Mo 8» Donderdag 6 Januari llrtf 41e Jaargang F EO 1 Llï'TO MIRV ST JOHN Buitenland. Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. Bureau: Lange Vorststraat 70, Goes fel.: Redactie en Administratie no. 11 Postrekening No. 44455. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3. Losse nummersf 0.05 Prijs der Advertentiên: 14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Hef Belgisch Verdrag. }n eene op 3 Juni 1925 te 's-Graven- jiage gehouden vergadering van de Ver- eeniging voor Volkenbond en Vrede, werd door' Mr V. H. Rutgers een rede gehou den over „Hgj Belgisch verdrag en de beginselen van den Volkenbond" een rede, die in extenso in „Antirevolutionaire Staatkunde" werd afgedrukt. Jn deze rede werden niet alle bijzonder heden van den rijken inhoud van liet Ver drag i" oogensclrouw genomen, maar werd alleen op de groote lijnen de aandacht gevestigd en gepoogd de aLgemeene strek king en de politieke beteekenis van liet gc-wichtige staatsstuk boter te doen ver staan. En daarbij bleek, dat de bij uitstek tot oordeelen bevoegde redenaar niet behoor de tol die leden der Tweede Kamer, die blijkens het Voorl. Verslag door den in houd van het tractaat zeer teleurgesteld ivaren, maar tot die leden, die met groote dankbaarheid het uitspraken, dat door de bereikte overeenstemming, de voorwaar den zijn geschapen voor oen duurzame ontwikkeling van vredelievende verhou dingen en die de verwachting koesterden, dat deze oplossing bevorderlijk zal zijn aan een gezindheid van wederkeeriigo vriendschap bij beide volken, die in zoo velerlei opzicht op elkaar zijn aange wezen. Nadat eerst de politieke zijde van het verdrag was behandeld, kwam Mr Rutgers tot het Scheldevraagstuk, waaromtrent hij verklaarde, dat het Verdrag een oplossing geeft, die misschien niet volmaakt is het. volmaakte is slechts zelden bereik baar maar die geïnspireerd is door het wederzijdsch verlangen om met handha ving van eigen rechten, ook de rechten en belangen van den buurman te ont zien. „Zoo is, aldus do spr, de nieuwe Schel- deregeling een voorbeeld ervan, hoe in gemeen overleg en met nauwgezet on derzoek van feiten, toestanden en ver houdingen aan de bevordering van een rechtmatige en vreedzame ontwikkeling van internationale verhoudingen kan wor den gewerkt; zoo is de regeling een voor beeld ervan, hoe moeilijke vragen in den geest van den Volkenbond kunnen wor den aangevat en tot oplossing gebracht." Tenslotte werd nog aan de kanalen- lnvestie aandacht geschonken, waarna Mr Rutgers tot de conclusie kwam, dat het Verdrag, hetwelk geen uitputtende rege ling bevat, en dat de onderteekening draagt van den Voorzitter der Eerste Vergadering van den Volkenbond en van den voor zitter der Tweede Vergadering van den Volkenbond, een geest 'ademt van we derzijdsch vertrouwen, dat het niet is een overeenkomst, die tusschen twee. tegen standers gesloten wordt om van elkander af te zijn, maar dat het is de grondslag voor een blijvende, vruchtbare samenwer king, gelijk goede Volkenbondsleden past. Waarom wij hierop de aandacht ves tigen? Omdat wij ons niet herinneren, dat deze rode, die in „Antirevolutionaire Staat kunde" gepubliceerd werd, toen de heer Rutgers reeds als Minister was opgetreden en dus een zeer invloedrijke positie had verkregen, tot scherpe bestrijding aanlei ding gaf. Naar achteraf is gebleken moe ten velen het met deze beschouwing niet eens zijn geweest, moet men zelfs ge voeld hebben, dat. hier de principieel© lijn verlaten werd, maar het is ons niet hekend, dat daaraan in pikante artikelen 122.) Uit het Engelsch. uiting werd gegeven of dat hierover de