Bijverdienste. ftTKOUS€N KAM-MiSSEl Huis, Schuur,Varkens. Beschuit- en Klein. met annex Krui. lierswinkel, Landbouwbedrijf, Woonhuis m\ Slapï o te koop. [JE /EEUW "tWEEÖE ÖLAD. iwde lieden ed Persoon iwame Smidsknecht Cnecht er» M®'4' kkersleerlsnfl' ik Keuken"1®'51] iwame Naaij«ffrOÜ1 FEUILLETON. MARy ST JOHM. in SftOUSEM, Rawesfeeiue,, esse en zijtfe. ns, in alSe ntat«H «uwe baor<3j«a, GOES. Tetaf. |g| 1 AND TE KOOP HOEFJE, hok met. loop en on. Bouw- en u uitruim 400 F^jt onderbeplanting, ddelburg. Dadelqk te Te bevragen bq Boekt, delburg. E KOOP: d.irpen van Noord. ader motto „Bakkerij" Zeeuw" te Goes. sop B^wraagdi omgeving Middelburg •ieven onder No. 12, bij JIJ. Geen tusschenp® hand ia koopt lN SCHAI&, Slager te pracktstaat verkeerenil, rhouden 4 drs Chevrolet 1 ballon banden, 7 >en. iten", Noord weg, St. Laurens E KOOP: paard, 3 of 4 jaar oud; geschikt om alleen te I ok voor loop en trek, VAN SATERDAG-19 FEBRUARI 1927, No. 120. mak; Stroo en bijK COPPOOLSEh, „Overduin". E KO©P: groot® Ponny, Marinestraat 22, Vli betrekking van Binnw- Binnen mosder in he' Wee re, worden gi deren, van middelbaren 1 tbesproken van gedrag, I sterk van gestel Jam 0 voor ieder en verder I inwoning, vuur en lichtl rundige behandeling. I ing voor 1 Maart as.ij ïr. pturenxaak welke spe-| •opt op crediet, vraagt om ter plaatse bij P®"| te verkoopen op w®"'' jfbetaliiig. irovisie V ereischte, g® iet het publiek. Brie'tl zer couraut. onder jettj of halfwas. 'pl00VAN ELSACKEB,j jke. bij J. A. MAAS, li »int Krnis (Z VI) voor terstond Goes afkomstig, bji j MAN, M. A. de R# Hoes, VERBIST, _j, vraagt met Ap1^ I en gd in het Gas4hu' •ens 40 jaar, teJ^ya«1 n de moeder. A ,75 met 6 jaa« J i van f5U-,,Sa°;raJ den vóór 1 Ma» eta( r M. MEIJER, SJ#rk 2 Jasthuis, Bellamy! ies BEKEERENDE DE ZIEL. De Wet des Heeren is volmaakt, behecrende de ziel; de getuige nis des Heeren is gewis, den sléch ten wijsheid gevende. Ps. 19:8. Het woord des Heeren is vol maakt, bekeerende de ziel." Om dat. te verstaan moeten wij niet alleen blijven, bij 'tafkeeren van hoog. moed, van ijdelheid, van kleinmoedigheid en smart, maai' ook zien hoe de woorden (rods, in die Schrift bewaard, het hai-t. omkeeren. Gij kent het verhaal der ontmoeting van den Heiland m,et Nicodemus, en hebt niet vergeten hoe de Heer daar den eisch stelt, dat. de mensch moet wedergeboren, een 'rebeel nieuw schepsel moet worden., ftjcodermis begrijpt niet hoe dat moge- lijk is: maar dan openbaart, de Hecre hem iets van die homelsche dingen, waardoor liet mogelijk wordt en spreekt: „alzóó lief heeft Uod de wereld gehad, dat: Hij .Zijnen eeniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem, gelooft, niet verderve, maar hel. eeuwige leven liebbe." En nu weet ik wel, dat deze woorden velen niet meer hemelsei) schijnen, omdat zij zoo heel gewoon en bekend zijn, maar wiens ziel door deze woorden is geraakt, wie door dit woord van den hemel, dat op aarde niet kon geboren worden, is geleid tot. dien God, die niet met eisch en maar met geven begint, met geven het beste wat Hij heeft, het E enige wat Hem kost aan zijn hart, tot dien God, die in deze gave ons verlost van ons vreezen, ons voor het levensbeginsel der zelfzucht een geheel nieuw levens beginsel geeft, die mensch zegt met den diepsten