Jo 94 Donderdag 19 Januari 1927 41e Jaargang KYVATTV.'V: Dat s KWATXAL MARy ST JOHN. VOLLE-MELK KEEPEN Buitenland. FEUILLETON. Slechts een merk, kan aan de spits staan Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. Bureau: Lange Vorsistraat 70, Goes Tel.: Redactie en Administratie no. 11 Postrekening No. 44455. Bijkantoor te Middelburg: firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3. Losse nummersfQ.OS Prijs der Advertentiën: 14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Vaftcinedwang. ;\tu er in. verband met een dezer dagen te Middelburg gehouden vergadering voor dit onderwerp weer meer belangstelling bestaat, komt het ons niet ongewenscht voor, in herinnering te brengen, de kloeke jyijze waarop en de juiste argumenten 'waarmee Jhr Mr A. F. de Savornin Lob man op 19 Mei 1911 den vaccinedwang bestreden heeft. Hij wees daarbij op liet zelfs in het systeem der voorstanders belachelijke van den tóestand, als hij zeide: Au laten wij onze kinderen op 4- of 5- jarigen leeftijd inenten, ofschoon er in 'iieWgebeel geen ziekte te zien of in' .aantocht is. Maar stel dat zij na ver loop van ee'nige jaren wel in aantocht is, dan is het effect van de inenting ■geheel verloren gegaan,' daarover zijn alle heereri heL eens, maar dan is in- 1 enting niet voorgeschreven. Wij heb ben ons dus gewapend tegen een kwaal die op groote distantie is, jarenlang zal wegblijven, maar die ons, wanneer ze komt, ongewapend vindt. Dat is het stelsel, dat op het oogenblik onze wet geving huldigt, en ik vraag of men •dat niet iets belachelijk mag noemen. De feiten hebben Mr Lobman in het gelijk gesteld. Toen zich eenigen tijd geleden te Maas tricht enkele pokken-gevallen voordeden, was er niemand, die aan de vroeger plaats gehad hebbende vaccinatie ook maar eenige waarde toekende. Men had mogen verwachten, dat liet publiek gerust gesteld zou worden omdat toch heel de bevolking de allerkleinste kinderen uitgezonderd gevaccineerd was. Maar niets daarvan gebeurde. Zoodra kwam niet een pokkengeval door, of er werd met kracht en klem ■op hervaccinatie aangedrongen. Hiermede werd erkend, dat de gewone inenting, vrijwel als waardeloos moest worden be schouwd. En zoo werden dan ook in enkele dagen duizenden en duizenden op nieuw ingeënt. Hiermee is komen vast te staan, dat de gewone en volstrekt niet ongevaarlijke maar integendeel in sommige gevallen hoogst gevaarlijke vaccinatie, absoluut waardeloos is. En dat de slaatsdwang, die hier wordt toegepast, dooi' niets is gemotiveerd. Voorts ook, dat een verplichte vacci natie volstrekt overbodig is. Wanneer zich een pokkengeval voor doet en de lijder wordt geïsoleerd en niet zooals te Maastricht gebeurde onder toezicht van éen% geneesheer in *le gelegenheid gesteld anderen te be smetten, terwijl tegelijkertijd aan de be volking gelegenheid wordt gegeven zich te laten vaccineeren, dan is liet besmet tingsgevaar minder groot dan thans. Ook op het dwaze en belachelijke van de tegenwoordige regeling mag de aan dacht gevestigd. Als er geen gevaar dreigt, wordt alles en een ieder verplicht, zich te laten' inenten. Maar_ als werkelijk besmettingsgevaar aanwezig is én het effect van de in enting bij de overgroote meerderheid ver loren is gegaan, dan worden geen dwang middelen toegepast, maar wordt alleen voor vaccinatie gelegen beid gegeven. Bewijzen te over dus dat er, afgezien van veler principiëele bezwaren, geen en kele reden is de verplichte en soms hoogst gevaarlijke inenting te handhaven. Uit het Engelsch. 