No 15
Sint-Nicolaas-Verrassingen.
i
BEURSJE.
üll nummer
rijwielen en' sportwagens had plaats ge-
bad, werd de burgemeester ontvangen in
de achterzaal van den Buitentuin. Aan
den ingang waren dhr Kraamer, voorzitter
der commissie op 'tZand en de beide
wethouders ter begroeting aanwezig, ter
wijl in' de zaal velen dhr Bakker op-
Wachtten.
De heer Kraamer richtte zich tot den
burgemeester en wees er op, dat men'
niet meer als vreemden tegenover elkaar
staat als een week geleden. Spr. brengt
namens alle ingezetenen van 't Zand dank
voor de welwillendheid ook in dit gedeelte
der gemeente eenigen tijd te willen ver
toeven en hem in de gelegenheid te stel
len nadere kennis te maken en nauwere
vriendschapsbanden te sluiten. Spr. hoopt,
dat de feestelijkheden, al zijn zij niet zoo
groot opgezet als op het dorp, de goed
keuring van den heer Bakker zullen weg
dragen.
De burgemeester zeide eerst te hebben
gemeend, dat het beter was een feest
voor allen in het centrale dorp, maar
&ls het Zand toch feest wilde vieren heeft
hij toegezegd toch aanwezig te zullen zijn.
Nu hij van enkele toestanden en ver
houdingen in de gemeente op de hoogte
is gekomen, is hij verheugd aanwezig
te zijn.'. Spr. dankt hartelijk voor de woor
den van welkom.
Na deze ontvangst werd de optocht
aangevangen, die als volgt wa's samenge
steld: eerewaclit, gevormd door de ring
lijders; rijtuig met den burgemeester, de
beide wethouders en den heer Kraamer;
rijtuig met de feestcommissie; dan het
groote aantal keurig versierde rijwielen;
dan de schoolkinderen voorzien van vlag
getjes; vervolgens de vereeniging van
't Zand en ten slotte een praalwagen van
T. 0 en 0.
Volgens de vooraf vastgestelde route
trok de stoet onder groote belangstelling
van velen door het dorp totdat op het
pleintje bij de pomp een défilé voor den
burgemeester werd gemaakt, waarbij voor
al de leden van V. I. 0. S. met hun
turnersgroep imponeerden.
Terwijl op de stadsweide de kinder
spelen aanvingen en op den Breeweg de
ringrijderij te paard werd voortgezet en
die per rijwiel gehouden werd, ging de
burgemeester de kerk en het vereenigings-
gébouw bezoeken om daarna zoowel bij
de kinderen als bij de ringlijders een
bezoek te brengen.
De aanvoerder der ringrijders, dhr W.
Reijmierse, sprak den burgemeester toe en
noodigde hem namens alle ringrijders uit
hun spel te komen gadeslaan. Spr. hoopt,
dat het den burgemeester onder Hoogeren
zegen gegeven moge zijn vele jaren de
gemeente te besturen en dat hij voor de
ringrijderij welke elk jaar met Pinksteren
efn ook bij feestelijke gelegenheden be
oefend wordt steeds zijn hooggewaardeer
de medewerking en steun zal willen ver
leen en.
De burgemeester gaf in zijn1 antwoord
blijk van groote belangstelling in den
wedstrijd en gaf de verzekering zijner
medewerking ook in de toekomst.
Nu wij toch weer bij de ringrijders
rijn, zij medegedeeld, dat 10 hoogste prij
zen werden behaald als volgt: 1. J. Reij-
ttierse 11 ringen; 2. A. Reijnierse 11 r.
3. L. Reijnierse Pz. 10 r.4. A. Brasser
9 t; 5 .J. Corbijn 9 r.6. L. Brasser
8 r.; 7. J. Simonse 7 r.8. C Rosschaart
6 r.; 9. C. H. Maas 6 r.10. C. Koole
8 r. De overige rijders hadden 5 of min
der ringen.
Dat er een lang leve op den burge
meester werd uitgebracht behoeft haast
«iet verzekerd.
Van de overige wedstrijden, waarbij alle
'deelnemers een prijsje kregen zullen wij
geen uitslagen opnemen, alleen zij ver
meld, dat de jongens van 10 tot 13 jaar
liepen op de hindemisbaan; de meisjes
van dien leeftijd den stoelendans uitvoer
den; de jongens van 8 tot 10 jaar blok
jes raapten en de meisjes van dien leef
tijd en de kinderen van 6 tot 8 jaar
rich aan het eiersloopen waagden.
