DE ZEEUW TWEEDE BLm, Voor den Zondag. Gemengd Nieuws. ■ORMASIC^^ Wat er deze week voorviel. Yoor lie JeHgd. Zoeklichtjes. VAN ZATERDAG 9 APRIL 1927, No. 162. mmgimmmmtonmwtsvmvasMMt. i»i" M De glorie van het Kruis. Heden zult gij met Mij in liet Paradijs zijn. Luk. 23:43. Als Jezus sterft, vraagt Hij n'et om ons modelijden. Hem dat te willen opdringen, is zelfs zondige inbeelding, alsof gij met. uw deernis Ilem zijn diepe smart ver zachten koiidt. Koer de rollen toch niet om. Hij kwam om voor u t.e lijden, om u van uw diepe gekrenktheid te troosten, en aan u te too n e n, niet om het van u te ervare n, hoe diep de waarachtige toe wijding oener zichzelf ganscbelijk verloo chenende liefde gaat. Een Middelaar, die in zijn stervensangst mot zijn eigen leed begaan was en u bij dat leed om medelijden vroeg, zou uw Verlosser niet zijn kunnen. Jezus sterft wezenlijk; lijdt wezenlijk; het is geen schijn, maar wel waarlijk on duldbare smart, waaronder Hij verzinkt; cn als Hij klaagt: „Mij dorst!" of schreit: „Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?" dan hoort gij een toon, die u zegt, hoe onbeschrijfelijk bang en ver pletterend dat diepe lijden door Jezus, ge voeld en ervaren wordt. De Hoe re Jezus is op het kruis niet met zichzelf bezig. Hij is bezig, Hij: is vervuld, niet met zijn eigen kommer, maar met den kommer van anderen. Straks mei een Maria en Johannes. Zoo even pas met de handlangers van het ge recht, voor wie Hij bidt: „Vader, vergeef het hun, want ze weten niet, wat ze doen!" Én nu weer troost Hij dien man, die daar naast Hein ook aan een kruis hangt te sterven, en roept hem toe: „He den zult gij met mij in het paradijs zijn!" Dat woord was allereerst voor dien man. Die- man was ook een mensch. Een mensch, van wien Jezus meer wist, dan wij van lv-m weten. Een man, wiens leven een schrikkelijke uitbreking van ongerech tigheid was geworden. Bij wion het zelfs tot een moord was gekomen. En zoo hing hij daar dan nu. De toorn verslond hem. En hijzelf besefte het: Zijn sterven was naar recht. En in dat zeggen sloeg- zijn hart om. De Heilige Geest sloeg do vonk des levens in zijn hart. En toen hij Jezus aanzag, al begreep hij het nog niet, toen was die Jezus hem reeds iets heel anders dan een medege- kruisigde-, en toen geloofde hij', en toen hoorde hij het zoo heerlijk van Jezus' lip pen: „Heden zult gij met mij in het para dijs zijn!" Maar toch, dal zeggen was niet voor dien man alleen. Die man was door Gods raad besteld. Die man m o e s t daar hangen. Die leven de mensch, die daar stierf in zijn blo-e-d en naar Jezus riep en nog in zijn sterven zalig werd gesproken, was daar veror dend hij het kruis, om van dat kruis voor menige ziel leven te doen uitgaan. O, wie zal ze opsommen, wie zal ze in getale bijeenbrengen, die legioenen van beangste en verslagen zielen, die door dien moordenaar bij het kruis nog in Jezus ge- looven dorsten! Maar hiermee is niet genoeg gezegd. Neen, die moordenaar bij het kruis van Jezus, aan zijn eigen kruis stervend, is niet enkel voor oude- zondaars en zonda ressen op hun sterfbed een star der hope, maar is een onderrichting van Godswege voor' -een iegeiijken mensch. Want om de zaligspreking van dien moordenaar op uzelf toe te passen, moet gijzelf als die moordenaar bij het kruis van Jezus zijn. Die man hing daar te sterven met het volle besef, dat hij onder de wet Gods be zweek, omdat hij die wet had overtre den. Hij zei: Ik lijd naar recht! Hij gaf zichzelven op, en bezweek onder Gods toorn. Hij had niets meer tegen te spre ken. Hij stierf zijn vreeselijken dood zon der morren, en het laatste woord, dat