I
No. 220
Dinsdag 21 Juni 1927
41e Jaargang
L. DÜVEKOT Sz.
Tabak - Sign - Sigaretten
Sillealaii
«imsMw.
Dienstbode.
IATHLYN BARRINGTON.
ddelburg
Dagmeisje
FEUILLETON.
GROOTE MARKT 19 - GOES.
Naast Hotel „Da Korenbeurs".
VERDELGT:-
vliegen, muggen, motten,
mieren, wandluizen,
kakkerlakken en hun
eieren
r«v*>*fa»W
m
ie een mak-
de Postwd,
,terda«» *M
le inspectiën*
a als dSeoM-.
ffzondfin, EW
dat de mtwi»
ulieren aacd
•verbaal was
ie voor UeH
te hebben,
et als dienaf-
an ton rechte*
was Ktericiit
jdoeliiift (fat
irsvereaoiging
[s een dienst
an te toonela
Het werd n.l,
«uxs lid raaf
ilve hü tra
worden de*
beklaagde fa
>ch hij vond
dat hi»1 pea
m werd dp
sclï van den
»en hechtenis
iuacti en Het
[euren 7-1/» uur.
IET COMITÉ.
a tuurlijk
de kleine
oo lang aan
as de tanden
akt.
deren gerost,
zoo goed.
et de salonboot
beperkt aaee-
r-P
elke <5 uur uit
M. v. d. HELL.
D. GLERUM.
HH'35
s
-helft van de Markt-
achlne, dubb. reinig
Howard Zelf binder,
Le Compact Motor,
kend en In goede»
ie bijl. BESUilEN Cz.
arg A 233.
astandigheden ter-
oeneden de 15 jaar,
r, bij Firma Wed.
DOES, Opril, Goes.
fl DRAGER, Dom
en September
koken en werken-
Directeur-Hoofdredacteur:
R. ZUIDEMA.
Bureau: Lange Vorststraat 70, Goes
Tel.: Redactie en Administratie no. 11
Postrekening No. 44455.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
ve Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.-
Losse nummers
f 0.05
Prijs der Advertentiën:
14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
Zij die zich met ingang van 1 Juli op dit
blad abonneeren, ontvangen de tot dien
datum verschijnende nummers gratis.
Overheid en natuurlijke Godskennis.»
In het Mei-nummer van „Antirevolutio
naire Staatkunde" geeft Mr G. M. den
Hartogh het eerste gedeelte van een studie
over Dr A. Kuyper's standpunt inzake de
verhouding van de Overheid tot de natuur
lijke Godskennis, de Heilige Schrift en de
Kerk.
Dat is geen overbodige weelde.
Terecht merkt de schrijver op, „dat het
gevaar groot is, dat de sympathie voor
den erfschat van een vorige generatie te
zeer uit de traditie gaat voortvloeien en
te weinig een persoonlijk verworven bezit
wordt. De neiging wint veld om ook op
staatkundig gebied zich tevreden te stel
len met algemeene gevoelens en vage be
grippen, om bv. voor meerdere kennis van
onze politieke beginselen slechts tot één
werk van Dr Kuyper, bij voorkeur „Ons
program", de toevlucht te nemen. En dan
grijpt men nog naar afzonderlijke uitin
gen, zonder rekening te houden met het
verband van het geheele werk met zijn bij
lagen en van den tijd, waarin het ver
scheen.
Zoo vormen zich onklare gedachten, die
oorzaak zijn van veelszins ongerechtvaar
digde kritiek, nu eens op de Christelijke
Overheid, dan weer op de leiding der par
tij. Zoo maakt zich een gevoel van onze
kerheid van meerderen meester, waardoor
men temeer bloot staat aan de verleiding
om de roepstem te volgen van hen, die
onder oude welbekende klanken, aan
Schrift en Belijdenis ontleend, een onver
antwoordelijke afbraakpolitiek drijven".
