week voorviel Het Vrouwen-hoekje. Voor de Jeugd. Ingezonden Stokken. 'kende, of wil men be- 'jets, heeft deze week loen spreken, geering heeft. nl. cl®, nota, die ze vorig® beantwoord. Zij wil wel op vredelievende stelt daar blijkbaar eel prijs op. Wil En- ke betrekkingen ver- ang. Rusland zal niet mom die te herstel- ota de scherpe, anti- ngen der Engelsche •ing. h e Lagerhuis iet Rusland ook veel was de oud-premier list de bovenbedoelde ministers afkeurde, de over-groote meer- dat Ruslands iiou- herpe afkeuring, zei de. Toch bleek uit de de Engelsche handel ;een breuk met Rus- iplomatieken weg zal bevredigend r'esul- merkte deze week ue wijze» dat Sovjet- )ezig is aan het ver- En vooral Honga- eekent! gelukkig behoed voor- t eerste revolutionair eten is voorkomen en erijdeld. Maar èn uit iropaganda in Enge- kte complot in Hon- Let licht gekomen spi- kt wel, welk een ge- eschen vrede Sovjet- devert. riep werden door- Volkenbond weer en- gedaan. Deze ziekte in Engeland en Bul- ar met goedaardiger davië, Litauen, Zwe- ijl ze vrijwel geweken lelgië, Nederland en- iring aan de beide nrampen, die in den en waarbij onge- temidden van hun stroomend water of' den overvallen en het willen wij ons buiten luiten. iiner heeft deze ge- met tot in den treure had 2K uur spreek- n over het ontwape- V. P., waarvoor, naar alleen soc.- en vrijz.- "een enkele eenling stemmen. Er is door- da der S. D. A. P.,. it, weer een kostelijke :eed en heel wat geld oer begint a.s. week van het verdrag niet meer belangstelling, worden. deze week laten we- erp tot invoering vair zevende leer- leteekent zevenjarige rtement van Onder- ;ezcgd; gaan wij die- ij voor ons ligt, is ideren uitgever, en t uitgever niet, zoo- de Duitschers noe- d.w.z. dengene, die drukken en in den- den „Herausgeber" itgave ervan bezorgd uitgever den tekst legere editie, die op oofdzaak gelijk was enz. Zoo kunnen n eersten gedrukten Ier, waar heeft die ekst gevonden? Dan. leleeuwen, toen de de eenigsten wa- wetenschap bekom- dan die eerste ge- afgedrukt naar de len in de een of heek. En dit hand geschreven van een gens tot wij einde- n dag, dat Cicero ijn redevoering hacl dicteeren. redevoering uitgaf* den tekst der rede lad neergeschreven eretaris Tiro op- jgelatene van Cicero tenografie uitgevon- welker afkortingen gewoonlijk uit twee arvan het eene het aanduidde en het heteekende b.v. een' „homo" (mensch) „hic" (hier), met ,hodie" (heden) en sr „heri" (gisteren)- >n Tironianum" dat aat en in meerdere lard gebleven, kan ns nog lezen. Zelfs "heelt deze stenografie als voorbeeld ge diend voor hen die de moderne stelsels uitgevonden hebben. Cicero's uitgever was zijn vriend A t - ticus. Atticus was een rijk man, 'die veel van mooie boeken hield. Dat was vroeger nog meer dan tegenwoordig, een kostbare liefhebberij, maar hij wist er handig al hij was tevens een aardige- bron van inkomsten van te maken. Hij had een groot aantal slaven, die geschikt waren voor afschrijvers of die jjij daar geschikt voor maakte, en die zette hij aan het werk. De afschrijvers, die hij voor zichzelf niet noodig had, liet hij voor het publiek werken, en de aldus vervaardigde boeken werden dikwijls tegen hoogen prijs verkocht. Men had ook toen beter verzorgde en goedkoopere