i© 128
Olnsriag I Maart WH?
41e Jaargang
Een Krijgslist.
KINADRUPPELS
Buitenland.
Binnenland.
FEUILLETON.
Korte belichten.
Dr. H.NANNING'S
EETLU5T-0PWEKKEND. 1.30 p.fl.
Directeur-Hoofdredacteur:
R. ZU1DEMA.
Bureau: Lange Vorstsfraat 79, Goes
Tel.: Redactie en Administratie no. 11
Postrekening No. 44455.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.—
Losse nummersf 0.05
Prijs der A d v e r t e n t i n
14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
Hef Christelijk ciachet.
poor de» woordvoerder der A.R. fractie,
}jr H. Bijleveld, is bij de behandeling
Tan de begrooting voor Suriname, de
Regeering met grooten ernst gewaar
schuwd, zich door den Ondernemersraad
niet in den materialistisclien hoek te laten
duwen eir het Christelijk cachet van deze
kolonie niet aan te tasten.
poor den Ondernemersraacl wordt o.m.
vrijheid gevraagd om op Zon- en feest
dagen te laten werken.
In verband daarmede merkte de lieer
Bijleveld o.m. het volgende op:
„Van riog grooter belang lijkt mij het
vraagstuk van den wekelijkschen rustdag:
Behoud van den Zondag als zoodanig, dan
wel de doorvoering van den z.g. Oost
Indischen 'gang van zaken, zooals de On
dernemersraad wil. Tegen de desiderata
ran den Ondernemersraad ten deze, waar.
in voor mij ligt een aanwijzing, dat deze
raad niet alleen plat-materialistisch is,
maar ook economisch buitengewoon wei
nig inzicht heeft, zoo sterk, dat ik voor
andere voorstellen ook ga huiveren, moef
ik ten sterkste verzet aanteekenen.
Ik zou gaarne wenschen, dat de Minis,
ter, die in de stukken verzuimd heeft een
woord van protest daartegen, te doen hoo-
ren, zich nu mondeling stellig uitliet in
dien zin, dat door hem niet gedacht wordt
aan inwilliging van die desiderata; dal
integendeel er voor gewaakt zal worden,
dat., waar op Suriname's samenleving en
maatschappij nog rust het Christelijk ca
cliet. dat cachet niet worde prijs gegeven
en dat daaraan niet worde getornd.
Pie Christelijke tint in' Suriname's Ie-
vensstempel is een van de groote zege
ningen van dit gewest. Daarin is een
saambindend element gelegen, dat ook in
politiek opzicht heilzaam is, maar dat
geestelijk in zijn waarde daar verre boven
uit gaat.
Moet dat. karakter worden weggenomen?
Wanneer de Ondernemersraad zijn zin
krijgt, en wanneer er straks komt een
groote toevoer van Javaansch'e bevolking,
wanneer dit gedeelte van "de bevolking
overwegend in aantal wordt, dan zou men
op den duur komen tot een dringen in
de richting van' het wegnemen van dit
Christelijk cachet.
Daartegen moet men van den aanvang
af een krachtig veto laten hooren; daar
tegen moet ten krachtigste' verzet aan.
geteekend en positie genomen, principieel
en practisch.
Er is geen land, dat zoo weinig behoefte
heeft aan verandering ten deze als Suri
name. Suriname heeft, een regeling van de
Zondagsrust, tot stand gekomen onder Mi
nister Idenhurg, die in alle opzichten
schitterend is. Er is op Zondag rust in
openbare diensten, in het vërvoer, in
handel en bedrijf voor dienstbaren, even.
eens wat betreft de openbare vermakelijk
heden, den wapenhandel, enz. Tevens is
daarbij voorzien in' alle noodzakelijke uit
zonderingen, ook wat betreft de industrie
en het landbouwbedrijf.
Men kan het. in geen enkel opzicht noo-
dig achten, otn daarin verandering te
brengen.
Bovendien, onder de betrekkelijk kleine
bevolking in Suriname vertoont zich een
ontzaglijke divergentie van rassen; op een
bevolkingsaantal van 136.000 heeft men
daar Creolen, BritschLIndiërs, Javanen,
Indonesiërs, Boschnegers, Indianen, OhL
neezen, Portugeezen, Europeanen, enz.
