Wat er deze week voorviel. Leestafel. Voor de Jeugd. Misschien zijn er onder de lezers wel geweest, die eenige verwachting hadden van de driet-m og eindhden-con- f e r e n t i e te Genève, ter bespreking: van de beperking der bewapening ter zee. Die verwachting zal ech ter wel een illusie blijken te zijn. Althans de berichten uit Genève zijn zoo pessimistisch mogelijk. Er schijnt geen overeenstemming te kunnen worden be reikt tusschen Engeland en Amerika. Het komt er nog maar o«p aan, een fatsoenlijke einidformule te vinden. Waarschijnlijk zal die gezocht worden in een verdaging van de besprekingen naar de conferentie die volgens het verdrag van Washington in 1931 te Washington moet plaats vinder- In Volkenbondskringen maakt deze uit slag natuurlijk een zeer ongunstigen in. druk, daar nu de kansen om met de Vol kenbondsconferentie tot beperking der be wapening iets te bereiken, wel heel gering geworden zijn. Opwekkend is deze loop van zaken ze ker niet. Ernstig zijn ook de berichten van verschillende natuurrampen, die deze week weer plaats hadden. Wij1 herinneren slechts aan bet onweer en de windhoos, die Woensdag in ons land en in Duitschland groote schade aan. richtten, aan de overstrooming in Britscht Indië, de aardbeving in Frankrijk en Stiermarken, het spoorweg ongeluk in Zuidt-Afrika, enz. Dat er toch acht ge slagen worde op deze roepstemmen van den Almachtige I Vele kolommen zijn deze week in de Nederlamdsche bladen gewijd aa,n de zittin gen der Prov. Staten. De vergadering der Zeeuwsche Staten was vooral belang rijk door de langdurige besprekingen, aan de P.Z.EM. gewijd. In de Aardenburgsche kwe'si- t i e is weer roering gekomen. De Burge meester, die vele weken doof scheen voor alle klachten en protesten tegen den uit slag der Raadsverkiezing, kwam nu plot seling met het voorstel die verkiezing ongeldig te verklaren, omdat niet in alle Cisiricten de voorzitter van het stembu reau de biljetten had geopend. De R,K- Raadsmeerderheid was wel onaangenaam verrast door dit voorstel, maar verwierp het niettemin. Het zal er dus wel op uit- loopen, dat Ged. Staten hierin uitspraak moeten doen. Het droevig gebeuren te Goes, dat twee kinderen zijn overleden aan de gevolgen der vaccinatie, is oorzaak geweest, dat een tweetal Kamerleden aan den Mi nister van Arbeid dienaangaande vragen gesteld hebben. Met belangstelling zal ze ker naar het antwoord daarop worden uitgezien. Hoewel dit nog juist in de vorige week plaats had, zij tem slotte hier nog even herinnerd aan de behouden terugkomst der HollandInd ië-v 1 ieg er s. Met enthousiasme, hoewel niet ontaardend in uitzinnigheid, zooals te Parijs, zijn de kloeke mannen verwelkomd. .Natuurlijk wordt er nu druk geschre ven en gesproken over een geregelde luchtverbinding tusschen Nederland en In dië. Deze schijnt echter alleen mogelijk te zijn als de afstand in etappes wordt ver deeld en dezelfde vliegers niet het geheele traject moeten afleggen. schrikken voor een provincie, die aan het maximum met haar opcenten op de ver schillende belastingen is. Overigens is ons bekend, dat ju'st 't zoo veel mogelijk afschuiven op de toekomst, het op-hoop-van-zegen-systeem, door velen de zwakke p'lek in de P.Z.E.M.