Lil
Donderdag 3 Maart ISlf
41e Jaargat*;
te Burgerwoning
§immm
Een Krijgslist.
Midday
het
ibels
iuw
als
zijn
nrijs
iur;
tien.
uit
/rna
invaliden Wagentje,,
ichten een Hofstee!
Ka If koe te koel)
Bedrijfsleid^j
►t. Laurenf'
FEUILLETON.
GEMEEMTEPOLITIEK.
Gemeenteraad van Middelburg.
i
'cztrKri'ü «E
- ,''®ai
«KR?
'\T- 'v' .Bb»-...
§<r
vgfv
v -H iN'
tand te koop ©enpraeM
ndbeweging, merk Burjt
*EL, Oostkapelle.
50 Roeden Tuingroij
ewoner A. WOUTEBS,
Oost-Soutrnj
TEKOOP:
en Zaai-Kroonerwft)
)E WITTE, Zoutelande J
it twee, rekening 61
W. SPRUIJT, Oostóapt]
TE KOOP:
Vlissingscheweg, bü
Direct te aanvaarden-
Noordsingel S 178, "l
Gevraagd
e boerderij, gemengd bedr
e reeds als zoodanig^,
aren genieten de voor»
en met uitvoerige
als leeftijd, getuif
d salaris onder No.'
blad te Goes.
i iilij
tentiën en abonnem'H
Oe Zeeuw" worde»3
en door den Age"1
ERKHOVE, HoordweB '1
Directeur-Hoofdredacteur:
R. ZUIDEMA.
Bureau: Lange Vorststraat 70, Goes
Tel,; Redactie en Administratie no. 11
Postrekening No. 44455.
firma
Bijkantoor te Middelburg:
F. P. DHUIJ, L. Burg, Tel. no. 259
'DeZeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.—
Losse nummersf 0.05
Prijs der Advertentiën:
14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
Nog een protest.
Uiet alleen de heer Bijleveld, ook da
jjjej Boeteelaer van Dubbeldam heeft met
flem geprotesteerd tegen de plannen van
M Ondernemersraad inzake het buiten
werking stellen van de thans in Suriname
•ellende Zondagswet.
jj^ze heeren hadden' in een adres aan
je Regeering zich van deze kwestie al
keel gemakkelijk afgemaakt
kan gedwongen Zondagsrust en het
TOorschrjjren van 52 rustdagen per jaar
T00r de Inlandsche arbeiders, zoo- schre-
reri ze, denkt in Indië niemand.
ff aar aanleiding daarvan merkte de heer
Tan Boeteeiaer o.m. op:
.Blijkbaar heeft iemand, die zoo- iets
schrijft, i* het geheel geen kennis genot,
men van. den strijd, die in Indië ai
sedert tientallen jaren gevoerd wordt te-
gen bet werken op Zondag op schier
alle cultuur ondernemingen, waardoor veel
al niet alleen de Inlandsche arbeiders,
maar ook de Europeesche employé's ge
dwongen worden het grootste deel van het
jaar evengoed op Zondagen te werken als
op alle andere dagen. Dank zij dezen
strijd, zal dan nu eindelijk in Indië inge.
roerd worden, dat althans voor Euro
peanen 52 rustdagen per jaar zullen wor
den voorgeschreven, wat nog maar zeer
gedeeltelik aan de bezwaren tegemoet
komt, daar niet zal worden voorgeschre
ven, hoe die 52 rustdagen over het jaar
Terdeeld moetenzijn en zij dus volstrekt
niet op de Zondagen behoeven te vallen.
In Suriname is de toestand op dit
gebied veel gunstiger. Daar is een Zon
dagswet, die voorschrijft, dat in den re
gel des Zondags niet zal gewerkt wor
den, maar dat, als uitzondering het bedrijf
het werken op Zondagen noodig maakt,
dan aan de arbeiders, die dien dag ge
werkt hebben, een andere dag vrij moet
worden gegeven. Op deze wet heeft nu
blijkbaar de Ondernemersraad het gemunt.
Zij moet ingetrokken worden.