groote trom werd geroerd. Hoe dat te verklaren? Kan het ook zijn, dat toen meer liet verstand en later meer het gevoel de leiding had? Wij vragen slechts. In elk geval blijft het merkwaardig, dat niemand van de later soms heftige be strijders van het Verdrag, hot noodig oor deelde tegen dit betoog de waarschuwen de stem te verheffen en dat Prof. Visscher die hier een niet-antirevolutionaire staat kunde gespeurd moet hebben, geen enkele poging deed om zijne politieke vrienden tot andere en betere gedachten te brengen. Langzaam herstel. In de hieuwjaarsredevoeringen van meerdere voorzitters van Kamers van Koophandel, viel een optimistische toon te beluisteren. De heer Krelage te Haarlem sprak van een lichte verbetering die in Nederland op economisch terrein valt waar te nemen en zijn Amsterdamsche collega, de heer Heldring, liet zich in denzelfden geest uit. Na gewezen te hebben op de vermin derde uitvoer van tijinbouwgewassen naar Duitschland, het invoerverbod van versch vleesch in Engeland en de lage prijzen waarmee het zuivelbedrijf heeft te kampen, waartegenover staat een weer opleven van enkele takken van nijverheid, ver volgde hij: - „Alles tezamen genomen, heeft men den indruk, dat de stijgende lijn van vorige jaren, onder den invloed van bijzondere omstandigheden in het afgeloopen jaar horizontaal heeft geloopen, doch dat zij behoudens onvoorziene nieuwe hinder palen, haar zwak opgaande richting zal hervatten, naarmate de internationale om zetten "'toenemen en onze voornaamste kooper, Duitschland, aan koopkracht wint. Groot optimisme kan men echter niet voeden, zoolang het protectionisme van andere staten hoogtij blijft vieren". De spreker had er aan toe kunnen voegen: en zoolang Nederland onder den invloed van het vrijhandelsdogma met den eenzijdigen vrijen invoer blijft dwepen. Intusschen blijft het een verblijdend ver schijnsel, dat van een langzaam herstel van den eoonomischen toestand kan wor den gewaagd. „Gij maakt, dat er een lawine op mij neerstort," antwoordde Mary op half mis- noemden toon. „Gij kent Maurice niet, nu gij hem- dat in het hoofd gehaald hebt, zal hij mij geen rust laten; wat zijt ge toch een onruststooksterMaar on danks haar scherts zag Dollie dat Mary Verstoord was. „Weet ge wel, dat ge een half uur te laat zijt? Neem liaar mee, Maurice, terwijl ik me van al die stof rei nig." „Gij hebt gelijk, zij ziet er lang niet zoo vroolijk uit als vroeger," merkte Maurice peinzend op, terwijl zij hun wandeling on dernamen. Dollie zweeg; zij was geschrikt door de uitwerking harer eigen woorden. Zij had de hulp van Maurice ingeroepen, «naar wat kon zelfs Maurice veranderen aan omstandigheden, waaraan niets te veranderen viel? Dwaze, kleine Dollie! Wat voelde zij zich ongelukkig, en in Grey tusschentijd, verwelkomde Mary HOOFDSTUK XXXVI. V a 1 s c h licht. Het was een heerlijke partij! Iedereen De toestand in China. Nadat de Engelsche mariniers' en ma- trózen uit Hankow teruggetrokken waren, om -eiken zweem van provocatie te voor komen en aan de Chineesche overheden gelegenheid te bieden hun belofte, om de orde te handhaven, na te komen, zou den de koelies de buitenlandsche con cessies binnengedrongen zijn en de barri cades afgebroken hebben. Do vlootstrijdkrachten vóór Hankow worden versterkt. Volgens berichten te Sjanghai ontvan gen zouden alle vrouwen en kinderen te Hankow order ontvangen hebben om zich in te schepen, om die haven te verlaten, doch de plaatselijke Engelsche overheid heeft het bericht nog niet bevestigd. W-egens den buitengewoon ernstigen toestand hebben de handelshuizen in de Engelsche concessie hun