DE ZEEUW
TWEEDE BLm,
Voor den Zondag.
Gemengd Nieuws.
■ORMASIC^^
Wat er deze week voorviel.
Yoor lie JeHgd.
Zoeklichtjes.
VAN
ZATERDAG 9 APRIL 1927, No. 162.
mmgimmmmtonmwtsvmvasMMt. i»i" M
De glorie van het Kruis.
Heden zult gij met Mij in liet
Paradijs zijn. Luk. 23:43.
Als Jezus sterft, vraagt Hij n'et om ons
modelijden. Hem dat te willen opdringen,
is zelfs zondige inbeelding, alsof gij met.
uw deernis Ilem zijn diepe smart ver
zachten koiidt.
Koer de rollen toch niet om.
Hij kwam om voor u t.e lijden, om u
van uw diepe gekrenktheid te troosten, en
aan u te too n e n, niet om het van u te
ervare n, hoe diep de waarachtige toe
wijding oener zichzelf ganscbelijk verloo
chenende liefde gaat.
Een Middelaar, die in zijn stervensangst
mot zijn eigen leed begaan was en u bij
dat leed om medelijden vroeg, zou uw
Verlosser niet zijn kunnen.
Jezus sterft wezenlijk; lijdt wezenlijk;
het is geen schijn, maar wel waarlijk on
duldbare smart, waaronder Hij verzinkt;
cn als Hij klaagt: „Mij dorst!" of schreit:
„Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij
mij verlaten?" dan hoort gij een toon, die
u zegt, hoe onbeschrijfelijk bang en ver
pletterend dat diepe lijden door Jezus, ge
voeld en ervaren wordt.
De Hoe re Jezus is op het kruis niet
met zichzelf bezig. Hij is bezig, Hij: is
vervuld, niet met zijn eigen kommer,
maar met den kommer van anderen.
Straks mei een Maria en Johannes. Zoo
even pas met de handlangers van het ge
recht, voor wie Hij bidt: „Vader, vergeef
het hun, want ze weten niet, wat ze
doen!" Én nu weer troost Hij dien man,
die daar naast Hein ook aan een kruis
hangt te sterven, en roept hem toe: „He
den zult gij met mij in het paradijs zijn!"
Dat woord was allereerst voor dien
man.
Die- man was ook een mensch. Een
mensch, van wien Jezus meer wist, dan
wij van lv-m weten. Een man, wiens leven
een schrikkelijke uitbreking van ongerech
tigheid was geworden. Bij wion het zelfs
tot een moord was gekomen.
En zoo hing hij daar dan nu. De toorn
verslond hem. En hijzelf besefte het: Zijn
sterven was naar recht. En in dat zeggen
sloeg- zijn hart om. De Heilige Geest sloeg
do vonk des levens in zijn hart.
En toen hij Jezus aanzag, al begreep hij
het nog niet, toen was die Jezus hem
reeds iets heel anders dan een medege-
kruisigde-, en toen geloofde hij', en toen
hoorde hij het zoo heerlijk van Jezus' lip
pen: „Heden zult gij met mij in het para
dijs zijn!"
Maar toch, dal zeggen was niet voor
dien man alleen.
Die man was door Gods raad besteld.
Die man m o e s t daar hangen. Die leven
de mensch, die daar stierf in zijn blo-e-d en
naar Jezus riep en nog in zijn sterven
zalig werd gesproken, was daar veror
dend hij het kruis, om van dat kruis
voor menige ziel leven te doen uitgaan.
O, wie zal ze opsommen, wie zal ze in
getale bijeenbrengen, die legioenen van
beangste en verslagen zielen, die door dien
moordenaar bij het kruis nog in Jezus ge-
looven dorsten!
Maar hiermee is niet genoeg gezegd.