„Maar als de Regeering de thans voor
Suriname vigeerende Zondagswet zal in
trekken, zoodat de weg openstaat om op
Zondagen en feestdagen te laten werken,
dan hen ik overtuigd, dat het daar zal
gaan net als het thans gaat in Indië
en er spoedig bijna geen Zondag en feest-
dag zal overblijven, waarop- niet gewerkt
wordt. En als dit geschiedt, dan kan
A het niet anders inziten dan dat de
arbeidswetgeving in Suriname op beden.
kelijke wijze verslechterd wordt.
Zeer zeker blijft het een moeilijk vraag
stuk in hoever een Öhristen-werkgever
geroepen is een vrijen Zondag te geven
aaft Mohammedaansche of Hindoewerkne-
igers, voor wie geen godsdienstige mo
tieven gelden om 's Zondags niet te wer
ken. Iedereen zal erkennen, dat dit' vraag
stuk een geheel ander isdan dat der
Zondagsrust in onze maatschappij. Toch
aarzel ik geen oogenblik om de Snrinaam»
scho practijk in deze verre te stellen
boven de Indische. De wekelijksche rust
dag heeft toch een hooge zedelijke en
maatschappelijke waarde, geheel afgeschei
den van zijn godsdienstige beteekenis.
Een Öhristen-werkgever 'verhoogt noch
zijn eigen, aanzien, noch dat van zijn gods
dienst, wanneer hij zijn niet-Qhristen-ar-
beideis verplicht op Zondag te werken.
Hoe neutraal onze Regeering ook poogt
te zijn, zij is en blijft toch in het oog ook
van den minst ontwikkelden koelie een
Christelijke Regeering, en als zulk een
Regeering voorschrijft, dat er op Zondagen
in den regel niet zal gewerkt worden,
dan zal zelfs die eenvoudige, onontwik
kelde koelie dat begrijpenden waardeeren.
Dat er van de zijde der arbeiders verzet
zou rijzen tegen den wekelijkschen rust
dag daarvoor behoeven wij niet bevreesd
te zijn.
Ik hoop daarom van ganscher harte,
dat de Minister en de Surinaamsche Re
geering, alvorens in deze aan de wenschen
van den Ondernemersraad toe te geven,
zich nog eens heel goed zullen heraden,
en dat zij dan tot de conclusie zullen
komen, dat er op dit punt van concessies
geen sprake kan zijn."
Met voldoening maken wij ook van.
deze kloeke uitspraken melding.
2) -o-
De kolonel beet weder op zijn knevel.
„Ga uw eigen gang," riep hij boos, „indien
gij zulk een dwaas wilt zijn om uw dap
pere makkers in stukken gehakt te zien.
Niemand heeft mij nog nooit een lafaard
genoemd, ik zou gaarne mijn leven voor
ie goede zaak geven, het kan echter niet
m de bedoeling onzer meerderen liggen,
dat wij onze manschappen op deze wijze
zouden offeren. Ik ga met mijn mannen,
«n dien zoo mijn land het beste.'
„Over u kolonel Razoumkine, heb ik
geen gezag," antwoordde de majoor, „ik
kan u het heengaan niet beletten; mijn
bannen en ik blijven hier en voeren onze
orders uit. Gaat gij uw eigen gang, ik ga
oen mijnen."
„Stijfkop!" mompelde de kolonel en
keerde zich om. Binnen tien minuten had
"b zijn regiment in marschorde en beval
2oo spoedig mogelijk den romp van het le-
ger ia te halen.
De majoor zag alles met een ernstig en
'astberaden gelaat aan, hij zweeg, want
Ver den Rus en zijn soldaten had hij niets
16 zoggen.
Daar kwam de jonge kapitein der artil-
In artikel 21 en volgende artikelen van
de Gemeentewet is aangegeven wie niet
voor het lidmaatschap van den Gemeen
teraad iu aanmerking komen.
Als eerst is bepaald aan welke ver-
eischten een raadslid moet voldoen, wordt
in artikel 21 gezegd, dat bloedverwant
schap of aanverwantschap in den eersten
of tweeden graad of huwelijk, niet mag
bestaan tusschen den burgemeester of de
leden van den Raad noch tusschen de
leden onderling.