Bij die. divergentie van rassen is liet
toch wonderlijk, dat op deze kolonie is blij
ven rusten het Christelijk cachet. En da)n
zonden, op deze materialistische gronden,
maatregelen genomen moeten worden om
dat karakter aan ,te tasten!
Hoe durven ondernemers, gezien wat
verder op de wereld gebeurt, nu te vragen
om zoo iets! Bij toenemen'den toevoer
van Javanen zou dan, waar verdere im-
migratie van Britsch-Indiërs niet te wach
ten is, zich daar op de Noordkust van
Zuid-Amerika, nu onder Christelijk levens-
stempel staande, een pseudo'-Mohamime-
daansche samenleving gaan vormen. In
een omgeving, die op het oogenblik Chris
telijk is. En dat, terwijl juist Javanen
zco ontvankelijk zijn, om zich aan te
passen a;an den godsdienst en de sfeer
van het land, waar zij heen gevoerd
worden."
Voor dit kloeke woord, aan den heer
Bijleveld onzen dank.
Dat pogingen worden gedaan om Su
riname vooruit te brengen valt toe te
juichen.
Maar ook daar dient te worden ver
staan en de .Regeering diene dat niet uit
het oog te verliezen, da.t in het houden
van Gods geboden grooten loon ligt.
Bolschewistisch complot ontdekt.
De politie te Boedapest heeft, een bol
schewistisch complot ontdekt, dat, zich
over de meeste groote steden van Honga
rije uitstrekte. Er hebben talrijke arresta
ties plaats gehad.
Deze communistische organisatie stond
onder leiding van den vroegeren Hongaar-
schen volkscommissaris Zoltan Szanto, die
sinds een jaar met geld uit Moskoui te Boe
dapest een opstand wilde voorbereiden.
Juist toen hij naar het buitenland wilde
vluchten, werd hij aan de grens gearresi.
teerd. 1 f i
Hij bekende ondeï den Valscheu naam
van Jozef Csillag op een vervalschten
pas naar Hongarije te zijn teruggekeerd.
Hij voerde te Boedapest een teruggetrok
ken leven en gaf zich uit als hongeschool-
student. Hij financierde de radicaal-socia
listische Vagi-partij, die herhaalde malen
demonstraties organiseerde. Ook Verleen
de hij finan'cieelen steun aan bladen en
tijdschriften.
De organisatie was over het geheel©
land verspreid. Te Boedapest werden tot
nu toe vijftig personen gearresteerd. Ver
schillende huiszoekingen hebben plaats
gehad-
Een geruchtmakend proces begonnen.
Schandelijk beheer.
Ruim een jaar geleden werd in beurs- en
handelskringen druk gesproken over de
financieele aangelegenheden van het Cré
dit Foncier d'Anvers te Antwerpen. In
verband daarmlede werd door de justitie
begin Februari 1926 een bezoek gebracht
aan de kantoren der bank. Een geheel
voorloopig onderzoek bracht toen reeds
tal van ernstige malversaties aan het licht.
Na een kort verhoor werden in voorloo-
pige bewaring genomen o.a. de directeur
en eenige commissarissen, alsmede de
groothandelaren, aan wie reusachtige cre-
dieten waren verstrekt.
