Bijverdienste.
ftTKOUS€N
KAM-MiSSEl
Huis, Schuur,Varkens.
Beschuit- en Klein.
met annex Krui.
lierswinkel,
Landbouwbedrijf,
Woonhuis m\ Slapï
o te koop.
[JE /EEUW
"tWEEÖE ÖLAD.
iwde lieden
ed Persoon
iwame Smidsknecht
Cnecht er» M®'4'
kkersleerlsnfl'
ik Keuken"1®'51]
iwame Naaij«ffrOÜ1
FEUILLETON.
MARy ST JOHM.
in
SftOUSEM,
Rawesfeeiue,,
esse en zijtfe.
ns, in alSe ntat«H
«uwe baor<3j«a,
GOES. Tetaf. |g|
1 AND TE KOOP
HOEFJE,
hok met. loop en on.
Bouw- en
u uitruim 400 F^jt
onderbeplanting,
ddelburg. Dadelqk te
Te bevragen bq Boekt,
delburg.
E KOOP:
d.irpen van Noord.
ader motto „Bakkerij"
Zeeuw" te Goes.
sop B^wraagdi
omgeving Middelburg
•ieven onder No. 12, bij
JIJ. Geen tusschenp®
hand ia koopt
lN SCHAI&, Slager te
pracktstaat verkeerenil,
rhouden 4 drs Chevrolet 1
ballon banden, 7
>en.
iten", Noord weg,
St. Laurens
E KOOP:
paard, 3 of 4 jaar oud;
geschikt om alleen te I
ok voor loop en trek,
VAN
SATERDAG-19 FEBRUARI 1927, No. 120.
mak; Stroo en
bijK COPPOOLSEh,
„Overduin".
E KO©P:
groot® Ponny,
Marinestraat 22, Vli
betrekking van Binnw-
Binnen mosder in he'
Wee re, worden gi
deren, van middelbaren 1
tbesproken van gedrag, I
sterk van gestel Jam
0 voor ieder en verder I
inwoning, vuur en lichtl
rundige behandeling. I
ing voor 1 Maart as.ij
ïr.
pturenxaak welke spe-|
•opt op crediet, vraagt
om ter plaatse bij P®"|
te verkoopen op w®"''
jfbetaliiig.
irovisie V ereischte, g®
iet het publiek. Brie'tl
zer couraut. onder jettj
of halfwas.
'pl00VAN ELSACKEB,j
jke.
bij J. A. MAAS, li
»int Krnis (Z VI)
voor terstond
Goes afkomstig, bji j
MAN, M. A. de R#
Hoes,
VERBIST,
_j, vraagt met Ap1^ I
en
gd in het Gas4hu'
•ens 40 jaar, teJ^ya«1
n de moeder. A
,75 met 6 jaa« J
i van f5U-,,Sa°;raJ
den vóór 1 Ma» eta(
r M. MEIJER, SJ#rk 2
Jasthuis, Bellamy!
ies
BEKEERENDE DE ZIEL.
De Wet des Heeren is volmaakt,
behecrende de ziel; de getuige
nis des Heeren is gewis, den sléch
ten wijsheid gevende.
Ps. 19:8.
Het woord des Heeren is vol
maakt, bekeerende de ziel."
Om dat. te verstaan moeten wij niet
alleen blijven, bij 'tafkeeren van hoog.
moed, van ijdelheid, van kleinmoedigheid
en smart, maai' ook zien hoe de woorden
(rods, in die Schrift bewaard, het hai-t.
omkeeren.
Gij kent het verhaal der ontmoeting
van den Heiland m,et Nicodemus, en hebt
niet vergeten hoe de Heer daar den eisch
stelt, dat. de mensch moet wedergeboren,
een 'rebeel nieuw schepsel moet worden.,
ftjcodermis begrijpt niet hoe dat moge-
lijk is: maar dan openbaart, de Hecre hem
iets van die homelsche dingen, waardoor
liet mogelijk wordt en spreekt: „alzóó
lief heeft Uod de wereld gehad, dat: Hij
.Zijnen eeniggeboren Zoon gegeven heeft,
opdat een iegelijk, die in Hem, gelooft,
niet verderve, maar hel. eeuwige leven
liebbe."
