N. S. F. Radio-Toestellen
Leestafel.
Hadio-Nieuws.
J. POLDERMAN - GOES
voorgesteld wijziging, waarop deze m. a. s.
werd aangenomen.
Alsnu kwam in behandeling de vaststel
ling van de vroonrekening 1927. Berekend
werd voor één koe voor vollen weitijd
f 18,32%; voor len weitijd alleen f 10,99%
en voor 2en weitijd alleen f 7,33. Voor één
paard, vollen weitijd f 23,32%; voor len
weitijd f 13,99
Daarop drongen de heeren W. Hui-
bregtse en K. Gijsouw er op aan, de koe
wachters in 't vervolg te verzekeren tegen
ongèvallen, waartoe werd besloten. De
heer Hendr. Cijsouw achtte tegengestemd
te hebben om principieele redenen.
Bovendien wees de heer Jaks. Minder-
houd er op, dat er vroeger bemesting heeft
plaats gehad op de vronen, en vroeg nu, of
dit nut heeft opgeleverd. De voorz. zei, dat
volgens besluit van Ged. Staten de mest
niet meer opgehaald mag worden, en dus
op de vronen moet blijven liggen.
De heer Minderhoud zou dan willen, als
die bemesting niet voldoende is, dat er
kunstmest op gebracht werd.
Daarop kwam aan de orde een verzoek
van het bestuur der S. D. A. P. van do
afd. „Westkapelle", om aansluiting van de
gemeente bij de werkloosheidsverz. volgens
het werkloosheidsbesluit 1917. In dat ver
zoek werd tevens gevraagd daarbij op te
nemen de ongeorganiseerde arbeiders. De
voorz. deelde mede, dat reeds meermalen
van andere zijde een dergelijk verzoek is
gericht tot den Raad. Volgens zijn mee-
ning zou dit alleen georganiseerden ten
goede komen, zoodat de zoogenaamde losse
arbeiders er niets aan zullen hebben. Op
grond hiervan zijn steeds dergelijke ver
zoeken afgewezen. Hij wees er verder op,
dat de toestand der arbeiders gunstig is,
daar vele arbeiders werk vinden in Vlis-
singen. Hij was er wel voor, dat er voor
hoofden van groote gezinnen zoo noodig
werk gezocht zou worden.
De heer K. Gijsouw was van meening,
dat er te Westkapelle een klein schijntje
gedaan werd voor de arbeiders en meen
de, dat er meer voor gedaan moest wor
den, al erkende hij, dat de toestand nu niet
zoo slecht is.
De heer W. Huibregtse meende, dat het
niet alleen gaat om de georganiseerde ar
beiders, daar hij van meening was, gezien
een ingediend wetsontwerp, dat in de
naaste toekomst ook de ongeorganiseerde
arbeiders geholpen zullen worden door het
werkloozenbesluit 1917. Hij wees er verder
op, dat alle belastingbetalers nu toch indi
rect betalen aan de rijksbijdrage van an
dere gemeenten en Westkapelle daar niet
van profiteert, omdat de gemeente niet
aangesloten is.
Daarop werd het voorstel van B. en W.
om op het verzoek van het bestuur van de
S. D. A. P. niet in te gaan, aangenomen
met 5 st. Tégen stemden de heeren W.
Huibregtse en K. Gijsouw. Daarna had
plaats de vaststelling van de nieuwe poli
tieverordening.
Rondvraag. Dhr H. de Kam wees
op den hoogen waterstand van den welput
bij de Koestraat, waarover door verschil
lende voerlieden is geklaagd. Er zal ge
tracht worden door het leggen van een
buis daarin verbetering te brengen.
De heer W. Huibregtse zou gaarne zien,
dat de palen bij den dijk daar niet ge
plaatst waren. De voorz. zei, dat het nood
zakelijk was deze daar te plaatsen, omdat
de voerlieden het nieuw aangelegde be
strate gedeelte mijden en rijden langs het
niet verharde gedeelte, waardoor dit in
een modderpoel wordt herschapen. De
heer Huibregtse zou dan liever dat ge
deelte bestraten, waarop de heer Huibr.
Cijsouw wees op de kosten.
De heer K. Cijsouw zou gaarne zien, dat
er eiken dag gelegenheid was om slacht
vee te doen keuren. De voorz. zal hierover
een schrijven richten aan den keurings
kring „Oostkapelle".
