Het Vrouwen-boekje. Het Zeeuwsche boekje. Voor de Jeugd. ding finaal kwijt. Toen wisten zijl het verlossende woord niet te spreken en moesten zij het aanzien, hoe d 01 o r hun toedoen de ■Communisten hunne godde- looze practijken konden toepassen. De rust is thans, dank zij' het kracht tig "optreden van de Reigeering weer her- steld, maar daarmee zijn de' verwoestingen nlïet ongedaan gemaakt en de dooden niet weer in 't leven teruggeroepen. Het is een zware bloedschuld, die de Socialisten op zich hebben geladen. In onze Indien hebben de Com munisten weer een poging gedaan om onrast te stoken en onregelmatigheden uit te lokken. Gelukkig echter werd de op stand in de kiem gesmoord en bleef Java voor ernstige ongeregeldheden be waard. Rjoemenifë staat thans aan de doodsbaar van Koning Ferdinand, die na een lang lijden eindelijk bezweken is. De vrees dat zijn sterven het sein zou zijn voor de aanhangers van den vroege, ren troonopvolger om zich met geweld van het bewind meester te maken, is tot nu too ijdel gebleken, wat als een groot voorrecht mag worden beschouwd. Want 'tis nog altijd onrustig op den Balkan. Het smeult overal en een betrek kelijk kleine vlam kan ook hier groot© verwoestingen aanrichten. Trouwens niet alleen op den Balkan, is het onrustig. De R, u s s i s c h e reu (g'eering kan zich nog alleen door een uiterst gewelddadig optreden op de been honden. D© doodvonnissen zijln daar aan do orde van den dag. Het burgerbloed wordt bij stroomen vergoten. En er is niemand die kan zeggen, wat voor dit zwaar beproefde land dei toekomst zal brengen. In ons land was het met name het ontzettend auto-ongeluk te Diever, hetwelk da algemeen© aandacht trok en op velen een diepen indruk maakte. Ook deze droeve gebeurtenis leert ons weer op- njteiuw dat het leven een damp is en dat de dood ieder uur wenkt. Voor Zeeland was van beteekenis de algemeens vergadering on de tentoon, stelling van de Z. L- M- Er moest ook in verband met dei vele regens van de laatste weken geklaagd worden over den ongunst der tijden, maar tegelijkertijd bleek dat de activiteit bij onze landbouwende bevolking nog volstrekt niet gedoofd is. En dat is een verblijdend verschijnsel. Wamt nog altijd blijft het waar, van God de zegen, maar van ons de arbeid. Onze dienstboden. Over dit altijd weer belangrijke onder werp lezen wij in het maandblad van de Nederlandsche vereeniging van Huisvrou wen: „Waarom mag in heel veel betrekkin gen het meisje 's avonds niet in haar eigen kamertje zitten, maar stelt mevrouw het als een eisch, dat ze haar avonduren in de keuken zal doorbrengen? Waarom wordt het „meidenkamertje" veelal ge bruikt als een soort gasthuis voor meube len, die nergens in huis meer gebruikt worden, en waarom worden daar menig maal de wanden gehangen versierd, zegt mevrouw met oude platen, die niemand meer aankijkt? Bedenk, mevrouw dat het niet anders dan u en uw gezin ten goede kan komen, wanneer uw dienst meisje zich in uw huis waarlijk „thuis" gevoelt, doch hoe zal ze dat kunnen in een omgeving, die haar niets eigens biedt? Slacht u heusch. .dat het prettig voor haar was, ook 's avonds nog te zitten te midden van alle werkmateriaal, waarmee ze den .geheelen dag reeds heeft omge gaan? Is zij, om welke redenen dan ook, niet als huisgenoote in uw gezin opge nomen, d.w.z. gebruikt ze haar maaltijden afzonderlijk en heeft ze dus op die manier een soort eigen leven, laat dan uwerzijds niets ongedaan om dat leven prettig en aangenaam te maken. Misschien heeft ze De Landbouwdag en te M i d d 1 b u rg. Met goedvinden van Luctor legt de Re dactie voor dezen keer beslag op deze rubriek, om daarin iets te vertellen van jfle land bouwdagen in en bijl Middelburg gehouden. Met opzet schrijven wij in en b ij Mid delburg. De Hoofdbestuurs- en algemeen© vergadering der Z.L.M. met het resp. daar aan verbonden souper en diner werden wel in de Zeeuwsche hoofdstad gehouden, maar liet terrein der tentoonstelling is op het gebied van Koudekerke gelegen. 