No 15 Sint-Nicolaas-Verrassingen. i BEURSJE. üll nummer rijwielen en' sportwagens had plaats ge- bad, werd de burgemeester ontvangen in de achterzaal van den Buitentuin. Aan den ingang waren dhr Kraamer, voorzitter der commissie op 'tZand en de beide wethouders ter begroeting aanwezig, ter wijl in' de zaal velen dhr Bakker op- Wachtten. De heer Kraamer richtte zich tot den burgemeester en wees er op, dat men' niet meer als vreemden tegenover elkaar staat als een week geleden. Spr. brengt namens alle ingezetenen van 't Zand dank voor de welwillendheid ook in dit gedeelte der gemeente eenigen tijd te willen ver toeven en hem in de gelegenheid te stel len nadere kennis te maken en nauwere vriendschapsbanden te sluiten. Spr. hoopt, dat de feestelijkheden, al zijn zij niet zoo groot opgezet als op het dorp, de goed keuring van den heer Bakker zullen weg dragen. De burgemeester zeide eerst te hebben gemeend, dat het beter was een feest voor allen in het centrale dorp, maar &ls het Zand toch feest wilde vieren heeft hij toegezegd toch aanwezig te zullen zijn. Nu hij van enkele toestanden en ver houdingen in de gemeente op de hoogte is gekomen, is hij verheugd aanwezig te zijn.'. Spr. dankt hartelijk voor de woor den van welkom. Na deze ontvangst werd de optocht aangevangen, die als volgt wa's samenge steld: eerewaclit, gevormd door de ring lijders; rijtuig met den burgemeester, de beide wethouders en den heer Kraamer; rijtuig met de feestcommissie; dan het groote aantal keurig versierde rijwielen; dan de schoolkinderen voorzien van vlag getjes; vervolgens de vereeniging van 't Zand en ten slotte een praalwagen van T. 0 en 0. Volgens de vooraf vastgestelde route trok de stoet onder groote belangstelling van velen door het dorp totdat op het pleintje bij de pomp een défilé voor den burgemeester werd gemaakt, waarbij voor al de leden van V. I. 0. S. met hun turnersgroep imponeerden. Terwijl op de stadsweide de kinder spelen aanvingen en op den Breeweg de ringrijderij te paard werd voortgezet en die per rijwiel gehouden werd, ging de burgemeester de kerk en het vereenigings- gébouw bezoeken om daarna zoowel bij de kinderen als bij de ringlijders een bezoek te brengen. De aanvoerder der ringrijders, dhr W. Reijmierse, sprak den burgemeester toe en noodigde hem namens alle ringrijders uit hun spel te komen gadeslaan. Spr. hoopt, dat het den burgemeester onder Hoogeren zegen gegeven moge zijn vele jaren de gemeente te besturen en dat hij voor de ringrijderij welke elk jaar met Pinksteren efn ook bij feestelijke gelegenheden be oefend wordt steeds zijn hooggewaardeer de medewerking en steun zal willen ver leen en. De burgemeester gaf in zijn1 antwoord blijk van groote belangstelling in den wedstrijd en gaf de verzekering zijner medewerking ook in de toekomst. Nu wij toch weer bij de ringrijders rijn, zij medegedeeld, dat 10 hoogste prij zen werden behaald als volgt: 1. J. Reij- ttierse 11 ringen; 2. A. Reijnierse 11 r. 3. L. Reijnierse Pz. 10 r.4. A. Brasser 9 t; 5 .J. Corbijn 9 r.6. L. Brasser 8 r.; 7. J. Simonse 7 r.8. C Rosschaart 6 r.; 9. C. H. Maas 6 r.10. C. Koole 8 r. De overige rijders hadden 5 of min der ringen. Dat er een lang leve op den burge meester werd uitgebracht behoeft haast «iet verzekerd. Van de overige wedstrijden, waarbij alle 'deelnemers een prijsje kregen zullen wij geen uitslagen opnemen, alleen zij ver meld, dat de jongens van 10 tot 13 jaar liepen op de hindemisbaan; de meisjes van dien leeftijd den stoelendans uitvoer den; de jongens van 8 tot 10 jaar blok jes raapten en de meisjes van dien leef tijd en de kinderen van 6 tot 8 jaar rich aan het eiersloopen waagden. Het was zoowel