Bet Zeeuwsclie hoekje. Da waar held ovar CGffeïne. Wat er te week voorviel '!1 Tftl 1 i i 1 Het yroavtfea-hoekje. vangen dan bij de oude regeling, maar dat overigens de wijze van de betaling voor betrokkenen gemakkelijker zou zijn. De heer Pladdet meent, dat ook die ver bruikers, die voel lichtpunten hebben, en weinig stroom afnemen, er in de eerste plaats schade van zouden ondervinden, e* vrijwel algemeen over willen gaan, tot het verminderen van hun lampjes. De voorz. zegt, dat iemand volgens de ver ordening niet gerechtigd is, willekeurig zijn installatie te verkleinen. Bovendien is door hem rekening gehouden met de mogelijkheid yan vermindering van het aantal lichtpunten. Na breede bespreking werd tenslotte besloten tot intrekking van het in de vorige vergadering genomen besluit, om over te gaan tot een nieuwe regeling in zake de berekening der stroomlevering. Bij de rondvraag vraagt de lieer A. Meertens, of het niet mogelijk is, nu het zevende leerjaar toch niet meer wordt ingevoerd, of we het besluit waarbij we het zevende leerjaar ook op de openbare school hebben ingesteld niet zouden kun nen terugnemen, want dat heeft nu geen zin meer, en het gevolg is, dat de kinderen op deze school een jaar langer moeten blijven, dan op die op de Knol. Dat is geen billijke verhouding. De voorzitter zal een onderzoek in stellen. Daarna sluiting. Terneuzen. Donderdag vergaderde de gemeenteraad, onder hiding van den voorz. burgem. J. Huizinga. Bij de be handeling van de ingekomen stukken be sloot de raad goedkeurend to beschikken op oen adres van S. van Hoeve (inzake vergoeding voor stortplaats straatvuil te Driewegen). In handen van B. en W. om bericht en raad werd gesteld een adres van de N.Y. Ijzerhandel (om con cessie voor het oprichten eener radio- contrale). Verder kwam in bespreking een verzoek van dhr Rouw 011 42 anderen jner. het oog op werkverruiming verande ring te brengen in don leeftijdsgrens der personen welke tol hiertoe aan de werk verschaffing mochten werken en ook jon- geren en ouderen nog in de gelegenheid te stellen aan de werkverschafing deel te nomen. Dhr N. A. Hamelink (S.Ü.A..P.) merkt op, dat toen door hem in de vorige raads zitting hetzelfde verzoek word gedaan, daarop niet werd ingegaan, terwijl het, nu het van andere zijde komt, wel aan de orde wordt gesteld. Hij meent, dat de achteruitzetting alleen daarin zit, dat het van zijn partij kwam. Dhr D. Scheele (A.-R.) acht de wijze waarop dhr Ha melink tegenover zijn mederaadsleden tel- skercs in den raad optreedt niet netjes en zegt dat dhr Hamelink als hij zoo gaarne de eer heeft dit tot stand te hebben gebracht die eer gerust mag hebben, maar dat hij in zijn mederaadsleden meer ver trouwen moet stellen. De comm. tot werk verruiming neemt eerst dan een besluit als r.g praclisch van de uitvoerbaarheid en het nut overtuigd is. Spr. meent, dat dhr H. op dergelijke wijze optreedt, om naar buiten een goeden schijn te geven, om wat kiezers t& winnen en zegt, dat als dhr H. denkt met deze dingen nut to kunnen doen voor de verkiezing hij dan gerust zijn gang maar gaat. Dhr Van Riet (Chr.