Jo 94
Donderdag 19 Januari 1927
41e Jaargang
KYVATTV.'V:
Dat s KWATXAL
MARy ST JOHN.
VOLLE-MELK KEEPEN
Buitenland.
FEUILLETON.
Slechts een merk, kan aan de spits staan
Directeur-Hoofdredacteur:
R. ZUIDEMA.
Bureau: Lange Vorsistraat 70, Goes
Tel.: Redactie en Administratie no. 11
Postrekening No. 44455.
Bijkantoor te Middelburg:
firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.
Losse nummersfQ.OS
Prijs der Advertentiën:
14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
Vaftcinedwang.
;\tu er in. verband met een dezer dagen
te Middelburg gehouden vergadering voor
dit onderwerp weer meer belangstelling
bestaat, komt het ons niet ongewenscht
voor, in herinnering te brengen, de kloeke
jyijze waarop en de juiste argumenten
'waarmee Jhr Mr A. F. de Savornin Lob
man op 19 Mei 1911 den vaccinedwang
bestreden heeft.
Hij wees daarbij op liet zelfs in het
systeem der voorstanders belachelijke van
den tóestand, als hij zeide:
Au laten wij onze kinderen op 4- of 5-
jarigen leeftijd inenten, ofschoon er in
'iieWgebeel geen ziekte te zien of in'
.aantocht is. Maar stel dat zij na ver
loop van ee'nige jaren wel in aantocht
is, dan is het effect van de inenting
■geheel verloren gegaan,' daarover zijn
alle heereri heL eens, maar dan is in-
1 enting niet voorgeschreven. Wij heb
ben ons dus gewapend tegen een kwaal
die op groote distantie is, jarenlang
zal wegblijven, maar die ons, wanneer
ze komt, ongewapend vindt. Dat is het
stelsel, dat op het oogenblik onze wet
geving huldigt, en ik vraag of men
•dat niet iets belachelijk mag noemen.
De feiten hebben Mr Lobman in het
gelijk gesteld.
Toen zich eenigen tijd geleden te Maas
tricht enkele pokken-gevallen voordeden,
was er niemand, die aan de vroeger plaats
gehad hebbende vaccinatie ook maar
eenige waarde toekende.
Men had mogen verwachten, dat liet
publiek gerust gesteld zou worden omdat
toch heel de bevolking de allerkleinste
kinderen uitgezonderd gevaccineerd
was.
Maar niets daarvan gebeurde.
Zoodra kwam niet een pokkengeval
door, of er werd met kracht en klem
■op hervaccinatie aangedrongen. Hiermede
werd erkend, dat de gewone inenting,
vrijwel als waardeloos moest worden be
schouwd. En zoo werden dan ook in
enkele dagen duizenden en duizenden op
nieuw ingeënt.
Hiermee is komen vast te staan, dat
de gewone en volstrekt niet ongevaarlijke
maar integendeel in sommige gevallen
hoogst gevaarlijke vaccinatie, absoluut
waardeloos is. En dat de slaatsdwang,
die hier wordt toegepast, dooi' niets is
gemotiveerd.
Voorts ook, dat een verplichte vacci
natie volstrekt overbodig is.
Wanneer zich een pokkengeval voor
doet en de lijder wordt geïsoleerd en
niet zooals te Maastricht gebeurde
onder toezicht van éen% geneesheer
in *le gelegenheid gesteld anderen te be
smetten, terwijl tegelijkertijd aan de be
volking gelegenheid wordt gegeven zich te
laten vaccineeren, dan is liet besmet
tingsgevaar minder groot dan thans.
Ook op het dwaze en belachelijke van
de tegenwoordige regeling mag de aan
dacht gevestigd.
Als er geen gevaar dreigt, wordt
alles en een ieder verplicht, zich te laten'
inenten.
Maar_ als werkelijk besmettingsgevaar
aanwezig is én het effect van de in
enting bij de overgroote meerderheid ver
loren is gegaan, dan worden geen dwang
middelen toegepast, maar wordt alleen
voor vaccinatie gelegen beid gegeven.
Bewijzen te over dus dat er, afgezien
van veler principiëele bezwaren, geen en
kele reden is de verplichte en soms hoogst
gevaarlijke inenting te handhaven.
Uit het Engelsch.