Neen, die moordenaar bij het kruis van
Jezus, aan zijn eigen kruis stervend, is
niet enkel voor oude- zondaars en zonda
ressen op hun sterfbed een star der hope,
maar is een onderrichting van Godswege
voor' -een iegeiijken mensch. Want om de
zaligspreking van dien moordenaar op
uzelf toe te passen, moet gijzelf als die
moordenaar bij het kruis van Jezus zijn.
Die man hing daar te sterven met het
volle besef, dat hij onder de wet Gods be
zweek, omdat hij die wet had overtre
den. Hij zei: Ik lijd naar recht! Hij gaf
zichzelven op, en bezweek onder Gods
toorn. Hij had niets meer tegen te spre
ken. Hij stierf zijn vreeselijken dood zon
der morren, en het laatste woord, dat over
zijn lippen kwam, was: Het is naar recht.
En zoo nu moet alle man en alle vrouw
naast Jezus bij zijn kruis verkeeren.
Wie hij dat kruis gaat staan, om er re
devoeringen en ve-rtoogen over de liefde
Gods te houden, dien raakt dat kruis niet.
Wie er bij komt om medelijden met Jezus
te hebben, keert de zaken om.
En al wie er waarlijk zalig door wil
worden, -die moet precies bij dat kruis als
di-e- moordenaar doen, en zichzelven geheel
opgeven, en erkennen, dat hij onder Gods
wet bezwijkt, cn aan het recht Gods de
eere geven, en zoo stervend in zelfvernieti
ging opzien naar Hem, die daar stierf
voor zonde, die Hij nooit gedaan hacl.
En daarom, nu weer dat Kruis, in deze
dagen van hoogheilige gedachtenis, als
voor uwe oogen gete-ekend werd, en weer
de vraag tot u kwamj of ge aan de vrucht
van dat kruis voor uzelf deel hebt, o, on
derzoek nu toch en doorzoek u zei ven, of
ge- wel zóó diep reods wegzonkt, dat gij
in die-n moordenaar aan het vloekhout
uzelven terugvondt.
Of gt, al die valsche en ingebeelde kruis-
beschouwing er aan gevende, nu- eindelijk
ook voor uw eigen ziel gevoeld hebt: „Ik
beo die man. Ik moet onder Gods wet be
zwijken, o God, ik verga naar recht!" e-n
of gei dan in uw doodsbenauwing er nog
bij blijft roepen: „Maar Jezus, die sterft
onschuldig!"
E* dan zult ge het ervaren, dan, o, dón
DE KONINGIN-MOEDER
LEGDE DEN
EERSTEN STEEN VOOR
HET JULIANA ZIEKEN
HUIS AAN DE
Dr VAN WELYLAAN
IN DEN HAAG.
Wij maakten bovenstaande
foto van Hare Majesteit, ter
wijl zij juist het zware blok
op de specie zou laten zakken.
gaat u liet licht ten leste op, dan keert die
Heiland zich ook naar u toe, en terwijl
ge tot dusver nog altoos slingeren bleefl
en altoos in tweestrijd bleeft hangen, hoort
ge nu dan eindelijk ook tot uwe ziel de
zalige verzekering komen: „Heden zult
ook gij- met mij- in het paradijs zijn!"
li e d e u want in die ure zelve zal de
zielezaligheid, die u verrukt en vervult,
reeds- een paradijs om u en in uw ziel
worden. Maar ook „heden" in dat „eeuwig
heden", want niemand heeft ooit als die
moordenaar bij- Jezus' kruis verkeerd, of
hij juicht eens voor eeuwig.
Zoo naast Hem. dat is gered door
Hem, en dus ook eeuwig m e t Hem.
O glorie van het kruis!
Oud Moravisch lied.
't Geloof, het is een levenskracht,
Die vasthoudt aan Gods Woord en macht
Een vast en hart'lijk toevoorzicht,
Dat zich alleen naar Christus richt.
't Ge-loof vindt in den Heer' alleen
Al wat w' ontberen hier ben-een,
Het maakt ons Christus' deelgenoot;
't Heeft eeuwig leven in zijn schoot.
