ER
IDDELBURG.
OTEL
ECHT
IULDEN
Kralen gaan
[TER halen.
EN ERF
TWEEDE BLAD.
Voor den Zondag:
De kinderen van Ben Hesed.
Zoeklichtjes.
M - GOES
ONA
OM ZEEUW
ezer advertentie
j aankoop van
NE PRIJS
bip a canlail:
inschrijving
gevraagd
M
Werkpaard,
gstveulen.
ïstel compleet,
|n Polderbesturen.
Ie Keukenmeisje.
lijdzaamheid en bevinding.
FEUILLETON,
Uit den Middelburgschen Raad.
rine a 65 ct. p. p.
Bons extra.
pakjes E.V.Och-
:n 2 Bons extra.
pond E V. koffie-
den p. pond
Bons extra.
half ponden E.V.
i per l/» pond
Bons extra.
>en netto 350 ct.
lij en beslist contant
enstaande neemt
laars voor 60 cent
jij bestellen.
GEEN FOOIEN
sen, 750 strui-
Roode Bessen,
ea de Pruimenf
|n Boongaard in
ravenpolder.
(jetten voor ieder
len ingewacht vóór
1927 bij B. BUR-
Inlichtiügen bij D.
aan de Wilhel-
3 Are 90 Centiare,
geweest door den
janvaarden bij de
jjpenningen.
Rjetten in te leve-
iterdag 9 Juli 1927,
Notaris J. J. VAN
riningen, alwaar
|gen zijn te be-
imer, 2 Slaap-
anken, gemeub.
of klein Huie op
1 Br. franco bureau
es, letter Z.
ltd te koopt
VAS
ZATERDAG 2 JULI 1927, No. 230.
|d-Beveland. (Geen
i). Te bevragen
jureau van dit blad
OOP:
I SAMUEL JANSE
Joosland.
OOP:
Zuiderhoeve,
Koudekerke.
50 a 60 M3. mooie
zeer voordeelige
fe RENGUET Co.,
Dakstraat M'burg.
ior elk bodt
LN, Goes.
en zwaargetrokken
'KLINKER,
jor verharding van
wegen. Ook elke
ïg Straatklinker te
ike losplaats.
J. VAN DE VEN,
29, Middelburg.
et Gasthuis te Goes
id met koken strekt
lelden bij de Juffc.
Iding.
Wetende, dat de verdrukkfnig
lijdzaamheid werkt; en de lijdzaam
heid bevinding.
Rom. 5i3, 4.
Voorzeker was de apostel er z-eier 'ge
oefend in, te roemen.1 ook in da verdruk
kingen. ,Ma.ar hij: wil ons ook een middel
in de hand des Heeren zijn, om er ons
toe op te leiden.
En hij zeigt als 'tware: Hoe kari dat
verdrukking als stof voor ons, ami
in den Heere te rdlimem hoe kan dqt?
Hij antwoordt: Omdat de Heer© ons
dit leert door zijn Woord en zijnen Geest
en in de ervaring, omdat w© dit weten,
met oen kennis die in het geestelijk leven
ingeschapen is, dat de verdrukking lijd
zaamheid werkt.
Natuurlijk worden alle deze dingen hier
gezegd in die meening en met dien ver
stande, dat genade hare kracht er inj
openbare.
De verdrukking werkt lijdzaamheid.
Het woord is elders in de Schrift ook
wel vertaald door; volharding.
Het ziet eigenlijk op' het geestelijk weer
standsvermogen, het draagvermogen.
Ook op lichamelijk en natuurlijk ge
bied gaat het door, dat het dragen van
lasten gedurig en aanhoudend en bij toe
neming, de draagkracht sterkt en oefent.
Nu bedeelt de Heere de verdrukkingen
onderscheidenlijk toe. Daar zijn wel van
Zijne kinderen, die zeer liefelijk geleid
worden zonder groote zwarigheden, ein die
nochtans verre van ongeoefend zijn in
het geestelijk leven.
Gewoonlijk echter kent eein ieder zijn
eigen verrukkingen wel.
