m ZEEUW
1. Dakpannen
KATHLYN BARRINGTON.
HET ADRES
A. WILKINQ
TWEEDE BLAD,
Dit de Provincie.
Zoekliehtjes.
iragehouders.
pt Uwe
MIDDELEN
D. REST,
irborgd adres!
TE KOOP
lie prijzen
N GARAGE
dje te Terneuzen
rwoonhuis,
;e Dienstbodes
e Dienstbodes
FEUILLETON.
GOES HULST
BEVORDERT DEN EETLUST
VAN
ZATERDAG 19 MAART 1927, No. 144.
bij
ER, 60ES. Telef. 168.
BORSSELEN.
lavenmeester aldaar.
KOOP:
plaatsbare
ito's. Ook geschikt
is.
JONGE, Kloetinge.
and te koopi
12 a 13 Hectaren
in pacht kan volgen,
n bij F. STOFFELS,
elaar te Zaamslag.
2 .
KOOP:
akken voorzien, ook
zaak. Prijs billijk,
straat B 16, Souburg.
KOOP:
Celrad Zaaimachine
als nieuw en een
ardploegje. Uit voor-
ir de verstelbare
len Eggen, 4, 5, 6, 7
C. DE JAGER, Mach.
derij, Arnemuiden.
KOOP:
goed als nieuw, op
geslepen glazen,
en bij D. SINKE,
Kruiningen.
KOOP:
keur uit, aan de
tevens met Mei een
ekomende geviaagd:
)OD Jz., Middelburg.
lildersknechtf
Schilder, Aagtekerke.
t Mei
3, bakker, KIoetiDge
oor direct
1KOT—Vak Aarts**
Goes.
KRUIS-VER IJ DELING.
opdat het kruis van Christus
niet verijdeld worde.
1 Cor. 1:17.
Als ik een schilderij van Paulus moest
maken, of een standbeeld van hem moest
ontwerpen, gesteld dat ik liet vermocht,
dan zou ik den grooten heiden-Apostel
voorstellen met in de opgeheven hand
ern kruis. Wat is Paulus daarvan altijd
vol. Hij1 roemt in het kruis; hij predikt
het kruis; hij schrijft over het kruis en
hij al zijn werk staat dit ééne hem voor
oogen, dat het kruis niet verijdeld mag
worden. Dat zou vreeselijk zijn: het kruis
verijdeld! d.w.z. ontledigd, ontdaan van
zijn heerlijke volheid en zijn volle heer
lijkheid. Ja, dat zou vreeselijk zijn.
Het kruis van Christus spreekt immers,
ja zeker óók van den toorn Gods over
de zonde en van den vloek Gods en
van de straf Gods, maar juist daarom
en daardoor van een volheid van verge
ving en genade, en vrede en troost en
blijdschap en zegen en licht en leven,
die tot in alle eeuwigheid nooit is uit
te pulten. O, die heerlijke volheid; van
het kruis. En denk u nu eens in, wil
Paulus zeggen, dat dat kruis verijdeld, ont
ledigd zou worden1. Het is het eeniga
redmiddel voor een stervende, verloren
gaande wereld en dat redmiddel dan van
zijn kracht beroofdontzettend I
Door het kruis wordt de verloren zon
daar gered, de stervende zondaar behou
den, de treurende zondaar getroost, da
verdorven zondaar vernieuwd en als het
kruis verijdeld werd, zou dat alles voor
eeuwig onmogelijk; zijn.
Maar kan dat dan wel?
Gods werk (en het kruis is toch wel in
gansch bijzonderen zin Gods werk) kan
toch niet' ontledigd worden? In objectie
ven, voorwerpelijken zin, zeker néén!
Maar in subjectieven, onderwerpelijken
zin, ongetwijfeld ja! De zon kan nooit
door 'smenschen hand worden weggeno
men van haar plaats, maar wanneer
iemand op den vollen dag, de luiken
sluit van zijn kamer, dan heeft hij voor
zich en allen, die met hem in de kamer
zijn, de zon toch verijdeld.