De woorden „of huwelijk" zijn inge
voegd bij de wet van 23 Juni 1923. Voor
dien lijd- was het na de invoering van
het passieve vrouwenkiesrecht mogelijk
dat man en vrouw tegelijk lid van den
Raad waren, zooals dat o.a. te Leiden
een tijdlang het gevolg was. Eigenaardig
daarbij was, dat hoewel man en vrouw
beide tot de S.D.A.P. behoorden' en ze
voorts alle gelegenheid hadden elkaar voor
te lichten en te overtuigen, toch volstrekt
niet altijd eender stemden.
Oorspronkelijk is de beperking in dit
artikel gemaakt, om te voorkomen, dat de
gemeentebesturen, zooais dat in vroeger
eeuwen vaak het geval was, zouden ont
aarden in familieregeeringen. Door de
sterke uitbreiding van het kiesrecht, is
dit gevaar niét zoo groot meer, maar
toch is, inzonderheid voor kleine gemeen
ten waar bepaalde familiën op elk gebied
zeer veel invloed hebben en gewoon zijn
de lakens uit te deelen, zulk een be
paling niet overbodig.
Zooals hierboven bleek, wordt onder
scheid gemaakt tusschen bloedverwant
schap en zwagerschap.
Bloedverwantschap bestaat volgens de
wet tusschen personen, die de een van
den ander afstammen, of die een gemeen-
schappelijken stamvader hebben. In het
eerste geval spreekt men van bloedver
wantschap in de rechte lijin en in het
tweede geval van bloedverwantschap in
de zijlinie.
De graad van bloedverwantschap
wordt bepaald door het aantal geboorten.
In de rechte nederdalende lijn staat da
zoon tot den vader in den eersten, da
kleinzoon tot den grootvader in den twee-
den graad. In de rechte opgaande lijn
staat de vader tot den zoon in de eerste,
de grootvader tot den kleinzoon in den
tweeden graad enz. Broeders bestaan
eikaar in den tweeden graad, volle neven
elkaar in den derden graad, enz.
Zwagerschap is de betrekking welke
ontstaat door aanhuwelijking, zoodat de
eene echtgenoot aanverwant is in den-
zelfden graad, waarin de andere echt
genoot bloedverwant is.
Geen zwagerschap bestaat tusschen de
wederzijdsche bloedverwanten van echt-
genooten èn evenmin tusschen cle eehtge-
lerie aanrijden.
„Majoor," zei hij, „de kolonel heeft ge
lijk. Het is werkelijk dwaas om te blijven;
ik trek met hem mede, want het blijkt on
mogelijk het ons gegeven bevel uit te voe
ren. U moet dit zelf inzien en met ons
mede gaan."
Met oogen die vuur schoten, wendde de
majoor zich tot den jongen man: „Neen,
mijnheer," zeide hij op strengen toon, „ik
zal niet met u mede gaan; evenmin zult gij
een voet uit dit bosch zetten, waarin ons
bevolen is te blijven; wees hiervan over
tuigd".
De jongeling deed een stap achteruit en
keek den majoor eenigszins verschrikt
aan; hij was een zéér jong kapitein, maar
dit kwam in oorlogstijd wel meer voor. Hij
had een open, vroolijk, jongensachtig ge
laat, omlijst met blond, krullend haar, en
was zonder twijfel de oogappel zijner moe
der en de trots zijner zusters. Was het
vreemd, dat een vurige lust om te blijven
leven in zijn binnenste klopte?
„Maar majoor," betoogde hij, „de Rus
sische kolonel wil gaan; hij zegt, dat het
onzin is te blijven; ik heb mijn mannen
reeds opgesteld, zij wachten op 't comman
do van gaan; ik kom slechts bij u om u te
vragen naar reden te luisteren en zich bij
ons aan te sluiten."
De strenge blik van den majoor weer
hield den officier van meerdere woorden,
nootcn van twee zusters, al worden ze
gewoonlijk ook zwagers genoemd.