Do een spreekt er echter meer van
dan de ander. Die er het meest vanl
spTcken, hebben het soms nilet hiet
zwaarst.
Iemand kan een aard hebben, dat hij
van een klein gewicht nogal heel wat
ophef maakt. En een ander kan veel
dragen, terwijl hij1 toch bij' zidrzelven wel
eens oordeelt, dat hij schier zonder kastij!-
ding is, en vreest, dat hij' wel eens oen
bastaard kon zijn.
Maar het gaat in het geestelijk kiv-en
wel zóó, dat, wanneer er geen' verdrukking
gekend wordt, het 'geringste dat c-r komt,
het leven gansch van streek maakt.
Men kan dan zoo weinig hebben, an
wordt door het geringste licht uit het
spoor gebracht en van moed beroofd.!
Maar komt de Heere met lasten'
dat leert dragen. Verdrukkingen het
vleeech mort er tegen; maar als genade
ze heiligt, stalen ze het geestelijk leven,
vermeerderen ze de geestelijke draag
kracht.
Ze doen 'gevoelen wat dei wereld door
de zonde geworden is.
'Ze brengen aan het licht, hoe weinig ge
neigd wij van onszelven zijln om ons
aan God to onderwerpen! 'én het kruife
achter Christus te dragen.
Maar, door genade bestierd, brengen ze
ons onder het juk des Hoeren. Vaak zijn
zo een 'heilzame tengel, waardoor we
weerhouden worden ver van God af te
dolen.
Verdrukking bevestigt de ware geioovi.
gen.
Hun levenswortelen worden te vaster
en te krachtiger en te breeder in den,
goeden grond gespreid.
Hun hart wordt teederder, en zei worden
er door geoefend tot ondeTWorpenlheijd
aan den Heere.
De verdrukking werkt lijdzaamheid.
En de lijdzaamheid werkt bevinding.
Dat wil zeggen: Tiet geeft proeven,
wie de Heere voor ons. is.. Wij loop en
gevaar door de verdrukkingen overwel
digd te worden, den moed te verliezen,
van den Heere af te wijken.
Maar nu werkt de genade in ons, dat
wij 'gescherpt en verlevendigd worden in
het toevlucht nemen tot den Heiere. Wij'
Naar he't Einigelsch.
6)
HOOFDSTUK IV.
In de plaats van Judas.
„Indien wij wachten tot de vervulling
der belofte,' zullen dezelfde mannen, die
onzen Heere gekruisigd hebben, ook hun
hand tegen ons heffen. Wij zijn slechts
weinigen in getal, en niets kan ons tegen
hun woede beschermen. Ge hebt het toch
gezien, toen wij God in den tempel loof
den, heden nog hoe de hoogepriesters en
de ouderlingen ons aanzagen, hun blikken
waren als scherpe pijlen in de handen
van machtige krijgslieden. Zullen de wol
ven, welke den Herder doodden, de kudde
sparen?"
„Indien ge slechts zooveel vertrouwen
als een mosterdzaadje hadt, zoudt ge
niet twijfelen aan het woord des Heeren:
„Gij zult binnenkort gedoopt worden met
den Heiligen Geest: verlaat Jerusalem niet
voordat de belofte aan u is vervuld". En
God, de Almachtige, de Vader van onzen
Heere Jezus, dien wij zagen opgenomen
worden behoeftiger, en krijlgeini den Heere
meer in alles noodig, in veel, waarin we
Hem vroeger niet zochten.
En dan helpt de Heere, dat onder
steunt en sterkt Hij!; dan redt hij uit.
Dan sfiert Hij de dingen en de weigen
zóó, dat het vuur ons niet verbrandt en
do wateren ons niet overstelpen.
Dan komen er ervaringen van, wie
de Heere is. Dan verspreidt onze goede
belijdenis haar glans in ons inwendig le
ven. Dan worden er proeven van gesmaakt,
wio de Heere voor ons is.
WIE ZIJT GIJ.
Wie zijt gij, pinkelend sterrenheer,
dat aan den hemel staat?