133) _o_ •.Wij zijn zoo gelukkig, dat wij niet zelf zuchtig behooren te zijn," ging zij voort; en er kwamen tranen in haar oogen, want zij meende dit zeer ernstig. „Als gij zegt, "Ut gij u eenzaam zult voelen zonder mij, maakt ge mij ongelukkig, en toch voel ik, dat ik Mary niet verlaten mag." „Maar haar rechten zijn niets in verge- ijking niet de mijne," antwoordde Grey half overtuigd; „zij heeft andere vrienden, cn Ik heb er maar één niemand dan mijn Dollie." „O, maar gij hebt mij!" antwoordde zij Turig. „Ik zal altijd aan u denken, en naar 11 vm'la,ngen neen stil, Grey, ik heb nog rrjeer te zeggen. „Arme Mary! Zij is zoo eenzaam, en ik geloof niet, dat Mrs St. John altijd vrien- Gyk tegen haar is; en wij hebben beloofd eii geheelen zomer bij haar te zullen blij- V(erf> en het schijnt zoo hard haar teleur te ellen en weg te gaan en gelukkig te zijn. ,/"'n kleine scheiding zal ons geen kwaad ea» hoewel het niet prettig zal zijn. O, wa 18 het soms moeilijk om te doen, wat Officieren van geestelijk welzijn. Blijkens berichten in de bladen staat het thans vast, dat Ds G. van Duinen, Gereformeerd predikant te Schiedam, door de Regeering benoemd is tot legerpredi- kant in Indië, We zijn aan dit instituut zoo langzamer hand gewend geraakt, maar toch mag 'gevraagd, of we daarmee op den goeden weg zijn. Op deze wijze toch, komt de Regeering op een terrein, dat het hare niet is. Reeds in December 1915 schreef Prof. Fabius in „Studiën en Schetsen", zulks in verband met de benoeming van veld predikers „Keurt de Regeering zelfstandig, wel ken geestelijken dienst zij gewenscht acht, dan kan men voor vreemde toe standen komen. En bedoelt zij „elck wat wils" te geven, zoo staat men vooi de moeilijkheid, dat zij wellicht telkens tot prediker voor hel leper mannen benoemt, die den Bijbel niet erkennen als het Woord van Gcd èri Jezus Chris tus niet eeren als Zaligmaker. Dit nu mag de Overheid niet doen Maar dezulken uitsluiten, gaat evenmin. Ware daarom niet verkieselijk, dat de .Regeering zich in dezen bepaalde tot geldelijke bemoeienis, en het aan wijzen van de predikers overliet aai} de Kerken?" Het is jammer, dat aan dit advies van Prof. Fabius geen aandacht is geschon ken. Want wat hier gezegd wordt van de veldpredikers, geldt in nog sterkere mate van de legerpredikanten. Op het oogenblik is het reeds zoo, dal „elck wat wils" gegeven wordt. Naast orthodoxe predikanten zijn ook benoemd predikanten van beslist vrijzin nige richting. En dat kan, wanneer de Jtegeering be noemt, ook wel niet anders. Ook in Indië zal het straks wel dien weg opgaan. En zoo komen we met de geestelijke verzorging van onze soldaten waar wij niet moeten wezen. Naar onze meening kan althans voor ons land, het instituut der legerpredikan ten zonder eenig bezwaar gemijt worden. Maar acht men deze „officieren van geestelijk welzijn", zooals de legerpredi kanten "door Minister Lambooy werden aangeduid noodig, laat dan naar het ad vies van ,Pnof. Fabius de Regeering de noodige gelden beschikbaar stellen, en de aanwijzing der predikanten geschieden door de Kerken. Uit China. Gisteravond ontving de Fransche pre mier Briand den Engel schen gezant, die met ihem den toestand in China en in het hijzonder de bedreiging van Shanghai besprak. Briand moet daarbij hebben ver klaard, dat, indien Shanghai wordt he men verplicht is!" riep arme Dollie uit, want zij voelde, dat zij moest kiezen tus- schen plicht en neiging. Maar hier kwam haar de zielegrootheid van Grey te hulp. Hij was volstrekt niet overtuigd, maar dacht, dat haar