'tWas wel jammer, dat men in de om geving van Middelburg blijkbaar niet de beschikking had over een groot terrein voor een doel als dit. De expositie was nu over diverse weiden verdeeld, wat aan d© overzichtelijkheid van het geheel niet ten goede kwam. We zullen maar beginnen met de ten toonstelling en daarover ©enige opmerkin- gen maken. Wij hoorden eenige bezoekers en bezoeksters zich uitlaten in dezen zin, dat de tentoonstelling van 1921 op het vliegveld te Vlissingen, ook door H. M. de Koningin bezocht, toch eigenlijk veel mooier was dan nu. Toen was er dit en dat te zien, wat nu ontbrak. Maar zij, die zoo redeneeren, vergeten, dat deze tentoonstelling er eenig en al leen een is van den kring Walche ren der Z- L. M. Zij trachtte, zooals toch duidelijk in het programma stond aangegeven, een idee te geven, van wat land- en tuinbouw en veeteelt op Wal cheren, en daar alleen, prestoeren. Men geen smaak, misschien zelfs geen lust om haar kamertje wat gezellig te maken, maar met een beetje goeden wil van uw kant is dat wel te veranderen. Laat ze eir ieen vriendin mogen ontvangen, zelf thee zet ten, geef haar op die manier het gevoel, in haar eigen vertrekje „thuis' 'te mogen zijn en 14 zult daardoor meewerken om haar van vee} straatgeslenter, en wellicht nog van erger, daaruit voortvloeiende din gen, terug te houden. Is het niet een algemeen bekend feit, dat menig meisje de straat opgaat, omdat het thuis, in dit geval in haar betrekking, zoo ongezellig i,s? En wanneer je jde groote, holle keu kens ziet in menig oudorwetsch huis, of de kleinere in de moderne woningen, die ontzettend volgepropt staan met allerlei dingen, waarvoor men ergens anders in huis geen bergplaats kon vinden, is< dat wel eenigszins te begrijpen. Wie echter een knus, klein kamertje ter harer be schikking heeft, het gezellig inricht met eigen dingen, desnoods zelf eens een kus sen of kleedje of lampekap ervoor maakt. £al zich weldra thuis gaan voelen en er graag na volbrachten arbeid haar vrije uren doorbrengen. We kunnen zoo vaak elkaar het leven veraangenamen op een manier, die oms heel "weinig moeite kost, maar anderen groote vreugde verschaft, en wanneer we ons van weerszijden ernstig daarop toeleg gen, zaf tie bestaande toestand heel wat verbeteren en zullen we elkaar niet alleen beter leeren kennen, doch ook beter loeren waardeeren. Eenige recepten. B an an e n-s 11 e e u wp u d di n g. Ge hebt noodig 6 groote bananen, 120 gram (dus 1.2 ons) rijst, 71/2 d.L. of 3/i L. melk en '15 gr. gelatine, verder 45 gram (bijna een half ons) suiker en twee eiwitten. De rijst wordt met de melk gaar ge kookt waarhij we ruim 1 d.L. melk apart houden. Drie bananen worden intusschen van de schil ontdaan en met suiker fijn gemaakt. Als de rijst gaar is, wordt dit mengsel er doorheen .geroerd. Het restje melk wordt opgewarmd en de roze gela tine, er in opgelost, waarbij we zorgen, dat de melk vooral niet tot het kookpunt komt. De eiwitten worden stijf geklopt en wanneer de rijst bijna koud is, er door- tteon geroerd. Tenslotte wordt de gelatine door de massa geroerd en het schoteltje opgediend, versierd met de schijfjes ba naan die in een weinig