Zijt gij de kroon van God den Heer,
Zijn diamantsieraad?
Zijt gij de wachters, trouw en goed,
die zijnen troon bewaart?
Zijt gij het zand waarop zijn voet
al wandelend henenvaart?
Dient gij aan zielen duizendvoud,
tot woning en verblijf?
Zijt gij uit goud of wat? gebouwd
en welk is uw verblijf?
'k En weet nieten, hoe kleen ik ben
op dezen wereldbal,
een zandeken, een punteken,
in 's hemels wijd heelal,
'k benijde u niet, o sterren daar,
't zij wat ge zijt of doet,
'k benijde u niet, al liebbe ik maar
mijn armen Jezus zoet!
Zijn tabernakel bouwt hij niet
noch zijnen zetel zal
Hij zetten in het stergebied
maar in dit tranendal:
In Bethlehem, te Nazareth,
Te Roomen, overal
Hier heeft Hij zijnen throon gezet,
hier in dit tranendal!
GEZELLE.
Waarom Ds Huet niet wilde preeken.
Ds Huet, de bekende, vurige Evangelie
prediker, zou op een Zondagmorgen te
heiden preeken. Hij begaf zich tijdig naai
de kerk, en bemerkte tot zijne verwonde
ring, dat het zoo druk op straat was.
Ds Huet zocht naar een verklaring van
dit, op Zondagmorgen zoo ongewone
schouwspel, en sprak een der burgers aan.
„Goede vriend, kunt ge mij ook zeggen,
hoe het komt, dat het hier vanmorgen zoo
druk is?"
„Welzeker, dat zijn kerkgangers.
„En gijzelf gaat ook naar de kerk?"
„Natuurlijk man, zou ik niet.Wij 'j
gaan om den bekenden Huet te hooren."
„Zoo, zoo dus alleen om Huet te hoo
ren?"
„Juist.
„Welnu, dan zul jullie hem vanmorgen
eens niet hooren." Met deze, woorden liet
Ds Huet den verwonderden man staan, en
de vermaarde Evangelieprediker, waarvan
de menigte zooveel gehoord had, verscheen
niet op den kansel.
Slechts als de schare kwam om Gods
Woord te hooren, wilde Huet spreken; niet
als men uit nieuwsgierigheid naar hem
kwam.
Een eeresaluut aan Minister Donner!
Onder dit opschrift schrijft Dr Honig
in „De Bazuin":
Hoezeer 't mijns inziens een diep be
treurenswaardig feit blijft, dat het Ministe-
rie-Colijn zich zoo spoedig tot aftreden ge
noopt zag. en dat de coalitie tusschen de
rechtsche partijen in de beide Kamers ver
broken werd, toch stemt, het tot dank
baarheid, dat niet elke maatregel in deze
jaren achterwege blijft, waardoor de on
dermijning van de Christelijke grondslagen
van ons volksleven gestuit wordt.
Een kloeke daad deed dezer dagen mi
uister Donner, die* blijkbaar niet alleen
een zeer bekwaam jurist maar ook een
man van eena besliste, Christelijke over
tuiging is.
Indertijd verkregen de Statuten van den
Neo-Malthusiaanschen Bond de koninklijke
goedkeuring. Maar nu de door de wet
vastgestelde termijn verstreken was en
de koninklijke goedkeuring 'opnieuw moest
in den hemel, Hij zal ons beschermen
tegen de woede der Joden."
„Hij heeft het gewild, dat ik bezocht
werd door twijfel en angst menigmaal",
zeide Thomas, met angstigen blik naar
een groepje mannen ziende, in de kleedij
der Farizeeërs, welke hen in de nauwe
straat naderden. „Doch veracht mij niet
om mijn zwakheden. De Heere heeft tot
u gezegd: „Gij zijt Petrus, de rots!" Tot
mij zeide Hij: „Wees niet ongeloovig,
maar geloovig". Het valt mij zoo zwaai-
te gelooven, het is moeilijk voor mij, mij
te verheugen, nu de Heere ons alleen
en onbeschermd heeft achtergelaten. Hebt
ge dien blik gezien? De oude man was
Annas; de andere was Issaschar, de
wreede; doch uit de oogen van den jon
gen man, die hem vergezelde, straalde
een verzengende gloed vol haat. Hij: dorst
naar ons bloed."