Na dan eerst te hebben aangetoond wat
Dr Kuyper verstond onder de natuurlijke
Godskennis, hoe hij de beteekenis van die
natuurlijke Godskennis zag van de Over
heid in het algemeen, maakt hij verder
duidelijk, hoe onwaar de aantijging is, als
zou Dr K. beweerd hebben dat de Overheid
niets te maken heeft met Gods geboden,
zooals ze in den Bijbel staan, maar alleen
met die, welke de meest ontaarde volkeren
of personen kennen.
Herinnerd wordt dan, hoe Dr K. in den
breede betoogt, dat de belijdende Overheid
in de Heilige Schrift het uitgangspunt
heeft voor de hoogere kennis van Gods or
dinantiën voor rechts- en staatsleven.
Gods getuigenis dat eeuwig zeker is,
biedt de onveranderlijke klare beginselen
en ordinantiën, die slechts als weifelende
en vage beseffen bij den natuurlijken
mensch gevonden worden, daar het pok
voor het staatkundig terrein geldt, dat
„het gestoorde leven nooit tenvolle de wet
van het normale leven openbaren kan" en
dat de mensch niet meer ongeschonden het
vermogen bezit om het leven juist en zui
ver waar te nemen.
Leert echter de Overheidspersoon Gods
wet ten aanzien der grondbeginselen eerst
goed kennen uit de Heilige Schrift, ten
aanzien van de toepassing dier be
ginselen moet hij veel putten uit de na
tuurlijke Godskennis, vooral uit die der ge
schiedenis en de samenleving (ervaring).
Beginselen, nooit regelen van staats
recht, kunnen aan de bijzondere Openba
ring ontleend worden.
De grondregels, de groote verhou
dingen, de beginselen, die het menschelijk
leven onderling en in zijn verband tot den
Hoogheiligen God beheerschen, niet de
kennis van de afzonderlijke deelen van het
staatsgeheel zijn ons in de H. Schrift be
vestigd.
Wat het verstoorde, door de zonde ont
redderde leven niet meer duidelijk kan
o-
65)
Ze trokken naar het Zuiden en rust
ten van tijd tot tijd. De weg ging door
een zonnig, bloemrijk land, over hooge
heuvels en kleine bruggetjes. Eindelijk
kwamen ze bij de rivier de Kiang, waar
door de goede zorgen van den mandarijn
reeds een sampan klaar lag, die hen
verder zou voeren. Bij het zien van de
sampan trok een lichte schaduw over
Kathlyn's gezicht.
„Wat is er?" vroeg Forsyth. „Waar
denk je aan, Kathlyn?"
„Aan Yong Foo, aan mijn vader en
aan Li Weng Ho."
?>Je vader is niet meer ia Yong-Foo",
zei hij kalm. „Hij is uit China vertriok-
ken." T
„Is hij weg uit China?" vroeg ze, ver
schrikt door het onverwachte van deze
tijding.
„Ja, hrj is terug naar Engeland."
„Hoe weet je dat, Dick?"
Forsyth overhandigde haar den brief
Zij las hem vlug en keek vragend naar
Forsyth.
openbaren, dat heeft God naar Zijn liefde
ook voor het staatsleven weer te kennen
gegeven in Zijn Woord. Maar welke de
toepassing dier beginselen op de
voorkomende vraagstukken, welke hun
wijziging naar de geaardheid van tijden en
volkeren, welke hun uitdrukking in de
wetten en hesluiten der Overheid moet
zijn, is zoo uitsluitend naar de verschijn
selen des levens te regelen, dat de Heilige
Schrift zich zelfs met geen staatsvorm in
laat en voor het Christelijk Staatsrecht
zich zoowel een Monarchie als Gemeene-
best, zoowel een aristocratische republiek
als een democratische Statenbond denken
laat.
Elke zijde van het menschelijk leven
heeft „zijn eigen organische structuur, zijn
eigen levenswet en drijfkracht". Geeft ook
de H. Schrift vaste grondbeginselen, in de
meeste gevallen vereischt het door God ge
wilde leven van- en de ordinantie Gods
voor eiken afzonderlijken kring een in bij
zonderheden afdalend onderzoek, waarbij
het dan vooral gaat om de kennis Gods uit
de natuur en de geschiedenis in het licht
van bedoelde grondbeginselen. „Waar de
bijzondere openbaring komt, heeft de na
tuurlijke Godskennis niet afgedaan, maar
eerst daar komt ze tot haar volle waardij".
