Wat er deze week voorviel.
Leestafel.
Voor de Jeugd.
Misschien zijn er onder de lezers wel
geweest, die eenige verwachting hadden
van de driet-m og eindhden-con-
f e r e n t i e te Genève, ter bespreking:
van de beperking der bewapening
ter zee. Die verwachting zal ech
ter wel een illusie blijken te zijn.
Althans de berichten uit Genève zijn zoo
pessimistisch mogelijk. Er schijnt geen
overeenstemming te kunnen worden be
reikt tusschen Engeland en Amerika. Het
komt er nog maar o«p aan, een fatsoenlijke
einidformule te vinden. Waarschijnlijk zal
die gezocht worden in een verdaging van
de besprekingen naar de conferentie die
volgens het verdrag van Washington in
1931 te Washington moet plaats vinder-
In Volkenbondskringen maakt deze uit
slag natuurlijk een zeer ongunstigen in.
druk, daar nu de kansen om met de Vol
kenbondsconferentie tot beperking der be
wapening iets te bereiken, wel heel gering
geworden zijn.
Opwekkend is deze loop van zaken ze
ker niet. Ernstig zijn ook de berichten
van verschillende natuurrampen,
die deze week weer plaats hadden. Wij1
herinneren slechts aan bet onweer en
de windhoos, die Woensdag in ons land
en in Duitschland groote schade aan.
richtten, aan de overstrooming in Britscht
Indië, de aardbeving in Frankrijk en
Stiermarken, het spoorweg ongeluk in
Zuidt-Afrika, enz. Dat er toch acht ge
slagen worde op deze roepstemmen van
den Almachtige I
Vele kolommen zijn deze week in de
Nederlamdsche bladen gewijd aa,n de zittin
gen der Prov. Staten. De vergadering
der Zeeuwsche Staten was vooral belang
rijk door de langdurige besprekingen, aan
de P.Z.EM. gewijd.
In de Aardenburgsche kwe'si-
t i e is weer roering gekomen. De Burge
meester, die vele weken doof scheen voor
alle klachten en protesten tegen den uit
slag der Raadsverkiezing, kwam nu plot
seling met het voorstel die verkiezing
ongeldig te verklaren, omdat niet in alle
Cisiricten de voorzitter van het stembu
reau de biljetten had geopend. De R,K-
Raadsmeerderheid was wel onaangenaam
verrast door dit voorstel, maar verwierp
het niettemin. Het zal er dus wel op uit-
loopen, dat Ged. Staten hierin uitspraak
moeten doen.
Het droevig gebeuren te Goes, dat twee
kinderen zijn overleden aan de gevolgen
der vaccinatie, is oorzaak geweest,
dat een tweetal Kamerleden aan den Mi
nister van Arbeid dienaangaande vragen
gesteld hebben. Met belangstelling zal ze
ker naar het antwoord daarop worden
uitgezien.
Hoewel dit nog juist in de vorige week
plaats had, zij tem slotte hier nog even
herinnerd aan de behouden terugkomst
der HollandInd ië-v 1 ieg er s. Met
enthousiasme, hoewel niet ontaardend in
uitzinnigheid, zooals te Parijs, zijn de
kloeke mannen verwelkomd.
.Natuurlijk wordt er nu druk geschre
ven en gesproken over een geregelde
luchtverbinding tusschen Nederland en In
dië. Deze schijnt echter alleen mogelijk te
zijn als de afstand in etappes wordt ver
deeld en dezelfde vliegers niet het geheele
traject moeten afleggen.
schrikken voor een provincie, die aan het
maximum met haar opcenten op de ver
schillende belastingen is.
Overigens is ons bekend, dat ju'st 't zoo
veel mogelijk afschuiven op de toekomst,
het op-hoop-van-zegen-systeem, door velen
de zwakke p'lek in de P.Z.E.M.-politiek
wordt geacht. Misschien is hetgeen dhr
van 't Hoff zei, dat we ten aanzien van de
P.Z.E.M. lijden aan zelfmisleiding, aan het
niet onder de oogen durven zien der naakte
cijfers, niet geheel onjuist.
Vijf of zes ton verlies op 'n kapitaal van
3 miljoen, dat in de P.Z.E.M. gestoken is
(de oorspronkelijke raming bedroeg 1 mil
joen!), inderdaad, dat is om van te schrik
ken.