De heer K. Gijsouw vroeg ook nog of de
burgemeester zijn invloed niet zou willen
aanwenden, om de werkloozeu in het bezit
te stellen van een vrij rijwielplaatje. De
voorz. wil gaarne zijn medewerking daar
toe verleenen, door aan de belastingamb
tenaren daarover te schrijven.
Daarop vroeg de heer Jaks. Minderhoud
of het niet wenschelijk zou zijn het onver
harde gedeelte van den weg vanaf de wo
ning van Huibr. Gijsouw tot aan den dijk
wat te verbeteren, door aan te brengen
schelpzand en daarop schelpen. Aan het
verzoek zal zoo mogelijk voldaan worden
Alsnu woeg de heer Huibr. Gijsouw wat
er met het ongebruikte gedeelte van de be
graafplaats moet gedaan worden. De heer
K. Gijsouw zou het willen bezaaien en van
gemeentewege de vruchten verkoopen. De
heer Huibregtse gevoelde meer voor aan
planting. De heer J. Minderhoud was van
meening, dat het beste was dit gedeelte om
te ploegen, één jaar te bebouwen en er
dan grasland van te maken, waartoe m.
a. s. werd besloten. Daarna sluiting.
Biervliet. De Gemeenteraad nam het be
kende adres om maatregelen te nemen te
gen het vloeken, met 5 tegen 1 stem voor
kennisgeving aan. Wel werd besloten hier
en daar op plaatsen die daarvoor in aan
merking komen, verzoeken op te hangen
om het vloeken na te laten.
De oude school op de Markt werd voor
afbraak verkocht aan den hoogsten bieder,
den heer Hoornick.
Terneuzen. A.s. Donderdag hoopt de
Raad dezer gemeente in openbare verga
dering bijeen te komen. Op de agenda
komt o.m. voor;
Voorstel van B. en W. om niet over te
gaan tot aanstelling van tijdelijke boven
tallige leerkrachten aan de openb. lagere
scholen; id. tot wijziging van het reglement
voor het burgerlijk armbestuur; id. om af
wijzend te beschikken op het adres van
dhr T. L- L. Noleen, houdende verzoek om
zulke maatregelen te willen nemen, dat de
z.g. verbindingsbelasting niet meer moet
worden betaald; id. tot benoeming van le
den voor de commissie van toezicht op het
L. en 0.; id. tot benoeming van een lid
voor het burgerlijk armbestuur (aanbevo
len worden: W. Bedet, aftr. en A. J. v. d.
Sloot).
Zaamslag. In de j.l. Vrijdag gehouden
raadszitting is op zijn verzoek eervol
ontslag verleend aan den heer C. J. de
Vries, als ^secretaris-penningmeester van
het Burgerlijk Armbestuur, en werd "in
diens plaats benoemd de heer J. C. Eijke,
ambtenaar ter secretarie, met 6 stemmen
gen 5 stemmen op den heer M. Deels.
STEMMEN VAN HET PLATTELAND.
IX.
Op het einde der vorige eeuw kwam
er verbetering in den toestand van den
Landbouw. Dat kwam ©enerzijds door de
betere oogsten die verkregen werden ten-
gevolge van het toenemend kunstmest-
verbruik en anderzijds door dat betere
prijzen gemaakt werden.
Vooral de aanwending van de kunst
meststoffen is van zeer groote beteekenis
geweest. Het is niet te veel gezegd als
men beweert, dat daardoor de sociale
kwestie ten plattenlande voor een goed
deel is opgelost. Nu begrijp ik echter
dat dit eenige toelichting behoeft.
Voorheen was hier ook het kleinbedrijf
ai van tamelijken omvang, maar de om.
standigheid dat men voor de bemesting
alleen op stalmest aangewezen was maak
te het vrijwel onmogelijk, redelijke oog
sten van bouwland te halen zoo men
geen vee had om den benoodigden mesl
te verkrijgen. Vandaar dat die kleine be
drijven van vroeger toch altoos zóó om
vangrijk moesten zijn dat het ook 'n ge
mengd1 bedrijf was. En hierin is nu dooi
de kunstmest verandering gekomen. Men
was nu niet meer afhankelijk van de
stalmest. En van toen af zijn de heel
kleine bedrijfjes van b.v. 2 H.A. gekomen
en sterk vermeerderd; van toen af ook
zijn de arbeiders een perceel land gaan
pachten en thans na ongeveer 30 jaar zijn
er bijna geen arbeiders meer of ze heb
ben zelf 1 a 2 gemet land in gebruik
en daardoor hun jaarlijksch inkomen aar
dig wat verbeterd. Want het moet gezegd
worden, dat de loonen van den landarbei
der ;?eer laag bleven. Of dat nu de meest
gewenschte toestand is staat voor mij nog
niet vast, maar men moet waarlijk hulde
brengen aan die werklieden, die, toen
het bedrijf hen niet een betere positie
bood, zich niet ontzagen om die zelf
te veroveren.