Zoo wordt het oog geopend voor de
heerlijke waarheid, dat het eenzelfde God
is, die zich èn in het leven der volkeren én
in Zijn Woord openbaart en dat voor el-
ken staatsman zijn kennis van Gods ordi
nantiën het resultaat moet zijn van dege
lijke kennis der volkeren en grondige ken
nis van Gods Woord, beide niet dualistisch
naast elkaar gedacht, maar in zijn den
kenden geest, onder de controle van zijn
geweten en onder den invloed van zijn ge
loof, tot hoogere eenheid van inzicht saam-
gesmolten.
Er moet zijn een onderlinge doordrin
ging van de gegevens, die Gods Woord en
de gegevens, die de kennis der' volkeren
aan de hand geeft.
Die eisch is juist de Christelijke gedach
te „van de menschwording van den Zone
Gods".
Het goddelijke niet meer boven ons zwe
vend, niet maar naast het onze zich plaat
send, maar ingaande in ons leven, gelijk
het door de zonde werd, om het te door
dringen en te adglen.
De parlementaire redacteur van „De
Standaard", melding makend, van het
voorstel tot het weer uitgeven va.n ©en
Kort Verslag, maakt daartegen bezwaar,
mede omdat daardoor het absenteïsme in
de hand zal worden gewerkt.
Dit lijkt ons niet waarschijnlijk.
Erger dan het nu is, kan het al niet
worden.
Hoewel de Kamer de laatste maanden
weinig vergaderde en nu reeds weer tot
September mlet vacantie1 is gegaan, is het
toch onlangs voorgekomen dat bij een
niet onbelangrijke stemming een veertig
leden afwezig waren.
En dat was dan nog bij! een stemming.
öp dagen dat geen stemming „dreigt"
is het aantal spijbelaars nog véél groo-
ter.
„Hoe wist hij dat, Dick? Hoe kreeg
je dien brief? Heb je hem gesproken?"
„Ja", antwoordde hij. „Ik heb hem1
gesproken, toen wij in Yunnan aankwa
men. Hij had opium gesmokkeld en om
dat hij als Chinees was verkleed, was
hij veroordeeld tot het dragen Tjan bet'
schandbord."
„Vrees el ijk".
„Zeker, het was vreeselijk- Ik heb ver
zocht om zijn invrijheidstelling en de
gouverneur verbond daaraan de belofte,
dat hij China zou verlaten. Daartoe heeft
hij de noodige stappen gedaan. Je vader
schreef je diep. brief tot afscheid".
„Wist vader, waar ik was?"
„Neen, ik denk van niet."
„Vroeg hij ook naar mij?"
„Neen", antwoordde Forsyth kalm.
„En heb je hem pok iets verteld?"
„Neen. Ik vroeg hem, waar je was
en hij zei, dat je goed en wel in Yong-
Foo was, hoewel ik kon meTken, dat hij
beter wi§t."
„Wat denk je dan, dat hij werkelijk
dacht?"
Forsyth stond in tweestrijd. Zou hij
trachten haar tevreden te stellen met
een halve waarheid? Neen. 'tZou voor
Kathlyn, hoe pijnlijk het voor haar ge
voel ook wezen mocht, 't beste zijn, dat
Wij gelooven ook dat er aan de her
nieuwde uitgave van een Kort Verslag
weinig behoeft© bestaat.
Maar dat door de uitgifte het absenteïs
me in de hand zal worden gewerkt, wil er
bij ons niet in.
Om de eenvoudig© reden dat do Kalmer
op dit gebied zichzelf reeds hoeft over
troffen.
Hindenburg.
In een der laatste zittingen va.11 het
rijkskabinet is o.a. ook de viering van)
den 80sten verjaardag van rijkspresident
Hindenburg op 2 October a.s. ter sprake
gekomen.
