No. 246 Donderdag 21 Juli 1927 41e jaargang BANK VOOR ZEELAND Alle Bank- en Effectenzaken. Se kinderen van Ben fiesei Bnltsitland. DE VACCINATIE-KWESTIE. FEUILLETON. Directeur- H oofdredacteur: R. 2UIDEMA. Bureau: Lange Vorststraat 70, Goes Tel.: Redactie en Administratie no. 11 Postrekening No. 44455 Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3. Losse nummersf0.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting In een hoofdartikel komt de „Middèl- burgsche Courant", na eene bespreking van de noodlottige sterfgevallen, als gevolg van de vaccinatie, die zich te Goes hebben voorgedaan, tot de slotsom dat als de on schadelijkheid van de gebruikte pokstof niet gewaarborgd kan worden, de wette lijke, dwingende bepalingen betreffende het gevacineerd moeten zijn der naar school komende kinderen, niet gehand haafd kunnen blijven. Wie gelezen heeft wat wij alreeds daar over schreven, zal verstaan dat wij met vreugde zien hoe juist inzicht meer alge meen wordt. Wij hopen, dat men ook in Den Haag den moed zal hebben om deze gevolgtrekking te maken en dan dienover eenkomstig te handelen. Evenwel tast de „M i d d. Cr t." op één punt vermoedelijk nog mis en wij achten het van groot belang dat dit misverstand worde weggenomen. Om der gevolgen wille. De „Midd. Crt." leeft nog onder de ge dachte, die ons ook elders bleek te bestaan, dat de smetstof der encephalitis overal rondwaart en de vaccinatie de kinderen daarvoor meer dan anders het geval is, vatbaar rnaakt. Dit is w a a r s c h ij n 1 ij k onjuist. De smetstof der encephalitis schijnt op eene of andere wijze indevaccinete zijn geraakt en met deze te wor den voortgeplant en in het li chaam der ge vaccineer den te worden gebracht. Verleden jaar December heeft de afdee- ling Walcheren der Ned. Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst eene verga dering gehouden, in welke de heer Van Dieren, arts te Amsterdam, een lezing heeft gehouden over vaccinatie en in wel ke vergadering ook verschillende genees kundigen uit Zuid-Beveland aanwezig wa ren. De spreker van den avond bleek een verwoed voorstander te zijn. Bijhet debat dat op zijn rede volgde heeft, naar wij uit betrouwbare bron we ten, een der aanwezigen het volgende ge zegd: „Ik heb gelegenheid gehad een aan tal gevallen van pokken van nabij te zien. Het is een vreeselijke ziekte. Ik ben voor stander van vaccinatie. Ik betreur het dat om politieke redenen bij de herziening der wet van '72 (dat is de wet op de Besmette lijke Ziekten, Red.) de zaak der verplichte vaccinatie weer niet principieel schijnt te zullen worden uitgemaakt. Maar er rust op ons, die voorstanders der vaccinatie zijn, een taak. Collega Van Dieren sprak met een enkel woord over de gevallen van encephalitis, die in den laatsten tijd zijn voorgekomen bij kort te voren ingeente kinderen. Hij meent desniettegenstaande met een gerust hart te kunnen inenten. I k zou dat geruste hart niet heb- b e n. Ik vrees dat men de entstof te sterk heeft gemaakt". Uit de vergadering werd toen geroepen dat de stof juist zwakker was geworden, d. w. z. minder goede vaccinepuisten gaf. De heer Van Dieren noemde wat men met de pokstof had gedaan „gemodder" en be toogde dat men door de pokstof voort te planten op ezels en konijnen getracht had iets nieuws te vinden. De opponent vervolgde: „Het zij sterkere of andere entstof, dat wil ik in het midden laten. Hoofdzaak is dat men onderscheid make tusschen proefneming en praktijk. Zoolang van het nieuwe niet volkomen is gebleken