-politiek wordt geacht. Misschien is hetgeen dhr van 't Hoff zei, dat we ten aanzien van de P.Z.E.M. lijden aan zelfmisleiding, aan het niet onder de oogen durven zien der naakte cijfers, niet geheel onjuist. Vijf of zes ton verlies op 'n kapitaal van 3 miljoen, dat in de P.Z.E.M. gestoken is (de oorspronkelijke raming bedroeg 1 mil joen!), inderdaad, dat is om van te schrik ken. Geen wonder, dat er Statenleden waren, die spraken van een bodemloozen put. En waar nu Gedep. Staten nog eens weer miljoen wilden hebben, om plaatselijke netten in Zeeuwsch-Vlaanderen over te ne men, is het niet te verwonderen, dat vele leclen hiervoor huiverig waren. De stemmen staakten over dit voorstel in de vergadering van Dinsdag niettegen staande de zeven Statenleden, die tevens lid van den Raad van Bestuur der P. Z. E. M. zijn, allen méé- en dus vóór stemden. Het zou in die van Woens dag weer in stemming gebracht kunnen geworden zijn, maar Ged. Staten waagden het er blijkbaar niet op. Veiliger leek het hun, de zaak aan te hou den tot de najaarsvergadering. Alsdan komt de electrificatie toch waer aan de orde. Deze nederlaag (want dat is het toch eigenlijk) van Ged. Staten in P.Z.E.M.- aangelegenheden is, naar wij meenen, de eerste. Altijd hebben zij de Prov. Staten nog in meerderheid mee kunnen krijgen. Uit de discussies tijdens deze zitting mee nen wij te mogen opmaken, dat de wind nu wel gedraaid is. Wij hoorden deze week iemand zeggen, dat de Staten werken aan de voorbereidende maatregelen voor de be grafenis der P.Z.E.M.! Voor de minder vriendelijke opmerkin gen, gemaakt aan 't adres van den Direc teur der P.Z.E.M. en de critiek op de Di rectie in 't algemeen (het niet op den juis- ten tijd den juisten sprong nemen) ver wijzen we naar ons verslag. Daarop kun nen we hier niet terugkomen. Bijzonder zwak leek ons het verweer van Gedep. Staten tegen de aanvallen van ver schillende zijden op de zgn. balans der P.Z.E.M. gericht. Het bezwaar van ver schillende Statenleden was (en zal nog wel zijn), dat de P.Z.E.M. hare gebouwen, ma chines, enz. aldoor tegen boekwaarde op de balans laat staan en te weinig rekent met de momenteel e, commercieele waarde. Daardoor wordt een balans geflatteerd en dus onbetrouwbaar. Mr Dieleman moest toegeven, dat bv. de post koperdraad, waarop men hem attent gemaakt had, niet overeenkomstig de waarheid was. Maar overigens trok spr. de juistheid van de balans niet in twijfel. Wij betwijfelen echter, of hij de Staten leden heeft overtuigd. Naar onze meening sprak dhr v. d. Wart een waar woord, toen hij bij de re plieken zei: „We zijn financieel geen stap verder gekomen". Summa summarum: hef was zooals we ook uit den mond van enkele Staten leden opvingen geen prettige dag voor Gedep. Staten. -p■ntm-icp Lichtstralen uit het Woord, door K. Wielemaker, in leven redacteur van „De School met den Bijbel". Uit gave Oosterbaan en le Cointre, Goes. Die „Lichtstralen uit het Woord" van wijlen K. Wielemaker in „De School met den Bijbel" trokken steeds in breeden kring de aandacht. Wielemaker was een zeer bijzondere per soonlijkheid. „Hij was, zegt H. J. van Wijlen, die bij dit boek een inleidend woord schreef, de man van de broze gestalte, het teedere oog, de zachte stem, tegelijk van de hooge gedachte, den diepen blik, de duidelijke taal. Zoo teederlijk, stil, zacht benaderde hij ook het Woord zijns Heeren". „Toen wij onze overleden vriend Wiele maker, Jonkman en ik - de redactie van „De School met den Bijbel' overnamen, zou Wielemaker eens probeeren 'n paar medita ties te schrijven. En dan zouden Jonkman en ik het ook doen, om de beurt. Van die beurt is nooit wat gekomen. Wij traden stil terug. Zooals hij 't deed, konden wij het niet". D© uitgave van deze „Lichtstralen" werd bezorgd door den heer A. Janse, die er in een „Woord vooral" op wijst, dat het