teek voorviel.
Koor tie Jeugd.
Wetenschap en lunst
)uitschland het k a-
Met verwacht alge-
worden den bekwa-
mann te behouden,
en president zullen
ntie houden. In Ja-
aan probeeren een
lkaar te timmeren,
dezer dagen op ta-
staatsgreep plaats,
het leger gaf de vo-
gelegenheid aan al-
ementen om zich te
i de ware opvatting
mist, is het niet te
een regeering door
lutionairen want
der zaak wordt
ïgo-Slavië en
mre spanning te be-
voor den vrede op
;lig kan werken. De
ongewensohte ver-
ankrijk en Spanje
wat niet wil zeg-
twee alles botertje
in de berichten over
tugal, felle kou in
pa en sneeuwval in
van het buitenland
ms eigen land.
m e r vergadert de
irgens, 's middags,
ts, om maar vóór
legrootingsrijstebrij-
Ook de Eerste
komen en heeft de
ingverlaging onder
sgenstand daartegen
delijk gedacht werd.
obber voor minister
ntwerpen er door te
de Eerste Kamer
ie regeering dan de
- zij het dan ver
nemen van de rap-
n van Zeeland over
e. De Tweede mocht
3 van Steenwijk be-
eer!
as het druk met d e
De Staten van Zee-
larszitting. Tal van
m blijkbaar vóór
gaderen. De zitting
remeenteraad was
het debat over de
oolbesturen. De wa-
ordt ter linkerzijde
den!
ad sedert enkele we-
-kwestie. Eerst
ddelburgschen, toen
den Vlissingschen,
e bespreking in den
'keuring van 's Bur
den Neuzenschen
ijkt, dat vooral van
;ewoon veel prijs op
it. Dat teekent!
bruggelden
zijn dan de pontgel-
brug over de Een-
jn. De tarieven zul
iden. Van verschil-
mmerking gemaakt
drag ,dat arbeiders
c zullen moeten uit-
n. Maar om geen
steken, zag men
loge de brug er nu
ES DOODS.
id van Goes wees
r op, dat nog meer
mkln film op komst
van dat beruchte
doods",
mdt?
iens de Russische
ilnist op een oor-
trouw zijn plicht
net politiek. De be-
Moeder Jan naar
heerlijk te slapen-
gebed.
loeder, mag ik nog
Joeder, „als je wat
Heere Jezus, moet
oeder hem zachtjes
s, wil mijn zonden
ere Jezus, dat ik D
Gij hebt zooveel ge-
1.
waren weggedreven-
aam enkele sterren
hemel,
ien nacht, zoo lang
ders de wacht.
;el met die heerlijke
gelen.
Jezus in een stal, 111
ij weer denken aan
Heiland voor u en
voor m ij1-
M. DE BORST.
manning waaronder zijn zoon Nikolaas, is
'L do revolutie en spant samen tegen
Je officieren. De revolutionairen stelen
bii elke gelegenheid rnun tie, om the aan
hun vrienden te verschaffen d e zich m
vuurtoren hebben verschanst. Niko
lais neemt een werkzaam aandeel in deze
diefstallen en wordt op heeterdaad be
door een officier neer te schieten, krijgt
hh gelegenheid te ontvluchten en voegt
zich bij de bezett'ng van den vuurtoren.
Een spion der w.tton wordt als stoker
op het oorlogsschip geplaatst, om de- be-
manning gade* te sla.in. D»gz0 s-p on heeft
het op Iwan gemunt, vanwege diens ge
strengheid in den dienst en om hem
in het ongeluk te storten, werpt de spion
een manometer in zee, tengevolge waar
van iwan van sibofigo wordt beschuldigd.
De witten" gewaarschuwd, dat een
revolutie wordt voorbere d, overmeesteren
de roede bemanning-.dooien een gedeelte
ervan en nemen de anderen ,dio niet
meer konden ontvluchten, gevangen.
Vele gevangenen worden op de gruwe
lijkste wijzo eiken dag gefolterd om hen to
dwingen hunne kameraden te verraden.
Eiken dag ook wordt oen gedeelte hunner
op beestachtige wijze vermoord.
Om den opstand te dempen, maakt het
oorlogsschip zich gereed den vuurtoren
aan te vallen. Het detachement, dat
den aanval moet ondernemen, slaagt
hierm niet en moet vluchten. In de
grootste wanorde moet het zich weer
inschepen.