Hat rijkskabihiet is van meening, dat
het Duitsche volk niet zal willen nalaten
den rijkspresident ter gelegenheid van
zijn feestdag zijn groote aanhankelijkheid
te betoonen, doch aan' den anderen kant
is men de opvatting toegedaan, dat
Hindenburg met het oog op den ernst
van de tijden en' den nood, wajarün hot
Dftitsche volk zich nog bevindt, geenj
openbare feestelijkheden zal verlangen.
Men wil den rijkspresident een gift
van het Duitsche volk doen toekomen!,
welke natuurlijk aan die personen ten
goede zal komen, die het meest in moei
lijkheden verkeeren, dat zijn d© oorlogs
invaliden 'en do nagelaten betrekkingen
van de in den oorlog gevallenen. Ook zal
een serie Hindenburg-postzegels worden
uitgegeven en de opbrengst daarvan zal
geschonken worden aan de noodlijdend©
kringen uit den middenstand.
De storm.
De Zuidwesterstorm heeft Zondag in
het Kanaal een zware zee veroorzaakt
die langs de straat van Dover over wan-
delhoofden en strandboulevards sloeg. Te
Folkestone richtten de windvlagen, die
soms een snelheid van 95 K.M. in het
uur bereikten, veel schade in de boomen
aan. Een groot passagiers-vliegtuig uit
Frankrijk had groote moeite om tegen
den wind op te komen en vele menschen
zagen het bij Folkestone worstelen. Soms
kwam het zoo weinig vooruit, dat het stil
leek te staan.
Arrestatie van den Vlaamschen Nationa
list Ward Hermans.
Het parket te Antwerpen heeft Maan
dagochtend den Vlaamsch-nationalen
journalist Ward Hermans, die enkele da
gen geleden op de volksvergadering voor
amnestie te Antwerpen een heftige rede
heeft gehouden, in hechtenis laten nemen.
Ward Hermans is den heelen dag dooi
den rechter van instructie ondervraagd.
De gearresteerde is een bekende figuur uit
de beweging van verzet tegen het verfran-
schende militaire régime, dat tijdens den
oorlog onder de Vlaamsche frontsoldaten
aan de Yzer een groote uitbreiding nam,
zoo groot zelfs, dat de Belgische regeering
in Le Havre er in 1917 aan dacht, over te
gaan tot de samenstelling van Vlaamsche
en Waalsche regimenten, ieder aange
voerd in zijn eigen taal. Evenals vele an
dere Vlaamsche intellectueelen, priesters,
geneesheeren en studenten, werd hij van
het front weggehaald en in een strafcom
pagnie, het beruchte houthakkerspeloton,
in het Fransche Ornedepartement inge
lijfd. Na den oorlog werd hij een der meest
actieve leiders van de Vlaamsche oudstrij-
dersvereenigingen. Hij werkt ook vrij ge
regeld aan het. dagblad „De Schelde".
(N. R. G.)
hij haar alles vertelde. „Ik denk, dat je
vader geloofde, dat je bij Li Weng Ho
in Pi Chow was."
Kathlyn sprak niet. Hij keek haar aan.
Hij zag wel, dat zij zijn meening deelde.
Even later sprak ze weer.
„Wat moeten we doen, als Li Weng
Ho weer in Yong Foo is teruggekomen?
Zal het niet gevaarlijk zijn voor ons,
als we daar een kort bezoek brengen?
„Misschien wel. Maar wij kunnen op de'
sampan blijven en Cliing met een boodJ
schap naar dokter Wang Hi sturen. Ik
moet hem, als het ©enigszins mogelijk is,
spreken. We moeten net ©en en ander
regelen, als w© naar Yunnan terug wil
len gaan.""
„Ja, laten we vooral naaT Yunnan terug
gaan. De kleine Nang Kung heeft het me'
zoo gevraagd."
„Dan moeten we eventjes Yong Foo'
aandoen."
Toen ze die stad bereikten met hun
sampan, bleek hun vrees ongegrond. Li
Weng Ho was werkelijk naar Yong Fob
teruggekeerd, maar zou het niet meer1
in oproer kunnen brengen tegen hen.
'tWas in de avondschemering. Plotseling
brandde eeii groote papieren tempel op
den heuvel achter het paleis van Li Weng
Ho af. Forsyth zag het. Hij wist, dat
FLIT
Berta»-.*
,,Pf gele bus mei zwarten band"
V®W*LGT,
De vlootconferentie te Genève.