over zijn lippen kwam, was: Het is naar recht. En zoo nu moet alle man en alle vrouw naast Jezus bij zijn kruis verkeeren. Wie hij dat kruis gaat staan, om er re devoeringen en ve-rtoogen over de liefde Gods te houden, dien raakt dat kruis niet. Wie er bij komt om medelijden met Jezus te hebben, keert de zaken om. En al wie er waarlijk zalig door wil worden, -die moet precies bij dat kruis als di-e- moordenaar doen, en zichzelven geheel opgeven, en erkennen, dat hij onder Gods wet bezwijkt, cn aan het recht Gods de eere geven, en zoo stervend in zelfvernieti ging opzien naar Hem, die daar stierf voor zonde, die Hij nooit gedaan hacl. En daarom, nu weer dat Kruis, in deze dagen van hoogheilige gedachtenis, als voor uwe oogen gete-ekend werd, en weer de vraag tot u kwamj of ge aan de vrucht van dat kruis voor uzelf deel hebt, o, on derzoek nu toch en doorzoek u zei ven, of ge- wel zóó diep reods wegzonkt, dat gij in die-n moordenaar aan het vloekhout uzelven terugvondt. Of gt, al die valsche en ingebeelde kruis- beschouwing er aan gevende, nu- eindelijk ook voor uw eigen ziel gevoeld hebt: „Ik beo die man. Ik moet onder Gods wet be zwijken, o God, ik verga naar recht!" e-n of gei dan in uw doodsbenauwing er nog bij blijft roepen: „Maar Jezus, die sterft onschuldig!" E* dan zult ge het ervaren, dan, o, dón DE KONINGIN-MOEDER LEGDE DEN EERSTEN STEEN VOOR HET JULIANA ZIEKEN HUIS AAN DE Dr VAN WELYLAAN IN DEN HAAG. Wij maakten bovenstaande foto van Hare Majesteit, ter wijl zij juist het zware blok op de specie zou laten zakken. gaat u liet licht ten leste op, dan keert die Heiland zich ook naar u toe, en terwijl ge tot dusver nog altoos slingeren bleefl en altoos in tweestrijd bleeft hangen, hoort ge nu dan eindelijk ook tot uwe ziel de zalige verzekering komen: „Heden zult ook gij- met mij- in het paradijs zijn!" li e d e u want in die ure zelve zal de zielezaligheid, die u verrukt en vervult, reeds- een paradijs om u en in uw ziel worden. Maar ook „heden" in dat „eeuwig heden", want niemand heeft ooit als die moordenaar bij- Jezus' kruis verkeerd, of hij juicht eens voor eeuwig. Zoo naast Hem. dat is gered door Hem, en dus ook eeuwig m e t Hem. O glorie van het kruis! Oud Moravisch lied. 't Geloof, het is een levenskracht, Die vasthoudt aan Gods Woord en macht Een vast en hart'lijk toevoorzicht, Dat zich alleen naar Christus richt. 't Ge-loof vindt in den Heer' alleen Al wat w' ontberen hier ben-een, Het maakt ons Christus' deelgenoot; 't Heeft eeuwig leven in zijn schoot. 'I. Ge-loof werkt vree voor elk gewis, Die om zijn zonden droevig is, 't Geloof geeft eer aan God alleen, En 't maakt ons kind,'ren Gods meteen. 't Geloof brengt rechte liefde voort, En hoopt op Gods beloftewoord; 't Geloof brengt vreugde in n-oe-d: en dood,. Belijdt, en maakt den Ile-ere groot. Knielt voor des eeuw'gen Vaders troo-n, Die ons 't geloof gaf in Zijn Zo-on, ln Jezus, onze levenszon, In Jezus, onze levensbron! Verleen ons uit Uw volheid, Heer', Hot recht gelooven tot Uw eer! Dan is der zielen zaligheid En 't hemelrijk voor ons bereid! P. Ootterbaan. f lil „Het Tarief", het orgaan van do Federatie van Boe-kdrukkerspatroons, lezen we in verband met liet overlijden van den heer P. Oosterbaan te Goes, het volgende: Ooste-rbaan is niet mee-r! Do gezondheidstoestand van collega Oosterbaan was al langen tijd wankel. Het hart was niet in orde. Voor herstel vertoefde hij buitenslands. Op 50-jarig-en leeftijd is hij aldaar uit hei leven weggerukt. Me-t-hem is oen groote werkkracht heen gegaan. Zijn collega's in het district Zee-land eerden in hem hun Voorzitter, die op