Iwan, die gedwongen is, zijn plaats,
als machinist wear in te nemen., la,at
hot schip in de lucht vliegen, om een
eind te maken aan de wraakoefeningen
der „witten". Hij tracht nog vóór de ca
tastrophe ten meisje de vriendin van
zijn zoon te redden, doch sterft door
oen kogel getroffen, juist wanneer hij
de kust heeft bereikt.
De gruwelscènes nemen in deze film
«n belangrijke plaats in, terwijl de hande
lingen der rebelleerende bemanning het
stelen en uitleveren van mun tie, de actie
der opstandelingen op den vuurtoren en
ten slotte „de vonk in het kruit" aan
boord van het oorlogsschip, een geweldi
gen indruk moeten maken op een volks
massa, die, zooals in ons land, reeds
maanden en maanden achtereen door re
volutionaire en anti-m'ilitairistische pro
paganda is vcrg'ftigd.
Nog geweldiger dan in „Potemkin", nog
wroeder, nog feller worden de tegenstel
lingen aan boord van het oorlogsschip
geschetst.
Evenals bij „Potemkin" vergeet de toe
schouwer geheel, dat de film" is geensce-
neerd, dat het hier „spel" betreft.
Men ziet het: de bedoelmg is weer
dezelfde: opstoken tegen het wettig gezag.
Het beste is weer: verbod.
buigt onder den last van eigen zonde en
ellende, en ernst maakt met de tollenaars
klacht: „O God, wees mij zondaar genadig".
Een troosthuis, waar het neergebogen
hart opengaat voor de beloften van het Evan
gelie der genade, de beloften van een rijken
Christus voor arme zondaren.
Een dankhuis, waar de gemeente des Heeren
kan jubelen en juichen op eiken Zondag,
en op eiken feestdag over hulp en heil, haar
aangebracht.
Beste Jongens en Meisjes,
Bijna allemaal schreven jullie me over
de vacanlie. en over den prettigen tijd,
die nu komt, vooral ook om het Kerst
feest. Eigenaardig was het zooveel als
er schreven: „Ik hoop maar, dat er veel
sneeuw komt, want dan is 't nog eens
echt Kerstfeest!"
Maar dit weten we toch allen wel,
dat het Kerstfeest niet echt wordt, dooi
de sneeuw of de hoekjes die we krijgen
maar dat juist het Kerstfeest het feest
is, wat onder alle omstandigheden, met
zooveel blijdschap gevierd kan worden.
Want al zal 'tdan misschien donker en
onprettig weer zijn, zoo zelfs, dat de
donkere dagen blijven, dan juist door die
donkere dagen zouden we te meer den
ken aan en zal des te helderder schij
nen, het Licht der lichten, opgegaan te
midden van 's werelds duistere wolken.
Het licht dat uitstraalt van de Kribbe
te Bethlehem, ook in onze harten, ook
in ons leven en ook over onze Kerstfeest
viering.
In dien stillen, heiligen nacht, werd
geboren Jezüs Christus, Gods Zoon. Hij
kwam uit de Hemelsche Heerlijkheid ne
dergedaald op deze donkere aarde, om
zalig te maken niet alleen de groote mea-
schen, maar ook de kinderen, die in Hem
gelooven en ook die kinderen le geven
het eeuwige leven.
En nu de prijzen; omdat er zooveel
goede oplossingen waren, heb ik er nog
vijf troostprijzen bij gedaan. Wie soms
't boekje al heeft, moet het maar even
schrijven, dan kan ik misschien nog een
ander sturen,
Ten slotte wensch ik jullie allemaal
een echt prettige Kerstvacantie.
De prijzen zijn als volgt:
Kamperland, „Socius „Het leven van j je mag jj,est mieedoen. „Mulderinnetje
heb ik wel eens gelezen. Bedankt vooi
de raadseltjes.
Kou de kerke. A. H. Dat zal je moe
der wel preSig gevonden hebben. Hoe
vind je voor jou de naam „Schild
knaap"? „Snuffelgraag". Kom je bij
mij ookeens een keer spelen? Heb jc
lang les gehad, of heb je misschien no[>
les? C. H. Zooals je ziet, heb ik je
raadsel geplaatst, ik kon het nu mooi.
gebruiken.