„Ik heb hem vroeger nooit gezien",
zeide Petrus nadenkend; daarop wendde
hij zich, om de zich verwijderende gestal
ten der drie Farizeeërs na te zien. Ter
wijl hij dit deed, keerde ook de jonge
man, van wien Thomas gesproken had
zich om, em Petrus werd getroffen door
een blik vol van gloeienden haat, welke
op hem geworpen werd. „Het heeft niets
te beteekenen", zeide hij, na ©enige oogen-
blikken gezwegen te hebben, „wat het
hart des menschen ook wikt, de wil van
worden aangevraagd, is deze op initiatief
van Minister Donner geweigerd.
Het liet zich niet anders verwachten,
of de 'diepere eenheid tusschen de libe
ralen en de sociaal-democraten zou bij
deze quaestie weer openbaar worden. En
zoo is het ook gebeurd. Als het er op
aan komt, bestrijden ide liberalen even fe]
als de sociaal-democraten alles wat van
regeeringswege tot versterking der zede
lijke factoren in. het volksleven verricht
wordt. Tegenover de eeuwenoude stellin
gen der Christelijke Ethiek plaatsen zij
telkens weer hunne tegen-stellingen (anti
theses). En dan durven zij ons nog te
verwijten, dat wij ctë volkseenheid in ge
vaar brengen.
Door den bekenden sociaal-democraat
Kleerekoper werd over de beslissing van
Minister Donner eene interpellatie aan
gevraagd. Maar hij was met de eenige,
die tegen den Minister in het krijt trad.
Niemand minder dan het liberale Kamerlid
prof. van Gijn durfde den Minister ver
wijten, dat hij misbruik had gemaakt van
de bevoegdheid, hem door de wet toege
kend, en verzekerde, dat hij de houding
van den Minister in hooge mate afkeurde.
Trouwens ook in de liberale bladen was
reeds van te voren luide verzekerd, dat de
weigering van minister Donner niet door
den beugel kon.
Kloek en met overtuigende bewijzen
heeft de Minister zijn standpunt verdedigd-
Zonder aarzelen erkende hij, dat de Hooge
Raad op 22 Febr. 1923 bij arrest beslist
heeft, dat eene (verzekerings) overeen
komst, die middelen tot beperking van
zwangerschap tot voorwerp heeft, niet on
voorwaardelijk in strijd is met de open
bare orde en de goede zeden. Hierop
ging de Minister aldus voort, dat wel
in 't algemeen de beslissingen van de Re-
geering en de rechterlijke macht niet moe
ten uiteenloopen, maar dat hij zich in
dit geval toch op een andere basis stellen
moest. Het feit, dat hij persoonlijk op_
grond der Christelijke moraal volstrekt
afwijzend stond tegenover het streven va,n
den -Nieuw Malthusiaanschen Bond, ver
leende hem nog niet het recht de ko
ninklijke goedkeuring te weigeren. Maar
hiertoe was hij wei verplicht vanwegp
het „hoogst bedenkelijk karakter van de
wijze, waarop deze Bond zijn doel in de
praktijk tracht te bereiken. De Bond zoekt
niet alleen minder gegoede maar alle ge
huwden tot gezinsbeperking over to ha
len en bevordert door zijn reclame, dat
ook ongeliuwden van deze dingen kennis
krijgen en verleidt hen zoodoende maar
al te dikwijls tot onzedelijke handelin
gen. Ook is onafwijsbaar het verband tus
schen het Nieuw-Malthusianisme en den
abortus, waardoor zoo menige vrouw sterft
of voor goed geknakt wordt- En de Mi
nister uitte. deze ernstige beschuldigingen
op stevige gronden. Hij1 kon zich niet
alleen beroepen op 't oordeel van be
kwame, rechtsche juristen als Mr Loef,
maar ook op uitspraken van andere zijde.
