Lil Donderdag 3 Maart ISlf 41e Jaargat*; te Burgerwoning §immm Een Krijgslist. Midday het ibels iuw als zijn nrijs iur; tien. uit /rna invaliden Wagentje,, ichten een Hofstee! Ka If koe te koel) Bedrijfsleid^j ►t. Laurenf' FEUILLETON. GEMEEMTEPOLITIEK. Gemeenteraad van Middelburg. i 'cztrKri'ü «E - ,''®ai «KR? '\T- 'v' .Bb»-... §<r vgfv v -H iN' tand te koop ©enpraeM ndbeweging, merk Burjt *EL, Oostkapelle. 50 Roeden Tuingroij ewoner A. WOUTEBS, Oost-Soutrnj TEKOOP: en Zaai-Kroonerwft) )E WITTE, Zoutelande J it twee, rekening 61 W. SPRUIJT, Oostóapt] TE KOOP: Vlissingscheweg, bü Direct te aanvaarden- Noordsingel S 178, "l Gevraagd e boerderij, gemengd bedr e reeds als zoodanig^, aren genieten de voor» en met uitvoerige als leeftijd, getuif d salaris onder No.' blad te Goes. i iilij tentiën en abonnem'H Oe Zeeuw" worde»3 en door den Age"1 ERKHOVE, HoordweB '1 Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. Bureau: Lange Vorststraat 70, Goes Tel,; Redactie en Administratie no. 11 Postrekening No. 44455. firma Bijkantoor te Middelburg: F. P. DHUIJ, L. Burg, Tel. no. 259 'DeZeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3.— Losse nummersf 0.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Nog een protest. Uiet alleen de heer Bijleveld, ook da jjjej Boeteelaer van Dubbeldam heeft met flem geprotesteerd tegen de plannen van M Ondernemersraad inzake het buiten werking stellen van de thans in Suriname •ellende Zondagswet. jj^ze heeren hadden' in een adres aan je Regeering zich van deze kwestie al keel gemakkelijk afgemaakt kan gedwongen Zondagsrust en het TOorschrjjren van 52 rustdagen per jaar T00r de Inlandsche arbeiders, zoo- schre- reri ze, denkt in Indië niemand. ff aar aanleiding daarvan merkte de heer Tan Boeteeiaer o.m. op: .Blijkbaar heeft iemand, die zoo- iets schrijft, i* het geheel geen kennis genot, men van. den strijd, die in Indië ai sedert tientallen jaren gevoerd wordt te- gen bet werken op Zondag op schier alle cultuur ondernemingen, waardoor veel al niet alleen de Inlandsche arbeiders, maar ook de Europeesche employé's ge dwongen worden het grootste deel van het jaar evengoed op Zondagen te werken als op alle andere dagen. Dank zij dezen strijd, zal dan nu eindelijk in Indië inge. roerd worden, dat althans voor Euro peanen 52 rustdagen per jaar zullen wor den voorgeschreven, wat nog maar zeer gedeeltelik aan de bezwaren tegemoet komt, daar niet zal worden voorgeschre ven, hoe die 52 rustdagen over het jaar Terdeeld moetenzijn en zij dus volstrekt niet op de Zondagen behoeven te vallen. In Suriname is de toestand op dit gebied veel gunstiger. Daar is een Zon dagswet, die voorschrijft, dat in den re gel des Zondags niet zal gewerkt wor den, maar dat, als uitzondering het bedrijf het werken op Zondagen noodig maakt, dan aan de arbeiders, die dien dag ge werkt hebben, een andere dag vrij moet worden gegeven. Op deze wet heeft nu blijkbaar de Ondernemersraad het gemunt. Zij moet ingetrokken worden. „Maar als de Regeering de thans voor Suriname vigeerende Zondagswet zal in trekken, zoodat de weg openstaat om op Zondagen en feestdagen te laten werken, dan hen ik overtuigd, dat het daar zal gaan net als het thans gaat in Indië en er spoedig bijna geen Zondag en feest- dag zal overblijven, waarop- niet gewerkt wordt. En als dit geschiedt, dan kan A het niet anders inziten dan dat de arbeidswetgeving in Suriname op beden. kelijke wijze verslechterd wordt. Zeer zeker blijft het een moeilijk vraag stuk in hoever een Öhristen-werkgever geroepen is een vrijen Zondag te geven aaft Mohammedaansche of Hindoewerkne- igers, voor wie geen godsdienstige mo tieven gelden om 's Zondags niet te wer ken. Iedereen zal erkennen, dat dit' vraag stuk een geheel ander isdan dat der Zondagsrust in onze maatschappij. Toch aarzel ik