uitnemende, prettige wij-ze de districts vergaderingen wist- te leiden. Hij Avas steeds goed op de- hoogte met de te be handelen zaken en zijn woord had grooten invloed. Hij sprak gemakkelijk en was een goed organisator. Steeds heerschte onder zijn leiding de beste samenwerking. Hij zette met zeldzame energie door, wat hij meende dat goed was. Oosterbaan he-eft hard gewerkt en daar aan is het zeer zeker te danken, dat hii de zaak, waarin hij als deelgenoot werd opgenomen, tol grooten bloei heeft weten te brengen. Menschelijikerwijs gesproken, zou men geneigd zijn te zeggen, dat zijn leven niet zoo vroeg geëindigd zou zijn, als hij- zich meer ontzien had. Hij had een te werkzame natuur en vergde te veel va.n zijn lichaamskrachten. Zijn plaats als Districts-Voorzittcr is niet gemakkelijk in te nemen! 1 Zijn vrouw, zijn drie dochters, zijn zaak, zijn collega's, zijn uitgebreide-n vrien denkring, zij allen zullen hem missen. Zij allen zullen zijn nagedachtenis in hooge ©ere houden. En ons, die hem in zijn dood nastaren, zegt ons zijn heengaan, dat het leven broos is en wij den dag onzes doods niet weten. Bedenken wij allen, dat wij leven om ook eenmaal te sterven! A. D. LITTOOIJ, 2de- Voorz. District Zeeland. Middelburg, 4 April 1927. Aan slag in e e-n t r e 1 n. Dinsdag avond is in den trein van Parijs naar Versailles een aanslag gepleegd. In «en coupé zaten een dame en de heer del Oampo, secretaris der Ohileensche legaties ta Parijs; eensklaps ging onder het rijden het portier open en verscheen er een man met een pet o-p, die een revolver i ojp den heer del Oampo richtte" en zij-n eischte. De legatiesecretaris beant woordde dezen eisch met oen slag met zijn wandelstok afp den arm van den binnendringer. Ei' klonk eèn. knal en het je-ctiel kwam terecht in den kno-p van den stok. De revolver viel op den vloer en de' -eigenaar er van haastte zich nit den in ebweging zijnden trein te springen. Zoodra de aanvaller was binnengeko men, had de in den coupé zittende dame het andere portier geopend en had zij langs de treeplank het aangrenzende coim- pa-rtement bereikt. Een dame, die daar zat, trok aan de noodrem. De trein hield stil en het personeel en eanige reizigers vervolgden den dader, die evenwel wist to verdwijnen. E-en reiziger vond een pet c-p de baan, vermoedelijk het hoofddeksel van den gezochte. 1FT<: Ri i7r»iuncDc Te Genève is deze wee-k tot voorberei ding van de ontwapeningsconfe rentie een hoogst belangrijk debat ge voerd, een debat, dat vooral hierom van zooveel beteekenis was, omdat er in uit kwam de sterke tegenstelling in belangen tussehen Frankrijk en Engeland. Als de mooie woorden, die iedere minister in elk der vroegere geallieerde landen vrijwel periodiek laat hooren, eens ingeruild moe ten worden voor concrete voorstellen, ko men de moeilijkheden pas bloot. Zoo streeft Frankrijk een beperking van 'per soneel n materieel van de vloot na, terwijl Engeland zich totdusver tegen elke beperking van het personeel verzet. Frankrijk wensebt verder een beperking van de totale tonnenmaat van dc oorlogs schepen en E-ngeland een beperking vol gens de klasse der schepen. Ten aanzien van de luchtmacht hebben zich derge lijke verschillen van meening geopen baard. Geen wonder, dat het niet ontbree-kt aan sceptische stemmen over den afloop van het debat. Tot eere van Nederland en zijn vertegenwoordiger zij nog opge merkt, dat ons land op deze vóór-confe rentie met mr Rutgers een go-ed figuur maakt. Reeds enkele malen heeft hij een belangwekkende en met veel aandacht aangehoorde rede uitgesproken. In Engeland is er veel stof opge jaagd door de indiening