nadruk: des Heeren woord is volmaakt, bekeerende de ziel. r Hij heeft zijn Bijbel lief waarin dat woord van God hem is bewaard geble ven, waardoor het tot hem is gebracht. De Bijbel staat daar alzoo in ons mid den als een getuigenis Gods. En van dit getuigenis wordt nu deze lofspraak ge- £sven, dat het den eenvoudigen wijsheid geeft. Gij 'verstaat dat wel: wijsheid, niet we tenschap. Niet een hoofd vol kennis van allerlei, maar den juisten blik op het ware levensdoel en den reelaten weg om liet te .bereiken, dat geeft de Schrift. Maar we vergeten ook niet, dat. wijs- beid de grondslag is van alle wetenschap, en daarom, heeft deze Bijbel ook voor de wetenschap de hoogste beteekenis. Wel geeft hij geen wetenschappelijke beslis singen, maar hij handhaaft, ook op weten schappelijk erf, de zedelijke- en daarom eeuwige waarheden Gods, die de wijs heid zijn on hij doet dat, ook al komt hij daarmede in tegenspraak met dat, wat voor een oogenblik wetenschap heel. Wilt gij een voorbeeld Een tachtig jaar geleden gold. het voor zeer onwetenschappelijk te spreken van erfzo-nde, er was geen 1 oorzaak om te gelooven in zulk een. samenhang van het menschelqk geslacht als in die leer werd ondersteld. Elk kind kwam onschuldig' ter wereld en alleen van buiten af werd het met zonde besmet. De Heilige Schrift bleef rustig de leer belijden van dien ontzaglijken samen hang en ziet! straks werd de wijsheid gerechtvaardigd van hare kinderen, toen. ook op liet. gebied der wetenschap, zij het. ook onder anderen naam, de grond gedachte van die Bijbelwijsheid werd er kend en algemeen aanvaard. En waar thans de wetenschap overslaat, naar de andere zijde dat doet wetenschap zon der wijsheid altijd, zij is haar evenwicht en leert een absoluten, bloot Uit het Engelsch. lol) o Het was een moeilijke dag voor Mary geweest. Ondanks haar pogingen om zich bezig te houden en kalm te schijnen, als verwachtte zij niet dat er iets bijzonders gebeuren zou, was zij toch rusteloos en verstrooid. De morgen was te Brotherton Rngzaam voorbij gegaan nooit had les geven haar zoo lastig toegeschenen, of was de kamer zoo benauwd geweest; en zij ver telleen met zulke bleeke wangen aan de -koffie, dat Dollie er van schrok. 1 -Mary, gij moet wat gaan rusten," zoide ®.i beslist, ,,of ge zult vanavond niet in staat zijn Grey en Mr Langley te ontvan gen." Zij durfde den naam van Bertie er het bij noemen, want. hoe kon zij met ze kerheid weten of hij vandaag komen zou. >;Ik wilde, dat Mr Langley niet kwam," antwoordde Mary droomerig; maai' on danks de smeekingen van Dollie, wilde zij niet, gaan rusten. Zij kleedde zich zorgvul dig' in haar dunne zwarte japon, streek W haar met bijzondere zorg glad; toen nam zij haar werk en begaf zich naar het Pauwenlaantje." „Daar vonden Grey en Dollie haar, toon ]n hand in hand kwamen aanwandelen. Dit was altijd de eerste plaats, die Grey bezocht, als hij te Crome kwam, en daar- 1 l-en maakten hij en Dollie ook gewoonlijk f stoffelijken samenhang der dingen, waar- g door alles bepaald en waarmede 'snien- schen verantwoordelijkheid geloochend en miskend wordt, nu blijft de Schrift ook weer rustig die verantwoordelijkheid van den mensch handhaven en straks zal op nieuw de wijsheid gerechtvaardigd wor- j den. Indien nu deze dingen