Bij het onderzoek bleek, dat het geheele
maatschappelijke kapitaal der bank van
20,000,000 franc verdwenen was en tevens
de 40,000,000 franc spaargelden-
Tijdens de eerste zitting van het proces
bleek, dat de bank reeds in 1920 over een
groot nadeelig saldo stond, tengevolge van
1) -0-
Ongeveer vijf-en-twintig jaren na den
vrijheidsoorlog, die aan de tyrannie van
Napoleon een einde maakte, werden er in
Silezië militaire oefeningen gehouden, die
een aantal officieren en manschappen te
zamen brachten, welke aan dien strijd
hadden deelgenomen. Wat was natuurlij
ker, dan dat 's avonds in den tuin van het
logement waar zij ingekwartierd waren, en
waar zij samen zaten, allerlei verhalen de
ronde deden over wat zij gezien of gehoord
hadden? Zoo gebeurde het, dat één hunner
°P een mooien zomeravond het volgende
verhaal ten beste gaf:
Het was in den tijd na de groote over
winning bij Leipzig, doch nog vóór dat de
dwingeland de beslissende nederlaag bij
Waterloo geleden had. De verbonden mo
gendheden hadden hem wel in dien eenen
sjag overwonnen, doch Napoleon's macht
was nog geducht, en de hulpbronnen,
waarover hij te beschikken had, leken on
uitputtelijk. Al waren de drie vorsten,
Alexander van Rusland, Frans van Oos-
©nrijk en Frederik Willem van Pruisen
°P het slagveld van Leipzig, ten aanschou-
we van het geheele leger (bestaande uit
Protestanten, Roomsch- en Grieksch-Ka-
tholieken) samen neergeknield om den
Heer der heirschareh te danken voor de
behaalde overwinning, het bewonderens
waardig genie van Napoleon scheen weder
over alle hinderpalen te zegevieren en
zelfs nederlagen te tarten. Het was der
halve nog geen onafgebroken reeks van
overwinningen, die de verbonden legers in
het zicht hadden, hoewel zij nu aanval
lend, dan verdedigend te werk konden
gaan en zij voornemens waren den oorlog
voort te zetten in het vijandelijk land.
Soms ondervonden zij tegenspoeden en
moesten zij zeer op hun hoede zijn bij het
vervolgen hunner geduchte vijanden.
Het gebeurde gedurende deze twee oor
logsjaren - de plaats en het juiste tijd
stip kan ik niet meer bepalen dat wij
ons voor de Franschen moesten terugtrek
ken en naar een geschikte plek uitzagen
waar wij konden 'halt houden en alles in
orde maken om den vijand te ontmoeten.
Wij hadden 'tzeer druk met het zoeken
naar een goede plaats om den vijand slag
te leveren. De verkenners onzer achter
hoede hadden gemeld, dat het Fransche
leger snel naderde, zoodat een beslissende
maatregel moest worden genomen. Zoo
mogelijk moest verhinderd worden, dat de
vijand de terugtrekkende liniën der bond-
mislukking Van een groote onderneming.
Van toen af werden jaarlijks valsche balan
sen opgemaakt en gefingeerde dividen
den uitgekeerd. Een vordering van
frs. 20,000,000, alhoewel geheel als ver
loren beschouwd, kwami jaarlijks op de
balans voor als volwaardig bezit.
Tusschen 1920 en 1926 werd het maat
schappelijk kapitaal yan 10,000,000 ver
groot tot 20,000,000 franc. De aldus ont
vangen gelden waren echter niet toerei
kend om het verlies te dekken. Er werd
voortgegaan met door allerlei bedriegerijen
bedekken van reeds toen plaats gevonden
malversatiën. Successievelijk verdwenen in
Londen aan verschillende der beklaagden
aanzienlijke bedragen. De oud-employé Ja
cobs kreeg bijv. frs. 800,000 als belooning
voor zijn stilzwijgen.
Het wanbeheer en de vrijgevigheid wa-1
ren zoo groot, dat één der directeuren kon
verklaren, zich nooit met de zaken dei-
bank te hebben bezig gehouden.
- Gemeld wordt, dat het Noorsche
Storting besloten heeft de spoorweg
tarieven i n Noorwegen met onge
veer 20 pet. te verlagen.
Aan de „Chicago Tribune" wordt uit
Athene gemeld, dat V enizelos zijn
voornemen, om niet meer aan het poli
tieke leven deel te nemen, heeft laten va
ren en aangekondigd heeft, dat hij zich
candidaat zal stellen bij de a.s. verkiezin
gen voor den senaat.
Volgens de laatste berichten uit
Shanghai is de toestand aldaar iets
verbeterd en is het dreigend gevaar van
een bezetting door de nationalisten uit
Ganton schijnbaar voorloopig geweken.
Uitkeering aan Mobilisatie-
.i, slachtoffers.
I -
De regeering maakt in een nota aan de
Tweede Kamer, naar aanleiding van het
verslag- over het ontwerp tot het ver!oenen
vah steun, in den vorm van een jaarlij'k-
sche uitkeering voor eens aan zoogenaam
de mobilisatie-slachtoffers, duidelijk, dat
niet een uitkeering kan worden verleend
tot hooger bedrag, dan zou ontvangen
zijn, indien een pensioen ter zake van in
en door den dienst ontstane ziekten of
■gebreken zou zijn verleend.