Gods werk in en door Christus' kruis
kan de mensch nooit ongedaan maken,
maar de beteekenis en de vrucht van
dit werk voor zichzelven en voor an
deren verijdelen, ja helaas, dat kan de
mensch wèl.
Paulus noemt in dezen tekst zelf een
der oorzaken, waardoor dit gebeuren kan.
Hij spreekt over zijn roeping om het Evan
gelie te verkondigen en hij wil dat niet
doen met „wijsheid van woorden" opdat
het kruis niet verijdeld worde.
Kruisverijdeling.
Geschiedt het niet door de moderne
prediking, die Jezus ons teekent als den
ideaal-mensch, als het religieuze genie, als
het voorbeeld, dat boeit, maar van Hem
niet weten wil als de Zoon Gods, die
door God tot zonde voor ons gemaakt is,
opdat wij zouden worden rechtvaardigheid
Gods in Hem?
Kruisverijdeling.
Is niet ook de tijdgeest er op uil het
kruis te verijdelen? Zelfverlossing is dei
leuze, geen verlossing door den gekrui-
sigden Ghristu».
En het is zoo goed te begrijpen. Bij
do zelfverlossing blijft er roem voor den
mensch en het kruis slaat alle eigen
roem, alle hoogheid en eigen waan, alle
grootheid en eigengerechtigheid meier.
Het kruis roept over ons hoofd het
oordeel en den vloek en de verdoemenis
uit. Het kruis predikt; „menschenkind, gij
hebt niets en gij zij't niets en gij kunt
niets uit of van uzelven, waardoor gij
voor een heilig rechtvaardig God kunt
bestaan.
O, rijke, zelfgenoegzame, zelfvoldane
mensch, gij moet er heelemfial, healernfiél
onder, om langs dien wqg er heeldm&al,
heelemaal boven op 'te karnen." En ja,
dat is, wie zal het ontkennen, voor het
6) o—
Om Dr Forsyth scheen hij zich niet
meer te bekommeren. Deze keek. het drie-
lal verbaasd na. Toen hij het hotel binnen
trad, waren alle drie reeds verdwenen,
maar werd hij met aandachtigen blik ga
degeslagen door den mandarijn, die met
Kathlyn Barrington had gepraat in „Het
Paleis van de Tienduizend Genoegens".
HOOFDSTUK III.
De waarschuwing van den
Mandarijn.
Toen Dr Dick Forsyth naar de trap
stapte, zag hij ook de figuur in het zijden
need. Barington had gezegd, dat het de
gouverneur van de provincie was, waar
zjjn nieuwe werkkring zou zijn. Van ter
gde nam hij hem terdege op, terwijl hij
sPeelde met een kleinen, keurigen waaier
'an ivoor en zijde. Toen Forsyth den man-
darijn passeerde, wuifde Li-Weng-Ho
"aar hem met zijn waaier de Ghineesche
DE DEENSCHE KONING BEZOCHT DEZER DAGEN PARIJS.
B(J een bezoek aan President Doumergue. inspecteerde de Koning Christiaan X de eerewacht, die ter eere van hem was opgesteld.
De koning is de lange heer voor het paard.
vleeBch als doodelijk venijn. Daar willen
wei van nature niet aan.
Maar wie door genade tot hpt kruis
werd geleid, om daar God in Zijn recht
toe te vallen en zijn eigen doodvonnis
te onderschrijven, al was het met bevende
hand en sidderende ziel, o, die heeft
ook bij datzelfde kruis de volheid der
genade en der vergeving in zijn ziel
ontvangen, en die kan zingen met een
jubel in zijn stem;
Liefdel in U is al ons leven,
Gij, GD' zijt ons hoogste goed;
Ja,'Uw kruis heeft ons gegeven
Wat ons eeuwig juichen doet.
En dat kruis grijpen we aan en in
warme bezieling heffen we bet hoog op in
de biddend saamgevouwen handen. En
we laten het niet meer los, nooit meer.
Dat kruis is het Symbool onzer eeuwige
verlossing. Dat kruis is de gouden sleutel
van de deur van het Vaderhuis.
