn invloed niet zou willen aanwenden, om de werkloozeu in het bezit te stellen van een vrij rijwielplaatje. De voorz. wil gaarne zijn medewerking daar toe verleenen, door aan de belastingamb tenaren daarover te schrijven. Daarop vroeg de heer Jaks. Minderhoud of het niet wenschelijk zou zijn het onver harde gedeelte van den weg vanaf de wo ning van Huibr. Gijsouw tot aan den dijk wat te verbeteren, door aan te brengen schelpzand en daarop schelpen. Aan het verzoek zal zoo mogelijk voldaan worden Alsnu woeg de heer Huibr. Gijsouw wat er met het ongebruikte gedeelte van de be graafplaats moet gedaan worden. De heer K. Gijsouw zou het willen bezaaien en van gemeentewege de vruchten verkoopen. De heer Huibregtse gevoelde meer voor aan planting. De heer J. Minderhoud was van meening, dat het beste was dit gedeelte om te ploegen, één jaar te bebouwen en er dan grasland van te maken, waartoe m. a. s. werd besloten. Daarna sluiting. Biervliet. De Gemeenteraad nam het be kende adres om maatregelen te nemen te gen het vloeken, met 5 tegen 1 stem voor kennisgeving aan. Wel werd besloten hier en daar op plaatsen die daarvoor in aan merking komen, verzoeken op te hangen om het vloeken na te laten. De oude school op de Markt werd voor afbraak verkocht aan den hoogsten bieder, den heer Hoornick. Terneuzen. A.s. Donderdag hoopt de Raad dezer gemeente in openbare verga dering bijeen te komen. Op de agenda komt o.m. voor; Voorstel van B. en W. om niet over te gaan tot aanstelling van tijdelijke boven tallige leerkrachten aan de openb. lagere scholen; id. tot wijziging van het reglement voor het burgerlijk armbestuur; id. om af wijzend te beschikken op het adres van dhr T. L- L. Noleen, houdende verzoek om zulke maatregelen te willen nemen, dat de z.g. verbindingsbelasting niet meer moet worden betaald; id. tot benoeming van le den voor de commissie van toezicht op het L. en 0.; id. tot benoeming van een lid voor het burgerlijk armbestuur (aanbevo len worden: W. Bedet, aftr. en A. J. v. d. Sloot). Zaamslag. In de j.l. Vrijdag gehouden raadszitting is op zijn verzoek eervol ontslag verleend aan den heer C. J. de Vries, als ^secretaris-penningmeester van het Burgerlijk Armbestuur, en werd "in diens plaats benoemd de heer J. C. Eijke, ambtenaar ter secretarie, met 6 stemmen gen 5 stemmen op den heer M. Deels. STEMMEN VAN HET PLATTELAND. IX. Op het einde der vorige eeuw kwam er verbetering in den toestand van den Landbouw. Dat kwam ©enerzijds door de betere oogsten die verkregen werden ten- gevolge van het toenemend kunstmest- verbruik en anderzijds door dat betere prijzen gemaakt werden. Vooral de aanwending van de kunst meststoffen is van zeer groote beteekenis geweest. Het is niet te veel gezegd als men beweert, dat daardoor de sociale kwestie ten plattenlande voor een goed deel is opgelost. Nu begrijp ik echter dat dit eenige toelichting behoeft. Voorheen was hier ook het kleinbedrijf ai van tamelijken omvang, maar de om. standigheid dat men voor de bemesting alleen op stalmest aangewezen was maak te het vrijwel onmogelijk, redelijke oog sten van bouwland te halen zoo men geen vee had om den benoodigden mesl te verkrijgen. Vandaar dat die kleine be drijven van vroeger toch altoos zóó om vangrijk moesten zijn dat het ook 'n ge mengd1 bedrijf was. En hierin is nu dooi de kunstmest verandering gekomen. Men was nu niet meer afhankelijk van de stalmest. En van toen af zijn de heel kleine bedrijfjes van b.v. 2 H.A. gekomen en sterk vermeerderd; van toen af ook zijn de arbeiders een perceel land gaan pachten en thans na ongeveer 30 jaar zijn er bijna geen