'I. Ge-loof werkt vree voor elk gewis,
Die om zijn zonden droevig is,
't Geloof geeft eer aan God alleen,
En 't maakt ons kind,'ren Gods meteen.
't Geloof brengt rechte liefde voort,
En hoopt op Gods beloftewoord;
't Geloof brengt vreugde in n-oe-d: en dood,.
Belijdt, en maakt den Ile-ere groot.
Knielt voor des eeuw'gen Vaders troo-n,
Die ons 't geloof gaf in Zijn Zo-on,
ln Jezus, onze levenszon,
In Jezus, onze levensbron!
Verleen ons uit Uw volheid, Heer',
Hot recht gelooven tot Uw eer!
Dan is der zielen zaligheid
En 't hemelrijk voor ons bereid!
P. Ootterbaan. f
lil „Het Tarief", het orgaan van do
Federatie van Boe-kdrukkerspatroons, lezen
we in verband met liet overlijden van den
heer P. Oosterbaan te Goes, het volgende:
Ooste-rbaan is niet mee-r!
Do gezondheidstoestand van collega
Oosterbaan was al langen tijd wankel.
Het hart was niet in orde. Voor herstel
vertoefde hij buitenslands.
Op 50-jarig-en leeftijd is hij aldaar uit
hei leven weggerukt.
Me-t-hem is oen groote werkkracht heen
gegaan.
Zijn collega's in het district Zee-land
eerden in hem hun Voorzitter, die op
uitnemende, prettige wij-ze de districts
vergaderingen wist- te leiden. Hij Avas
steeds goed op de- hoogte met de te be
handelen zaken en zijn woord had grooten
invloed. Hij sprak gemakkelijk en was
een goed organisator. Steeds heerschte
onder zijn leiding de beste samenwerking.
Hij zette met zeldzame energie door, wat
hij meende dat goed was.
Oosterbaan he-eft hard gewerkt en daar
aan is het zeer zeker te danken, dat hii
de zaak, waarin hij als deelgenoot werd
opgenomen, tol grooten bloei heeft weten
te brengen.
Menschelijikerwijs gesproken, zou men
geneigd zijn te zeggen, dat zijn leven
niet zoo vroeg geëindigd zou zijn, als
hij- zich meer ontzien had. Hij had een te
werkzame natuur en vergde te veel va.n
zijn lichaamskrachten.
Zijn plaats als Districts-Voorzittcr is niet
gemakkelijk in te nemen! 1
Zijn vrouw, zijn drie dochters, zijn
zaak, zijn collega's, zijn uitgebreide-n vrien
denkring, zij allen zullen hem missen.
Zij allen zullen zijn nagedachtenis in
hooge ©ere houden.
En ons, die hem in zijn dood nastaren,
zegt ons zijn heengaan, dat het leven
broos is en wij den dag onzes doods
niet weten.
Bedenken wij allen, dat wij leven om
ook eenmaal te sterven!
A. D. LITTOOIJ,
2de- Voorz. District Zeeland.
Middelburg, 4 April 1927.
Aan slag in e e-n t r e 1 n. Dinsdag
avond is in den trein van Parijs naar
Versailles een aanslag gepleegd. In «en
coupé zaten een dame en de heer del
Oampo, secretaris der Ohileensche legaties
ta Parijs; eensklaps ging onder het rijden
het portier open en verscheen er een
man met een pet o-p, die een revolver
i ojp den heer del Oampo richtte" en zij-n
eischte. De legatiesecretaris beant
woordde dezen eisch met oen slag met
zijn wandelstok afp den arm van den
binnendringer. Ei' klonk eèn. knal en het
je-ctiel kwam terecht in den kno-p van den
stok. De revolver viel op den vloer en de'
-eigenaar er van haastte zich nit den in
ebweging zijnden trein te springen.