En nu weet ik wel, dat deze woorden
velen niet meer hemelsei) schijnen, omdat
zij zoo heel gewoon en bekend zijn, maar
wiens ziel door deze woorden is geraakt,
wie door dit woord van den hemel, dat
op aarde niet kon geboren worden, is
geleid tot. dien God, die niet met
eisch en maar met geven begint, met
geven het beste wat Hij heeft, het E enige
wat Hem kost aan zijn hart, tot dien
God, die in deze gave ons verlost van
ons vreezen, ons voor het levensbeginsel
der zelfzucht een geheel nieuw levens
beginsel geeft, die mensch zegt met den
diepsten nadruk: des Heeren woord is
volmaakt, bekeerende de ziel.
r Hij heeft zijn Bijbel lief waarin dat
woord van God hem is bewaard geble
ven, waardoor het tot hem is gebracht.
De Bijbel staat daar alzoo in ons mid
den als een getuigenis Gods. En van dit
getuigenis wordt nu deze lofspraak ge-
£sven, dat het den eenvoudigen wijsheid
geeft.
Gij 'verstaat dat wel: wijsheid, niet we
tenschap. Niet een hoofd vol kennis van
allerlei, maar den juisten blik op het
ware levensdoel en den reelaten weg om
liet te .bereiken, dat geeft de Schrift.
Maar we vergeten ook niet, dat. wijs-
beid de grondslag is van alle wetenschap,
en daarom, heeft deze Bijbel ook voor de
wetenschap de hoogste beteekenis. Wel
geeft hij geen wetenschappelijke beslis
singen, maar hij handhaaft, ook op weten
schappelijk erf, de zedelijke- en daarom
eeuwige waarheden Gods, die de wijs
heid zijn on hij doet dat, ook al komt hij
daarmede in tegenspraak met dat, wat
voor een oogenblik wetenschap heel.
Wilt gij een voorbeeld
Een tachtig jaar geleden gold. het voor
zeer onwetenschappelijk te spreken van
erfzo-nde, er was geen 1 oorzaak om te
gelooven in zulk een. samenhang van het
menschelqk geslacht als in die leer werd
ondersteld. Elk kind kwam onschuldig' ter
wereld en alleen van buiten af werd
het met zonde besmet.
De Heilige Schrift bleef rustig de leer
belijden van dien ontzaglijken samen
hang en ziet! straks werd de wijsheid
gerechtvaardigd van hare kinderen, toen.
ook op liet. gebied der wetenschap, zij
het. ook onder anderen naam, de grond
gedachte van die Bijbelwijsheid werd er
kend en algemeen aanvaard. En waar
thans de wetenschap overslaat, naar de
andere zijde dat doet wetenschap zon
der wijsheid altijd, zij is haar evenwicht
en leert een absoluten, bloot
Uit het Engelsch.
lol) o
Het was een moeilijke dag voor Mary
geweest. Ondanks haar pogingen om zich
bezig te houden en kalm te schijnen, als
verwachtte zij niet dat er iets bijzonders
gebeuren zou, was zij toch rusteloos en
verstrooid. De morgen was te Brotherton
Rngzaam voorbij gegaan nooit had les
geven haar zoo lastig toegeschenen, of was
de kamer zoo benauwd geweest; en zij ver
telleen met zulke bleeke wangen aan de
-koffie, dat Dollie er van schrok.
1 -Mary, gij moet wat gaan rusten," zoide
®.i beslist, ,,of ge zult vanavond niet in
staat zijn Grey en Mr Langley te ontvan
gen." Zij durfde den naam van Bertie er
het bij noemen, want. hoe kon zij met ze
kerheid weten of hij vandaag komen zou.
>;Ik wilde, dat Mr Langley niet kwam,"
antwoordde Mary droomerig; maai' on
danks de smeekingen van Dollie, wilde zij
niet, gaan rusten. Zij kleedde zich zorgvul
dig' in haar dunne zwarte japon, streek
W haar met bijzondere zorg glad; toen
nam zij haar werk en begaf zich naar het
Pauwenlaantje."