133) _o_
•.Wij zijn zoo gelukkig, dat wij niet zelf
zuchtig behooren te zijn," ging zij voort;
en er kwamen tranen in haar oogen, want
zij meende dit zeer ernstig. „Als gij zegt,
"Ut gij u eenzaam zult voelen zonder mij,
maakt ge mij ongelukkig, en toch voel ik,
dat ik Mary niet verlaten mag."
„Maar haar rechten zijn niets in verge-
ijking niet de mijne," antwoordde Grey
half overtuigd; „zij heeft andere vrienden,
cn Ik heb er maar één niemand dan
mijn Dollie."
„O, maar gij hebt mij!" antwoordde zij
Turig. „Ik zal altijd aan u denken, en naar
11 vm'la,ngen neen stil, Grey, ik heb nog
rrjeer te zeggen.
„Arme Mary! Zij is zoo eenzaam, en ik
geloof niet, dat Mrs St. John altijd vrien-
Gyk tegen haar is; en wij hebben beloofd
eii geheelen zomer bij haar te zullen blij-
V(erf> en het schijnt zoo hard haar teleur te
ellen en weg te gaan en gelukkig te zijn.
,/"'n kleine scheiding zal ons geen kwaad
ea» hoewel het niet prettig zal zijn. O,
wa 18 het soms moeilijk om te doen, wat
Officieren van geestelijk welzijn.
Blijkens berichten in de bladen staat
het thans vast, dat Ds G. van Duinen,
Gereformeerd predikant te Schiedam, door
de Regeering benoemd is tot legerpredi-
kant in Indië,
We zijn aan dit instituut zoo langzamer
hand gewend geraakt, maar toch mag
'gevraagd, of we daarmee op den goeden
weg zijn.
Op deze wijze toch, komt de Regeering
op een terrein, dat het hare niet is.
Reeds in December 1915 schreef Prof.
Fabius in „Studiën en Schetsen", zulks
in verband met de benoeming van veld
predikers
„Keurt de Regeering zelfstandig, wel
ken geestelijken dienst zij gewenscht
acht, dan kan men voor vreemde toe
standen komen. En bedoelt zij „elck
wat wils" te geven, zoo staat men vooi
de moeilijkheid, dat zij wellicht telkens
tot prediker voor hel leper mannen
benoemt, die den Bijbel niet erkennen
als het Woord van Gcd èri Jezus Chris
tus niet eeren als Zaligmaker.
Dit nu mag de Overheid niet doen
Maar dezulken uitsluiten, gaat evenmin.
Ware daarom niet verkieselijk, dat
de .Regeering zich in dezen bepaalde
tot geldelijke bemoeienis, en het aan
wijzen van de predikers overliet aai}
de Kerken?"
Het is jammer, dat aan dit advies van
Prof. Fabius geen aandacht is geschon
ken. Want wat hier gezegd wordt van
de veldpredikers, geldt in nog sterkere
mate van de legerpredikanten.
Op het oogenblik is het reeds zoo,
dal „elck wat wils" gegeven wordt.
Naast orthodoxe predikanten zijn ook
benoemd predikanten van beslist vrijzin
nige richting.
En dat kan, wanneer de Jtegeering be
noemt, ook wel niet anders.
Ook in Indië zal het straks wel dien
weg opgaan.
En zoo komen we met de geestelijke
verzorging van onze soldaten waar wij
niet moeten wezen.
Naar onze meening kan althans voor
ons land, het instituut der legerpredikan
ten zonder eenig bezwaar gemijt worden.
Maar acht men deze „officieren van
geestelijk welzijn", zooals de legerpredi
kanten "door Minister Lambooy werden
aangeduid noodig, laat dan naar het ad
vies van ,Pnof. Fabius de Regeering de
noodige gelden beschikbaar stellen, en
de aanwijzing der predikanten geschieden
door de Kerken.
Uit China.
Gisteravond ontving de Fransche pre
mier Briand den Engel schen gezant, die
met ihem den toestand in China en in
het hijzonder de bedreiging van Shanghai
besprak. Briand moet daarbij hebben ver
klaard, dat, indien Shanghai wordt he
men verplicht is!" riep arme Dollie uit,
want zij voelde, dat zij moest kiezen tus-
schen plicht en neiging.