arbeiders meer of ze heb ben zelf 1 a 2 gemet land in gebruik en daardoor hun jaarlijksch inkomen aar dig wat verbeterd. Want het moet gezegd worden, dat de loonen van den landarbei der ;?eer laag bleven. Of dat nu de meest gewenschte toestand is staat voor mij nog niet vast, maar men moet waarlijk hulde brengen aan die werklieden, die, toen het bedrijf hen niet een betere positie bood, zich niet ontzagen om die zelf te veroveren. Eens waren het helden om het bitterst leed' te dragen; ze bleken het ook te zijn nu de gelegenheid zich voordeed om hun leven op hooger peil te brengen. Dat een landarbeider zelf ook ©en grooter of kleiner perceel land bebouwt heeft zijn goede zijde maar ook een min der goeden kant. Het wil mij altijd voorkomen, dat een arbeider die behoorlijk werk verricht ook uit het bedrijf waarin hij zijn krachten besteedt, behoorlijk moet leven. Toen het landbouwbedrijf in betere con ditie geraakte is aan dien eisch niet voldaan; de loonen werden zoo laag mo gelijk gehouden en om daarin verbetering te brengen hadden de arbeiders er op bedacht moeten zijn om betere loonen te bedingen, maar dat hebben ze niet ge daan, althans daarop hebben ze hun stre ven niet samengetrokken, maar zij hebben gezien, dat ze door zelf land te huren in staat zouden zijn hun inkomen te ver meerderen. Twee bedenkelijke dingen waren hier van het gevolg lo. bleef het bedrijf in gebreke recht te doen ten opzichte cler werklieden; 2o. voor den arbeider werd het oor zaak, dat hij zijn vrijen tijd niet besteedde aan zijn geestelijke ontwikkeling of aan zijn gezin, maar aan zijn land. Tegenover deze dingen, die ik nogal gewichtig acht, staan andere die er mis schien bijna tegen opwegen. In de eerste plaats is een arbeider die zelf een „stukje" land heeft niet zóó afhanke lijk van zijn baas dan anders; in de tweede plaats neemt de kennis van zulk een ai beider toe ter zake van bewer king van den grond, bemesting, zaaiing, oogst, opbrengst en kosten. Ten derde blijft zulk een man voor den landbouw behouden; hij komt er niet toe naar de stad te gaan; en ten vierde werkt menig een zich langzaam maar zeker op tot een zoogenaamd keuterboertje, dat wil zeg gen, dat hij voortaan geheel voor zich werkt. En als vijfde voordeel zou hier nog aau toegevoegd kunnen worden, dat menschen die voor een deel of geheel in hun eigen behoeften kunnen voorzien door op eigen land te werken schier onvatbaar zijn voor de socialistische pro paganda; dat weten de leiders der S. D. A. P. ook zeer goed, vandaar dat zij er niet erg voor zijn om met Staatshulp den landarbeider aan een „plaatsje" te helpen. Wie echter van de revolutie, in welken vorm ook, geen heil verwacht, ziet dat met genoegen en dankt or zijn God voor. JAANSMA. De man die zichzelf niet was. De Oslosohe correspondent van de „N. R. Grt." vertelt van het wonderlijk avon tuur van een Zweedsch officier, waarvan de Scandinavische pers vol is. De officier, die tien jaar geleden in En- gelschen dienst was, werd destijds bewus teloos geslagen bij het springen van een mijn aan het westelijk front. Hij werd offi cieel dood verklaard, doch in werkelijkheid bracht big' er bet leven af, maar verloor zijn geheugen en kreeg den naam van een Engelsch officier, die bij diezelfde gelegen heid was gedood. Vlak bij den Zweedschen officier was namelijk de jas van den ge- dooden Engelschen officier, kapitein H., gevonden, die zelf bij de ontploffing was verdwenen. Door enkele brieven, die in den zak van de jas gevonden waren en aan den kapitein geadresseerd waren, meende men ook werkelijk met hem te doen te heb ben, daar de