„Daar vonden Grey en Dollie haar, toon
]n hand in hand kwamen aanwandelen.
Dit was altijd de eerste plaats, die Grey
bezocht, als hij te Crome kwam, en daar-
1 l-en maakten hij en Dollie ook gewoonlijk
f stoffelijken samenhang der dingen, waar- g
door alles bepaald en waarmede 'snien-
schen verantwoordelijkheid geloochend en
miskend wordt, nu blijft de Schrift ook
weer rustig die verantwoordelijkheid van
den mensch handhaven en straks zal op
nieuw de wijsheid gerechtvaardigd wor-
j den.
Indien nu deze dingen alzoo zijn, zoo
wijzen zij ons op het rechte Bijbelgebruik.
Het woord des Heeren is volmaakt om
de ziel te bekeeren; daartoe moet het
gebruikt worden. Het geeft wijsheid, die
moet er in gezocht.
Geschiedt dat ook?
Ik twijfel er aan. Voor velen is de
Bijbel een handboek waaruit zij bewijs
middelen halen voor hun systeem, een
boek dat alleen iets tot het hoofd, niets
tot het hart heeft te zeggen. Onder den
schijn van den Bijbel hoog te eeren, haalt
men hem omlaag. Hem noemende een zeer
buitengewoon boek, gebruikt men hern
als een hoe) gewoon geschrift, dat wij
onderzoeken en gebruiken verstandelijk,
maar dat wij niet toelaten te spreken
tot onze ziel. Zoo wordt hot dool der
.Schrift miskend en gaat de zegen der
Schrift te loor.
Daarom laat ons den Bijbel gebruiken
tot het doel, waartoe hij ons is gegeven:
opdat, hij zou bekeeren de ziel.
Daar is geen hooger en geen beter.
Is de ziel bekeerd tot haren God, dan vol
gen vrede; blijdschap en zaligheid.
EEUWIGHEIDSLICHT.
Ik droomde 't lieven, als een Lentepracht
Vol zonneschijn en fijne teed're kleuren.
Als 't ochtendgloren na den langen nacht:
Een zee van goud en gloed in glans en
[geuren.
Maar nu de Herfstwind huilt, in bange
klacht.
De blad'ren tooi door 't natte slijk gaal.
[sleuren,
En al die schoonheid schendt, ze ruw
[verkracht,
Al wat ik liefde uit nv'n hart doet.
[scheuren
Nu schreit mijn ziel hel uit: m'n grootste
[schat,
't Genieten van de schoonheid ging ver
[loren
Een kale tak, symboolgestorven vreugd
Tot 'k plots een knop, waar eens een
fblaadjen zat-,
Ontwaar, en nieuwe Hope in mij' worcll.
[geboren,
Die meer nog dan 't Bezit mijn hart ver-
heugt.
6E1EENTEPÖLST1EK.
Burgemeester en wethouders.
De burgemeester is voorzitter van den
Raad, in welk college hij een ad vise erende
stem heeft. En een stem, die als regel
veel invloed zal hebben, omdat hij het is
die met de wethouders en met zijne amb
tenaren de zaken voorbereidt, die er dus
het. best in zit en in vele gevallen over
gegevens zal beschikken, die de raads
leden missen.
Daarbij is hij ook aangenomen altijd
dat 'het oen actief burgemeester is,
juist door de meer uitgebreide voorstudie,
allicht beter in staat zijn, zijn standpunt
te verdedigen.
Stel, ergens komt de vraag aan de
orde we doen slechts een willekeu
rige greep of al dan niet tot de stich-
ling van een electriciteitsfahriek zal wor
den overgegaan. Is de burgemeester een
voorzichtig man met niet al teveel initia
tief, dan zal hij vanzelf op de bezwaren
van financiëelen en anderen aard vollen
nadruk leggen, hij zal bij het beoordeelen
van de kosten zich sterk aan den veiliger)
kant houden en als hij dan een man is, die
in iien Raad en in het College van B. W.
eenig overwicht heeft, dan moet het niet
verwonderen, als de 'Raad hoezeer ove
rigens ook van de noodzakelijkheid van
een dergelijke fabriek overtuigd, tenslotte'
den moed mist,, om de verantwoordelijk-
hun laatste wandeling; want sedert den
avond, dat hij Dollie weenend bij den zon
newijzer had gevonden, was de plaats hun
beiden heilig geweest.