Het was zoowel op de weide als bij de
fietsende ringrijders op den Breeweg ook
vol belangstellenden en in de eerste plaats
hebben de deelnemenden volop genoten.
Van hetgeen des middags gebeurde zij
nog vermeld de receptie, waarvan velen
gebruik maakten om met den heer Bakker
kennis te maken.
Des avonds te 7 uur trok de lichtstoet
die niet minder goed geslaagd mag heeten
«ten al de overige doelen van het feest,
vanaf den Tramsingel naar Koudekerk-
aohem- en Breeweg. De talrijke lichtjes
kropen als een slinger langs den weg,
en den deelnemers werd het loepen ge
makkelijk gemaakt door de vroolijke mar-
itahon van het muziekgezelschap „Voor
waarts".
Het bleef echter niet alleen bij het
licht van den stoet, want naast de verlich
ting aan de eerepoorten haddon ook ver
schillende bewoners voor aardige verlich
ting gezorgd. Daarvan willen wij afzonder
lijk noemen de prachtige electrische ver
lichting van den voortuin van den heer
dr Simons; de steeds aardig blijvende
verlichting met vetpotjes bij den heer
Clement en de kaarsverlichting bij den
heer Klüppelberg. Vooral deze laatste ver
lichting is met zeer weinig kosten goed
navolgbaar.
Het officieele slot van den feestdag
was de uitvoering door verschillende ver-
eenigingen in het lokaal van den Buiten
tuin. Nadat door het veel te groot aantal
belangstellenden, in verband met de ruim
te, eenigen tijd was omgegaan alvorens
kon worden begonnen, werd eerst door
het kinderkoor en toen door de zang-
vereeniging „Looft den Heer" op zeer
verdienstelijke wijze gezongen, waarna de
verschillende afdeeLingen van V. I. O. S.
tarnen en goede groepen te zien galven.
en ten slotte Voorwaarts zijn beste beentje
voorzette.
De burgemeester bracht een paar maal
dank voor hetgeen ten beste werd gegeven
om ten slotte dank te brengen aan allen,
die aan het welslagen van het feest mede
werkten en inzonderheid aan den voor
zitter van het feestcomité, don heer Kraa
mer. De burgemeester eindigde zijn slot
woord met verzoek allen rustig huis
waarts te gaan.
'tZand heeft op waardige en passende
wijze zijn burgemeestersfeest gevierd.
Stukken voor den Gemeenteraad van Goes
Onteigening van gronden in
Bouwplan III.
Bij besluit van. den Raad van 15 Sep
tember 1926 werd besloten tot onteigening
van eigendommen, ten behoeve van den
aanleg van Bouwplan III. Teneinde te
kunnen worden uitgevoerd, behoefde dit
besluit de goedkeuring der Kroon;
deze is verleend bij Koninklijk besluit van
4 December 1926.
Artikel 80 der Onteigeningswet bepaalt,
dat een door de Kroon goedgekeurd raads
besluit tot onteigening vervalt, indien de
onteigenende partij niet binnen een jaar
na dagteekening van het goedkeurings
besluit den eigendom hij minnelijke over
eenkomst heeft verkregen, of de eigenaren
in het onteigeningsbesluit aangewezen,
voor de Arrondissements-rechtbank, on
der wier rechtsgebied de goederen gelegen
zijn, heeft doen dagvaarden. Deze termijn
kan bij Koninklijk besluit voor ten hoogste
een jaar woïdien verlengd.
Een belangrijk deel der eigendommen
bovenbedoeld is reeds in handen der ge
meente overgegaan. Met de eigenaren van
het overgeblevene wordt onderhandeld,
doch het valt te verwachten, dat alle on
derhandelingen niet vóófr 4 December a.s'.
zullen zijn afgeloopen. Liever dan een ont
eigeningsprocedure met de daaraan ver
bonden kosten en risico te beginnen, zou
den B. en W. willen trachten, alles bij'
minnelijke schikking voor de gemeente te
verkrijgen. Het is daarom, dal zij den
Raad voorstellen, tot H.M. de Koningin
het verzoek te richten, den termijn boven
bedoeld met een jaar te verlengen.
Ligplaats voor een bootje.
B. en W. stellen voor in te willigen
het verzoek van dhr A. van Zweden,
om een vaste ligplaats in de haven voor
zijn bootje tegen een recognitie van f5
per jaar.
STEMMEN VAN HET PLATTELAND.