Opmerking verdiént; dat degene dia na
zijne of hare benoeming in den verboden
graad van zwagerschap geraakt of „een
verboden huwelijk" aangaat voor den af
loop van den zittingstijd niet behoeft af
te treden.
Wordt iemand tot burgemeester be
noemd die tot een der leden in de verbo
den graad van verwantschap bestaat, dan
zal het raadslid ïndeLen wijken. Omtrent
de vraag of hij onmiddellijk ontslag moet
nemen dan wel of hij zijn zittingstijd!
kan uitdienen, bestaat verschil van mea
ning.
VVorden personen die elkaar in een
verboden graad beslaan tegelijkertijd ge
kozen, dan wordt de oudste in jaren voor
benoemd gehouden.
Gistermiddag vergaderde de Gemeente
raad van Middelburg. Afwezig met ken
nisgeving dhr Streefkerk.
De voorzitter deelt mede, dat Ged. Sta
ten de jaarwedde van den ambtenaar van
den Burg. Stand, belast met het vol
trekken van huwelijken, verhoogd heb
ben van f 150 op f 250, zulks met ingang
van 1 Jan. j.l. Do reeds vermelde ingeko
men stukken worden alle voor kennis
geving aangenomen. Ook een. adres van
den hper Hendriksen uit de Bogardstraat,
waarin weer werd teruggekomen op de
bekende vraag om schadevergoeding.
Aan den heer K. Smidt, leeraar in de
lichamelijke oefening aan het gymnasium
wordt wegens vertrek naar Ned. O.-Indië
eervol ontslag verleend tegen 15 Maart.
Mevr. d e Graaf protesteert tegen de
wijze, waarop het Rijk benoemt. De ge
meente is nu wel genoodzaakt, de ver
ordening te overtreden'. De voor z. zei
uiteen, dat het hier een bijzonder geval
geldt. Het gymnastiek-onderwijs moet in
Indië gereorganiseerd worden. Daarom
moeten vier jonge leerkrachten gelijk wor
den uitgezonden. Mevr. d e Graaf blijft
er bij, dat de benoeming door het Rijk
vroeger had kunnen geschieden.
Hierna, op verzoek van den heer Boas-
son, besloten vergadering.
Na heropening volgen enkele benoemin
gen. Allereerst die in het Burg. Arm
bestuur. Aanbevolen worden Mr J. A,
Fokker en mr F. B. Evers.
Dhr v. d. Weel bevreemdt het, dal
waar een vrouw, en wel van groote
bekwaamheid, is afgetreden, nu in deze
vacature twee heeren worden aanbevolen.
In het college van het Burg. Armbestuur
is zeker een vrouw op haar plaats. Spr.
stelt voor, de aanbeveling terug te zen
den en het B- A. te verzoeken dames aan
te bevelen.
Mevr. Weyl is het met deze argumen
tatie geheel eens. De eisch van één vrouw
in het B. A. is niet overdreven. Intusschen
is het voor spr. moeilijk, mede 'te wer
ken de aanbeveling terug te zenden. Zij
wil dezen keer nog wel medewerken aan
de benoeming, maar toch de wenschelijk-
heid door den Raad doen uitspreken, dat
bij de e.v. vacature een vrouw wordt
benoemd. Dhr v. d. Weel vermoedt, dat
een vacature zich niet spoedig zal voor
doen. Dhr Paul vindt de houding van
mevr. Weyl tweeslachtig. De voorz, steunt
het idee van jnevr. Weyl.
Dhr 0 n d e r d ij k heeft indertijd gaarne
medegewerkt aan de benoeming van me
vrouw Schoute. Spr. weet, dat het werk
van mevr. Schoute zeer is gewaardeerd.
ze bestierven op zijn lippen. Op norschen
toon vroeg de majoor: „Dacht gij dit bosch
te verlaten?"
„Ik ga mede met kolonel Piazoumkine,"
antwoordde de kapitein.
„Neen, gij gaat niet!" riep de majoor
met een flikkering in zijn oogen, die den
ander al eerder in bedwang had gehou
den; „gij gaat niet, luister naar de beve
len: gij en uw escadron moeten hier blij
ven, totdat onze taak is vervuld."