Mary keek op en groette den jongen man
vriendelijk. Grey vond, dat zij er mager
.uitzag en vertelde liet haar.
„O, het is niets," zeide zij snel: „ik zal
langzamerhand wel weer sterk worden, als
ik uitgerust ben," want dit was de eerste
maal, da.t zij elkander woei' ontmoetten,
sedert den dood der kinderen, en er was
krip op Mary's japon en ook anderen, be
halve Grey, merkten op, hoezeer zij veran
derd was. Maar zij wilde niets hooren van
het voorstel van Dollie, dat. zij haar een
kopje thee zou brengen. Zij wilde naar
huis gaan en het zelve voor hen schenken,
zeide zij; en toen Mr Langley kwam, ver
welkomde zij hem hartelijk, en sprak zij
druk met hem gedurende het lange mid
dagmaal. Maar alleen Grey, die naast haar
zat, zag hoe zij bloosde, telkens als de deur
geopend werd.
„Denkt ge, dat ge u een tijdje met hem
kunt onderhouden zonder mij?" fluisterde
zij Dollie toe, toen zij do eetkamer verlie
ten. Dollie knikte en liep achter haai' moe
der aan; en Mary ging naar de zitkamer.
Het was er koel en al de ramen waren
open, en zij zou er rustig kunnen zitten en
niet aan al de onbeduidende gesprekken
behoeven deel te nemen; en waarlijk, daar
ging de voordeur open en Maurice sprak
met iemand, misschien met Pratt.
„Gij zult haar in de zitkamer vinden,"
dat zeide Maurice, maar Hij kon niet tegen
Pratt spreken. Mary stond op, maar haar
lieid voor een stichtingsbesluit le dragen.
En omgekeerd, als er is een burgemees
ter, die vooruit wil, die gaarne iets tot
stand brengt, dan zal hij bij voorbaat
trachten de bezwaren weg te redeneeren
hij zal de cijfers zoo trachten te groepee-
ren, dat ze een gunstig beeld geven en
zoo is er alle kans, dat hij op een oogen
blik den Raad weet te brengen, waar deze
nooit gedacht had te zullen Komen.
Ditzelfde geldt ook van tal van andere
zaken en pok zelfs van gewone onder
houdswerken. De eene burgemeester weet
veel meer tot stand te brengen dan de
andere. Er zijn burgemeesters, die omdat
ze uiterst voorzichtig zijn of zich niet
voldoende voor de gemeente-belangen in-
leresseeren, een remmenden invloed heb-
hen, en anderen die over groote stuw
kracht beschikken.
Van. de wethouders, die den burgemees-
ter terzijde staan en die zdowel op de
voorbereiding als op de uitvoering var.
besluiten een grooien invloed hebben, geldt
zoo ongeveer hetzelfde. Wanneer zij met
de voorbereiding geen ernst maken, dan
kan, de Raad niet vooruit, en als zij met
de uitvoering slabakken, dan staal de
Raad vrijwel machteloos.
De burgemeester en de wethouders
hebben dus grooten invloed. Maar het feit
blijft, dat de Raad het hoofd der Ge
meente ':s en daarom is het noodig, dal
gekozen worden mannen, bekwaam en
geschikt om die moeilijke taak te vervul
len, uit wier midden - en daaraan mocht
wel eens meer aandacht worden geschon
ken tevens wethouders gekozen kun
nen worden.
Inzonderheid partijen, die vermoedelijk
in aanmerking zullen komen een of meer
wethouders te leveren, mogen zich wel
met ernst de vraag stellen, of onder
de te stollen candidate)) 1H. wolhodders-
materianl niet ontbreekt.
Een lezer te Kamperland schrijft ons
dat daar eonige weken geleden bij een
concert: gegeven door dej Muziekverc-eni-
ging, door eon do me lew erkers op schrik
kelijke wijze gevloekt wenl, en dat' nog
wel in tegenwoordigheid van de politie.