Kamperland. „Socius". 't Is een fijn
'boek zeg. Je hebt ©r zeker wel je best
voor gedaan. Dat zou leuk zijn, als je
zusje ook nog eens miee ging doen.
„Zeeuw". Je raadsel hoop ik gauw eens
te plaatsen. Je Ipeht er zeker wel veel
werk aan gehad. „Duinhelm". Ik vind
het best, dat je de andere ook oplost.
Misschien kan je er zelf ook wel eens
een maken. „Boerinnetje". Je hebi
gelijk, om het maar eens te probeeren,
je hebt het er goed afgebracht.
Ierseke. „Dotterbloem". Eerst dacht
ik, dat. je me vergeten had, maar zoo is
het ook goed, hoor. „Fluweeltje". Ik
heb maar twee Zondagen. Zonder sneeuw
kan bet toch ook wel echt Kerstmis
zijn, vind je ook niet? .„Brandneusje".
Deze keer had je zoo weinig geschreven,
dat ik ook niet veel weet. Een volgende
keer misschien wel wat meer, hé?
„Mossel". Ieder op zijn beurt, dat is toch
wel het beste, je zal er dus wel tevreden
mee zijn.
Kloeting e. „Vergeet mij nietje". TIs
bij jou al dus precies, als hij zooveel ande
ren. Ben je nu al wat beter.
N. en St. Joosland. A. B. Je op
lossingen waren goed. Heli je veel last
van de kou?
Gad zand. A M. Cl Je hebt 'tgoed
vertaald. Nee, 's zomers zal je niet veel
tijd over hebben. H. Jongen, wat heb
jij 'tdruk, St. Nicolaas heeft het zeker
wel geweten.
Kats. „Rival". Ik vind ^teen prach-
tigen naam, maar wil je je eigen naam er
ook nog bij zetten, anders is het een
beetje lastig.
0ud-Vossemeer. „Ulist". Al zijn ze
eens wat moeilijk, „De aanhouder wint".
Die oplossing had je goed.
Nieuw dorp. „Eik en Olm". Nu kun
nen jullie de oplossing van dat raadsel
wel nazien. Jullie hadden het goed lioor.
„Winterlouwtje". Je hebt het dus maar
gewaagd, om ze ook eens in te sturen.
Paling-eieren gevonden.
Naar men weet, was de voortplanting van
(le aal of paling tot het begin van deze
eeuw een mysterie. Pas de onderzoekingen,
welke daarna plaats hadden, in het bijzonder
door den Deenschen bioloog Dr Johan Schmidt
brachten de oplossing van het vraagstuk. Daar
uit bleek, n.l., dat zoowel de Europeesche aal
(Auguilla vulgaris) als die van Noord-Amerika
(Auguilla rostrota) paaien in de diepste ge
deelten van den Atlantischen Oceaan in de
buurt van de Sargasso-zee.
lot voor korten tijd had men echter wel
larven van de aal, doch geen eieren ge
vonden. In het November-nummer van „Scien
ce" deelt Marie P. Fish nu mede, dat eieren
van de Noord-Amerikaansche paling zijn ge
vonden. Het warener slechts vier, welke
door de Areturus expeditie in Juli 1925 uit
een diepte van vijfhonderd vadem bij de
Challenger bank ter hoogte van de Bermuda-
eilanden gevonden waren. In 'n tijdsverloop van
ongeveer n week ontwikkelden zich uit de eieren
platte doorz chtige vischlarven, met e'genschap
pen, waaruit bleek, dat men niet alleen met
paling-larven, maar met larven van het Noord-
Amerikaansche ras te doen had. Eerst na
een grondig en nauwkeurig onderzoek heeft
de biologe mededeeling gedaan van haar ont
dekking. Zij is dan ook overtuigd, dat van
een vergissing geen sprake kan zijn.
Wat de Kerk niet mag zijn.
Een station, waar men op het laatste oogen-
P binnenstormt of te laat komt.
Een gebouw voor nutslezingen, waar men
de pauze gelegenheid heeft eens goed
rond te kijken en waar bij het uitgaan de
ontiek op des sprekers welsprekendheid, stem,
gebaren, enz. bet hoogste woord heeft.
en modezaal, waar de laatste nouveauté's
worden geétalleerd.