bezwaren gemakkelijk uit den weg te ruimen waren. Zij offerde haar belangen en de zijne op aan haar vriendin. Maar Grey kon ook edelmoedig zijn. Haar geweten was onrus tig zij was bezwaard door haar groot geluk en de leegte bij Mary. Nu, zij kon het haar prettiger maken en hem immers ook, als zij wilde. „Doe dan maar zooals ge wilt, lieve ling," zeide hij eindelijk, maar volstrekt niet knorrig, als vond hij het niet goed. „Natuurlijk ben ik teleurgesteld. Ik had half gehoopt, dat wij in Juli zouden zijn getrouwd, maar treur er maar niet over. Met een maand of vijf weken kom ik eens zien, hoe mijn Dollie er uitziet, en dan zul len wij er eens weer over spreken." En ter wijl Dollie hem dankte voor zijn geduld, dacht Grey er over hoe hij alle huizen in de nabijheid van Lincoln's Inn zou bekij ken, en hoe hij in Juli te Grome zou ko men, opnieuw sterk gewapend, en als het niet anders wilde, Mary te hulp zou roe pen. Dollie had wel een weinig berouw, toen zij hem den volgenden morgen zag ver- dreigd, Frankrijk Engeland zal steunen bij allo maatregelen ter beveiliging van cle buitenlandsche nederzetting. De Fran sche consul te Shanghai heeft reeds in structie ontvangen om daarover met zijn Engelschen collega overleg tc plegen. Hoewel volgens de laatste telegrammen den toestand in China rustig is, worden toch voorzorgsmaatregelen genomen. Britsche marinetroepen hebben Sha- meen, cle vreetndelmgenwijk van Canton met .©en barricade afgezet. Een poging der Chineezen om een Ame- rikaanscli stoomschip aan te vallen, dat bij een loods aan de Yangtse boven Han kow .lag, is door Amerikaansche marine troepen verhinderd. Mexico en het Bolsjewisme. We hebben indertijd reeds het pen en ander meegedeeld omtrent de geestdrif tige ontvangst, welke de nieuwe vertegen woordigster van de sovjet-republiek in Mexico, mevrouw Kollontay ten deel viel. Hot Madrileensche blad „El Debate" ontleent (hans aan de Universal" ynn Mexico-ciiy nog eenige bijzonderheden over deze plechtigheid, waaraan de Me- xicaansche regeering het karakter vaneen! gewichtige staatsbehandeling had gegeven. Zoowel de toespraak van cle Russische vertegenwoordigster als liet antwoord van president Galles, aldus de „Universal"', vormden een program, waren propagan distische betoogen voor cle wederzijdsche radicale politiek, een zelden in cle ge schiedenis der diplomatieke betrekkingen! voorkomend feit. Beide toespraken wa ren afgestemd op den toon, dien mevrouw Kollontay in haar geestdriftige rede aan sloeg: „Er zijn in heel cle wereld geen! twee landen, tusschen welke zoo innige verwantschap bestaat, als tusschen het moderne Mexico en het nieuwe Rusland" In zijn antwoord stemde Calles een loflied op het bolschewisane, als Lenin en Trotzki' hem moeilijk hadden kunnen verbeteren. En ook hij verklaarde aan' het slot van zijn dithyrambe, dat Mexico 'en Rusland hij elkander hooren en el kander nastaan. De zomertijd in België. Sedert de toepassing van den zomertijd in België had de overgang steeds plaats in den nacht van den derden Zaterdag- van April. Daar dit jaar echter deze Zater dag samenvalt met den vooravond van Pasclien, zoo is tot een vervroeging met acht dagen van den gewonen datum be sloten. De zomertijd zal dus ingaan in den nacht van 9 op 10 April. De griep-epidemie. Het gepubliceerde derde griepbcricht van don. volkenbond wijst op een verdere uitbreiding van de epidemie, die zich. thans ook in cle Ver. Staten doet gevoelen. Italië en Oostenrijk hebben meegedeeld, dat. zij tot dusverre van griep verschoond