Hij vraagt of het vloekverbod daar niet
meer van kracht is en of het niet nood
zakelijk is dergelijke uitspat Lagen tegen
te gaan.
Wij weten niet of in deze gemeente
een vlockverborl bestaat. Indien ja, dan
moet hel natuurlijk wcrlen -gehandhaafd.
Geschiedt zulks niet dan. kan het aanbe
voling verdienen den burgemeésl r daar
mee in kennis to stellen, die dan wel
de noodige maatregelen zal nemen. Ove
rigens kunnen bij het afstaan van der
gelijke gebouwen een openbare school
- bepalingen wonden gemaakt waardoor
uitspattingen als hier gesignaleerd, worden,
tegengegaan.
De klompen bij de deur.
Aan een mooie schets van Mevr. van
Hoogstraten- Schoch in de „Nederl." is
het volgende ontleend:
De klompen op een rist bij de deur
heb ik altijd zoo iets veelzeggends ge
vonden.
Zoo iets van: zorg voor het „thuus'
om het vooral niet vuil te maken; zoo
iets van eerbied voor het „thuus", dat
je toch zoo hoog schat!
Een „thuis" is dan .ook iets heel bij
zonders, vooral in onzen tijd!
Wat heeft een man moeten reiken en
lillen, voordat hij zóó ver is, een thuis
te maken. Eerst reiken naar een goede
gezellin, dan tillen om wat. te verzame
len om het huis in te richten. Dan samen
alle gedachten hij' elkaar, om er iets
moois van te maken! Wie zijn sleutel in
eigen slot steekt, keert dagelijks terug
tot een bekroonde inspanning, tot een
geslaagde poging. Daarom moot niemand
het maar zoo boel gewoon vinden, tot
eigen „thuis" te gaan.
„De klompen bij de deur", zoo Jee-
ren ons de buitenmenschen met hun zin
rijke gewoonten.
Alles wat je daar buiten boos en 'ver
drietig heeft gemaakt, leg je bij de deur
mat neer
ixwiw^njgiirrTWMMa^iLnnTrirrTiTiiNTcimiiiiiii'jjiij'i i r 'inrrrrrn—t
knieën knikten en zij kon geen stap doen,
want de deur was open, en tusschen de
marmeren zuilen kon zij een breedgeschou
derde gedaante zien in een grijze jas, die
snel naar haar toe kwam; het gelaat door
den stralenkrans van krulhaar omgeven,
dat zij den laatsten tijd zoo menigmaal in
haar droouien had gezien.
„Bertie!" riep zij uit met zwakke slem,
maai' zij kon geen stap meer doen.
„Ja, Mary, hier ben ik; o, Mary, Mary!"
en het volgend oogenblik had hij den arm
om haar heen geslagen, en snikte zij, alsof
haar hart zou breken, met het hoofd tegen
de grijze jas geleund. Maar het was alleen
van vreugde - zeide zij later want hij
schrikte van deze ontvangst. Nooit tevoren
had hij Mary zien weenen; maar zij had
zooveel geleden en zóó naar hem verlangd,
fluisterde zij, en had hij wel geweten, hoe
veel het haar gekost had hem op te geven?
en kon hij haar vergeven, dat zij zoo on
vriendelijk tvas geweest? en zoo ging zij
voort, terwijl hij haar al dien tijd lief
koosde.
„Maar, ge weet wel, dat gij mij niet hebt
opgegeven, ik gaf u op!" antwoordde Ber
tie. „Ik ging weg en liet u achter, en ik
moet clus vergiffenis ontvangen"; en toen
lachte zij en werd bedaarder. Maar haar
lippen heefden, toen hij haar mee naar het
venster nam. om haar eens goed te bekij
ken, zooals hij zeide, want het 'begon reeds
te schemeren.
„O, Mary, mijn eigen Mary, wat hebben
zij u gedaan?" zeide hij op trourigen toon.
„Gij hebt uw frischheid en jeugd verloren;
uwe wangen zijn mager en bleek!" en hij
„Thuis" heeft behoefte aan een blij
gelukkig weerzien.