Geen wonder, dat er Statenleden waren,
die spraken van een bodemloozen put. En
waar nu Gedep. Staten nog eens weer
miljoen wilden hebben, om plaatselijke
netten in Zeeuwsch-Vlaanderen over te ne
men, is het niet te verwonderen, dat vele
leclen hiervoor huiverig waren.
De stemmen staakten over dit voorstel
in de vergadering van Dinsdag niettegen
staande de zeven Statenleden, die tevens
lid van den Raad van Bestuur der P. Z.
E. M. zijn, allen méé- en dus vóór
stemden. Het zou in die van Woens
dag weer in stemming gebracht
kunnen geworden zijn, maar Ged.
Staten waagden het er blijkbaar niet op.
Veiliger leek het hun, de zaak aan te hou
den tot de najaarsvergadering. Alsdan
komt de electrificatie toch waer aan de
orde.
Deze nederlaag (want dat is het toch
eigenlijk) van Ged. Staten in P.Z.E.M.-
aangelegenheden is, naar wij meenen, de
eerste. Altijd hebben zij de Prov. Staten
nog in meerderheid mee kunnen krijgen.
Uit de discussies tijdens deze zitting mee
nen wij te mogen opmaken, dat de wind
nu wel gedraaid is. Wij hoorden deze week
iemand zeggen, dat de Staten werken aan
de voorbereidende maatregelen voor de be
grafenis der P.Z.E.M.!
Voor de minder vriendelijke opmerkin
gen, gemaakt aan 't adres van den Direc
teur der P.Z.E.M. en de critiek op de Di
rectie in 't algemeen (het niet op den juis-
ten tijd den juisten sprong nemen) ver
wijzen we naar ons verslag. Daarop kun
nen we hier niet terugkomen.
Bijzonder zwak leek ons het verweer van
Gedep. Staten tegen de aanvallen van ver
schillende zijden op de zgn. balans der
P.Z.E.M. gericht. Het bezwaar van ver
schillende Statenleden was (en zal nog wel
zijn), dat de P.Z.E.M. hare gebouwen, ma
chines, enz. aldoor tegen boekwaarde op
de balans laat staan en te weinig rekent
met de momenteel e, commercieele waarde.
Daardoor wordt een balans geflatteerd en
dus onbetrouwbaar.
Mr Dieleman moest toegeven, dat bv. de
post koperdraad, waarop men hem attent
gemaakt had, niet overeenkomstig de
waarheid was. Maar overigens trok spr.
de juistheid van de balans niet in twijfel.
Wij betwijfelen echter, of hij de Staten
leden heeft overtuigd.
Naar onze meening sprak dhr v. d.
Wart een waar woord, toen hij bij de re
plieken zei: „We zijn financieel geen stap
verder gekomen".
Summa summarum: hef was zooals
we ook uit den mond van enkele Staten
leden opvingen geen prettige dag voor
Gedep. Staten.
-p■ntm-icp
Lichtstralen uit het Woord,
door K. Wielemaker, in leven redacteur
van „De School met den Bijbel". Uit
gave Oosterbaan en le Cointre, Goes.
Die „Lichtstralen uit het Woord" van wijlen
K. Wielemaker in „De School met den Bijbel"
trokken steeds in breeden kring de aandacht.
Wielemaker was een zeer bijzondere per
soonlijkheid. „Hij was, zegt H. J. van Wijlen,
die bij dit boek een inleidend woord schreef,
de man van de broze gestalte, het teedere
oog, de zachte stem, tegelijk van de hooge
gedachte, den diepen blik, de duidelijke taal.
Zoo teederlijk, stil, zacht benaderde hij ook
het Woord zijns Heeren".
„Toen wij onze overleden vriend Wiele
maker, Jonkman en ik - de redactie van
„De School met den Bijbel' overnamen, zou
Wielemaker eens probeeren 'n paar medita
ties te schrijven. En dan zouden Jonkman
en ik het ook doen, om de beurt. Van die
beurt is nooit wat gekomen. Wij traden stil
terug. Zooals hij 't deed, konden wij het
niet".
D© uitgave van deze „Lichtstralen" werd
bezorgd door den heer A. Janse, die er in
een „Woord vooral" op wijst, dat het geheim
van de aantrekkelijkheid dezer artikelen dooi
den schrijver is medegedeeld in de meditatie
over Eliza, die in deze bloemlezing dan opk
den voorrang kreeg.
Een aanhaling uit bedoelde meditatie laten
we hier volgen.
