Mo 8»
Donderdag 6 Januari llrtf
41e Jaargang
F EO 1 Llï'TO
MIRV ST JOHN
Buitenland.
Directeur-Hoofdredacteur:
R. ZUIDEMA.
Bureau: Lange Vorststraat 70, Goes
fel.: Redactie en Administratie no. 11
Postrekening No. 44455.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.
Losse nummersf 0.05
Prijs der Advertentiên:
14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
Hef Belgisch Verdrag.
}n eene op 3 Juni 1925 te 's-Graven-
jiage gehouden vergadering van de Ver-
eeniging voor Volkenbond en Vrede, werd
door' Mr V. H. Rutgers een rede gehou
den over „Hgj Belgisch verdrag en de
beginselen van den Volkenbond" een rede,
die in extenso in „Antirevolutionaire
Staatkunde" werd afgedrukt.
Jn deze rede werden niet alle bijzonder
heden van den rijken inhoud van liet Ver
drag i" oogensclrouw genomen, maar werd
alleen op de groote lijnen de aandacht
gevestigd en gepoogd de aLgemeene strek
king en de politieke beteekenis van liet
gc-wichtige staatsstuk boter te doen ver
staan.
En daarbij bleek, dat de bij uitstek tot
oordeelen bevoegde redenaar niet behoor
de tol die leden der Tweede Kamer, die
blijkens het Voorl. Verslag door den in
houd van het tractaat zeer teleurgesteld
ivaren, maar tot die leden, die met groote
dankbaarheid het uitspraken, dat door de
bereikte overeenstemming, de voorwaar
den zijn geschapen voor oen duurzame
ontwikkeling van vredelievende verhou
dingen en die de verwachting koesterden,
dat deze oplossing bevorderlijk zal zijn
aan een gezindheid van wederkeeriigo
vriendschap bij beide volken, die in zoo
velerlei opzicht op elkaar zijn aange
wezen.
Nadat eerst de politieke zijde van het
verdrag was behandeld, kwam Mr Rutgers
tot het Scheldevraagstuk, waaromtrent hij
verklaarde, dat het Verdrag een oplossing
geeft, die misschien niet volmaakt is
het. volmaakte is slechts zelden bereik
baar maar die geïnspireerd is door het
wederzijdsch verlangen om met handha
ving van eigen rechten, ook de rechten
en belangen van den buurman te ont
zien.
„Zoo is, aldus do spr, de nieuwe Schel-
deregeling een voorbeeld ervan, hoe in
gemeen overleg en met nauwgezet on
derzoek van feiten, toestanden en ver
houdingen aan de bevordering van een
rechtmatige en vreedzame ontwikkeling
van internationale verhoudingen kan wor
den gewerkt; zoo is de regeling een voor
beeld ervan, hoe moeilijke vragen in den
geest van den Volkenbond kunnen wor
den aangevat en tot oplossing gebracht."
Tenslotte werd nog aan de kanalen-
lnvestie aandacht geschonken, waarna Mr
Rutgers tot de conclusie kwam, dat het
Verdrag, hetwelk geen uitputtende rege
ling bevat, en dat de onderteekening draagt
van den Voorzitter der Eerste Vergadering
van den Volkenbond en van den voor
zitter der Tweede Vergadering van den
Volkenbond, een geest 'ademt van we
derzijdsch vertrouwen, dat het niet is een
overeenkomst, die tusschen twee. tegen
standers gesloten wordt om van elkander
af te zijn, maar dat het is de grondslag
voor een blijvende, vruchtbare samenwer
king, gelijk goede Volkenbondsleden past.
Waarom wij hierop de aandacht ves
tigen?
Omdat wij ons niet herinneren, dat deze
rode, die in „Antirevolutionaire Staat
kunde" gepubliceerd werd, toen de heer
Rutgers reeds als Minister was opgetreden
en dus een zeer invloedrijke positie had
verkregen, tot scherpe bestrijding aanlei
ding gaf. Naar achteraf is gebleken moe
ten velen het met deze beschouwing niet
eens zijn geweest, moet men zelfs ge
voeld hebben, dat. hier de principieel©
lijn verlaten werd, maar het is ons niet
hekend, dat daaraan in pikante artikelen
122.)
Uit het Engelsch.
uiting werd gegeven of dat hierover de
groote trom werd geroerd.