op de weide als bij de fietsende ringrijders op den Breeweg ook vol belangstellenden en in de eerste plaats hebben de deelnemenden volop genoten. Van hetgeen des middags gebeurde zij nog vermeld de receptie, waarvan velen gebruik maakten om met den heer Bakker kennis te maken. Des avonds te 7 uur trok de lichtstoet die niet minder goed geslaagd mag heeten «ten al de overige doelen van het feest, vanaf den Tramsingel naar Koudekerk- aohem- en Breeweg. De talrijke lichtjes kropen als een slinger langs den weg, en den deelnemers werd het loepen ge makkelijk gemaakt door de vroolijke mar- itahon van het muziekgezelschap „Voor waarts". Het bleef echter niet alleen bij het licht van den stoet, want naast de verlich ting aan de eerepoorten haddon ook ver schillende bewoners voor aardige verlich ting gezorgd. Daarvan willen wij afzonder lijk noemen de prachtige electrische ver lichting van den voortuin van den heer dr Simons; de steeds aardig blijvende verlichting met vetpotjes bij den heer Clement en de kaarsverlichting bij den heer Klüppelberg. Vooral deze laatste ver lichting is met zeer weinig kosten goed navolgbaar. Het officieele slot van den feestdag was de uitvoering door verschillende ver- eenigingen in het lokaal van den Buiten tuin. Nadat door het veel te groot aantal belangstellenden, in verband met de ruim te, eenigen tijd was omgegaan alvorens kon worden begonnen, werd eerst door het kinderkoor en toen door de zang- vereeniging „Looft den Heer" op zeer verdienstelijke wijze gezongen, waarna de verschillende afdeeLingen van V. I. O. S. tarnen en goede groepen te zien galven. en ten slotte Voorwaarts zijn beste beentje voorzette. De burgemeester bracht een paar maal dank voor hetgeen ten beste werd gegeven om ten slotte dank te brengen aan allen, die aan het welslagen van het feest mede werkten en inzonderheid aan den voor zitter van het feestcomité, don heer Kraa mer. De burgemeester eindigde zijn slot woord met verzoek allen rustig huis waarts te gaan. 'tZand heeft op waardige en passende wijze zijn burgemeestersfeest gevierd. Stukken voor den Gemeenteraad van Goes Onteigening van gronden in Bouwplan III. Bij besluit van. den Raad van 15 Sep tember 1926 werd besloten tot onteigening van eigendommen, ten behoeve van den aanleg van Bouwplan III. Teneinde te kunnen worden uitgevoerd, behoefde dit besluit de goedkeuring der Kroon; deze is verleend bij Koninklijk besluit van 4 December 1926. Artikel 80 der Onteigeningswet bepaalt, dat een door de Kroon goedgekeurd raads besluit tot onteigening vervalt, indien de onteigenende partij niet binnen een jaar na dagteekening van het goedkeurings besluit den eigendom hij minnelijke over eenkomst heeft verkregen, of de eigenaren in het onteigeningsbesluit aangewezen, voor de Arrondissements-rechtbank, on der wier rechtsgebied de goederen gelegen zijn, heeft doen dagvaarden. Deze termijn kan bij Koninklijk besluit voor ten hoogste een jaar woïdien verlengd. Een belangrijk deel der eigendommen bovenbedoeld is reeds in handen der ge meente overgegaan. Met de eigenaren van het overgeblevene wordt onderhandeld, doch het valt te verwachten, dat alle on derhandelingen niet vóófr 4 December a.s'. zullen zijn afgeloopen. Liever dan een ont eigeningsprocedure met de daaraan ver bonden kosten en risico te beginnen, zou den B. en W. willen trachten, alles bij' minnelijke schikking voor de gemeente te verkrijgen. Het is daarom, dal zij den Raad voorstellen, tot H.M. de Koningin het verzoek te richten, den termijn boven bedoeld met een jaar te verlengen. Ligplaats voor een bootje. B. en W. stellen voor in te willigen het verzoek van dhr A. van Zweden, om een