geen oogenblik om de Snrinaam» scho practijk in deze verre te stellen boven de Indische. De wekelijksche rust dag heeft toch een hooge zedelijke en maatschappelijke waarde, geheel afgeschei den van zijn godsdienstige beteekenis. Een Öhristen-werkgever 'verhoogt noch zijn eigen, aanzien, noch dat van zijn gods dienst, wanneer hij zijn niet-Qhristen-ar- beideis verplicht op Zondag te werken. Hoe neutraal onze Regeering ook poogt te zijn, zij is en blijft toch in het oog ook van den minst ontwikkelden koelie een Christelijke Regeering, en als zulk een Regeering voorschrijft, dat er op Zondagen in den regel niet zal gewerkt worden, dan zal zelfs die eenvoudige, onontwik kelde koelie dat begrijpenden waardeeren. Dat er van de zijde der arbeiders verzet zou rijzen tegen den wekelijkschen rust dag daarvoor behoeven wij niet bevreesd te zijn. Ik hoop daarom van ganscher harte, dat de Minister en de Surinaamsche Re geering, alvorens in deze aan de wenschen van den Ondernemersraad toe te geven, zich nog eens heel goed zullen heraden, en dat zij dan tot de conclusie zullen komen, dat er op dit punt van concessies geen sprake kan zijn." Met voldoening maken wij ook van. deze kloeke uitspraken melding. 2) -o- De kolonel beet weder op zijn knevel. „Ga uw eigen gang," riep hij boos, „indien gij zulk een dwaas wilt zijn om uw dap pere makkers in stukken gehakt te zien. Niemand heeft mij nog nooit een lafaard genoemd, ik zou gaarne mijn leven voor ie goede zaak geven, het kan echter niet m de bedoeling onzer meerderen liggen, dat wij onze manschappen op deze wijze zouden offeren. Ik ga met mijn mannen, «n dien zoo mijn land het beste.' „Over u kolonel Razoumkine, heb ik geen gezag," antwoordde de majoor, „ik kan u het heengaan niet beletten; mijn bannen en ik blijven hier en voeren onze orders uit. Gaat gij uw eigen gang, ik ga oen mijnen." „Stijfkop!" mompelde de kolonel en keerde zich om. Binnen tien minuten had "b zijn regiment in marschorde en beval 2oo spoedig mogelijk den romp van het le- ger ia te halen. De majoor zag alles met een ernstig en 'astberaden gelaat aan, hij zweeg, want Ver den Rus en zijn soldaten had hij niets 16 zoggen. Daar kwam de jonge kapitein der artil- In artikel 21 en volgende artikelen van de Gemeentewet is aangegeven wie niet voor het lidmaatschap van den Gemeen teraad iu aanmerking komen. Als eerst is bepaald aan welke ver- eischten een raadslid moet voldoen, wordt in artikel 21 gezegd, dat bloedverwant schap of aanverwantschap in den eersten of tweeden graad of huwelijk, niet mag bestaan tusschen den burgemeester of de leden van den Raad noch tusschen de leden onderling. De woorden „of huwelijk" zijn inge voegd bij de wet van 23 Juni 1923. Voor dien lijd- was het na de invoering van het passieve vrouwenkiesrecht mogelijk dat man en vrouw tegelijk lid van den Raad waren, zooals dat o.a. te Leiden een tijdlang het gevolg was. Eigenaardig daarbij was, dat hoewel man en vrouw beide tot de S.D.A.P. behoorden' en ze voorts alle gelegenheid hadden elkaar voor te lichten en te overtuigen, toch volstrekt niet altijd eender stemden. Oorspronkelijk is de beperking in dit artikel gemaakt, om te voorkomen, dat de gemeentebesturen, zooais dat in vroeger eeuwen vaak het geval was, zouden ont aarden in familieregeeringen. Door de sterke uitbreiding van het kiesrecht, is dit gevaar niét zoo groot meer, maar toch is, inzonderheid voor kleine gemeen ten waar bepaalde familiën op elk gebied zeer veel invloed hebben en gewoon zijn de lakens uit te deelen, zulk een be paling niet overbodig. Zooals hierboven bleek, wordt onder scheid gemaakt tusschen bloedverwant schap en zwagerschap. Bloedverwantschap bestaat volgens de wet tusschen personen, die de een van den ander afstammen, of die een gemeen- schappelijken stamvader hebben. In het