Hoe dat te verklaren?
Kan het ook zijn, dat toen meer liet
verstand en later meer het gevoel
de leiding had?
Wij vragen slechts.
In elk geval blijft het merkwaardig, dat
niemand van de later soms heftige be
strijders van het Verdrag, hot noodig oor
deelde tegen dit betoog de waarschuwen
de stem te verheffen en dat Prof. Visscher
die hier een niet-antirevolutionaire staat
kunde gespeurd moet hebben, geen enkele
poging deed om zijne politieke vrienden
tot andere en betere gedachten te brengen.
Langzaam herstel.
In de hieuwjaarsredevoeringen van
meerdere voorzitters van Kamers van
Koophandel, viel een optimistische toon
te beluisteren.
De heer Krelage te Haarlem sprak van
een lichte verbetering die in Nederland op
economisch terrein valt waar te nemen
en zijn Amsterdamsche collega, de heer
Heldring, liet zich in denzelfden geest uit.
Na gewezen te hebben op de vermin
derde uitvoer van tijinbouwgewassen naar
Duitschland, het invoerverbod van versch
vleesch in Engeland en de lage prijzen
waarmee het zuivelbedrijf heeft te kampen,
waartegenover staat een weer opleven
van enkele takken van nijverheid, ver
volgde hij:
- „Alles tezamen genomen, heeft men den
indruk, dat de stijgende lijn van vorige
jaren, onder den invloed van bijzondere
omstandigheden in het afgeloopen jaar
horizontaal heeft geloopen, doch dat zij
behoudens onvoorziene nieuwe hinder
palen, haar zwak opgaande richting zal
hervatten, naarmate de internationale om
zetten "'toenemen en onze voornaamste
kooper, Duitschland, aan koopkracht wint.
Groot optimisme kan men echter niet
voeden, zoolang het protectionisme van
andere staten hoogtij blijft vieren".
De spreker had er aan toe kunnen
voegen: en zoolang Nederland onder den
invloed van het vrijhandelsdogma met den
eenzijdigen vrijen invoer blijft dwepen.
Intusschen blijft het een verblijdend ver
schijnsel, dat van een langzaam herstel
van den eoonomischen toestand kan wor
den gewaagd.
„Gij maakt, dat er een lawine op mij
neerstort," antwoordde Mary op half mis-
noemden toon. „Gij kent Maurice niet,
nu gij hem- dat in het hoofd gehaald
hebt, zal hij mij geen rust laten; wat zijt
ge toch een onruststooksterMaar on
danks haar scherts zag Dollie dat Mary
Verstoord was. „Weet ge wel, dat ge een
half uur te laat zijt? Neem liaar mee,
Maurice, terwijl ik me van al die stof rei
nig."
„Gij hebt gelijk, zij ziet er lang niet zoo
vroolijk uit als vroeger," merkte Maurice
peinzend op, terwijl zij hun wandeling on
dernamen.
Dollie zweeg; zij was geschrikt door
de uitwerking harer eigen woorden. Zij
had de hulp van Maurice ingeroepen,
«naar wat kon zelfs Maurice veranderen
aan omstandigheden, waaraan niets te
veranderen viel? Dwaze, kleine Dollie!
Wat voelde zij zich ongelukkig, en in
Grey tusschentijd, verwelkomde Mary
HOOFDSTUK XXXVI.
V a 1 s c h licht.
Het was een heerlijke partij! Iedereen
De toestand in China.
Nadat de Engelsche mariniers' en ma-
trózen uit Hankow teruggetrokken waren,
om -eiken zweem van provocatie te voor
komen en aan de Chineesche overheden
gelegenheid te bieden hun belofte, om
de orde te handhaven, na te komen, zou
den de koelies de buitenlandsche con
cessies binnengedrongen zijn en de barri
cades afgebroken hebben.
Do vlootstrijdkrachten vóór Hankow
worden versterkt.
Volgens berichten te Sjanghai ontvan
gen zouden alle vrouwen en kinderen te
Hankow order ontvangen hebben om zich
in te schepen, om die haven te verlaten,
doch de plaatselijke Engelsche overheid
heeft het bericht nog niet bevestigd.