water mot suiker zijn gaar gekookt. Een klein lekker koekje. Ander half ons .boter en drie eierdooiers, vier eetlepels suiker, een half theelepeltje ka neel en 125 gram bloem. Om smake lijke zandkoekjes te bakken wordt dit sa men tot een glad deeg gekneed, dat men daarna op rijksdaalderdiktc uitrolt. Met een likeurglaasje steekt men er koekjes uit, geeft ze desgewenscht een gegolfd of gekarteld randje en bakt ze in een heeten oven goudgeel. Con serveeren van eieren. Hier volgen eenige bijzonderheden omtrent het „inmaken" van eieren, een werkje, dat in zomertijd (liefst in Augustus) moet ge schieden. (De methode, die men bij het conser- veeren van eieren moet toepassen, is: liet afsluiten van de schaal. Allerlei me thoden zijn ingebruik, o.a. goed schoon maken van de schaal en bedekken met een impermeabele laag, b.v. collodium. Leggen van de eieren in kalkwater. (kalkeieren.) (Men neemt hiervoor 200 gr. gebluschte kalk op 1 liter water. Leggen van de eieren in een oplossing van waterglas (1 deel vloeibaar waterglas en 9 deelen water). In al deze gevallen moet de tempe ratuur zoo laag. mogelijK worden gehouden De kalkeieren hebben een zeer dunne broze schaal. Zij kunnen m den rege] niet in de schaal gekookt worden. Bij waterglas-eieren is dit in mindere mate liet geval. moet haar dan ook niet vergelijken met die van 1921, maar met die van 1912. In 1921 zanden, om maar iets te noe men, de paardenfokkers uit geheel Zee- Jand, ook de wereldbekende uit Zeeuwsch- Vlaainderen, hun paarden naar de tentoon stelling. Thans waren alleen de paarden uit Walcheren, geëxposeerd. En zoo was liet in alle afdeelingen. Natuurlijk waren er firma's buiten Walcheren, die een stand hadden ingenomen voor hun chilisalpeter, landbouw werktuigen, broeiramen, enz., maar stands als deze staan natuurlijk bui ten de eigenlijke tentoonstelling om. De paarden, het rundvee, de varkens, geiten, schapén, het pluimvee, enz. was uitslui tend door Walchenaars ingezonden. Is er nu vooruitgang te bespeuren sei- dert 1912? Wii meenen deze vraag, op gezag van tal van tot oordeelen bevoegde personen, die wij hiernaar vroegen, beves tigend te mogen beantwoorden. Er is groote vooruitgang waar te nemen. Zeker, over 't algemeen is de oudere, ras echte Walchersche boer 'n tikje conserva tiever dan b.v. zijn Zuid-Bevelandsch© col lega, in dien zin, dat hij niet zoo spoedig er toe overgaat, nieuwe, eenigszins dure ma chines voor zijn bedrijf aan te schaf fen. Dit komt misschien ook wel hier door, dat men op Walcheren het groot bedrijf niet in die male als in andere deelen van onze provincie kent. 'Maar het organisatiewezen mag er op Walcheren zijn. Staan daar niet te Mid delburg de grootsche gebouwen der Coüp. Aankoopveireeniging „Eiland Walcheren" ein der Coöp. Zuivelfabriek? Mogen de boerenleenbanken niet bogen op ©en bloeiend bestaan? Kent menig dorp niet zijn hengsten-, stieren- en geiitenvereemi- ging en varkensfonds? J, Enkele wenken. Middel tegen insectenbeten. Men strijke zoo spoedig mogelijk op de gebeten plek een 1pCt. oplossing van salicyl-zuur in brandspiritus. Wal zeggen wil, dat meni 1 a 2 gram salicylzuur dient op te lossen in 100 gram brandspiritus. De flcscli na gebruik .altijd direct sluiten! Schoonmaken van witte vach- t e n. Als de vacht inderdaad echt is, mag men er niet met water aankomen, omdat de huid daardoor hard en stug zou wor den. Dergelijke vachten moet men schoon wrijven met warme zemelen, warm zand, benzine (voorzichtig!) of tetra. Geldt het namaak-vachten, dan kan men die, met veering en al, in een lauw, warm zeepsop