teek voorviel. Koor tie Jeugd. Wetenschap en lunst )uitschland het k a- Met verwacht alge- worden den bekwa- mann te behouden, en president zullen ntie houden. In Ja- aan probeeren een lkaar te timmeren, dezer dagen op ta- staatsgreep plaats, het leger gaf de vo- gelegenheid aan al- ementen om zich te i de ware opvatting mist, is het niet te een regeering door lutionairen want der zaak wordt ïgo-Slavië en mre spanning te be- voor den vrede op ;lig kan werken. De ongewensohte ver- ankrijk en Spanje wat niet wil zeg- twee alles botertje in de berichten over tugal, felle kou in pa en sneeuwval in van het buitenland ms eigen land. m e r vergadert de irgens, 's middags, ts, om maar vóór legrootingsrijstebrij- Ook de Eerste komen en heeft de ingverlaging onder sgenstand daartegen delijk gedacht werd. obber voor minister ntwerpen er door te de Eerste Kamer ie regeering dan de - zij het dan ver nemen van de rap- n van Zeeland over e. De Tweede mocht 3 van Steenwijk be- eer! as het druk met d e De Staten van Zee- larszitting. Tal van m blijkbaar vóór gaderen. De zitting remeenteraad was het debat over de oolbesturen. De wa- ordt ter linkerzijde den! ad sedert enkele we- -kwestie. Eerst ddelburgschen, toen den Vlissingschen, e bespreking in den 'keuring van 's Bur den Neuzenschen ijkt, dat vooral van ;ewoon veel prijs op it. Dat teekent! bruggelden zijn dan de pontgel- brug over de Een- jn. De tarieven zul iden. Van verschil- mmerking gemaakt drag ,dat arbeiders c zullen moeten uit- n. Maar om geen steken, zag men loge de brug er nu ES DOODS. id van Goes wees r op, dat nog meer mkln film op komst van dat beruchte doods", mdt? iens de Russische ilnist op een oor- trouw zijn plicht net politiek. De be- Moeder Jan naar heerlijk te slapen- gebed. loeder, mag ik nog Joeder, „als je wat Heere Jezus, moet oeder hem zachtjes s, wil mijn zonden ere Jezus, dat ik D Gij hebt zooveel ge- 1. waren weggedreven- aam enkele sterren hemel, ien nacht, zoo lang ders de wacht. ;el met die heerlijke gelen. Jezus in een stal, 111 ij weer denken aan Heiland voor u en voor m ij1- M. DE BORST. manning waaronder zijn zoon Nikolaas, is 'L do revolutie en spant samen tegen Je officieren. De revolutionairen stelen bii elke gelegenheid rnun tie, om the aan hun vrienden te verschaffen d e zich m vuurtoren hebben verschanst. Niko lais neemt een werkzaam aandeel in deze diefstallen en wordt op heeterdaad be door een officier neer te schieten, krijgt hh gelegenheid te ontvluchten en voegt zich bij de bezett'ng van den vuurtoren. Een spion der w.tton wordt als stoker op het oorlogsschip geplaatst, om de- be- manning gade* te sla.in. D»gz0 s-p on heeft het op Iwan gemunt, vanwege diens ge strengheid in den dienst en om hem in het ongeluk te storten, werpt de spion een manometer in zee, tengevolge waar van iwan van sibofigo wordt beschuldigd. De witten" gewaarschuwd, dat een revolutie wordt voorbere d, overmeesteren de roede bemanning-.dooien een gedeelte ervan en nemen de anderen ,dio niet meer konden ontvluchten, gevangen. Vele gevangenen worden op de gruwe lijkste wijzo eiken dag gefolterd om hen to dwingen hunne kameraden te verraden. Eiken dag ook wordt oen gedeelte hunner op beestachtige wijze vermoord. Om den opstand te dempen, maakt het oorlogsschip zich gereed den vuurtoren aan te vallen. Het detachement, dat den aanval moet ondernemen, slaagt hierm niet en moet vluchten. In de grootste wanorde moet het zich weer inschepen. Iwan, die gedwongen is, zijn plaats, als machinist