Een concertzaal, waar het vooral om mu-
,.e en lanS te doen is, en waar de preek
iens doet voor het in- en uitleidend woord
ij uitvoering van een oratorium, liefst zoo
sort mogelijk. i
Een gerechtszaal, waar men zich zóó ver-
us ig ju Det hooren veroordeelen van de
P m ers en balken in anderer oog, dat men
ln eigen oog vergeet.
oud611 ')ewaarschool, waar onverschillige
roif61*!. 6 k'nilerei1 heen sturen, terwijl ze
Mlf thuis blijven.
Dat alles mag de kerk voor ons niet zijn.
Wat de Kerk wèl moet zijn.
en Godshuis, toegewijd aan een heilig
in h"114 'f en waar men heengaat om
FJJZ0" ®r®n z'n dien God te ontmoeten,
rumnl bfdehuis' waar «ien, ver van het
lAam er wereW, met heel de gemeente
Gods'iT gebeden neerlegt aan den voet van
Kerk Pn°n« V°0r^nderland en Vorstin, voor
Een lei u*sgez'n> 611 öigen zielsbehoeften.
eener Waar men' onder den in"
ernstige prediking, zich diep neer
weerskanten een horen. Onder- I vacanlie is altijd prettig, ik ben zoo ge-
r cj rwöl winlArlianHon 1*Tq+V»q rir»o I lnlrlrirr TVTn -J.rv t
Joh. Calvijn en zijn Tijd
Wemeldinge, C. B.: „De vijf Jongens
van Vreedestein".
Kapelle, „Sneeuwwitje": Van twee In
dische meisjes".
Goes, „Gladiolus": „De meeste",
j Krabbendijke, „Fazant": „ln den Rus-
sischen Smeltkroes'
f Ierseke, „Mossel": „Mozes en Sam",
i 's Heer Hendrikskinderen, „Sneeuw -
klokje": „Ida's geheim",
j Troostprijzen:
Serooskerke, „Landkrab": „Een dap
pere baanveger".
Goes, „Erica": „Als de een den ander
helpt".
Oostkapelle, „Klaverblad": „Ouwe
Bram".
Gapinge, „Rosemarie": „Gezegend enten
zegen".
Oudelande, „De twee Zusjes": „Moeders
Tekst".
Oplossingen der raadsels:
20 November.
1. Zoo gewonnen, zoo geronnen.
2. Brandneiel.
3. Lotje leerde Leent je loopen langs de
lange Lindelaan.
27 November.
1. Terwijl het schaapje blaat, verliest
het zijn beetje. OnderdedenPatriarch,
rijwielen, schaatsen, het, vest, ijzel, Ba-
bel, hé, Jetje, A.
2. Apen luslen graag nootjes. Onder-
deelen: Laag, Tante, pooten, gras, neus, j.
11 December.
1. Een koei is iemand met twee oorem
en aan
deelen: Karwei, winterhanden, Katharina,
redaktie, administratie, moeite, Hansweert,
koekoek.
2. Boekwerken. Onderdeden: nek, been,
rek, -kerk, bok, boer, w.
18 December.
1. Moeilijkheden zijn er om overwonnen
te wprden, Onderdeelen: molm, wekker,
violet, vlot, dozijn, konijn, veldheer, wed
ren, Rhenen.
2. De aanhouder wint. Onderdeelen:
hard, tanden, troon, eeuw, woud, wind.
'sH. H. K i n d e r e n. „Klimop". Ja ik
vind het ook prettig als het Kerstfeest
is. Heb jij ook nog broertjes en zusjes?
.„Vergeet mij nietje". Al is 'twat laat,
nog wel gefeliciteerd met de verjaardag
van je Vader en je Tante. Hoe vond de
meester het cadeau? En de juffrouw?
„De Gebroeders". Dank je wel voor het
raadsel, als 'tkan, zal ik 't plaatsen, 'tls
een mooie spreuk! „Korenaar". Ik
zou wel graag willen komen, maar dal
kan niet hoor. Wat heb je weer een mooie
teekening gemaakt. „Lerngern". Pret
tig, dat je me zoo veel over dat verhaal
schreef, 't lijkt mij ook mooi en je cijfers
ook. Dat boek ken ik wel. „Lente
bloempje". De winter is altijd erg ge
zellig ho-or, maar er zijn ook wel men-
schen, voor wie de winter heelemaal niet
gezellig is. Wanneer Komt de nieuwe
meester? „Sneeuwklokje". Je raadsel
kan ik best gebruiken, hebben jullie hel
samen gemaakt? Kr. is nu zeker althuis?