uitwasschen, naspoelen in koud water. De vacht kan, kletsnat, in den wind gehangen worden 0111 te drogen. Beste Jongens en Meisjes. In bijna elk briefje wat ik kreeg, stond dit keer iets over de vacantie. Jullie zullen het misschien niet kunnen gelooven, maar er was niemand die schreef dat hij of zij 't zoo naar vond dat de schooldeur voor zoo langen tijd geslo ten bleef. Neen, allemaal waren jullie even blij, en dat mag ook wel. Wanneer we een heel jaar lang goed ons best gedaan heb ben, is 't heerlijk eens vrij te zijn, de reken en jaartallenboekjes naar de kast te ver huizen en prettig te spelen. Ook zijn er verscheidene neefjes en nichtjes die uitgaan. Voor lien die thuis blijven, heb ik een vacantiewerkje bedacht. De anderen mogen natuurlijk ook wel mee doen, maar zullen misschien geen lijd heb ben. Jullie moeten dan maar eens een versje over de vacantie maken van acht regels, 't Hoeft juist geen acht te zijn, 't mag ook korter maar niet langer. Ik zal ze dan goed doorlezen en het mooiste de volgende week in de krant laten zetten, na tuurlijk met den naam er bij. Nu allen maar flink aan 't werk. Je kan het des noods doen, als je aan 't wandelen bent, of als je b.v. eens even uit zit te rusten van de bessenpluk. Ik ben benieuwd hoeveel dichters en dichteressen er in onze familie zijn. Zelf zal ik 't ook probeeren, maar dat zal er waarschijnlijk wel niet in komen. Zooals jullie weten zijn het dit keer weer prijsraadsels. Nu de briefjes. Het eerst zijn aan de beurt „De twee zusjes" uit Oudelande. Oud elan de. „De twee zusjes". Fijn hè, dat jullie nu vacantie hebben. Zijn jullie al verhuisd of is 't niet doorgegaan, 't Is altijd een lieele drukte. „Pareltje". Regent liet daar .bij jullie ook zoo, hier was het den heelen dag weer mis. KI 0© tin ge. „Vergeet me nietje". Jij zou zeker ook wel graag mee willen, of ga je toch ook op reis. Alles tegelijk kan natuurlijk niet. „Jan de Lapper". Ook overgegaan? Dan wel gefeliciteerd hoar. Je hebt de vacantie dus wel verdiend, moet je nu ook nog huiswerk maken? Ierseke. „Bijna Vergeten". Ja hoor, je raadsels waren in orde, maar je moet niet „Mijnheer" boven het briefje zetten. Een „mijnheer" kan toch geen tante zijn. „Brandneusje". Je hebt nu zeker wel gras genoeg voor de konijntjes. En wat eten ze nog meer? Ik heb er niet veel ver stand van. Koudekerke. „M. Har. Tromp" en „De Ruijter". Dit keer moeten jullie ook weer aan den slag. Maar 't gaat er ge lukkig nogal vredig toe. „J. R." Jou heb ik al een paar keer gemist. Ik weet niet of de letters juist zijn. Het was een beetje onduidelijk geschreven. „Struisvogel". 'Ik denk, dat jij dit keer het briefje geschre ven had. Als 't niet zoo is, kom je het mij maar eens vertellen. Ja, ik houd ook veel van bloemen, 't Is altijd zoo gezel- Lig hé? „Vilota". Wat was dat een aar dige teekening, zoo kunnen ze samen Zeker, er loopem ook op Walcheren conservatieve typen rond waar vindt men ze niet? die het beter meenen te wieten dan de deskundig© adviseurs en de organisatieleiders. Zij, storen zich aan niets ©11 blijven de methode van vader en grootvader volgen. Maar de groote meerderheid der Walchersche boeren ziet toch wel in, dat men door zóó te han delen. niemand anders dan zichzelf bena deelt en dat ook bij de land- en tuin bouwers ©endraclit macht maakt. Vooral onder d© jongere boeren, zelfs ook hier en daar (hoewel nog te weinig) onder de boerendochters is de organisatiezin sterk aan het ontwikkelen. Aangenaam doet het aan, zoo'n flinke, jonge boer, met idealen voor zijn bedrijf en beroep vervuld, te ontmoeten en hem te