vaste ligplaats in de haven voor zijn bootje tegen een recognitie van f5 per jaar. STEMMEN VAN HET PLATTELAND. Dezer dagen ben ik bezig met aard appelen rooien. Oogsten, inzamelen van de vruchten des velds is een werk, dat met vreugde gedaan wordt. Lees maar in Deuteronomium, hoe vaak Mozes het Is raël op het hart drukt, dat ze tijdens) en na den oogst vroolijk zullen zijn over den oogst dien het goede land hun gaf, het goede land dat God de Heere hun zou geven. En die blijdschap over den oogst was algemeen. Oogstfeesten werden aller- wege gevierd, tenzij de oogst mislukt was of zeer gering, dan was er dat jaar geen oogstfeest maar bittere rouwldage. Onder Jsraël hield het hebben van een rijken oogst verband met het al of niet dienen van den Heere hun God. Lees ket maar weer in Deuteronomiun»: „Als ge al deze geboden houden zultGeze gend zal zijn uw korf en uw baktrog Daarentegen, als gij der stemme des Hee- ren niet zult gehoorzaam zijn Vervloekt zal zijn uw korf en uw baktrog". Toch, de Heere is genadig en barmhar tig. Israël zondigde zwaar en veel en de Heere ging voort hun spijze en kleeding te geven, doch daar zou een einde aan komen. De Heere waarschuwde vele ma len en op velerlei wijze. Door Zijn pro feten teekent Hij den toestand die dan zal intreden als het land zijn inkomst, en het geboomte zijn vrucht niet geven zal. Hosea moet het zeer scheTp zeggen, tegen het tot afgoderij vervallen Israël. „Ik zal komen en mijn koren wegnemen op zijn tijd, en mijnen most op zijn ge- zetten tijd. Ik zal wegrukken mijn wol en mijn vlas". Koren en most dat is spijze en drank, zal de Heere wegnemen. Wol en vlas, waarvan de wollen en linnen klee ding vervaardigd werd zal Hij wegTuk- ken; het zal er alles wel zijn, maar Israël zal het niet oogsten, niet inzamelen. „Ik zal wegrukken", en dan zal Israël ten prooi zijn aan allerlei ontbering gelijk als gekend wordt in woeste streken. „Ik zal wegrukken", gedurig weer moet ik aan dit ernstig woord denken. De aardappels zijn goed gegroeid, het beschot zou goed zijn, maar voor een aanzienlijk deel zijn de knollen ziek, niet geschikt voor voeding, ze'fs niet voor dieren. Ik .zal wegrukken. Het is een droef gebeuren, als men van een ge met land b.v. 100 H.L. 'zou kunnen oogsten en men moet er van die 100 H.L. 40 a 50 H.L. op het land achter laten! Dat heeft ons toch wat te zeggen. En zeker, er zijn allerlei factoren, «Tie samengewerkt hebben tot het troos teloos resultaat. Maar daar achter staat de Heere die spreekt. Ik zal wegrukken. Nog heeft Hij niet alles weggerukt. Er is nog overgebleven, zelfs veel overge bleven, er is voldoende voeding en klee ding, zelfs overvloed, maar het heeft toch wat te zeggen als van een voedzaam product schier de helft vergaat. In, nf omstreeks 1845 is voor bet eerst hier een schimmel phitof tara In- festans opgetreden, die de aardappel, plant in weinig tijlds deed verdorren. Se dert is die ziekte schier ongehirwlert tel ken iare verschenen om haar verwoestend werk te verrichten- Omstreeks het begin dezer eeuw is heit gelukt b'estrijidinigsi. middelen te vinden, maar een afdoende bestrijding wordt vrij kostbaar en vergt veel tijd, waar nog bij' komt dat bij zwaren regenval de bestrijdingsmiddelen! falen. Thans gaat men zoeken naar vaxië teiten die onvatbaar zijn voor deze schimmtel. Misschien worden we van! de aardappelziekte, in dien vorm, nog verlost Hier geld het woord door Jesajfai gei. sproken; „Zijn God onderricht hem van de wijze, Hij leert hem"- De Heere leiert den mensch ook de bestrijdingsmiddelen! der plantenziekten kennen of wijst hem gezonder soorten- Maar vaak wordt ver geten dat God hem onderricht en leert en de