Eens waren het helden om het bitterst
leed' te dragen; ze bleken het ook te zijn
nu de gelegenheid zich voordeed om hun
leven op hooger peil te brengen.
Dat een landarbeider zelf ook ©en
grooter of kleiner perceel land bebouwt
heeft zijn goede zijde maar ook een min
der goeden kant.
Het wil mij altijd voorkomen, dat een
arbeider die behoorlijk werk verricht ook
uit het bedrijf waarin hij zijn krachten
besteedt, behoorlijk moet leven.
Toen het landbouwbedrijf in betere con
ditie geraakte is aan dien eisch niet
voldaan; de loonen werden zoo laag mo
gelijk gehouden en om daarin verbetering
te brengen hadden de arbeiders er op
bedacht moeten zijn om betere loonen te
bedingen, maar dat hebben ze niet ge
daan, althans daarop hebben ze hun stre
ven niet samengetrokken, maar zij hebben
gezien, dat ze door zelf land te huren
in staat zouden zijn hun inkomen te ver
meerderen.
Twee bedenkelijke dingen waren hier
van het gevolg
lo. bleef het bedrijf in gebreke recht
te doen ten opzichte cler werklieden;
2o. voor den arbeider werd het oor
zaak, dat hij zijn vrijen tijd niet besteedde
aan zijn geestelijke ontwikkeling of aan
zijn gezin, maar aan zijn land.
Tegenover deze dingen, die ik nogal
gewichtig acht, staan andere die er mis
schien bijna tegen opwegen. In de eerste
plaats is een arbeider die zelf een
„stukje" land heeft niet zóó afhanke
lijk van zijn baas dan anders; in de
tweede plaats neemt de kennis van zulk
een ai beider toe ter zake van bewer
king van den grond, bemesting, zaaiing,
oogst, opbrengst en kosten. Ten derde
blijft zulk een man voor den landbouw
behouden; hij komt er niet toe naar de
stad te gaan; en ten vierde werkt menig
een zich langzaam maar zeker op tot een
zoogenaamd keuterboertje, dat wil zeg
gen, dat hij voortaan geheel voor zich
werkt. En als vijfde voordeel zou hier
nog aau toegevoegd kunnen worden, dat
menschen die voor een deel of geheel in
hun eigen behoeften kunnen voorzien
door op eigen land te werken schier
onvatbaar zijn voor de socialistische pro
paganda; dat weten de leiders der S. D.
A. P. ook zeer goed, vandaar dat zij er
niet erg voor zijn om met Staatshulp
den landarbeider aan een „plaatsje" te
helpen. Wie echter van de revolutie, in
welken vorm ook, geen heil verwacht, ziet
dat met genoegen en dankt or zijn God
voor.
JAANSMA.
De man die zichzelf niet was.
De Oslosohe correspondent van de „N.
R. Grt." vertelt van het wonderlijk avon
tuur van een Zweedsch officier, waarvan
de Scandinavische pers vol is.
De officier, die tien jaar geleden in En-
gelschen dienst was, werd destijds bewus
teloos geslagen bij het springen van een
mijn aan het westelijk front. Hij werd offi
cieel dood verklaard, doch in werkelijkheid
bracht big' er bet leven af, maar verloor
zijn geheugen en kreeg den naam van een
Engelsch officier, die bij diezelfde gelegen
heid was gedood. Vlak bij den Zweedschen
officier was namelijk de jas van den ge-
dooden Engelschen officier, kapitein H.,
gevonden, die zelf bij de ontploffing was
verdwenen. Door enkele brieven, die in
den zak van de jas gevonden waren en aan
den kapitein geadresseerd waren, meende
men ook werkelijk met hem te doen te heb
ben, daar de Zweedsche officier, die zijn
geheugen verloren had en zich niets meer
van zijn verleden herinnerde, er niet tegen
opkwam toen men hem kapitein H.
noemde.