eerste geval spreekt men van bloedver wantschap in de rechte lijin en in het tweede geval van bloedverwantschap in de zijlinie. De graad van bloedverwantschap wordt bepaald door het aantal geboorten. In de rechte nederdalende lijn staat da zoon tot den vader in den eersten, da kleinzoon tot den grootvader in den twee- den graad. In de rechte opgaande lijn staat de vader tot den zoon in de eerste, de grootvader tot den kleinzoon in den tweeden graad enz. Broeders bestaan eikaar in den tweeden graad, volle neven elkaar in den derden graad, enz. Zwagerschap is de betrekking welke ontstaat door aanhuwelijking, zoodat de eene echtgenoot aanverwant is in den- zelfden graad, waarin de andere echt genoot bloedverwant is. Geen zwagerschap bestaat tusschen de wederzijdsche bloedverwanten van echt- genooten èn evenmin tusschen cle eehtge- lerie aanrijden. „Majoor," zei hij, „de kolonel heeft ge lijk. Het is werkelijk dwaas om te blijven; ik trek met hem mede, want het blijkt on mogelijk het ons gegeven bevel uit te voe ren. U moet dit zelf inzien en met ons mede gaan." Met oogen die vuur schoten, wendde de majoor zich tot den jongen man: „Neen, mijnheer," zeide hij op strengen toon, „ik zal niet met u mede gaan; evenmin zult gij een voet uit dit bosch zetten, waarin ons bevolen is te blijven; wees hiervan over tuigd". De jongeling deed een stap achteruit en keek den majoor eenigszins verschrikt aan; hij was een zéér jong kapitein, maar dit kwam in oorlogstijd wel meer voor. Hij had een open, vroolijk, jongensachtig ge laat, omlijst met blond, krullend haar, en was zonder twijfel de oogappel zijner moe der en de trots zijner zusters. Was het vreemd, dat een vurige lust om te blijven leven in zijn binnenste klopte? „Maar majoor," betoogde hij, „de Rus sische kolonel wil gaan; hij zegt, dat het onzin is te blijven; ik heb mijn mannen reeds opgesteld, zij wachten op 't comman do van gaan; ik kom slechts bij u om u te vragen naar reden te luisteren en zich bij ons aan te sluiten." De strenge blik van den majoor weer hield den officier van meerdere woorden, nootcn van twee zusters, al worden ze gewoonlijk ook zwagers genoemd. Opmerking verdiént; dat degene dia na zijne of hare benoeming in den verboden graad van zwagerschap geraakt of „een verboden huwelijk" aangaat voor den af loop van den zittingstijd niet behoeft af te treden. Wordt iemand tot burgemeester be noemd die tot een der leden in de verbo den graad van verwantschap bestaat, dan zal het raadslid ïndeLen wijken. Omtrent de vraag of hij onmiddellijk ontslag moet nemen dan wel of hij zijn zittingstijd! kan uitdienen, bestaat verschil van mea ning. VVorden personen die elkaar in een verboden graad beslaan tegelijkertijd ge kozen, dan wordt de oudste in jaren voor benoemd gehouden. Gistermiddag vergaderde de Gemeente raad van Middelburg. Afwezig met ken nisgeving dhr Streefkerk. De voorzitter deelt mede, dat Ged. Sta ten de jaarwedde van den ambtenaar van den Burg. Stand, belast met het vol trekken van huwelijken, verhoogd heb ben van f 150 op f 250, zulks met ingang van 1 Jan. j.l. Do reeds vermelde ingeko men stukken worden alle voor kennis geving aangenomen. Ook een. adres van den hper Hendriksen uit de Bogardstraat, waarin weer werd teruggekomen op de bekende vraag om schadevergoeding. Aan den heer K. Smidt, leeraar in de lichamelijke oefening aan het gymnasium wordt wegens vertrek naar Ned. O.