Maar hier kwam haar de zielegrootheid
van Grey te hulp. Hij was volstrekt niet
overtuigd, maar dacht, dat haar bezwaren
gemakkelijk uit den weg te ruimen waren.
Zij offerde haar belangen en de zijne op
aan haar vriendin. Maar Grey kon ook
edelmoedig zijn. Haar geweten was onrus
tig zij was bezwaard door haar groot
geluk en de leegte bij Mary. Nu, zij kon
het haar prettiger maken en hem immers
ook, als zij wilde.
„Doe dan maar zooals ge wilt, lieve
ling," zeide hij eindelijk, maar volstrekt
niet knorrig, als vond hij het niet goed.
„Natuurlijk ben ik teleurgesteld. Ik had
half gehoopt, dat wij in Juli zouden zijn
getrouwd, maar treur er maar niet over.
Met een maand of vijf weken kom ik eens
zien, hoe mijn Dollie er uitziet, en dan zul
len wij er eens weer over spreken." En ter
wijl Dollie hem dankte voor zijn geduld,
dacht Grey er over hoe hij alle huizen in
de nabijheid van Lincoln's Inn zou bekij
ken, en hoe hij in Juli te Grome zou ko
men, opnieuw sterk gewapend, en als het
niet anders wilde, Mary te hulp zou roe
pen.
Dollie had wel een weinig berouw, toen
zij hem den volgenden morgen zag ver-
dreigd, Frankrijk Engeland zal steunen
bij allo maatregelen ter beveiliging van
cle buitenlandsche nederzetting. De Fran
sche consul te Shanghai heeft reeds in
structie ontvangen om daarover met zijn
Engelschen collega overleg tc plegen.
Hoewel volgens de laatste telegrammen
den toestand in China rustig is, worden
toch voorzorgsmaatregelen genomen.
Britsche marinetroepen hebben Sha-
meen, cle vreetndelmgenwijk van Canton
met .©en barricade afgezet.
Een poging der Chineezen om een Ame-
rikaanscli stoomschip aan te vallen, dat
bij een loods aan de Yangtse boven Han
kow .lag, is door Amerikaansche marine
troepen verhinderd.
Mexico en het Bolsjewisme.
We hebben indertijd reeds het pen en
ander meegedeeld omtrent de geestdrif
tige ontvangst, welke de nieuwe vertegen
woordigster van de sovjet-republiek in
Mexico, mevrouw Kollontay ten deel viel.
Hot Madrileensche blad „El Debate"
ontleent (hans aan de Universal" ynn
Mexico-ciiy nog eenige bijzonderheden
over deze plechtigheid, waaraan de Me-
xicaansche regeering het karakter vaneen!
gewichtige staatsbehandeling had gegeven.
Zoowel de toespraak van cle Russische
vertegenwoordigster als liet antwoord van
president Galles, aldus de „Universal"',
vormden een program, waren propagan
distische betoogen voor cle wederzijdsche
radicale politiek, een zelden in cle ge
schiedenis der diplomatieke betrekkingen!
voorkomend feit. Beide toespraken wa
ren afgestemd op den toon, dien mevrouw
Kollontay in haar geestdriftige rede aan
sloeg: „Er zijn in heel cle wereld geen!
twee landen, tusschen welke zoo innige
verwantschap bestaat, als tusschen het
moderne Mexico en het nieuwe Rusland"
In zijn antwoord stemde Calles een
loflied op het bolschewisane, als Lenin
en Trotzki' hem moeilijk hadden kunnen
verbeteren. En ook hij verklaarde aan'
het slot van zijn dithyrambe, dat Mexico
'en Rusland hij elkander hooren en el
kander nastaan.
De zomertijd in België.
Sedert de toepassing van den zomertijd
in België had de overgang steeds plaats
in den nacht van den derden Zaterdag-
van April. Daar dit jaar echter deze Zater
dag samenvalt met den vooravond van
Pasclien, zoo is tot een vervroeging met
acht dagen van den gewonen datum be
sloten. De zomertijd zal dus ingaan in
den nacht van 9 op 10 April.
De griep-epidemie.
Het gepubliceerde derde griepbcricht
van don. volkenbond wijst op een verdere
uitbreiding van de epidemie, die zich.
thans ook in cle Ver. Staten doet gevoelen.
Italië en Oostenrijk hebben meegedeeld,
dat. zij tot dusverre van griep verschoond
bleven.