-Hist.) zet het standpunt der comm. tot werkverruiming uiteen en verdedigt het. Dhr Colsen (R.K.) betuigt zijn in- Btemming met het besluit der commissie. Dhr Hamelink (S.D.A.P.) zegt tot dhr Scheele niet na te zullen laten, om in oen openbare verg. er nut voor de ver kiezingen mee te zullen doen. De voorz. merkt op, dat dim Hamelink niet de com missie had moeten aanvallen, daar al leen B. en W. voor de practische verande ringen kunnen aangesproken worden. Op het adres werd door den raad z.h.s. goed keurend beschikt. Hierna kwam in behandeling de quaes- fcie der vlasbewerking. Deze zaak werd breedvoerig besproken, waarbij verschil lende raadsleden naar voren brachten, dat de vlasindustrie te groote risico voor de Wie, zooals ik, in landbouwerskringen wel eens informeert naar den toestand van het boerenbedrijf, krijgt in den regel geen optimistische beschouwingen te hooien. Nn wordt vrij algemeen beweerd ik kan niet beoordeelen of dit juist is, dat een boer licht geneigd is tot klagen. Ge kunt, zoo zei mij eens iemand, veilig aannemen, dat als een boer eens niet klaagt en zich in het geheel niet over zijn bedrijf uitlaat, de zaken prachtig MiajpchocrGH. Toch geloof ik, dat niet te ontkennen valt, dat er na de vette oorlogsjaren enkele jaren gevolgd zijn, waarin een de pressie in den landbouw viel waar te aemen, al heb ik dan 1926 in enkele landbouw vergaderingen weer als een ma tig gunstig jaar hooren noemen. Nu ligt het niet in den aard dezer rubriek de oorzaken van die depressie hier uiteen te zetten. Maar toevallig kreeg ik dezer dagen enkele nummers van „De Zeeuw" uit 1886 onder het oog en daarin las ik enkele artikelen over den landbouw waarin ik zóóveel overeenkomst vond met den tegenwoordigen toestand, dat ik niet aalaten kan enkele gedeelten daaruit over, te nemen. In „De Zeeuw" van 16 October 1886, dus meer dan 40 jaar geleden, lees ik dan: Het spreekwoord: „Wat vader^ en grootvader deden, moet ik ook doen is door de landbouwers gedurende tal van jaren toegepast. „Vader was boer, ik moet ook boer worden", zei de zoon. Hoeveel kinderen de boer ook had, ze werden gemeente oplevert, om deze bij wijze van werkverschaffing ter hand te nemen. De Voorz. wees op drie mogelijkheden, n.l. ten eerste er een gemeentebedrijf van te maken, ten tweede een be-daand bedrijf te steunen en ten derde, dat bijv. drie gemeenten samen ©en soort N.V. oprich ten. Hij wees er verder o.a. op, dat van de kosten een goede studie is gemaakt en op het voordeel om vverklooze men- schen uit .de vlasindustrie niet aan geld te helpen maar aan wepk, dat zij hun brood kunnen verdienen. Besloten werd tenslotte deze zaak te laten rusten tot na September 1927. Zonder hoofdelijke stemming werden vervolgens de punten 2, 3 en 4 van de agenda aangenomen. Hierna volgde het voorstel van B. en W. tot vaststelling van een verordening op liet geven van voor het publiek toegankelijke lichtbeel den vertooningen. Dhr Freeriks is het niet direct eens met alle art. uit de verorde ning, maar wil toch zijn voldoening er over uiten, dat de verordening thans reeds ter sprake komt. Dhr Colsen kan zich ook niet met alle art. vereenigen. Dhr Geelhoed had liever gezien, dat B. en W. gewacht hadden met de verordening tot men beter wist wat de Bioscoopwet zou zeggen. Dhr D. Schoele merkt op, dat in vele gemeenten reeds zoo'n verordening is en dat als de bioscoopwet in werking treedt er in de verordening altijd wijzi gingen kunnen worden aangebracht als dit noodig blijkt. Spr. juicht het toe, dat deze zaak nu eens rustig onder de oogen wordt gezien. Dhr Cadsand is in principe tegen de bioscoop, maar nu zij er een maal is, wil hij zijn medewerking gaarne verloenen om het kwaad zooveel moge lijk te beperken. Dhr Hamelink brengt onder do aandacht, dat het uitblijven der bioscoopwet bewijst, dat dit oen zeer moeilijke quaestie is. Hij wijst op de moeilijkheden van de taak der keurings commissie, omdat men oen onpartijdig oordeel moet