-Indië eervol ontslag verleend tegen 15 Maart. Mevr. d e Graaf protesteert tegen de wijze, waarop het Rijk benoemt. De ge meente is nu wel genoodzaakt, de ver ordening te overtreden'. De voor z. zei uiteen, dat het hier een bijzonder geval geldt. Het gymnastiek-onderwijs moet in Indië gereorganiseerd worden. Daarom moeten vier jonge leerkrachten gelijk wor den uitgezonden. Mevr. d e Graaf blijft er bij, dat de benoeming door het Rijk vroeger had kunnen geschieden. Hierna, op verzoek van den heer Boas- son, besloten vergadering. Na heropening volgen enkele benoemin gen. Allereerst die in het Burg. Arm bestuur. Aanbevolen worden Mr J. A, Fokker en mr F. B. Evers. Dhr v. d. Weel bevreemdt het, dal waar een vrouw, en wel van groote bekwaamheid, is afgetreden, nu in deze vacature twee heeren worden aanbevolen. In het college van het Burg. Armbestuur is zeker een vrouw op haar plaats. Spr. stelt voor, de aanbeveling terug te zen den en het B- A. te verzoeken dames aan te bevelen. Mevr. Weyl is het met deze argumen tatie geheel eens. De eisch van één vrouw in het B. A. is niet overdreven. Intusschen is het voor spr. moeilijk, mede 'te wer ken de aanbeveling terug te zenden. Zij wil dezen keer nog wel medewerken aan de benoeming, maar toch de wenschelijk- heid door den Raad doen uitspreken, dat bij de e.v. vacature een vrouw wordt benoemd. Dhr v. d. Weel vermoedt, dat een vacature zich niet spoedig zal voor doen. Dhr Paul vindt de houding van mevr. Weyl tweeslachtig. De voorz, steunt het idee van jnevr. Weyl. Dhr 0 n d e r d ij k heeft indertijd gaarne medegewerkt aan de benoeming van me vrouw Schoute. Spr. weet, dat het werk van mevr. Schoute zeer is gewaardeerd. ze bestierven op zijn lippen. Op norschen toon vroeg de majoor: „Dacht gij dit bosch te verlaten?" „Ik ga mede met kolonel Piazoumkine," antwoordde de kapitein. „Neen, gij gaat niet!" riep de majoor met een flikkering in zijn oogen, die den ander al eerder in bedwang had gehou den; „gij gaat niet, luister naar de beve len: gij en uw escadron moeten hier blij ven, totdat onze taak is vervuld." „Maar, majoor!" „Zwijg; gij hebt hier niets te vertellen; gij moet gehoorzamen. Over u heb ik ge zag, niet over den kolonel; als hij gaat, ik kan er niets aan doen. Maar gij, meent gij, dat ik u toe zal staan een vin te verroeren zonder mijn toestemming? Waag het één woord over afmarcheeren tot uw man schappen te zeggen, of mijn bevelen niet na te komen, en ik zal u, voor gij tien pas sen gedaan hebt, voor het front laten doodschieten. Kapitein, gij hebt mijn mee ning vernomen; kies." De kapitein keek zijn chef aan en wist dat deze ieder woord meende; er kwam nog iets anders bij. De onverschrokken moed en vastberadenheid van den oudge diende deden in het hart van den jongere weder het krijgshaftige vuur oplaaien, dat kon het anders bij het vooruitzicht eener haast hopelooze slachting? een oogenblik gesmeuld had. Zijn oogen straal- en daarom betreurt spr. het, dat het B. A. weer niet een vrouw heeft aanbevolen. Maai- uit respect voor het college van het B. A. en de aanbevolenen, zou spr. toch piu aan een benoeming uit de in gediende voordracht willen medewerken. Het voorstel-v. d. Weel wordt ver worpen met 11 tegen 5 stemmen, (vóór Cornelisse, Paul, v. d. Weel, mevr. Corné, en de Veer). Het voorstel mevr. Weyl komt nu in bespreking. Dhr den Hollander is er tegen een ziekere drang op het B. A. te leggen. Dhr de Veer is het daarmede oneens. De raad heeft wel degelijk uit te maken, hoe het B. A. zal zijn samen gesteld. Maar spr. is er tegen het B. A. voor te schrijven, voor de e.v. vacature een vrouw aan ie bevelen. Wie kan zeg gen, welk een vacature dat zal zijn? Mis schien wel die van voorzitter. Mevr. de Graaf deelt dit bezwaar niet. Er kan best ruiling van functies plaats hebben. Het voorstel mevr.