Zoodra de aanvaller was binnengeko
men, had de in den coupé zittende dame
het andere portier geopend en had zij
langs de treeplank het aangrenzende coim-
pa-rtement bereikt. Een dame, die daar
zat, trok aan de noodrem. De trein hield
stil en het personeel en eanige reizigers
vervolgden den dader, die evenwel wist
to verdwijnen. E-en reiziger vond een pet
c-p de baan, vermoedelijk het hoofddeksel
van den gezochte.
1FT<: Ri i7r»iuncDc
Te Genève is deze wee-k tot voorberei
ding van de ontwapeningsconfe
rentie een hoogst belangrijk debat ge
voerd, een debat, dat vooral hierom van
zooveel beteekenis was, omdat er in uit
kwam de sterke tegenstelling in belangen
tussehen Frankrijk en Engeland. Als de
mooie woorden, die iedere minister in
elk der vroegere geallieerde landen vrijwel
periodiek laat hooren, eens ingeruild moe
ten worden voor concrete voorstellen, ko
men de moeilijkheden pas bloot. Zoo
streeft Frankrijk een beperking van 'per
soneel n materieel van de vloot na,
terwijl Engeland zich totdusver tegen elke
beperking van het personeel verzet.
Frankrijk wensebt verder een beperking
van de totale tonnenmaat van dc oorlogs
schepen en E-ngeland een beperking vol
gens de klasse der schepen. Ten aanzien
van de luchtmacht hebben zich derge
lijke verschillen van meening geopen
baard.
Geen wonder, dat het niet ontbree-kt
aan sceptische stemmen over den afloop
van het debat. Tot eere van Nederland
en zijn vertegenwoordiger zij nog opge
merkt, dat ons land op deze vóór-confe
rentie met mr Rutgers een go-ed figuur
maakt. Reeds enkele malen heeft hij een
belangwekkende en met veel aandacht
aangehoorde rede uitgesproken.
In Engeland is er veel stof opge
jaagd door de indiening bij het Lagerhuis
van de reeds lang aangekondigde z.g.n.
vakvereenigingswet, een wet van een
scherp, bijzonder conservatief karakter.
En ze heeft dan o-ok in de kringen van
de Arbeiderspartij en van de vakverc&ni-
gingen, maar ook wel daarbuiten, een ge
weldige verontwaardiging gewekt-
Aanleiding tot de wet is natuurlijk de
-algemeene staking van het vorige jaar.
Men hoopt thans zulke stakingen te kun
nen voorkomen door alle stakingen on
wettig te verklaren, welke niet slechts
do oplossing van een arbeidsconflict in
een bepaalde industrie betreffen, maar
daarnevens ten doel hebben op de re
geering of de gemeenschap pressie te
oefenen. Ook financieele onderstem uilig
van zulk een staking is onwettig. Onwet
tig is eveneens het posten, indien dat
den vorm aanneemt van intimidatie, vrij
heidsbelemmering, rustverstoring.
Het zal een heete strijd in het Lager
huis worden!
Omtrent het Balkan-conflict is
noig niet veel meer te melden, dan dat
de besprekingen tussehen Mussolini en
-den Zuid-Slavischen gezant over de
Albaneesche kwestie begonnen zijn.
Uit China kwamen deze week geen
bijzondere berichten. Alleen werd melding
gemaakt van een iuval in de Russische
Ambassade te Peking. Daardoor dreigt
nu een conflict tussehen Noord-Ghina en
Sovjet-Rusland.
Onze Tweede Kamer is, na wat
kleingoed afgewerkt te hebben, maar weer
op vacantie, ditmaal tot 10 Mei, gegaan.
Het blijkt wel, dat er niet veel werk in den
parlementairen winkel is. Komt er te wei
nig uit handen van de extra-parlementaire
ministers? Er zullen wel weinig menschen
in den lande gevonden worden, die dit
jaar zoo gemakkelijk f'5000 verdienen
als de Tweede Kamerleden!