Zoo dom van sommige mannen om diep
in gedachten en met een gezicht als een
donderwolk, binnen te vallen. Om „thuis"
te doen slagen, hebben ze ook je vroo-
lijken, Opgewekten, dagelijkschen terug
keer noodig, je deelname in de honderd
en één nietigheidjes, die samen het ver
rukkelijk gezellige „thuisleven" maken.
Zoo onverstandig om te denken, dat
alles van één kant moet komen 1
Als de klompen bij de deur blijven
staan, dan wordt veel achtergehouden,
wat het vloerkleed bederven zou, en moe
ders geboenden of geschrobden grond.
Wie nadenkend ze uittrekt, weet, dat hij
evenzoo zorgvuldig zich voor liet „thuis
leven" moet voorbereiden.
Straks worden alle klompen en klomp
jes door moeder weer wit geschrobd en
is ieder weer toebereid tot liet leven
daar builen, 't Kan plassen en gieten, en
stormen, en waaien, moeders zorg en
moeders meeleven is om je heen, even
zeker als de geschuurde klompen aan je
voeten.
De klompen, hij do deur' Op de mat,
den geest van krakeoleu- en oneenigheid
achtergelaten! .Te meet zorgen, dat er
niets .binnen sluipt!.... Zooveel vijanden
zijn er, die een „thuis" ten gronde kun
nen richten.
Heerlijk, om een vrouw le zijn, in den
trein te zitten en met een warmen klank
in de stem te kunnen zeggen:... „Straks
benne we thuus"! Eu als bij dat woord
„thuus" lichtjes staan te glinsteren in de
pogen van je man, een reus van een
kerel, voor wien je het woord „thuus"
'hebt kunnen belichamen tot het beste dat
hij heeft
Ik zeg maar, dat het met geen goud
te betalen is en dat, om een echt „thuis"
te hebben, de klompen bij de voordeur
hebooren.
1*»
Hoek. Dinsdag vergaderde de Raad de
zer gemeente. Bij de' ingekomen stukken
deelde de voorz. medie, dat vanwege de
Emigratie-maatschappij bericht is ont
vangen, dat zij de emigratie van timmer
lieden niet kan bevorderen, bij gebrek
aan productief werk aldaar, en de steun
van Rijkswege ook uitsluitend beoogt, de
emigratie van landarbeiders. Dientenge
volge vervalt het bedrag door den raad
toegestaan aan J. P. de Fouw. Z.h.s.
wordt een bedrag van f 200 toegestaan
aan R. de Fouw ter zake emigratie. r,hr
Jansen vroeg, hoe het komt, dat in an
dere gemeenten een bedrag van f133
wordt toegestaan, terwijl hier f 2O0 wordt
gegeven. Do voorz. antwoordt, dat in het
door deze gemeente toegestaan bedrag
zijn inbegrepen het bedrag, dat boven' de
reiskosten aldaar wordt noodig geacht
voor eerste levensonderhoud, zonder het
geen de emigrant zelf dient te bezitten.
Op een verzoek van de Politiehonden
dressuurvereeniging „Zeeuwsch-Vlaande-
ren" om ter bestrijding harer onkosten
eenige subsidie te mogen ontvangen,
wordt na breedc bespreking afwijzend
beschikt. Een voorstel van dhr J. A.
Meertcns om f 5 te geven, werd met 4
tegen 3 stemmen, die van de heeren
J. A. Meertens, Pladdet en De Feijter
verworpen.
Hierna kwam aan de orde, het vast
stellen van een nieuwe verordening voor
liet Gem. Electr. Bedrijf. Bij artikel 3 ont
spon zich een zeer breede discussie. Dit
artikel luidt als volgt: De levering van
electriciteit geschiedt volgens de vol
gende aanwijzing: het tarief wordt ge
neven op den voet van een vast recht per
lichtpunt, benevens een eenheidsprijs van
25 cent per K.W.U. Het vast recht be
draagt: voor het eerste lichtpunt vijftig
cent per maand, voor het tweede veertig,
voor het derde dertig, voor het vierde
twintig en voor elk: meerder lichtpunt
tien cents per maand. Stopcontacten wor
den voor de .verrekening van het vast
recht met een lichtpunt gelijkgesteld, enz.