geheim van de aantrekkelijkheid dezer artikelen dooi den schrijver is medegedeeld in de meditatie over Eliza, die in deze bloemlezing dan opk den voorrang kreeg. Een aanhaling uit bedoelde meditatie laten we hier volgen. „Zullen dezen (de levendgemaakte men- schenkinderen) leven wekken, dan kunnen zij dit niet doen door een staf op 't aangezicht eens dooden te leggen, m.a.w. niet door den doode aan te raken met iets, dat geen stuk van hun leven is. Dikwijls beproeven zij dit gelijk Eliza. Zij vermanen, zij bestraffen, zij vertroosten met woorden, met kostelijke woor den misschien, maar woorden, die voor hen geen realiteit geworden zijn, geen deel van hun leven, en wat is de .uitkomst? De doo den ontwaken niet. O, hoe menigmaal staan we voor de klas, bespreken we 't Woord Gods en geven er een toepasselijk woordje bij dat hoort immers zoo? maar zelf: we hadden 'teven goed niet kunnen zeggen, 't Kwam niet uit ons hart, 't was geen stuk leven, dat we mededeelden, 't was Eliza's staf, dien we op den jongen legden, niet de levende Eliza zelf, die offerend zijn leven gaf, opdat 't kind ontwaken zou." En verder: „Ons leven moeten we mede- deelen, zullen we leven wekken. Ddt geldt voor al ons werk, niet louter voor pnze behandeling van de Schrift. We vormen geen goede lezers als we b\j 't voorlezen der les daarin onze ziel niet leggen. We vormen geen goede schrijvers of teekenaars met een gedrukt voorbeeld voor de klas te hangen. We kweeken geen liefde voor Geschiedenis of Natuurkennis, door een leerleesboek met de kinderen door te lezen. Bij iedere les moe ten we onszelf inleven in de stof en deelen we mede uit de volheid van ons eigen leven, üan wekken we liefde voor 't onderwerp, dat we hespreken en planten we kruiden en heesters, die leven en te zijner tijd bloem en vrucht zullen geven". In deze woorden is het werk van Wiele maker geteekend. Hij spreekt hier nadat hij gestorven is. Hij geeft hier „practische wijsheid uit het Woord", waarvan alle opvoeders bij hun moei lijk werk kunnen profiteeren. Dit boek heeft onze aanbeveling niet noodig. Wü spreken allen onze voldoening uit, dat deze kostelijke bloemlezing werd vervaardigd. Aan den heer Janse komt een woord van dank toe voor hel verzorgen van deze uit gave en aan de fa. Oosterhaan voor de keurige technische verzorging. „De Dokter in Hui b". De Juli-afleve- ring van dit populaire tijdschrift voor de gezondheid, bevat meerdere, interessante bij dragen. Wij noemen o.a. De vliegenplaag en haar bestrijding, Iets over den middagslaap, Sportapparaten en niet te vergeten de Medische Brievenbus, die weer heel wat belangrijke wenken bevat. Uitgeefster van dit tijdschrift is de fa. La Rivière en Voorhoeve te Zwolle. „T i m o t h e ii s". Dit bekende en in hreede kringen terecht geliefde Christelijk Weekblad, heeft onlangs een zeer eervolle vermelding gekregen. Het solialistische Kamerlid, de heer Kleerekoper heeft het noodig geacht in „Het Volk" zijn fiolen van haat en toorn over „Ti- motheüs" uit te gieten. „De wijze waarop ih- dit blad, zegt hij, bij herhaling de lezers met een beroep op natuurverschijnselen en natuurrampen bang gemaakt worden voor God is te weerzinwekkend voor wèl-denkende inen- schen". M.a.w. wie overeenkomstig Gods Woord ook in natuurrampen e.a. de stem des Heeren beluisterd, wordt bespottelijk gemaakt als iemand, die ni et-denkt. „Timotheüs", zoo heet het dan verder, is de zonsverduistering van „Christendom en Godsdienst". En de schaduw, die er op valt, is van den zwarten kwezel, die er