mensch waant zich sterk genoeg ami zelf het kwaad te keeren, en dan moet weer herinnert worden, soms op zeer pijnlijke wijze, hoe klein we zijn van krachten. Neen, dat de aardappeloogst ten deele mislukt is, wil ik nog geen oordeel noa men. Liever denk ik dat de Heere ons in dien tijd van groot menschelijk vermo gen, er aan wil herinneren dat Hij' on danks al ons kennen en kunnen wegruk ken kan het koren1, den most, de wol en het vlas- JAANSMA- HET GAT VAN LIMBURG. In het „Hbl. v. Antw." wordt de kwestie van „de onbeschermde poort van Lim burg" besproken. De schrijver zegt in dit verhand o.m. het volgende: Nu het veiligheidsvraagstuk weer aan de orde gaat komen, is liet niet zonder be lang na te gaan, of het zoogenaamde gat van Limburg wel de beteekenis heeft, wel ke men er aan geeft. Laten we eerst opmerken, dat de Lim- bnrgsche grens niet meer open is dan de andere grenzen, want geen enkele is tegen woordig in staat van verdediging. En als men een waterloop als de Maas kon be schouwen als een natuurlijke verdedi gingslijn de IJzer was er wèl een dan mag men beweren, zonder tegen spraak, dat op het oogenblik de Limburg- sche grens nog de best verdedigde is. Feitelijk werd de Oostgrens van Lim burg sedert 1839 door niemand verdedigd, noch door de Hollanders, die in Maas tricht, Roermond en Venlo slechts onbe duidende garnizoenen hadden, noch door de Belgen, die aan hun zijde geen forten hadden en in Hasselt nauwelijks een regi ment. Indien dus de „XXe Siècle" en andere Brusselsche bladen de aandacht trekken op het Limburgsche vraagstuk, dan vinden wij dat zij den wagen voor de paarden spannen. Dat zij beginnen met het overige van de Oostgrens te sluiten! Zij vergeten dat van Visé tot Luxemburg alles open is. Maar toch houden zij zich gedurig bezig met het „gat van Limburg" te ontdekken. Iemand, die een gat wil stoppen, maakt eerst de groote gaten dicht en dan de kleine. Dat is logisch. Zoo niet, dan krijgt het heele betoog een sterke annexionistische kleur. Gevecht met een arrestant. Zaterdagmorgen werd een rechercheur te Rotterdam belast met het overbrengen van een rijwieldief van den politiepost naar 't Huis van Bewaring aan den Noordsin gel. Toen de politie-auto voor het gebouw was aangekomen en de rechercheur zijn arrestant wilde helpen met uitstappen, rukte deze zich plotseling los. Het gelukte den rechercheur den arrestant nog juist bij zijn jas te pakken. Er ontstond onmid dellijk een gevecht tusschen den. rijwiel- dief en den dienstdoenden rechercheur. Ook de chauffeur sprong op den arrestant toe, doch deze verzette zich zoodanig, dat hulp van meerderen noodig was, om den man in bedwang te houden. Een particu lier waarschuwde den portier van het Huis van Bewaring en oogenblikkelijk kwamen eenige marechaussees ter assis tentie. De rijwieldief zal ook voor dit geval nog hebben te boeten. Het verraderlijk portret. Zaterdagavond bemerkte de 62-jarige B. te Haarlem, dat twee mannen in zijn zaak waren binnengedrongen. Toen hij binnen kwam duwden zij hem op zij en namen de vlucht. In de Zoetestraat werden zij door eenige personen tegengehouden. Een van hen wist evenwel te ontkomen. De andere, die later zekere F. uit Amsterdam bleek te zijn, werd aan de politie overgeleverd. Op hem werd een portret van zekeren J. R. uit Amsterdam bevonden, die na onder zoek door de Amsterdamsche politie, de andere inbreker bleek te zijn. Hoewel de oude man den eersten inbreker herkent, blijven beiden ontkennen, het huis te zijn binnengedrongen. Laag water op de Maas- Men schrijft uit Grave: De Maas is op sommige plaatsen thans zoo laag, dat telkens diep geladen schepen aan don grond raken. Een Rijnaak, gelat