Zweedsche officier, die zijn geheugen verloren had en zich niets meer van zijn verleden herinnerde, er niet tegen opkwam toen men hem kapitein H. noemde. Eenige maanden later nam hij weer deel aan den strijd op het westelijk front; hij had dienst genomen bij het vliegwezen en werd spoedig bevorderd; doch kort daarop bij een vliegtocht gewond, zoodat hij weer in een hospitaal kwam. Steeds bleef zijn verleden voor hem in het duister. Alleen dook de herinnering bij hem op aan een jongen man, wiens beide beeuen op het slagveld verbrijzeld waren, die in zijn ar men gestorven was en hem opgedragen had zijn laatste groeten aan zijn zuster over te brengen. Dit had hij gedaan, en die zuster was sedert zijn vrouw geworden. In overleg met haar stelde hij, om iets naders over zijn verleden te weten te ko men, onderzoekingen in betreffende de fa milie H., welker naam hij droeg en kwam zoo te weten, dat de moeder van H. bij diens geboorte gestorven was, en kort daarop de vader. Andere familie scheen hij niet te hebben. Niemand scheen bij de autoriteiten navraag over hem te hebben gedaan, en het was dus alsof de man nie mand meer op de wereld bezat, die zich om hem scheen te bekommeren. Teneinde zijn geheugen terug te krijgen, had hij tal van dokters geconsulteerd, en was hij van het eene ziekenhuis naar het andere getrokken; doch alles tevergeefs, üp zekeren dag hoorde hij iemand een paar woorden Zweedsch spreken, en plot seling werd hij zich bewust, dat hij Zweedsch verstond en ook spreken kon; maar het was hem onmogelijk zich te her inneren, waar en hoe hij dit geleerd had. Maanden verliepen en voortdurend pijnig de hij zich de hersens met de vraag: maar wie ben ik toch? Hij begon nu aan Zweden te denken, en trachtte herinneringen aan dat land in zijn geheugen op te diepen, en kwam nu zoover, dat hij meende vroeger wel eens in Zweden te zijn geweest. Zoo gebeurde het, dat bij een bezoek, dat hij aan een der ministeries bracht, zijn oog op een Zweedschen stadskalender viel, die hij ter hand nam en inzag of er ook een naam in voorkwam, dien hij zich her inneren kon. En plotseling viel zijn oog op zijn eigen naam, en het werd hem duide lijk, dat hij dien naam vroeger gedragen had. Hoe zou hij zich daarover zekerheid kunnen verschaffen? Hij had zijn vader land al sedert bijna 30 jaar verlaten en met uitzondering van een paar dagen die hij tijdens den oorlog in Zweden had door gebracht, had hij het niet meer bezocht Zoo besloot hij naar den persoon in kwes tie te schrijven, wiens naam hij in den stadskalender gevonden had en hem om nadere bijzonderheden betreffende diens familie te vragen. Zijn brief onderteekende hij met zijn nieuwen aangenomen naam van kapitein H. Hij ontving onmiddellijk antwoord en vernam daaruit, dat de briefschrijver een broer had gehad, die bijna 30 jaar geleden zijn vaderland verlaten had en in 1916 '17 aan het westelijk front gesneuveld was, 't geen officieel aan de familie was mede gedeeld. Nu was het alsof de donkere kamer van zijn verleden ontsloten was, en hij vroeg zich af of hij nu eindelijk zichzelf terug gevonden had.' Hij besloot nu naar Zwe den te reizen. Toen hij te Stockholm kwam keerde zijn geheugen eensklaps terug. Hij vond daar namelijk zijn oude moeder, zijn broeders en oude vrienden uit zijn jeugd en zijn studietijd terug, en ook zij herken den in hem den doodgewaanden zoon en broeder. Dat ik mijzelf ben, verklaarde hij aan den medewerker van „Svenska Dagbladet" staat in deze omstandigheden wel vas'. Maar ik ben ook een ander. Wie ik ben en wie ik zal worden laat mij daarop het antwoord schuldig