vellen, om geen censuur uit te oefenen op andersdenkenden. Hij meent, dat men in Neuzen moeilijk tot sa menstelling van zoo'n commissie zal ko men. Spr. kreeg den indruk, dat de hoeren die zoo tegen verschillende films als de Potemkinfilm ageeren, nog al eens vaak in de bioscoop vertoeven, daar zij er anders geen oordeel over kunnen vellen, en wijst er op, dai kerkelijke menschen die de bioscoop bezochten, hadden gezegd: moeten ze daar nu zoo'n drukte over maken? Dhr De Jager verdedigt hot vast stellen van een verordening en toont aan, dat men niet steeds bij een film moet geweest zijn, om haar te kunnen beoor deelen. Hij meent dat niet alle f'lms voor de plaatselijke keuringscommissie behoeven te worden afgedraaid, voor zij kunnen worden opgevoerd, maar dat de benoe ming van een keuringscommissie goed is, opdat, als van deskundige zijde tegen een film wordt gewaarschuwd, een on derzoek kan worden ingesteld. De heer Scheele sluit zich bij den heer De Jager aan. Dhr Van Aken ziet wel de moeilijk heden maar spreekt er toch zijn blijd schap over uit, dat deze zaak aan de orde is gekomen. Dhr vjn Riet betoogt, dat niet alleen de rechtsere partijen voor filmkeuring zijn. Hij hoopf, dat de veror dening in haar geheel aangenomen wordt. Dhr van Dijke is ook ten zeerste voor de filmkeuring, maar is niet zoo tegen de films als de heeren Scheele eh Cad sand. Hij wijst er op, (fait er van de bioscoop, zooals bij liet opvoeren van na tuurfilms bijv., ook iets goeds kan uitgaan. Hij zou willen dat de films, die worden opgevoerd, steeds zoo zijn, dat door groot en klein kunnen bezocht «-'orden. Na replieken van de heeren Hamelink, Geelhoed en Colsen, en nadat de voorz. nog een enkele opmerking heeft gemaakt, stellen de heeren Hamelink en Geelhoed voor, de zaak uit te stellen tot de bios coopwet in werking treedt. Dit voorstel werd verworpen met 7 tegen 5 stemmen. Hierna volgde de artikelsgewijze be handeling der verordening. Bij artikel 3, op een enkele uitzondering na allen boer. Moest de landeigenaar, in liet begin dezer eeuw, moeite doen om een flinken pachter voor zijn gronden te bekomen, in het midden dezer eeuw werd deze toestand geheel anders. De aanbiedingen der piich- ters werden ruimer, en de pachtprijzen werden hooger. Het was niet genoeg, dat alle kinderen der landbouwers zich in vaders bedrijf bekwaamden, om op lateren leeftijd het beroep van vader of grootvader te kunnen voortzetten neen, nu moest ieder, die geld had om hoer te worden, zicli op het landbouwbedrijf toeleggen. Het was als het ware gene ziekte geworden. Die geen boer was, kon geen geld verdienen. De aanbiedingen van do landbouwers aan de grondeigenaars werden zoo ruim, dat zij nu niet behoefden te zoeken naar pachters, maar verlegen werden met het groot getal aanbiedingen. De vraag was nu niet -meer: „Bezit die pachter bekwaamheden, om mijne gronden te bebouwen?' Neen, bij velen was het: „die de hoogste pacht biedt, is mijn man". Dat vele oude, bekwame landbouwers, daardoor de plaats moesten inruimen voor een schoenmaker, een smid een slachter, of yoor dezen of genen rijken jongen heerenboer, de geschiedenis is daar om het te bewijzen. Het voor den landbouw, met het oog op de ongunstige weersgesteldheid, zeer nadeelige jaar 1879, en evenzoo dat van 1881, deden velen de oogen open gaan. Men stond voor tekorten, en wel voor zulke groote, dat ondergang daarvan het gevolg moest wezen. Wat was de eerste eisch? Verlaging van pachtprijzen! Dit ging evenwel zoo op eens niet. Die voor betreffende het toelaten' tot dn bioscoop van kinderen beneden den leeftijd van 16 jaar, volgt een drukke bespreking. Het kwam tot een voorstel van dhr van Dijke om kinderen benoden den leeftijd van 16 jaar niet aan bet bioscoopbezoek te onttrekken. Daar de stemmen staakten, wordt de verdere behandeling der veror dening tot de volgende raadszitting ver schoven. 