dat het beter is, geve men voor de praktijk de op de oude wijze gewonnen stof". Dit werd door den heer Van Dieren on derschreven door aan te vullen dat van voren af aan begonnen moest worden, dat uit koepokken nieuwe entstof gekweekt moest worden. Andere aanwezigen deden mededeelin- gen over opvallende verschillen, die waren waargenomen tusschen de werking van stof uit de Rotterdamsclie koepokinrich ting afkomstig en stof uit de Amsterdam- sche inrichting verkregen. Vooral dat laatste is van belang. Naar het schijnt was ook de te Goes gebruikte stof uit Amsterdam afkomstig. Hier is een taak te vervullen, waartoe alleen de Regeering instaatis. Zij onderzoeke of werkelijk de Amsterdamsche inrichting meer dan de Rotterdamsche stof levert, die tot ziekte verschijnselen aanleiding geeft. Als dit het geval is, behoort zij in te g r ij p e n. Zij eische dat zoo noodig alle Amster damsche stof vernietigd worde en daar van voren af worde begonnen. En zij doe dat niet binnenskamers, maar publiekelijk tot geruststelling van het publiek. Als echter het gevaar op die wijze niet met zekerheid op hare verantwoorde lijkheid gekeerd kan worden, trekke de Regeering de dan alleen nog maar moge lijke consequentie en ga zij over tot wets wijziging, waarbij de verplichting tot vac cinatie uit onze wetten verdwijne. Naar het Engelsch 19) o— Hij lag voor de tempelpoort welke de Schoone genoemd werd, niet omdat ze fraai was, maar omdat daardoor een stroom van geloovigen zich bewoog naar en van den bijna altijd voortdurenden tem peldienst. Die allen droegen hun geld in hun hand, daar het in strijd met de wet was, om de heilige ruimte te betreden, wanneer men goud of zilver in een beurs droeg, of ergens anders, behalve in de hand. Dus was de wet den lammen man gunstig, daar menigeen, die anders te ge haast zou zijn om voor een bedelaar zijn beurs te voorschijn te halen, een geldstukje in zijn uitgestrekte hand liet vallen. Op dezen dag echter was de hand der menigte gesloten gebleven, niet alleen toen zij naar binnen gingen, om neer te knielen voor den Almachtige, maar ook toen zij het gebouw verlieten. De lamme man staarde hen na, terwijl zij hem ongezien voorbijgingen. Hij vroeg zich af, welke zegeningen deze mannen met hun hardvochtige gelaatstrekken en gesloten handen aan den Almachtige had Vaccinatie-gevaren. Naar aanleiding van de nu weer te Goes aan het licht getreden vaccinatie- gevaren, schrijft de „Middelb. C.rt." „Wij noemen deze gevallen zéér onbe haaglijk. Wij zelf zijn vast overtuigd, dat de vaccinatie een zegen voor de menseh- heid is, en ook dat preventieve vaccinatie (d.w.z. een gedwongen vaccinatie van allen ook zonder dat er een epidemie in de omgeving is) het éénige middel is om werkelijk afdoend een verspreiding van de vreeselijke bezoeking te voorkomen. Maar dan dient de vaccinatie ook ge vaarloos te zijn. De lichte kortstondige ongesteldheid tellen we niet mee. Hier is wat anders gebeurd. We willen dadelijk aannemen, dat niet de inentingsstof de kiemen dier ziekte bevatte, .of ondeugde lijk was, maar het is dan toch de vacci natie geweest, die de ziekte deed uit breken. En nu stelle men zich in de plaats van de ouders dier kinderen, die het besef hebben, dat hun ldnderen gestorven zijn, als gevolg der vaccinatie. Of dat nu een direct of indirect gevolg is, laat hen koud. De vaccinatie was de oorzaak. En ook de dokter, die, volgens zijn plicht de vaccinatie deed, moet wel met een gevoel van onbehagen overwegen, dat die daad de noodlottige