AA
No. 227
Woensdag 29 Juni 1927
41e Jaargang
oeiers,
IOOD,
en Kar.
rg. Tel. 431.
De kinderen ven Ben Hesed.
Blad
iders en Hooi-
trdeeligst bij
Middelburg
evraagd
beklant^
'szaak,
ing te koop
lOP:
ten Hooigras,
10 P:
ieveulen,
op:
staat zijnden
|r „Melotte",
lachine, f65.
IOOD,
IRTSDIJK.
sn Advertenties
liomen door
verschuure,
261.
in Jaar garantie.
FEUILLETON.
IETS BIJZONDERS
GEMEENTEPOLITIEK.
aan. den
ding ha*!,
het werk,
Dat deze
blijk, d*f
erraoedde.
ar stelden,
de heere»
waard ee-
■lingen. van
Aagtekerke
ran groo-
deo heer
ter of mei
orden van
ange sprak
ers en. dhr
an toezicht-
,te een uit-
.enis en d
abriek, die
langstelling
Jbr K. F.
lag in het
jaarlij ksche
an „Gronin-
)ij tot Ver-
je, in 1903
L af geves-
i Directeur,
ioht rapport
sn, tot eeo
.01 werden
tppij bedroeg
k-
IIM3
tel.
sschrijving
r no. 14 bi
vam
ureau
res.
OP:
ïorp in Zeeland-
overgenomen
beschikbaar.
6 bureau „De
ir, 165 roeden
sden Tarwe,
Hooigras.
iveren vóór of op
jiOOLE, Souburg,
In en inlichtingen
GANDER,
Arnemuiden.
VLAANDEREN,
Je).
een
Middelburg.
431.
Directeur-Hoofdredacteur:
R. ZUIDEMA.
Bureau: Lange Vorststraat 70, Goes
Tel.: Redactie en Administratie no. 11
Postrekening No. 44455.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f 3.—s
Losse nummersf 0.08
Prijs der A d v e r t e n t i n
14 regels f1.20, elke regel meer 30 cf.
Bij abonnement belangrijke korting.
Ten besluite.
Naar aanleiding van wat wij in ons
nummer van 20 Juni schreven onder het
hoofdje „Teleurstellend debat", schrijft
thans het „Protestantsche Zuiden" het
volgende:
„Maandag 20 Juni bevatte „De Zeeuw"
een antwoord op hetgeen wij in het vorig
nummer van ons blad schreven, waaropl
we maar niet verder zullen ingaan, aange
zien het weer naast ons betoog staat.
Wij zullen echter nu het anti-revolu
tionaire orgaan toch nog voortgaat
enkele vragen stellen, dan komen wij
misschien toch nog iets verder.
1. Waarom haalt „De Zeeuw" den heer
Lohman aan, en niet hetgeen door M|r
Schokking in de Tweede, en .door prof.
Slotemaker de Bruine in de Eerste Kamer
gesproken is tijdens de behandeling der
Staatsbehandeling 1922?
2. Wij herhalen onze vraag of het blad,
en de Antirevolutionaire partij hetzelfde
standpunt tegenover de Herv. Kerk in
neemt als Groen van Prinsterer?
3. Wil het orgaan medewerken om art.
20 van het antirevolutionaire program te
doen vervangen door art. 16 van dat deï
C. H. U.?
Zoo neen, waarom niet?
4. Zit achter het genoemde art. 20 niet
een neo-calvinistische Kerk- en Staatsbe
schouwing, door Dr Kuyper in ons land
geïntroduceerd.
5. Wil „De Zeeuw" ons namen van
vooraanstaande leden der Geref. Kerken
noemen, die tevens lid zijn der C.H.U.?"
Hier worden twee vergissingen gemaakt.
Vooreerst hebben wij in bedoeld arti-
keltie niet geantwoord op wat het „Prot.
Zuiden" schreef, maar alleen naar aan
leiding daarvan opgemerkt, dat op
deze wijze geen vruchtbaar debat moge
lijk was.
Wij zijn ook niet „voortgegaan", maar
hebben alleen onze teleurstelling uitgespro
ken over de wijze waarop de schrijver deza
zaak behandelde, waardoor, zij het dan
onbedoeld, de kerkelijke hartstochten wer
den geprikkeld.
En wat nu de gestelde vragen betreft,
ons antwoord is kort en bondig, dat wij
op een dergelijke wijze niet geëxamineerd
willen worden, om de eenvoudige reden,
dat dergelijke vragen zich niet voor cate
gorische beantwoording leenen.