uitgaven, welke laatste dik wijls met groote onachtzaamheid bewerkt waren. Men dicteerde dan tegelijkertijd aan meerdere schrijvers en gaf zich niet de moeite de afschriften te cor-rigeeren er kwamen dan ook talrijke fouten in voor. Dit is niet te. verwonderen, want de afschrijvers (slaven voor wie het La tijn dikwijls een vreemde taal was) hoor den of begrepen verkeerd, waren er ook wel eens met hun gedachten niet bij en het gevolg van een en ander was, dat reeds de eerste uitgave die het licht zag vol fouten zat. Deze b-oeken waren naar verhouding niet zooveel duurder dan in onze dagen. De oplaag was evenwel uit den aard der zaak zeer beperkt, zoodat spoedig een nieuwe editie noodig was. Leefde de schrijver nog, dan kon hij zijn werk her zien, maar Cicero reeds beklaagde zich er over, dat men de correcties, waarop hij aandrong, niet aanbracht. Uiterst duur en een groote zeldzaam heid was een exemplaar, door de hand van den schrijver z.elf gecorrigeerd. Zoo beroemde Valerius Probus, die in de le eeuw leefde, zich er op, dat hij de Geor- gica las in een exemplaar, door Virgilins gecorrigeerd. De boeken waren in dien tijd gewoon lijk op zeer lange rollen van slecht Egyp tisch papier geschreven, zoo'da.t. men iederen keer als men een passage wilde opzoeken, bijna de geheele rol moest openvouwen. Zij waren spoedig onbruikbaar of gin gen verloren; wij bezitten dan ook geen enkel handschrift, van den auteur zelf afkomstig of zelfs bij diens leven ge schreven. Alleen kunnen wij tengevolge van de verwoesting van Herculanum, Mat in 79 onder de asch van den Vesuvius begraven werd, een gedicht over den slag bij Actium lezen, minder 'dan vijftig jaar na de gebeurtenis op papyrus geschreven. (Buiten verantwoordelijkheid der redactte.f Geachte Redactie, -Mag ik U beleefd een weinig ruimte vragen voor ons Schoolmuseum Bij voor baat beleefd dank. In één der bladen las ik enkele dagen geleden een ingezonden stuk, waarvan de schrijver zich ergerde over het feit, dat verschillende gemeenten niets voor het Schoolmuseum wilden bijdragen. Hoe wel ik den geachten inzender hartelijk dank voor zijn meeleven met ons doel, zou ik toch niet graag willen, dat de meening post vatte, dat het met ons Mu seum niet vlotte. Geachte Redactie, alles gaat uitstekend. Het is waar, dat verschillende gemeen teraden niets bijdragen, maar daar staat tegenover, dat er ettelijke andere zijn, die ons steunen. Hoewel het Museum nog niet. geopend is, hoewel velen weinig bekend is van het doel onzer Inrichting, zijn er toch al tal van gemeenteraden, die mild geven. Zeer kleine gemeenten dragen nog vaak bij. Is dat niet ver blijdend? Ook de schoolbesturen ontvingen een circulaire. Tot nog toe ontvingen we nog geen enkel bedankje! Ons Museum telt' reeds 700 leden! Voor de Installatie hadden we f 1500 noodig. In enkele dagen haalden we uit Goes, Middelburg en Zierikzee ruim f 1000 aan giften! Is dat niet schitterend! Nu weet ik wel, dat we nog een f 500 to kort komen, maar die f500 krijgen we ook. Best mogelijk, dat één of meer der lezen; of lezeressen van dit stuk ons miet een gave verblijdt Het gemeentebestuur van 'Middelburg heeft veel, zeer veel voor ons gedaan. Vrijdag 1.1. vergaderde ons Bestuur. We besloten met Mei het Museum te opene-n; al het