„Zullen dezen (de levendgemaakte men-
schenkinderen) leven wekken, dan kunnen zij
dit niet doen door een staf op 't aangezicht
eens dooden te leggen, m.a.w. niet door den
doode aan te raken met iets, dat geen stuk
van hun leven is. Dikwijls beproeven zij dit
gelijk Eliza. Zij vermanen, zij bestraffen, zij
vertroosten met woorden, met kostelijke woor
den misschien, maar woorden, die voor hen
geen realiteit geworden zijn, geen deel van
hun leven, en wat is de .uitkomst? De doo
den ontwaken niet.
O, hoe menigmaal staan we voor de klas,
bespreken we 't Woord Gods en geven er
een toepasselijk woordje bij dat hoort
immers zoo? maar zelf: we hadden 'teven
goed niet kunnen zeggen, 't Kwam niet uit
ons hart, 't was geen stuk leven, dat we
mededeelden, 't was Eliza's staf, dien we
op den jongen legden, niet de levende Eliza
zelf, die offerend zijn leven gaf, opdat 't kind
ontwaken zou."
En verder: „Ons leven moeten we mede-
deelen, zullen we leven wekken. Ddt geldt
voor al ons werk, niet louter voor pnze
behandeling van de Schrift. We vormen geen
goede lezers als we b\j 't voorlezen der les
daarin onze ziel niet leggen. We vormen
geen goede schrijvers of teekenaars met een
gedrukt voorbeeld voor de klas te hangen.
We kweeken geen liefde voor Geschiedenis
of Natuurkennis, door een leerleesboek met
de kinderen door te lezen. Bij iedere les moe
ten we onszelf inleven in de stof en deelen
we mede uit de volheid van ons eigen leven,
üan wekken we liefde voor 't onderwerp, dat
we hespreken en planten we kruiden en
heesters, die leven en te zijner tijd bloem en
vrucht zullen geven".
In deze woorden is het werk van Wiele
maker geteekend.
Hij spreekt hier nadat hij gestorven is. Hij
geeft hier „practische wijsheid uit het
Woord", waarvan alle opvoeders bij hun moei
lijk werk kunnen profiteeren.
Dit boek heeft onze aanbeveling niet noodig.
Wü spreken allen onze voldoening uit, dat
deze kostelijke bloemlezing werd vervaardigd.
Aan den heer Janse komt een woord van
dank toe voor hel verzorgen van deze uit
gave en aan de fa. Oosterhaan voor de
keurige technische verzorging.
„De Dokter in Hui b". De Juli-afleve-
ring van dit populaire tijdschrift voor de
gezondheid, bevat meerdere, interessante bij
dragen. Wij noemen o.a. De vliegenplaag en
haar bestrijding, Iets over den middagslaap,
Sportapparaten en niet te vergeten de Medische
Brievenbus, die weer heel wat belangrijke
wenken bevat. Uitgeefster van dit tijdschrift
is de fa. La Rivière en Voorhoeve te Zwolle.
„T i m o t h e ii s". Dit bekende en in hreede
kringen terecht geliefde Christelijk Weekblad,
heeft onlangs een zeer eervolle vermelding
gekregen. Het solialistische Kamerlid, de heer
Kleerekoper heeft het noodig geacht in „Het
Volk" zijn fiolen van haat en toorn over „Ti-
motheüs" uit te gieten. „De wijze waarop
ih- dit blad, zegt hij, bij herhaling de lezers
met een beroep op natuurverschijnselen en
natuurrampen bang gemaakt worden voor God
is te weerzinwekkend voor wèl-denkende inen-
schen".
M.a.w. wie overeenkomstig Gods Woord ook
in natuurrampen e.a. de stem des Heeren
beluisterd, wordt bespottelijk gemaakt als
iemand, die ni et-denkt.
„Timotheüs", zoo heet het dan verder, is
de zonsverduistering van „Christendom en
Godsdienst". En de schaduw, die er op valt,
is van den zwarten kwezel, die er zijn naar
geestigheden in te verteren geeft."
Als er zóó gescholden wordt, dan heeft ons
dat wel wat te zeggen. Dan blijkt daaruit,
wat trouwens wel bekend was, dat „Timo
theüs" toch wel iets beteekent. Het is niet
voor niets dat het verwaardigd wordt, om
Christus-wille smaad beid te dragen.