ziekte deed ontstaan. En dat gevoel voor de naast betrokkenen wordt zeker niet verzwakt door het ook nu weer naar voren gebrachte feit dat de gevallen zeldzaam zijn: 35 op een aantal van 250.000 inentingen. Niemand weet waar die zeldzame gevallen zich zullen openbaren. En voor de betrokke nen, voor de ouders van het kind dat er wèl door getroffen wordt en voor het kind zelf, is het feit vreeselijk. Die overwegingen maken onafwijsbaar de vraag: moet men de ouders nu toch blijven dwingen hun ldnderen bloot te stellen aan de mogelijkheid, dat zij tot die uitzonderingen behooren? Tegen over het opwerpen van gemoedsbezwaren hebben we steeds het standpunt ingeno men, dat die moeten wijken voor het veel grooter belang van de bescherming der samenleving tegen een pokken-epidemie, den afgesmeekt; hij had eveneens gaarne willen weten, of zij ontvangen hadden. Hij zelf ging zelden binnen de poorten. Hij kon het Heilige der Heiligen niet te dicht na deren door gebrekkigheid. God had ver klaard, dat de aanblik van de lammen, de kreupelen en de blinden Hem onaange naam was, zooals de priesters zeiden. Doch hij was van zijn geboorte lam ge weest en hij was aan dit en aan andere ellenden van zijn lot gewend geraakt. Veertig jaren lang had zijn ziel verlangd om vrij te zijn. Nu had hij opgehouden, nog eenig geluk te verwachten; doch hij had geleerd om stil te zijn en te dulden. Hij had verhalen gehoord van den Man Jezus, die velen genezen had. Eens had hij zijn dragers verzocht, hem naar den groo- t'en Geneesheer te brengen, opdat hij ook mocht genezen worden; doch zij hadden geweigerd. „Je bent nu in staat om het brood te verdienen, dat je eet, en ons te betalen, wanneer wij je terug halen van de tempel deuren of er je heen brengen. Indien je ge nezen bent, wat zou je kunnen uitvoeren? Je bent al oud. Het is geen voordeel, als je genezen bent; blijft dus maar, zooals je bent." Zoo was hij gebleven, hetgeen hij was; en nu was de Man Jezus dood, gekruisigd; en voor hem was dus geen kans meer om waarvan men zich de gevolgen niet ern stig genoeg kan voorstellen. Maar de nu weer te Goes aan het licht gekomen onzekerheid maakt den stand van zaken anders. Wanneer de medische wetenschap geen zekerheid kan geven, dat de inenting in alle gevallen zonder noodlottige gevolgen blijft (de vrijgestelde scrofuleuse kinderen buiten beschouwing gelaten), dan rijst er ook bij ons twijfel of een verplichte vaccinatie verant woord is. We beseffen heel goed, dat zoo'n op merking van deze zijde koren op de molen is ,van hen, die om gemoedsbezwaren de vaccinatie bestrijden. Maar als de medische wetenschap wil, dat ook de voorstanders van verplichte vaccinatie met overtuiging haar aandrang daartoe zullen steunen, dan moet zij ook de zekerheid geven van de onschadelijk heid der inenting. We weten niet of die gevallen van encephalitis een openbaring zijn van de laatste jaren, en dat zij vroeger niet voor kwamen. We weten ook niet of de medici middelen hebben om de mogelijkheid van zulke gevolgen vooraf op te sporen, en dan de kinderen vrij te stellen. Maar in ieder geval is het nu aan de medische wetenschap om te zoeken naar waarbor gen tegen die droevige gevolgen. Eerst dan kan met overtuiging de verplichte vacci natie worden gehandhaafd. Koning Ferdinand van Roemenië, f Koning Ferdinand van Roemenië is gis teren op bijna 62-jarigen leeftijd over leden. Ferdinand, Victor, Albert, Mainrad, werd als tweede zoon van Leopold von Hohen- zollern, den 24sten Augustus 1865 in Sigmaringen