De heer van 'tHoff, zou eqn andere
regeling wenschen. Hij gelooft, dat als
Vuwrvvü;
streek haar zacht over het gelaat.
„Gij moet niet vergeten, hoeveel ik door
gestaan heb met de kinderen; en dan voel
de ik mij ondanks al mijn strijd dikwijls
heel ongelukkig, als ik aan u dacht, Ber
tie," en zij zag met onverholen teederheid
naar hem op. Wat was hij verbrand! wat
was hij forsch en manlijk geworden, en hoe
wild krulde zijn haar! Was er op de ge-
heele wereld wel zulk een schoon gelaat te
vinden, als het zijne? Het speet haar, dat
hij haar zoo vervallen vond, terwijl hij nog
even schoon was als vroeger. „Ik ben hang,
dat mijn uiterlijk u niet bevalt, Bertie,"
zeide zij ietwat treurig.
Toen lachte hij op zoo'n jongensachtige
wijze, dat het haar goed deed, maar zijn
antwoord was zoo lastig, dat zij hem ein
delijk tot de orde moest roepen.
„Bertie, gij moet u beheerschen!"
„Goed, maar beloof mij dan, nooit weer
zulke onzinnige dingen te zullen zeggen.
Uw uiterlijk zou mij niet bevallen terwijl
gij het liefste, zachtste gelaat hebt, dat ik
ooit gezien heb!" en toen lachte hij weer,
maar dezen keer van rein geluk, en Mary
kreeg weer iets van haar oude kuiltjes in
de wangen. Weldra schoot hem iets anders
te binnen.
„Ik geloof, dat de zaak nu geheel klaar
is, Mary. Hebben wij nu aan alle vormen
voldaan, wat onze verloving aangaat?"
„Ik geloof het wel," antwoordde zij twij
felachtig, want zij kon zich niet goed her
inneren, wanneer Bertie haar gevraagd
had, om de eenvoudige reden, dat hij het
in het geheel niet gedaan had; maar toch
waren zij het volkomen eens.
Een van de problemen waarmede vek*
in onzen problemenrijken tijd „worstelex"
betreft de vraag: hoever mag ik gafcua?
Of liever, de worsteling is vaak zoo
hevig niet omdat men al bij voorbaat
heeft uitgemaakt, dat hel zoover mo -
gelijk zal zijn, met do uitnöodiging er
bij aan hen die waarschuwend den v -
ger opsteken, dan maar eens precies aa.i
te geven waar de juiste grens ligt.
Voor zulke „.worstelaars" is de gschi ede
nis van Lot, uitermate leerzaam.
Als hij van Abram gaat scheiden, kiest
hij voor zich de vlakte van den Jordaan
en slaat hij zijne tenten op, tot aan So
dom toe.
En waarom niet. Hij mocht daar toch
wel wonen? Zeker, de mannen van Sodom
waren boos en groote zondaars voor den
Heere, maar hij bleef toch buiten de poor
ten'? Een knap man die hem kon bewijzen
dat hij zoover niet gaan mocht.
Later, echter, als Sodom rijp is voor het
oordeel, dan woont Lot in de stad en
als het qordeel zich voltrekt, dan wordt
hot. hem recht duidelijk hoe gevaarlijk het
is te gaan tot aan de grens.
En diit gevaar bestaat nog.
Hoe dichter aan de grens, hoe groeier
het gevaar te gaan o v e r de grens.
OPMERKER.
deze wordt aangenomen, er ëen heeleboel
lichtpunten zullen afgeknipt worden. Al
de menschen die twee en drie lichtpunten
hebben zullen er door getroffen worden
en de groot-verbruikers hebben er voor
deel van. Het is eenvoudig een dwang
middel om iemand voor zijn lichtpunten,
te laten betalen en te dwingen om meer
licht te gebruiken. De voorz. zegt, dat
!de berekening is gemaakt aan de hand
van het werkelijk verbruik iu het vorige
jaar, en het is zoodanig berekend, dat wij
aan vast recht en stroomlevering evenveel
ontvangen. Het is mogelijk, dat er enke
len door gegetroffen worden, maar dat
zijn dan alleen zij, die zoo goed als
geen stroom afnemen, wat reeds daaruit
blijkt, dat iemand met een lichtpunt ma:ir
17 K.W. per jaar behoeft te gebruiken
om er voor- noch nadeel van te hebben.