Gaarne wekken wij onze lezers, die „Ti
motheüs" nog niet kennen, op, eens enkele
proefnummers van dit degelijke, echl Chris
telijke weekblad, dat reeds zoovelen tot zegen
mocht zijn, aan te vragen. Uitgeefster is de
fa. La Biviere Voorhoeve te Zwolle.
Een Ideaal-toestel.
Waar bezuiniging, vooral ook in het
huishouden, tegenwoordig een eiscli van
den lijd genoemd kan wordein, lijkt, ons
het ,,Deha"-toes.teJ, ter bezuiniging van de
gasrekening, in alle opzichten een be
spreking waard
Nemen we aan, dat voor dei bereiding
van een middagmaal, bestaande uit drie
gerechten, plus de onvermijdelijke ketel
voor heet water, normaal vier vlammen
of warmtebronnen noodzakelijk zijn
hetzij dan gas, kolenfornuis of petroleum
stel, dan zijn de onkosten van warmt©!,
bronnen, in ieder geival als vier éénheden
ta beschouwen.
Het ,,Deha"-toestel nu, heeft slechts één
kleine vlam noodig voor de bereiding
van dezelfde drie gerechten plus warm
water en warme borden, ein geeft dus al
direct een besparing aan brandstof van
ruim 70 pet.
Een tweede belangrijk voordeel is, dat
overkoken, aanbranden en verdamping del
ta bereiden spijzen absoluut, onmogelijk is
bijl hef „Deha"-toes,tel.
Het toestel beistaat uit 4 reiU.aluminiitim
in elkaar passende pannen, 1 waterketel
en| 5 hulpstukken voor het bakken en sle-
riliseereni; n.l. eien zware gegoten ijzeren
bakplaat, een plaatopheffer, een verstel
baar draaigkruis, een asbest.pla.at ear ©en
zeef, te gebruiken bij het sterilise,eren
en stoomen van groenten en aardappelen.
Het gebruik van het „Doha"-toestel is
als volgt:
De pannen worden respectievelijk met
de diverse spijzen (aardappelen, groenten,
enz.) gevuld en op elkaar gezet, waarna
de pankap eroverheen geplaatst wordt,
waardoor alles volkomen geïsoleerd is;
hierdoor nu kunnen de dikwijls hinderlijke
etenA-geuren zich onmogelijk door het
huis verspreiden, terwijl door het goed
jjueen'sluiten der pannen, de reuk en
smaak der diverse spijzen onmogelijk door
elkaar kunnen worden overgenomen.
Daar aanbranden of verdampen (over
koken) onmogelijk is kunnen dei spijzen
onbeperkten tijd warm gehouden worden;
„opgewarmd" eten behoort bij gebruik van
dit toestel, dus tot het verleden.
Waar da aanschaffing ongeveer gelijk
staat met den prijs van vier pannen en
een ketel, kan de besparing van 70 pet.
aan brandstof als „netto winst" bet
schouwd worden, zoodat hier werkelijk
van een buitengewoon belangrijke bespa
ring sprake kan zijn.
Voor het steriliseeren is dit toestel
ook volkomen geschikt; op één kleine
vlam kunnen 6 glazen tegelijk gesterilij
seerd worden.
Het „Deha"-toestel is dus wel in alle
opzichten een vinding, dia geheel beant
woordt aan de eischen dies tijids!
Bi e r e i d e n! v a n B ei s s e n s a p.
Men ritst de bessen van den steel, zoekt
extra goed de leielijke vruchtjes en al
wat vuil is er uit, en waischt de overt
.gebleven mooie beissen een keer of drie.
Daarna doet men ze op een vergiet, en
wrijft ze door een schoon» zeef. Den dag
te voren heeft men. flesschen, terdege
schoon gewasschen met sodawater, daar
na flink eenige malen, uitgespoeld en ze
tenslotte gevuld mei. gekookt water, tot
aan 't uiterste randje vol geschonken. Dat
water laat men er den geheelen nacht
instaan. Uitzwavclen der flesschen is niet
noodig.
Het sap-, dat men door het persen uiit
de bessen vergaderd heeft in een schoone
schaal, wordt nu in de leeggegoten flesclri
jes gedaan en in elk fleschje doet men
Va theelepel bruispoeider, dus opi een heele
flesch een heel theelepeltje vol hruispoe-
der. Dat is om het giste* tei voorkomen-
Daarna sluit men de flesschen met uit.
gekookte en in gekookt water bewaard©
kurken, en lakt ze ten overvloede een'
paar dagen later dicht.