geboren. Hij was £4 jaar, toen Roemenië waar toen zijn oom Karei regeerde, hem de opvolging op den Roemeenscllen troon aanbood, nadat zijn oudere broer Wilhelm van dat recht afstand had gedaan. In Maart 1889 werd hij bij besluit van het parlement te Boekarest benoemd tot prins jan Roemenië en korten tijd later hield hij zijn pleclitigen intocht in de Roemeensche hoofdstad. Tijdens het leven van zijn oom, koning Karei I, hield de troonopvolger zich verre van alle .politiek. Koning Karei stierf den 14den Septem ber 1914 te Sinaia. Kort te voren, bij het uitbreken van den wereldoorlog, was in een Roemeenschen kroonraad, in strijd met de bepalingen van het tusschen Roe menië en de centrale mogendheden be staande bondgenootschap plechtig Roe- menië's neutraliteit afgekondigd. De prins vplgde hem als Ferdinand I op den troon van Roemenië op. Aanvankelijk handhaafden Koning en Re geering van Roemenië de neutraliteit in den wereldoorlog, tot in 1916, den 27sten Augustus, tot een oorlogsverklaring aan Oostenrijk-Ilongarije in het Roemeensch parlement besloten werd. Duitschland ver klaarde onmiddellijk daarop Roemenië den oorlog. Na de ineenstorting van Rusland werd ook Roemenië spoedig door de centralen verslagen en den 7den Mei 1917 maakte de vrede van "Boekarest een einde aan dezen Oorlog. Het land bleef grooten- deels .door de Duitschers bezet. De koning was na den val van Boeka rest naar Jassy gevlucht, en ook na den iij i imi i iwii IMM IIMiiiyi.w» genezen te worden. Hij betreurde het ge duldig; men leert geduldig zijn, zelfs in zijn verdriet, gedurende veertig lange ja ren. Doch hij dacht veel aan den Man, die gekruisigd was. De priesters hadden het gedaan, had men hem verteld; in zijn binnenste haatte hij de priesters, en om die daad haatte hij hen des te meer. Waarom moesten zij den Man dooden, omdat hij op den Sabbatdag genezingen had verricht? dacht hij vol bit terheid; doch hij zeide niets, want er was niemand, die belang stelde in zijn gedach ten. Eindelijk bedacht hij zich, zijn verdien sten van dien dag na te tellen, daar het uur van zonsondergang naderde. „Het is niet genoeg," prevelde hij, terwijl hij de koperstukken telde. „Ik moet Nicolaas en Obed betalen, anders willen ze mij niet thuis brengen; ik blijf hier liever niet des nachts, de wind is scherp." Toen hief hij 1 het hoofd op en zag twee mannen de mar meren trappen opgaan. Zij waren niet rijk; met zijn geoefend oog merkte hij dat dade lijk op; doch van de rijken verwachtte hij geen aalmoezen. Hun gedachten waren te veel vervuld van het gebed, dat zij wilden uitspreken, of dat zij misschien zonder eenige fout hadden gezegd; en de geldstuk ken in hun hand waren stellig van goud of zilver geen spijs voor een bedelaar! Kantoor f>i-sote Werkt 21. GOES Telefoon 74 (2 lijnen) vrede bleef het hof en de regeering in die plaats gevestigd. Na de overwinning der geallieerde legers op de centralen, keerde de koning in triomfalen optocht in zijn hoofdstad terug. De vrede had Roemenië een belang rijke gebiedsuitbreiding gebracht. Zeven burgen, Boekowina, Bessarabië, waren binnen de grenzen gehaald. Den löden October werd deze gebiedsuitbreiding plechtig gesanctionneerd door de kroning van Ferdinand als koning van Nieuw- Roemenië. Daar de oudste zoon van den Koning, mede in verband met diens huwelijk van den troon vervallen werd verklaard, meien- de men aanvankelijk, dat er bij het over lijden van den Koning in het land ernstige troebelen konden uitbreken in verband met de opvolging. Deze