7.. h. st. werd aangenomen liet voorstel van B. en W. inzake de verdeeling der gemeente in stemdistricten enz. Tot lid van het B. A. ter vervulling vac.-Van Driel wordt gekozen dhr B. N. van Dijke. Verder wordt aangenomen het voorstel van B. en W. tot verkoop van een per ceel gemeentegrond. Op het voorstel van B. en W. om aan A. Dhert alhier een per ceel bouwgrond te verkoopen volgt een voorstel van dhr Hamelink, dezen grond niet te verkoopen. Dit voorstel wordt verworpen. Eveneens wordt verworpen voorstel van dhr Colsen om inplaats van f 7 per Vlerk. M. f 5 per Vierk. M. te vragen. Het voorstel van B. en W. om den grond voor f 7 per vierk. M. te ver koopen, wordt aangenomen, evenals de voorstellen tot verkoop van grond aan de Wed. Solleveld en ran perceelen aan de Axelséhe straat. Bii het laatste punt wo-rdt nog breed voerig gesproken over de hooge kosten, waarover verschillende raadsleden hun verontwaardiging te kennen geven. Aan- genomeq werd nog een voorstel van dhr van Cadzand, om de aanbesteding van een betonmuur niet alleen in Vraag en Aanbod, maar ook in een plaatselijk blad te plaatsen. Hierna sluiting. Grijpskerke. Wij vestigen de aandacht onzer lezers op de advertentie waarin een concert te geven door de r hu ziek- vereeniging „Soli Deo Gloria" wordt aan gekondigd. Deze muziekvereeniging heeft getoond, iets te kunnen presteeren, de leden getroosten zich daartoe groote op offeringen van financiëelen en anderen aard en dus mag ook verwacht worden dat het publiek van zijne belangstelling blijk zal geven. Gaarne wekken wij daartoe de lezers op. een vijftal zeemogendheden, en aan zulk een onderonsje kan Frankrijk, al ware het alleen maar om het gezag en prestige van den Vol kenbond, niet meewerken. Ook in Italië gevoelt men heei weinig voor I maalregelon ter maritieme bewapeningsbeper king welke alleen op de viiï groote zeemo gendheden betrekking zouden hebben en die de overige mogendheden volkomen zouden vrijlaten. Het is dus ten aanzien der ontwapening tlog even mistig, als het deze week boven het Kanaal was. Wat ons land betreft, mogen we melding maken van een meevaller. De Rijksmiddelen brachten ruim 461/» miljoen op, tegen 43 in Januari 1920 en een raming van 39.3 miljoen. Ken meevaller voor onze Schoolbesturen is ook het besluit van den Minister van Onderwijs, dat den Besturon vergun! om de kosten van verzekering van schoolgebouwen ou de belooning voor het bezit der akte School raad ton laste der gonieente te brengen. l)o Tweede Kamer kwam deze week weer bijeen en nam na breedvoerige debattcu de wetsontwerpen aan tot uitbreiding der "ge meenten Haarlem en Breda, ten koste natuur lijk: van de omliggende gemeenten. In de volgende week zal de candidaatstel- ling voor de Prov. Staten plaats hebben, terwijl vele colleges van B. en W. reeds den datum van do Raadsverkiezingen hebben bephald. Altemaal wenken, dat we ons heb ben voor te bereiden voor den komenden strijd, die ons in. de maanden April en Mei wacht. Een felle strijd zal ook in de Eerste Kamer gevoerd worden over hot Belgisch verdrag. Het sein tot beginnen zal op 9 Maart gege ven worden. Zooals van eiken strijd zijn ook van dezen de duur en de afloop- natuur- lijk