B.v.wat is neo-Calvinisme?
Voor iemand die giewoon is mlet' derge
lijke termen te „werken" levert da be
antwoording van die vraag niet de min
ste moeilijkheid op.
Maar wie wat dieper over deze dingen
nadenkt en b.v. kennis genomen heeft
van de studie van Dr Severijn over
„Ernst Troeltscb over de beteekenis van
het Calvinisme voor de cultuurgeschiede
nis", dia gevoelt dat hier toch nog wel
wat meer aan vast zit dan velen schijnen
te vermoeden.
Wij eindigen daarom, nu niet met een
woord van wijlen Jhr A. F. de Savornin
Lobman wiens autoriteit tot onze groote
verwondering door het „Prot. Zuiden" in
twijfel schijnt te worden getrokken, maar
met een uitspraak van Prof. Slotemaker
de Bruine, bij de behandeling van de
Staatshegrooting voor 1923 in de Eerste
Kamer.
Door hem werd er op gewezen, en
wij gaan daarin met hem accoord, dat hij
het middel door Prof. Visscher in de
Tweede Kamer aan de hand gedaan niet
heel gelukkig achtte.
Maar, zoo betoogde hij, „mijn overtui-
Naar het Èngelsch
3.1 -o
„Juist; en heb ik daar nu van gedron
ken? Ik dacht het wel, ofschoon menige
maan tot volheid kwam, sinds ik het ge
proefd heb." Nadenkend streek de vreem
deling langs zijn baard en vervolgde: „Ik
wil hier gaarne wachten, totdat de an
deren mij bereikt hebben; het zal niet lang
duren. Wie zit daar ginder in de scha
duw der rots?" 1
„Mijn zuster," antwoordde de knaap
kortaf. „Zij is blind", voegde hij er met
een plotselinge opwelling van vertrouwe
lijkheid bij.
„Blind? Hoe treurig, hoe diep treurig,"
zeide de man, met zijn hand over zijn
oogen strijkende. „God gave, dat"'. -
daarop brak hij plotseling af en gebood
zijn dromedaris neer te knielen. Het beest
gehoorzaamde, terwijl het een: klaaglijk
geluid liet hooren. „Hij ruikt ook de
nabijheid van water; en toch heeft hij
gisteren avond zijn buik vol gedronken.
Stil, Neha! je moogt straks weer naar
hartelust drinken. En de kleine is
blind?"
„Ja, doch zij heeft een wonderbaarlijk
ging is, dat zoowel het anti-revolutionaire
program als de woorden van prof. Vis
scher een 'buitengewoon voor
treffelijk doel beoogden, n.l. om alle
kerkelijke moeilijkheden, die de normale
ontwikkeling van ons politieke leven be
dreigen weg te werken, indien dat moge
lijk is. Ik persoonlijk, ik spreek alleen
voor mij zelf, waardeer het dubbel, o m -
dat ik iedere kerkelijke wrij-
ving tusschen de antirevoluti
onaire en Chr.-Hist. groep zeer
zou betreuren en zeker niet
zou meedoen om de scheiding
daartusschen tot een klove te
maken of de kerkelijke harts
tochten te prikkelen".
Prof. Slotemaker de Bruine staat, zooals
hij dan verder aantoont niet op het Anti
revolutionaire standpunt.
Maar toch is er tusschen zijn optreden
en dat van het „Prot. Zuiden" een he
melsbreed verschil.
Terwijl de heer Slotemaker de Bruine,
evenals de heer Lohman, geen oogenblik
twijfelt aan de goede bedoelingen van de
A.-B. partij ten opzichte van de Ned.
Herv. Kerk, tracht de schrijver in het
„Prot. Zuiden" den indruk te wekken,
dat de A.-R. partij al wordt dit niet
algemeen doorzien de bedoeling zou
hebben de belangen van die Kerk te scha
den, sterker nog, de Ned. Herv. Kerk
te doen verdwijnen en poogt hij bij voor
keur de kerkelijke wrijving tusschen de
Antirevolutionaire en de Chr.-Hist. groep
zooveel mogelijk te bevorderen,
i- Een vruchtbare discussie is daardoor on
mogelijk waarom wij dan ook zoo vrij:
zijn hier een punt te plaatsen.
'L'.\ 'V*3 ;-. \'r
Raadslid of niet?
De vorige week hebben! wiji de aan
dacht gevestigd op moeilijkheden dia zich
bij de toelating van raadsleden! te Oude-
lande voordeden, en waarover thans door
Ged. Staten uitspraak moet worden ge
daan.