is echter bij de grondwet geregeld en bij gelegenheid van den afstand van prins Karei van zijn rech ten door de wetten van 1926 nader her zien. Een xegentschapsraad samengesteld uit prins Nikolaas, tweeden zoon van den koning, den patriarch Miron en Buzugan, eersten president van het hof. van cassa tie, neemt thans de regeering in handen, tot kroonprins Michiel (Mihai) het bijna zesjarige zoontje van den vroegéxen kroonprins Karei en prinses Helena, meer derjarig zal zijn. Het lijk van den koning is gebalsemd en op het kasteel Sinaja in staatsie gelegd. Morgen wordt het per extratrein overge bracht naar Boekarest en in de gouden zaal van het paleis van Cotrceni te prijk gelegd. Het lijk van den vorst zal Vrijdag naar Boekarest worden overgebracht. De be grafenis geschiedt Zondag in het cintea de arges .waar ook reeds koning Karei I en koningin Elisabeth begraven liggen. Een-dictatuur van twee dagen. In Brück, een fabrieksstad in Stier marken, hadden de socialistische afge vaardigden uit die plaats, in samenwer king met den Republikeinschen „Schutz- bund" een dictatuur van het proletariaat gevestigd, die twee dagen gehandhaafd bleef. Óp het stadhuis werd de Roode Vaan geheschen. Pas Zondag konden politie en gendar merie den normalen staat van zaken her stellen. De onlusten te Weenen. Op het Zentralfriedhof te Weenen had gisteren de teraardebestelling van 60 slachtoffers der jongste onlusten plaats. Bij den ingang van het kerkhof is een groote katafalk opgericht, waarop de lijk kisten waren geplaatst. De plechtigheid nam om half een een aanvang. Hierbij we,rd voor Weenen het woord gevoerd door clr Seitz, voor de sociaal democraten van Oostenrijk sprak de af gevaardigde dr Ellenbogen, voor de Duit- sche partij de afgevaardigde dr Bernstein, de Communist Koplenik en dr Friedrich Adler namens de socialistische Arbeiders- Internationale. Neen; van vrouwen die nederig binnentra den, of van kinderen, of van mannen, die evenals dezen de eenvoudige kleedij droe gen van Galileeschen visscher, ontving hij aalmoezen. Daarom verhief de bedelaar zijn stem en riep luid met dezelfde woor den, welke zijn moeder toen zij zag, dat hij gebrekkig was, hem geleerd had en die hij reeds zoovele malen sedert dien dag her haald had: „Zonen van Abraham! Uitverkorenen van Jehova! hebt medelijden, smeek ik u, met iemand, die verlamd is sedert zijn ge boorte! Schenkt mij van den overvloed door den hemel u geschonken; dan zal God u vele malen beloonen." De beide mannen stonden stil en zagen hem doordringend aan; en de bedelaar herhaalde zijn geroep, terwijl hij zijn ma gere hand uitstrekte en zijn gescheurd kleed oplichtte, om hun zijn gebrekkigheid te toonen. „Ze zullen mij wel wat geven," dacht hij bij zichzelven; „het zal niet veel zijn; maar tot nu toe heb ik een slechten dag gehad en alle beetjes helpen." „Zie op ons!" zeide de oudste van de beide mannen op gebiedenden toon. De bedelaar gehoorzaamde, terwijl hij zich verbaasde over den bizonderen glans in de oogen van den man. De gedachte kwam bij hem op, dat hij zich misschien vergist had, en dat deze mannen, ondanks Wii kennen slechts de haat! Dé te Weenen verschijnende socialis tisch Arbeiterzeitung is gister naar aan leiding van de begrafenis der slachtoffers in rouwrand verschenen. In antwoord op een in verzoenenden geest geschreven artikel van de Reichs- post, zegt het sociaal-democratische blad: „Verzoening? Verzoening is onmogelijk. In den rouw over onze gevallen broeders en zusters weigeren we zelfs ook