De heer van 't Hoff zou het beter vin
den den prijs per K.W. zonder meer te
verlagen tot 50 cent en dat vast recht
laten vervallen, want dat is niet anders
da)i 'dwang. De voorzitter zegt, dat de
menschen er voordeel van hebben.
Het is gedaan om liet petroleum verbruik
tegen te gaan. Een gegarandeerd verbruik
wil niemand en daarom is het zoo gedaan.
De heer J. A. Meertens merkt op, dat
het vast recht voor twee lichtpunten is
90 cent per maand, en nu betalen de
menschen voor hun stroom 25 cent in-
plaats van 60 cent, wat een groot ver
schil geeft voor iemand die moeite heeft
zijn kwitantie te betalen; die moet nu
voor 4 K.W. maar een gulden betalen
legen anders twee gulden veertig, en dan
Iran hij in den zomer, als hem dat ge
makkelijker valt, zijn vast recht voorden
winter betalen.
De heer II. Pladdet respecteert de
moeite, die is gedaan om deze regeling te
ontwerpen, hij is cr persoonlijk niet' tegen
maar h\j ziet er een nadeel in voor het
Bedrijf en peeft berekend, dat als men
17 K.W. gebruikt, kost het licht 1.10 per
K.W. en petroleum een cent per uur.
IIjj zou de oude regeling willen houden
of anders den prijs per K. W. op 50 ct.
brengen.
De voorzitter kan zich niet voorstellen
dat iemand voor die paar centen vast
recht zijn lichtpunten zou verwijderen,
als men toch ziet, dat iemand met vijf
lichtpunten toch nog maar f 1.20 vast
recht moet betalen, en de volgende licht
punten slechts een dubbeltje per maand
kosten. 1
Dhr A. Meertens zegt, dat het bedrijf
een strop is, wat het niet zou behoeven
te zijn, indien ieder aangeslotene ernaar
zijn behoefte gebruik van maakte. Spreker-
toont verder aan, dat door deze rege
ling slechts weinig meer zou worden ont-
„Goed," antwoordde hij tevreden. „Ik
heb onderweg den ring voor u gekocht. Ik
dacht, dat ik, als alles goed afliep, gaarne
zeker van u wilde zijn, en hem u aandoen;
en als Mr St. John tenminste," viel. hij
zichzelf in de rede, „als het mis ging, zou
ik hem in het water gewox-pen hebben,
maar dan wars ik hem nagesprongen."
„O, Bertie!" riep Mary ontsteld uit; en
toen bloosde zij, want hij zocht werkelijk
in zijn zak.
„Het is maar een eenvoudig ding," zeide
hij. „Want ziet ge, gij wordt de vrouw van
een armen man, Mary."
„0, hij is beelderig!" antwoordde zij. Het
was een breede gouden band, glacl en mas
sief, met een klein diamantje in het mid
den.
Bertie keek haar vergenoegd aan en toen
vervolgde hij met veel gevoel: „Mary, als
ik er aan denk, wat gij voor mij opgeeft,
heb ik bijna een gevoel, alsof ik dat offer
niet mag aannemen. Stel u het eenvoudig
tehuis voor, waarheen ik u na dit moet
brengen!" en hij keek rond in de weelde
rige kamer.
„Trek het u niet aan, hoe eenvoudig liet
is, als het maar het tehuis is, dat gij mij
bereid hebt," fluistei'de zij, terwijl zij haar
hand in de zijne liet glijden, en toen Bertie
haar aanzag kwamen hem de tranen in de
oogen.
„0, God zij gedankt!" sprak de jonge
man op zachten toon, terwijl hij haar tot
zich trok. En hij had gelijk, want zulke
giften komen uit den Hemel.
(Wordt vervolgd.)