deuren voor on- bepaalden tijd gesloten. De mogelijkheid nnr—1>—>——in i mwnwmwinir»min»rtir>ii'iii t>i ntmi u - n 'maakte werk van Dollie; M'ss Maynard werd een geestig, origineel persoontje ge vonden. Voor eens Scheen het of de frissche schoonheid van Mabel Ducie in de schaduw werd gesteld en of de regel matige trekken van Miss Vendale niet de minste aantrekkelijkheid bezaten. Dol- lie's slank f.guurtje, haai' vroolijkheid, haar lachen trokken aller oogen tot zich; Jack Ducie zelf twijfelde aan zijn meer dere genegenheid- voor zijn n'chtje; de twee jonge officieren van Clanterton waren aan hare voeten; en waarlijk het meisje scheen de verpersoonlijking te zijn van gezondheid, jeugd en geluk. Wat was het toch een prettige wereld, dacht Dollie, en wat scheen iedereen vriendelijk. Zij vond de Ducies heel aar dig en Mr Jack was zeker een knappe jongen, hij zag er bijna zoo goed uit als arme Bertie, en van Bert'.e gesproken, (daar "kwgrn Mary over het grasveld aan in haar zwarte zomerjapon met eeni- ge zacht gele rozen in haar kanten doekje gestoken; en wie was die slanke donkere ;jonge man naast haar? Dollie kon zijn gelaat niet zien, want zij stonden stil en Mary stelde hem voor aan Miss Vendale; het volgend ©ogenblik gloeiden hare wangen en keerde zij haar partner bijna den rug toe. „Veertig love het lot is ons gunstig, Miss Maynard; wij zullen het winnen'riep 'kapitein Thompson vrooljjfc van ontruiming der concessie is niet uit- uitgesloten. De Engelsche kruisers Vindictive en Carlisle en de torpedojager Wishart zijn naar Hankow vertrokken. Sneeuwstormen en cyclonen. Uit Moskou wordt gemeld, dat zware sneeuwstormen en cyclonen in den Kau- kasus en het Zwarte Zeegebied hevige verwoestingen hebben aangericht. In Ba koe en Tiflis zijn vier personen om het leven gekomen, terwijl er meer dan fiO ernstig werden gewond. Er' worden 20 personen in beide steden vermist. Trei nen werden door den storm uit de rails geworpen en in het petroleumgebied Ba koe zijn niet minder dan 140 petroleium- boortorens door den storm omvergewor pen. Op de Zwarte Zee zijn verschillen de schepen vergaan. Een lawine kwam terecht op barakken, die werden bewoond door employé's van do goudmijnen in het gebied van Kha- kassky in de provincie Jenissei. Twee en twintig levens gingen verloren. De misstainden op de Belgische Schelde. De Belgische waterstaat spreekt het be richt tegen als zou do vaart bij nacht oip de Schelde voor schepen met 25 voet diepgang verboden zijn ten gevolge van liet zinken van liet stoomschip Andreas, bij het wrak van de Alps Maru. De Antwerpsche Neptune houdt dit be richt evenwel staande en betoogt dat het niet opgaat de tot dusver gevolgde struis vogelpolitiek voort te zetten. Van hot „Laatste Nieuws" is iemand ter plaatse geweest van de ramp, wat het Vlaamsche blad o.m. het volgende doet schrijven aan de hand van uitlatingen van een bevoegden zegsman: Er is getalmd met liet opruimen, zoo hoorden we* al is het een lastige zaak zulk oen wrak (dat van de Alps Maru) te verwijderen. Stel u een lichaam voor als een groot schip met ijzer ge laden. Dat .jieft ge niet met een paar koevoeten op. Er wordt heel gemakkelijk kritiek uitgeoefend. Zoo nabij de stad dient men voorzichtig te zijn in liet gebruik van dynamiet, trouwens ook met het oog op de oevers en dijken. Nu is de toestand natuurlijk nog erger. De „Andreas" zit te paard op de „Alps-Ma.ru", parallel met de vaargeul., die geheel vrij is gebleven. En de „Andreas" heeft ook volle lading waarbij ijzer. Er kon meer voortgewerkt worden, maar wees op uw hoede voor zekere voorstellen, die van tijd tot