258 Donderdag 4 Augustus 1927 41e Jaargang ZEELAND 5 per j PU RO L Oe kinderen van Ben Eesed. Muggebeten en Huidjetik j 2 FEUILLETON. öJMII J Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. Bureau: Lange Vorststraat 70, Goes Tel.: Redacti- en Administratie no. 11 Postrekening No. 44455 Bijkanfoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 Ve Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKBAS Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3.-- Losse nummersfO.OS Prijs der Advertentiên: 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 eft Bij abonnement belangrijke korting De tegensieliing. Ook de herhaling van wat reeds meer malen herhaald werd, kan nuttig en noo- dig zijn. Daarom vestigen wij de aandacht op een uitspraak van het socialistische hoofdor gaan, waaruit de onvereenigbaarheid van het Óhristendom met het socialisme voor de zooveelste maal blijkt. Een medewerker van bedoeld blad, tracht de toenemende belangstelling voor de theosofie als volgt te verklaren: „Dit moet wel voor een groot deel worden toegeschreven aan de verwor ding van den christelijken godsdienst. Het orthodoxe christendom, met zijne .schepping voor 6000 jaar en wat daar in Genesis verder op volgt, is voor den modernen ontwikkelden mensch zonder bewustzijnsvernauwing of bewustzijns- verdraaiïng onaannemelijk". In overeenstemming met wat Gods 'Woord leert, heeft de Kerk van alle ■eeuwen beleden: Ik geloof in God den Al machtige, Schepper des Hemels en der aarde. Maar de Socialistische voorlichter ver werpt deze leer. De waarheid van Gods Woord is vol gens hem voor den modernen ontwikkel den mensch zonder bewustzijnsvernau wing of bewustzijnsverdraaiïng onaanne melijk. De groote tegenstelling tusschen Chris tendom en Socialisme is daarmede op nieuw in het licht gesteld. Vaccinatie-gevaren. Aan een artikel van Dr J. J. Wal lien in de „Nederlander" over het antwoord van dein Minister van Arbeid op' de! vra- gen van de heeren Krijger en Kersten' is het volgende ontleiêmd: Evenwei, de vraag is o.i- gewettigd -of deze Rijksdienst in zooverre niet act tiever had moeten zijn, dat hij reeds eer dein Minister geadviseerd had de verstrek king van koepokstof uit de Nederlandscbe inrichtingen stop te zetten. Den Minister treft hier geen blaam. Maar dat deze ■dienst eerst 118 ziektegevallen afwacht en nu pas, na de meeir geruchtmakende gevallen te Goes adviseert de verkrijgbaar,. stelling van de tot nn toe gebruikte ent stof te beëindigen, kan niet in het beL lang van het populair zijn der vaccinatie in ons land worden geacht, om maar te zwijgen van het feit, dat er in ruim drie jaren 37 gevallen met doodelijfcen afloop waren. .Toejuiching verdient het besluit van Minister Slotemaker de Bruine tot stoipL zetting dezer verstrekking echter ten zeer ste. Ook moet het een gelukkige samenloop van omstandigheden worden genoemd, dat juist dezer dagen voldoende gegevens werden verkregen over een in Spanje bei- reid neuravaccin, dat in tegenstelling met de hier bereide entstoffen wel bacterievrij is ■en waarmee bij 2Ya millioen inentingen geen enkele complicatie zich voordeed. Gelukkig alleen al, omdat nu niet op medische gronden 'behoeft overgegaan te worden tot een verzachting of opheffing van den vaccinatieplicht voor schoolgaan- den. Een dergelijk beisluit zou, om de zegenrijke gevolgen van het gevaccineerd zijn onzer bevolking, ten zeerste moeten worden1 betreurd. Toch