Zoo op ©en oordeel van den Nationa-
len Vrouwenraad. En op deze merkwaar
dige woorden van dr L. Heijermans (die
Sociaal-Democraat is) in de algemeen©
vergadering der Vereeniging van de Staat
huishoudkunde en de Statistiek (op 7
Oc-t. 1922): „Wij kunnen inderdaad toch
niet ontkennen, dat, hoewel het nooit het
streven of die propaganda van den Nieuw-
Malthusiaanschen Bond is geweest, toch
het resultaat is het op groote schaal toe
passen van den abortus provocatus (ge
welddadige vruchtafdrijving)
De Minister wist niet van wijken en
de linksch© partijen hebben in de Kamer
niet den moed „gehad voor te stellen,
om door 'een motie zijne handelwijze- af te
keuren.
Duizenden in den lande zullen den Mi
nister hartelijk dankbaar zijn voor zijne
houding.
De Raadsvergadering van Woeaisdagzou
moeilijk tot de belangrijke gerekend kun
nen worden, indien daarin niet in den
breede gesproken was over heit weinig
verblijdende voorstel om het vermenigvul-
di'gingscijfer der gemeentelijk© inkomsten
belasting van 1.1 op 1-2 te brengen en
over de groote werkloosheid, waarmee
Middelburg, ook zelfs in den zomer, be
zocht is en! die oorzaafk is van- deze
belastihgverhooiging.
den Almachtige zal volvoerd worden op
aarde, evenals in den hemel", en met
verlangenden blik zag hij opwaarts, alsof
zijn oog door het diepe blauw wilde door
dringen tot dat rijk, waar zijn Heere was
heengegaan.
Eh daar zij nu da plaats bereikt hadden',
waar zij gewoonlijk bijeenkwamen, traden
zij binnen. Het was hetzelfde huis, waar
zij het avondmaal hadden gereedgemaakt
op bevel van den Heere in dien vree'se-
lijfcen nacht, toen Hij! verraden werd. Eh
in 'heit ruime bovenvertrek, geheiligd door
de herinneringen aan dat laatste avond
maal met hun Heere, vonden' zij' dei ande
ren, die geloofden. Hierheen! waren zij'
gekomen, nadat zij gezien hadden, ho©
de wolk Hem opnam en aan hun blik
onttrok, terwijl de woorden van de en
gelen hen nog in de- o-oren naklonken;
„Déze Jezus, die van u opgenomen is
in den hemel, zal alzoo- komen, gelijbeirwijs
gij Hem naar den hemel hebt zien henen-
varen." Ein hier kwamen zij dag aan dag
bijeen om op den Heiilanld tei wachten,
dia tot hen zou komen nit den! hemel op
da eene of andere wijk©; zij wisten niet
hoe. In de harten van sommigen gloeide
de hoop, dat 'tde Heiland de Heere zelf
zou zijn en dat ziji eindelijk het beloofde
koninkrijk van den Messias mochten aan
schouwen.
„E!r zijn slechts elf der onzen, die Hij
Vóór met deze debatten) eien aanvang
werd -gemaakt, werden de geloofsbrieven
van de leden van den nieuwen Raad
onderzocht en in orde bevonden, werd
dhr J. A- Vertregt tot tijdelijk wethouder
benoemd tijdens het verlof van den Burge
meester en werden de reken|ingjen van'
enkele bedrijven over 1926 goedgekeurd.
Die van de gasfabriek wees een. netto
verlies van bijna f 25-000 aan1 tegenover
een raming van plm. f 13.000, die van
de waterleiding een verlies van f79.35
(raming ruim f9000), die van het electri-
citedtsbedrijf een winst van plm. f 23-000
(raming f 31-000) en die van den vee- en
vleeschkeuringsdienst een winst van
f 869. Uit deze cijfers blijkt wel, dat
alleen bij de waterleiding van een „mee
valler" gesproken kan worden. Gas- en
eleetriciteitsbedrijf bleven ver beneden de
.verwachting.