Het tragische leven van ex-keizerin;
Charlotte van Mexico.
Zooals wij gisteren reeds meldden, is
prinses Charlotte van België, ex-keizerin
van Mexico, gsitermorgen overleden.
Prinses Charlotte was ©en dochter van
Leopold I en van koningin Marie-Louise
van Orleans waardoor zij ook de klein
dochter was van koning Philip van Frank
rijk. Zij werd den 7den Juni 1840 te Brus
sel geboren. In 1861 huwde zij met aarts
hertog Maximiliaan van Oostenrijk, broe
der van keizer Frans-Joseph.
Drie jaar na hun huwelijk begaven ziji
zich, als keizer en keizerin van dat land,
trekken. Wat was het groote huis ledig
zonder hem! Zij zat hij haar moeder te
werken of hield zich, of zij werkte, maar
wat zag zij er treurig uit. Mrs Maynard
was dankbaar toen Mabel Ducie kwam en
haar meenam om een spel tennis te spe
len.
Dienzelfden avond begon Dollie haar
eersten brief. Voordat de eerste week voor
hij was, had zij vellen vol beschreven. Al
waren de brieven van Grey niet zóó lang,
toch scheen de inhoud goed te zijn, te oor-
deelen naar den blos op Dollie's wangen.
Eens op een middag schreef zij haar
tweeden brief aan Grey, toen Mary met
haar ouden strooien hoed binnen kwam,
om te zeggen, dat zij naar de pastorie'
ging.
„O, Mary, en gij zijt den geheelen mor
gen te Brotherton geweest en na de koffie
in de school, en ge zijt zoo vreeslijk moe!"
bracht Dollie hiertegen in, terwijl zij met
een gelukkige, afgetrokken uitdrukking
van haar brief opkeek.
„Wat doet dat er toe?" antwoordde zij
opgeruimd, „het behoort alles tot het da-
gelijksch werk. Als ge aan Grey schrijft,
moet ge hem van mij groeten en hem zeg
gen, dat Sir George hem erg mist; en toen
trof haar een plotselinge gedachte en zij
kwam wat dichter bij.
„Spreekt Grey wel eens over Bertie?"
naar Mexico, hoewol het in een' tijdperk
van een halve eeuw reeds 35 keizers,
dictators, generaals én presidenten had
gehad
Direct bij haar aankomst in Mexico-
begon cle keizerin met de genegenheid
van het volk op haar persoon te concen-
treèren. Zij speelde verder een belang
rijke rol op politiek gebied. Meer clan eens
nam zij zelf liet presidentschap van den
ministerraad waar.
Het einde van den cecessie,-oorlog kwam
echter de zaken vertroebelen. De keizerin
slaagde niet bij - haar onderhandelingen
over een concordaat met het Vaticaan.
Toen Maximiliaan meende, dat de partij
voor hem verloren was, als hij niet kon
rekenen op de hulp van Frankrijk, wilde
hij afstand doen van den keizerlijken
troon, doch Charlotte belette hem, aan dat
voornemen gevolg to geven.
Het keizerrijk willende redden, besloot
zij een uitersten stap te doen bij Napoleon
UI. Met dat doel verliet zij op 9 Juli
1866 de hoofdstad van Mexico met de
bestemming naar Parijs, zonder eenig
voorgevoel!, dat zg haar gemaal niet meer
levend zou weerzien.
De keizerin had 11 Augustus 1866 te
St.. Cloud een onderhoud met Napoleon
en keizerin Eugenie. De keizer zei, dat
hij niet. van zijn voornemen kon afzien,
dat bestond in het terugroepen van het
Fransche expeditiekorps.
Op 22 Augustus daaropvolgende, had
zij een nieuwe, thans definitieve con
ferentie met Napoleon, die bij zijn stand
punt bleef, vooral tengevolge van de drei
gende houding'der Vereenigde Staten.
Toen de keizerin zag, dat het behoud in
Mexico van het Fransche korps onmoge
lijk was, riep zij: verbolgen uit: ,,'tls
goed. Wij zullen abdiceeren", waarop Na
poleon lakoniek antwoordde: „Abdiceert!"
Deze scène moet uiterst hevig zijn ge
weest. Men moest de keizerin, die be
wusteloos was neergevallen, in een ander
vertrek brengen. Zooals' blijkt uit haar
brieven aan Maximiliaan, moet van dat
oogenblik af een zielsziekte haar hebben
aangetast.