nieuwe op onderwijsgebied zal dan dageljjks te zien zijn. Geachte Redactie, is het niet te begrij pen, dat ons Bestuur op zijn laatste ver gadering in een zeer blijde stemming ver keerde? We zijn allen vol moed. Het Mu seum komt .er! Dank zij de steun en sympathie van bijna heel het Zeeuwscha v-olk. S. BRANDSMA, Voorzitter. De voorzienigheid Gods, door Dr E. Diijk te 's Gravenhage. TJitg. N.V. Dagblad -en Drukkerij De Standaard". Hi K. Dijk, Geref. Pred. te 'sGraven'. ™ge is een man van grooten bedrijve. Hg is niet alleen een gevierd prediker, Waj. alleen bij degelijke voorbereiding mo. 8e'ï)k is, hij: is niet alleen een gezien her der in zijne wijk en een geliefd catecheet, •naar hij geeft zich ook aan de sociale en politieke actie. Bovendien is hij een I onovertrefbaar schrijver van meditatiën - wat het aantal betreft waarmee niets ten nadeele van den inhoud is bedoeld of gezegd, en alsof dat alles nog niet ge noeg was, schrijft hij ook nog van tijd to-t tijd de voorstukken van „De Heraut". Nadat eerst een breede uiteenzetting was gegeven van de leer der praedestina- lie, volgde in 1925 een reeks artikelen over,de voorzienigheid Gods. Deze artike len zijn thans afzonderlijk uitgegeven. We hebben hier een populair-weten- schappelijke uiteenzetting van dit belang rijk dogma; waarbij het stichtelijk element niet ontbreekt. In den trant van Dr A. Kuyper, geeft de schrijver eerst een historische behandel ling van dit geloofsstuk, en daarna een leerstellig en practisch gedeelte. Als een bezwaar tegen dit werk kan worden gevoeld dat het vele en zeer broe- de aanhalingen bevat vooral uit de werken van Di' A. Kuyper, soms zelfs van meer dere bladzijden maar een voordeel daarvan is, dat o<p deze wijze de stu dies van wijlen Dr Kuyper, weer dich ter bij ons volk worden gebracht. De uitgeefster stak dit werk, dat vele koopers en vooral vele lezers moge vin den, in een passend en keurig gewaad. Zonnegloren, door El. von Maltzahn. Uitgave La Rivière en Voorhoeve, Zwolle. Korten tijd na hot uitbreken van den grooten wereldoorlog verscheen in Duitscliland een boek van de bekende schrijfster Elisabeth von Maltzahn, waar in in romantische,n vorm de groote geva ren die het Duitsche volksleven bedreigen werden geteekend en waarin het volk te wap.en werd geroepen, niet tegen de buitenlandsche vijanden, maar tegen d e n vijand; de zonde. Dit boek, dat een diepen indruk maakte, verscheen in Nederland- sclie vertaling bij de fa. La Rivière en Voorhoeve. Dat het ook hier de aandacht trok, blijkt wel uit het feit, dat thans reeds do vierde druk verscheen. Voor de Jeugd. Uitgave J. N. Voorhoeve, 's Gravenhage. Het is al tal van jaren geleden dat we als kinderen genoten va:n de aantrekke lijke boekjes „Voor de lieve kleinen". Dit. tijdschriftje is thans in een ander ge waad verschenen en onder een anderen naam: „Voior de Jeugd". Zoowel het uiter lijk als de inhoud is meer'in overeen stemming gebracht met de eischen van dezen tijd. Maar het karakter is niet ver anderd. De bedoeling is nog altijd mooie Evangelische verhalen te geven. Gaarne vestigen wij op deze mooie en goedkoope uitgave - de prijs per jaar gang bedraagt slechts f 1.50 - de aan dacht. Zij die werkelijk goede en aantrek kelijke Jectuur voor „hunne lieve