den met basalt, welke eerst in de buurt van het wachthuis te Beek (N-Br.) een paar dagen aan den grond zat en eindelijk weer vlot kwam. is opnieuw aan dert grond geraakt. Autodieven- Te Winschoten ïs de auto van burgemeester Jonkbloet uit Vries gestolen- Noch te Foxhum, noch to Hoogezand, noeh te Winschoten kon de politie de auto doen stoppen, waarmee wellicht via' Bellingwolde over de grens is gereden- De auto is tegen diefstal verzekerd. Ernstig autobusongeval. Uit Makasser wordt gemeld: Een autobus is bij kampong Pintoe-Bcsi tegen een boom gereden. De commies der Posterijen de heer Brouwer, de commies bij 's Lands kas de heer Trouerbach, de aspirant op zichter bij de B- 0- W. de heer Hartman Kek en de chauffeerende heer Bruggeman werden gedood. De toestand van de zes anderen, waaronder drie inlandsche vrou wen, is hopelo'os- - Ongeluk b' ij een militaire oefening. Zaterdagmorgen is te Waals dorp een ongeluk gebeurd, dat zeer ern stige gevolgen had kunnen hebben. Bij de oefeningen in een overdekte loopgraaf werd de kapitein Nijland van het regiment Jagers door een schot, dat in zijn on middellijke nabijheid werd gelost, in liet gezicht getroffen- Aanvankelijk liet de toestand van den kapitein zich ernstig aanzien, men vrees de voor zijn gezichtsvermogen, doch na ce'n onderzoek door den geneesheer blee'k gelukkig, dat geen der oogen was get **akt, doch dat alleen de linkerzijde van 't gelaat verschillende kleine vleeschwoh. den vertoonde. Naar men mededeelde, is hier van eein fout in de constructie van het schietwapen' geen sprake, maar moet het ongeluk wor den toegeschreven aan de in de loopgraaf heerschende duisternis, ten gevolge waar van men de zich daar bevindende perso nen zeer moeilijk kan Onderscheiden. Smokkelhandel op Duitsch- 1 a n d. In den Iïannoverschen Kurier van 10 Oct. j.l. wordt uit Bentheim geschreven over een uitgebreiden smokkelhandel in Perzische tapijten, eetwaren en paarden uit Nederland. Sinds eenigen tijd kwamen van daar geregeld groote kisten via Bentheim naar Berlijn,, waar van de inhoud werd aangegeven als gedroog de vellen. Op deze wijze werden zestig zen dingen aan tapijthandelaars afgegeven; de re cherche te Hannover kwam echter tot de ont dekking, dat men hier niet met gedroogde huiden, maar met echte Perzische tapijten te doen had. Een internationale smokkelbende is daarbij betrokken, waarvan twee personen Neumann en Sommen, thans voortvluchtig, de leiders zijn. Eerstgenoemde heeft bovendien „engros" gesmokkeld in Fransche en Neder- landsche delicatessen. Een enkelen keer werd hij betrapt op den invoer van kreeften uit Nederland te Bentheim ter waarde van 33.000 Mark. Een geldboete ter waarde van 132.000 M. o£ een gevangenisstraf van een jaar was het vonnis. De aanhouding van beide voort- vluchtigen wordt verzocht. Verder zijn te Bentheim aan de meestbie denden verkocht zes groote Perzische tapij ten, gesmokkeld door den Pers Agha Werdi. Deze tapijten waren verbeurd verklaard, de smokkelaar had bovendien een geldboete te betalen van M. 3677. Dan zijn bij den koopman Eisner te Neu- enkirchen bij Rheine zes paarden en vier koetsen uit Nederland in beslag genomen, alle van smokkelhandel afkomstig. De verdachten zijn Eisner, een hoogst gevaarlijk personage, pas uit het tuchthuis ontslagen, en de paarden- handelaar Frans Grüner, wonende te Haar (Kroits Bentheim) in de onmiddellijke nabij heid der Nederlandsche grens. Bij eerstgemel- den vond men een in do kleinste bijzonder heden uitgewerkt smokkelplan langs heel de grens van Twente. Beiden zijn eveneens voort vluchtig, waarschijnlijk naar Nederland. Velen hebben misschien nog een oud al- pacca of zilver