zijn naar geestigheden in te verteren geeft." Als er zóó gescholden wordt, dan heeft ons dat wel wat te zeggen. Dan blijkt daaruit, wat trouwens wel bekend was, dat „Timo theüs" toch wel iets beteekent. Het is niet voor niets dat het verwaardigd wordt, om Christus-wille smaad beid te dragen. Gaarne wekken wij onze lezers, die „Ti motheüs" nog niet kennen, op, eens enkele proefnummers van dit degelijke, echl Chris telijke weekblad, dat reeds zoovelen tot zegen mocht zijn, aan te vragen. Uitgeefster is de fa. La Biviere Voorhoeve te Zwolle. Een Ideaal-toestel. Waar bezuiniging, vooral ook in het huishouden, tegenwoordig een eiscli van den lijd genoemd kan wordein, lijkt, ons het ,,Deha"-toes.teJ, ter bezuiniging van de gasrekening, in alle opzichten een be spreking waard Nemen we aan, dat voor dei bereiding van een middagmaal, bestaande uit drie gerechten, plus de onvermijdelijke ketel voor heet water, normaal vier vlammen of warmtebronnen noodzakelijk zijn hetzij dan gas, kolenfornuis of petroleum stel, dan zijn de onkosten van warmt©!, bronnen, in ieder geival als vier éénheden ta beschouwen. Het ,,Deha"-toestel nu, heeft slechts één kleine vlam noodig voor de bereiding van dezelfde drie gerechten plus warm water en warme borden, ein geeft dus al direct een besparing aan brandstof van ruim 70 pet. Een tweede belangrijk voordeel is, dat overkoken, aanbranden en verdamping del ta bereiden spijzen absoluut, onmogelijk is bijl hef „Deha"-toes,tel. Het toestel beistaat uit 4 reiU.aluminiitim in elkaar passende pannen, 1 waterketel en| 5 hulpstukken voor het bakken en sle- riliseereni; n.l. eien zware gegoten ijzeren bakplaat, een plaatopheffer, een verstel baar draaigkruis, een asbest.pla.at ear ©en zeef, te gebruiken bij het sterilise,eren en stoomen van groenten en aardappelen. Het gebruik van het „Doha"-toestel is als volgt: De pannen worden respectievelijk met de diverse spijzen (aardappelen, groenten, enz.) gevuld en op elkaar gezet, waarna de pankap eroverheen geplaatst wordt, waardoor alles volkomen geïsoleerd is; hierdoor nu kunnen de dikwijls hinderlijke etenA-geuren zich onmogelijk door het huis verspreiden, terwijl door het goed jjueen'sluiten der pannen, de reuk en smaak der diverse spijzen onmogelijk door elkaar kunnen worden overgenomen. Daar aanbranden of verdampen (over koken) onmogelijk is kunnen dei spijzen onbeperkten tijd warm gehouden worden; „opgewarmd" eten behoort bij gebruik van dit toestel, dus tot het verleden. Waar da aanschaffing ongeveer gelijk staat met den prijs van vier pannen en een ketel, kan de besparing van 70 pet. aan brandstof als „netto winst" bet schouwd worden, zoodat hier werkelijk van een buitengewoon belangrijke bespa ring sprake kan zijn. Voor het steriliseeren is dit toestel ook volkomen geschikt; op één kleine vlam kunnen 6 glazen tegelijk gesterilij seerd worden. Het „Deha"-toestel is dus wel in alle opzichten een vinding, dia geheel beant woordt aan de eischen dies tijids! Bi e r e i d e n! v a n B ei s s e n s a p. Men ritst de bessen van den steel, zoekt extra goed de leielijke vruchtjes en al wat vuil is er uit, en waischt de overt .gebleven mooie beissen een keer of drie. Daarna doet men ze op een vergiet, en wrijft ze door een schoon» zeef. Den dag te voren heeft men. flesschen, terdege schoon gewasschen met sodawater, daar na flink eenige malen, uitgespoeld en ze tenslotte gevuld mei. gekookt water, tot aan 't uiterste randje vol geschonken. Dat water laat men er den geheelen nacht instaan. Uitzwavclen