klei nen" verlangen, kunnen niet beter doen dan eens enkele proefnrs aan te vragen. Het verdrag NederlandBelgië. Stemmen uit het Antirevolutionaire kamp. De heeren Dr J. .T. van Baarsel, P. L. de Gaay Fortman, Prof. V. Hepp, Ds G. Hofstede, J. van der Molen Tz., Prof. A. A. v. Schelven, en Mr E. Vonkenberg, bij de aankondiging van dit geschrift aan geduid als „vooraanstaande mannen in de A.R. partij", geven in deze brochure hun gevoelen omtrent het veelbesproken trac- taat weer. Het zijn voor het meerendeel korte „getuigenissen", die zeker eenige waarde hebben om de massa tegen het verdrag in te nemen, maar die uiteraard deze belangrijke kwestie, waarover zij, die daarvan breede studie maakten, zich niet zonder schroom uitlieten, niet verder brengen. Langs N ij 1 en Jordaan. Reisindrukken van Ds R. E. van Arkel, Dr G. P. Marang en Prof. Dr A. Noordtzij. Uitg. D. A- Daamen's Uitg. Mij., Den Haag. De in den titel genoemde "heeren maak ten in het voorjaar van 1926 een reis door Egypte, Palestina en Syrië. Eh in dit boek geven ze nu limine indrukken of beter gezegd, eenige indruk ken van deze reis weer. We bedoelen, aldus de schrijvers in de inleiding, geen wetenschappelijke Stu dies, al hopen we niet onwetenschappe lijk te zijn; geen meditaties, al mag uiter aard de meditatie niet ontbreken; we willen vertellen wat onze oogen zagen en onze ooren hoorden; de bereisde strei ken laten zien zooals ze nu zijn en het licht laten vallen op het verleden. De schrijvers vertellen, ieder op zijn eigen wijze.'' Maar ze doen 'tzoo, dat een schitterend geheel werd verkregen. Het is een in hooge mate "boeiend boek. Het is een leerzaam boek. En 'tis tevens een stichtend boek. Meer dan 50 platen geven een beeld van de streken die bereisd werden en maken door hunne schitterende weergave dit boek tot een prachtwerk. Aan de uitgeefster komt een woord van lof toe voor de wijze waarop dez.e jubileum-uitgave der Bibliotheek voor Hoofd en Hart werd uitgevoerd. Het leven van Penning. Naar wij vernemen, is bij de Firma La Rivière en Voorhoeve te Zwolle ter perse: L. Penning, Uit mijn Leven, door den betreurden Schrijver zelf bewerkt en voor zoover het de beide laatste levens jaren betreft, afgewerkt door zijn eenige dochter. Een achttal geheel onbekende por tretten uit verschillende tijdperken zijns levens zuUen het werk verluchten. Uit een r ij k verleden. De viering van het 75-jarig bestaan der Antirevolutionaire Kiesvereeniging te Am sterdam, gaf den heer H. R. Zijlstra aan leiding tot het schrijven van een gedenk boekje. Uit een rijk verleden worden hier tal van gebeurtenissen opgediept en weer gegeven, die niet alleen voor Amsterdam- sche antirevolutionairen van betcekenfs zijn. Wie belang stelt in het verleden van de A. R. partij verzuime niet, dit werkje, dat slechts 50 cent kost, aan te schaffen. De baten zijn ten voordeele van het ver- kiczingsfonds der A.R. Kiesvereeniging, zoodat men, dit boekje koopende, tevens onze actio in de hoofdstad steunt. A n t i r e v o 1. Staatkunde. Het Februari-nummer van dit or gaan der Dr A. Kuyperstichting, bevat een breede en zeer leerzame beschouwing van den heer II. de Wilde over tiet Prcvinciaal Bestuur, waarbij hoe kan het anders ook op de groote beteekenis van de Statenverkiezingen