Maarhebt gij er wel eens over ge-
Jacht, gij die de hèerlijkheid van dat kruis
in uw eigen leven hebt ervaren, hoe gij,
óók gij nog zoo gemakkelijk dat kruis voor
anderen verijdelen kunt? Gij roemt in
het kruis, maar is uw levenswandel wel
in overeenstemming met uw belijdenis?
0, laten we bedenken, de wereld ziet
nauwlettend toe. En als gij, die u voor
een kruisbelijder uitgeeft en 's Zondags
uw hoogste lied uitzingt over het kruis,
in de week in uw zaken knoeit, in
uw omgang met uw personeel, in uw
werkkring op kantoor of winkel of fabriek,
of in uw verkeer met misschien nog
ongeloovige huisgenooten niet waarlijk u
ook een kruisbeléver toont, wat zal er
dan gebeuren?
Dit; dat het ongeloof zegt: Och wat,
die Christenen, die kerkloopers, die fij
nen, die zijn het ook niet hoor!"
En het gevolg is, dat voor zulken, die
'gij' door uw voorbeeld moest trekken, het
kruis verijdeld wordt. Ontzettend, gij' kruis-
b e 1 ij d e r en kruis v e r ij' d e 1 e r. O, zien
we dan toe, hoe wij voorzichtig wandelen,
biddend wandelen, als kinderen des lichts,
als kinderen des kruises, oipdat het kruis
in al zijn heerlijke volheid voor het oog
der wereld schitteren moge.
Met "het kruis bedoelen we in één
woord saam te vatten, heel het werk
van onzen gezegenden Zaligmaker. Wij lei.
zen, dat toen Jezus aan het kruis hing,
vele Joden voorbijgingen, schuddende
hunne hoofden en lasterende.
Misschien lastert gij niet; misschien
schudt gij uw hoofd niet, maar behoort
ge wellicht toch nog tot die voorbijgan
gers. Ik bid u, sta «til voor het kruis,
kniel neer bij het kruis, klem u vast
aan het kruis. Nog staat het in het licht,
manier van groeten. Daar de zendeling
geen waaier bij zich had, boog bij beleefd.
„Zoo, Dr Forsyth, u is aan de gevaren
van de stad ontkomen?,, zei de mandarijn,
met een deftig glimlachje.
Ling-Weng-Ho sprak in 't Engelsch met
een licht accent; en Dick Forsyth was
eenigszins verbaasd, minder door de taal,
waarin hij werd toegesproken dan wel
doordat de mandarijn blijkbaar zijn naam
wist.
Hij verborg zijn verrassing achter een
glimlachje, en antwoordde:
„Ik ken de omgeving hier nogal goed.
Ik heb geruimen tijd in een ziekenhuis
daar ginds gewerkt, en daar juffrouw
Barrington haar vader moest opzoeken,
vergezelde ik haar."
„0 zoo!"
De oogen van Li-Weng-Ho keken For
syth met ijskouden blik aan. Zijn gezicht
was totaal zonder uitdrukking en omtrent
de oorzaak van dien uitroep kon de En-
gelschman slechts onzekere gissingen ma
ken. Ineens evenwel scheen het gezicht
voor hem te ontdooien >en iets, dat op een
glimlach moest lijken, verscheen op het
gezicht van den mandarijn.
„Dr Forsyth, u wilt zeker wel een kopje
thee met me drinken?"
Hoewel hij door deze onverwachte uit-
het licht der genade. Strak» valt da Avond,
dan komt d© nacht, de macht dem doods
en 't kruis duikt weg, omherroapelijk wag
in de donkerheid.
Ik ben vermoeid.
Ik ben vermoeid van al mijn zonden,
Ik tors een last die mij bezwaart.
0 Heiland, die, bedekt met wonden,
Uw kruis gedragen hebt op aard.
Zie in mijn nood mij tot U vluchten,
Mijn zonden doen mij 't ergste duchten.
Hoor naar mijn kermen en mijn zuchten:
Ik ben vermoeid.