der flesschen is niet noodig. Het sap-, dat men door het persen uiit de bessen vergaderd heeft in een schoone schaal, wordt nu in de leeggegoten flesclri jes gedaan en in elk fleschje doet men Va theelepel bruispoeider, dus opi een heele flesch een heel theelepeltje vol hruispoe- der. Dat is om het giste* tei voorkomen- Daarna sluit men de flesschen met uit. gekookte en in gekookt water bewaard© kurken, en lakt ze ten overvloede een' paar dagen later dicht. Oppassen, dat geen pitjes in het sap aanwezig zijn. Dat geeft gisting. öi t r o an m a r m el afd el. 12 citroenen, water, suiker, jampotjes, peirkamentpapier, touw ein etiketten. Zie. daar de beaoodigdheden. Borstel de citroenen schoon, snijd z-ei in hun geheel aan dunne schijfjes, waaruijt da pitten verwijderd worden. Week ze in zooveel water, dat zed geheel onderstaan, gedurende 24 uur. Kook zei in dit vocht tot de stukjes zacht geworden zijn, weeg zo met het vocht, voeg ©r hetzelfde ge wicht suiker bij en kook ze, af en toie roerende, in, tot dei marmelade de ver. eischte dikte gekregen heeft. Neem er dan het schuim af, vul er zoo vlug moget- lijk da goed schoongemaakte oi uiige: kookte potjes meei, sluit deze dadelijk met vochtig perkamentpapier af en voor zie de potjes van etiket met naam en datum. Vruchten op b r a n de w ij n. Men vult een stoipflesch voor een der- da met kandijsuiker (wittel klontjes) en voer twee derde met schoongemaakte vruchten. Dan giet men dei flesch vol brandewijn, totdat de vruchten onder staan. Men sluit de stopflesch en plaatst deze in de zon of op den schoorsteen in de keuken tot dp suiker gesmolten is. Men bindt een vochtig perkamentpapier over de flesch. Aan kersen of morellen1 voegt men een paar stokjes pijpkaneel toe. Op deze manier kan men kersen en morellen, pruimen, abrikozen en perzik ken, frambozen en aardbeien inmaken. B e s t r ij: d i n g van houtworm. Naar uit Duitschland wordt bericht, brengt een scheikundige fabriek daar thans een kleurloos middel in den handel, dat op het hout gestreken kan worden, vóór dat. hot afgewerkt wordt en dan niet alleen tegen houtworm moet beschermen, doch tevens tegen zwam en vervuren en ook het hout minder brandbaar maakt. Aangesneden kaas moet in een vochtïgen doek bewaard worden. Z© blijft dan goed van kleur en van smaak. Een hard geworden gumniislang kan men soepel maken door dei slang een half uurtje in een mengsel te leggen van 2 deelen water en 1 deel amomiak. Wanneer een kamerplant last van wor men heeft, kan men die verwijderen door een min of meer aangestoken appel naast de plant op de aarde in dein pof. te legf gen. Na korten tijd zullen dei wormen daar zijn ingekropen. Buste Jongens en Meisjes., Verleden weiefc kreeg ik weer een brief met zoo'n vreemd© postzegel er op. Jullie kurtnen wel begrij'pen dat ik hem gauw openmaakte om te kijken wat er in zat. Het was er een1 van mijnheer Floorsie uit Pretoria, met ook nog een mooi verhaal er bij. Het is dat die kinlders daardeur een bietjie sal leier van die eigte Afri kaanse plaaslewe. Tjaarcl had het wat leuk gevonden dat zijn naam in die Hollandse koeraut gekout net. Ik moet jullie van at di-ei Afrikaanse rtefies en niggieis veel groetenis doen. Zij zullen nu ook wel vacantife hebben, net als jullie. Wie zin heeft, gaat er maar eens logeeren. „Piet van Dorp heeft een- versje gemaakt waarvan de eerste letters, weer het woord vacant Ie vor men. Ik laat het hier volgen met dat van, Erica. Ditmaal geen prijsraadsels. Ij e v e de v a c a n t i ei, Wij1 gaan