Het is de' bedoeling, dat weduwen en
(df) weezen, die aan het overlijden van
hun man en (of) vader aanspraak op pen
sioen kunnen ontleenen ten laste van den
Staat of van eenig van Staatswege opge
richt of gesubsidieerd fonds, van een uit
keering op grond van het wetsontwerp
zullen zijn uitgesloten. Genieten de be
doelde1 personen evenwel een pensioen
als vorenbedoeld, dat hun is toegekend
b.v. wegens het zelf bekleed hebben vair
een betrekking, dan kunnen zij een uit
keering krijgen, voor zoover hun finan
cieele omstandigheden daartoe overigens
aanleiding geven.
Deze regel dient ook te gelden voor de
nagelaten betrekkingen van vóór de afkon
diging der wet overleden gewezen mili
tairen.
Overigens is het noodig gebleken, om
in art. 1. de woorden „in bedoeld tijdvak"
te vervangen door de woorden: „voor 1
Januari 1923", omdat er enkele militairen
zijn, die hoewel zij na 1 Jan. 1920 zijn
ontslagen toch als z.g. mobilisatie
slachtoffers dienen te worden beschouwd
en daarom ook thans reeds ondersteuning
hebben genoten.
genooten inhaalde, en in verband hier
mede werd de volgende order gegeven:
Een Russisch regiment infanterie onder
bevel van kolonel Razoumkine, een bat
terij Duitsche artillerie, onder leiding van
een majoor, en een kleine af deeling ruite
rij, aan wier hoofd een jong Duitsch kapi
tein stond, zouden achter het gros van het
leger, in een boschje, achterblijven, ten
einde de nadering der Fransche troepen
te stuiten.
Inmiddels zouden hun kameraden zich
in een vlakte, enkele mijlen verwijderd, in
slagorde stellen, waar zij kans hadden met
gunstigen uitslag hun vijand te ontmoeten.
Toen men dit bevel gaf, dacht men, dat de
meerderheid van het Eransclfle leger zich
op aanzienlijken afstand bevond, en dat
de militairen, die de verkenners ontdekt
hadden, enkele voorposten waren, die door
een klein aantal dapperen vrij gemakke
lijk zouden zijn tegen te houden
De overhaast gegeven order werd ter
stond uitgevoerd. Het regiment infanterie
en de kleinere afdeelingen artillerie en
cavallerie bleven in het bosch, terwijl het
leger snel voorwaarts rukte. De kolonel
en de majoor overzagen te zamen het ter
rein en pleegden overleg' over de te nemen
maatregelen, toen de uitgezonden verken
ners met vreeselijk nieuws terugkwamen:
„Het geheele Fransche leger nadert; 'tis
Voor - on twürp - Ziektewet
Naar de „Telegr." verneemt, heeft de
desbetreffend© commissie uit den Hoogen
Raad van Arbeid haar overleg geëindigd
over het. voor-ou t w erp-ZieklewetDe strek
king van het uit te brengen advies mag
vrijwel gunstig genoemd worden, want
hoe-wel verschillende bedenkingen tegen
het ontwerp zijn gerezen en eenige desi
derata zijn geopperd, zijn de bezwaren
toch niet van een dergelijken principieelen
aard, dat het beginsel van de wet niet te
aanvaarden zou zijn.
Naar verwacht wordt, zal de Hooge
Raad van Arbeid in de' tweede helft van
Maart over het voor-ontwerp-Ziektewet
vergaderen, ten einde zijn advies aan den
Minister vast te stellen.
Herziening Lager Onderwijs-
w et.
Bij Kon. besluit is op zijn verzoek eer
vol ontslagen mr Ph. J. Idenburg, te
's-Gravenliage, als adjunct-secretaris, toe
gevoegd aan de staatscommissie voor de
herziening van de Lager-Onderwijswet
1920, en toegevoegd als zoodanig mr H.
J. Tap, hoofdcommies bij het departement
van onderwijs, te 's-Gravenhage.
II et ai-bei ds ver b o d voor
kinderen.
Ingediend is een wetsontwerp tot wij
ziging van art. 88 der Arbeidswet, dooi'
de Regeering noodig geacht, omdat geble
ken is, dat het geldende arbeidsverbod
voor kinderen beneden 14 jaar soms tot
ernstige bezwaren aanleiding geeft.