bij het Lagerhuis van de reeds lang aangekondigde z.g.n. vakvereenigingswet, een wet van een scherp, bijzonder conservatief karakter. En ze heeft dan o-ok in de kringen van de Arbeiderspartij en van de vakverc&ni- gingen, maar ook wel daarbuiten, een ge weldige verontwaardiging gewekt- Aanleiding tot de wet is natuurlijk de -algemeene staking van het vorige jaar. Men hoopt thans zulke stakingen te kun nen voorkomen door alle stakingen on wettig te verklaren, welke niet slechts do oplossing van een arbeidsconflict in een bepaalde industrie betreffen, maar daarnevens ten doel hebben op de re geering of de gemeenschap pressie te oefenen. Ook financieele onderstem uilig van zulk een staking is onwettig. Onwet tig is eveneens het posten, indien dat den vorm aanneemt van intimidatie, vrij heidsbelemmering, rustverstoring. Het zal een heete strijd in het Lager huis worden! Omtrent het Balkan-conflict is noig niet veel meer te melden, dan dat de besprekingen tussehen Mussolini en -den Zuid-Slavischen gezant over de Albaneesche kwestie begonnen zijn. Uit China kwamen deze week geen bijzondere berichten. Alleen werd melding gemaakt van een iuval in de Russische Ambassade te Peking. Daardoor dreigt nu een conflict tussehen Noord-Ghina en Sovjet-Rusland. Onze Tweede Kamer is, na wat kleingoed afgewerkt te hebben, maar weer op vacantie, ditmaal tot 10 Mei, gegaan. Het blijkt wel, dat er niet veel werk in den parlementairen winkel is. Komt er te wei nig uit handen van de extra-parlementaire ministers? Er zullen wel weinig menschen in den lande gevonden worden, die dit jaar zoo gemakkelijk f'5000 verdienen als de Tweede Kamerleden! De Eerste Kamer zit nog ('t is half April) midden in Ren begrootingsar- beid. Maar zij: is wat opgehouden door de ■behandeling van 'tBelgisch Verdrag. Deze week was wel uitermate belang rijk door de Statenverkiezingen. De uitslag was in 't alge-meen genomen voor de A.-R. partij niet gunstig. Er was bijna geen provincie of er werd een zetel in Zuid-Holland wel drie verspeeld. Ook de Chr.-Historischen leden vooral in Zuid- en Noord-Holland verliezen. Tot ernst stemt zeker de. beduidende groei van 't soe.-dem. en vrijz.-dem. stemmen- tal. De strijd gaat al meer tegen rood en rose. Ook de partijen, die altijd fel tegen Rome optreden (H. G. S. en Stk. Geref.) boekten winst, maar opmerkelijk is, dat de Roomsch-Ivatholieken vrijwel op gelijke kracht zijn gebleven. Natuurlijk zijn er op deze algemeene conclusies, plaatselijke en districts-uitzon- deringen, maar die zullen door de naast belanghebbenden wel opgemerkt zijn. In 't begin dezer week overleed een man, die vooral in onze provincie (in school-, politieke, middenstands- en werk geverskringen), maar ook daarbuiten groote bekendheid had verworven, n.l. de heer P. Oosterbaan. Hij heeft inder daad, zoolang hij kon, misschien wel lan ger dan hij kon, hard gewerkt. Zijn ar beidzaamheid, practische zin en organi satie-talent waren bekend aan ieder, die met hem in aanraking kwam. Trooste de Heere de bedroefde weduwe en kinde-" ren en geve Hij ons weer mannen, die het werk, waaraan de heer Oosterbaan is ontvallen, overnemen en met even groote toewijding en trouw als hij verrich ten. Beste Jongens en Meisjes. Het zijn al weer de laatste prijsraadsels, dat wil zeggen, dat de volgende week (16 April) de uitslag van de prijzen er in staat. Zooals jullie wel weten is 't maar een heele korte week, want Vrijdag (Goede Vrijdag) verschijnt de krant niet. Nu wou ik toch nog graag voor Paschen de namen van de prijswinnaars er in zetten, omdat ik weet, hoe nieuwsgierig jullie daar naar zijn. jNTu