Jammer, dat je in 't vervolg maar eens
in de maand schrijft. „Viertal." J. ge
feliciteerd met je verjaardag. Wat een
fijne cadeaux. Ik ben maar blij, dat ik
ook niet moest lezen, wat op dat papier
tje stond. „Bellefleur". Ook nog gelukge-
wenscht hoor! Ja, Sint wist zeker wel,
dat je ze goed kon gebruiken. Dat boek
Als ze moeilijk zijn en je ze dan toch
vindt, dat lijkt me echt prettig. „Ceder".
Ben.je een broer van het Mulderinnetje?
Ik had je wel eens willen hooren.
„Juffertje in 't groen". Nu met de vacan
tie kan je 'tmooi leeren. Hoe is 'tmet
de zieken? Dat zal een gezellig Kerstfeest
worden. Resida". Natuurlijk is
't goed. Ga je deze raadsels ook weer
oplossen?
Terneuzen. „Theeroosje". Schrijf je
er de volgende keer nog wat bij? B. v.
over 't Kerstfeest?
Middelburg. „Wildzang". Je kunt
dat postpapier wel goed gebruiken. Aan
de kleur zie ik het al dadelijk, als jou
briefje er is. „Blauwoogje". Ja, St.
Nicolaas heeft heel wat papier noodig,
maar je had het raadsel goed onthouden.
„Robbedoes". Wat zullen jullie in span
ning gezeten hebben dien ochtend. Ge-
lukkig dat het nog maar op tijd kwam.
i „Blondje". Wat een mooi papier, 't Is
echt voor een Kerstbriefje. Er is dus
al heel wat uit. Hoeveel was er iu?
Serooskerke. „Landkrab". Neen,
dat denk ik ook niet, dat 't daarom was.
j Hoe vindt je den prijs? Nu komt hij dus
1 toch nog.
j W a ar d e. „Klokcinia". Prettig, dat je
je brief zoo vroeg stuurde. Ga je nog
uit met de vacantie? „Vallata". Bijna
had ik je naam v.erkeerd geschreven. Je
1 oplossingen waren nog op tijd hoor.
„Meidoorn". Nee, 'tkomt niet doordat je
telaat was, maar er zijn er zooveel, hé?
Vrou we*p older. Duindistel". Ja,
lukkig niet. Nu heb je mooi tijd voor de
raadsels. „Vogelmelk". Wat prettig dat
je nu ook meedoet, doe maar goed je
best, dan krijg je vast nog wel eens
een prijs.
Oostkapelle. W. L. Zoo is 'tnatuur
lijk ook goed, als je vader dat beter vindt.
Een briefkaart is gauw vol. „Klaver
bloem". Dat is dan wel de echte Sint
geweest. Voor jou heb ik er maar een
troostprijs bijgedaan. „Luistervink".
Wat een lange brief, zeg! Je krijgt nu
toch al twee boekjes, hé, daarom je broer
tje ook maar wat.
Driewegen. „Parel". Dat is een
mooie - beteckenis. Je had geen beteren
naam kunnen bedenken.
Baarland. M. E. Je hemt dus toch
een trouwe oplosser, al schrijf je dan
niet iedere week.
Gro ede. L. P. Je 'had heel wat te
schrijven aan die raadsels. Kan je ze nog
al gauw vinden?
Kapelle. „Patrijs". Dit is wel prettig
dat je die lei kreeg, vooral met de Kerst
dagen. „Sneeuwwitje." Wat zal dat een
teleurstelling voer je geweest zijn, maar
nu kan het ook nog wel prettig zija hé?
Doe je ouders de groeten maar.
Gapinge. „Roseunar e"Je raadsel
hoop ik eens te plaatsen. Je schuilnaam
stond er niet bij. D t is toch wel goed?
Meliskerke. „Gooidsbloem". Harte
lijk gefeliciteerd. De mijne is tien maan
den later ,en dan nog 7 dagen er af.
Oudelande. J. M. J. Heb ik 'tzoo
goed gedaan? 'kBen bang dat ik an
ders een standje van je krijg. „De
twee zusjes". J. O. J. Je hebt er wel een
heele week werk aan gehad. Nu hier is
'took koud hoor. C. J. J. Ze hebben
dus goed om je gedacht. Wras t' prettig
bij Grootvader?