„Maar, majoor!"
„Zwijg; gij hebt hier niets te vertellen;
gij moet gehoorzamen. Over u heb ik ge
zag, niet over den kolonel; als hij gaat, ik
kan er niets aan doen. Maar gij, meent gij,
dat ik u toe zal staan een vin te verroeren
zonder mijn toestemming? Waag het één
woord over afmarcheeren tot uw man
schappen te zeggen, of mijn bevelen niet
na te komen, en ik zal u, voor gij tien pas
sen gedaan hebt, voor het front laten
doodschieten. Kapitein, gij hebt mijn mee
ning vernomen; kies."
De kapitein keek zijn chef aan en wist
dat deze ieder woord meende; er kwam
nog iets anders bij. De onverschrokken
moed en vastberadenheid van den oudge
diende deden in het hart van den jongere
weder het krijgshaftige vuur oplaaien, dat
kon het anders bij het vooruitzicht
eener haast hopelooze slachting? een
oogenblik gesmeuld had. Zijn oogen straal-
en daarom betreurt spr. het, dat het B. A.
weer niet een vrouw heeft aanbevolen.
Maai- uit respect voor het college van
het B. A. en de aanbevolenen, zou spr.
toch piu aan een benoeming uit de in
gediende voordracht willen medewerken.
Het voorstel-v. d. Weel wordt ver
worpen met 11 tegen 5 stemmen, (vóór
Cornelisse, Paul, v. d. Weel, mevr. Corné,
en de Veer).
Het voorstel mevr. Weyl komt nu in
bespreking. Dhr den Hollander is er
tegen een ziekere drang op het B. A.
te leggen. Dhr de Veer is het daarmede
oneens. De raad heeft wel degelijk uit
te maken, hoe het B. A. zal zijn samen
gesteld. Maar spr. is er tegen het B. A.
voor te schrijven, voor de e.v. vacature
een vrouw aan ie bevelen. Wie kan zeg
gen, welk een vacature dat zal zijn? Mis
schien wel die van voorzitter.
Mevr. de Graaf deelt dit bezwaar niet.
Er kan best ruiling van functies plaats
hebben. Het voorstel mevr.-Weyl wordt
aangenomen met 8 tegen 7 st. Dhr
v. d. Weel had de zaal verlaten tijdens
de stemming. (Vóór Cornelisse, Bosman',
Portheine, mevr. Corné, Onderdijk, me
vrouw Weyl, mevr. de Graaf, en dhr Boas
son). Benoemd wordt daarna in het B. A.
mr Fokker met 12 st., terwijl 4 st. blanco
zijn uilgebracht.
Curator gymnasium. Voorgedra
gen dhrn A. J. Hoorweg en J. J. Wap.
Dhr B o a s s o n heeft het gefrappeerd,
dat niet een classicus voor curator is
voorgedragen, maar wel twee heeren, die
het gymnasium niet hebben bezocht. De
voor z. zegt, dat het curatorium heeft
gemeend in de vacature van een genees
heer weer een medicus te moeten aan
bevelen. Het door den heer Boasson be
doelde, achtte het college geen bezwaar.
Benoemd wordt de heer A. J. Hoorweg
met 12 st. tegen 4 op den heer Reilingh.
Benoemd wordt tot lid der Commissie
van, toezicht op het L. 0. dhr A. Dekker
met alg. st. (eerst-aanbevolene). De af
tredende leden der schattingscommissie'
voor de Inkomstenbelasting, de heeren
J. Baljeu, J. A. Vertregt, I. P. J. de
Groot en J. P. Pieterse worden herbe
noemd.
W ij z i g i n g a a n w ij z i n g stemlo
kalen. Dhr Paul wijst er op, dat er stem
lokalen zijn, waar druk gestemd wordt en'
waar het moeilijk is, temeer als een af
zonderlijke uitgang ontbreekt, om 'de orde
te bewaren. Spr. dringt aan op het aan
brengen van ballustrades, Zooveel mogelijk
zegt de voorz. toe, zal hieraan worden
tegemoet gekomen, maar overal zal het
niet gaan. De voorz. heeft wel gezorgd,
dat op alle bureaux den geheelen dag
assistentie aanwezig zal zijn.