Vermelding verdient ook nog het feit,
dat nu in hoogste instantie is beslist, dat
de godshuizen geplaatst blijven op de
lijst van instellingen van liefdadigheid,
zoodat de gemeente dezen rechterlijken)
strijd gewonnen heeft.
Met de kleinst mogelijke meerderheid
(87) werd besloten de kwestie der wek
houderspensionneering te laten rusten tot
September a.s. en aan den nieuwen Raad
over te laten. Het is te begrijpen, dat deze
Raad in de-ze precaire financieele omstan
digheden ni-et den moed bezit, om hier
voor gelden uit te trekken. Alleen vrijzin
nig- en sociaal-democraten waren tegen
uitstel.
Toen kwam dan de hoofdschotel; de be-
lastinlgverhooging. Over deze verhooginjg
zelf werd eigenlijk niet veel gezegd. Alle
leden voelden dat hieraan nieit te ont
komen was. k
Is de burgerij: met een belasting ver hoo
ging nimmer te feliciteeren, de reden,
waarom tot deze verhooging werd be
sloten, s-temt al bijzonder tot pessimisme.
De werkloosheid is al lang ie-en plaaig
voor Middelburg. Wijl gelooven, dat het
beeld, dat dhr den Hollander in een
vorige vergadering van Middelburg gaf,
niet te donker gekleurd was. „Middel
burg is," zoo zei dit Raadslid toen, „een
stad met achteruitgaande' bevolking en
een 'kwijnende industrie".
Zelfs midden in den corner is er van
vermindering van werkloosheid niets te be
speuren. Als zelfs n u nog wekelijks f 900
a f1000 aan warkloozensteun moet wor
den uitgekeerd, kan men wel najgaan',
dat dit een last is> te zwaar voor Mid
delburg om te- dragen.
Wij' kunnen ons voorstellen, dat het
Werkloosheidsvraagstuk wel een van de
moeilijkste is, waarvoor B. en W- van
Middelburg zich geplaatst zien. Eu wij
nemen gaarne en direct aan, dat dit col
lege het telkens weer probeert .geheel1
of gedeeltelijk op to lossen.
De menseh heeft het ver gebracht.
We mogen niet recht spreken van de
wonderen der techniek.
Als we zien wat op het gebied van de
radio en de luchtvaart wordt bereikt, dan
krijgen we respect voor het menschelijk
kunnen.
Maar hoe groot moet dan wel zijn onze
eerbied voor Hem, die den menseh hel
vermogen gaf de door Zijne almacht in de
natuur gelegde krachten tot ontwikkeling
te brengen.
Als zoo groot het schepsel is en de
schepping, hoe groot moet dan wel de
Schepper zijn.
Zoo is alles wat wij zien gebeuren,
zoo zijn ook de wonderen der techniek
een prediking.
Onze belijdenis zegt het zoo schoon:
„De schepping©, onderhoudinge en de
regeeringlie der gheheele wereld is voor
onsen ooghen als een scoon boec in
welcke allen schepselen, groote onde
cleijne, ghe-lyk als lettoren zijn, Die ons
de onsienli'Cke dinghen Gods, glieven te
aanschouwen, namelijck sijn eeuwighe
Mogontheyt end-e Godtheyt."
Inderdaad, als een „scoon boec".
Als wij nu maar oogeu hebben om het
te lezen en een hart om den zin ervan te
verstaan.
OPMERKER.
Psychologisch is het dus wel te verkla
ren, dat de beide wethouders wat geprik
keld weirdein, toen ze Woensdag uit den
Raad zekere stemmen hoorden opgaan van
leden, die ze misschien wel rangschikken1
onder de stuurlui aan den wal. Maar
verklaren is nog niet hetzelfde als goed
keuren.
De heer Onderdijlk werd wat boos, toen
dhr Mes zijn bewering, dat zooveel mo
gelijk de werken aanbesteed wo-rden, in
twijfel trok en daarvoor een motief aan;-
voerde. En dhr de Veer was bijzonder
scherp tegenover de heeren Streefkerk en
Ilondius, uit wier woorden hij meende te
moeten opmaken, dat zij! met de steun
regeling wilden ophouden. Later bleek
dit een misverstand te zijn.