niet te voorspellen. MmooM We hebben weer een week achter den rug, waarin God de Heere in het rijk der natuur Zijn Majesteit op ernstige, aangrijpende- wijze deed uitkomen. Hoe nietig moet de mensch zich wel gevoelen, als daar plotseling ram pen plaats hebben, waartegen hot schepsel hoe machtig het zich anders ook wane, niets, absoluut niets kan uitrichten. Wij denken aan de sneeuwstormen in Zuid- Rusland en Japan, aan den hevigen storm in California, de ernstige aardbeving in Zuid- Slavië, terwijl de seismografen nog een twee de aardbeving van langen duur aanwezen, en do vreeselijke typhus-koorts, die als een epidemie Afrika teistert. Zonder twijfel hebben wij in al deze rampen een prediking van den Heere onzen God te zien. Hij laat daarin uitkomen de vergankelijk heid van het geschapene maar tevens Zijn Almacht, die stormen zendt en ze stilt. Moge het inenschdom aciit geven op zijn roepstem men, -dat het zich tot Hein wende, die toch ook is een toevlucht en sterkte ten dage der benauwdheid. De staatslieden van Europa en Amerika hebben het deze week druk gehad over het belangwekkende voorstel van president Coo- lidge in zake de uitbreiding van de inder tijd te Washington tot stand gekomen beper king der maritieme bewapening. De Fransche rogeering heeft het denkbeeld beleefd maar beslist afgewezen. De Volken bond houdt zich op het oogenblik met het vraagstuk der ontwapening bezig en als de heer Coolidge ten aanzien van dit vraagstuk wat nieuws heeft voor te stellen, moet hij zijn denkbeelden maar aan het oordeel van rlen Volkenbond onderwerpen, zoo zegt men in Parijs. Het voorstel van Coolidge zou neer komen op een afzonderlijke conferentie van hooge prijzen gepacht hadden zaten ge durende hun pachttermijn vast, en moest men opnieuw inpachten, dan kwam de verpachter terstond met de redeneering: „het zal wel spoedig overgaan; het zal zoo lang niet duren; de toestand zal wpl beter worden" enz. De boer woonde nu eenmaal, men ging zoo spoedig niet heen, en hij pachtte opnieuw in tegen ietwat lageren prijs, dan in den vorigen pacht termijn, maar toch nog voor veel te hoog een prijs om boven het betalen der pacht, uit de hofstede met zich en de zijnen te kunnen leven. Nu werd de grond, hij minder goede behandeling uitgeput. Het moest immers ergens van daan komen? Mijnheer wilde', de pachtsom niet verminderen. De markt werd al lager, hij vermeerderde concur rentie. Dan moest de grond het maar ont gelden. Aan mijnheer dan de schuld, dat zijn eigendom in waarde verminderde. Ziedaar eene redeneering, die, hoe droe vig ook te noemen, in tiet groot werd toegepast, en de gevolgen hebben zich niet laten wachten. Op de dwaaste wijze ging men met het bewerken van den grond te werk. Velen zijn echter in den strijd gebleven, en wie weet hoe weinigen dien strijd ten einde toe zullen volhouden. Dit echter is zeker; Zij, die meenden dat het boeren dan toch maar iets was, dat iedereen, en dus zij zeiven in de eerste plaats, ge makkelijk konden doen, die meenden, dat men nooit te dom was om boer te wezen, zij juist zijn alleieerst opge ruimd. Het ging er mee als bij een on- weder. De dampkring was te drukkend. De donder heeft gerold. Er moest zuive ring plaats hebben. Kr is in den laatslon tijd nogal wat te doen geweest over de vraag, of coffeïne bij normaal gebruik door dagelijks 2 a 3 kopjes koffie of thee te drinken, v.el of niet schadelijk is. Vele al of niet wetenschappelijke uitingen werden door belanghebbenden opgegrepen, om daarvan op hunne wijze te profiteoren. Waar het