Dezer dagen ben ik bezig met aard
appelen rooien. Oogsten, inzamelen van
de vruchten des velds is een werk, dat
met vreugde gedaan wordt. Lees maar in
Deuteronomium, hoe vaak Mozes het Is
raël op het hart drukt, dat ze tijdens)
en na den oogst vroolijk zullen zijn over
den oogst dien het goede land hun gaf,
het goede land dat God de Heere hun zou
geven. En die blijdschap over den oogst
was algemeen. Oogstfeesten werden aller-
wege gevierd, tenzij de oogst mislukt was
of zeer gering, dan was er dat jaar
geen oogstfeest maar bittere rouwldage.
Onder Jsraël hield het hebben van een
rijken oogst verband met het al of niet
dienen van den Heere hun God. Lees ket
maar weer in Deuteronomiun»: „Als ge
al deze geboden houden zultGeze
gend zal zijn uw korf en uw baktrog
Daarentegen, als gij der stemme des Hee-
ren niet zult gehoorzaam zijn Vervloekt
zal zijn uw korf en uw baktrog".
Toch, de Heere is genadig en barmhar
tig. Israël zondigde zwaar en veel en de
Heere ging voort hun spijze en kleeding
te geven, doch daar zou een einde aan
komen. De Heere waarschuwde vele ma
len en op velerlei wijze. Door Zijn pro
feten teekent Hij den toestand die dan zal
intreden als het land zijn inkomst, en het
geboomte zijn vrucht niet geven zal.
Hosea moet het zeer scheTp zeggen,
tegen het tot afgoderij vervallen Israël.
„Ik zal komen en mijn koren wegnemen
op zijn tijd, en mijnen most op zijn ge-
zetten tijd. Ik zal wegrukken mijn wol
en mijn vlas". Koren en most dat is spijze
en drank, zal de Heere wegnemen. Wol
en vlas, waarvan de wollen en linnen klee
ding vervaardigd werd zal Hij wegTuk-
ken; het zal er alles wel zijn, maar Israël
zal het niet oogsten, niet inzamelen. „Ik
zal wegrukken", en dan zal Israël ten
prooi zijn aan allerlei ontbering gelijk als
gekend wordt in woeste streken.
„Ik zal wegrukken", gedurig weer moet
ik aan dit ernstig woord denken.
De aardappels zijn goed gegroeid, het
beschot zou goed zijn, maar voor een
aanzienlijk deel zijn de knollen ziek, niet
geschikt voor voeding, ze'fs niet voor
dieren. Ik .zal wegrukken.
Het is een droef gebeuren, als men
van een ge met land b.v. 100 H.L. 'zou
kunnen oogsten en men moet er van
die 100 H.L. 40 a 50 H.L. op het land
achter laten! Dat heeft ons toch wat te
zeggen. En zeker, er zijn allerlei factoren,
«Tie samengewerkt hebben tot het troos
teloos resultaat. Maar daar achter staat
de Heere die spreekt. Ik zal wegrukken.
Nog heeft Hij niet alles weggerukt. Er
is nog overgebleven, zelfs veel overge
bleven, er is voldoende voeding en klee
ding, zelfs overvloed, maar het heeft toch
wat te zeggen als van een voedzaam
product schier de helft vergaat.
In, nf omstreeks 1845 is voor bet
eerst hier een schimmel phitof tara In-
festans opgetreden, die de aardappel,
plant in weinig tijlds deed verdorren. Se
dert is die ziekte schier ongehirwlert tel
ken iare verschenen om haar verwoestend
werk te verrichten- Omstreeks het begin
dezer eeuw is heit gelukt b'estrijidinigsi.
middelen te vinden, maar een afdoende
bestrijding wordt vrij kostbaar en vergt
veel tijd, waar nog bij' komt dat bij
zwaren regenval de bestrijdingsmiddelen!
falen. Thans gaat men zoeken naar vaxië
teiten die onvatbaar zijn voor deze
schimmtel. Misschien worden we van! de
aardappelziekte, in dien vorm, nog verlost
Hier geld het woord door Jesajfai gei.
sproken; „Zijn God onderricht hem van de
wijze, Hij leert hem"- De Heere leiert
den mensch ook de bestrijdingsmiddelen!
der plantenziekten kennen of wijst hem
gezonder soorten- Maar vaak wordt ver
geten dat God hem onderricht en leert
en de mensch waant zich sterk genoeg ami
zelf het kwaad te keeren, en dan moet
weer herinnert worden, soms op zeer
pijnlijke wijze, hoe klein we zijn van
krachten.