W-egens den buitengewoon ernstigen
toestand hebben de handelshuizen in de
Engelsche concessie hun deuren voor on-
bepaalden tijd gesloten. De mogelijkheid
nnr—1>—>——in i mwnwmwinir»min»rtir>ii'iii t>i ntmi u - n
'maakte werk van Dollie; M'ss Maynard
werd een geestig, origineel persoontje ge
vonden. Voor eens Scheen het of de
frissche schoonheid van Mabel Ducie in
de schaduw werd gesteld en of de regel
matige trekken van Miss Vendale niet
de minste aantrekkelijkheid bezaten. Dol-
lie's slank f.guurtje, haai' vroolijkheid,
haar lachen trokken aller oogen tot zich;
Jack Ducie zelf twijfelde aan zijn meer
dere genegenheid- voor zijn n'chtje; de
twee jonge officieren van Clanterton waren
aan hare voeten; en waarlijk het meisje
scheen de verpersoonlijking te zijn van
gezondheid, jeugd en geluk.
Wat was het toch een prettige wereld,
dacht Dollie, en wat scheen iedereen
vriendelijk. Zij vond de Ducies heel aar
dig en Mr Jack was zeker een knappe
jongen, hij zag er bijna zoo goed uit als
arme Bertie, en van Bert'.e gesproken,
(daar "kwgrn Mary over het grasveld
aan in haar zwarte zomerjapon met eeni-
ge zacht gele rozen in haar kanten doekje
gestoken; en wie was die slanke donkere
;jonge man naast haar?
Dollie kon zijn gelaat niet zien, want zij
stonden stil en Mary stelde hem voor
aan Miss Vendale; het volgend ©ogenblik
gloeiden hare wangen en keerde zij haar
partner bijna den rug toe.
„Veertig love het lot is ons
gunstig, Miss Maynard; wij zullen het
winnen'riep 'kapitein Thompson vrooljjfc
van ontruiming der concessie is niet uit-
uitgesloten.
De Engelsche kruisers Vindictive en
Carlisle en de torpedojager Wishart zijn
naar Hankow vertrokken.
Sneeuwstormen en cyclonen.
Uit Moskou wordt gemeld, dat zware
sneeuwstormen en cyclonen in den Kau-
kasus en het Zwarte Zeegebied hevige
verwoestingen hebben aangericht. In Ba
koe en Tiflis zijn vier personen om het
leven gekomen, terwijl er meer dan fiO
ernstig werden gewond. Er' worden 20
personen in beide steden vermist. Trei
nen werden door den storm uit de rails
geworpen en in het petroleumgebied Ba
koe zijn niet minder dan 140 petroleium-
boortorens door den storm omvergewor
pen. Op de Zwarte Zee zijn verschillen
de schepen vergaan.
Een lawine kwam terecht op barakken,
die werden bewoond door employé's van
do goudmijnen in het gebied van Kha-
kassky in de provincie Jenissei. Twee en
twintig levens gingen verloren.
De misstainden op de Belgische Schelde.
De Belgische waterstaat spreekt het be
richt tegen als zou do vaart bij nacht oip
de Schelde voor schepen met 25 voet
diepgang verboden zijn ten gevolge van
liet zinken van liet stoomschip Andreas,
bij het wrak van de Alps Maru.
De Antwerpsche Neptune houdt dit be
richt evenwel staande en betoogt dat het
niet opgaat de tot dusver gevolgde struis
vogelpolitiek voort te zetten.
Van hot „Laatste Nieuws" is iemand
ter plaatse geweest van de ramp, wat het
Vlaamsche blad o.m. het volgende doet
schrijven aan de hand van uitlatingen
van een bevoegden zegsman:
Er is getalmd met liet opruimen,
zoo hoorden we* al is het een lastige
zaak zulk oen wrak (dat van de Alps
Maru) te verwijderen. Stel u een lichaam
voor als een groot schip met ijzer ge
laden. Dat .jieft ge niet met een paar
koevoeten op. Er wordt heel gemakkelijk
kritiek uitgeoefend. Zoo nabij de stad dient
men voorzichtig te zijn in liet gebruik
van dynamiet, trouwens ook met het oog
op de oevers en dijken. Nu is de toestand
natuurlijk nog erger. De „Andreas" zit
te paard op de „Alps-Ma.ru", parallel met
de vaargeul., die geheel vrij is gebleven.