tijd de ronde doen. Lieden, die zich onmis baar achten en theoretisch de Schelde kennen, hunkeren naar postjesZe droonren van een grootere rol. Er is een fout: de splitsing van diensten zooals uw blad reeds opmerkte, 't Loodswezen staat voor de veiligheid der vaart op den stroom maar mag zich niet met hydrografie of met opruiming van wrakken bemoeien. Die opruiming hangt af van Bruggen en Wegen. Dit alles behoorde onder 't Loods wezen gebracht te worden. Is liet bij voorbeeld niet dwaas, dat 't Loodswezen inlichtingen moet vragen over peilingen, over het aanbrengen van bakens, enz. aan een %nderen dienst? Reeds lang wordt over die splitsing geklaagd, maar Brussel blijft doof. Men hoort dus, hoe noodig het is, dat deze belangrijke kwestie eens afdoende wordt opgelost; dat is van meer gewicht dan getwist over Schelderegiem in 'tijd van oorlog en Wielengengeklets." uit. „O, ik ben zoo warm, en de zon schijnt recht iri ons gez;cht," antwoordde Dollie. „Wat ziet het er onder die boomen koel en heerlijk uit." „Ik ben dadelijk ter uwer beschikking," antwoordde hij, terwijl liij de bal over het net wierp. „Zoo, wij hebben 'het ge wonnen! Laat ons nu een eindje omJoo- pen, om af te koelen." „Laar niet heen!" antwoordde Dollie smeekend; want Kapitein Thompson, over stelpt door zijn overwinning en door een 'groot gevoel van bewondering voor het witte persoontje naast, hem, leidde haar naar het groepje, dat zij juist wenschte te vermijden. Waarom bracht Mary hem zoo met haar in aanraking? Waarom had zij haar niet laten merken, dat hij verwacht werd,dan dat zij zich strijdvaardig kunnen maken. Arme Dollie bloosde van verlegenheid; ■maar zij had zich niet ongerust behoeven te maken. Grey kwam haar koel tegemoet; hij nam even zijn hoed af en gaf haar bedaard een hand. „Hoe vaart ge, Miss Maynard? Wat treft ge mooi weer voor deze partij l", en toen trad hij terug en liet haar met haat metgezel verder gaan. Toen Dollie een half uur 'later terug kwam, zag zij hem spelen met miss Ven dale. D>e ongelukkige Jack won nu; Grey deed niets dan verliezen. Influenza in Engeland. Ook Londen krijgt zijn deel in de influ- enzagolf, wblke van Japan tot West-Euro pa het Noordelijk halfrond teistert. Maar de epidemie is er nog niet zoo ernstig als op het vasteland. In de Londensehe City zijn de gevolgen der ziekte echter reeds ter dege merkbaar. De meeste kantoren werken met een in compleet personeel, tengevolge van vele zieken. In verscheidene gevallen is 25 proc. van het personeel ziek. De ziekte draagt echter geen kwaadaardig karakter; meest al zijn de aangetasten na twee of drie da gen weer beter. „Ga naar bed en zie af van feesten en bijeenkomsten!" luidt de raad der me dici. Een pendant van de Potemkin-film. Als een pendant van de film „Potem- kin", welke eenige maanden geleden te Berlijn werd afgedraaid, ondanks de pro testen veler nationalistische organisaties, wordt thans in verscheidene Berlijnsche bioscopen de patriotische film „Onze Em- den" vertoond. De film brengt op het doek de oorlogsavonturen en het einde van den Duitschen kruiser „Emden'. De rolprent omvat werkelijke foto's van liet tot zinken brengen van koopvaarders en het gevecht met de „Sydney" werd met medewerking der Duitsclie marine-autori teiten en verscheidene Duitsche oorlogs schepen, waaronder de huidige kruiser „Emden", opgenomen. Op deze film is uit gebeeld de nauwe kameraadschap tus schen alle rangen op de Duitsche vloot, in tegenstelling met de Potemkin-film, die in beeld bracht het mishandelen van Russi sche matrozen door hun officieren. De film gaf reeds aanleiding tot onbe- teekenende