wear in te nemen., la,at hot schip in de lucht vliegen, om een eind te maken aan de wraakoefeningen der „witten". Hij tracht nog vóór de ca tastrophe ten meisje de vriendin van zijn zoon te redden, doch sterft door oen kogel getroffen, juist wanneer hij de kust heeft bereikt. De gruwelscènes nemen in deze film «n belangrijke plaats in, terwijl de hande lingen der rebelleerende bemanning het stelen en uitleveren van mun tie, de actie der opstandelingen op den vuurtoren en ten slotte „de vonk in het kruit" aan boord van het oorlogsschip, een geweldi gen indruk moeten maken op een volks massa, die, zooals in ons land, reeds maanden en maanden achtereen door re volutionaire en anti-m'ilitairistische pro paganda is vcrg'ftigd. Nog geweldiger dan in „Potemkin", nog wroeder, nog feller worden de tegenstel lingen aan boord van het oorlogsschip geschetst. Evenals bij „Potemkin" vergeet de toe schouwer geheel, dat de film" is geensce- neerd, dat het hier „spel" betreft. Men ziet het: de bedoelmg is weer dezelfde: opstoken tegen het wettig gezag. Het beste is weer: verbod. buigt onder den last van eigen zonde en ellende, en ernst maakt met de tollenaars klacht: „O God, wees mij zondaar genadig". Een troosthuis, waar het neergebogen hart opengaat voor de beloften van het Evan gelie der genade, de beloften van een rijken Christus voor arme zondaren. Een dankhuis, waar de gemeente des Heeren kan jubelen en juichen op eiken Zondag, en op eiken feestdag over hulp en heil, haar aangebracht. Beste Jongens en Meisjes, Bijna allemaal schreven jullie me over de vacanlie. en over den prettigen tijd, die nu komt, vooral ook om het Kerst feest. Eigenaardig was het zooveel als er schreven: „Ik hoop maar, dat er veel sneeuw komt, want dan is 't nog eens echt Kerstfeest!" Maar dit weten we toch allen wel, dat het Kerstfeest niet echt wordt, dooi de sneeuw of de hoekjes die we krijgen maar dat juist het Kerstfeest het feest is, wat onder alle omstandigheden, met zooveel blijdschap gevierd kan worden. Want al zal 'tdan misschien donker en onprettig weer zijn, zoo zelfs, dat de donkere dagen blijven, dan juist door die donkere dagen zouden we te meer den ken aan en zal des te helderder schij nen, het Licht der lichten, opgegaan te midden van 's werelds duistere wolken. Het licht dat uitstraalt van de Kribbe te Bethlehem, ook in onze harten, ook in ons leven en ook over onze Kerstfeest viering. In dien stillen, heiligen nacht, werd geboren Jezüs Christus, Gods Zoon. Hij kwam uit de Hemelsche Heerlijkheid ne dergedaald op deze donkere aarde, om zalig te maken niet alleen de groote mea- schen, maar ook de kinderen, die in Hem gelooven en ook die kinderen le geven het eeuwige leven. En nu de prijzen; omdat er zooveel goede oplossingen waren, heb ik er nog vijf troostprijzen bij gedaan. Wie soms 't boekje al heeft, moet het maar even schrijven, dan kan ik misschien nog een ander sturen, Ten slotte wensch ik jullie allemaal een echt prettige Kerstvacantie. De prijzen zijn als volgt: Kamperland, „Socius „Het leven van j je mag jj,est mieedoen. „Mulderinnetje heb ik wel eens gelezen. Bedankt vooi de raadseltjes. Kou de kerke. A. H. Dat zal je moe der wel preSig gevonden hebben. Hoe vind je voor jou de naam „Schild knaap"? „Snuffelgraag". Kom je bij mij ookeens een keer spelen? Heb jc lang les gehad, of heb je misschien no[> les? C. H. Zooals je ziet, heb ik je raadsel geplaatst, ik kon het nu mooi. gebruiken. Kamperland. „Socius". 