En de „Andreas" heeft ook volle lading
waarbij ijzer. Er kon meer voortgewerkt
worden, maar wees op uw hoede voor
zekere voorstellen, die van tijd tot tijd
de ronde doen. Lieden, die zich onmis
baar achten en theoretisch de Schelde
kennen, hunkeren naar postjesZe
droonren van een grootere rol. Er is een
fout: de splitsing van diensten zooals uw
blad reeds opmerkte, 't Loodswezen staat
voor de veiligheid der vaart op den stroom
maar mag zich niet met hydrografie of
met opruiming van wrakken bemoeien.
Die opruiming hangt af van Bruggen en
Wegen. Dit alles behoorde onder 't Loods
wezen gebracht te worden. Is liet bij
voorbeeld niet dwaas, dat 't Loodswezen
inlichtingen moet vragen over peilingen,
over het aanbrengen van bakens, enz. aan
een %nderen dienst?
Reeds lang wordt over die splitsing
geklaagd, maar Brussel blijft doof.
Men hoort dus, hoe noodig het is, dat
deze belangrijke kwestie eens afdoende
wordt opgelost; dat is van meer gewicht
dan getwist over Schelderegiem in 'tijd
van oorlog en Wielengengeklets."
uit.
„O, ik ben zoo warm, en de zon
schijnt recht iri ons gez;cht," antwoordde
Dollie. „Wat ziet het er onder die boomen
koel en heerlijk uit."
„Ik ben dadelijk ter uwer beschikking,"
antwoordde hij, terwijl liij de bal over
het net wierp. „Zoo, wij hebben 'het ge
wonnen! Laat ons nu een eindje omJoo-
pen, om af te koelen."
„Laar niet heen!" antwoordde Dollie
smeekend; want Kapitein Thompson, over
stelpt door zijn overwinning en door een
'groot gevoel van bewondering voor het
witte persoontje naast, hem, leidde haar
naar het groepje, dat zij juist wenschte
te vermijden.
Waarom bracht Mary hem zoo met haar
in aanraking? Waarom had zij haar niet
laten merken, dat hij verwacht werd,dan
dat zij zich strijdvaardig kunnen maken.
Arme Dollie bloosde van verlegenheid;
■maar zij had zich niet ongerust behoeven
te maken. Grey kwam haar koel tegemoet;
hij nam even zijn hoed af en gaf haar
bedaard een hand.
„Hoe vaart ge, Miss Maynard? Wat
treft ge mooi weer voor deze partij l", en
toen trad hij terug en liet haar met haat
metgezel verder gaan.
Toen Dollie een half uur 'later terug
kwam, zag zij hem spelen met miss Ven
dale. D>e ongelukkige Jack won nu; Grey
deed niets dan verliezen.
Influenza in Engeland.
Ook Londen krijgt zijn deel in de influ-
enzagolf, wblke van Japan tot West-Euro
pa het Noordelijk halfrond teistert. Maar
de epidemie is er nog niet zoo ernstig als
op het vasteland.
In de Londensehe City zijn de gevolgen
der ziekte echter reeds ter dege merkbaar.
De meeste kantoren werken met een in
compleet personeel, tengevolge van vele
zieken. In verscheidene gevallen is 25 proc.
van het personeel ziek. De ziekte draagt
echter geen kwaadaardig karakter; meest
al zijn de aangetasten na twee of drie da
gen weer beter.
„Ga naar bed en zie af van feesten en
bijeenkomsten!" luidt de raad der me
dici.
Een pendant van de Potemkin-film.
Als een pendant van de film „Potem-
kin", welke eenige maanden geleden te
Berlijn werd afgedraaid, ondanks de pro
testen veler nationalistische organisaties,
wordt thans in verscheidene Berlijnsche
bioscopen de patriotische film „Onze Em-
den" vertoond. De film brengt op het doek
de oorlogsavonturen en het einde van den
Duitschen kruiser „Emden'.
De rolprent omvat werkelijke foto's van
liet tot zinken brengen van koopvaarders
en het gevecht met de „Sydney" werd met
medewerking der Duitsclie marine-autori
teiten en verscheidene Duitsche oorlogs
schepen, waaronder de huidige kruiser
„Emden", opgenomen. Op deze film is uit
gebeeld de nauwe kameraadschap tus
schen alle rangen op de Duitsche vloot, in
tegenstelling met de Potemkin-film, die in
beeld bracht het mishandelen van Russi
sche matrozen door hun officieren.