de aandacht wordt gevestigd. Dr J. A. Nederbragt geeft een mooie oriënteerende bijdrage over de Koloniale mandaten van den Volkenbond. In de adviezenrubriek wor den vragen beantwoord omtrent de paci ficatie op onderwijsgebied en bet alge meen kiesrecht en tolgeldhefffing en Zon dagsrust. Nu voor de laatste maal over winkel meisjes en dienstboden. Vorige week gaf ik enkele cijfers, die lieten uitkomen, hoe 'schandelijk lang de werktijden van liet winkelpersoneel hiel en daar zijn. Het ergst is de toestand in de filialen van bakkerijen en banketbakkerijen. De langste werktijden, voor zoover het ban ketbakkerijen, ten deele ook bakkerijen, betreft, ook op Zondag, komen daar voor. En zamelden we gegevens in uit plaat sen, waar de winkelsluiting niet VeC- plichtend is voorgeschreven, gooals Goes, wio weet, welke cijfers dan gepubliceerd zouden worden. Nu moeten we in dezen eerlijk zijn. Ook voor de dienstboden bestaat, geen wettelijk voorgeschreven werktijd. Wellicht wordt er in sommige „zware diensten" ook te veel gevergd van de dienstmeisjes. Het is zoo gemakkelijk, om maar te be velen, dat de dienstbode 's morgens zoo vroeg mogelijk moet komen, 's avonds zoo lang mogelijk moet blijven en 's Zondags ook liefst nog een deel van den dag moet werken. Ik bedoelde dan ook waarlijk niet, om de moeders in het algemeen af te; rader- om bun dochters verkoopster te laten worden. Veel hangt daarbij ook af van de omstandigheden en den aanleg van het meisje. Maar wel wilde ik er op wijzen,, dat een verkoopster in 't algemeen gespro ken een vermoeiender en eentoniger taak heeft dan de dienstbode in een nor maal gezin. En waarvan zal een meisje in haar later leven als bet tot een huwelijk komt meer profijt hebben, als zij: winkelt meisje of dienstbode geweest is? Voor keuken en huishouding. Stamppot van appelen. (Voor 4 5 personen.) 1 k.g. zure appelen, 1/2 k.g. zoete appelen, I1/2 k.g. aardappelen, 250 gr. witte boonen, (600 gr. mager pe- kelspek.) 40 gr. vet, ongeveer 10 gr. zout. Het gewasschen spek met ongeveer I/2 L. kokend water opzetten en 1/2 uur zachtjes laten doorkoken. De geschilde aardappelen en geschilde appelen, in vier- departjes gesneden en- van het klokhuis ontdaan er" bij voegen en alles samen zachtjes laten doorkoken tot de aardappe len en de appelen gaar zijn (ongeveer 1/2 uur). Neem liet spek uit de pan eni stamp de appelen en de aardappelen door elkaar met het vet en met zooveel zout als voor den smaak noodig is (afhankelijk van den smaak van het spek). Meng er tenslotte luchtig de boonen door, die afzonderlijk zijn te week gezet en met wat zout in I1/2 uur zachtjes zijn gaar gekookt, of gebruik een restje boonen van den vorigen dag. Dien het spek in plakjes gesneden op éen afzon derlijke schotel op. Dit gerecht kan ook heel goed zonder spek worden bereid. Vis ch. Bij 'tinkoopen van visch moet men er op letten1, dat men versche visch krijgt. De kenmerken van versche visch zijn: lst.e. Ze moet frisch ruiken. 2e. Het vleesch moet vast zijn, niet week of slap. 3e. De oogen moeten helder en bol staan. 