bleven. Het tragische leven van ex-keizerin; Charlotte van Mexico. Zooals wij gisteren reeds meldden, is prinses Charlotte van België, ex-keizerin van Mexico, gsitermorgen overleden. Prinses Charlotte was ©en dochter van Leopold I en van koningin Marie-Louise van Orleans waardoor zij ook de klein dochter was van koning Philip van Frank rijk. Zij werd den 7den Juni 1840 te Brus sel geboren. In 1861 huwde zij met aarts hertog Maximiliaan van Oostenrijk, broe der van keizer Frans-Joseph. Drie jaar na hun huwelijk begaven ziji zich, als keizer en keizerin van dat land, trekken. Wat was het groote huis ledig zonder hem! Zij zat hij haar moeder te werken of hield zich, of zij werkte, maar wat zag zij er treurig uit. Mrs Maynard was dankbaar toen Mabel Ducie kwam en haar meenam om een spel tennis te spe len. Dienzelfden avond begon Dollie haar eersten brief. Voordat de eerste week voor hij was, had zij vellen vol beschreven. Al waren de brieven van Grey niet zóó lang, toch scheen de inhoud goed te zijn, te oor- deelen naar den blos op Dollie's wangen. Eens op een middag schreef zij haar tweeden brief aan Grey, toen Mary met haar ouden strooien hoed binnen kwam, om te zeggen, dat zij naar de pastorie' ging. „O, Mary, en gij zijt den geheelen mor gen te Brotherton geweest en na de koffie in de school, en ge zijt zoo vreeslijk moe!" bracht Dollie hiertegen in, terwijl zij met een gelukkige, afgetrokken uitdrukking van haar brief opkeek. „Wat doet dat er toe?" antwoordde zij opgeruimd, „het behoort alles tot het da- gelijksch werk. Als ge aan Grey schrijft, moet ge hem van mij groeten en hem zeg gen, dat Sir George hem erg mist; en toen trof haar een plotselinge gedachte en zij kwam wat dichter bij. „Spreekt Grey wel eens over Bertie?" naar Mexico, hoewol het in een' tijdperk van een halve eeuw reeds 35 keizers, dictators, generaals én presidenten had gehad Direct bij haar aankomst in Mexico- begon cle keizerin met de genegenheid van het volk op haar persoon te concen- treèren. Zij speelde verder een belang rijke rol op politiek gebied. Meer clan eens nam zij zelf liet presidentschap van den ministerraad waar. Het einde van den cecessie,-oorlog kwam echter de zaken vertroebelen. De keizerin slaagde niet bij - haar onderhandelingen over een concordaat met het Vaticaan. Toen Maximiliaan meende, dat de partij voor hem verloren was, als hij niet kon rekenen op de hulp van Frankrijk, wilde hij afstand doen van den keizerlijken troon, doch Charlotte belette hem, aan dat voornemen gevolg to geven. Het keizerrijk willende redden, besloot zij een uitersten stap te doen bij Napoleon UI. Met dat doel verliet zij op 9 Juli 1866 de hoofdstad van Mexico met de bestemming naar Parijs, zonder eenig voorgevoel!, dat zg haar gemaal niet meer levend zou weerzien. De keizerin had 11 Augustus 1866 te St.. Cloud een onderhoud met Napoleon en keizerin Eugenie. De keizer zei, dat hij niet. van zijn voornemen kon afzien, dat bestond in het terugroepen van het Fransche expeditiekorps. Op 22 Augustus daaropvolgende, had zij een nieuwe, thans definitieve con ferentie met Napoleon, die bij zijn stand punt bleef, vooral tengevolge van de drei gende houding'der Vereenigde Staten. Toen de keizerin zag, dat het behoud in Mexico van het Fransche korps onmoge lijk was, riep zij: verbolgen uit: ,,'tls goed. Wij zullen abdiceeren", waarop Na poleon lakoniek antwoordde: „Abdiceert!" Deze scène moet uiterst hevig zijn ge weest. Men moest de keizerin, die be wusteloos was neergevallen, in een ander