Kapelle. „De Zwijger". Dank je voor
't raadsel. Ik had je haast vergeten. En
„De Zwijger" kan 't natuurlijk ook niet
zeggen.
H an s weert. „Broer en Zus". Ja, als
je ziek bent, kamt er niet veel van op
lossen. Jullie briefje heb ik ontvangen
hoor! „Zwarte Kees". En ben je al
weer wat beter? Is het de bedoeling
j dat ik juli e samen moet beantwoorden?
I Wemeldinge. „Hartediefje". Je mag
j de raadsels voor de jongeren er wel
bij doen, maar 't hoeft niet. JEek-
hoorn". Ik hoop, dat ze allemaal tevredeD
j zullen zijn ,want 'tkan toch nieit anders
1 hé? „Atencia". Heerlijk hé, zoo'n klein
j broertje? Ik zou hem oek wel eens willen
zien. „Draaitol". Ik vind 'teen mooi
raadsel, 't Heeft zeker wel wat moeite
j gekost, ©er 't klaar was. „.Watergeus".
Maar wat is dat nu, je mag best met de
jongeren meedoen! Dan doen jullie 't
maar samen. „Lelie". Lange brieven
zijn altijd prettig. Zeker, zijn er nog on-
j derc ais ]ij. Ren je nu tevreden? O-
B. Wat. een groote plannen heb jij. Ga
maar flink aan den gang, wie weet wat
je dan nog eens wordt. Een raadsel wil
ik nog wel eens helmen.
Kruining©n. „Zeeman". Dat zal wel
een mooi boek zijn. Wat kim je zusje
nu fijn spelen. „De kleine Landman", 't
Is al zoo lang geleden, dat ik je niet
meer durf te felic'teeren. Ben je de jong
ste thuis? „Zus ©n Broer", 'tls een
vergiss'ng geweest hoor, jullie stonden er
,wel in, maar onder Grijpskerke. Is 't
'nu beter? „Nachtegaaltje." Ja, hier
zijn er ook erg veel ziek. Doe maar
'goed je best met 't schrijven, dan zal
'twel gaan. „Amice." Heb je al veel
gemaakt? Er waren erg veel neefjes, di©
dat gekregen hadden. „Bloemen-
meiiske." Dus ook al jarig geweest? De
Sint heeft dus wel goed om je gedacht.
„Florie's kind." Ben je soms ook
i al ziek. Samen kunnen jullie ze zeker
wel raden hé?
Ann a-P a u 1 ow na. „Noordst r" 'tls
zc-ker wel koud, daar in 'thooge Noorden?
Goes. „Bellefleurtje" Je mag ze inzen
den wanneer je wil, homj! Prett g hé,
dat je ook naar 't Kerstfeest mag. I.
J. E Ik geloof wel, dat jij 'tgoed had.
Was 't raadsel van deze week te moeilijk?
„Kiaproosje." Waarom ben ie bij mij
ook niet komen stroo'en? J. Z Je hebt
ze dus weer allemaal kunnen vinden.
„Leergiaag." Dan kan je nu al mooi be
ginnen met d'e zaag. Je oplossing was
toch goed "hoor. „Erica Als je bij do
oplossingen kijkt ,zal j© wel z en, dat 't
toch niet zoo heel moeilijk was.
„Boschviooltje." Toeken je graag? Nu je
S ©en mooie cassa hebt, moet je voor mij
ook maar gaan sparen, of is 't zooveel
nog niet? Glad olus". ,Zoo is 'tgoed
j hé, je briefje kwam de vor ge keer juist
te laat. Toen kon 't niet meer veranderd.
'sH. Arendskeirke. „Kaboutertje."
Ik hoop ook dat je toch een prettig
Kerstfeest zult hebben. Hoe is 't met
Grootvader? „Kindervr'endin." Hou
jij zooveel van kinderen, miss 'hien kan je
dan mijn plaatsvervangster wel eens wor
den. „Spring in 'tVeld." Jullie zijn
allebei welkom. Er is nog wel een plaats
je over. „Ijsvogel." Wat een mooie
ïeekening is dat g worden. Ja, 't K rs feest
van de Zondagsschool is wel prett g.
„Viooltje." Ook al een raadsel gemaakt.
Dank je wel hoor! Ja dat spelletje heb
ik ook wel eens gedaan. „Animo."