In de eerste plaats staat dit verbod
de vakopleiding van niet leerplichtige kin
deren beneden 14 jaar in den weg. Be
halve in ambachtsscholen en vakscholen
ontvangen toekomstige ambachtslieden,
hun opleiding in de werkplaats. Thans
moet deze laatstbedoelde opleiding (b.v.
het onderwijs vedgens het leerlinggnstejsej)
Verboden dórden geacht voor kindereïï
heneden 14 jaar. Wil men met name
de opleiding volgens het leerlingstelsel,
die als regel 3 jaren duurt en waarbij
de ouders gedurende dien tijd weinig of
geen baten uit den arbeid hunner kin
deren trekken, tot haar recht doen komen,
dan is het geweiischt, dat de kinderen
vóór het bereiken van den 14-jarigen leef
tijd tot deze soort van opleiding kunnen
worden toegelaten.
Een tweede bezwaar van ruimer strek
king is gelegen in het feit, dat tusschen
het tijdstip, waarop jeugdige personen na
het volbrengen der leerverplichting de la
gere school verlaten, en dat, waarop zij
met het verrichten van arbeid in den
zin der Arbeidswet worden toegelaten,
soms een vrij belangrijke tijdruimte ligt.
In het ongunstigste geval kan deze tijd
ruimte thans 2i/s jaar bedragen. Aan zoo
danige tijdruimte zijn voor vele kinderen
moreele nadeelen verbonden, terwijl te
vens een aantal jongens een voor hen
minder passend beroep zullen moeten kie
zen tot groote schade voor hun toekomst.
Op grond hiervan acht de regeering in
het belang der jeugd een uitbreiding van
art. 88 noodig, waardoor het in art. 9
der Arbeidswet gestelde arbeidsverbod
niet zal gelden voor 13-jarige jongens,
die een opleiding in het practische be
drijfsleven genieten, welke aan behoorlijke
paedagogiscbe edschen voldoet.
Voor hen, die door bovenbedoelde wijzi
gingen nog niet worden geholpen, zijn
eenige andere wijzigingen voorgesteld.
De berechting der Indische
communisten.
De Landraad te Meester Cornells is,
geen vooruitgeschoven post, zooals wij
meenden; 't is de geheele legermacht en zij
kunnen hier over een uur zijn".
„Ik wil ze wel eens zien," zeide kolonel
Razoumkine, op zijn langen knevel bijtend,
en de verkenner geleidde hem naar een
kleine hoogte, vanwaar men duidelijk het
voortrukken van een groot leger kon waar
nemen, zóó groot, dat het in een ommezien
het handjevol mannen, in het bosch ge
posteerd, van de aarde kon wegvegen. De
kolonel reed met een ernstig gezicht terug.
„Er blijft maar één ding over," zei hij,
„wij moeten dadelijk tot ons eigen leger
terugkeeren; hier blijven is onmogelijk;
doen wij het toch, dan beteekent dit onze
ondergang en onze opdracht blijft onuit
gevoerd; er valt geen tijd te verliezen, wij
moeten ons bij 't overige leger voegen en
alles meedeelen."
De Duitsche majoor Hermann keek den
Rus vlak in 't gezicht en zeide kalm: „Mijn
vriend, gij spreekt onzin. Onze order luidt:
hier te blijven en cfe nadering te verhin
deren; wij moeten stand houden, tot onze
opdracht uitgevoerd is".
„Dat zouden wij van ganscher harte
gaarne doen, als er maar een schijntje van
mogelijkheid bestond, maar dat is er niet."
„Dat gaat ons niet aan," hernam de
majoor kalm, „wij hebben met de gevol
gen niets te maken; wij zijn hier niet om
•venals het bestuur, overkropt met werk.
Ei' worden dag en nacht zittingen gehou
den. Een buitengewone voorzitter heeft
een deel van de zaken overgenomen. Hon
derd gearresteerden zijn vrijgelaten, er
resteeren er nog 650, waarvan vermoede
lijk 450 worden aangehouden.