blijven. Volgens een ander Zweedsch blad, „Af- tonbladet", zou de Engelsch-Zweedsche of ficier, die nu gepensionneerd kolonel in het Engelsohe leger is, een zoon zijn van den overleden professor in Upsola N. K. Dunér, en is hij de vroegere Zweedsche luitenant Gustav Dunér. Z|on d ag s'c h o> o,l u itjgaveni van G- F. Callenbach te Nijkerk. De firma Callenbach te Nijkerk komt ook dit jaar weer met een.' prachtige collectie Zondagschooluitgaven, een col lectie waaraan, zooals de uitgeefster in haren mooien géillustreerden catalogus opmerkt, kosten noch moeiten zijn ge spaard en die uitmunt boven de meeste harer voorgangsters. Er zijn bij deze verzameling oude bei. kenden, 'zooals verschillende boeken van Gerdes en daarnaast zijn er ook van de nieuwere schrijvers, die hier hunne op. wachting komen maken. Op de boeken van Gerdes zijn meermal lenl aanmerkingen gemaakt en niet geherl ten onrechte- De Roomschem in het al gemeen en de paters in 't bijzonder komen er bij dezen schrijver wel heel slecht af. Maar het feit dat deze verhalen ruim een halve eeuw geleden verslonden wer. en dat de jeugd ze nu nog altijd mot graagte leest, is wel een bewijs dat hij den juisten toon heeft weten to treffen- Na veel moeite is het aanl de fa- Cal lenbach gelukt de gehcele Gerdes-serie in handen te krijgen- In de nu verschenen collectie zijn dan ook weer drie verhalen van Gerdes opgenomen, nl. „In de dui- nien", „In Utrecht" en „In Leiden en Vlaanderen", cn het lijdt geen twijfel of deze boeken zullen tot de succesnummers behooren- Men moet maar eens opletten hoe er, evenals in onze jongensjaren, naar „In de duinen" gegrepen wordt. Is er dus bij de uitgeefster een streven om het beiste uit deri ouden tijd voor do jeugd onzer dagen te bewaren, daarnaast is er het pogen om ook het nieuwe, frissche te doen opbloeien- Om dit doel te bereiken werden flinke bedragen beschikbaar gesteld om nieuwe auteurs op te wekken hunne krachten te beproeven op het gebied der Christelijke kinderlectuur. Eten prijsvraag werd uitge schreven;, waaraan door een honderd schrijvers werd deelgenomen, waarvan omdat hooge eischen' gesteld werden - slechts betrekkelijk weinigen bekroond werden- Het reslutaat van een en ander was dat nieuwe boeken verkregen werden, die ver boven het gemiddelde uitgaan- Wij kunnen onmogelijk alle boeken en boekjes bespreken en dat is trouwens ook niet noodig. Hier wordt voor elk wat wils gegeven. Hier zijn boekjes voor de kleinsten onder de kleinen, maar er zijn er ook bij, waarnaar jongenis en meisjes van 15 a 16 jaar met genoegen zullen grijpen. Wo vinden hier schitterende historische ver. halen, zooals „Het beleg van Gorkutn" door L- Penning, „Boordt voor den Prins" door J. Snoep Jr., „Er op of er onder", door v. d. Hulst, en daarnaast verhalen van anderen aard, als b v. „De schoenen van don bovenmeester door Carla, „Het huis achter de duinen", door Hulleman, „Het klaverblad van vier", door Ida Kel ler, enz- Maar alle boeken' en boekjes hebben dit, gemeen, dat ze zonder uitzondering geschikt zijn voor onze jeugd en dat ook aan de technische uitvoering de grootst mogelijke zorg is besteed. En daar komt dan nog bij, dat de prij zen niet alleen zeer laag zijn gesteld, maar dat bovendien voor uitdeelingen of voor schoolgebruik slechts do helft van den prijs wordt berekend. Zondag sc li ooi bes ti i ren, piaar ook parti culieren1 die kinderboeken noodig hebben mogen dan ook niet verzuimen, de cata logus van Zondaigschooluitigaven der firma! Callenbach, die bij ieder en boekhandelaar verkrijgbaar is, te: raadplegen. „Tim o the u's" geeft in het laatste nummer