Ik ben vermoeid van al mijn pogen
Om goed te doen en 't kwaad te vlien,
'k Lig neer in machtloos onvermogen,
Wat ben ik in Uw heilige oogen?
Een zondaar die de hel verdien.
0 Heiland, zie mijn vruchteloos strijden,
Mijn diepen val, mijn bitter lijden.
Wil door een troostwoord mij verblijden;
Ik ben vermoeid.
Ik ben vermoeid van 't nutloos smeeken,
Daar 'k op den grond lig neergeknield.
'kBen moegeschreid en schier bezweken,
Daar wanhoop mijn gemoed bezielt.
Gelijk een beedlaar lig ik buiten,
Zal zich Uw oor voor altijd sluiten?
Zult Gij mij immer van U stuiten?
Ik ben vermoeid.
Ik ben vermoeid. En 't is rechtvaardig.
Ik heb mijn lot mij zelf bereid.
Geen zondaar meer het oordeel waardig
Van Gods onkreukbre heiligheid.
Wie weet hoe dra ik ze aan zie breken,
De stonde, dat 'k met trahen-beken
In eeuwigheid vergeefs zal smeeken:
Ik ben vermoeid.
Gij zijt vermoeid, belast, beladen?
Mijn zondaar, hef 't mistroostig hoofd,
Laat door den Booze u niet ontraden,
De Heer heeft zelf u rust beloofd.
Daar klinkt Zijn stem tot u, tot mij:
Welzalig allen die gelooven
Gij die vermoeid zijt, komt tot Mij.
HUET.
voor Manufacturen
Dames- en Kindercenfectie
Tapijten - gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen ie
noodiging ten zeerste verrast werd, haast
te hij zich haar aan te nemen, daar het
voor zijn werk van groot belang kon zijn
van dezen man iets meer te weten.
„Het zal me zeer aangenaam zijn, Edel
achtbare Heer."
De koude oogen van den mandarijn
schenen weer even te flikkeren.
„Als u me dan volgen wilt, dokter?"
Hij leidde Forsyth naar het einde der
gang, schoof een gordijn open en liet hem
in een keurig ingerichte kamer. Aan de
wanden en op tafeltjes waren zooveel kost
baarheden, dat 'het zien van al dien rijk
dom aan Forsyth onwillekeurig een kreet
van verbazing ontlokte.
„Verbaast u zich over mijn kamer, Dr
Forsyth?"
„Ja", gaf de zendeling ten antwoord,
„in een hotel had ik zoo iets
„Het is alles mijn eigendom", onderbrak
Li-Weng-Ho. „Daar ik dikwijls in Canton
ben, heb ik op deze kamer beslag gelegd.
Ik houd er van te midden van mooie voor
werpen te verkeeren en heb daarom enkele
van mijn schatten hier heen gevoerd."
Hij liep naar het einde der kamer en
sloeg op een gong. Als antwoord kwam
terstond een Chinees binnen, die zijn or
ders ontving en vertrok, kort daarop even
wel weer binnenkwam met een blaadje,
Een dezer dagen was ik in een vergade
ring waar gesproken werd over den trek
van het platteland naar de steden.
Over de oorzaken van dit verschijnsel
werd verschillend geoordeeld. Volgens den
een is 't een gevolg van de toenemende
zucht naar vermaak en volgens den ander
zijn het de vaak minder gunstige arbeids
voorwaarden op het platteland die hier
een rol van beteekenis spelen.
Hierover was men 't echter eens, dat
deze trek voor velen groote gevaren van
geestelijken en zedelijken aard met zich
brengt.
Ik geloof dat ook.
Maar met dat te constateeren komen we
niet verder.
Er zal wat tegen gedaan moeten worden,
eenerzijds door centraliseerende maatrege
len als b.v. de opheffing van kantonge
rechten tegen te gaan en aan den anderen
kant door de arbeidsverhoudingen zoo te
maken dat de poëzie van het landleven
niet alleen in de boeken gevonden wordt.
OPMERKER.
Concessie» roor autobus»
diensten. Ged. Staten hebben weer
een aantal beslissingen genomen ten aan
zien van het verleenen van concessie»
voor autobusdiensten.