In September begaf zij zich naar Rome,
om niet den Paus over het sluiten van
een concordaat te onderhandelen. De Paus
stemde er in toe, haar na de Mis in zijn
privaatkapel te ontvangen. Hij begroette
de arme vrouw met eenige hartelijke
woorden; zonder naar hem te luisteren
stak zij .haar drie vingers in den kop
met chocolade van den Paus en ver
klaarde, dat zij- van honger stierf, maar
uit vrees voor vergift niets gebruiken
wilde.
De Paus liet een anderen kop komen
maar zij weigerde dien en dronk den
eersten leeg; terwijl de Paus bevel gaf
twee doktoren verkleed als kamerfeeeren
te laten komen, sprak zij met hem zeer
rustig en zelfs verstandig over de Mexi
caan sche zaken, zonder te bemerken, dat
de Paus, die een vergadering moest voor
zitten, van ongeduld trilde om het gesprek
te eindigen.
Toen hij: haai- eindelijk den wenk gaf,
dat het bezoek geëindigd was, verklaarde
zij het Vaticaan niet te willen verlaten
omdat aan den ingang haar moordenaars
wachtten. Alle moeite haar tot heengaan
te overreden bleef vruchteloos; de Paus
kon aan zijn werk gaan, zij zou rustig
hier blijven maar heengaan, vóór den
nacht, dat nooit.
Men liet haar de Vaticaansche biblio
theek zien, maar zij stond er op, dat de
Paus, hoe vermoeid deze ook was, haar
vergezelde; eerst toen zij zich in een
vroeg zij, terwijl zif zwaar op de tafel
leunde.
„Niet dikwijls; hij ik vroeg er niet
naar!" antwoordde Dollie met een schul
dig gevoel. O, als Mary maar geweten had
van dat gesprek in de Kathedraal te Can-
terton! „Ik geloof, ik bedoel, iemand heeft
mij gezegd, dat -dat hij naar Schotland
gaat."
„Iemand! dat moet Grey zijn," ant
woordde Mary, en Dolly bloosde plotse
ling. De roode blos, die zich over haar
wangen en hals verspreidde, trok Mary's
opmerkzaamheid en zij keek haar strak
aan.
„Hebt gij hem gezien?" vroeg zij einde
lijk onverwachts.
Arme Dollie sprong verschrikt op van
haar stoel.
„Vraag mij niets," smeekte zij; „hij
vroeg mij om het niet te vertellen en meen
de het zoo ernstig. Lieve, lieve Mary, laat
mij hem niet ongehoorzaam zijn!" en Mary
zweeg; maar haar gelaat nam een bijna
grauwe kleur aan. Zij zag er vervallen en
oud uit.
„Ik zal u alles zeggen, wat ik kan," ging
Dollie voort, die aan dien blik geen weer
stand kon bieden. „Hij is volkomen wel,
tenminste dat zegt hij; en zij hebben veel
afwisseling, hij en Ralph. Zij zijn nu in
Schotland hij ging er heen ik meen,
prachtwerk verdiepte, kon hij zich' onge
merkt verwijderen.
Toen het tijd werd voor het dejeuner,
trachtte men haar opnieuw te doen heen
gaan. Onmogelijk. Zij moest hier eten. Kar
dinaal Antonelli nam de eer cler tafel
waar, en zij wilde alleen eten uit het
bord van mevr. del Barrio. Overigens
sprak zij geestig, verstandig, zelfs opge
wekt.
Zoo ging de dag om: het diner was
somber, want Charlotte deed niets dart
cle bedienden angstig en wantrouwend
aanzien. De nacht viel en nu verklaarde
zij op hoogen toon nogmaals deze zaal
en het Vaticaan niet te willen verlaten.