Neen, dat de aardappeloogst ten deele
mislukt is, wil ik nog geen oordeel noa
men. Liever denk ik dat de Heere ons
in dien tijd van groot menschelijk vermo
gen, er aan wil herinneren dat Hij' on
danks al ons kennen en kunnen wegruk
ken kan het koren1, den most, de wol
en het vlas-
JAANSMA-
HET GAT VAN LIMBURG.
In het „Hbl. v. Antw." wordt de kwestie
van „de onbeschermde poort van Lim
burg" besproken. De schrijver zegt in dit
verhand o.m. het volgende:
Nu het veiligheidsvraagstuk weer aan
de orde gaat komen, is liet niet zonder be
lang na te gaan, of het zoogenaamde gat
van Limburg wel de beteekenis heeft, wel
ke men er aan geeft.
Laten we eerst opmerken, dat de Lim-
bnrgsche grens niet meer open is dan de
andere grenzen, want geen enkele is tegen
woordig in staat van verdediging. En als
men een waterloop als de Maas kon be
schouwen als een natuurlijke verdedi
gingslijn de IJzer was er wèl een
dan mag men beweren, zonder tegen
spraak, dat op het oogenblik de Limburg-
sche grens nog de best verdedigde is.
Feitelijk werd de Oostgrens van Lim
burg sedert 1839 door niemand verdedigd,
noch door de Hollanders, die in Maas
tricht, Roermond en Venlo slechts onbe
duidende garnizoenen hadden, noch door
de Belgen, die aan hun zijde geen forten
hadden en in Hasselt nauwelijks een regi
ment.
Indien dus de „XXe Siècle" en andere
Brusselsche bladen de aandacht trekken
op het Limburgsche vraagstuk, dan vinden
wij dat zij den wagen voor de paarden
spannen.
Dat zij beginnen met het overige van de
Oostgrens te sluiten! Zij vergeten dat van
Visé tot Luxemburg alles open is. Maar
toch houden zij zich gedurig bezig met het
„gat van Limburg" te ontdekken. Iemand,
die een gat wil stoppen, maakt eerst de
groote gaten dicht en dan de kleine. Dat
is logisch. Zoo niet, dan krijgt het heele
betoog een sterke annexionistische kleur.
Gevecht met een arrestant.
Zaterdagmorgen werd een rechercheur te
Rotterdam belast met het overbrengen van
een rijwieldief van den politiepost naar
't Huis van Bewaring aan den Noordsin
gel. Toen de politie-auto voor het gebouw
was aangekomen en de rechercheur zijn
arrestant wilde helpen met uitstappen,
rukte deze zich plotseling los. Het gelukte
den rechercheur den arrestant nog juist
bij zijn jas te pakken. Er ontstond onmid
dellijk een gevecht tusschen den. rijwiel-
dief en den dienstdoenden rechercheur.
Ook de chauffeur sprong op den arrestant
toe, doch deze verzette zich zoodanig, dat
hulp van meerderen noodig was, om den
man in bedwang te houden. Een particu
lier waarschuwde den portier van het
Huis van Bewaring en oogenblikkelijk
kwamen eenige marechaussees ter assis
tentie. De rijwieldief zal ook voor dit geval
nog hebben te boeten.
Het verraderlijk portret.
Zaterdagavond bemerkte de 62-jarige B.
te Haarlem, dat twee mannen in zijn zaak
waren binnengedrongen. Toen hij binnen
kwam duwden zij hem op zij en namen de
vlucht. In de Zoetestraat werden zij door
eenige personen tegengehouden. Een van
hen wist evenwel te ontkomen. De andere,
die later zekere F. uit Amsterdam bleek te
zijn, werd aan de politie overgeleverd. Op
hem werd een portret van zekeren J. R.
uit Amsterdam bevonden, die na onder
zoek door de Amsterdamsche politie, de
andere inbreker bleek te zijn. Hoewel de
oude man den eersten inbreker herkent,
blijven beiden ontkennen, het huis te zijn
binnengedrongen.
Laag water op de Maas- Men
schrijft uit Grave:
De Maas is op sommige plaatsen thans
zoo laag, dat telkens diep geladen schepen
aan don grond raken. Een Rijnaak, gelat
den met basalt, welke eerst in de buurt
van het wachthuis te Beek (N-Br.) een
paar dagen aan den grond zat en eindelijk
weer vlot kwam. is opnieuw aan dert
grond geraakt.