naar bosch en strand En draven door het 'jand Dan gaan wij. schelpen zoeken En eten lekkere koeken Ook gaan wij naar 'de weide En allen zijn we blijde, Want we gaan prettig spelen, Dan kunnen we ons niet vervelen. (Ingez. door „Erica") ,'Vacantie 'tis die schoone tijd, Aan rust en ontspanning gewijd Concierge, Meester, juffrouw, jeugd. Aan elk is jaarlijks een poosje vrij. Nichtjes en' Neefjes komt nu blij, Thans is hij daar, die tijld va,n vreugd! In 's Heeren vreies - ook 't spel verricht En 'k eindig hiermee dit gedicht. (Ingez. door „Piet van Dorp".) I. Voor de groioteren!. .Mijn' geheel bestaat uit 41 letters. Een 8. 5. 11. 32 12 is een verscheurend 6. 10. 11. 14. Innlaats van fietsen spreekt men ook wel 'van 35- 20. 12. 39. 40- 9- 22. 3- 37. 39. 31- 35 is een drank die vooral in België veel gedronken wordt. De meeste kerken hebben een 1. 7- 23. 40- 3. Een 9. 13. 8- 39. 40 is een schoon© bloem. 12. 2. 16- 4. 18- 3 gebruikt, men om bloed mee tei stelpen. Een 28- 31. 3 is een boom. 17. 25- 19- 16. 13. 3 zoeken meestal in kleuren een schuilplaats. Een 30. 36. 15 draagt men op de schou ders. Een 34- 26. 41 dient voor schepen. In Nederland zijn veel 15. 13. 23- 41. 31. 3 maar nog meer 41.27- 26- 11- 33. 18. 3. Een 1'7. 39. 13- 23 is een 20. 24. 18- 27. 10. 33 diertje. Een 14. 7- 25. 21. 29- 38 houdt men liefst van zijn erf. (Ingez. door „Dnin;helm".J II. Voor da Jongeren-- Mijn geheel bestaat uit 18 letters. Do meest© neefjes en nichtjes hebben een schuil 17. 15. 1. 14. De 14. 1- 1. 12 is een' rivier. Een ander woord voor dijk is 18- 16. 14. 11,. 9- 2. 18 is ©en edel metaal. 3. 7. 14 wordt bij het teekenen gebrui|kl. Een 14- 4. 6. 8 is een hoofddeksel. Dip vele plaatsen is da 9. 10- 3. 5. 13 mislukt. Vele groeten van TANTE DOLLIE. Mielies (mais) oes. „Sestien, Springveld! hoi!" Met 'n bietjie moeit© het Willem die Kaffer, die osse tog uiteindelik sover gekry dat hul in 'n ry langs, mekaar staan by die touketting. Iwee, twee word hul uitgeroep, en meit 'n: Fransman juk!" of „Blesman, juk!" steek diet bedoelde, dus geleerd© os sy kop met lang horings onder die juk deur, die Kaffer voorgehou. Dit hef. Harem. 'n hela vukkiei gevat voordat die twaalf osse voor die lang wa in'gespan is en nou word ook nie lan'g meer gedraai ni©, maar vat Hains Maartens -die sweep en Willem dia tou (riem) om die twee voorst© osse te lei. „Loop-, Sestien, Springvelden met 'n klap van die lang rysweep word die osse in beweging ges,et. Josua loop agfer bij die briek om op plekke waar die pad afdraand is en dia osse wat dia leë wa skaars voel, geneig is om te Vinnig te gaan, hom vaster aan te draai. Dit eis darem 'n bietjie ervaring om so tussen die home fleur 'ie kom, maar Willem ver staan sy werk, en weet goed wanneer hy met sy voorosse 'n lang of 'n kort draai moet maak, sod:tl; die wa nie vor dia hoë 'klippe, wat in die pad lè sal ry nie. Sonder ongel ukk© kom die wa in die land, waar diu Kaffermeid,e druk bezig is om die mieliekoppe1 van die ses voet hoë mielieplpfite af ta breek, 'n'Groot klomp gevulde sakke böwys, dat hul die dag niet stilgesit liet, niet. Dis ook kon tra,kwerk, en hul ei© mielies moei ook nog geoes word. „Anoh! oekai Oh!" Die Kaffer wat die tou hou draai die voorosse 'n bietjie naar die hotkant (linkerkant) en die 12 oss©, staan stil en vreet so nou ein dan aan 'n nahy- staarldo mieliestronk. „Josua, gaat staan jy voor die osse, dan kan Willem die sakke help oplaai!" Samuel, wat ook saamgekom het, staan al bij die klompie sakke ©n wag, ©n vier wel