Eenige maanden later nam hij weer deel
aan den strijd op het westelijk front; hij
had dienst genomen bij het vliegwezen en
werd spoedig bevorderd; doch kort daarop
bij een vliegtocht gewond, zoodat hij weer
in een hospitaal kwam. Steeds bleef zijn
verleden voor hem in het duister. Alleen
dook de herinnering bij hem op aan een
jongen man, wiens beide beeuen op het
slagveld verbrijzeld waren, die in zijn ar
men gestorven was en hem opgedragen
had zijn laatste groeten aan zijn zuster
over te brengen. Dit had hij gedaan, en die
zuster was sedert zijn vrouw geworden.
In overleg met haar stelde hij, om iets
naders over zijn verleden te weten te ko
men, onderzoekingen in betreffende de fa
milie H., welker naam hij droeg en kwam
zoo te weten, dat de moeder van H. bij
diens geboorte gestorven was, en kort
daarop de vader. Andere familie scheen
hij niet te hebben. Niemand scheen bij de
autoriteiten navraag over hem te hebben
gedaan, en het was dus alsof de man nie
mand meer op de wereld bezat, die zich
om hem scheen te bekommeren.
Teneinde zijn geheugen terug te krijgen,
had hij tal van dokters geconsulteerd, en
was hij van het eene ziekenhuis naar het
andere getrokken; doch alles tevergeefs,
üp zekeren dag hoorde hij iemand een
paar woorden Zweedsch spreken, en plot
seling werd hij zich bewust, dat hij
Zweedsch verstond en ook spreken kon;
maar het was hem onmogelijk zich te her
inneren, waar en hoe hij dit geleerd had.
Maanden verliepen en voortdurend pijnig
de hij zich de hersens met de vraag: maar
wie ben ik toch?
Hij begon nu aan Zweden te denken, en
trachtte herinneringen aan dat land in
zijn geheugen op te diepen, en kwam nu
zoover, dat hij meende vroeger wel eens
in Zweden te zijn geweest.
Zoo gebeurde het, dat bij een bezoek,
dat hij aan een der ministeries bracht, zijn
oog op een Zweedschen stadskalender viel,
die hij ter hand nam en inzag of er ook
een naam in voorkwam, dien hij zich her
inneren kon. En plotseling viel zijn oog op
zijn eigen naam, en het werd hem duide
lijk, dat hij dien naam vroeger gedragen
had.
Hoe zou hij zich daarover zekerheid
kunnen verschaffen? Hij had zijn vader
land al sedert bijna 30 jaar verlaten en met
uitzondering van een paar dagen die hij
tijdens den oorlog in Zweden had door
gebracht, had hij het niet meer bezocht
Zoo besloot hij naar den persoon in kwes
tie te schrijven, wiens naam hij in den
stadskalender gevonden had en hem om
nadere bijzonderheden betreffende diens
familie te vragen. Zijn brief onderteekende
hij met zijn nieuwen aangenomen naam
van kapitein H.
Hij ontving onmiddellijk antwoord en
vernam daaruit, dat de briefschrijver een
broer had gehad, die bijna 30 jaar geleden
zijn vaderland verlaten had en in 1916
'17 aan het westelijk front gesneuveld was,
't geen officieel aan de familie was mede
gedeeld.
Nu was het alsof de donkere kamer van
zijn verleden ontsloten was, en hij vroeg
zich af of hij nu eindelijk zichzelf terug
gevonden had.' Hij besloot nu naar Zwe
den te reizen. Toen hij te Stockholm kwam
keerde zijn geheugen eensklaps terug. Hij
vond daar namelijk zijn oude moeder, zijn
broeders en oude vrienden uit zijn jeugd
en zijn studietijd terug, en ook zij herken
den in hem den doodgewaanden zoon en
broeder.
Dat ik mijzelf ben, verklaarde hij aan
den medewerker van „Svenska Dagbladet"
staat in deze omstandigheden wel vas'.
Maar ik ben ook een ander. Wie ik ben en
wie ik zal worden laat mij daarop het
antwoord schuldig blijven.
Volgens een ander Zweedsch blad, „Af-
tonbladet", zou de Engelsch-Zweedsche of
ficier, die nu gepensionneerd kolonel in
het Engelsohe leger is, een zoon zijn van
den overleden professor in Upsola N. K.
Dunér, en is hij de vroegere Zweedsche
luitenant Gustav Dunér.