dient er zekerheid te bestaan, dat, indien onverhoopt met het bedoelde neu- roLvaccin in Nederland minder goede re sultaten verkregen werden, de adviseurs den Minister direct waarschuwen en hem raden ook de verstrekking van dit vaccin te beëindigen. Alleen dan zullen Nederlandsche ouders met gerustheid hun kinderen deze kunstbewerking doen onder, gaan, wanneer zij weten dat er is een Rijksorgaan (de inspectie der volksgezond heid etc.) dat waakt en dat actief optreedt, wanneer een ingreep, die onschadelijk be hoort te zijn, het niet inderdaad ook is1. MSfflVu JWW. ie< umwi 27) Naar het Engelsch o „Ga heen", zeide de man met een ge baar van afschuw. „Het is hier geen plaats voor u en uws gelijken", en het scheen alsof hij de levenlooze gestalte van het 1 blinde meisje met den voet op straat wilde duwen. De oogen van Seth schoten vonken. jj „Dat de vervloekingen van Sechet op je hoofd mogen neerdalen!" riep hij toornig. „Ge hebt een even ongevoelig hart als een mummie van duizend jaren her". Daarop jj nam hij zijn last op ,en vluchtte heen, ter- wijl de vloeken van den Jood hem in de ooren klonken. Blindelings voortsnellende, wist hij niet, waarheen hij zich begaf, totdat hij na eenige oogenblikken bemerkte, dat hij op een rustiger plek was gekomen. Met een zucht van verlichting legde hij nogmaals de tengere gestalte op het plaveisel neer. Tot zijn groote vreugde hoorde hij eenig geluid. Zij: trachtte te spreken. Hij knielde naast haar neer en legde haar hoofd op! zijn knieën. „Water! water!" klaagde zij met zwakke stem. UIT DE STATENZAAL. III. Onze wegen. Wie eenige studie had gemaakt van het rijkswegenplan, en daarbij gebruik maakte van de deskundige voorlichting-, als b.v. in de jaarvergadering van den Zeeuwschen Polder- en Waterschapsbond werd geboden, wist wel, dat men zich van dat plan vooral geen hooge verwach tingen mocht stellen. Maar toch, al deed men dat niet, dau zal men toch een gevoel van teleurstelling niet hebben kun nen onderdrukken, toen men las, dat in 'Zeeland slechts 148 K.M. weg op het rijksplan is gebracht. Ged. Staten waren zoo zei dhr Van der Weyde ook niet best te spreken over deze misdeeling van Zeeland en ze hebben nog getracht den verbindingsweg tusschen de beide deelen van Zeeuwsch- Vlaanderen en den weg Zijpe-Steenbergen op het rijksplan te krijgen. Maar het mocht niet gelukken. Elders b.v. in Zuid-Holland zijn wel rivierovergangen in het rijksplan op genomen, maar in Zeeland wilde men dit niet. Alle pogingen van Ged. Staten om dit gedaan te krijgen, mislukten. Na een breedvoerige discussie, waarbij natuurlijk verschillende leden allerlei wen- schen aangaande wegen in hun omgeving te berde brachten, werd besloten de zaak in haar geheel aan te houden. De Staten leden hebben dan gelegenheid haar rus tig te bestudeeren en het voorgestelde: provinciaal wegenplan eens te vergelijken met het rapport der wegencommissie, dat in 1922 is uitgebracht. Over een rijwielpad. Wij zullen hier niet aan iedere aange nomen of verworpen subsidie aandacht schenken, maar toch willen wij hulde brengen aan de heeren Laernoes ein Kodde voor de wijze waarop zij gestreden hebben voor een subsidie van f500 aan de ver- eeniging.