De Eerste Kamer zit nog ('t is
half April) midden in Ren begrootingsar-
beid. Maar zij: is wat opgehouden door de
■behandeling van 'tBelgisch Verdrag.
Deze week was wel uitermate belang
rijk door de Statenverkiezingen.
De uitslag was in 't alge-meen genomen
voor de A.-R. partij niet gunstig. Er was
bijna geen provincie of er werd een zetel
in Zuid-Holland wel drie verspeeld.
Ook de Chr.-Historischen leden vooral in
Zuid- en Noord-Holland verliezen. Tot
ernst stemt zeker de. beduidende groei
van 't soe.-dem. en vrijz.-dem. stemmen-
tal. De strijd gaat al meer tegen rood
en rose. Ook de partijen, die altijd fel
tegen Rome optreden (H. G. S. en Stk.
Geref.) boekten winst, maar opmerkelijk
is, dat de Roomsch-Ivatholieken vrijwel
op gelijke kracht zijn gebleven.
Natuurlijk zijn er op deze algemeene
conclusies, plaatselijke en districts-uitzon-
deringen, maar die zullen door de naast
belanghebbenden wel opgemerkt zijn.
In 't begin dezer week overleed een
man, die vooral in onze provincie (in
school-, politieke, middenstands- en werk
geverskringen), maar ook daarbuiten
groote bekendheid had verworven, n.l. de
heer P. Oosterbaan. Hij heeft inder
daad, zoolang hij kon, misschien wel lan
ger dan hij kon, hard gewerkt. Zijn ar
beidzaamheid, practische zin en organi
satie-talent waren bekend aan ieder, die
met hem in aanraking kwam. Trooste de
Heere de bedroefde weduwe en kinde-"
ren en geve Hij ons weer mannen, die
het werk, waaraan de heer Oosterbaan
is ontvallen, overnemen en met even
groote toewijding en trouw als hij verrich
ten.
Beste Jongens en Meisjes.
Het zijn al weer de laatste prijsraadsels,
dat wil zeggen, dat de volgende week (16
April) de uitslag van de prijzen er in
staat. Zooals jullie wel weten is 't maar
een heele korte week, want Vrijdag (Goede
Vrijdag) verschijnt de krant niet. Nu wou
ik toch nog graag voor Paschen de namen
van de prijswinnaars er in zetten, omdat
ik weet, hoe nieuwsgierig jullie daar naar
zijn. jNTu kan dat wel, maar dan moeten al
de neefjes en nichtjes een beetje meehel
pen, door de oplossingen zoo vroeg moge
lijk in te sturen. Laten we dan zoo afspre
ken, dat al de briefjes, dus ook van hen
die ze allemaal tegelijk insturen, u i t e r-
1 ij k Donderdag in mijn bezit zijn. Als jul
lie flink je best doen, zal 't wel gaan, want
de raadsels zijn niet moeilijk. En dat jullie
goed je best kunnen doen heb ik wel ge
merkt uit de briefjes, waarin mij geschre
ven werd over mooie cijfers of van som
migen ook dat ze overgegaan waren. Op
die manier kan ik echt trotsch op jullie
zijn.
Nu laat ik eerst de briefjes volgen:
Goes. „Leergraag". Ja, je kunt soms
nog wel eens iets leeren van de raadsels.
Je oplossingen waren goed. „Goudblond-
je". Ik had je al gemist, maar om 't mooie
weer ga je mij toch niet vergeten. Is 't wel?
„Anemoontje". Krijg ik ditmaal van jou
ook weer een briefje, anders raakt jou
plaatsje leeg. „Bellefleurtje". Het raadsel
was toch niet te moeilijk? Hoe gaat het
met je broertje? „Erica". Het nieuwe ver
haal zal wel mooi worden. Knap hoor! dat
je het extra raadsel ook kon vinden.
„Boschviooltje". Het was vreeslijk weer hè
en dan moest je nog zoover loopen. Vroe
ger heb ik ook de bof gehad. „Gladiolus".