Wat een knap zusje heb jij, zeg! Wil je
andere zusje ook niet meedoen? „Vlin
dertje." Vind je het prett'g om in Goes
to gaan wonen. Erg dicht woon ik er
niet bij. „Jasmijn." Ben je prettig
uit? Nu heb je zeker geen tijd om je
briefje- te lezen, of zou 'twel meevallen?
Kra bbendijke. „Sloutelb oenpje."
Hoe is 't met de zieken. En wat dien
datum betreft, het is de 22e van de Wijn
maand. „Fazant." Ik krijg 'tmaar get-
makkelijk met al die raadsels. Ik zal
het er wel eens in zetten. Ja, je moet
zuinig zijn met je fiets. „Kruidje
roer me niet." Dat vind je zeker wel
gezellig, dat F. iederen middag komt. Ik
kom ook nog ©ens. „Kamperfoelie."
Jullie doen 'tdus om de beurt, 'tziek zijn.
Ik zou 't liever tegelijk doen. „Made
liefje." Je werk z et er nu zeker wel
keurig u t? Ben je al heelemaal beter?
„Dahlia." Waar heb je dat versje in
gelezen, of heb je 't soms zelf gemaakt^
'tls echt leuk hoor! „Luistervink."
Felic'teer je zusje maar van mij. 'tls een
aardig raadsel geworden.
N a k o m r t j e s. „Violien."
Hartelijk gefelic'teerd hoor. Ik wou je
wel ©ens hooren spelen, anders kom je
maar eens hier.
Koudekerke. M. M. de Ruyter. Wat
zal dat een feest geweest zijn. Je was
bijna te laat hoor!
Oudelande. „Pareltje." Ik kan het
niet erg goed hoor. Je zal 't mij eens moe
ten leeren.
Goes. „Leesgraag." Misschien wil zd
wel met de jongeren meedoen. Plezie
rig© vacantie.
A. L. Je was de allerlaatste, miaar toch
nog niet te laat.
„Henri Ford." Dat is op 't nippertje
zeg. Kan je een andere keer wat vroe
ger?
Nu nog de raadsels en dan ben ik
weer klaar. 'tZijn dit keer geen prijs
raadsels.
I. Voor de grooteren.
Mijn geheel bestaat uit 37 letters.
8. 21. 22. 34. 31 was een koning van
Israël.
Een 7. 9- 34. 2. 11 is een nuttig dier.
20. 13. 17. 20. 6- 27 was een richter.
4. 8. 14. 13. 12- 30 was een profeet.
1.3. 36. 10. 29 is een plaats op Wal
cheren.
28. 25- 26. 24. 5. 19 is de hoofdstad
van Oostenrijk.
Voor een kerstbrood heeft inen goed
15. 18. 23. 35 noodig.
16. 32- 37 is een getal.
33 is een h.
(Ingezonden door O. H.)
II. Voor de jongeren.
Mijn geheel bestaat uit 19 letters.
Voor 't Kerstfeest spreekt men veel .van
donkere 15. 16. 8. 2. 19-
De lmrfors, die de nachtwacht hielden
over hunne 10. 4. 15. 1-5. 2 zagen plot
seling een menigte van 2. 19- 1. 9. 3.
18. 19.
En als de herders heengingen naai'
Bethlehem, vonden zij het 5. 7. 19. 15.
18. 6. 11 liggende in de kribbe.
Wijzen uit 'tOosten d e de 13. 14. 11.
12 gevolgd waren, brachten het kindje
mine, wierook en 17. o. 4. 15.
De hartelijke groeten van
TANTE- DOL LIE.
De Bijbel aan onze kinderen.
Vorige week wees ik er op, welk een
duro belofte Ckristen-ouders teil aanzien van
hun kinderen in de ure des Doops hebben
afgelegd. Ze zullen niet alleen hun kinderen
doen onderwijzen, maar ze ook zelf on
derwijzen in de leer der Heilige Schrift.
En daarom moeten wij, ouders, de kinde
ren vertellen telkens en telkens weer, do
oude bekende geschiedenissen, zóó dat ze.
hun eigendom worden.
Daarmee kunnen we gerust vroeg begin
nen. De meeste Bijbelverbalen zijn zóó een
voudig,» dat een klein kind ze kan begrijpen.