Autodieven- Te Winschoten ïs
de auto van burgemeester Jonkbloet uit
Vries gestolen- Noch te Foxhum, noch to
Hoogezand, noeh te Winschoten kon de
politie de auto doen stoppen, waarmee
wellicht via' Bellingwolde over de grens
is gereden- De auto is tegen diefstal
verzekerd.
Ernstig autobusongeval.
Uit Makasser wordt gemeld: Een autobus
is bij kampong Pintoe-Bcsi tegen een
boom gereden. De commies der Posterijen
de heer Brouwer, de commies bij 's Lands
kas de heer Trouerbach, de aspirant op
zichter bij de B- 0- W. de heer Hartman
Kek en de chauffeerende heer Bruggeman
werden gedood. De toestand van de zes
anderen, waaronder drie inlandsche vrou
wen, is hopelo'os- -
Ongeluk b' ij een militaire
oefening. Zaterdagmorgen is te Waals
dorp een ongeluk gebeurd, dat zeer ern
stige gevolgen had kunnen hebben. Bij de
oefeningen in een overdekte loopgraaf
werd de kapitein Nijland van het regiment
Jagers door een schot, dat in zijn on
middellijke nabijheid werd gelost, in liet
gezicht getroffen-
Aanvankelijk liet de toestand van den
kapitein zich ernstig aanzien, men vrees
de voor zijn gezichtsvermogen, doch na
ce'n onderzoek door den geneesheer blee'k
gelukkig, dat geen der oogen was get
**akt, doch dat alleen de linkerzijde van
't gelaat verschillende kleine vleeschwoh.
den vertoonde.
Naar men mededeelde, is hier van eein
fout in de constructie van het schietwapen'
geen sprake, maar moet het ongeluk wor
den toegeschreven aan de in de loopgraaf
heerschende duisternis, ten gevolge waar
van men de zich daar bevindende perso
nen zeer moeilijk kan Onderscheiden.
Smokkelhandel op Duitsch-
1 a n d. In den Iïannoverschen Kurier van 10
Oct. j.l. wordt uit Bentheim geschreven over
een uitgebreiden smokkelhandel in Perzische
tapijten, eetwaren en paarden uit Nederland.
Sinds eenigen tijd kwamen van daar geregeld
groote kisten via Bentheim naar Berlijn,, waar
van de inhoud werd aangegeven als gedroog
de vellen. Op deze wijze werden zestig zen
dingen aan tapijthandelaars afgegeven; de re
cherche te Hannover kwam echter tot de ont
dekking, dat men hier niet met gedroogde
huiden, maar met echte Perzische tapijten te
doen had. Een internationale smokkelbende
is daarbij betrokken, waarvan twee personen
Neumann en Sommen, thans voortvluchtig,
de leiders zijn. Eerstgenoemde heeft bovendien
„engros" gesmokkeld in Fransche en Neder-
landsche delicatessen. Een enkelen keer werd
hij betrapt op den invoer van kreeften uit
Nederland te Bentheim ter waarde van 33.000
Mark. Een geldboete ter waarde van 132.000
M. o£ een gevangenisstraf van een jaar was
het vonnis. De aanhouding van beide voort-
vluchtigen wordt verzocht.
Verder zijn te Bentheim aan de meestbie
denden verkocht zes groote Perzische tapij
ten, gesmokkeld door den Pers Agha Werdi.
Deze tapijten waren verbeurd verklaard, de
smokkelaar had bovendien een geldboete te
betalen van M. 3677.
Dan zijn bij den koopman Eisner te Neu-
enkirchen bij Rheine zes paarden en vier
koetsen uit Nederland in beslag genomen, alle
van smokkelhandel afkomstig. De verdachten
zijn Eisner, een hoogst gevaarlijk personage,
pas uit het tuchthuis ontslagen, en de paarden-
handelaar Frans Grüner, wonende te Haar
(Kroits Bentheim) in de onmiddellijke nabij
heid der Nederlandsche grens. Bij eerstgemel-
den vond men een in do kleinste bijzonder
heden uitgewerkt smokkelplan langs heel de
grens van Twente. Beiden zijn eveneens voort
vluchtig, waarschijnlijk naar Nederland.
Velen hebben misschien nog een oud al-
pacca of zilver beursje, waarvan het beu-
geltje nog goed is.