In dit verband willen wij: ook melding
maken van wat te Lemmer gebeurde.
Deze gemeentel lijgt wiel heel ver van
Zeeland af, maar de kwestie dia zich
daar voordeed kan nu of later ook in deze
omgeving aan de orde komen en daarom
kan het goed. zijn er hier even biji sti)
te staan.
De commissie, doof den Raad van Lam
mes belast met het nazien der ge
loofsbrieven van de gekozen leden, had
tc-M opzichte van het nieuw benoemde
lid W. Poppe, bezwaar tot toelating. De
meerderheid der commissie grondde deze
bezwaren op de overweging dat bedoelde
persoon leeraar is bij het Nijverheids^
onderwijs ter plaatse en op dezen grond
het raadslidmaatschap niet toelaatbaar ge
acht rnoef worden, omdat dit door dg ge
meente wordt gesubsidieerd. Do minder
heid der commissie was vóór toelating,
omdat eenzelfde geval in den gemeente
raad van Den Haag is voorgekomen, waar
de meerderheid van dien Raad tot toelating
besloot, welk standpunt door Ged. Staten!
van' Zuid-Holland toen is gedeeld. De
commissie wensehte uitspraak van den!
Raad, omdat ze zich onbevoegd achtte in
deze een beslissing te nemen.
goed gehoor. Zij hoorde het gerinkel van
de bellen, voordat ik u zag."
„Ja, ja! Niemand kan dat beter weten!
dan ik; zoo ging het mij vroeger ook;
doch het gezicht te hebben herkregen is
heerlijk. Dank zij den WoiLdorbaailijken,
den Profeet van Israël, heb ik dat nu
De jongen keek verbaasd den mail aan.
Zij waren nu de rots genaderd, waar in de
schaduw het blinde meisje zat.
„Ik groet u, kleine," zeide de vreemde
ling, naast het kind op het zand plaats
nemende, terwijl hij haar ernstig in de
glanslooze oogen zag.
„Wie spreekt pr tot mij'?"
„Vrees niet, Anat; ik ben bij je," zeide
Seth, haar smal bruin handje vattende.
„Ik ben' niet bang; de stem is goed."
„Waar woont ge?" vervolgde de vreem
deling.
„Wij zijtt als in het wild levende geiten
in de woestijn,' 'zeide de knaap op bit
teren toon; overdag dwalen wij tusschen
de rotsen, en 's nachts leggen wij ons ter
ruste, waai' de duisternis ons overvalt.
„Ge zijt toch niet alleen op de wereld."
vroeg de vreemdeling verder. „Je hebt
toch bloedverwanten, waar zijn die?"
„De Nijl is menigmaal gerezen, sedert
zij naar het rijk der dooden zijn heenge
gaan", zeide Anat, 'treurig het hoofd
buigende. „Menigeen ging met hen, want
er heerscht© een groote zieikte. Ik werd
Ook de voorz. was van meeninig, dat
op grond van het bepaalde in de Ge
meentewet, welke spreekt van niet toela
ting van ambtenaren bij het L.O. of M-O.
werkzaam, deze candidaat niet voor het
Raadslidmaatschap in aanmerking kan
komen.
Omdat het Nijverheidsonderwijs bij het
L.O. of MO- 'is ondergebracht, zal be
doelde persoon als ambtenaar van één van!
beide bestempeld dienen te worden.
De voorz. merkte bij liet uiteenzetten
van zijn standpunt op, dat de oorspron
kelijke tekst van deze wet aanvankelijk
luidde: „onderwijs in den geest van het
bestaande", waarbij eerst tijdens de behan
deling de verwisseling in Nijverheids
onderwijs was gekomen en overgenomen.
Hierbij hebben zeer waarschijnlijk Ged.
Staten van Z.-Holland niet stil gestaan.
Besloten werd na deze uiteenzetting
tot niet toelating te besluiten en zajl
hiervan zeer zeker dei betrokkene in be
roep komen bij Ged. Staten van Fri'ete-
land. De hoop werd uitgesproken dat on
geacht de uitspraak van Ged. Staten deza
kwestie in hoogste instantie zal worden
beslist."
Ook in andere gemeenten, o.a. te Goes
hij de candi'daatstelling heeft deze kwes
tie reeds de aandacht getrokken.
Yan do een© zijde ward betoogd dat
een candidaat, leeraar bij het N.O- toch
geen zitting zou mogen nemen, waartegen
van! andere zijde gewezen! werd óp de ui't-
-spraak van Ged. Staten Van' Zui'd'-iïol-
land.