kan dat wel, maar dan moeten al de neefjes en nichtjes een beetje meehel pen, door de oplossingen zoo vroeg moge lijk in te sturen. Laten we dan zoo afspre ken, dat al de briefjes, dus ook van hen die ze allemaal tegelijk insturen, u i t e r- 1 ij k Donderdag in mijn bezit zijn. Als jul lie flink je best doen, zal 't wel gaan, want de raadsels zijn niet moeilijk. En dat jullie goed je best kunnen doen heb ik wel ge merkt uit de briefjes, waarin mij geschre ven werd over mooie cijfers of van som migen ook dat ze overgegaan waren. Op die manier kan ik echt trotsch op jullie zijn. Nu laat ik eerst de briefjes volgen: Goes. „Leergraag". Ja, je kunt soms nog wel eens iets leeren van de raadsels. Je oplossingen waren goed. „Goudblond- je". Ik had je al gemist, maar om 't mooie weer ga je mij toch niet vergeten. Is 't wel? „Anemoontje". Krijg ik ditmaal van jou ook weer een briefje, anders raakt jou plaatsje leeg. „Bellefleurtje". Het raadsel was toch niet te moeilijk? Hoe gaat het met je broertje? „Erica". Het nieuwe ver haal zal wel mooi worden. Knap hoor! dat je het extra raadsel ook kon vinden. „Boschviooltje". Het was vreeslijk weer hè en dan moest je nog zoover loopen. Vroe ger heb ik ook de bof gehad. „Gladiolus". Wil je 'N. de groeten eens terug doen. Wie had dien naam zoo mooi er onder geschre ven? Allen gefeliciteerd met vaders ver jaardag. „Talbot". Jullie briefjes waren nog best op tijd hoor. Vrijdagmorgen dat is wat laat. „Henri Ford". Als ik eens een klein plaatsje over heb, zal ik het er in zetten hoor! Je hebt 't leuk gedaan. „Moe ders hulp". Ben je nu weer heelemaal be ter. Dan is 't wel een prettig werkje hè? Je moet maar voorzichtig zijn met dit gure weer. „Bruinoog". Wist jij dit keer niet veel te vertellen? Je briefje zag er keurig uit, met die roode inkt erbij. „Ganzestat- ter". Ja, dat versje was ook een raadseltje. Ik denk dat je het wel kunt rad-en. De an deren waren ook goed. Oost-Souburg. „G. W.". Zoo is 't natuurlijk ook goed. Ik weet best wie je bent. En hoe bevalt het je thuis? „Roosje". Stuur jij ze nu ook weer in, dat zal een dikke brief worden. „Beertje". Jij had 't zeker niet naar je zin tussehen al die bloe men, maar er is nu b.v. ook „Kazan". Kloe tinge. „Kabouterkoning". Nog wed gefeliciteerd met de jarigen. Dat laat ste wat je schreef is zoo heerlijk in huis hè? „Jan de Lapper". Wat leuk dat je mij een briefje in 't Fransch stuurde. Je wordt op die manier een echte Franschman. „Vergeet-mij-nietje". 't Raadsel kan ik misschien wel gebruiken. Gezellig als er zooveel zijn hè? „Rozeknopje". Vergeet- mij-nietje heeft beter opgepast, of is je briefje soms niet terecht gekomen? „Sneeuwvlokje". Ja hoor, er is nog een plaatsje over, ik denk dat ze het in KI. wel leuk vinden. Wat een aardigen naam heb jij bedacht. Ellewoutsdijk. „Roodhuid". Nu zal ik je maar weer gelukwenschen met den verjaardag van je zuster. Nu zijn het pas de laatste raadsels. Colijnsplaat. „Zonnezus". Prettig Onder de vele verkiezingsuitslagen trok in 't bijzond/er die uit Goes mijn aan dacht. De cijfers lee-ren toch, dat de linksche partijen 1G24 stemmen op zich vereenig- den, terwijl op de ca-ndidaten van de rechtsche partijen 2101 stemmen werden uitgebracht. De rechterzijde is dus ver in de meer derheid onder de kiezers. Maar in den gemeenteraad is het precies andersom en staat het 7 links tegen 6 rechts. De rechtsche partijen weten dus wat zij te doen hebben. i Met name de Chr.