alzoo zijn, zoo wijzen zij ons op het rechte Bijbelgebruik. Het woord des Heeren is volmaakt om de ziel te bekeeren; daartoe moet het gebruikt worden. Het geeft wijsheid, die moet er in gezocht. Geschiedt dat ook? Ik twijfel er aan. Voor velen is de Bijbel een handboek waaruit zij bewijs middelen halen voor hun systeem, een boek dat alleen iets tot het hoofd, niets tot het hart heeft te zeggen. Onder den schijn van den Bijbel hoog te eeren, haalt men hem omlaag. Hem noemende een zeer buitengewoon boek, gebruikt men hern als een hoe) gewoon geschrift, dat wij onderzoeken en gebruiken verstandelijk, maar dat wij niet toelaten te spreken tot onze ziel. Zoo wordt hot dool der .Schrift miskend en gaat de zegen der Schrift te loor. Daarom laat ons den Bijbel gebruiken tot het doel, waartoe hij ons is gegeven: opdat, hij zou bekeeren de ziel. Daar is geen hooger en geen beter. Is de ziel bekeerd tot haren God, dan vol gen vrede; blijdschap en zaligheid. EEUWIGHEIDSLICHT. Ik droomde 't lieven, als een Lentepracht Vol zonneschijn en fijne teed're kleuren. Als 't ochtendgloren na den langen nacht: Een zee van goud en gloed in glans en [geuren. Maar nu de Herfstwind huilt, in bange klacht. De blad'ren tooi door 't natte slijk gaal. [sleuren, En al die schoonheid schendt, ze ruw [verkracht, Al wat ik liefde uit nv'n hart doet. [scheuren Nu schreit mijn ziel hel uit: m'n grootste [schat, 't Genieten van de schoonheid ging ver [loren Een kale tak, symboolgestorven vreugd Tot 'k plots een knop, waar eens een fblaadjen zat-, Ontwaar, en nieuwe Hope in mij' worcll. [geboren, Die meer nog dan 't Bezit mijn hart ver- heugt. 6E1EENTEPÖLST1EK. Burgemeester en wethouders. De burgemeester is voorzitter van den Raad, in welk college hij een ad vise erende stem heeft. En een stem, die als regel veel invloed zal hebben, omdat hij het is die met de wethouders en met zijne amb tenaren de zaken voorbereidt, die er dus het. best in zit en in vele gevallen over gegevens zal beschikken, die de raads leden missen. Daarbij is hij ook aangenomen altijd dat 'het oen actief burgemeester is, juist door de meer uitgebreide voorstudie, allicht beter in staat zijn, zijn standpunt te verdedigen. Stel, ergens komt de vraag aan de orde we doen slechts een willekeu rige greep of al dan niet tot de stich- ling van een electriciteitsfahriek zal wor den overgegaan. Is de burgemeester een voorzichtig man met niet al teveel initia tief, dan zal hij vanzelf op de bezwaren van financiëelen en anderen aard vollen nadruk leggen, hij zal bij het beoordeelen van de kosten zich sterk aan den veiliger) kant houden en als hij dan een man is, die in iien Raad en in het College van B. W. eenig overwicht heeft, dan moet het niet verwonderen, als de 'Raad hoezeer ove rigens ook van de noodzakelijkheid van een dergelijke fabriek overtuigd, tenslotte' den moed mist,, om de verantwoordelijk- hun laatste wandeling; want sedert den avond, dat hij Dollie weenend bij den zon newijzer had gevonden, was de plaats hun beiden heilig geweest. Mary keek op en groette den jongen man vriendelijk. Grey vond, dat zij er mager .uitzag en vertelde liet haar. „O, het is niets," zeide zij snel: „ik zal langzamerhand wel weer sterk worden, als ik uitgerust ben," want dit was de eerste