Oppassen, dat geen pitjes in het sap
aanwezig zijn. Dat geeft gisting.
öi t r o an m a r m el afd el.
12 citroenen, water, suiker, jampotjes,
peirkamentpapier, touw ein etiketten. Zie.
daar de beaoodigdheden.
Borstel de citroenen schoon, snijd z-ei in
hun geheel aan dunne schijfjes, waaruijt
da pitten verwijderd worden. Week ze in
zooveel water, dat zed geheel onderstaan,
gedurende 24 uur. Kook zei in dit vocht
tot de stukjes zacht geworden zijn, weeg
zo met het vocht, voeg ©r hetzelfde ge
wicht suiker bij en kook ze, af en toie
roerende, in, tot dei marmelade de ver.
eischte dikte gekregen heeft. Neem er
dan het schuim af, vul er zoo vlug moget-
lijk da goed schoongemaakte oi uiige:
kookte potjes meei, sluit deze dadelijk
met vochtig perkamentpapier af en voor
zie de potjes van etiket met naam en
datum.
Vruchten op b r a n de w ij n.
Men vult een stoipflesch voor een der-
da met kandijsuiker (wittel klontjes) en
voer twee derde met schoongemaakte
vruchten. Dan giet men dei flesch vol
brandewijn, totdat de vruchten onder
staan. Men sluit de stopflesch en plaatst
deze in de zon of op den schoorsteen in
de keuken tot dp suiker gesmolten is.
Men bindt een vochtig perkamentpapier
over de flesch. Aan kersen of morellen1
voegt men een paar stokjes pijpkaneel
toe.
Op deze manier kan men kersen en
morellen, pruimen, abrikozen en perzik
ken, frambozen en aardbeien inmaken.
B e s t r ij: d i n g van houtworm.
Naar uit Duitschland wordt bericht,
brengt een scheikundige fabriek daar thans
een kleurloos middel in den handel, dat
op het hout gestreken kan worden, vóór
dat. hot afgewerkt wordt en dan niet
alleen tegen houtworm moet beschermen,
doch tevens tegen zwam en vervuren en
ook het hout minder brandbaar maakt.
Aangesneden kaas moet in een
vochtïgen doek bewaard worden. Z© blijft
dan goed van kleur en van smaak.
Een hard geworden gumniislang kan
men soepel maken door dei slang een
half uurtje in een mengsel te leggen van
2 deelen water en 1 deel amomiak.
Wanneer een kamerplant last van wor
men heeft, kan men die verwijderen door
een min of meer aangestoken appel naast
de plant op de aarde in dein pof. te legf
gen. Na korten tijd zullen dei wormen
daar zijn ingekropen.
Buste Jongens en Meisjes.,
Verleden weiefc kreeg ik weer een brief
met zoo'n vreemd© postzegel er op. Jullie
kurtnen wel begrij'pen dat ik hem gauw
openmaakte om te kijken wat er in zat.
Het was er een1 van mijnheer Floorsie uit
Pretoria, met ook nog een mooi verhaal
er bij. Het is dat die kinlders daardeur
een bietjie sal leier van die eigte Afri
kaanse plaaslewe.
Tjaarcl had het wat leuk gevonden dat
zijn naam in die Hollandse koeraut gekout
net. Ik moet jullie van at di-ei Afrikaanse
rtefies en niggieis veel groetenis doen.
Zij zullen nu ook wel vacantife hebben,
net als jullie. Wie zin heeft, gaat er
maar eens logeeren. „Piet van Dorp heeft
een- versje gemaakt waarvan de eerste
letters, weer het woord vacant Ie vor
men.
Ik laat het hier volgen met dat van,
Erica. Ditmaal geen prijsraadsels.
Ij e v e de v a c a n t i ei,
Wij1 gaan naar bosch en strand
En draven door het 'jand
Dan gaan wij. schelpen zoeken
En eten lekkere koeken
Ook gaan wij naar 'de weide
En allen zijn we blijde,
Want we gaan prettig spelen,
Dan kunnen we ons niet vervelen.
(Ingez. door „Erica")
,'Vacantie 'tis die schoone tijd,
Aan rust en ontspanning gewijd
Concierge, Meester, juffrouw, jeugd.
Aan elk is jaarlijks een poosje vrij.