Nu kunnen we dat beugelt je benutten
door de 2 eerste ringetjes van de tweede
helft of anderen kant van het beugeltje.
Dan spant men den draad door het 2e
inknipje weer naar voren en steekt, de
door er een zakje aan te maken, waardoor
het een aardig geheel vormt.
Men ziet op 't oogenblik weer vetl »p het
gebied van weven en vlechten. Dit kunnen
we ook voor het beursje in toepassing
brengen.
Aan ieder beugeltje bevindt zich, wan
neer het zakje er van verwijderd is, een rij
kleine ringetjes.
We maken eerst den vorm klaar, die ge
maakt wordt van karton (zie teek.). Vol
gens model van het beugeltje.
naald door het 2e en 3e ringetje van de
eerste helft of voorkant van het beugeltje.
Zoo spant men tot alle ringetjes aan
beide zijden vol zijn.
De kettingdraden zijn nu gelegd. Nu be
ginnen we met een andere kleur aan den
inslag.
We vullen eerst de ronding van het beu
geltje, we stoppen nu 1 op 1 neer (zie
teek.) in heen en weer gaande toeren tot
we aan den onderkant van het bopgeltje
zijn gekomen. Dan nemen we den AChter-
Nu heeft men niets anders te doen dan
zooveel knipjes aan den onderkant van het
karton te geven, als er ringetjes in het beu
geltje aanwezig zijn, en deze gelijk over die
ruimte te verdeelen.
Men kan gebruiken kluwen zijde of
Noorsche wol in 2 kleuren. Deze is zeer
sterk en mooi in verwerken.
Men steekt een draad in een maasnaald
zonder punt en begint dan met spannen.
Men hecht aan bij het eerste ringetje,
spant den draad door het eerste inknipje
naar den achterkant en steekt de naald
kant voor ons en maken deze ook zoover.
Nu kunnen we verder in 't rond doorstop-
pen; dus voor- en achterkant gelijk.
Is het klaargekomen, dan maken we
rondom korte franje en voeren het beursje
met een aardig kleurtje waschzijde.
Men kan op deze wijze ook groote tas-
schen maken. Losse beugels kan men zoo
koopen en inplaats van ringetjes werkt
men door gaatjes. Van raffia zijn ze ook
heel mooi. Den vorm kan men natuurlijk-
wijzigen.
*rt J
Directeur
R.
Bureau: Langt
Tel.: Redactie
Postrek
Bijkantoi
Firma F. P. DH
Tweeërlt
Op het voorla
A. P. betoogde
partij, wil zij ha
vóór alles geloo
„Er is, zoo zei
ting op godsdi
ons. Maar één
meen. Het is h
klasse. Gij arbei
wij".
Hoewel dat
bedoeling van di
wordt hier tocl
groote tegenst'
Christendom en
De Christen
den Almachtige
aarde en in Je
die in de werelt
met God te ver:
Er is een we;
sing, de weg de
heid, de weg vs
weg van Jezus
Maar dat is
Democratie ont
Zjj gelooft
Zij wil óók vr
menschelij
Zij verwerpt
en stemt in m
lied:
Nicht hoffe mo
Dasz dir ein W
Dich fiihre zu
S o ist die sage
Bliek auf! eii
Der Socialismu
Und der Erlösi
Und jene Hiitte
Niet Jezus C
de verlosser zij
Dit is de leer
Geloof in dei
ziedaar de groc
Nieuwe be
De moord o;
te Praag heeft
lijken indruk
de moeizame
ontstaan door
scho komitadji
slag als een ni
van de rust va
Do goheele i
gebeurde op R'
politiek verant
De Italiaans
zich tot het Zu
Buitenlandsch*
zijn beklag in
Zuid-Sla vischi
geeft van den
Een redi
De Volkenbc
heffing der in
perkingen is
staten, waaroi
den Amerika
woordigd. De
Colijn, door de
der conf
ïïlerentie m<
tigdo met nad
spTaak van d<
die ondubbcl
van de afschai
uitvoerverbode
lijken vorm vc
innei'de er aai
niet minder d;
kenbondsvergi
toreenvolgens
ming verklaar
der oeconomis
na de geheele
geen maand g
lutie eensten
met de resolu
rentie heeft u
Men zegt s(
tón onrechte,
scheid bestaa
en welwillend
gelegd en de
Het oecon
heeft do oorr
ding gegeven
oeconomieehe
De meeste va
overal verdw
met vertrouw
dig verdw ijne
die meer een
zooals de noo<
veiligheid te i