Z|on d ag s'c h o> o,l u itjgaveni
van G- F. Callenbach te Nijkerk.
De firma Callenbach te Nijkerk komt
ook dit jaar weer met een.' prachtige
collectie Zondagschooluitgaven, een col
lectie waaraan, zooals de uitgeefster in
haren mooien géillustreerden catalogus
opmerkt, kosten noch moeiten zijn ge
spaard en die uitmunt boven de meeste
harer voorgangsters.
Er zijn bij deze verzameling oude bei.
kenden, 'zooals verschillende boeken van
Gerdes en daarnaast zijn er ook van de
nieuwere schrijvers, die hier hunne op.
wachting komen maken.
Op de boeken van Gerdes zijn meermal
lenl aanmerkingen gemaakt en niet geherl
ten onrechte- De Roomschem in het al
gemeen en de paters in 't bijzonder komen
er bij dezen schrijver wel heel slecht
af. Maar het feit dat deze verhalen ruim
een halve eeuw geleden verslonden wer.
en dat de jeugd ze nu nog altijd
mot graagte leest, is wel een bewijs dat hij
den juisten toon heeft weten to treffen-
Na veel moeite is het aanl de fa- Cal
lenbach gelukt de gehcele Gerdes-serie in
handen te krijgen- In de nu verschenen
collectie zijn dan ook weer drie verhalen
van Gerdes opgenomen, nl. „In de dui-
nien", „In Utrecht" en „In Leiden en
Vlaanderen", cn het lijdt geen twijfel of
deze boeken zullen tot de succesnummers
behooren- Men moet maar eens opletten
hoe er, evenals in onze jongensjaren,
naar „In de duinen" gegrepen wordt.
Is er dus bij de uitgeefster een streven
om het beiste uit deri ouden tijd voor do
jeugd onzer dagen te bewaren, daarnaast
is er het pogen om ook het nieuwe,
frissche te doen opbloeien-
Om dit doel te bereiken werden flinke
bedragen beschikbaar gesteld om nieuwe
auteurs op te wekken hunne krachten te
beproeven op het gebied der Christelijke
kinderlectuur. Eten prijsvraag werd uitge
schreven;, waaraan door een honderd
schrijvers werd deelgenomen, waarvan
omdat hooge eischen' gesteld werden -
slechts betrekkelijk weinigen bekroond
werden- Het reslutaat van een en ander
was dat nieuwe boeken verkregen werden,
die ver boven het gemiddelde uitgaan-
Wij kunnen onmogelijk alle boeken en
boekjes bespreken en dat is trouwens
ook niet noodig.
Hier wordt voor elk wat wils gegeven.
Hier zijn boekjes voor de kleinsten onder
de kleinen, maar er zijn er ook bij,
waarnaar jongenis en meisjes van 15 a
16 jaar met genoegen zullen grijpen. Wo
vinden hier schitterende historische ver.
halen, zooals „Het beleg van Gorkutn"
door L- Penning, „Boordt voor den Prins"
door J. Snoep Jr., „Er op of er onder",
door v. d. Hulst, en daarnaast verhalen
van anderen aard, als b v. „De schoenen
van don bovenmeester door Carla, „Het
huis achter de duinen", door Hulleman,
„Het klaverblad van vier", door Ida Kel
ler, enz-
Maar alle boeken' en boekjes hebben
dit, gemeen, dat ze zonder uitzondering
geschikt zijn voor onze jeugd en dat
ook aan de technische uitvoering de
grootst mogelijke zorg is besteed.
En daar komt dan nog bij, dat de prij
zen niet alleen zeer laag zijn gesteld,
maar dat bovendien voor uitdeelingen
of voor schoolgebruik slechts do helft
van den prijs wordt berekend.
Zondag sc li ooi bes ti i ren, piaar ook parti
culieren1 die kinderboeken noodig hebben
mogen dan ook niet verzuimen, de cata
logus van Zondaigschooluitigaven der firma!
Callenbach, die bij ieder en boekhandelaar
verkrijgbaar is, te: raadplegen.
„Tim o the u's" geeft in het laatste
nummer na een tot rust stemlmend artikel
van J. N. V. over de rust, die God
bereid heeft voor den verbroeide, o-m.