De film gaf reeds aanleiding tot onbe-
teekenende relletjes in verband met het
hijschen van de zwart-wit-roode vlag op
een der schepen in plaats van de republi-
keinsche vlag, waarbij de muziek een oud
monarchistisch lied speelt. De politie
moest tusschenbeiden komen.
Weer titels en lintjes in Duitschland?
De „Voss. Ztg." vertelt, dat onder de
door het Duitsche ministerie-Marx achter
gelaten ontwerpen zich ook een ontwerp
bevindt ter herziening van art. 109 van de
grondwet, waarin o.a. wordt bepaald, dat
orden en eereteekenen door den staat niet
mogen worden verleend en dat titels
slechts mogen worden verleend als zij een
ambt of beroep aanduiden (academische
graden zijn hierbij uitgezonderd).
Het door het ministerie-Marx niet eens
meer behandelde ontwerp heeft ten doel,
deze bepalingen te laten vervallen, zoodat
orden en titels weer verleend zouden kun
nen worden. In een bijzondere wet zou dan
moeten worden bepaald, welke onderschei
dingen en titels door de republiek zouden
worden ingesteld.
De „Voss. Ztg." wijst er op, dat de stroo
ming voor het wederinvoeren van titels en
onderscheidingen in kracht toeneemt, wijl
vele, ook oprechte, republikeinen van mee
ning zijn dat de al-te strenge grondwetsbe
paling de republiek van een krachtig werf-
middel heeft beroofd. Maar de eigenlijke
aanleiding' tot het ontwerp gaf, volgens het
blad de Beiersche regeering, 'die tegen
woordig een waren regen van titels laat
neerdalenondanks de grondwet. Pro
testen van de rijksregeering mochten niet
baten.
Maar het optreden van Beieren prikkelt
andere Duitsche landen tot navolging en
zoo is men er toe gekomen een wetsont-
D'iana deed haar best de schade voor
hem in te halen. Zij bewoog zich Bevallig
over het veld. Kapitein Thompson bleel
staan om er naar te kijken, maar Diollie
sloop weg. Later zag Grey haar met
Luitenant Parkington op een beschaduwd
plekje zitten; zij zag er zeer verslagen uit.
Toen liet tennissen gedaan was, begon
men te dansen. Ondanks het gebrek aan
heeren, had Dollie dansers genoeg; maaï
zóówel tot haar eigen verbazing als die
van Mary was Grey niet onder hen. Hij
danste tweemaal met Miss Vendale en
toen Mabel genoodzaakt was hem te be
danken, ging hij naast Mary zitten en
liet toe, dat Kapitein Thompson Dollie
•voor zijn oogen meevoerde.
Die zaak was, dat Grey diep gegriefd
op Grome was gekomen. Mary, die er
niets va.n wist, was een en al verbazing
en voelde zich zeer teleurgesteld. Hij was
verliefd op Dollie en toch bewees hij
haar geenerlei oplettendheid; hij was druk
bezig met Diiana, die er zeer lief en op
gewekt uitzag en scheen in 't geheel
niet op Dollie te letten. En Dollie van
haar kant, flirte opvallend met die jonge
officieren. Luitenant Parkington, düe
erfgenaam was van een groot landgoed,
scheen het zich een eer te rekenen haar
te mogen waaien; en kapitein Khomp-
son wilde met niemand anders dansen en
dwarrelde opvallend om haar heen. Maar
iedereen wist, dat Kapitein Thompson
werp op te stellen, dat dan in elk geval heï
recht tot het verleenen van titels en onder
scheidingen voor het Rijk zou kunnen re
serveeren. En zoo zal de nieuwe Duitsche
regeering zich ook met deze belangrijke -
titelquaestie hebben bezig te houden.
Het leven is sterker dan de leer.