maal, da.t zij elkander woei' ontmoetten, sedert den dood der kinderen, en er was krip op Mary's japon en ook anderen, be halve Grey, merkten op, hoezeer zij veran derd was. Maar zij wilde niets hooren van het voorstel van Dollie, dat. zij haar een kopje thee zou brengen. Zij wilde naar huis gaan en het zelve voor hen schenken, zeide zij; en toen Mr Langley kwam, ver welkomde zij hem hartelijk, en sprak zij druk met hem gedurende het lange mid dagmaal. Maar alleen Grey, die naast haar zat, zag hoe zij bloosde, telkens als de deur geopend werd. „Denkt ge, dat ge u een tijdje met hem kunt onderhouden zonder mij?" fluisterde zij Dollie toe, toen zij do eetkamer verlie ten. Dollie knikte en liep achter haai' moe der aan; en Mary ging naar de zitkamer. Het was er koel en al de ramen waren open, en zij zou er rustig kunnen zitten en niet aan al de onbeduidende gesprekken behoeven deel te nemen; en waarlijk, daar ging de voordeur open en Maurice sprak met iemand, misschien met Pratt. „Gij zult haar in de zitkamer vinden," dat zeide Maurice, maar Hij kon niet tegen Pratt spreken. Mary stond op, maar haar lieid voor een stichtingsbesluit le dragen. En omgekeerd, als er is een burgemees ter, die vooruit wil, die gaarne iets tot stand brengt, dan zal hij bij voorbaat trachten de bezwaren weg te redeneeren hij zal de cijfers zoo trachten te groepee- ren, dat ze een gunstig beeld geven en zoo is er alle kans, dat hij op een oogen blik den Raad weet te brengen, waar deze nooit gedacht had te zullen Komen. Ditzelfde geldt ook van tal van andere zaken en pok zelfs van gewone onder houdswerken. De eene burgemeester weet veel meer tot stand te brengen dan de andere. Er zijn burgemeesters, die omdat ze uiterst voorzichtig zijn of zich niet voldoende voor de gemeente-belangen in- leresseeren, een remmenden invloed heb- hen, en anderen die over groote stuw kracht beschikken. Van. de wethouders, die den burgemees- ter terzijde staan en die zdowel op de voorbereiding als op de uitvoering var. besluiten een grooien invloed hebben, geldt zoo ongeveer hetzelfde. Wanneer zij met de voorbereiding geen ernst maken, dan kan, de Raad niet vooruit, en als zij met de uitvoering slabakken, dan staal de Raad vrijwel machteloos. De burgemeester en de wethouders hebben dus grooten invloed. Maar het feit blijft, dat de Raad het hoofd der Ge meente ':s en daarom is het noodig, dal gekozen worden mannen, bekwaam en geschikt om die moeilijke taak te vervul len, uit wier midden - en daaraan mocht wel eens meer aandacht worden geschon ken tevens wethouders gekozen kun nen worden. Inzonderheid partijen, die vermoedelijk in aanmerking zullen komen een of meer wethouders te leveren, mogen zich wel met ernst de vraag stellen, of onder de te stollen candidate)) 1H. wolhodders- materianl niet ontbreekt. Een lezer te Kamperland schrijft ons dat daar eonige weken geleden bij een concert: gegeven door dej Muziekverc-eni- ging, door eon do me lew erkers op schrik kelijke wijze gevloekt wenl, en dat' nog wel in tegenwoordigheid van de politie. Hij vraagt of het vloekverbod daar niet meer van kracht is en of het niet nood zakelijk is dergelijke uitspat Lagen tegen te gaan. Wij weten niet of in deze gemeente een vlockverborl bestaat. Indien ja, dan moet hel