Wil je 'N. de groeten eens terug doen. Wie
had dien naam zoo mooi er onder geschre
ven? Allen gefeliciteerd met vaders ver
jaardag. „Talbot". Jullie briefjes waren
nog best op tijd hoor. Vrijdagmorgen dat is
wat laat. „Henri Ford". Als ik eens een
klein plaatsje over heb, zal ik het er in
zetten hoor! Je hebt 't leuk gedaan. „Moe
ders hulp". Ben je nu weer heelemaal be
ter. Dan is 't wel een prettig werkje hè?
Je moet maar voorzichtig zijn met dit gure
weer. „Bruinoog". Wist jij dit keer niet
veel te vertellen? Je briefje zag er keurig
uit, met die roode inkt erbij. „Ganzestat-
ter". Ja, dat versje was ook een raadseltje.
Ik denk dat je het wel kunt rad-en. De an
deren waren ook goed.
Oost-Souburg. „G. W.". Zoo is 't
natuurlijk ook goed. Ik weet best wie je
bent. En hoe bevalt het je thuis? „Roosje".
Stuur jij ze nu ook weer in, dat zal een
dikke brief worden. „Beertje". Jij had 't
zeker niet naar je zin tussehen al die bloe
men, maar er is nu b.v. ook „Kazan".
Kloe tinge. „Kabouterkoning". Nog
wed gefeliciteerd met de jarigen. Dat laat
ste wat je schreef is zoo heerlijk in huis
hè? „Jan de Lapper". Wat leuk dat je mij
een briefje in 't Fransch stuurde. Je wordt
op die manier een echte Franschman.
„Vergeet-mij-nietje". 't Raadsel kan ik
misschien wel gebruiken. Gezellig als er
zooveel zijn hè? „Rozeknopje". Vergeet-
mij-nietje heeft beter opgepast, of is je
briefje soms niet terecht gekomen?
„Sneeuwvlokje". Ja hoor, er is nog een
plaatsje over, ik denk dat ze het in KI. wel
leuk vinden. Wat een aardigen naam heb
jij bedacht.
Ellewoutsdijk. „Roodhuid". Nu
zal ik je maar weer gelukwenschen met
den verjaardag van je zuster. Nu zijn het
pas de laatste raadsels.
Colijnsplaat. „Zonnezus". Prettig
Onder de vele verkiezingsuitslagen trok
in 't bijzond/er die uit Goes mijn aan
dacht.
De cijfers lee-ren toch, dat de linksche
partijen 1G24 stemmen op zich vereenig-
den, terwijl op de ca-ndidaten van de
rechtsche partijen 2101 stemmen werden
uitgebracht.
De rechterzijde is dus ver in de meer
derheid onder de kiezers. Maar in den
gemeenteraad is het precies andersom en
staat het 7 links tegen 6 rechts.
De rechtsche partijen weten dus wat
zij te doen hebben. i
Met name de Chr.-Historischen zullen
e-r voor hebben te zorgen, dat zij hunne
positie in den Raad versterken.
De wanverhouding die nu bestaat mag
niet langer bestendigd blijven.
Dei gemeenteraad van Goes kón worden
omgezet.
En omdat het kan, moet het ook ge
beuren.
Aangepakt daarom vrienden in de
Ganz-estad!
OPMERKER.
dat S. G. weer mee doet; is het je vrien
dinnetje? Het hindert niets als je het ex
tra-raadsel niet kunt vinden. „G. S.". (Ver
geet-mij-nietje). Ik zet je er nu meteen
weer bij. Doch ik heb jou niet vergeten,
maar jij mij. Heb je nu meer tijd?
Krabbendijke. „Dahlia". Den vol
genden keer zal ik dat spreekwoord er
eens in. zetten. Kom je iedere week in
Goes? „Kruidje-roer-me-niet". Ik zal maar
oppassen dat ik nooit bij je broer kom. Ja
het wordt nu weer een mooie tijd. Het is
'een lang verhaal. „Sleutelbloempje". Je
hebt gelijk, het is een appel, maar een peer
kan natuurlijk ook heel goed. „Fazant".