vertrek brengen. Zooals' blijkt uit haar brieven aan Maximiliaan, moet van dat oogenblik af een zielsziekte haar hebben aangetast. In September begaf zij zich naar Rome, om niet den Paus over het sluiten van een concordaat te onderhandelen. De Paus stemde er in toe, haar na de Mis in zijn privaatkapel te ontvangen. Hij begroette de arme vrouw met eenige hartelijke woorden; zonder naar hem te luisteren stak zij .haar drie vingers in den kop met chocolade van den Paus en ver klaarde, dat zij- van honger stierf, maar uit vrees voor vergift niets gebruiken wilde. De Paus liet een anderen kop komen maar zij weigerde dien en dronk den eersten leeg; terwijl de Paus bevel gaf twee doktoren verkleed als kamerfeeeren te laten komen, sprak zij met hem zeer rustig en zelfs verstandig over de Mexi caan sche zaken, zonder te bemerken, dat de Paus, die een vergadering moest voor zitten, van ongeduld trilde om het gesprek te eindigen. Toen hij: haai- eindelijk den wenk gaf, dat het bezoek geëindigd was, verklaarde zij het Vaticaan niet te willen verlaten omdat aan den ingang haar moordenaars wachtten. Alle moeite haar tot heengaan te overreden bleef vruchteloos; de Paus kon aan zijn werk gaan, zij zou rustig hier blijven maar heengaan, vóór den nacht, dat nooit. Men liet haar de Vaticaansche biblio theek zien, maar zij stond er op, dat de Paus, hoe vermoeid deze ook was, haar vergezelde; eerst toen zij zich in een vroeg zij, terwijl zif zwaar op de tafel leunde. „Niet dikwijls; hij ik vroeg er niet naar!" antwoordde Dollie met een schul dig gevoel. O, als Mary maar geweten had van dat gesprek in de Kathedraal te Can- terton! „Ik geloof, ik bedoel, iemand heeft mij gezegd, dat -dat hij naar Schotland gaat." „Iemand! dat moet Grey zijn," ant woordde Mary, en Dolly bloosde plotse ling. De roode blos, die zich over haar wangen en hals verspreidde, trok Mary's opmerkzaamheid en zij keek haar strak aan. „Hebt gij hem gezien?" vroeg zij einde lijk onverwachts. Arme Dollie sprong verschrikt op van haar stoel. „Vraag mij niets," smeekte zij; „hij vroeg mij om het niet te vertellen en meen de het zoo ernstig. Lieve, lieve Mary, laat mij hem niet ongehoorzaam zijn!" en Mary zweeg; maar haar gelaat nam een bijna grauwe kleur aan. Zij zag er vervallen en oud uit. „Ik zal u alles zeggen, wat ik kan," ging Dollie voort, die aan dien blik geen weer stand kon bieden. „Hij is volkomen wel, tenminste dat zegt hij; en zij hebben veel afwisseling, hij en Ralph. Zij zijn nu in Schotland hij ging er heen ik meen, prachtwerk verdiepte, kon hij zich' onge merkt verwijderen. Toen het tijd werd voor het dejeuner, trachtte men haar opnieuw te doen heen gaan. Onmogelijk. Zij moest hier eten. Kar dinaal Antonelli nam de eer cler tafel waar, en zij wilde alleen eten uit het bord van mevr. del Barrio. Overigens sprak zij geestig, verstandig, zelfs opge wekt. Zoo ging de dag om: het diner was somber, want Charlotte deed niets dart cle bedienden angstig en wantrouwend aanzien. De nacht viel en nu verklaarde zij op hoogen toon nogmaals deze zaal en het Vaticaan niet te willen verlaten. De doktoren en "de hofhouding smeekten haar te vertrekken, somden alle bezwarett op. Niets baatte. Charlotte verklaarde, dat zij boven alle „gebruiken verheven was en zich nergens veiliger voelde dan ondef de bescherming van den Paus. Deze gat bevel in de bibliotheek twee bedden op te slaan voor beide dames en verder, het vertrek zoo waardig mogelijk met*" schoono meubels en kostbare waschstel- ]en en kandelaars,, enz, als