natuurlijk wcrlen -gehandhaafd. Geschiedt zulks niet dan. kan het aanbe voling verdienen den burgemeésl r daar mee in kennis to stellen, die dan wel de noodige maatregelen zal nemen. Ove rigens kunnen bij het afstaan van der gelijke gebouwen een openbare school - bepalingen wonden gemaakt waardoor uitspattingen als hier gesignaleerd, worden, tegengegaan. De klompen bij de deur. Aan een mooie schets van Mevr. van Hoogstraten- Schoch in de „Nederl." is het volgende ontleend: De klompen op een rist bij de deur heb ik altijd zoo iets veelzeggends ge vonden. Zoo iets van: zorg voor het „thuus' om het vooral niet vuil te maken; zoo iets van eerbied voor het „thuus", dat je toch zoo hoog schat! Een „thuis" is dan .ook iets heel bij zonders, vooral in onzen tijd! Wat heeft een man moeten reiken en lillen, voordat hij zóó ver is, een thuis te maken. Eerst reiken naar een goede gezellin, dan tillen om wat. te verzame len om het huis in te richten. Dan samen alle gedachten hij' elkaar, om er iets moois van te maken! Wie zijn sleutel in eigen slot steekt, keert dagelijks terug tot een bekroonde inspanning, tot een geslaagde poging. Daarom moot niemand het maar zoo boel gewoon vinden, tot eigen „thuis" te gaan. „De klompen bij de deur", zoo Jee- ren ons de buitenmenschen met hun zin rijke gewoonten. Alles wat je daar buiten boos en 'ver drietig heeft gemaakt, leg je bij de deur mat neer ixwiw^njgiirrTWMMa^iLnnTrirrTiTiiNTcimiiiiiii'jjiij'i i r 'inrrrrrn—t knieën knikten en zij kon geen stap doen, want de deur was open, en tusschen de marmeren zuilen kon zij een breedgeschou derde gedaante zien in een grijze jas, die snel naar haar toe kwam; het gelaat door den stralenkrans van krulhaar omgeven, dat zij den laatsten tijd zoo menigmaal in haar droouien had gezien. „Bertie!" riep zij uit met zwakke slem, maai' zij kon geen stap meer doen. „Ja, Mary, hier ben ik; o, Mary, Mary!" en het volgend oogenblik had hij den arm om haar heen geslagen, en snikte zij, alsof haar hart zou breken, met het hoofd tegen de grijze jas geleund. Maar het was alleen van vreugde - zeide zij later want hij schrikte van deze ontvangst. Nooit tevoren had hij Mary zien weenen; maar zij had zooveel geleden en zóó naar hem verlangd, fluisterde zij, en had hij wel geweten, hoe veel het haar gekost had hem op te geven? en kon hij haar vergeven, dat zij zoo on vriendelijk tvas geweest? en zoo ging zij voort, terwijl hij haar al dien tijd lief koosde. „Maar, ge weet wel, dat gij mij niet hebt opgegeven, ik gaf u op!" antwoordde Ber tie. „Ik ging weg en liet u achter, en ik moet clus vergiffenis ontvangen"; en toen lachte zij en werd bedaarder. Maar haar lippen heefden, toen hij haar mee naar het venster nam. om haar eens goed te bekij ken, zooals hij zeide, want het 'begon reeds te schemeren. „O, Mary, mijn eigen Mary, wat hebben zij u gedaan?" zeide hij op trourigen toon. „Gij hebt uw frischheid en jeugd verloren; uwe wangen zijn mager en bleek!" en hij „Thuis" heeft behoefte aan een blij gelukkig weerzien. Zoo dom van sommige mannen om diep in gedachten en met een gezicht als een donderwolk, binnen te vallen. Om „thuis" te doen slagen, hebben ze ook je vroo- lijken, Opgewekten, dagelijkschen terug keer noodig, je deelname in de honderd en één