beursje, waarvan het beu- geltje nog goed is. Nu kunnen we dat beugelt je benutten door de 2 eerste ringetjes van de tweede helft of anderen kant van het beugeltje. Dan spant men den draad door het 2e inknipje weer naar voren en steekt, de door er een zakje aan te maken, waardoor het een aardig geheel vormt. Men ziet op 't oogenblik weer vetl »p het gebied van weven en vlechten. Dit kunnen we ook voor het beursje in toepassing brengen. Aan ieder beugeltje bevindt zich, wan neer het zakje er van verwijderd is, een rij kleine ringetjes. We maken eerst den vorm klaar, die ge maakt wordt van karton (zie teek.). Vol gens model van het beugeltje. naald door het 2e en 3e ringetje van de eerste helft of voorkant van het beugeltje. Zoo spant men tot alle ringetjes aan beide zijden vol zijn. De kettingdraden zijn nu gelegd. Nu be ginnen we met een andere kleur aan den inslag. We vullen eerst de ronding van het beu geltje, we stoppen nu 1 op 1 neer (zie teek.) in heen en weer gaande toeren tot we aan den onderkant van het bopgeltje zijn gekomen. Dan nemen we den AChter- Nu heeft men niets anders te doen dan zooveel knipjes aan den onderkant van het karton te geven, als er ringetjes in het beu geltje aanwezig zijn, en deze gelijk over die ruimte te verdeelen. Men kan gebruiken kluwen zijde of Noorsche wol in 2 kleuren. Deze is zeer sterk en mooi in verwerken. Men steekt een draad in een maasnaald zonder punt en begint dan met spannen. Men hecht aan bij het eerste ringetje, spant den draad door het eerste inknipje naar den achterkant en steekt de naald kant voor ons en maken deze ook zoover. Nu kunnen we verder in 't rond doorstop- pen; dus voor- en achterkant gelijk. Is het klaargekomen, dan maken we rondom korte franje en voeren het beursje met een aardig kleurtje waschzijde. Men kan op deze wijze ook groote tas- schen maken. Losse beugels kan men zoo koopen en inplaats van ringetjes werkt men door gaatjes. Van raffia zijn ze ook heel mooi. Den vorm kan men natuurlijk- wijzigen. *rt J Directeur R. Bureau: Langt Tel.: Redactie Postrek Bijkantoi Firma F. P. DH Tweeërlt Op het voorla A. P. betoogde partij, wil zij ha vóór alles geloo „Er is, zoo zei ting op godsdi ons. Maar één meen. Het is h klasse. Gij arbei wij". Hoewel dat bedoeling van di wordt hier tocl groote tegenst' Christendom en De Christen den Almachtige aarde en in Je die in de werelt met God te ver: Er is een we; sing, de weg de heid, de weg vs weg van Jezus Maar dat is Democratie ont Zjj gelooft Zij wil óók vr menschelij Zij verwerpt en stemt in m lied: Nicht hoffe mo Dasz dir ein W Dich fiihre zu S o ist die sage Bliek auf! eii Der Socialismu Und der Erlösi Und jene Hiitte Niet Jezus C de verlosser zij Dit is de leer Geloof in dei ziedaar de groc Nieuwe be De moord o; te Praag heeft lijken indruk de moeizame ontstaan door scho komitadji slag als een ni van de rust va Do goheele i gebeurde op R' politiek verant De Italiaans zich tot het Zu Buitenlandsch* zijn beklag in Zuid-Sla vischi geeft van den Een redi De Volkenbc heffing der in perkingen is staten, waaroi den Amerika woordigd. De Colijn, door de der conf ïïlerentie m< tigdo met nad spTaak van d< die ondubbcl van de afschai uitvoerverbode lijken vorm vc innei'de er aai niet minder d; kenbondsvergi toreenvolgens ming verklaar der oeconomis na de geheele geen maand g lutie eensten met de resolu rentie heeft u Men zegt s( tón onrechte, scheid bestaa en welwillend gelegd en de Het oecon heeft do oorr ding gegeven oeconomieehe De meeste va overal verdw met vertrouw dig verdw ijne die meer een zooals de noo< veiligheid te i

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1927 | | pagina 6