Nichtjes en' Neefjes komt nu blij,
Thans is hij daar, die tijld va,n vreugd!
In 's Heeren vreies - ook 't spel verricht
En 'k eindig hiermee dit gedicht.
(Ingez. door „Piet van Dorp".)
I. Voor de groioteren!.
.Mijn' geheel bestaat uit 41 letters.
Een 8. 5. 11. 32 12 is een verscheurend
6. 10. 11. 14.
Innlaats van fietsen spreekt men ook
wel 'van 35- 20. 12. 39. 40- 9- 22. 3-
37. 39. 31- 35 is een drank die vooral
in België veel gedronken wordt.
De meeste kerken hebben een 1. 7-
23. 40- 3.
Een 9. 13. 8- 39. 40 is een schoon©
bloem.
12. 2. 16- 4. 18- 3 gebruikt, men om
bloed mee tei stelpen.
Een 28- 31. 3 is een boom.
17. 25- 19- 16. 13. 3 zoeken meestal
in kleuren een schuilplaats.
Een 30. 36. 15 draagt men op de schou
ders.
Een 34- 26. 41 dient voor schepen.
In Nederland zijn veel 15. 13. 23- 41.
31. 3 maar nog meer 41.27- 26- 11- 33.
18. 3.
Een 1'7. 39. 13- 23 is een 20. 24. 18- 27.
10. 33 diertje.
Een 14. 7- 25. 21. 29- 38 houdt men
liefst van zijn erf.
(Ingez. door „Dnin;helm".J
II. Voor da Jongeren--
Mijn geheel bestaat uit 18 letters.
Do meest© neefjes en nichtjes hebben
een schuil 17. 15. 1. 14.
De 14. 1- 1. 12 is een' rivier.
Een ander woord voor dijk is 18-
16. 14.
11,. 9- 2. 18 is ©en edel metaal.
3. 7. 14 wordt bij het teekenen gebrui|kl.
Een 14- 4. 6. 8 is een hoofddeksel.
Dip vele plaatsen is da 9. 10- 3. 5. 13
mislukt.
Vele groeten van
TANTE DOLLIE.
Mielies (mais) oes.
„Sestien, Springveld! hoi!"
Met 'n bietjie moeit© het Willem die
Kaffer, die osse tog uiteindelik sover
gekry dat hul in 'n ry langs, mekaar staan
by die touketting. Iwee, twee word hul
uitgeroep, en meit 'n: Fransman juk!" of
„Blesman, juk!" steek diet bedoelde, dus
geleerd© os sy kop met lang horings onder
die juk deur, die Kaffer voorgehou.
Dit hef. Harem. 'n hela vukkiei gevat
voordat die twaalf osse voor die lang
wa in'gespan is en nou word ook nie
lan'g meer gedraai ni©, maar vat Hains
Maartens -die sweep en Willem dia tou
(riem) om die twee voorst© osse te lei.
„Loop-, Sestien, Springvelden met
'n klap van die lang rysweep word die
osse in beweging ges,et. Josua loop agfer
bij die briek om op plekke waar die pad
afdraand is en dia osse wat dia leë wa
skaars voel, geneig is om te Vinnig te
gaan, hom vaster aan te draai. Dit eis
darem 'n bietjie ervaring om so tussen die
home fleur 'ie kom, maar Willem ver
staan sy werk, en weet goed wanneer hy
met sy voorosse 'n lang of 'n kort draai
moet maak, sod:tl; die wa nie vor dia
hoë 'klippe, wat in die pad lè sal ry
nie. Sonder ongel ukk© kom die wa in die
land, waar diu Kaffermeid,e druk bezig
is om die mieliekoppe1 van die ses voet
hoë mielieplpfite af ta breek, 'n'Groot
klomp gevulde sakke böwys, dat hul die
dag niet stilgesit liet, niet. Dis ook kon
tra,kwerk, en hul ei© mielies moei ook
nog geoes word.
„Anoh! oekai Oh!"
Die Kaffer wat die tou hou draai die
voorosse 'n bietjie naar die hotkant
(linkerkant) en die 12 oss©, staan stil
en vreet so nou ein dan aan 'n nahy-
staarldo mieliestronk.
„Josua, gaat staan jy voor die osse,
dan kan Willem die sakke help oplaai!"
Samuel, wat ook saamgekom het, staan
al bij die klompie sakke ©n wag, ©n vier
wel swart, maar darem nie minder ge
spierde arms tel die swaar sak op.