nietigheidjes, die samen het ver rukkelijk gezellige „thuisleven" maken. Zoo onverstandig om te denken, dat alles van één kant moet komen 1 Als de klompen bij de deur blijven staan, dan wordt veel achtergehouden, wat het vloerkleed bederven zou, en moe ders geboenden of geschrobden grond. Wie nadenkend ze uittrekt, weet, dat hij evenzoo zorgvuldig zich voor liet „thuis leven" moet voorbereiden. Straks worden alle klompen en klomp jes door moeder weer wit geschrobd en is ieder weer toebereid tot liet leven daar builen, 't Kan plassen en gieten, en stormen, en waaien, moeders zorg en moeders meeleven is om je heen, even zeker als de geschuurde klompen aan je voeten. De klompen, hij do deur' Op de mat, den geest van krakeoleu- en oneenigheid achtergelaten! .Te meet zorgen, dat er niets .binnen sluipt!.... Zooveel vijanden zijn er, die een „thuis" ten gronde kun nen richten. Heerlijk, om een vrouw le zijn, in den trein te zitten en met een warmen klank in de stem te kunnen zeggen:... „Straks benne we thuus"! Eu als bij dat woord „thuus" lichtjes staan te glinsteren in de pogen van je man, een reus van een kerel, voor wien je het woord „thuus" 'hebt kunnen belichamen tot het beste dat hij heeft Ik zeg maar, dat het met geen goud te betalen is en dat, om een echt „thuis" te hebben, de klompen bij de voordeur hebooren. 1*» Hoek. Dinsdag vergaderde de Raad de zer gemeente. Bij de' ingekomen stukken deelde de voorz. medie, dat vanwege de Emigratie-maatschappij bericht is ont vangen, dat zij de emigratie van timmer lieden niet kan bevorderen, bij gebrek aan productief werk aldaar, en de steun van Rijkswege ook uitsluitend beoogt, de emigratie van landarbeiders. Dientenge volge vervalt het bedrag door den raad toegestaan aan J. P. de Fouw. Z.h.s. wordt een bedrag van f 200 toegestaan aan R. de Fouw ter zake emigratie. r,hr Jansen vroeg, hoe het komt, dat in an dere gemeenten een bedrag van f133 wordt toegestaan, terwijl hier f 2O0 wordt gegeven. Do voorz. antwoordt, dat in het door deze gemeente toegestaan bedrag zijn inbegrepen het bedrag, dat boven' de reiskosten aldaar wordt noodig geacht voor eerste levensonderhoud, zonder het geen de emigrant zelf dient te bezitten. Op een verzoek van de Politiehonden dressuurvereeniging „Zeeuwsch-Vlaande- ren" om ter bestrijding harer onkosten eenige subsidie te mogen ontvangen, wordt na breedc bespreking afwijzend beschikt. Een voorstel van dhr J. A. Meertcns om f 5 te geven, werd met 4 tegen 3 stemmen, die van de heeren J. A. Meertens, Pladdet en De Feijter verworpen. Hierna kwam aan de orde, het vast stellen van een nieuwe verordening voor liet Gem. Electr. Bedrijf. Bij artikel 3 ont spon zich een zeer breede discussie. Dit artikel luidt als volgt: De levering van electriciteit geschiedt volgens de vol gende aanwijzing: het tarief wordt ge neven op den voet van een vast recht per lichtpunt, benevens een eenheidsprijs van 25 cent per K.W.U. Het vast recht be draagt: voor het eerste lichtpunt vijftig cent per maand, voor het tweede veertig, voor het derde dertig, voor het vierde twintig en voor elk: meerder lichtpunt tien cents per maand. Stopcontacten wor den voor de .verrekening van het vast recht met een lichtpunt gelijkgesteld, enz. De heer van 'tHoff, zou eqn andere regeling