Wanneer de Friesche Gedeputeerden
zich hebben uitgesproken en eventueel
een beslissing van de Kroon is uitgelokt,
hopen we hierop nader terug 'te komenL
De belangstelling voor de zons
verduistering.
De belangstelling van de menigte richtte
zich gisteren in Engeland geheel op da
zonsverduistering van vanmorgen.
Tie nduizenden toeschouwers stroomden
toe uit alle deelen van Engeland en
Schotland met sporen en autoi's. Men ver
wacht ongeveer een millioen kijkers van
elders' in de strook van d© totale verduis
tering.
Allé. spoorwegmaatschappijen lieten bet-
halve honderden gewone en pleEiertrednen!
ook luxertreinen loopen met restauratie),
en slaaprijtuigen, waarin alle plaatsen'
tot de laatste toe besproken' waren.
Daar de plaatsen in het verduistering^:-
gebied niet berekend waren op de groote
invasie, waren alle spoorwegstations en
andere gebouwen in tijdelijke:, den ge-
heelen nacht geopend© restauraties veran
derd.
Ofschoon de verduistering te Lonlden
slechts gedeeltelijk was, zouden' de par
ken en andere open ruimten reeds om
vier uur in den ochtend geopend worden.
In do Hartlepools aan de Oostkust ver
wachtte men den grootsten toeloop. Men
nam er maatregelen voor het voeden! en
laven van 100.000 menschen. Bij gebrek
aan bedden, was er volop gelogenlheli'd
om den tijd buiten bed te korten, o.a.
in dansgelegenheden
De werkloosheid te St. Petersburg.
Het bestuur der vakvereeniigmgcn heeft
Vrijdag te St. Petersburg vergaderd ter
bespreking van maatregelen! tegen de toe
nemende werkloosheid. Dei bevolking van
St. Petersburg telt op het oogenblik
ook bezocht, en daarna was het licht
van mijne oogen verduisterd; niet plotse
ling, doch langzamerhand, zooals de
avond in den nacht overgaat. Het is nu
altijd nacht."
„Ach ia!" zei de vreemdeling mat eten
zucht. „Een nacht, waarin men vreemde
droomen heeft en angst u wakende en
droomende niet verlaat."
„En zorg je geheel alleen voor de klei
ne?" vervolgde hij, zijb. doordringende)
oogen op den knaap vestigend.
„Ik alleen", zeide de knaap vol trots.
„Wij leefden te midden van gindscbei
heuvelen, en ik oefende mijn handwerk uit
in de stad, maarhier brak hij plot
seling af en keek den man wantrouwend
aart. „Wilt ge geen brood met ons bre
ken? Ge zijt onze gast."
De vreemdeling boog ernstig het hoofd,
terwijl hij de hand op de borst legde.
Hij begreep de vraag.
Daarop spoedde Seth zich been en
haalde uit 'n spleet in dè rotsen dadels
en gedroogd koren met een' pompom vol
water. Hun gast nuttigde het voedsel;
da knaap en het meisje eveneens.
„Ik was blind", zeide de vreemdeling,
eindelijk opstaande, „en ik werd van mijn
blindheid genezen door den grootein Pro
feet van Israël. Men noemt hem Jezus."
„Waar woont Hij?"
„In Jeruzalem, aan gene zijde van de
1.635-000 zielen, er zijn 300.000 arbeiders
en 200.000 ambtenaren'. In 1924 waren
er onder deze 500.000 ongeveer 127.000
werkloozen, welk aantal thans tot 180.000
gestegen is, of 11 pet. van de totale bevol
king. Van deze 180-000 zijn er 108.000 on
geschoolde werklieden, van wie een aan
zienlijk deel al vijf jaar onafgebroken
werkloos is. Sinds December 1925 heb
ben de werkloozen te St. Petersburg in
het geheel 6 millioen' roehei steun ge
trokken.
De bevrijding van Daudet.
De politie heeft een' onderzoek ingesteld
op het bureau van de „Action Francaise",
het koningsgezinde blad, waarin Daudet
geregeld artikelen schroef.
Bij deze huiszoeking heeft men twee
telefoonlijnen ontdekt, welke niet op de
centrale zijn aangesloten. Thans wordt
onderzocht, waarheen deze lijnen leiden.