De heer Onderdijk had n.l. een reeks
van gemeenten genoemd, waar men ook
sommige meer, andere minder met
de werkloosheid had te kampen. Dhr
Streefkerk hechtte aan -deze cijfers weinig
waarde. Dat had hij willen doen uitkomen.
Nu deel en we volkomen de meening van
den heer Streofkerk. Het waren voor een
groot deel gemeenten, waar Middelburg
niet mee te vergelijken is. Als statistisch
materiaal hadden ze weinig of geen
waarde.
B. en W. en dit was zeker een belang-
VAN DE STORMRAMPCOLLECTE TE AMSTERDAM.
Op het Koningsplein te Amsterdam was een z.g. verwoest huisje opgericht.
Een ieder mocht na vergoeding een spijkertje slaan om mede te helpen
weer op te bouwen wat verwoest was
voor dit. ambt heeft gekozen," zeidei Pe
trus, rondziende in de kleine vergadering,
welke ongeveer uit honderd twintig per
sonen bestond. „Het was noodig, dat de
Heilige Schrift vervuld werd betreffende
Judas, die onzen Heere verraadde en over-
leverde in handen van hen, welke Hem
doodden1. Doch nu is hij dood, en het
is geschreven in het Boek der Psalmen:
„Zijne woonstede worde woest, en daar
zij niemand, die in dezelve wonei, -en:
Een ander neme- zijn opzienersambt- HjetL is
dan noodig, dat van de mannen, die
met ons omgegaan hebben al den tijd,
in welken de Heerei Jezus onder ons in-
eni uitgegaan is, beginnende van den doop
van Johannes, tot den dag toe, in welken
Hij van ons opgenomen is, één derzelve
met ons getuige worde- van Zijne opstan
ding,"
„Hoe zal de wil van God hierin erkend
worden?" zeide Johannes ernstig. „Wij
hebben niet de gave des ondersclieiidis,
want hebben wij niet Judas vertrouwd
die Hem lieeft verraden? D© Heere lieeft
het van den beginne aan geweiben."
„Laat God zelve kiezen!" riep- Petrus
uit. „Helt is altijd in Israël gewoonte ge
weest van oudsher om door het lot te
laten beslissen. Z-oo koos God zijn uitver
koren priesters uit de stam van EJéazar.
Zoo -ook kiest Hij, wie staan zal bij het
Wierookaltaar in den tempel."
Daarop schreven zij op- houten tafeltjes
ieder den naam van den man, dien zij-
het heiligste -en waardigste dachten om
met de elf andere getuigen te zijn van de1
opstanding van Jezus. En de tafeltjes wer
den in een schotel geworpen, en het
gebeurde, dat Jozef Barsabas-, ook bijge
naamd Justus, en Matthias genoemd wor
den. Daarop riep Petrus deze beide man-
nen om te staan voor de schare der
discipelen, en hij bad met luider stem
tot den Heer© met deiaei woorden:
„Gij' Heerei Gij kenner deir harten van
allen ,wijs van deze twee eienien aan, dien
Gij uitverkoren hebt, om te ontvangen
het lot dezer bediening en des apostel-
schaps, waarvan Judas afgeweken is, dat
hij heenging in zijhe eigen© plaats."
En zij wierpen hunlne loten; en heit lot
viel op Matthias, en hij werd met gemeen©
toestemming tot de elf apostelen ge-kozen.
Toe-n zij het oppervertrek verlieten, om
hun woningen op te zoeken, spraken Ma
ria, de moeder van Jezus, en Sal-o-mei, en
Maria Magdala, te zamen met Johannes,
den -geliefden discipel, met elkander over
hetgeen er gebeurd was. Stephanus, was
met hen.
„Wij zijn weer met ons twaalven,"
zeide Johannes met een zucht; want liij
dacht aan de dagen, dat nog een ander
met hen was.
(Wordt vervolgd.)