De vlootconferentie der drie mogendhe
den is gisteren te Genève geopend. Het En-
gelsch is de eenige officieele taal. Frank
rijk en Italië hebben een toehoorder ge
zonden. Gibson werd tot voorzitter geko
zen en deelde een boodschap van Goolidge
mee, waarin o.a. gezegd wordt, dat een
overeenkomst, welke eiken vorm van wed
ijver op vlootgebied tusschen de mogend
heden onmogelijk zou maken, veel zou bij
dragen om de tegenwoordige betrekkingen
tusschen de 3 landen te bevestigen en een
stap voorwaarts zou heteekenen naar het
gemeenschappelijke doel: de algemeene
beperking der bewapeningen.
Gibson voegde erbij, dat de Vereenigde
Staten geneigd waren, om, met alle an
dere mogendheden tezaam een overeen
komst te treffen nopens de volledige af
schaffing van de onderzeeboot, zoowel
voor aanvullende als verdedigende doel
einden.
Korte berichten.
De schade door de overstroo
ming van den Mississippi aangericht zal
waarschijnlijk tusschen de twee en drie
honderd millioen dollar bedragen. Hit jaar
zal er meer dan 30 millioen voor steun
worden uitgetrokken.
Een wolkbreuk, gepaard met
hagel, die vier uur duurde, heeft Zondag
veel schade aangericht in het gebied van
de Seramering.
De onlangs gestorven Emgelsche ad
vocaat F. Montagu Muirhead, heeft onge
veer 250.000 p. st. nagelaten, maar in
zijn uiterste wilsbeschikking medegedeeld,
dat hij niet s voor lief dadige doel
einden bestemde, „omdat het tegen
woordige tarief der successie-rechten een
meer dan voldoend zware last voor na
latenschappen is."
Uit Ilankow wordt gemeld, dat de
communistische troepen zouden! te lijden
hebben van een' t y p h u s-e p1 i' d m i(e,
welke zou zijn ontstaan door onvoldoend©
verzorging der gewonden.
In Sagunte ontploft© een bij schiet
oefeningen vergeten granaat, waarmede
kinderen op straat speelden. Vier kin
deren werden door scherven onmid
dellijk gedood, verscheidene' andere
zwaar gewond.
De „Fokker' VIIa te Boedapest.
De correspondent van het „Hdbl."
schreef uit Boedapest d.d. 16 Juni:
„Alsof zij' met het terrein uitstekend
op de hoogte waren, met zooveel zeker
heid", schrijft „Pesti Napló", daalde het
machtige vliegtoestel in de Boedapester
dit de gewoonte was, wanneier er iemand
gestorven was.
Ineens maakte een gedachte zich van
hun meester. Een paar meter vóór hen
lag een ander© sampan voor anker. Hij
riep tot den Chinees, die aan het roer
stond
„Voor wien is die doodstempel ver
brand?"
„Voor Zijn© Excellentie Li Weng Ho."
„Is hij gestorven?"
„Door eigen hand een week geleden.
Er wordt gefluisterd, dat hij in onge
nade is gevallen. Toen hij een week ge
leden uit Pi Cbow terugkeerde, kwam
hier een hooge officier met zijn sol
daten. Denzelfden nacht is Li Weng Ho
gestorven, door zich in zijn zwaard te
laten vallen. Hij was een slechte man."
„Heel slecht man" beaamde Ching.
Forsyth keek naar Kathlyn. „Dit is
het einde van al onze gevaren. Cliing
behoeft niet naar het Zendingshuis te
gaan, maar morgenochtend zullen we allen
samen gaan en een bezoek brengen aan
dokter Wang Hi."
Zoo deden ze.