Allerwegen worden nog steeds commu
nisten opgepakt. De Landraad te Batavia
veroordeelde van de tweede groep beklaag
den, die een aanval op de gevangenis te
Glodok hebben gedaan één tot 6, drie tot 5
en drie tot 4 jaar gevangenisstraf. Twee
werden vrijgesproken.
De Landraad te Serang heeft de be
klaagden, die beschuldigd werden van den
aanval op den assistent-wedana te Petir,
veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf.
Te Batavia is het vooronderzoek van de
zaak tegen de communisten, die deelgeno.
men hebben aan de onlusten te Batavia e»
to Tangerang, afgeloopen. Totaal zijn 1909
personen gehoord.
Christelijk Nat. Vakverb ond.
Over het 4-e kwartaal van 1926 is het le
dental van het C.N.V. gestegen van 51.664
op 52.002, dus met 358 leden.
Vooruit in ledental gingen 15 organisa
ties, nl.: Ambtenaren 2; Belastingambte
naren 24; Bouwarbeiders 29; Diamantbe
werkers 2; Fabrieks- en Transportarbei
ders 54; Grafische arbeiders 17; Houtbe
werkers 61; Kleermakers 1; Landarbei
ders 6; Metaalbewerkers 117; Mijnwerkers
49; Personeel in Publieken Dienst 38;
Spoor- en Tramwegpersoneel 2; Textiel
arbeiders 104 en Voedings- en Genotmid
delenarbeiders 4. Samen gingen deze orga
nisaties met 510 leden yooruit,
Wat het geheele jaar 1926 betreft, voor''
het eerst sedert 1921 piag weer vooruit
gang worden geconstateerd. Het was een
dalende reeks: van 76.488 op 1 Jan. 1921
tot 48.974 op 1 Jan. 1926. y
J fer moet rekening gehouden worden met
de aansluiting van den Chr. Zeelieden-
bond, die op 1 Januari j.l. 1566 leden tel
de. De winst der op 1 Januari 1926 aan
gesloten organisaties bedraagt dus 1462
laden.
„Delendenen oiiigord'f.
Dit is de titel van een pakkend propa
gandageschrift, geschreven door den lei
der der A.-R. partij, den heer H. Colijn,
in verband met de a.s. Statenverkiezingen.
In korte trekken wordt hier de groote
beteekenis van den komenden strijd ge
schetst, en met grooten ernst tot trouw
aan de A.-R. partij en hare beginselen
opgewekt.
Bij getallen is dit geschrift voor zeer
geringen prijs verkrijgbaar bij „De Stan
daard".
Spoorwegmaatschappij „Z.-
Re vel and". Naar de Directie der
Spoorwegmaatschappij Zuid-Beveland ona
mededeelt, is in de laatstelijk gehouden
Gommissarisvergaidering voorloopig beslot,
ten de lijnen te openen met eenige "fees
telijkheid op Woensdag 18 Mei a.s,, waar
na' de geregelde dienst kan aanvftngeo
op Donderdag 19 Mei- Het is echter nog
te redeneeren, maar om te gehoorzamen.
Wat het einde ook moge wezen, ik ga niet
uit dit bosch."
„Nu praat gij onzin, majoor," zeide de
kolonel pngeduldig, „die order is bij ver
gissing gegeven. Een krankzinnige zou
stand houden en zijn soldaten in de pan
gehakt zien, want dat is hun lot als ze
hier blijven; terwijl ze bij een tijdigen af
tocht nog goede diensten zullen bewijzen.
Gebruik toch uw verstand, mijn vriend;
mogen wij het aanzien dat een onzer beste
regimenten letterlijk vermoord wordt?
Zou dat aan de goede zaak dienstig zijn?
Kunnen dooden voor hun land en hun ge
loof vechten? Wees billijk, ik neem de
verantwoording op mij. Laat ons dadelijk
naar het overige leger opmarcheeren, hun
alles meedeelen en mee vechten in den slag
die volgen moet; geef nu bevel voor een
oogenblikkelijken aftocht."
Maar het gelaat van majoor Hermann
leek uit steen gehouwen.
„Ik zal niet meer met u redeneeren,
zei hij, „mij is bevolen hier post te vatten
en ik verlaat dit bosch niet, voordat ik heb
uitgevoerd, wat mij is opgedragen. Mijn
plicht is te gehoorzamen; dit is mijn laat
ste woord."
(Wordt* vervolgd.)