keizejlijlvö, slaapkamer in te richten. Men moest Chat1 lotte in bed dragen, zoo uitgeput wa9 zij; cle hofdame bleef bij haar waken., 's Morgens had zij moeite zich te her inneren, waar zij was, maar verheugde zich, zoodra zij begreep, op het Vaticaan te zijn. Nog wilde zij het Pauselijk paleis niet verlaten. De verlegenheid werd hoé langer, hoe groóter. Tot geweld durfde men zijn toevlucht niet nemen, daar de gevolgen op haar zenuwgestel niet te voor zien zouden zijn. Eindelijk bedacht kardinaal Antonelli 'n list. De zusters van het klooster St. Vin- centius a Paulo zouden haar komen' ver zoeken haar weeshuis te bezoeken. De overste kweet zich handig van haar rol, en nadat de keizerin haar de belofte had afgedwongen, dat zij er voor zou instaan, dat er geen moord te vreezen was, stemde zij er in toe met de zusters in de pause lijke rijtuigen te stappen. Gedurende deze démarches van zijn ge malin, liep in Mexico de geschiedenis van Maximiliaan ten einde. Alléén kun nende steunen op het slechts zeshonderd manschappen sterke Belgische expeditie korps, werd hij door cle Juaristen gevan gen genomen, ilie hem 9 Juni 1867 te Queretaro deden fusilleeren. Het was eerst in Januari 1868, dat de keizerin het noodlottige nieuws vernam, toen het stoffelijk overschot van Maxi miliaan in Europa werd teruggebracht. Haar verdriet was onbeschrijfelijk. Nooit echter heeft zij van dat oogenblik af nog met iemand over Maximiliaan of over Mexico gesproken. Gedurende 68 jaar was zij een doode voor de wereld. Zij wist niets van den' jongsten oorlog. Geen enkele Duitscher heeft, uit eerbied voor haar persoon, gedurende de bezet ting haar Belgisch domein betreden. Zij wist evenmin, dat sedert den oorlog, heel wat gekroonde hoofden van het too- neel zijn verdwenen. In Juli 1879 betrok zij het kasteel van Rouchout, dat zij tot haar dood niet meer heeft verlaten. Dit kasteel, dat omringd is door een groot park, ligt op het gebied der kleine gemeenten Meysse en Wem mei bij Brussel. Toen jaren geleden haar moeder, de gravin van Vlaanderen, overleed, scheert zij het verlies te begrijpen. Want eert portret van de dierbare afgestorvene iri de hand nemende, keek zij het lang ert innig aan, zeggende: „Ik ook, zal eens- sterven!" hij zal er nu zijn-. En later gaan ze met Lady Howard naar de Engadine en er is sprake van Mentone voor den winter, om dat Ralph een slechte borst heeft." „Dank u, nu is het genoeg," antwoordde Mary zacht. „Hij is wel, zegt ge?" en toen- ging zij langzaam naar de deur; maar voor zij die opende zeide zij op haar gewonen toon:*,,ik had u niet moeten lastig vallen; het spijt mij, Dollie. Nu moet ik naar Ja- net gaan; zij wenscht mij over eenige din gen te spreken. Rosie en May zijn wat on gesteld; zij hebben hoofdpijn, zegt ze. Mis schien blijf ik wel theedrinken; laat uw moeder niet wachten." „Mary, ik wilde, dat ge dien leelijken ouden hoed niet meer droegt, gij ziet er oud mee uit!" was de niet veel goeds-voor spellende begroeting van Janet, toén Mary de koele voorkamer der pastorie met too rnen tred binnenkwam. „O, het is mijn tuinhoed maar," ant woordde Mary, terwijl zij hem vroolijk af zette. Zij was te zeer aan dergelijke op merkingen van Janet gewend, om er veel acht op te slaan. Het weinige belang, dat Mary in haar kleeding stelde, was altijd een bron van oneenigheid tusschen hen; maar op dezen namiddag was zij niet ge stemd tot een twist over kleinigheden. i t .1 i i i L (Wordt vervolgd.),

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1927 | | pagina 1