4e. De kiewen moeten helder rood zijn. Hot koken van visch. Schub de visch in de richting van 'den staart naar den kop. Maak ze schoon, dat wil zeggen, snijd ze aan de buikzijde zóóver open, als noodig is, om de ingewanden te ver wijderen. Neem ook het zwarte vliesje weg, dat om de ingewanden heen zit, ver. wijder de kieuwen: Wasch de visch van binnen en van buiten goed schoon. Geef op gelijke afstanden met een scherp mes insnijdingen in het vel dwars door de visglï, om het springen van het vel te voorkomen tijdens het koken. Bovendien wordt de visch dan eerder gaar en trekt het zout beter in het vleesch. Kook ze in ruim kokend water met zout, plm. 20 gr. zout op 1 L. water. Voeg een scheutje azijn bij: het water: het vleesch wordt dan steviger. De visch is gaar, als dg vinnen gemakkelijk los laten. Geef bij gekookte visch aardappelen en een wanne saus, bijvoorbeeld mosterd-, boter- of peterseliesaus. Het schoonmaken van ui en of baring geeft aan de handen een onaan gename lucht, die echter spoedig ver dwijnt docr eenige druppels ammoniak in het waschwater te doen. Gaskousjes kunnen veel verbeterd w01 den, wanneer u ze, voor het gebruik, aldus behandelt: haal een draadje door het oogje van boven en drenk het hoela kousjo in een glas. azijn. Laat het er ec-n paar minuten in hangen en liaol het er dan uit, om het te drogen te hangen. Dan op do gewone manier op den brander zetten, afbranden, enz. (Rott.) Ruitjes van haarden laten zich niet alleen met spiritus, doch ook met azijn reinigen. Drenk een lapje in eein beetje azijn en veeg daarmee, ook als de haard brandt, de mica - ruitjes af. Ze worden dan absoluut schoon. Maken van Linoleumwas. Kook li/2 d.L. water met 100 gr. potasch en 50 gr. talkpoeder. Voeg daarbij 200 gr. gele of witte was ^witte voor het gebruik van zeer lichte linoleums). Gebruik vooral bijenwas. Laat dit 'alles nog 10 min. koken. Pas daarbij op voor overkoken! Neem dan de pan van li e t vuur en voeg er een flesch witte terpentijn bij. Roer de was vóór het gebruik om. Berg de was weg in goed gesloten potjes, daar anders de terpentijn verdampt, en do was dus te dik zou worden. Door toevoeging van terpentijn ka^ men "de was, zoo noodig, verdunnen. Doe dit nooit op het vuur! Beste Jongens en Meisjes, Den vorigen keer kon er geen erg groot stuk van 't verhaal geplaatst wor den, omdat er toen nogal veel andere dingen te vertellen waren. Maar ik weet wel dat jullie allemaal erg verlahgen naar 't vervolg ervan en daarom zal ik jullie nu niet lang aan den praat,houden. Voel nieuws weet ik toch niet, alleen dit nog, dat 'tditmaal geen prijsraad sels zijn. I. Voor de grooteren: Mijn geheel beslaat uit 40 letters. II.34. 19. 23. 9. 6. 11. 36- 40 i»een plaats in Groningen. De 11. 18. 8. 1- 4 is een riviertje irj Zuid-Holland. 37. 5. 22. 8. 1. 24. 12. 26. 3-3. 25 is een plaats in Friesland. Een 17.14. 28 is een jonge stier. Een 20. 39. B8 is een gevaarlijke plaats voor schepen. 29. 27. 32 smet. In de meeste kranten staat een' 15. 21. 8. 2. 10. 31. 3. 16. 19. 40- 7. 13. 35. 30- 6 is de naam van een wolfshond. (Ingezonden door „Luistervink".) II. Vooi de jongeren: Mijn geheel bestaat uit 17 letters. Van 13. 9. 12. 8 bakt men brood. En ook wordt er 5. 14. 2. 4i 11 van gebakken. 16. 12. 9. 10 is een ontkenning. In groote steden rijdt een 5. 4. 15. 1- Voor een 4. 3- 15. 13 te zitten is gezellig. Ih 't voorjaar groeit er weer 7. 8. 2. Een 17. 6- 7. 5- 12. 8 is een steke lige plant. Voor een 4. 