gehalte van coffeïne in de ver schillende koffiesoorten zeer uiteenloopt (van 1 tol 2 pet.), waar de samenstelling der in den handel zijnde melanges sterk uiteenloopt en ook de wijze van het zetten zeer ver schillend is, kan omtrent het gehalte van coffeïne, op een kop koffie berekend elk ge- wenscht rekensommetje worden opgemaakt. Ook ten opzichte van de maximaal dosis coffeïne, welke een mensch zonder schade voor de gezondheid kan verdragen, loopen de meoningen uiteen. Verkeerd is echter te zeggen, dat de maximaal dosis in de Neder- landscho Pharmacopoea aangegeven door elk gezond mensch zonder schade verdragen kan worden. Het tegendeel is juist het geval, want de maximaal dosen in de Nederlandsche Phar macopoea aangegeven, zijn therapeutische dosen, die in de meeste gevallen schadelijke gevolgen voor gezonde menschen zullen heb ben. Pharmacopoea geoft voor coffeïne als maximaal dosis lgram, voor opium b.v. 400 m.Gr. aan. Het zou een groot nadeel voor elk gezond mensch zijn, indien deze dagelijks 400 m.Gr. opium of 1 gram coffeïne zou gebruiken, omdat Geneesheeren dit kwan tum hun zieken in speciale gevallen wel eeus toedienen. De uitwerking van genotvergiften op het mensehelijk organisme is in liet algemeen zeer individueel. K. B. Lehmann, Professor aan de Universiteit te' Würzburg, schrijft na uitgebreide onderzoekingen hierover als volgt: Het komt ook veel aan op de indivi- dueele gevoeligheid tegenover coffeïne. Het is bekend, dat reeds koffie met x/io gram °f Vis gram coffeïne slapeloosheid, hart kloppingen, congesties enz. kan veroorza ken. De gevoeligheid is afhankelijk van de persoonlijke constitutie, van wennipg, van den momenteelen toestand der stofwisseling en het centrale zenuwstelsel." Wat is nu wel de waarheid over coffeïne? Er zijn door bekende Professoren der genees kunde zeer uitgebreide onderzoekingen gedaan en de resultaten daarvan zjjn vastgelegd in verschillende studies, waarvan hier eonige uit treksels. Reeds thans doen zich de gevolgen van den lust om gronden te bebouwen, ge voelen. Wanneer in de jaren van '70 eene hofstede was te pachten, dan was het getal aanbiedingen soms 30; thans moet de grondeigenaar na herhaalde ad- verteeren zijne keus tusschen 2. of 3 liefhebbers verdeelen. De eenmaal geves tigde landbouwers ondervinden ook reeds, wanneer ze opnieuw moeten inpachten, dat er verandering is, want de eigenaar is dankbaar, dat hij een geschikten boer heeft. Over vérhuizing, om slechts een paar gulden hooger pacht, denkt de grond bezitter niet weer. De onnatuurlijk op geschroefde pachtprijzen, die door niets waren gewettigd, zijn dus een der groote oorzaken van den achteruitgang van den landbouw geweest.' Het is wel interessant van een dergelijk stukje uit de landbouwhistorie kennis te nemen. Ik geloof niet, dat we in 1927 al zoo ver zjjn als aan het slot van het aan gehaalde artikel wordt geschetst. Ik meen dat het aantal liefhebbers voor koopen en pachten van hofsteden nog vrij groot is. Niemand der lezers zal natuurlijk kunnen zeggen, of het ook nu zoover komen zal. In onzen tijd moet weer met andere factoren rekening worden gehouden en wel in de eerste plaats met de overbevol king van ons land, een verschijnsel, dat zich in 1886 nog wel niet zoo zal hebben voorgedaan. Toch levert ongetwijfeld een artikeltje als bovenstaande naar ik meen wel stof voor gesprekken en beschouwingen. Onze boeren luisteren graag naar de stem der historie. L u c t o r. DOOR COFFEÏNE VEROORZAAKTE SE APE LOOSHEID. ma eesRum va» «u «ram ootrtme De