In het begin van hun heerschappij wil
den de holsjewiki geen rekening houden
met de bestaande gewoonten van het volk
en erkenden zij geen andere feestdagen
dan die zij zelf hebben gedecreteerd. Het
bleek echter, dat de bevolking zich niets
van al die voorschriften heeft aangetrok
ken en dat de oude Christelijke feestdagen
toch werden gevierd. Om te doen voorko
men alsof dit niet zonder medeweten van
de autoriteiten geschiedt, heeft de regee
ring bepaald, dat naast de revolutionnaire
feestdagen (waartoe o.a. om onbegrijpe
lijke redenen ook 1 Januari behoort) ook
„rustdagen" bestaan, waarbij als dergelij
ke rustdagen de bekende Russische feest
dagen werden aangeduid. Kerstmis werd
dit jaar op een zeer opmerkelijke wijze ge
vierd. De bolsjewistische bladen doen als
of zij zich niets van den feestdag aantrek
ken, maar toch verscheen de „Izwestia"
in een ongewonen vorm. Het blad bestaat
alleen uit verhalen, gedichten en bijdragen
over onderwerpen, die het blad gewoonlijk
niet bespreekt. Het is een Kerstnummer, al
vermijdt liet bolsjewistische staatsblad de
ze benaming.
Het Roode schrikbewind.
Dinsdagavond zijn per stoomschip Bal-
triger van Libau te Londen een 70-tal
Russische boerenfamilies aangekomen op
doorreis naar Canada. Zij zijn de voor-
loopers van 13.000 andere families, die
hen in de komende lente zullen volgen.
Terwijl het schip de Theems opvoer,
namen allen, mannen, vrouwen en kin
deren, deel aan een godsdienstoefening,
om God te danken voor hun verlossing
van het bolschewistisch bewind en voor
de bescherming, die zij onder de Britsche
vlag genoten.
Onder de emigranten was ook een mei
een Russische vrouw gehuwde Engelsch-
man ,door de Russische politie uitgezet
omdat men hem voor een Britsch spion
hield.
De man vertelde, dat hij eigenlijk ma
troos was, in welke hoedanigheid hij in
1921 zijn laatste reis naar Rusland
maakte. Te Batoem werd hij ziek en naau
het ziekenhuis aldaar overgebracht, waar
hij met zijn verpleegster, een boerendoch
ter, huwde.
Twee jaar later werd hij door de Tsjeka
de geheime Russische politie, gearres
teerd, op grond van het feit, dat hij zonder
verlof in het land vertoefde. Een be
ambte deelde hem mee, dat hij naar eet'
strafinrichting op een eiland in de Witte
Zee zon worden gebracht, tenzij hij er
in toestemde, in de centrale propaganda-
organisatie te treden. De matroos aan
vaardde het voorstel en kreeg tot taak
aan Ruitenlandsche bezoekers de clubs
fabrieken en gevangenissen te laten zien,
en hun uit te leggen, dat het de gewone
inrichtingen waren, zooals het sovjet-re
giem ze overal te aanschouwen gaf.
Daar was niets van waar; de inrich
tingen waar de voormalige matroos de
buitenlandsche gasten henenleidde, naar
hij verklaart, waren expresselijk voor dat
bezoek klaar gemaakt.
De speciale taak van den man was,
zeelui, voornamelijk van de Engelsche,
Fransche, Amerikaansche en Duitsche
iedere drie maanden iemand anders het
hof maakte. De waarheid was, dat Grey
zeer misnoegd en ontstemd was over het
gedrag van Dollie. Hij had verscheidene
bezoeken afgelegd te Abercrombie Road.
Bij de eerste gelegenheid' was Diodlie ver
legen geweest, maar had hem niet terug-
gestooten, de tweede maal was haar hou
ding veranderd en hield zij' zich meer
op een afstand; maar op zijn volgende
bezoeken had hij haar niet begrepen. Zij
was zoo trotsch geweest, dat hij het als
een beleediging had gerekend.
Daarna had hij nog een bezoek pogen
te brengen, maar toen had men hem
gezegd, dat zij op een badplaats waren.
Zij hadden geen boodschap, zelfs geen
adres voor hem achtergelaten, en toch
waren zij aan zijn wekelijksche bezoeken
gewend; en Grey voelde zich diep ge
griefd. Voor de eerste maal was hij boos
op het meisje; zij speelde met hem, of
anders kon hij haar liefde zeker niet
winnen. In zooverre het haar moeder
betrof had hij goede vorderingen gemaakt.
Mrs Maynard hield reeds veel van hem;
maar Diollie had doove ooren gehad voor
al haar lofredenen.
(Wordt vervolgd.) f