De politie uit geheel Frankrijk zoekt
nog naar Daudet, evenals de politie te
Lausanne. Een bericht uit Rome zegt,
dat Daudet zich te San R,emo bevindt ert
volgens andere berichten wordt hij te»
R,ome verwacht.
De Belgische koning .gevisiteerd.
Toen Koning Albert van België dezer
dagen een bezoek aan Riijissal wilde bren
gen, werd hij te Halluin, waar hijl met zijinl
auto de Fransche grens passeerde, aange
houden door een Fransch douanebeambte1,
dia hem niet herkende.
Den koning, die in burger gekleed was,
evenals de hem begeleidende officier,
werd gevraagd of hij niets had a'an1 te
geven.
Koning Albert antwoordde ontkennend,
maar de beambte bleef achterdochtig en
besloot hem te visiteeren.
De ontstelde adjudant wilde protestee
ren, maar de koning legde hem het zwij
gen op; en de beambte ging zorgvuldig
den inhoud van de koninklijke zaikken!
na en betastte de kleeding of er geen
belaste zaken tusschen zaten1.
Toen hij uit een vart de zakken een
gouden sigarettenkoker met het koninklijk
wapen te voorschijn haalde, sloeg hij'
A'an schrik bijna tegen den grond, maar de
koning klopte hem lachend op den schou
der en zei hem zich niet bezorgd te
maken, daar hij enkel zijn plicht Ixad ge
daan.
Een tunnel onder de Schelde te
Antwerpen.
Binnenkort wordt door Staat, provincie
en de gemeente Antwerpen opgericht een'
intercommunale maatschappij voor het
bouwen van een tuimel onder de Schelde,
welke den rechter- en linkeroever zal
verbinden. De kosten' zijn geschat op 250
millioen, plus 50 millioen voor verbete
ring van bouwterreinen op den linker
oever. Tot bestrijding van renten en an
dere uitgaven zal een tolrecht worden'
geheven op het gebruik van dien nieuwen
verbindingsweg. De opbrengst daarvan is
geschat op 3 millioen per jaar.
Nungesser en Coli.
Uit Quebec wordt gemeld, dat do ex
peditie van 50 man, welke in het Noorden!
van Canada, een onderzoek naar dever
miste. Fradsche vliegers Nungesser ©n Coli
heeft ingesteld, onverrichterzakei is terug
gekeerd. Ziij heeft geen spoor van de
vliegerskunnen ontdekken.
Groote inkomens in Amerika.
Twee-honderd-zeven belastinigibataters in
Amerika hadden een inkomen van 1 mil
lioen dollar of meer tegen 75 van zulke
aangeslagenen in 1927 en 206 in het jaar
der groote oorlogswinsten 1916.
Zes en negentig van de 207 millionairs-
belastingbetalers woonden in den staat
New-York. Twee hunner gaven een inko>-
men' aan van vijf millioen dollar of meer.
Drie vrouwen gaven een inkomen aan!
van 3 tot 4 millioen dollars, twee eenl
inkomen van 2 tot 3 millioen en zestien'
een inkomen van 1 tot 2 millioen.
Vandalen aan het werk.
De heer Lihme', een! vroegere zijde-
fabrikant to New-York, was dezer dagen'
uitstcdig. Van die gelegenheid maakteinl
vandalen gebruik, in zijn woning aan de
Fifth Avenue vreeselijfc huis te houden en'
daar voor meer dan' 600.000 gulden
schade aan te richten. Zij wierpenJ bier-
flesschen door een doek van van Dijck,
voorstellende de markiezin van Lomellini,
waarvoor de heer Lihme 500.000 guldenl
had betaald, doorstaken een doek van!
Rubens (een portret van een ouden man)
en eenige andere geschilderde portretten!.
Voorts werd een orgel vernifeld en wer
den kandelaars gebroken en Oostersche
tapijten kapot getrokken. Men zegt, dat
hedi enden, die niet tevreden waren over
da naar hun mcening te gering© fooien)
hun door Lihme gegeven, de wandadeW
hebben gepleegd.
Noodweer hoven Sofia.
Boven Sofia heeft het Zondag hevig
geregend ©n gehageld. Bijna de geheelq
stad stond blank; het water bereikte op
sommige punten een hoogte van 2 M.
en de hagelkorrels waren op enkele plaat
sen een meter hoog opgehoopt. De fruit
en wijnoogst in de omgeving is bijna
volkomen vernield.
Korte berichten.
Bij Bodenheim in het bezette1 gebied
is een militaire vrachtauto die van eenl
manoeuvre terugkeerde, van een hel
ling gestort en omgeslagen'. Van de
ruim 30 Fransche soldaten, die er in'
zaten zijn 3 zwaar en 23 licht gewond.