Subsidiëering over 1925 N. V.
„Stoomtra m W a 1 c h e re n". Dhr Paul
'heeft dezer dagen vernomen, dat het over
leg tusschen de tramwegmaatschappij en
het personeel voor het eerst heeft plaats
gehad. Daarom zal spr. niet tegen het
voorstel van B. en W. stemmen. Het
voorstel wordt aangenomen.
Verleening van voorschotten
aan Besturen der Bijz. scholen.
Mevr. de Graaf heeft opgemerkt, dat de
school der Geref. Gemeente minder voor
schot aanvraagt, dan waarop ze recht
heeft. De yporz, zegt, dat de wet een
maximum aangeeft, maar een schoolbe
stuur mag natuurlijk daar beneden blijven.
Verpachting Jachtïecht. Dhr
Paul spijt het, dat B. en W. met dit voor
stel zijn gekomen. Spr. had gaarne een
proef zien nemen met verpachting, maar
«BCT3SEOPB JWII jjOl**W I. '■''■J'"1
den, hij richtte zijn hoofd op en op gansch
anderen toon antwoordde hij: „Gij hebt ge
lijk, majoor; ik ongelijk. Ik schaam mij
over mijn gedachten. Laat mij tot het laat
ste bij u blijven, dat is al wat ik nu nog
begeer. Voor mijn mannen sta ik in. Laat
de Russen hun kolonel volgen. Mijn man
nen en ik blijven bij u tot in den dood."
De majoor stak zijn hand uit en door
een broederlijken handdruk werden deze
beide mannen hechter aan elkaar verbon
den.
„Goed gesproken, kameraad! Zeg aan
uw mannen dat wij, Duitschers, stand zul
len houden en onze orders zullen opvolgen.
Kom spoedig terug, want wij zullen onze
hersens goed moeten gebruiken, willen we
nog één uur in 't leven blijven."
„Wat doet het er toe, of wij blijven le
ven of sterven, als wij onzen plicht doen
tot aan 't einde!" riep de jonge man onder
het weggaloppeeren.
„Hij is dapper en goed," mompelde de
majoor, terwijl hij hem met een bijna tee-
deren blik nakeek. „Ik wilde, dat ik hem
ten minste kon redden, hij kan een goed
officier worden, en ik zou hem gaarne ge
spaard zien voor zijn land." Hij verviel in
gepeins, zijn blik staarde recht voor zich
uit.
Zijn manschappen maakten hun gewe
ren in orde. Geen paniek of eenigerlei op-
winding had zich van de artilleristen
zal geen stemming vragen. Het voorstel
van B. en W. wordt z.h.st. aangenomen.
Herstelling van gebouw W a -
genaarstraat D 78 en verplaat
sing arbeidsbeurs. Op een vraag
van den heer Portheine deelt weth. O n -
der dijk hieromtrent het volgende mede:
Sinds het gebouw Korte Delft-Nieuwr-
straat in gemeente-eigendom is gekomen,
staat er een hord „te koop", maar dat
is bedoeld voor het gebeele complex. Nu
is er pen. goede kans, dat de gemeent*'
kan verhuren aan een winkelier ia
dames-kleeding, voor vijf jaar, tegea een
huurprijs van f900 _per jaar het gebouw
der arbeidsbeurs met bovenwoning met
recht van voorkeur bij eventueelea ver
koop. Het voorstel van B. en W. wordt
aangenomen.
Verlenging ontruimingster-
mijn onbewoonbaar verklaard*
woning St. Jansgang. Dhr v. d.
Weel vraagt, wat eigenlijk de onbewoon-
haarverklaring beteekent, als de bewo
ners er toch maar in blijven. De voorz.
merkt op, dat, als ze er uitgaan hun
woning niet meer bewoond mag worden.