De doktoren en "de hofhouding smeekten
haar te vertrekken, somden alle bezwarett
op. Niets baatte. Charlotte verklaarde, dat
zij boven alle „gebruiken verheven was
en zich nergens veiliger voelde dan ondef
de bescherming van den Paus. Deze gat
bevel in de bibliotheek twee bedden op
te slaan voor beide dames en verder,
het vertrek zoo waardig mogelijk met*"
schoono meubels en kostbare waschstel-
]en en kandelaars,, enz, als keizejlijlvö,
slaapkamer in te richten. Men moest Chat1
lotte in bed dragen, zoo uitgeput wa9
zij; cle hofdame bleef bij haar waken.,
's Morgens had zij moeite zich te her
inneren, waar zij was, maar verheugde
zich, zoodra zij begreep, op het Vaticaan
te zijn. Nog wilde zij het Pauselijk paleis
niet verlaten. De verlegenheid werd hoé
langer, hoe groóter. Tot geweld durfde
men zijn toevlucht niet nemen, daar de
gevolgen op haar zenuwgestel niet te voor
zien zouden zijn.
Eindelijk bedacht kardinaal Antonelli 'n
list. De zusters van het klooster St. Vin-
centius a Paulo zouden haar komen' ver
zoeken haar weeshuis te bezoeken. De
overste kweet zich handig van haar rol,
en nadat de keizerin haar de belofte had
afgedwongen, dat zij er voor zou instaan,
dat er geen moord te vreezen was, stemde
zij er in toe met de zusters in de pause
lijke rijtuigen te stappen.
Gedurende deze démarches van zijn ge
malin, liep in Mexico de geschiedenis
van Maximiliaan ten einde. Alléén kun
nende steunen op het slechts zeshonderd
manschappen sterke Belgische expeditie
korps, werd hij door cle Juaristen gevan
gen genomen, ilie hem 9 Juni 1867 te
Queretaro deden fusilleeren.
Het was eerst in Januari 1868, dat de
keizerin het noodlottige nieuws vernam,
toen het stoffelijk overschot van Maxi
miliaan in Europa werd teruggebracht.
Haar verdriet was onbeschrijfelijk.
Nooit echter heeft zij van dat oogenblik
af nog met iemand over Maximiliaan of
over Mexico gesproken. Gedurende 68
jaar was zij een doode voor de wereld.
Zij wist niets van den' jongsten oorlog.
Geen enkele Duitscher heeft, uit eerbied
voor haar persoon, gedurende de bezet
ting haar Belgisch domein betreden.
Zij wist evenmin, dat sedert den oorlog,
heel wat gekroonde hoofden van het too-
neel zijn verdwenen.
In Juli 1879 betrok zij het kasteel van
Rouchout, dat zij tot haar dood niet meer
heeft verlaten. Dit kasteel, dat omringd
is door een groot park, ligt op het gebied
der kleine gemeenten Meysse en Wem mei
bij Brussel.
Toen jaren geleden haar moeder, de
gravin van Vlaanderen, overleed, scheert
zij het verlies te begrijpen. Want eert
portret van de dierbare afgestorvene iri
de hand nemende, keek zij het lang ert
innig aan, zeggende: „Ik ook, zal eens-
sterven!"
hij zal er nu zijn-. En later gaan ze met
Lady Howard naar de Engadine en er is
sprake van Mentone voor den winter, om
dat Ralph een slechte borst heeft."
„Dank u, nu is het genoeg," antwoordde
Mary zacht. „Hij is wel, zegt ge?" en toen-
ging zij langzaam naar de deur; maar voor
zij die opende zeide zij op haar gewonen
toon:*,,ik had u niet moeten lastig vallen;
het spijt mij, Dollie. Nu moet ik naar Ja-
net gaan; zij wenscht mij over eenige din
gen te spreken. Rosie en May zijn wat on
gesteld; zij hebben hoofdpijn, zegt ze. Mis
schien blijf ik wel theedrinken; laat uw
moeder niet wachten."
„Mary, ik wilde, dat ge dien leelijken
ouden hoed niet meer droegt, gij ziet er
oud mee uit!" was de niet veel goeds-voor
spellende begroeting van Janet, toén Mary
de koele voorkamer der pastorie met too
rnen tred binnenkwam.
„O, het is mijn tuinhoed maar," ant
woordde Mary, terwijl zij hem vroolijk af
zette. Zij was te zeer aan dergelijke op
merkingen van Janet gewend, om er veel
acht op te slaan. Het weinige belang, dat
Mary in haar kleeding stelde, was altijd
een bron van oneenigheid tusschen hen;
maar op dezen namiddag was zij niet ge
stemd tot een twist over kleinigheden.
i t .1 i
i i L (Wordt vervolgd.),