na een tot rust stemlmend artikel van J. N. V. over de rust, die God bereid heeft voor den verbroeide, o-m. Ub volgende bijdragen; Indrukken van den hoofdredacteur; „De Harp", ver volg ver), haal door E- Schreiner; Iets over C H. Spurgeon, door J. H K..; Egyptische weduwe, door K- ten B.; Klanken uit do zendingswereld; Ex libris, door A. L. v- H. en' Het maatschappelijk raderwerk. Verder verschillende duidelijke en goed afgewerkte illustraties. „Het Schouwvenster" opent met een mooie plaat; Een kijkje in de Maast haven te Rotterdam, van welke haven ook n'og verdere en zeer mooie kieken zijn opgenomen. Van de verdere illu. strahes een rijke verscheidenheid noemen wijfoto's van Amsterdam en Ba tavia, Van een eïgenUardigtei begrafenis plechtigheid te Venetië, een antiek bouw werk, enz. Voorts geeft dit nuiinner een rijke verscheidenheid van lectuur- „Ons eigen tijdschrift" van C- J. van Houten en Zn. te Weesp, geeft verschillende bijdragen die op St. Nico- laiafe betrekking hebben, enkele kerstlie deren enz. Dit nummer is rijk geïllut streierd. De vermiste Schevening- s c li e logger. Naar aanleiding van de vermissing van den logger „Schev. )21 De Adelaar" kan gemeld warden, dat de reeder van liet schip, de heer Jac. den Duik, in een onderhoud heeft verklaard, weinig hoop meer te hebben op behoud van den logger. Die geheele week is liij bezig geweest, inlichtingen in te winnen waar hij maar kon vermoeden, dat men iets kon weten van het verdwenen vaartuig. Wel werd de hoop op behoud verleven digd, toen schipper Grootveld van de „Sch. 189", die j.l. Vrijdag in Schevenin- gen binnenkwam, rapporteerde, dat hij den vermisten logger waarschijnlijk ge zien had onder de Engelsche kust. De zelfde schipper heeft thans echter ver klaard, dat hij zich vergist heeft. Het door hem bedoelde schip is de „Sch. 254" wier tuigage geheel overeenkomt met die van de „Sch. 421". De twee politiekruisers, die nu reeds gedurende tien dagen de wateren afzoe ken, hebben geen enkel teeken van de „Sch. 421" vernomen. In Scheveningen is ook binnengekomen de „VI. 81". De schipper daarvan heeft in de buurt van Terschelling zien drijven witte pollen (breels) waarop het nummer S. 421. Deze zijn dus zeker van den vermisten logger, afkomstig. Ook vond dezelfde schipper in die buurt een omgekeerde roeiboot drijven, waarvan de bodem rood geschil derd wa.s. Roor de hooge zee kon de bemanning het nummer van de boot niet opnemen, jioch het is vrijwel zeker, dat ook deze boot afkomstig is van de „Sch. 421". Deze laatste waarnemingen bewe zen wel niet het vergaan van den logger, maar geven toch wel sterke aanwijzingen. In visscherskringen ziet men zich nu genoodzaakt, den logger als verloren te beschouwen, niet zoozeer door het lange uitblijven Zondagochtend kwam de laatste logger van de reederij Jac. den Duik binnen maar wel mede door de omstandigheid, dat het schip op geen enkel praai-rapport voorkomt en door nie mand is gezien, terwijl alle nasporingen vruchteloos zijn gebleven. Door kolendamp gestikt. Twee weken geleden trad een gepensioi neerd kapitein va;n 76 jaar in het huwe lijk met een vrouw van 71 jaar. De gehuwden vestigden zich te Namen. Za terdag vond men in "de woning hun beide lijken. De man zat dood aaln tafel, de vrouw op denl grond tegen zijn knie- en geleund. Een lijkschouwing heeft uitge maakt, dat zij door kolendamp1 gestikt zijn. Programma van Woensdag 7 Dec.: HUIZEN, 1840 M., na 6 uur 1950 M. 12,301.45 N.C.R.V. Concert, alt, sopraan piano. 5.15—6.15. N.C.R.V. Kinder- uurtje o.l.v. P. de Zeeuw Jzn, hoofd eener school m. d. Bijbel te Nijkerk. 7.00—7.30. Lessen. 