„Waar wil jy hom hê, my basie?"
„Hier agter op die reeling."
Sak na sak word opgelaai en toe die
tien sakke klaar is, gaan dit met 'n:
„Loop Sestien, Springveld!" weer verder.
Die sand is maar swaar en die osse;
begin die gewig van di-ei wa al goed
agter te kom.
„Ons moet nou eers maar gaan aflaai,
basie."
„Ag wat Samuel, jy is weer lui van
móre nè. Onthou jy nie dat baas, Maar
ten laatste jaar vyfensestiig sakkei opgelaali
hot. Hoeveel sakke is al klaargeoes?"
„Fifty six, basis."
Ons list dan nou eers seiwementwintig.
Die ander agtentwintig moet nog maar
bykom."
Willem het intussen van Jozua va,n dei-
Wal I die tou weer oorgeivaf. Di© voor
osse is vandag darem maar onbruikbaar.
Kort-kort vat Springveld, maar Sestien
is vir hom te stadig, met die geivolg dal.
die twee oss© partykeier agterstevoor kom
te staan. Willem is ook maar 'n bietjie
skrikkerig vir die lang horings en los
dan maar die tou, zeker met di© geidagte;
beter bang Willem, as vorleda Willem.
Dit vat dan weer 'n rukkio voor dat. dia
span weer reg staan.
„Eik het jou mos gesê Samuel, dal.
Fransman en Bles nie naar voor wil
trek nie. Jy moes hul maar hewers 'n plek
vorentoe gespan bet."
„Ja, basie."
„Ek is bang ons gaan nou in die
sand lily staan."
„Ja, basie, on's moet maar gaan af
laai."
„Jou skelm, jy clink seker dat jy dan
klaar is nè, maar ons gaa,n dia laatste sak
vandag huistoe bring."
„Ja, basie."
Die wa is nou na,by die fontein en
die osse wil nou net water toe. Willem
doen sy beste om dit ta keer. Gelukkig
kom 'n groot sandkol hom help. Want
die hoewel nie te swaar gielaai nie, val
tog vas,. 'n> Geroep en gelskreeu is die
gevolg, afgewissel de,ur di© geklap van die
sweep. Maar dit lyk of die wa vandag
sy sinne daarop gesel belt om in di© land
te overnag.
„Ja, basie, baas Maarten sou hom
darem uitgedrywe heit."
„Wat praat jy van baas Maarten. Ek
is nie slegter as by nie. Loop, Spring
veld, Sestien, Engeland, Bosveld, Skot-
land, kom aan!
'n Wilde ruk aan die touketting en
„My basie ek is dood!" Die touketting
breek net agter die vie,r voorste osse en
Willem, tog al senueeachtig vanmöre lê
op die naai. van sy rug. Die osse,, wat huil©
nou vry voel ruk hande uit en storm die
verskrikte Kaffer verby.
Dit vat seker 'n half uur, voordat hul
weer rustig by hul maters staan.
„Jiml Jim! Ji-i-iml"
„Ja, my basie!" klink dit van die huis
se kant.
„Hamba, tatta lu riem!"
Net 'n kleinrukkie en 'n piekenien (1 'ein
Kaffertjie) kom nat van die sweet aange-
hardloop met 'n lang riem uit 'n beesvsl
gesny. Hiermee word die ketting so goed
en so kwaad as dit gaan weer gelas.
'n Bietjie versigtiger word die osse
weer a.angejaag en kreun-kreun; onwillig
sy .meester erkennend, kruip die wa uit
die sand.
„Ons sal nou maar eers gaan allaai,
Samuel".
„Ja, basie".
„Willem, regsaf nop, Baar deur die
bos!" I
„All right, basie!"
So gou as die osse weer 'u bietjie
vaster grond as die land se sand onder
die pote het gaan dit somaar beter. Hul
weet zeker: dit gaan huis se kant toe en
dan wag hulle tog 'n oomblik rus.
Sonder steurnis kom hul tot voor die
hek. Hier word tien van hul afgehaak
en die twee agterosse trek die wa tot
voor 'n vierkante hok.
„Ons kan nou maar sjeila, nè basie".
„Nee Samuel, eers aflaai en dan gou
nog die ander mielies gaan haal".
„Ja, basie".
Gou-gou word die mielies sak vir sak
afgelaai en vir 'n tydelike rus in die
mieliehok leeggegooi.
FLOORSIE.