„Rijwielpad Walcheren". Zij had den het geheele college yan Ged. Staten en de rapporten van den Provincialen hoofdingenieur tegen zich, maar zij hiel den stand, en wezen met trots op hetgeen hier het particulier initiatief tot stand had gebracht. Men is hier niet begonnen om sub sidie te vragen. Eerst is een vereeniging hoofdzakelijk van belanghebbenden ge vormd, welker leden jaarlijks een flink bedrag aan contributie saambrengen. Toen is hier en daar steun gevraagd, het rij wielpad is aangelegd, natuurlijk niet zoo mooi, als men het uit rijks- of provinf- ciale kas zou doen, maar toch zóó, dat zij, die er gebruik van moeten maken, daarmede tevreden zijn. Het pad blijkt in een groote behoefte te voorzien. En pas Hij keek zoekend rond. De lange smalle straat was brandend heet. Aan beide zij den strekten de witte muren zich een vormig uit, hier en daar door een diep- in-springende deur afgebroken, eenige hon den hadden de schaduw van een nis op gezocht, en een troepje zwaluwen vloog heen en weer in den verblindenden zonne schijn en tslipte, doch geen menschelijk wezen was zichtbaar. Hij kon uit de verte het geroep der kooplui en het schreeuwen der muilezeldrijvers hooren uit de drukke straat, die hij verlaten had. Het scheen hem toe, terwijl hij aandachtig luisterde dat hij dichtbij het koel geklater van een fontein kon hooren. Hij zag op; van den muur boven zijn hoofd zag hij groene bladeren bewegen. Daar moest, daar was een tuin, en water; hij was er zeker van. Hij sprong op, en nadat hij voorzich tig het hoofd van Anat had neergevlijd, trok hij ongeduldig aan de bel, welke bij een der diep inliggende deuren zich be vond. Na een lang oponthoud, waarvan iedere minuut den knaap een eeuwigheid toescheen, werd een luik in de deur open geworpen en het hoofd van een man verscheen voor de opening. „Wat vul je?" zeide hij op knorrigen toon, toen hij den knaap gewaar werd. „Water, uit liefde voor de goden, .geef mij water. Mijn" „Wat vermeet ge je, knaap", viel de ten laatste, toon de middelen niet geheel toereikend bleken, is om subsidie aan de provincie gevraagd. Wij verheugen er ons daarom in, dat er een meerderheid bleek te bestaan, voor liet voorstel-Laernoes. Begrooting 19 28. Het was te voorzien, dat men van sociaal- en vrijzinnig-democratische zijde hij de algemeene beschouwingen over de Prov. begrooting voor 1928 de verkiezing van de leden van Ged. Staten ter sprake zou brengen. Dhr Onderdijk, die buitengewoon breed sprakig is en zóó in een afjakkerend tempo spreekt, dat rustig luisteren vrijwel onmogelijk is, schonk aan die Gedepu teerden-verkiezing veel aandacht. Wij zul len zijn betoog niet op den voet volgen, maar noteeren slechts, dal hij verzuimde aan ;te toonen, dat de sociaal-democraten in alle provincies dus ook b.v. in N.- Holland, meehelpen de evenredige ver tegenwoordiging in de colleges van Ged. Staten toe te passen. Overigens kunnen wij lot onze spijt over deze kwestie heel weinig schrijven, omdat de woordvoerders der verschillende rechlsche fracties blijkbaar geen lust ge voelden, verklaring van hun houding in dezen te geven. Alleen dhr v. 'tHoff merk te nog op, dat er factoren in 't spel kunnen zijn, waarom liet gewenscht is, van den regel der evenredige vertegenwoordiging in bestuurscolleges af te wijken. Welke die factoren in dit speciale geval waren, kwa men we echter niet te welen. Verder hebben de sociaal-democraten weer hun oude stokpaardjes (bekend ook uit hun verkiezingsvergaderingen) bere den: zuigelingenzorg, schoolartsen-insti tuut, enz., alsof dat alles nu maar direct •tot de taak der provinciale overheid be hoort. Over de schoolartsen zullen we echter in een