De regeering van sovjet-Rusland
heeft naar jde banken' in Italië de
2.000.000 in goud overgebracht,
welk bedrag aanvankelijk voor de Arcos
te Londen bestemd was.
President Hindenburg ont
ving gisteren Stadler, eerste burgemees
ter van Kassei, die Hindenburg in naaim
van zijn gemeente het nabij Kassei gele
gen paleis Wilhëlmshöhe als zomerverblijf
aa|n;bood. Hindenburg dankte voor de
vriendelijke attentie, gaf echter te kennen:,
dat hij van het aanbod niet wensehte
gebruik te maken'.
Volgens een bericht uit Boekarest,
wil het nieuwe Roemeensche ministerie
een algemeen© amnestie verleeneri
voor militaire vergrijpen; die tot het jaar
1917 teruggaan. Door 'deze amnestie zal
een einde worden gemaakt aan talrijke
processen, welke in Roemenië thans han
gende zijp.
woestijn." En hij wees naar de woestijn
in de richting van waar hij juist gekomen
was.
„Gaat ga daarheen terug?"
„Over eenige dagen, als ik mijn waren'
verkocht en mijn kameelen weer geladen
heb. Ik zal je gastvrijheid niet vergeten;
als ik langs dezen zelfden weg terugga,
haal dan weer water voor mij, mijn zoon,
en hoor aan wat ik je te zeggen hebt-
Dochter, ik groet u. Vaarwel." En hij
sprang op het lastdier en verdween' in
©en wolk van stof naar dfe langzaam
zich voortbewegende karavaan, welke! zich
als een slang over de gele zandwoestijn!
kronkelde. Seth snelde hen niet tegemoet
met zijn kannen water en dacht na. Anal
zweeg ook geruimeü tijd; daarop zeide zij'
aarzelend; „Ik wensehte, dat ik ook den
hraven man kon zien; Hem, die aan gene
zijde der woestijn woont, eni de macht
heeft blinden ziende te maken. Er is
niemand in geheel Egypte, die iets der
gelijks doen kan."
„Wij kunnen Hem geen schatten aanbiev
den; zou Hij niet tot ons zeggen: „Waar is
uw goud, of uw. edelgesteenten, of uw
lastdieren, voordat ik dit voor u doe?"
Je weet niet hoe de toovenaars zijn. Ik
weet het, want ik heb het gehoord, en)
toch is er geen enkel© toovenaar in
Egypte, die blindheid genezen kan."
'Anat zuchtte. „Ik heb moeder's hals-
Ned. Werkl. Verbond „Patrimonium".
Onder leiding van den heer P. van
Vliet werd te "Utrecht de bondsbestuurs-
vergadering van „Patrimonium" gehouden.
Besloten werd de jaarvergadering 21 en
22 September a.s. te Utrecht te houden
en aan den vooravond een wijdingssamen
komst, waarvoor als sprekers zijn genoo-
snoer", zeide zij eindelijk, met' haalr
handje de munten om haar hals aanra
kende. „Sommige zijn van goud en heel
zwaar." Met moeite zich bedwingende, om
niet in snikken uit te barsten, voegde
zij er bij; „De mannen gisteren ze
wilden ons verkoopen. Ik ja, ik zou wel
slavin willen zijn, als ik maar zou kun
nen zien."
„Ik wil als slaaf dienen en gij zult kun
nen zien," riep Seth op de beien sprin
gende. „Ik zal tot den mam zeggen: „Maakt
gij deze oogen ziende en ik zal uw slaaf
zijn voor nu en altijd. Ik zal u dieneul
met mijn hartebloed."
„Ik wil Hem ook dienen, want ik wil je
niet verlaten, broeder. Maar hoa komen
wij door de woestijn?"
„Er trekken zoovele karavanen door,"
zeide de knaap, onzeker in d© verte tu
rende; „maar de weg is lang en wij
hebben geen lastdier."
„Zou de vreemdeling, die ons brood at,
ons niet met zich willen nemen naar het
verre land?"
„Het kan zijn", begon Seth, doch plot
seling zweeg hij. Anat had krampachtig
zijn arm gegrepen, terwijl ze doodsbleek
werd.
„Die stemmen!" hijgde ze. „Ik hoor zei
weer, ze willen ons als slaven verkoopen
Laten wij ons verbergen, vlugl"
(Wordt vervolgd.)