wenschen. Hij gelooft, dat als Vuwrvvü; streek haar zacht over het gelaat. „Gij moet niet vergeten, hoeveel ik door gestaan heb met de kinderen; en dan voel de ik mij ondanks al mijn strijd dikwijls heel ongelukkig, als ik aan u dacht, Ber tie," en zij zag met onverholen teederheid naar hem op. Wat was hij verbrand! wat was hij forsch en manlijk geworden, en hoe wild krulde zijn haar! Was er op de ge- heele wereld wel zulk een schoon gelaat te vinden, als het zijne? Het speet haar, dat hij haar zoo vervallen vond, terwijl hij nog even schoon was als vroeger. „Ik ben hang, dat mijn uiterlijk u niet bevalt, Bertie," zeide zij ietwat treurig. Toen lachte hij op zoo'n jongensachtige wijze, dat het haar goed deed, maar zijn antwoord was zoo lastig, dat zij hem ein delijk tot de orde moest roepen. „Bertie, gij moet u beheerschen!" „Goed, maar beloof mij dan, nooit weer zulke onzinnige dingen te zullen zeggen. Uw uiterlijk zou mij niet bevallen terwijl gij het liefste, zachtste gelaat hebt, dat ik ooit gezien heb!" en toen lachte hij weer, maar dezen keer van rein geluk, en Mary kreeg weer iets van haar oude kuiltjes in de wangen. Weldra schoot hem iets anders te binnen. „Ik geloof, dat de zaak nu geheel klaar is, Mary. Hebben wij nu aan alle vormen voldaan, wat onze verloving aangaat?" „Ik geloof het wel," antwoordde zij twij felachtig, want zij kon zich niet goed her inneren, wanneer Bertie haar gevraagd had, om de eenvoudige reden, dat hij het in het geheel niet gedaan had; maar toch waren zij het volkomen eens. Een van de problemen waarmede vek* in onzen problemenrijken tijd „worstelex" betreft de vraag: hoever mag ik gafcua? Of liever, de worsteling is vaak zoo hevig niet omdat men al bij voorbaat heeft uitgemaakt, dat hel zoover mo - gelijk zal zijn, met do uitnöodiging er bij aan hen die waarschuwend den v - ger opsteken, dan maar eens precies aa.i te geven waar de juiste grens ligt. Voor zulke „.worstelaars" is de gschi ede nis van Lot, uitermate leerzaam. Als hij van Abram gaat scheiden, kiest hij voor zich de vlakte van den Jordaan en slaat hij zijne tenten op, tot aan So dom toe. En waarom niet. Hij mocht daar toch wel wonen? Zeker, de mannen van Sodom waren boos en groote zondaars voor den Heere, maar hij bleef toch buiten de poor ten'? Een knap man die hem kon bewijzen dat hij zoover niet gaan mocht. Later, echter, als Sodom rijp is voor het oordeel, dan woont Lot in de stad en als het qordeel zich voltrekt, dan wordt hot. hem recht duidelijk hoe gevaarlijk het is te gaan tot aan de grens. En diit gevaar bestaat nog. Hoe dichter aan de grens, hoe groeier het gevaar te gaan o v e r de grens. OPMERKER. deze wordt aangenomen, er ëen heeleboel lichtpunten zullen afgeknipt worden. Al de menschen die twee en drie lichtpunten hebben zullen er door getroffen worden en de groot-verbruikers hebben er voor deel van. Het is eenvoudig een dwang middel om iemand voor zijn lichtpunten, te laten betalen en te dwingen om meer licht te gebruiken. De voorz. zegt, dat !de berekening is gemaakt aan de hand van het werkelijk verbruik iu het vorige jaar, en het is zoodanig berekend, dat wij aan vast recht en stroomlevering evenveel ontvangen. Het is mogelijk, dat er enke len door gegetroffen worden, maar dat zijn dan alleen