hooren vertellen van nieuwe successen behaald of te verwach ten langs den weg der organisatie. Nog eens, de Walchersche land- en tuin bouw en veeteelt mogen groeten vooruit gang boeken. De tentoonstelling van 21 Juli 1927 heeft het bewezen. Natuurlijk doet men er b.v. niet in 't groot aan de fok kerij der zware .paarden van het Bel gisch type, zooals in Zeeuwsch-Vlaande- ren, want men moet ook rekenen met de hoedanigheid van den grond en den aard der Walchersche bedrijven. Maar toch boorden we iemand, die op 't gebied der paardenfokkerij wel van een en ander afweet, verzekeren, dat het ge halte der tentoongestelde paarden van nu veel beter is dan dat op de vorige ten toonstelling. De vereeniging Hippos mag succes pp haar werk zien. Ook het rundvee mag er zijn. Er zijn wel districten in onze provincie, waarin daar aan minder aandacht wordt geschonken. Nu zullen wc niet iedere afdeeling be- wel verre reizen maken. Ik zal haar heel goed bewaren hoor! Oostkapelle. „W. L." Leuk, als je er mij ook nog een stuurt. Wat trof dat slecht, dat het Donderdag zoo regende, ben je toch naar M. geweest? Ja, gilles tegelijk is wel wat erg veel. Het was een lange brief. „Klaverbloem". Vind je het niet jammer, dat jullie al vveer zoo gauw naar school moeten? In veel plaatsen, is de vacantie dan pas begonnen. „Scliuil- vink". Heb jij ook veel bessen geplukt, of ben je soms uit geweest? Jullie zul len wel fijn samen gespeeld hebben. K ape lie. „Breistertje". Weet jij ook waar Sneeuwwitje is of moet die veel buiten spelen nu 't zomer is? Van den winter zal 't wel weer beter gaan. „Rood borstje". Je vacantie schiet al aardig op hè? Is de tocht naar VI. nog doorgegaan? 't Is altijd wel gezellig, samen een dagje uit. „Patrijs". Jou moet ik voor- loopig dus missen, het spijt mij ook hoor. Misschien dat je over een poosje weer meer tijd hebt. Cats. „Rival". Jij bent nog steeds de eenigste in C. Ben je thuis ook de eenig- ste of heb je nog meer broertjes en zusjes? Ellewoutsdijk. „Roodhuid". Ik dacht, dat je den prijs niet mooi vond. Je schroef nooit meer. Dat was niets prettig. Wis s e kerke. „Boerinnetje". 'Je hebt gelijk hoor, er was een foutje in gekomen. Ik heb zeker een beetje gedroomd want ik had het nog nageraden. K ruining en. „De kleine landman". Is jullie vacantie ook al gauw om, je hebt, 't denk ik wel druk .gehad. Het blijft maar regenen, hé? „Amice". Heb ik dat goed gelezen dat je geslaagd bent voor de .H. B. S. Je zou dan mooi het briefje zelf kunnen brengen. En wanneer be ginnen de lessen? „Het Bloemenmeisje". Ook vacantieplannen of zal er niet veel van komen. Met die regen heb je weer tijd voor de raadsels. Van buiten spelen komt dan niet veel. „Fiona's kind". Het is .nog niet erg warm geweest hè? Voor zieken is dit wel prettig, want die kunnen er als ze den heelen dag in bed moeten zijn, veel last van hebben. Heinkenszand. „Kazan". Je hebt nu wel gelegenheid om met de nieuwe tram eens een tochtje te maken. Of ga je een verdere reis maken? Middelburg. „"Wildzang". "Nu heb ik al je raadsels gebruikt, er is er niet één meer. Waar ga je naar toe? Staan er deze maand ook weer van die moei lijke raadsels in dat blad? „Scharrelaar". Denk er om, je moet ook weer aan het werk. Wat beginnen de dagen al weer korter te worden. C o 1 ij n s.pl a at„Zonnezus". Welbe- dankt voor die kaart hoor, ik vond hem prachtig, 't Leek wel een tooverplaat, er kwam geen eind aan. „A. V." Prettig, dat jij' nu een briefje voor haar geschreven hebt. Ik vond het heel best. Hoe lang blijft „Z." nog weg? Dit zijn weer prijs raadsels. Oost -Souburg. „C. W." Het is wel eens lastig voor iedereen een briefje te bedenken, vooral wanneer ik er een krijg waar niet veel in staat. St. Laurens- „Meidoom". Je had vergeten je naam er bij te zetten, maair zoo is 'ttoch goed? Natuurlijk mag dat, het was best in orde zoo'. Wolphaartsdij'k. „Zilverpeertje'." Jij! had 'tniet mis en VaJata had het niet mis., wie 'twel mis had, dat was ik. Lees maar wat ik aan „Boerinnetje" schreef. „Leeuwtje". Het zomersche weer is een groote concurrent van mij', in den winter heb ik trouwer bondgenoot. Maar daarom vind ik den zomer toch erg prettig. K r ab b 0 n d ij k e. „Dahlia". Je had er niet bijgezet wat dat spreekwoord was, cm ik moet je eerlijk zeggen, ik heb. 'took nieit kunnen vinden. Zijn jullie leuk uit geweest? „Fazant". Ja, ik ben er ook spreken. Dat past beter in een vakblad. Maar dit mag gezegd, dat deze tentoonstel ling in haar geheel voor Walcheren een groot succes is geweest. Voor menigeen, die van Walcheren misschien geen al te hoogen dunk had, is ze een openbaring geweest. Hulde aan de organisators, die het zoover hebben weten te brengen. Natuurlijk is het de tijd nog niet, om op de behaalde lauweren te gaan rusten. Doch dit zullen de bekwame leiders in de organisaties en de diverse consulenten den Wal dienaren wel aan 't verstand we ten te brengen. Stilstand zou ook hier achteruitgang beteekenen. Daarom excel sior! De tuinbouw is op Walcheren blijkbaar de kinderschoenen nog niet ontwassen. Zooals de voorzitter der Z.L.M. in zijn rede ter algemeene vergadering aantoonde', zal het ook in Walcheren steeds meer gaan en moeten gaan in de richting van meer tuinbouw. Doch dere maakt nu nog maar al te veel de crisis der jeugd door. In samenwerking evenwel met den rijfcstuin- bouwconsulent en den directeur der vei- lingsvereeniging en in den weg van krach tige organisatie zal men ongetwijfeld voor uitgang mogen boeken. Vooral hier kan deskundige leiding en intensieve studio niet worden gemist. Met onze beste wenschen voor het mooie eiland Walcheren met zijln arbeid zame, degelijke bevolking, onze hartelijke gelukwenschen aan hen, wier namen in de lijst der bekroningen een plaats kre gen en onzen vriendeJijfcen dank aan liet tentoonstdlingsbestuur voor de gastvrij© ontvangst van de pers, eindigen we dit opstel. I 1 i - 11 1 eens geweest, maar 'tis al lang geleden. Nu is 'ter veel grooter en' ook veel drukker. Zijn do roode al geplukt? „Kruidje roer me niet". Weineen, dat waren toch geen prijsraadsels, dus him dert 't niets. Is do zoo lang verwachte vacantie eindelijk begonnen? „Sleutel, bloempje". Kreeg je geen zin om mee te gaan vliegen? Ja, olifanten kunnen meesit al heel wat kunstjes. Jei hebt zeker wel genoten met die boottocht? „Kamperfoe. lie" en „Madeliefje". Jullie maken ze, ker o oir wel een versje? Er wordt in dozen tijd bij'na nergens anders over g'eu praat en geschreven ook; 'tis alles val- vantie. G o 0 s. „Zilverblad". Neen, de niet prijsraadsels moeten niet ingestuurd, maar als je 't wel doet is 't ook goed. Je had een groot vel, maar 'twas een kort briefje. „Leesgraag". De tijd begint pu op to schieten hé? Ik ben er ook wol eens een weekje geweest. Je zult liet er best naar je zin hebben, 'tls te hopen dat 'tmooi weer is. „BoschviooL- tje". Ik heb wel ciens een lieele week op een boerderij gelogeerd. Dat was wat fijn hoorl Moet je later organist©1 worden? Je doet zeker wel goed je best? „Erica". Toch nog tijd gehad om een briefje te schrijven, je geeft het ook niet gauw op. Niets geen prettig weer hé en toch hebben wij er nog 't minste last van, voor 