Ub volgende bijdragen; Indrukken van den
hoofdredacteur; „De Harp", ver volg ver),
haal door E- Schreiner; Iets over C
H. Spurgeon, door J. H K..; Egyptische
weduwe, door K- ten B.; Klanken uit do
zendingswereld; Ex libris, door A. L.
v- H. en' Het maatschappelijk raderwerk.
Verder verschillende duidelijke en goed
afgewerkte illustraties.
„Het Schouwvenster" opent met
een mooie plaat; Een kijkje in de Maast
haven te Rotterdam, van welke haven
ook n'og verdere en zeer mooie kieken
zijn opgenomen. Van de verdere illu.
strahes een rijke verscheidenheid
noemen wijfoto's van Amsterdam en Ba
tavia, Van een eïgenUardigtei begrafenis
plechtigheid te Venetië, een antiek bouw
werk, enz. Voorts geeft dit nuiinner een
rijke verscheidenheid van lectuur-
„Ons eigen tijdschrift" van C-
J. van Houten en Zn. te Weesp, geeft
verschillende bijdragen die op St. Nico-
laiafe betrekking hebben, enkele kerstlie
deren enz. Dit nummer is rijk geïllut
streierd.
De vermiste Schevening-
s c li e logger. Naar aanleiding van de
vermissing van den logger „Schev. )21
De Adelaar" kan gemeld warden, dat de
reeder van liet schip, de heer Jac. den
Duik, in een onderhoud heeft verklaard,
weinig hoop meer te hebben op behoud
van den logger.
Die geheele week is liij bezig geweest,
inlichtingen in te winnen waar hij maar
kon vermoeden, dat men iets kon weten
van het verdwenen vaartuig.
Wel werd de hoop op behoud verleven
digd, toen schipper Grootveld van de
„Sch. 189", die j.l. Vrijdag in Schevenin-
gen binnenkwam, rapporteerde, dat hij
den vermisten logger waarschijnlijk ge
zien had onder de Engelsche kust. De
zelfde schipper heeft thans echter ver
klaard, dat hij zich vergist heeft. Het door
hem bedoelde schip is de „Sch. 254"
wier tuigage geheel overeenkomt met die
van de „Sch. 421".
De twee politiekruisers, die nu reeds
gedurende tien dagen de wateren afzoe
ken, hebben geen enkel teeken van de
„Sch. 421" vernomen. In Scheveningen
is ook binnengekomen de „VI. 81". De
schipper daarvan heeft in de buurt van
Terschelling zien drijven witte pollen
(breels) waarop het nummer S. 421. Deze
zijn dus zeker van den vermisten logger,
afkomstig. Ook vond dezelfde schipper
in die buurt een omgekeerde roeiboot
drijven, waarvan de bodem rood geschil
derd wa.s. Roor de hooge zee kon de
bemanning het nummer van de boot niet
opnemen, jioch het is vrijwel zeker, dat
ook deze boot afkomstig is van de „Sch.
421". Deze laatste waarnemingen bewe
zen wel niet het vergaan van den logger,
maar geven toch wel sterke aanwijzingen.
In visscherskringen ziet men zich nu
genoodzaakt, den logger als verloren te
beschouwen, niet zoozeer door het lange
uitblijven Zondagochtend kwam de
laatste logger van de reederij Jac. den
Duik binnen maar wel mede door de
omstandigheid, dat het schip op geen
enkel praai-rapport voorkomt en door nie
mand is gezien, terwijl alle nasporingen
vruchteloos zijn gebleven.
Door kolendamp gestikt.
Twee weken geleden trad een gepensioi
neerd kapitein va;n 76 jaar in het huwe
lijk met een vrouw van 71 jaar. De
gehuwden vestigden zich te Namen. Za
terdag vond men in "de woning hun beide
lijken. De man zat dood aaln tafel, de
vrouw op denl grond tegen zijn knie-
en geleund. Een lijkschouwing heeft uitge
maakt, dat zij door kolendamp1 gestikt zijn.
Programma van Woensdag 7 Dec.:
HUIZEN, 1840 M., na 6 uur 1950 M.
12,301.45 N.C.R.V. Concert, alt, sopraan
piano. 5.15—6.15. N.C.R.V. Kinder-
uurtje o.l.v. P. de Zeeuw Jzn, hoofd
eener school m. d. Bijbel te Nijkerk.
7.00—7.30. Lessen. 7.30—8.00. Cau
serie over Pluimveeteelt door den heer
Joost Sluis te Weesp. 8.00 N. C. R. V.