-Weyl wordt aangenomen met 8 tegen 7 st. Dhr v. d. Weel had de zaal verlaten tijdens de stemming. (Vóór Cornelisse, Bosman', Portheine, mevr. Corné, Onderdijk, me vrouw Weyl, mevr. de Graaf, en dhr Boas son). Benoemd wordt daarna in het B. A. mr Fokker met 12 st., terwijl 4 st. blanco zijn uilgebracht. Curator gymnasium. Voorgedra gen dhrn A. J. Hoorweg en J. J. Wap. Dhr B o a s s o n heeft het gefrappeerd, dat niet een classicus voor curator is voorgedragen, maar wel twee heeren, die het gymnasium niet hebben bezocht. De voor z. zegt, dat het curatorium heeft gemeend in de vacature van een genees heer weer een medicus te moeten aan bevelen. Het door den heer Boasson be doelde, achtte het college geen bezwaar. Benoemd wordt de heer A. J. Hoorweg met 12 st. tegen 4 op den heer Reilingh. Benoemd wordt tot lid der Commissie van, toezicht op het L. 0. dhr A. Dekker met alg. st. (eerst-aanbevolene). De af tredende leden der schattingscommissie' voor de Inkomstenbelasting, de heeren J. Baljeu, J. A. Vertregt, I. P. J. de Groot en J. P. Pieterse worden herbe noemd. W ij z i g i n g a a n w ij z i n g stemlo kalen. Dhr Paul wijst er op, dat er stem lokalen zijn, waar druk gestemd wordt en' waar het moeilijk is, temeer als een af zonderlijke uitgang ontbreekt, om 'de orde te bewaren. Spr. dringt aan op het aan brengen van ballustrades, Zooveel mogelijk zegt de voorz. toe, zal hieraan worden tegemoet gekomen, maar overal zal het niet gaan. De voorz. heeft wel gezorgd, dat op alle bureaux den geheelen dag assistentie aanwezig zal zijn. Subsidiëering over 1925 N. V. „Stoomtra m W a 1 c h e re n". Dhr Paul 'heeft dezer dagen vernomen, dat het over leg tusschen de tramwegmaatschappij en het personeel voor het eerst heeft plaats gehad. Daarom zal spr. niet tegen het voorstel van B. en W. stemmen. Het voorstel wordt aangenomen. Verleening van voorschotten aan Besturen der Bijz. scholen. Mevr. de Graaf heeft opgemerkt, dat de school der Geref. Gemeente minder voor schot aanvraagt, dan waarop ze recht heeft. De yporz, zegt, dat de wet een maximum aangeeft, maar een schoolbe stuur mag natuurlijk daar beneden blijven. Verpachting Jachtïecht. Dhr Paul spijt het, dat B. en W. met dit voor stel zijn gekomen. Spr. had gaarne een proef zien nemen met verpachting, maar «BCT3SEOPB JWII jjOl**W I. '■''■J'"1 den, hij richtte zijn hoofd op en op gansch anderen toon antwoordde hij: „Gij hebt ge lijk, majoor; ik ongelijk. Ik schaam mij over mijn gedachten. Laat mij tot het laat ste bij u blijven, dat is al wat ik nu nog begeer. Voor mijn mannen sta ik in. Laat de Russen hun kolonel volgen. Mijn man nen en ik blijven bij u tot in den dood." De majoor stak zijn hand uit en door een broederlijken handdruk werden deze beide mannen hechter aan elkaar verbon den. „Goed gesproken, kameraad! Zeg aan uw mannen dat wij, Duitschers, stand zul len houden en onze orders zullen opvolgen. Kom spoedig terug, want wij zullen onze hersens goed moeten gebruiken, willen we nog één uur in 't leven blijven." „Wat doet het er toe, of wij blijven le ven of sterven, als wij onzen plicht doen tot aan 't einde!" riep de jonge man onder het weggaloppeeren. „Hij is dapper en goed," mompelde de majoor, terwijl hij hem met een bijna tee- deren blik nakeek. „Ik wilde, dat ik hem ten minste kon redden, hij kan een goed officier worden, en ik zou hem gaarne ge spaard zien voor zijn land." Hij verviel in gepeins, zijn blik staarde recht voor zich uit. Zijn manschappen maakten hun gewe ren in orde. Geen paniek of eenigerlei op- winding had zich van de artilleristen zal geen stemming vragen. Het voorstel van B. en W. wordt z.h.st. aangenomen. Herstelling van gebouw W a - genaarstraat D 78 en verplaat sing arbeidsbeurs. Op een vraag van den heer Portheine deelt weth. O n - der dijk hieromtrent het volgende mede: Sinds het gebouw Korte Delft-Nieuwr- straat in gemeente-eigendom is gekomen, staat er een hord „te koop", maar dat is bedoeld voor het gebeele complex. Nu is er pen. goede kans, dat de gemeent*' kan verhuren aan een winkelier ia dames-kleeding, voor vijf jaar, tegea een huurprijs van f900 _per jaar het gebouw der arbeidsbeurs met bovenwoning met recht van voorkeur bij eventueelea ver koop. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen. Verlenging ontruimingster- mijn onbewoonbaar verklaard* woning St. Jansgang. Dhr v. d. Weel vraagt, wat eigenlijk de onbewoon- haarverklaring beteekent, als de bewo ners er toch maar in blijven. De voorz. merkt op, dat, als ze er uitgaan hun woning niet meer bewoond mag worden. Dhr v. d. Weel vraagt, of B. en Wc nog geen plannen hebben voor woning bouw voor deze gezinnen. Dhr Onder- d ij k zegt, dat „gemeentewerken" de os- bewoonbaarverklaring maar heeft stop gezet, zoolang hier geen voorziening is getroffen. Er zijn plannen bij een particu liere commissie1, tot voorziening in' deze* toestand. Deze commissie staat nu voot een beslissing. Laten we nu even afwach ten. Slaagt deze commissie niet, dan ka* later de Raad altijd nog hierover spreken. Het voorstel wordt aangenomen. Aankoop reinigingsmateriaal Dhr Boasson vraagt, naar de juiste cijfers van kosten van auto- en paarden- tractie bij1 de gemeentereiniging. In het algemeen is spr. niet voor aankoop va* oud materiaal. De voorz. zegt, dat een plotseling* verandering van paarden- in autotracti* ontzaglijk duur zou zijn. Een geleidelijk® omzetting zou goedkooper zijn. Spr. gelooft echter „dat een autodienst ypor een stad als Middelburg een dure boel zou zijn. Natuurlijk niet voor een stad met uitge strekt gebied als b.v. Eindhoven. Dhr Bosman is ook tegen autotra ctie. Zelfs in groote steden als Rotter dam en Londen keert men geleidelijk terug tot paardentractie. Dhr Onderdijk zegt, dat het onderhoud der paarden momenteel goedkoop is. De paarden zijn goedkoop e* ook het voer. Straks kan, door uitbrei ding der rioleering, het aantal paarden: zefs nog verminderd worden. Het voorstel van B. en W. tot aankoop, van eenig gebruikt materiaal uit Eind hoven wordt goedgekeurd. De andere voorstellen (o.a. afwijzing van het verzoek tot verlaging van keur- loonen van vee en vleesoh, verleening van crediet voor de hoogspannings- scha- ftelinriohting aan den .Roelendale Singel, verkoop huisje e.a. voor afbraak Celle- hroershof, verhuring voormalige hulpka- zierne aan de padvinders en verkoop va* gemeente-grond in Park van Nieuwen- hove) worden alle aangenomen. Bij dit laatste punt wees de voorzitter er op, dat steeds meer liefhebberij voor dezen grond blijkt te komen. Het primitief kohier hondenbelasting werd bepaald ,op f2050.50, zijnde voor 239 honden, die voor luxe worden gehou den en voor 208 die als trek- of waak hond dienst doen. De heer Paul herinnerde daarbij aan zijn opmerking bij de behan- meester gemaakt; zij zagen den aftocht der Russen aan, alsof deze hun niet aan ging. Zij waren er zich thans ten voUe van bewust, dat een handjevol ruiterij en hun batterij aangewezen waren den aanval van het geheele Fransche leger te trotseeren. Spoedig hierop kwam kapitein Wagner terug. „De manschappen willen blijven," zei hij kortaf, „wij zullen geen moeilijk heden met hen hebben." „Uitstekend!" antwoordde de majoor goedkeurend. Hij zweeg enkele minuten en zeide toen opeens: „Hoeveel trompetters zijn er bij de batterij? „Vier," antwoordde de kapitein. De majoor bleef nog even in gepeins en zeide toen, duidelijk en beslist: „Wag ner, er blijft ons nog één kans; met geweld kunnen wij niets beginnen, maar wij moe ten zien, wat een krijgslist vermag. Roep uwe trompetters hij elkaar. Beveel hen, door het hosch heen en weer te rijden en alle mogelijke soorten van seinen te bla zen, de een antwoord gevende op het sig naal van den ander; nu uit dezen dan uit genen hoek. Laat ze met den grootsten spoed van de eene plaats naar de andere galoppeeren, en al maar blazen, zoodat het lijkt, alsof er een groote macht in het bosch verborgen ligt; begrepen?" (Wordt vervolgd.) II "t

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1927 | | pagina 1