Ten opzichte van de vergunning aan
J. 0. Krijger voor een dagelijkschen;
dienst van Goes naar Wolphaarts.
d ij k s c h e veer, en aan Joh. Egge-
been voor een dienst van Oud. S a b -
b i n ge op Goes op Dinsdag overwegen
Ged. Staten;
dat het personenvervoer tusschen Goes
en het Wolphaartsdijksche Veer, en om
gekeerd, niet van zoodanigen omvang is,
dat er termen zoiuden zijn, omi aan meer
dan één onderneming een vergunning voor
een volledigen, dagelijkschen dienst
al of niet met inbegrip van een dienst
op Zondagen op de genoemde lijn
te verleenen, doch dat er aanleiding beL
staat, oun, m'et het oog op het markt,
bezoek te Goes, naast den dagelijkschen
dienst, aan eene onderneming voor de
Dinsdagen een vergunning te verleenen;
dat voor den dienst GoesWolphaarts
dijksche Veer, en omgekeerd, aan den on
dernemer Krijger de voorkeur moet wor
den gegeven boven de diensten van de
|aanvragers P. 0. v. d. Slikke en de
N.V. „Goesche Rijtuig- en Automobiel-
Maatschappij", waarom de bedde laatste
aanvragen zijn afgewezen.
Voor den dienst Goes—Kait s cbe
Veer achtten Ged. Staten het personen,
vervoier van zoodanigen omvang, dat er
termen zijn om een vergunning te varke
nen aan beide aanvragers J. O. Krij
ger en O. van Strien.
St. Ann al and oive r Oud-V os set-
me er naar Tholen. Hiervoor is con
cessie verleend aan O. v. d. Klundert te
Oud-Vosse-meer en geweigerd aan W. Klip-
pel en H. G- Hendrikse te Oud-Vossemeier..
Stavenisse over St. Maartens
dijk, Sche r p enis s e en Po o r t-
vliet naar Tholen. Concessie ver
leend aan J. O. Krijger te Goes en af
gewezen het verzoek van M. J. Mallekoota
te Stavenisse.
Natuurschoon verloren. Op
de buitenplaats Heesterlust gelegen te
Schuddebeurs onder de gemeente Noord-
gouwe, zijn 31 zware iepenboomen geveld,
welke moesten verdwijnen voor den aan
leg van een 9 M. breeden autoweg van
Zierikzee naar Brouwershaven. Nog een
groot aantal oude boomen, waaronder en
kele linden en kastanjes, zullen gekapt
moeten worden, waardoor voor deze
mooie boschrijke omgeving, ook wel ge
noemd het „Zeeuwsche Velp", oen groot
deel natuurschoon verloren gaat.
waarop twee keurige kopjes thee stonden.
De bediende schonk de thee in en vertrok.
Daarop richtte de mandarijn het woord
tot den zendeling.
„U vertrekt morgen naar Yong-Foo,
Dr Forsyth?"
De Engelsckman toonde zijn verrassing
en vroeg dan ook:
„Hoe weet u dat?"
Weer scheen de Chinees te willen glim
lachen.
„Yong-Foo ligt in mijn provincie", gaf
hij verklarend ten antwoord. Het is mijn
plicht te weten, wat daarmee in betrekking
staat, wie er komen en gaan meer in
't bijzonder welke vreemdelingen het land
binnenkomen."
Hij wachtte een oogenblik, alsof hij wil
de. dat, hetgeen nu volgen zou, diepen in
druk zou maken op zijn gast, en vervolgde
dan:
„De bevolking van Yong-Foo houdt niet
van vreemde indringers."
De koele oogen keken den zendeling
dreigend en onderzoekend aan, als om te
weten te komen, welken indruk zijn woor
den op hem gemaakt hadden. Alvorens te
antwoorden, dronk de zendeling een paar
slokken thee en zei toen:
„Ik kan dat oordeel begrijpen. Het is
natuurlijk. Maar ik ben een geneesheer. Ik
Ook iets vo or de Zeeuwsche
steden? Te Dordrecht wordt met ingang
Van 2 April het laten staan van personen-
motorrijtuigen op de openbare rijwegen in
het oude gedeelte der gemeente niet méér
toegelaten. Echter wordt gelegenheid gegeL
ven personen-motorrijtuigen te plaatsen
op de voormalige Botermlarkt.