volgende zitting nog wel een zwaren boom hooren opzetten, %&o- clat we de beantwoording van de vraag, of het nut van dit instituut wel opweegH tegen de kpsten, die men er voor maakt, tot later kunnen opschorten. Zeer 'juist, zei dhr Van Dusseldorp: „Pas, wanneer het particulier initiatief te kort schiet en dit overtuigend aan getoond kan worden heeft de provin cie hier een taak." Alleen hadden we gaarne gezien, dat èn Gedep. èn Prov. Staten zich ook bij de discussies op dit standpunt hadden gesteld, toen het ging over de subsidies, aan rundvee- en paardenfokkerij. |5 toom bootdiensten. In onze waterrijke provincie is natuur lijk altijd wel wat te zeggen over de stoombootdiensten op de diverse wateren. Ze leggen beslag op een niet gering deel van de geldmiddelen der provincie, want op een enkele uitzondering na leveren ze tekorten op. Dhr Wallien had zich daarom tot ideaal gesteld: behoud op de Westerschelde niet meer dan drie veren (Vlissingen-Breskens, IloedekenskerkeNeuzen en Hansweert Walsoorden), tracht van de tramwegmaalt- schappijen in Zeeuwsch-Vlaanderen ge daan te krijgen, dat zij vlugge verbin dingen scheppen tusschen dat drietal Zeeuwsch-Vlaamsche aanlegplaatsen en ruim dan de andere bootdiensten op de W-esterschelde op. Dat zal bezuiniging geven. Maar het verzet tegen dit plan was zóó krachtig en het antwoord van bet lid van Ged. Staten, den heer Van Rompu (die zich wel wat meer parle mentair had kunnen uitdrukken), zóó af- Baistooo" Sn-owte SBartet GOES TeJsfrar-ï* ?4 (2 lijnen) wijzend, dat wij van de verwerkelijking van dit idee voorloopig nog niets zien komen. Wel zullen Ged. Staten zeer waarschijn lijk voldoen aan het verzoek van ver schillende Statenleden, om den dienst IloedekenskerkeHansweert op te heffen. Veel bezuiniging zal echter hierdoor niet verkregen worden. Met de ferryboot VlissingenBreskens waarover de discussies ook nog even liepen en waaromtrent na de Statenzit- ting zulke vreemde geruchten liepen, dat dhr Van der Wart er aanleiding in vond, eenige vragen te stellen, zijn Ged. Staten blijkbaar niet erg voorspoedig. Dhr Adri- aanse sprak het onomwonden uit, dat het antwoord op zijn vragen aangaande de veiligheid der passagiers op deze boot, onbevredigend was. Wat er naderhand nog over deze boot geschreven is, zal zijn ongerustheid wel niet hebben wegge nomen. Ten slotte hebben de Prov. Staten zich zelf een douceurtje willen bezorgen, door te besluiten, tot het geven van vrijkaarten aan de leden der Prov. Staten voor het vervoer met de Prov. Stoombootdiensten. Het is echter de vraag, of het Rijk geen spaak in .dit wiel steekt, waarop dhr Van Rompu, de woordvoerder van Ged. Staten, reeds doelde. Het is ook de vraag, of dit voorstel er in een voltallige Statenvergadering zou zijn doorgegaan. Het doet steeds weinig sympathiek aan, een discussie als deze bij te wonen en eenige afkeer daarvan kan men maar moeilijk onderdrukken. Controle op het gebruik van zulke vrijkaarten is niet mo gelijk. En wij kunnen maar moeilijk ge- looven, dat zij steeds in dienst van het provinciaal belang gebruikt worden. Denk maar aan den verkiezingstijd en natuurlijk aan de vacantiereisjes en uitstapjes! Nadat nog de opcenten voor de pro vincie weer op hetzelfde maximum waren gebracht, als de laatste jaren steeds te doen gebruikelijk is, werd de driedaagsche zitting door den Commissaris der Ko ningin in naam der Koningin gesloten. (Moest wegens plaatsgebrek