3. 15. 13 zitten is ge zellig. Hier volgen nog wat. verborgen plaats namen. Jullie weten nu zeker wel hoe dat gaat: 1. Mijn grootvader is erg oud, anders was hij wel gekomen. 2. Hier is je hengel, op de plaats! lag ze. 3. Hoor, nu wordt er geschoten. 4. Zeg, mondt de Roer in de Maas uit? 5. Kom, men mag daar niet loopen. 6. Ze is te zwak om zoo ver te loopen En nu nog enkele diernamen.; 1. Het is eene zeldzaamheid, dat 'tin Februari zoo hard vriest.. 2. Hij klom op 'de ra.eterwijl de andereiï op 'tdek stonden. 3. Zij gaf het arme kind een das en een manteltje. 4. Dik at alles alleen op. 5. Achter het huis tiert een wijnstok. (Ingez. door „Spaakbeen en Duimpje".) Nu jongelui, vele groeten van TANTE DOLLIE. Op verkeerde paden. XII. „En nu nog niet thuis", riep Huysma.11 uit. „Als hem maar geen ongeluk is over komen. Hij durfde zeker niet naar huis en wie weet, waar hij in zijn angst is heeni geloopen. Ik moet hem gaa.n zoeken, maar waar, waarheen zal ik gaan?" Mijnheer Van Leeuwetn legde hem de band op zijn schouder. „Wacht even, vriend,' 'zeide hij, „en denk eerst eens kalm na. Ga nu eerst haar -huis en zie of hij misschien in dien tijd dat gij hier zrjt, is thuisgekomen. Zoo niet, geef het dan op aan het politiebureau. Daar kun nen zij het spoedigst een vQrmisten knaap opsporen. Zoo gauw als gij iets weet komt gij het mij toch even zeggen niet waar? Want al heb ik geen onrecht aan den jongen gedaan, toch zou het mij meer spijten dan ik zeggen kan, als u of hem nog erger dingen gebeurde." Huysman beloofde het, hij verlangde maar één ding, naar huis te gaan en te zien of Karei er reeds was. Meer hollen dan loopen deed hij langs den weg. Spoedig was hij weer thuis, maar reeds hij het opendoen van de deur bemerkt» hij het: Karei was er niet. Juffrouw Huysman was opgesprongen. Aan het ontstelde gelaat van haai' ma* zag zij, dat er iets ergs moest gebeurd zijn. Toen deelde hij haar alles wat hij zoo pas gehoord had mede. Schreiend viel zij op een stoel neer. „Wat zou er nu met ons kind gebeurd zijn?" snikte zij. „O, waarom kwam hij niet naar huis; wist hij dan niet, dat zijn moeder hem veel wil vergeven?" „Toe vrouw," zei Huysman, „probeer nu kalm te zijn. Denk er aan, al weten wij nu "niet, waar onze jongen is, God weet het wel, en Hij slaat hem gade, waar hij ook zijn mag. Ik moet je nu nog een poosje alleen laten en van Karel's verdwijning kennis gaan geven aan het politiebureau. En dan hebben wij alles gedaan wat wij konden." Nauwelijks had Huysman uitgesproken of daar werd hard aan de bel getrokken. „Zoo belt Karei niet," riep juffrouw Huysman uit, o, als onze jongen maar niet verdronken is." Huysman had met een kloppend hart de deur geopend. „Alstublieft een telegram", zei de be steller en fietste 'heen, blij, dat hij klaar was. Met bevende vingers opende Huysman hel papier. Wat zou er in staan? Samen lazen ze het. „O, God ik dank u, riep juffrouw Huysman uit, terwijl haar stem beefde van ontroering, „hij is ten minste in goeden welstand." Wel konden zij maar niet begrijpen, hoe Karei juist bij mijnheer Martijn was terecht gekomen. Zij wisten ook niets van wat mijnheer Martijn bij het afscheid tot Karei gezegd had. Maar dit begrepen zij wol, Karei was in goede handen, en morgen zouden