Te Middelburg en Serooskerke zijn
afdeelingen van den Ned. Öhr. Landarbei.
dersbond opgericht.
Zangersfeest. De Walchersche
Bond van Chr. Zangvereenigingen hoopt
ook weder dit jaar op Hemelvaartsdag een
groot zangersfeest te organiseeren op
„Westhove".
Goes. Gaarne wekken wij op tot het bij
wonen van de lezing van ds Yon Meyen-
feldt van Vrouwenpolder, op Vrijdag a.s.
in de Geref. kerk alhier. Men zie de ad
vertentie in dit nr.
Zierikzee. Alhier is op 56-jarigen leef
tijd ovèrleden de heer J. Hoogenboom, in
leven directeur van de Bank voor Bebou
wen en Duiveland.
Aardenbufg. Alhier zullen door de Ar-
beiderskiesvereeniging worden canddaat
gesteld voor den gemeenteraad bij de a.s.
verkiezing; 1. J. Hollebrand-Kools; 2- J.
F. Beun; 3- H. Korthals; 4. P- J- Hol.
Wage.
Grijpskerke. Zeer tot onze spijt is gis
teren een1 advertentie over een spreek
beurt voor Pro Rege in de Geref. Kerk
alhier geplaatst. Deze plaatsing berustte
op® een misverstand. Er is dus Maandag
avond geen vergadering voor dit doel.
Domburg. In de Donderdagavond gehou
den Raadsvergadering werd de rekening
van het Burg. Armbestuur over 1926 ge
steld in handen van een commissie van on
derzoek, bestaande uit de heeren B. J.
Westenburger en A. Francke Lz. Tot
waarnemend voorzitter van het Stembu
reau werd aangewezen dhr P. J. Elout,
tot leden van dat bureau werden benoemd
dhrn J. de Visser Sz. en J. van der Hage.
Eervol ontslag werd op haar verzoek
verleend aan mej. M. Provoost geb. Maas
als schoonmaakster van het Gemeente
huis; als zoodanig werd benoemd mej. M.
Geertsede Voogd. Tot leden der Schat-
tingscommissie voor de Rijks Inkomsten
belasting werden herbenoemd de heeren
G. de Pagter, J. de Visser en S. de Pag-
ter Iz„ terwijl in plaats van dhr J. P. Al-
mekinders, die verzocht bad niet meer
kan uw ongelukkigen helpen, verlicht hun
lijden en.
„Ontheilig hun geloof, ontbind hun ge
bonden voeten, vertel hun, dat het ten hu
welijk verkoopen een zondig, duivelsch
ding is, 'bezoedel ze met de zoogenaamde
Westersche beschaving. Is dat niet zoo?"
„Zeker", antwoordde Forsyth, „als u
hetgeen ik bij uw volk wensch te doen op
zoo'n ruwe manier wilt voorstellen, Edel
achtbare Heer, dan kan ik zeggen dat u
wel een en ander van mijn taak hebt ge
noemd.
„Wilt u deze plannen ook in Yong-Foo,
in mijn provincie ten uitvoer brengen?"
De mandarijn wachtte, keek met z'n ge-
voellooze oogen zijn gast aan en vroeg:
„Ik veronderstel, dokter, dat u van plan
zijt zoo te doen met mijn goedvinden?"
„Daarop hoop ik dan ook,,' antwoordde
Forsyth ernstig.
Li-Wehg-Ho wuifde met zijn waaier
eenige koelt toe. Met betrekking tot de tem
peratuur was dit een tamelijke overbodige
bezigheid; maar Dick Forsyth was lang
genoeg in China geweest om te weten dat
de waaier gebruikt wordt om de aandacht
af te leiden en zoo gelegenheid te hebben
zijn gevoelens te verbergen.
(Wordt vervolgd.)