Concert. Dameskoor „Zang veredelt", te
Loenen. Spreker Prof. Dr J. A. Cramer
te Utrecht.
HILVERSUM, 1060 M„ 12.00 Politieber.
12.352.00 Lunchmuziek. 34 Maak
het zelf, door mevr. C. Schaake-Verko-
zen. 5.307.15 Dinermuziek. 7.15
7.45. Gezondheidshalfuurtje door Dr II.
H. T. Bekenkamp: Wijkverpleging. 7.45
Politieber. 8.10 Opera-concert.
DAVENTRY, 1600 M. 1.20—,2.20 Orkest
con cert. 3.10 Qoncert. .350 Raven-
try kwartet. 4.20 Klassiek concert.
6.20 Diaventry-kwaxtet. 7,20 Gezond
heidspraatje 7.35 Mendelssohn piano
muziek. 8.20 Diebat tusschen Rebecca
West en Ben Greet: Why act Shakes
peare? 9.40 Populair orkestconcert.
11.20 Populair orkestconcert.
PARIJS, 1750 M. 10.50—11. Concert.
12.502.10 Orkestconcert. 5.05
5.55 Concert populaire muziek. 8.50
11.20 "Orkestconcert.
LANGENRERG, 469 M. 12<25—1.50 Or
kestconcert. 5.20—6,20. Orkestconcert.
7.35 „Op hoop van zagen", visschers-
tragedie in 4 acten van Herman Heijer-
mans.
HAMBURG, 395 M. 4.20 Orkestconcert.
5.20. Orkestconcert. 8.20 Volks-orkest-
coneert.
BRUSSEL, 509 M„ 5.20- 620 Trio-
ooncert, piano viool, cello. 8.3510.35
Orkestconcert.
Storingen van Huizen.
Onlangs maakten we reeds melding van
het feit, dat de uitzendingen van dein
K. It. O. via Huizen allerslechts door
kwamen.
Rij verschillende uitzendingen is het,
alsof men te Huizen den pot aau liet
koken is en de aardappelen op het punt
zijn, afgegoten te moeten worden. Dan
weer raast het door den luidspreker, alsof
een groote storm in den aether is losge
broken. Op een anderen koer hoort men
motors brommen, signalen geven, ge
sprekken voeren, en dit alles onder de
uitzending door.
Donderdagavond sprak prof. Waterink
van de Vrije Universiteit in de studio van
den K. R. O. te Amsterdam. Het was
niet om aan te hooren. Het was of alle
luchtspoken waren .losgebroken, en het
er op gesteld hadden professor's woorden
onverstaanbaar te maken, zoo was de
uitzending. Vrijdagmorgen onder de lunch
muziek zoo mogelijk nog erger. Alen
moest de uitzending staken.
Is daar nu niets aan te doen? vraagt
de Katholieke Radiogids.
„Kan men van de P. en T. nu niet
die lijn aansluiten, waarvan men weet
dat zij het minste lek is? Alen weet daar
toch van te voren wanneer de uitzending
zal plaats hebben? Wij willen volstrekt
niet aannemen, gelijk sommigen beweren,
gezien de hetze, die er in sommige krin
gen tegen den Huizenschen zender be
staat, dat er sabotage van enkele mindere
goden in het spel is, en zooals men zich
in de dagelijksche gesprekken uit: „Hui
zen er uit moet"; maar wat wij wel zou
den willen vragen aan allen, die voor de
lijnen zorgen moeten, is, dat zij rekening
houden met de veel hoogere eischen,
welke aan de radio gesteld worden dan
aan de gewone telefoon, en hun bekende
welwillendheid voor het publiek zóóver
konden uitstrekken, dat zij voor de radio-
uitzendingen hun beste lijnen beschik
baar stelden.
Wat wij er aan kunnen doen, laten
we niet na. Op het verzoek van den N.
D. O. wordt nu een nieuwe lijn aangelegd
van Huizen naar Hilversum. Hier in Am
sterdam zijn wij bezig in overeenstem
ming met den directeur van de telefoon
centrale, een tweede lijn aan te leggen
aan onze studio, die als reserve moet die
nen als aan de eerste wordt gewerkt.
Deze dure installatie heeft ons niet terug
geschrikt om ons een goede lijnuitzen-
ding te verzekeren, zoodat wij zonder
vrees kunnen beweren, alles in het werk
te stellen om de uitzendingen zoo goed
mogelijk te doen zijn."