'tland is 'tveel ergcir. „Anemoontje". Ik donk dat jij maar liever naar school gaat. Of heb ik 't mis 'gedacht? Je speelt nu zeker wel veel met je vriendinnetjes. „Leergraag". Eigenlijk zou ik je naam nu maar een poosje moeiten veranderen in „Speelgraag", vind je ook niet? Want nu komt er niet veel van leeren, veel plezier hoor. „Henlri Ford". Ga jij ook uit? Vertel me eiens waar je> naar toe gaat. Je moest je naamgenoot maar eens op gaan zoeken. Of is dat wat te ver? „Gladiolus". Ja, hot is echt weer 0111 verkouden te worden. Dat zou fijn zijn als je naar R,". mocht- Als ik heel goed oppas mag ik ook op reis. 'k Zal dus maar goed mijn best doen. „Talbot". Wat een werk zal dat geweest zijn, met die twee kleuren. Ik zou er geien geduld voor hobu ben. Toch stond het wel leuk. 'sH. II. kinderen. „Lerngeim". Nog een overgamgcrOok gefeliciteerd hoor! En nu straks maar weer met nieuwen moed aan den gang. Tot ho© lang heb je vrij? „Madeliefje". Jij' moet zeker weer eerder naar school dan je 'broer? Die neemt het er maar fijn van met zijn lange vacantie! „Het Viertal". Zijn jullie nu Woensdag uit geweest of is het pas deze weck. Ik wou dat ik oolk maar een Oom had, die een kersen bo om gaard had. Dat zou een smulpartij worden. „Die Ge broeders M- eh A-" Zooi gauw vergeet ik jullie niet hoor, want jullie hebben nog aldoor je best gedaan. Dat was pret. ti'g Nieuws. „J." Jij hebt 't foutje ook gevonden? Gelukkig was 'tniet zooi erg dat je daardoor het raadsel niet raden kon. 'sH. Arendskerke. „Duifje". Jullie moeten maar flink op me brommen dan zal het wel niet meer gebeuren. Het is nu een gezelligen tijd, want. de meest© menisehen gaan óf zelf uit, óf krijgen logé's. „Torenvalk". Bni heb je al een groote verzameling postzegels? Je schreef er den laatsten tijd niets meer over. „Aca cia" on „Spring in 'tveld". Ziezoo, dit is alweer het laatste briefje. Jullie mogen dit keer eens hekkensluiters zijln. I. Vpor de grooteren: Mijn geheel bestaat uit 40 letters: De 3. 39. 30. 18. 26 heeft altijd het hoogste woord. Een 20. 23. 11. 17. 9. 30 weet altijd wat voor vleesch hij in de kuip heeft. I. 38. 4. 40. 6. '28. 38. 3. j. 25 is de naam van een nichtje uit Goes. Eb en 5. 23. 6. 13. 33 wisselen elkan der voortdurend af. De Joden moesten op bepaalde tijden 27. 22. 20. 3. 37. 26. Men zegt wel eens: zoo zwaar als 10. 29. 6. .31. 12. 22. 35. 15 is een nachtzegen. 24, l'O, 19, 3, 1, 11, 36, 14, 20, zijn vooral op buitenwegen 's avonds onmis baar. Een mooie 8. 34. 21. 13. 7 versiert het heele huis. Een geweldigen wind noemt men wel een 15. 37. 30. 27. 32. 2. ,20. 3. 39. 36. 40, II. Voor de jongeren: Mijn geheel bestaat uit 27 letters: 21. 25. 16. 14. 27. 24. 2. 18 is de naam van een maand. Op veel huizen ziet men tegenwoordig 18 3. 1. 13. 26. Een 22. 20, 1, 14, 7 is een zuidvrucht. Eten wordt in 4. 9. 12. 21. 2. 12 ge kookt. Op den eersten 3. 5. 18. 13. 10 verloor 9. 7. 19. 3 zijn 24. 18. 13. 10 is een bekend rijmpje. 8. 23. 2. 18. 15. 13. 17. 12 is. een getal. 11. 6. 14. 18 wordt veel voor schuttin gen gebruikt. (Ingezonden door „Wildzang") G rap j es. In de kazerne. Sergeant (tot rec- cruut, loteling): „Als ge iemand ziet met strepen moet ge altijd salueeren. Voor wien moet ge nu salueeren? Recruut: „Voor een zebra, sergeant". Snugg er. „Ga eens kijken, Jo, of de barometer gedaald is", zei mevrouw tot haar dienstbode. Even later komt Jo terug met de bood schap: „Neen, mevrouw, hij hangt nog secuur aan z'n spijker". De hartelijke groeten van Tante Dollie.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1927 | | pagina 6