Eenige dagen later kwam Dr Burritt
met zijn sampan de rivier op. Ze ont
moetten hem bij Wang Hi. Toen hij hoorde
dat ze van plan walen, zich ook 'in
vliegliaven „Matyasföld" neer, dat de bei
de Nederiandschc piloten en hun Ameri-
kaansche passagiers naar Indië moet bren
gen. '„Eerst kwam de bagage te voor
schijn", schrijft hetzelfde blad, en daarna
een lange, gespierde, grijzende heer van
45 tot 50 jaren, die hevig geeuwde en
daarna zijn horloge voor den dag haalde
©n met een eonigszins verwijtenden glim-
ïiaqli tot de piloten zei de: Te laat. De
klok wees een minuut na vieren en de
machine .had precies om vier uur ïn Boe
dapest moeten aankomen. Dat was de
Amerikaansche passagier.
[Wat de piloten zelf aangaat, zoo schrijft
„'Magyar Hirlap", dat men na de portret
ten van Lindbergh en Chamberlain ge
dacht had, thans „een droomerig, blauw-
oogig, lang, mager jongmensch te zien
verschijnen, aan wien men bij het eerste
geluid kon merken, dat zijne geheele liefde
Üo lucht behoord©, die den dood ver
achtte \en gevaren niet vreesde". T©-voor
schijn kwam daarop „e©n kleine, eonigs
zins gezette man van ongeveer 35 jaar,
met ©en actetasch onder den arm, wiens
bloeding ook niet het gewone pilotencos-
Ituum was: de vette, vuile oliejas, maar
die een elegant colbert droeg en er over
hot geheel zoo uitzag, alsof hij uit zijn
auto stapt". Dat was Geyssendorffer:
Over het algemeen schijnt de Honga
ren het rustige, kalme, het gewoon doen
onzer piloten zeer te hebben geïmponeerd.
„Dat zijn geen© eandidaten voor record-
lauweren, geen aspiranten naar nog nooit
vertoonde praestaties", schrijft de „Pres
ter Lloyd", „maar solide vakmensohsU
bij Lie verovering der lucht, di e 'een Ame-
rikaanschen maecenas op zijn reizen om
de wereld door de lucht loodsen".
Van Scholte schrijft „Vjsag", dat hij,
heel wat ridderorden draagt, echter des
niettegenstaande bescheiden en glim
lachend de vragen beantwoordt. Dat deze
vertelde, tot dusverre 4500 uur in de
lucht te zijn geweest en nog nooit het
geringste accident, noch met de machine,
noch met de bemanning te hebben mee
gemaakt, ook dat imponeerde de heeren
zeer.
Tor ontvangst der vliegers waren op
het 'terrein aanwezig: de Nederlandsche
gezant, graaf van Aldenbuig Bentinck, de
Gonsul-generaal Clinge Fledderus en de
kanselier, alsmede van Hongaarsche zijde
d©'directeur-generaal van de Hongaarsche
luchtvaartmaatschappij, verder o.a. redac
teur Sluimers van het Indische blad „De
Locomotief", wiens vrouw een Hongaar
sche is en di© hier thans toevallig met
verlof is.
Overigens zeer tevreden over de ont
vangst waren de heeren niet. „Het vlie
gen",, verzekerde Geyssendorffer, „is eigen
lijk onze rusttijd. Want de plaag van
zulke luchtreizen zijn de formaliteiten
bij aankomst en vertrek, de blinde
Yunnan te vestigen, toonde hij daarmee
zijn blijdschap.
„Maar we gaan niet verder de rivier
op dan tot Yong Foo" zei Kathlyn glim
lachend.
„Wel, waarpm niet? Het is de beste
weg."
„Dat is mogelijk. Maar er woont een
i Boedhistische abt tusschen de heuvels
bij Pi Ghow en dien willen we graag een
bezoek brengen.",
„Een Boedhistische abt? Maar hoe
komt u
Toen Dr Burritt de geschiedenis gehoord
had, begreep hij hun verlangen.
„Als ik een Rockefeller of een Pierpont
Morgan of de een of andere millionair
was, zou ik dat klooster begiftigen", zei hij
„Forsyth is een zendeüng, Dr Wang
Hi is er een, ik ben er een, maar, me
vrouw Forsyth, in weerwil van zijn hei
dens che leer, beschaamt die oude abt
menigeen, die zich met den Christennaam
tooit."
En misschien had hij wel gelijk.
EINDE.