bewegingen van den hond worden van een lossen bodem overgebracht op de acti viteit smet er, die deze bewegingen dan in cur ven gedurende den nacht registreert. Curve 2 toont, vergeleken bij curve 1 (normaal) door zeer sterke uitslagen duidelijk aan, hoe groot de nachtelijke onrust na gebruik van 0,1 gram coffeïne was. NADEELIGEN INVLOED VAN COFFEïNE OP DEN BLOEDSOMLOOP. oZooi 'eel hracht\ moet het hart besteden jan den hoeveelheid bloed te doen c/rcu/eer en j voor COFFEÏNE JZooveel meer bracht Tnoet het Aart besteden om deze kleinere hoeveelheid bloed to doen Ci'rcu/eeren. V J na C0FFEJNE\ Coffeïne oefent op de meeste zenuwcen tra een prikkelenden invloed uit. Het gevolg is een vernauwing van do vaten. Wegens deze vernauwing moet het hart meer kracht besteden, om don weerstand te overwinnen en de normale hoeveelheid bloed in circulatie te houden. Het hart moet voel sneller klop pen, om hot bloed door de vaten te per sen. Uit dezen toestand vloeien volgende na- deelen voort 1. onregelmatige werking van het hart, 2. mindere prestatie van het hart, trots groo- tere inspanning, 3. vervroegde verslapping dei- hartspieren en verhoogd vermoeidheidsgevoel. ONREGELMATIGHEID VAN DE HARTFUNCTIES DOOR COFFEïNE. Normale pols vóór gebruik van koffie. Het toestel voor het registreeren van de polsslagen zou do kleinste afwijking in deze curve hebben aangetoond, als deze had be slaan. Dezelfde proefpersoon krijgt daarna 2 kop pen gewone koffie met het resultaat, dat de pols, zooals de curve aantoont, onregelmatig word Na coffeïnevrijo koffie HAG door dezelfde proefpersoon gebruikt, blijft de pols voikomen normaal. Op deze feiten ton overvloede nog ge staafd door de practische ondervinding van duizenden Geneesheeren en millioenen verbrui kers, baseeren de hygiënische waarde en de algemeeno voordeelen van koffie HAG. Koffie HAG boteekent ten opzichte van koffie inderdaad de oplossing van het vraag stuk der ontgiftiging van genotmiddelen. De coffeïne wordt op de meest geperfectioneer de wijze aan de ruwe koffieboonen onttrokken, terwijl smaak en aroma zich eerst bij het branden der boonen ontwikkelen. Een logisch gevolg van deze werkmethode is, dat koffie HAG in smaak en aroma van de beste gewone koffie niet te onderscheiden is. De kostbare bewerkingsmethodo (voor alle soorten even duur) wordt uit principe alleen toegepast op de fijnste koffiesoorten. De col- l'einevrije koffie HAG is vakkundig en met groote zorgï samengesteld uit de hoog aro- .matische soorten der gerenommeerde planta- ge's op Java, Arabië, Zuid- en Centraal Ame rika. De uitmuntende kwaliteit en haar hy giënische voordeelen hebben koffie HAG ge maakt tot de geprefereerde drank van alle huisgezinnen, waar waarde gehecht wordt- aan een goede en hygiënische levenswijze. (Ingez. Meded.) De beroepskeuze voor jongens is eek moeilijk vraagstuk, maar m steeds meer dere mate wordt ze ook een probleam voor de meisjes. Zoo las ik dezer dagen m het Handels blad het een en ander over bet werk en de werktijden van de winkelmeisjes, een beroep, dat in onzen tijd door duizenden meisjes wordt uitgeoefend. Let er maar eens op en vooral voor de groote steden geldt dit dat ge in de winkels, uitgezonderd dan sign-" renwinkels, sommige kruidenierszaken, vleeschhouwerijen, en meubelzaken, bijna uitsluitend door dames bediend wordt. Het personeel van groote zaken, zooals bazars en warenhuizen, mode-magazijnen, enz- bestaat vrijwel geheel uitgezonderd de chefs uit meisjes.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1927 | | pagina 6