maar de gedachte aan een verzoening in over weging te nemen. We kennen slechts de haat! Wat we aan het graf van onze dooden zullen beloven is niet verzoening, maar bittere strijd tegen de burgerlijk- kapitalistische wereld. We zullen het ge- heele stelsel vernietigen. In de Barten- steingasse hebben eenige menschen hult handen gedoopt in het bloed der ster venden en een verschrikkelijk woord op den muur geschreven: „Wraak!" Wij kun nen dit begrijpen." Zware onweders. jBoven Mecklenburg hebben zware on weders gewoed, die den oogst in do meeste deelen des lands verwoestten. Ook in Pommeren en Silezië hebben wolkbreu ken plaats gehad. De Rijn stijgt als gevolg van de aanhoudende regens. Aardschokken op Sicilië. Op het eiland Sicilië zijn in den afge- loopen nacht vier maal hevige aardschok ken gevoeld. Onder de bevolking brak een paniek uit. Het grootste gedeelte der bevolking heeft den nacht onder den blooten hemel doorgebracht. Griekenland en Joego-Slavië. Uit Athene wordt gemeld, dat na een langdurige kabinetszitting de minister van buitenlandsche zaken herhaald heeft, dat Griekenland de voorgestelde conventie met Joego-Slavië verwerpt. Tegelijkertijd sprak hij echter den wensch uit, om de onderhandelingen te heropenen. Turkije en Roemenië. De Turksche ministerraad besloot het handelsverdrag met Roemenië, behooren- de bij het verdrag-van Lusanna, te annu- leeren daar Roemenië in gebreke is ge bleven tjjdig een definitief handelsverdrag te sluiten. Zes maanden na de annuleering zal het maximum-tarief voor Roemeen sche goederen worden ingesteld. Hagelstorm in Alberta. Een verschrikkelijke hagelstorm heeft om 7 uur 's avonds gewoed bij Cochrane! in de Canadeesche provincie Alberta. Dö 'hagelsteenen waren, zegt men, zoo groot, als tennisballen. De daken der huizen en der gesloten automobielen werden: doorboord en de telefoondraden verbro ken. De hagelsteenen waren aan den kant van den weg 60 c.M. hoog opgestapeld en eenige hagelsteenen, die, vier uur na den storm te Calgary werden aangebracht, wo gen nog een paar ons. Gelukkig woedde de storm op een gebied van geringe uit gestrektheid. Korte berichten. -Naar de .avondbladen uit Londen hun eenvoudig uiterlijk, toch wel rijk en van groot aanzien waren. „Zilver en goud heb ik niet," zeide de man, den bedelaar met zijn 'blik dwingen de, hem aan te zien, „maar wat ik heb, dat 'geef ik u: in den naam van Jezus Chris tus, den Nazarener, sta op en wandel!" Een straal van hoop trilde in de ziel van den bedelaar, zijn hart klopte ontstuimig, zijn oogen werden vochtig; weer strekte hij de hand uit, nauwelijks wetende, wat hij deed; ze werd gegrepen met stevigen handdruk, en hij gevoelde, dat hij op de been was, dat hij stond op de voeten, waarop hij nooit gestaan had in de veertig jaren van zijn leven. Zijn hart sprong op in zijn borst met een vreemde, wonderlijke vreugde. Onwillekeurig bewogen zijn voe ten zich ook: hij kon ze niet stilhouden. Hij klemde zich aan zijn bevrijders vast, onverstaanbare gebeden en zegeningen over hun hoofd afsmeekende. Dan wande lende en springende, ging hij met hen in den tempel, en bij de gedachte, dat hij niet meer gebrekkig was en het hem geoorloofd was, God te naderen, riep hij luidkeels zijn vreugde uit, niet stilstaande, zooals de wet voorschreef, met de voeten aaneengeslo ten, de handen op de borst en met gebo gen hoofd, doch wandelende en springen de en met luider stem Gods goedheid prij zende. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1927 | | pagina 1