En, moeders, zeg nu niet ik kan niet
vertellen. Kinderen luisteren al gauw en als
ge 't maar probeert, dan gaat het best. ;-v
Vertel in deze dagen maar de Kerstge-
j schiedenis en wat er onmiddellijk op volgt.
Ge zult eens zien, hoe de kinderen er u door
hun aandachtig luisteren voor zullen be-
loonen.
De Bijbel is vol van geschiedenissen, die
de kinderen altijd weer opnieuw mooi vinden.
Als ze dan op Christelijke school en ca
techisatie gaan, terwijl ze nog telkens bü de
maaltijden uit den Bijbel hooren vóórlezen,
dan kunt ge met recht verwachten, dat ze
thuis raken in het Woord van God.
Is het niet onze Heere Jezus Christus,
die het zegt: „Onderzoekt de Schriften, want
die zijn het, die van Mij getuigen?"
Doe dat ook in deze dagen en ge zult
onder den zegen Gods waarachtig Kerstfeest
viereh.
Kerstversleringen.
Kerstfeest is het huiselijke feest bij uit
nemendheid. De kinderen, die buiten het
gezin vertoeven, komen graag „met Kerst"
thuis, om eens deze echt-prettige dagen van
huiselijke gezelligheid mee te vieren.
Door middel van kleine versieringen in
de kleuren rood en groen, een aardige ge
dekte tafel, terwijl ook in de verlichting het
rood domineert, kunt ge het in de kamer
zoo intiemgezellig maken. Dit alles kan men
gemakkelijk bereiken met wat hulst en rood
papier en rood lint, hetgeen ook van papier
te krijgen is. Kostbaar is dit in 't geheel
niet en daardoor onder ieders bereik. Ver
siert men de lamp met een takje hulst, aan
gebonden met rood lint, plaatst men hier
en daar vaasjes met hulst met een rood
strikje om het vaasje en brengt men een
stukje rood vloeipapier om den brander van
de lamp aan, dan voelt men bij 't binnen
komen in 'tvertrek: hier heerscht een blijde
feeststemming.
Recepten.
Oliebollen. 400 gr. bloem; 2Va dl melk,
3 eieren, 50 gr. gist, 5 gr. zout, 200 gr.
krenten, 150 gr. rozijnen, 50 gr. sucade, 12
zure appelen.
Klop eieren en zout, voeg de bloem toe
en, langzaam, de lauwe melk. Besla dit
flink. Wasch de krenten en rozijnen, ver
meng de gist met 2 theelepels witte suiker
lot ze vloeibaar is en voeg ze dan, even
als de krenten, rozijnen, fijngehakte suca
de en gesnipperde appelen toe. Laat het
beslag 1/2 uur rijzen. Neem een lepelvol van
het beslag, laat het in kokende olie of
kokend frituurvet langzaam gaar en bruin
worden en plaats de oliebollen even op een
stuk grauw papier.
Bisschop. In een flesch rooden wijd,
die verdund is met een kwart liter water,
laat men een stuk pijpkaneel en een met
kruidnagelen bestoken citroen (een zooge
naamd stekelvarkentje) urenlang trekken. Men
kan daartoe een chocoladeketel, waarvan de
tuit goed is afgesloten met kurk of prop,
gebruiken .Men voegt suiker bij naar smaak
en presenteert de bisschop zoo warm mogelijk.
Eenige wenken.
S c h i 1 de r ij e n, die tegen een vochtigen
muur hangen, kan men vrij afdoende tegen
de inwerking van vocht beschermen, door den
achterkant te voorzien van schijfjes kurk (van
een gewone flesschenkurk gesneden). Op deze
wijze wordt de schilderij een eindje van de
muur gehouden en heeft de lucht gelegen
heid er achter langs te circuleeren.
Bloemvazen met een nauwen hals
worden goed schoongemaakt door er warm
water in te gieten en daarbij wat kranten-
snippers te voegen. De snippers halen al het
vuil er uit.
Wist u dat zeep er beter op wordt, wan
neer ze blijft liggen Koop dus gerust, in
den uitverkoop bijvoorbeeld, een heeleboel stuk
ken tegelijk.
Een goed bestrijdingsmiddel tegen hout
worm is, het hout te wrijven met was, die
vermengd is met flink wat peper. Men moet
zorgen dat deze gepeperde was goed in het
hout trekt. Daarna strijkt men er met een watje
een laagje meubelpolitoer (bij den drogist
verkrijgbaar) overheen.
v