relletjes in verband met het hijschen van de zwart-wit-roode vlag op een der schepen in plaats van de republi- keinsche vlag, waarbij de muziek een oud monarchistisch lied speelt. De politie moest tusschenbeiden komen. Weer titels en lintjes in Duitschland? De „Voss. Ztg." vertelt, dat onder de door het Duitsche ministerie-Marx achter gelaten ontwerpen zich ook een ontwerp bevindt ter herziening van art. 109 van de grondwet, waarin o.a. wordt bepaald, dat orden en eereteekenen door den staat niet mogen worden verleend en dat titels slechts mogen worden verleend als zij een ambt of beroep aanduiden (academische graden zijn hierbij uitgezonderd). Het door het ministerie-Marx niet eens meer behandelde ontwerp heeft ten doel, deze bepalingen te laten vervallen, zoodat orden en titels weer verleend zouden kun nen worden. In een bijzondere wet zou dan moeten worden bepaald, welke onderschei dingen en titels door de republiek zouden worden ingesteld. De „Voss. Ztg." wijst er op, dat de stroo ming voor het wederinvoeren van titels en onderscheidingen in kracht toeneemt, wijl vele, ook oprechte, republikeinen van mee ning zijn dat de al-te strenge grondwetsbe paling de republiek van een krachtig werf- middel heeft beroofd. Maar de eigenlijke aanleiding' tot het ontwerp gaf, volgens het blad de Beiersche regeering, 'die tegen woordig een waren regen van titels laat neerdalenondanks de grondwet. Pro testen van de rijksregeering mochten niet baten. Maar het optreden van Beieren prikkelt andere Duitsche landen tot navolging en zoo is men er toe gekomen een wetsont- D'iana deed haar best de schade voor hem in te halen. Zij bewoog zich Bevallig over het veld. Kapitein Thompson bleel staan om er naar te kijken, maar Diollie sloop weg. Later zag Grey haar met Luitenant Parkington op een beschaduwd plekje zitten; zij zag er zeer verslagen uit. Toen liet tennissen gedaan was, begon men te dansen. Ondanks het gebrek aan heeren, had Dollie dansers genoeg; maaï zóówel tot haar eigen verbazing als die van Mary was Grey niet onder hen. Hij danste tweemaal met Miss Vendale en toen Mabel genoodzaakt was hem te be danken, ging hij naast Mary zitten en liet toe, dat Kapitein Thompson Dollie •voor zijn oogen meevoerde. Die zaak was, dat Grey diep gegriefd op Grome was gekomen. Mary, die er niets va.n wist, was een en al verbazing en voelde zich zeer teleurgesteld. Hij was verliefd op Dollie en toch bewees hij haar geenerlei oplettendheid; hij was druk bezig met Diiana, die er zeer lief en op gewekt uitzag en scheen in 't geheel niet op Dollie te letten. En Dollie van haar kant, flirte opvallend met die jonge officieren. Luitenant Parkington, düe erfgenaam was van een groot landgoed, scheen het zich een eer te rekenen haar te mogen waaien; en kapitein Khomp- son wilde met niemand anders dansen en dwarrelde opvallend om haar heen. Maar iedereen wist, dat Kapitein Thompson werp op te stellen, dat dan in elk geval heï recht tot het verleenen van titels en onder scheidingen voor het Rijk zou kunnen re serveeren. En zoo zal de nieuwe Duitsche regeering zich ook met deze belangrijke - titelquaestie hebben bezig te houden. Het leven is sterker dan de leer. In het begin van hun heerschappij wil den de holsjewiki geen rekening houden met de bestaande gewoonten van het volk en erkenden zij geen andere feestdagen dan die zij zelf hebben gedecreteerd. Het bleek echter, dat de bevolking zich niets van al die voorschriften heeft aangetrok ken en dat de oude Christelijke feestdagen toch werden gevierd. Om te doen voorko men alsof dit niet zonder medeweten van de autoriteiten