swart, maar darem nie minder ge spierde arms tel die swaar sak op. „Waar wil jy hom hê, my basie?" „Hier agter op die reeling." Sak na sak word opgelaai en toe die tien sakke klaar is, gaan dit met 'n: „Loop Sestien, Springveld!" weer verder. Die sand is maar swaar en die osse; begin die gewig van di-ei wa al goed agter te kom. „Ons moet nou eers maar gaan aflaai, basie." „Ag wat Samuel, jy is weer lui van móre nè. Onthou jy nie dat baas, Maar ten laatste jaar vyfensestiig sakkei opgelaali hot. Hoeveel sakke is al klaargeoes?" „Fifty six, basis." Ons list dan nou eers seiwementwintig. Die ander agtentwintig moet nog maar bykom." Willem het intussen van Jozua va,n dei- Wal I die tou weer oorgeivaf. Di© voor osse is vandag darem maar onbruikbaar. Kort-kort vat Springveld, maar Sestien is vir hom te stadig, met die geivolg dal. die twee oss© partykeier agterstevoor kom te staan. Willem is ook maar 'n bietjie skrikkerig vir die lang horings en los dan maar die tou, zeker met di© geidagte; beter bang Willem, as vorleda Willem. Dit vat dan weer 'n rukkio voor dat. dia span weer reg staan. „Eik het jou mos gesê Samuel, dal. Fransman en Bles nie naar voor wil trek nie. Jy moes hul maar hewers 'n plek vorentoe gespan bet." „Ja, basie." „Ek is bang ons gaan nou in die sand lily staan." „Ja, basie, on's moet maar gaan af laai." „Jou skelm, jy clink seker dat jy dan klaar is nè, maar ons gaa,n dia laatste sak vandag huistoe bring." „Ja, basie." Die wa is nou na,by die fontein en die osse wil nou net water toe. Willem doen sy beste om dit ta keer. Gelukkig kom 'n groot sandkol hom help. Want die hoewel nie te swaar gielaai nie, val tog vas,. 'n> Geroep en gelskreeu is die gevolg, afgewissel de,ur di© geklap van die sweep. Maar dit lyk of die wa vandag sy sinne daarop gesel belt om in di© land te overnag. „Ja, basie, baas Maarten sou hom darem uitgedrywe heit." „Wat praat jy van baas Maarten. Ek is nie slegter as by nie. Loop, Spring veld, Sestien, Engeland, Bosveld, Skot- land, kom aan! 'n Wilde ruk aan die touketting en „My basie ek is dood!" Die touketting breek net agter die vie,r voorste osse en Willem, tog al senueeachtig vanmöre lê op die naai. van sy rug. Die osse,, wat huil© nou vry voel ruk hande uit en storm die verskrikte Kaffer verby. Dit vat seker 'n half uur, voordat hul weer rustig by hul maters staan. „Jiml Jim! Ji-i-iml" „Ja, my basie!" klink dit van die huis se kant. „Hamba, tatta lu riem!" Net 'n kleinrukkie en 'n piekenien (1 'ein Kaffertjie) kom nat van die sweet aange- hardloop met 'n lang riem uit 'n beesvsl gesny. Hiermee word die ketting so goed en so kwaad as dit gaan weer gelas. 'n Bietjie versigtiger word die osse weer a.angejaag en kreun-kreun; onwillig sy .meester erkennend, kruip die wa uit die sand. „Ons sal nou maar eers gaan allaai, Samuel". „Ja, basie". „Willem, regsaf nop, Baar deur die bos!" I „All right, basie!" So gou as die osse weer 'u bietjie vaster grond as die land se sand onder die pote het gaan dit somaar beter. Hul weet zeker: dit gaan huis se kant toe en dan wag hulle tog 'n oomblik rus. Sonder steurnis kom hul tot voor die hek. Hier word tien van hul afgehaak en die twee agterosse trek die wa tot voor 'n vierkante hok. „Ons kan nou maar sjeila, nè basie". „Nee Samuel, eers aflaai en dan gou nog die ander mielies gaan haal". „Ja, basie". Gou-gou word die mielies sak vir sak afgelaai en vir 'n tydelike rus in die mieliehok leeggegooi. FLOORSIE.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1927 | | pagina 6