Dat heb jij mis geraden, want ik bedoelde
K. niet, maar je vlieger of die in de wol
ken was? „Kamperfoelie". Een jaar gaat
nog al gauw hè, en wat ga je dan doen, of
moet je daar nog eens over denken? „Ma
deliefje". Gaan jullie het in 't vervolg altijd
samen doen? Van den winter zal 't weer
beter gaan. Denk je ook niet? „Luister
vink". Nu moet je goed luisteren: „Denk er
om dat het weer de laatste raadsels zijn".
Serooskerke. „Landkrab". Ik zal
't er wel inzetten wanneer ze weer inge
stuurd moeten worden. Nu begrijp ik 't be
ter. „Reus". Jij krijgt het nu Zeker druk
ker? Heb je nog tijd voor de raadsels?
Rilland. „Bruinoogje". Ik geloof dat
jij een nieuweling bent. Leuk dat je ook
meedoet. Hoe is 't nu met de kiespijn?
Koudekerke. „Maarten Harp.
Tromp", 't Is niets erg, als je het eens een
keertje niet hebt. Hoe oud ben je? Vindt
zus het prettig op school?
Heinkenszand. „Kazan". Jon
gen, gefeliciteerd hoor! Iedereen vergist
zich wel eens. Zoo heb ik verleden
week jou naam verkeerd geschreven. „Pie-
ter Marits". Dat dacht ik wel dat jullie
vrienden waren. Neen, ik ken ze ook niet
allemaal. Je hebt een 10 voor 't schrijven.
„Piet van Dorp". Dezen keer stuur jij ze
zeker ook weer in; ik denk dat de anderen
het dan ook doen.
Kruiningen. „Bloemenmeisje7. En
ga je nu je moeder helpen, of weet je dat
nog niet? „Flora's kind". Heb je het nog
druk, of is de zieke weer hersteld? „Ami
ce". Wat is dat een versjesschrift? Ik vind
dat je vader gelijk heeft. Is de bril al weer
gezond? Neen, in N. ben ik nooit geweest.
„Zeeman". Van jou heb ik ook in een tijd
niets gehoord? Deze week verwacht ik veel
briefjes.
Arnemuiden. „Visschertje". 't
Briefje kan niet iederen keer even lang
zijn hè? Ik weet ook wel eens weinig te
vertellen.
Nieuwdorp. „Mulderinnetje". Ja,
het was wel de bedoeling het jaartal er bij
te zetten, want ik was 't vergeten. Je hebt
het goed onthouden. „Dagbloem", Ik denk
dat jij dit keer het kleine raadsel wel kan
vinden. „Juffertje-in-'t Groen". Wil je mij
nog eens schrijven hoe oud je bent, en
wanneer 'tje verjaardag is? „Winter-
louwtje". Vind je de extra-raadsels erg
moeilijk?
'sH. H.kinderea „Lerngern". Ieder
jaargetijde heeft weer zijn eigen genoe
gens. Ik heb ook wel eens geslagbald. 't
Was een prettige brief. „Lentebloempje".
Ja, die boeken heb ik gelezen Ze hebben
goed om je gedacht. Krijg ik ook wel eens
een briefje op 't nieuwe papier? „De Ge
broeders". Gefeliciteerd met moeder's ver
jaardag. Moge God haar nog langen tijd
sparen. Ik dank jullie wel voor dat por
tretje, en ik vond het heel leuk. 't Was echt
een verrassing. „Het Viertal". Is B. weer
opgeknapt? Prettig dat jullie allemaal
overgaan. Neen, met die rapporten dat
kon niet goed. Je schreef toch een langen
brief. „Sneeuwklokje". Fijn, dat Kr. gauw
thuis komt; ze is een heele tijd weg ge-