7.30—8.00. Cau serie over Pluimveeteelt door den heer Joost Sluis te Weesp. 8.00 N. C. R. V. Concert. Dameskoor „Zang veredelt", te Loenen. Spreker Prof. Dr J. A. Cramer te Utrecht. HILVERSUM, 1060 M„ 12.00 Politieber. 12.352.00 Lunchmuziek. 34 Maak het zelf, door mevr. C. Schaake-Verko- zen. 5.307.15 Dinermuziek. 7.15 7.45. Gezondheidshalfuurtje door Dr II. H. T. Bekenkamp: Wijkverpleging. 7.45 Politieber. 8.10 Opera-concert. DAVENTRY, 1600 M. 1.20—,2.20 Orkest con cert. 3.10 Qoncert. .350 Raven- try kwartet. 4.20 Klassiek concert. 6.20 Diaventry-kwaxtet. 7,20 Gezond heidspraatje 7.35 Mendelssohn piano muziek. 8.20 Diebat tusschen Rebecca West en Ben Greet: Why act Shakes peare? 9.40 Populair orkestconcert. 11.20 Populair orkestconcert. PARIJS, 1750 M. 10.50—11. Concert. 12.502.10 Orkestconcert. 5.05 5.55 Concert populaire muziek. 8.50 11.20 "Orkestconcert. LANGENRERG, 469 M. 12<25—1.50 Or kestconcert. 5.20—6,20. Orkestconcert. 7.35 „Op hoop van zagen", visschers- tragedie in 4 acten van Herman Heijer- mans. HAMBURG, 395 M. 4.20 Orkestconcert. 5.20. Orkestconcert. 8.20 Volks-orkest- coneert. BRUSSEL, 509 M„ 5.20- 620 Trio- ooncert, piano viool, cello. 8.3510.35 Orkestconcert. Storingen van Huizen. Onlangs maakten we reeds melding van het feit, dat de uitzendingen van dein K. It. O. via Huizen allerslechts door kwamen. Rij verschillende uitzendingen is het, alsof men te Huizen den pot aau liet koken is en de aardappelen op het punt zijn, afgegoten te moeten worden. Dan weer raast het door den luidspreker, alsof een groote storm in den aether is losge broken. Op een anderen koer hoort men motors brommen, signalen geven, ge sprekken voeren, en dit alles onder de uitzending door. Donderdagavond sprak prof. Waterink van de Vrije Universiteit in de studio van den K. R. O. te Amsterdam. Het was niet om aan te hooren. Het was of alle luchtspoken waren .losgebroken, en het er op gesteld hadden professor's woorden onverstaanbaar te maken, zoo was de uitzending. Vrijdagmorgen onder de lunch muziek zoo mogelijk nog erger. Alen moest de uitzending staken. Is daar nu niets aan te doen? vraagt de Katholieke Radiogids. „Kan men van de P. en T. nu niet die lijn aansluiten, waarvan men weet dat zij het minste lek is? Alen weet daar toch van te voren wanneer de uitzending zal plaats hebben? Wij willen volstrekt niet aannemen, gelijk sommigen beweren, gezien de hetze, die er in sommige krin gen tegen den Huizenschen zender be staat, dat er sabotage van enkele mindere goden in het spel is, en zooals men zich in de dagelijksche gesprekken uit: „Hui zen er uit moet"; maar wat wij wel zou den willen vragen aan allen, die voor de lijnen zorgen moeten, is, dat zij rekening houden met de veel hoogere eischen, welke aan de radio gesteld worden dan aan de gewone telefoon, en hun bekende welwillendheid voor het publiek zóóver konden uitstrekken, dat zij voor de radio- uitzendingen hun beste lijnen beschik baar stelden. Wat wij er aan kunnen doen, laten we niet na. Op het verzoek van den N. D. O. wordt nu een nieuwe lijn aangelegd van Huizen naar Hilversum. Hier in Am sterdam zijn wij bezig in overeenstem ming met den directeur van de telefoon centrale, een tweede lijn aan te leggen aan onze studio, die als reserve moet die nen als aan de eerste wordt gewerkt. Deze dure installatie heeft ons niet terug geschrikt om ons een goede lijnuitzen- ding te verzekeren, zoodat wij zonder vrees kunnen beweren, alles in het werk te stellen om de uitzendingen zoo goed mogelijk te doen zijn."

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1927 | | pagina 6