zij wel verder hooren. „Nu ga ik nog even naar mijnheer Van Leeuwen", zei Huysman, „want hij maakte zich ook ongerust over Karei'. „Geen wonder,' 'zei juffrouw Huysman, „want als hij hem niet had weggestuurd, zou dit niet gebeurd zijn." „Zeg dat niet, vrouw," sprak Huys man', „Vergeet niet dat Karei heel ver keerd gehandeld heeft. Laten we lievei^. dankbaar zijn, dat alles zoo is uitgekomen, anders was liet misschien van kwaad tot erger met hem gegaan. Nu kan het nog een les voor hem zijn geweest, die hem voortaan van verkeerde paden zal terug houden." Nu ging Huysman heen en stond weldra voor de tweede maal op dien avond bij mijnheer Van Leeuwen voor de deur. Zelf deed deze hem open. „En", vroeg hij, „al wat van den vluch teling bekend?" „Ja mijnheer", antwoordde Huysman. „Gelukkig wel. Wij hebben zoo juist een telegram ontvangen van mijnheer Martijn, Karel's vroegere Zondagsschool-onderwij zer, die tegenwoordig te Amsterdam woont. Hoe hij er komt weet ik niet, wel, dat hij bij dien mijnheer in goede handen is. Morgen komt hij thuis. „Stuur Karei dan ook nog eens hij mij" verzocht mijnheer Van Leeuwen. ,,'kBen blij, dat hij terecht is", voegde hij er aan toe. „Ik zal het doen mijnheer", antwoordde Huysman. Dien avond spraken Huysman en zijn vrouw nog lang over Karei. „Weet je waar ik mij beangst over maak?" vroeg juf frouw Huysman. „Waarover dan?" was de wedervraag van haar man. „Zal Karei, nu hij- bij mijnheer Van Leeuwen is weggestuurd, nog wel een anderen patroon kunnen krijgen?" „Kom vrouw'", sprak Huysman, „laat dat nu ook aan den Heere over, Die Lot hiertoe alles heeft welgemaakt. Wie weet ook of Karei, wanneer hij oprecht berouw heeft, nog niet blijven mag." „Je hebt gelijk man", antwoordde juf frouw Huysman, „laten wij op God ver trouwen, want Hij zorgt voor ons." HOOFDSTUK IX. Aan den morgen van den anderen dag was Karei Huysman reeds vroeg uit de veeren. Wel had hij een vrij rustigen nacht door gebracht, maar toen hij eenmaal ontwaakt was kon hij het in bed niet langer uit houden. Toch durfde hij zijn kamertje niet ver laten voor mijnheer Martijn hem kwam roepen. Zijn geduld werd niet op een al te lange proef gesteld, want nauwelijks had de klok half acht geslagen, of mijnheer Martijn stak zijn hoofd om den hoek van de deur en zei: „Zoo Karei, al op? Kom dan maar mee." Samen gebruikten zij het ontbijt in mijn- heer's kamer. Toen dat afgeloopen was zei mijnheer: „Nu moet ik je nog een uurtje alleen laten Karei, .ik moet even naar de zaak waaraan ik verbonden ben en zeggen dat ik vandaag verhinderd ben om te komen. Dan kom ik terug en met den trein van tien minuten voor elf zullen wij naar je huis gaan. „Gaat u dan mee mijnheer?" vroeg Karei. „0, wat ben ik daar blij om." „Zeker" ga ik met je mee," "antwoordde mijnheer Martijn. ,,'k Heb immers beloofd je te helpen waar ik slechts kan?" Met een gevoel van verlichting bleef Ka- rel achter. Nu zag hij wat minder op te gen zijn thuiskomst. Een geruimen tijd bleef mijnheer Mar tijn weg. Toen hij terug kwam, zeide hij: „Ziezoo Karei, nu maken we ons maar gauw reisvaardig, want het is spoedig tijd voor onzen trein". Beneden gekomen kwam de juffrouw hen tegemoet. p| j fel jj

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1927 | | pagina 7