geschiedt, heeft de regee ring bepaald, dat naast de revolutionnaire feestdagen (waartoe o.a. om onbegrijpe lijke redenen ook 1 Januari behoort) ook „rustdagen" bestaan, waarbij als dergelij ke rustdagen de bekende Russische feest dagen werden aangeduid. Kerstmis werd dit jaar op een zeer opmerkelijke wijze ge vierd. De bolsjewistische bladen doen als of zij zich niets van den feestdag aantrek ken, maar toch verscheen de „Izwestia" in een ongewonen vorm. Het blad bestaat alleen uit verhalen, gedichten en bijdragen over onderwerpen, die het blad gewoonlijk niet bespreekt. Het is een Kerstnummer, al vermijdt liet bolsjewistische staatsblad de ze benaming. Het Roode schrikbewind. Dinsdagavond zijn per stoomschip Bal- triger van Libau te Londen een 70-tal Russische boerenfamilies aangekomen op doorreis naar Canada. Zij zijn de voor- loopers van 13.000 andere families, die hen in de komende lente zullen volgen. Terwijl het schip de Theems opvoer, namen allen, mannen, vrouwen en kin deren, deel aan een godsdienstoefening, om God te danken voor hun verlossing van het bolschewistisch bewind en voor de bescherming, die zij onder de Britsche vlag genoten. Onder de emigranten was ook een mei een Russische vrouw gehuwde Engelsch- man ,door de Russische politie uitgezet omdat men hem voor een Britsch spion hield. De man vertelde, dat hij eigenlijk ma troos was, in welke hoedanigheid hij in 1921 zijn laatste reis naar Rusland maakte. Te Batoem werd hij ziek en naau het ziekenhuis aldaar overgebracht, waar hij met zijn verpleegster, een boerendoch ter, huwde. Twee jaar later werd hij door de Tsjeka de geheime Russische politie, gearres teerd, op grond van het feit, dat hij zonder verlof in het land vertoefde. Een be ambte deelde hem mee, dat hij naar eet' strafinrichting op een eiland in de Witte Zee zon worden gebracht, tenzij hij er in toestemde, in de centrale propaganda- organisatie te treden. De matroos aan vaardde het voorstel en kreeg tot taak aan Ruitenlandsche bezoekers de clubs fabrieken en gevangenissen te laten zien, en hun uit te leggen, dat het de gewone inrichtingen waren, zooals het sovjet-re giem ze overal te aanschouwen gaf. Daar was niets van waar; de inrich tingen waar de voormalige matroos de buitenlandsche gasten henenleidde, naar hij verklaart, waren expresselijk voor dat bezoek klaar gemaakt. De speciale taak van den man was, zeelui, voornamelijk van de Engelsche, Fransche, Amerikaansche en Duitsche iedere drie maanden iemand anders het hof maakte. De waarheid was, dat Grey zeer misnoegd en ontstemd was over het gedrag van Dollie. Hij had verscheidene bezoeken afgelegd te Abercrombie Road. Bij de eerste gelegenheid' was Diodlie ver legen geweest, maar had hem niet terug- gestooten, de tweede maal was haar hou ding veranderd en hield zij' zich meer op een afstand; maar op zijn volgende bezoeken had hij haar niet begrepen. Zij was zoo trotsch geweest, dat hij het als een beleediging had gerekend. Daarna had hij nog een bezoek pogen te brengen, maar toen had men hem gezegd, dat zij op een badplaats waren. Zij hadden geen boodschap, zelfs geen adres voor hem achtergelaten, en toch waren zij aan zijn wekelijksche bezoeken gewend; en Grey voelde zich diep ge griefd. Voor de eerste maal was hij boos op het meisje; zij speelde met hem, of anders kon hij haar liefde zeker niet winnen. In zooverre het haar moeder betrof had hij goede vorderingen gemaakt. Mrs Maynard hield reeds veel van hem; maar Diollie had doove ooren gehad voor al haar lofredenen. (Wordt vervolgd.) f

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1927 | | pagina 1