-Historischen zullen e-r voor hebben te zorgen, dat zij hunne positie in den Raad versterken. De wanverhouding die nu bestaat mag niet langer bestendigd blijven. Dei gemeenteraad van Goes kón worden omgezet. En omdat het kan, moet het ook ge beuren. Aangepakt daarom vrienden in de Ganz-estad! OPMERKER. dat S. G. weer mee doet; is het je vrien dinnetje? Het hindert niets als je het ex tra-raadsel niet kunt vinden. „G. S.". (Ver geet-mij-nietje). Ik zet je er nu meteen weer bij. Doch ik heb jou niet vergeten, maar jij mij. Heb je nu meer tijd? Krabbendijke. „Dahlia". Den vol genden keer zal ik dat spreekwoord er eens in. zetten. Kom je iedere week in Goes? „Kruidje-roer-me-niet". Ik zal maar oppassen dat ik nooit bij je broer kom. Ja het wordt nu weer een mooie tijd. Het is 'een lang verhaal. „Sleutelbloempje". Je hebt gelijk, het is een appel, maar een peer kan natuurlijk ook heel goed. „Fazant". Dat heb jij mis geraden, want ik bedoelde K. niet, maar je vlieger of die in de wol ken was? „Kamperfoelie". Een jaar gaat nog al gauw hè, en wat ga je dan doen, of moet je daar nog eens over denken? „Ma deliefje". Gaan jullie het in 't vervolg altijd samen doen? Van den winter zal 't weer beter gaan. Denk je ook niet? „Luister vink". Nu moet je goed luisteren: „Denk er om dat het weer de laatste raadsels zijn". Serooskerke. „Landkrab". Ik zal 't er wel inzetten wanneer ze weer inge stuurd moeten worden. Nu begrijp ik 't be ter. „Reus". Jij krijgt het nu Zeker druk ker? Heb je nog tijd voor de raadsels? Rilland. „Bruinoogje". Ik geloof dat jij een nieuweling bent. Leuk dat je ook meedoet. Hoe is 't nu met de kiespijn? Koudekerke. „Maarten Harp. Tromp", 't Is niets erg, als je het eens een keertje niet hebt. Hoe oud ben je? Vindt zus het prettig op school? Heinkenszand. „Kazan". Jon gen, gefeliciteerd hoor! Iedereen vergist zich wel eens. Zoo heb ik verleden week jou naam verkeerd geschreven. „Pie- ter Marits". Dat dacht ik wel dat jullie vrienden waren. Neen, ik ken ze ook niet allemaal. Je hebt een 10 voor 't schrijven. „Piet van Dorp". Dezen keer stuur jij ze zeker ook weer in; ik denk dat de anderen het dan ook doen. Kruiningen. „Bloemenmeisje7. En ga je nu je moeder helpen, of weet je dat nog niet? „Flora's kind". Heb je het nog druk, of is de zieke weer hersteld? „Ami ce". Wat is dat een versjesschrift? Ik vind dat je vader gelijk heeft. Is de bril al weer gezond? Neen, in N. ben ik nooit geweest. „Zeeman". Van jou heb ik ook in een tijd niets gehoord? Deze week verwacht ik veel briefjes. Arnemuiden. „Visschertje". 't Briefje kan niet iederen keer even lang zijn hè? Ik weet ook wel eens weinig te vertellen. Nieuwdorp. „Mulderinnetje". Ja, het was wel de bedoeling het jaartal er bij te zetten, want ik was 't vergeten. Je hebt het goed onthouden. „Dagbloem", Ik denk dat jij dit keer het kleine raadsel wel kan vinden. „Juffertje-in-'t Groen". Wil je mij nog eens schrijven hoe oud je bent, en wanneer 'tje verjaardag is? „Winter- louwtje". Vind je de extra-raadsels erg moeilijk? 'sH. H.kinderea „Lerngern". Ieder jaargetijde heeft weer zijn eigen genoe gens. Ik heb ook wel eens geslagbald. 't Was een prettige brief. „Lentebloempje". Ja, die boeken heb ik gelezen Ze hebben goed om je gedacht. Krijg ik ook wel eens een briefje op 't nieuwe papier? „De Ge broeders". Gefeliciteerd met moeder's ver jaardag. Moge God haar nog langen tijd sparen. Ik dank jullie wel voor dat por tretje, en ik vond het heel leuk. 't Was echt een verrassing. „Het Viertal". Is B. weer opgeknapt? Prettig dat jullie allemaal overgaan. Neen, met die rapporten dat kon niet goed. Je schreef toch een langen brief. „Sneeuwklokje". Fijn, dat Kr. gauw thuis komt; ze is een heele tijd weg ge-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1927 | | pagina 5