zij, die zoo goed als geen stroom afnemen, wat reeds daaruit blijkt, dat iemand met een lichtpunt ma:ir 17 K.W. per jaar behoeft te gebruiken om er voor- noch nadeel van te hebben. De heer van 't Hoff zou het beter vin den den prijs per K.W. zonder meer te verlagen tot 50 cent en dat vast recht laten vervallen, want dat is niet anders da)i 'dwang. De voorzitter zegt, dat de menschen er voordeel van hebben. Het is gedaan om liet petroleum verbruik tegen te gaan. Een gegarandeerd verbruik wil niemand en daarom is het zoo gedaan. De heer J. A. Meertens merkt op, dat het vast recht voor twee lichtpunten is 90 cent per maand, en nu betalen de menschen voor hun stroom 25 cent in- plaats van 60 cent, wat een groot ver schil geeft voor iemand die moeite heeft zijn kwitantie te betalen; die moet nu voor 4 K.W. maar een gulden betalen legen anders twee gulden veertig, en dan Iran hij in den zomer, als hem dat ge makkelijker valt, zijn vast recht voorden winter betalen. De heer II. Pladdet respecteert de moeite, die is gedaan om deze regeling te ontwerpen, hij is cr persoonlijk niet' tegen maar h\j ziet er een nadeel in voor het Bedrijf en peeft berekend, dat als men 17 K.W. gebruikt, kost het licht 1.10 per K.W. en petroleum een cent per uur. IIjj zou de oude regeling willen houden of anders den prijs per K. W. op 50 ct. brengen. De voorzitter kan zich niet voorstellen dat iemand voor die paar centen vast recht zijn lichtpunten zou verwijderen, als men toch ziet, dat iemand met vijf lichtpunten toch nog maar f 1.20 vast recht moet betalen, en de volgende licht punten slechts een dubbeltje per maand kosten. 1 Dhr A. Meertens zegt, dat het bedrijf een strop is, wat het niet zou behoeven te zijn, indien ieder aangeslotene ernaar zijn behoefte gebruik van maakte. Spreker- toont verder aan, dat door deze rege ling slechts weinig meer zou worden ont- „Goed," antwoordde hij tevreden. „Ik heb onderweg den ring voor u gekocht. Ik dacht, dat ik, als alles goed afliep, gaarne zeker van u wilde zijn, en hem u aandoen; en als Mr St. John tenminste," viel. hij zichzelf in de rede, „als het mis ging, zou ik hem in het water gewox-pen hebben, maar dan wars ik hem nagesprongen." „O, Bertie!" riep Mary ontsteld uit; en toen bloosde zij, want hij zocht werkelijk in zijn zak. „Het is maar een eenvoudig ding," zeide hij. „Want ziet ge, gij wordt de vrouw van een armen man, Mary." „0, hij is beelderig!" antwoordde zij. Het was een breede gouden band, glacl en mas sief, met een klein diamantje in het mid den. Bertie keek haar vergenoegd aan en toen vervolgde hij met veel gevoel: „Mary, als ik er aan denk, wat gij voor mij opgeeft, heb ik bijna een gevoel, alsof ik dat offer niet mag aannemen. Stel u het eenvoudig tehuis voor, waarheen ik u na dit moet brengen!" en hij keek rond in de weelde rige kamer. „Trek het u niet aan, hoe eenvoudig liet is, als het maar het tehuis is, dat gij mij bereid hebt," fluistei'de zij, terwijl zij haar hand in de zijne liet glijden, en toen Bertie haar aanzag kwamen hem de tranen in de oogen. „0, God zij gedankt!" sprak de jonge man op zachten toon, terwijl hij haar tot zich trok. En hij had gelijk, want zulke giften komen uit den Hemel. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1927 | | pagina 5