enkele da gen overstaan. Red.) Buitenlanders in Duitschland. Het, aantal buitenflaindsche gasten in de Duitsche badplaatsen is dit jaar buii- tenigewoon groot. Voornamelijk heit aantal Amerikanen en Engelschen is aanzienlijk hooger dan verleden jaar. Te Parijs zijn in Juli 1.1 .50 a 60 pet. meer reiskaart ten naar Duitschland verkocht data in dezelfde maand van verleden jaar. Rjeiizïi. gers uit Frankrijk, die zich vroeger via Duitschland naar de Oostelijke Staten be gaven, vroegen gewoonlijk een dooirais- vïsum aan van een geldigheidsduur van 18 a 10 daigen. Thans richten de meiesten inw*otw)wwvxtrm«*i- naar het jelaat voor hem man hem toornig in de rede, „om naar het paleis van den Iloogepriester te komen om water te vragen? De publieke fontei nen zijn voor je soort bestemd." En zon der er verder iets bij te voegen, sloeg hij de deur dicht. Seth stond een oogenblik als versuft; daarop wierp hij zich vol wanhoop op de heete steenen neer en 'boog het hoofd op zijn knieën. Na een langen tijd wekte een aanraldng op zijn schouder hem uit zijn verdooving op. Met rood geschreide oogen keek hij op. „Wat scheelt je knaap?' Hij zag op zonder te antwoorden. Nooit had hij zulk een gelaat meer gezien en toch, vreemd genoeg, wekte de uitdrukking in de donkere oogen de her innering aan zijn moeder bij hem op. De jonge man want het was een jonge man, die gesproken had herhaalde zijn vraag; en ditmaal gaf de knaap antwoord. „Mijn zuster is onder de hoeven van een lastdier geraakt. Zij is van dorst stervende niemand wil mij helpen mijn waterflesch is ledig, en ik weet niet waar een fontein te vinden." Doch de vreemdeling was reeds bezig, voordat de knaap zijn verhaal geëindigd had, het gelaat van het meisje, dat weer haar bewustzijn verloren had, met water te besprenkelen. „Zij is yiiet erg bezeerd", zeide hij eindelijk"; zie, zij komt hij". En inderdaad onder de bekwame vingers van den vreem deling keerde het bloed langzamerhand terug in de wangen en de lippen van het meisje. „Zij is blind" zeide Seth, met treurigen blik den jongen man ■aanziende; „en wij zijn in Egypte gekomen, om den Man Jezus te zoeken, die haar genezen kan. Een bedelaar zeide mij, dat Hij dood was; maar het is toch niet waar?" Over het gelaat van den vreemdeling verspreidde zich zulk een hemelsche glim lach, dat de knaap hem vol aanbidding aanstaarde. „Neen"! riep de jonge man uit. „Hij is niet dood. Hij leeft en is gezeten aan de rechterhand van God." Daarop vestigde hij zijne oogen op den knaap. „Zeg mij," sprak hij ernstig, „wat u overkomen is, en hoe Tiet komt, dat ge op weg gegaan zij t, om Jezus te zoeken in dit verre land." Toen vertelde de knaap hem alles. Dat zijn ouders in bet, gebied der afgestor venen waren en hen alleen hadden ach tergelaten; en hoe hij vele jaren voor zijn blind zusje had gezorgd; van den man, die hun als slaven had willen verkoopen, en hoe zij, voor hem vluchtende, voor het eerst gehoord hadden van den Man, die blindheid genezen kon, van hnn vreese- hunner er zich op in, 6 a 8 weken in Duitschland door te brengen. Te Keulen, eien der toegangssteden tot Duitschland, vertoefden in dei maand Juli 38-500 vreemdelingen of ruim 5000 meer dan verleden jaar. Hieronder waren on geveer 7000 Amerikanen en voorts een groot percentage Nederlanders, Engel schen en Belgen. Het aantal Amerikanen, dat te Berlijn vertoeft, is ooik zeer groot. In een der eerste hotels der stad zijtn 60 