Dhr v. d. Weel vraagt, of B. en Wc
nog geen plannen hebben voor woning
bouw voor deze gezinnen. Dhr Onder-
d ij k zegt, dat „gemeentewerken" de os-
bewoonbaarverklaring maar heeft stop
gezet, zoolang hier geen voorziening is
getroffen. Er zijn plannen bij een particu
liere commissie1, tot voorziening in' deze*
toestand. Deze commissie staat nu voot
een beslissing. Laten we nu even afwach
ten. Slaagt deze commissie niet, dan ka*
later de Raad altijd nog hierover spreken.
Het voorstel wordt aangenomen.
Aankoop reinigingsmateriaal
Dhr Boasson vraagt, naar de juiste
cijfers van kosten van auto- en paarden-
tractie bij1 de gemeentereiniging. In het
algemeen is spr. niet voor aankoop va*
oud materiaal.
De voorz. zegt, dat een plotseling*
verandering van paarden- in autotracti*
ontzaglijk duur zou zijn. Een geleidelijk®
omzetting zou goedkooper zijn. Spr. gelooft
echter „dat een autodienst ypor een stad
als Middelburg een dure boel zou zijn.
Natuurlijk niet voor een stad met uitge
strekt gebied als b.v. Eindhoven.
Dhr Bosman is ook tegen autotra ctie.
Zelfs in groote steden als Rotter
dam en Londen keert men geleidelijk terug
tot paardentractie. Dhr Onderdijk zegt,
dat het onderhoud der paarden momenteel
goedkoop is. De paarden zijn goedkoop e*
ook het voer. Straks kan, door uitbrei
ding der rioleering, het aantal paarden:
zefs nog verminderd worden.
Het voorstel van B. en W. tot aankoop,
van eenig gebruikt materiaal uit Eind
hoven wordt goedgekeurd.
De andere voorstellen (o.a. afwijzing
van het verzoek tot verlaging van keur-
loonen van vee en vleesoh, verleening
van crediet voor de hoogspannings- scha-
ftelinriohting aan den .Roelendale Singel,
verkoop huisje e.a. voor afbraak Celle-
hroershof, verhuring voormalige hulpka-
zierne aan de padvinders en verkoop va*
gemeente-grond in Park van Nieuwen-
hove) worden alle aangenomen.
Bij dit laatste punt wees de voorzitter
er op, dat steeds meer liefhebberij voor
dezen grond blijkt te komen.
Het primitief kohier hondenbelasting
werd bepaald ,op f2050.50, zijnde voor
239 honden, die voor luxe worden gehou
den en voor 208 die als trek- of waak
hond dienst doen. De heer Paul herinnerde
daarbij aan zijn opmerking bij de behan-
meester gemaakt; zij zagen den aftocht
der Russen aan, alsof deze hun niet aan
ging. Zij waren er zich thans ten voUe van
bewust, dat een handjevol ruiterij en hun
batterij aangewezen waren den aanval van
het geheele Fransche leger te trotseeren.
Spoedig hierop kwam kapitein Wagner
terug. „De manschappen willen blijven,"
zei hij kortaf, „wij zullen geen moeilijk
heden met hen hebben."
„Uitstekend!" antwoordde de majoor
goedkeurend.
Hij zweeg enkele minuten en zeide toen
opeens: „Hoeveel trompetters zijn er bij de
batterij?
„Vier," antwoordde de kapitein.
De majoor bleef nog even in gepeins
en zeide toen, duidelijk en beslist: „Wag
ner, er blijft ons nog één kans; met geweld
kunnen wij niets beginnen, maar wij moe
ten zien, wat een krijgslist vermag. Roep
uwe trompetters hij elkaar. Beveel hen,
door het hosch heen en weer te rijden en
alle mogelijke soorten van seinen te bla
zen, de een antwoord gevende op het sig
naal van den ander; nu uit dezen dan uit
genen hoek. Laat ze met den grootsten
spoed van de eene plaats naar de andere
galoppeeren, en al maar blazen, zoodat het
lijkt, alsof er een groote macht in het
bosch verborgen ligt; begrepen?"
(Wordt vervolgd.)
II
"t