pet. aller gasten afkomstig uit de Ver. Staten. Trouwplannen van koning Boris? Koning Boris van Bulgarije vertoeft mo menteel als gast hij zijn zuster, de herto gin van Wurtemberg, die ernstig onge steld is. Over deze reis doen op den Balkan al lerlei geruchten de ronde. Zoo wordt te Belgrado beweerd, dat de vorst, die in ge zelschap reist van zijn zuster, deze alsook zijn gevolg onderweg heimelijk in den. steek zou hebben gelaten om zich naar Weenen te begeven, terwijl de anderen naar Triest zouden reizen. Van Weenen schijnt de vorst zich naar Tsjecho-Slowa- kije te hebben begeven. Op het oogenblik vertoeft hij bij zijn in Silezië wonende zus ter, de gewezen hertogin van Wurtemberg. Op het programma staat nog een bezoek aan Hongarije, Frankrijk en Engeland. Men is er van overtuigd, dat de koning van zijn buitenlandsche reis gehuwd of ten minste verloofd zal huiswaarts keeren. De bruid zou reeds gevonden zijn, maar de Paus schijnt moeilijkheden te maken, daar hij niet wenscht, dat een katholieke prin ses tot de orthodoxe kerk toetreedt. De Bulgaarsche grondwet verlangt echter, dat de troonopvolger de orthodoxe godsdienst belijdt. Er is echter ook sprake van een Zweedsche prinses, in dit geval zouden geen moeilijkheden van confessioneelen aard met een eventueel huwelijk verbon den zijn. Moeraskoorts in Silezië. In verschillende deelen van Silezië, die verleden jaar door moeraskoorts geteis terd zijn, heeft de ziekte zich opnieuw ver toond. Met name in de streek, die door de overstroomingen van dit jaar getroffen is, zijn verscheidene lieden, die aan het red- dings- en opruimingswerk hebben deelge nomen, door de ziekte getroffen. Noodweer in Baden. Dagen achtereen is Baden door zware onweders geteisterd. Nadat Zondag en Maandag ongeveer 60 gebouwen een prooi der vlammen waren geworden en na den brand van Dinsdag te Liedolsheim, sloeg de bliksem opnieuw in verschillende hui zen in. Te Pfullendorf werd 80 pet. van den oogst vernield en brandden twee hui zen tot den grond toe af. In de omstreken van Mannheim werden ook enkele schu ren door den bliksem getroffen. Ook hier is een flink deel van den oogst verloren. Weer roering in Portugal? Het schijnt wederom in Portugal zeer onrustig te zijn. Men verwacht het aftre- lijken tocht door de woestijn; van hun bevrijding uit de klauwen der roofvogels, en hun ontsnappen uit de handen van. Pagiël. Toen hij zijn verhaal geëindigd had, zweeg de jonge man geruimen tijd. „Voorzeker", zeide hij eindelijk, „de Heer heeft u geleid. Daarop het hoofd opheffende, zag hij op in het schitte rende blauw van den hemel. „Gij, die gezegd hebt: „Ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld", zie Gij neer op dit kind, dat U gezocht heeft voor genezing ondanks vermoeidheid, en dorst en smarten, ge durende vele dagen, en genees haar, smeek ik U, door de hand van Uw dienst knecht, opdat zij geloove." Daarop, terwijl de knaap van ontzag den adem inhield, legde hij zijn hand zacht en teeder op de glanslooze oogen van Anat. „In den ,Naam van Jezus Christus van Nazareth", zeide hij, wordt ziende". En in de donkere oogen van het meisje waarin het licht was uitgedoofd, kwam leven. Zij staarde met helderen bilk in de dogen van den vreemdeling. „Zijt gij de Man Jezus?" fluisterde zij zacht. „Neen, mijn kind", antwoordde hjj, „ik ben slechts Zijn dienstknecht Stephanus". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1927 | | pagina 1