't Is een fijn 'boek zeg. Je hebt ©r zeker wel je best voor gedaan. Dat zou leuk zijn, als je zusje ook nog eens miee ging doen. „Zeeuw". Je raadsel hoop ik gauw eens te plaatsen. Je Ipeht er zeker wel veel werk aan gehad. „Duinhelm". Ik vind het best, dat je de andere ook oplost. Misschien kan je er zelf ook wel eens een maken. „Boerinnetje". Je hebi gelijk, om het maar eens te probeeren, je hebt het er goed afgebracht. Ierseke. „Dotterbloem". Eerst dacht ik, dat. je me vergeten had, maar zoo is het ook goed, hoor. „Fluweeltje". Ik heb maar twee Zondagen. Zonder sneeuw kan bet toch ook wel echt Kerstmis zijn, vind je ook niet? .„Brandneusje". Deze keer had je zoo weinig geschreven, dat ik ook niet veel weet. Een volgende keer misschien wel wat meer, hé? „Mossel". Ieder op zijn beurt, dat is toch wel het beste, je zal er dus wel tevreden mee zijn. Kloeting e. „Vergeet mij nietje". TIs bij jou al dus precies, als hij zooveel ande ren. Ben je nu al wat beter. N. en St. Joosland. A. B. Je op lossingen waren goed. Heli je veel last van de kou? Gad zand. A M. Cl Je hebt 'tgoed vertaald. Nee, 's zomers zal je niet veel tijd over hebben. H. Jongen, wat heb jij 'tdruk, St. Nicolaas heeft het zeker wel geweten. Kats. „Rival". Ik vind ^teen prach- tigen naam, maar wil je je eigen naam er ook nog bij zetten, anders is het een beetje lastig. 0ud-Vossemeer. „Ulist". Al zijn ze eens wat moeilijk, „De aanhouder wint". Die oplossing had je goed. Nieuw dorp. „Eik en Olm". Nu kun nen jullie de oplossing van dat raadsel wel nazien. Jullie hadden het goed lioor. „Winterlouwtje". Je hebt het dus maar gewaagd, om ze ook eens in te sturen. Paling-eieren gevonden. Naar men weet, was de voortplanting van (le aal of paling tot het begin van deze eeuw een mysterie. Pas de onderzoekingen, welke daarna plaats hadden, in het bijzonder door den Deenschen bioloog Dr Johan Schmidt brachten de oplossing van het vraagstuk. Daar uit bleek, n.l., dat zoowel de Europeesche aal (Auguilla vulgaris) als die van Noord-Amerika (Auguilla rostrota) paaien in de diepste ge deelten van den Atlantischen Oceaan in de buurt van de Sargasso-zee. lot voor korten tijd had men echter wel larven van de aal, doch geen eieren ge vonden. In het November-nummer van „Scien ce" deelt Marie P. Fish nu mede, dat eieren van de Noord-Amerikaansche paling zijn ge vonden. Het warener slechts vier, welke door de Areturus expeditie in Juli 1925 uit een diepte van vijfhonderd vadem bij de Challenger bank ter hoogte van de Bermuda- eilanden gevonden waren. In 'n tijdsverloop van ongeveer n week ontwikkelden zich uit de eieren platte doorz chtige vischlarven, met e'genschap pen, waaruit bleek, dat men niet alleen met paling-larven, maar met larven van het Noord- Amerikaansche ras te doen had. Eerst na een grondig en nauwkeurig onderzoek heeft de biologe mededeeling gedaan van haar ont dekking. Zij is dan ook overtuigd, dat van een vergissing geen sprake kan zijn. Wat de Kerk niet mag zijn. Een station, waar men op het laatste oogen- P binnenstormt of te laat komt. Een gebouw voor nutslezingen, waar men de pauze gelegenheid heeft eens goed rond te kijken en waar bij het uitgaan de ontiek op des sprekers welsprekendheid, stem, gebaren, enz. bet hoogste woord heeft. en modezaal, waar de laatste nouveauté's worden geétalleerd. Een concertzaal, waar het vooral om mu- ,.e en lanS te doen is, en waar de preek iens doet voor het in- en uitleidend woord ij uitvoering van een oratorium, liefst zoo sort mogelijk. i Een gerechtszaal, waar men zich zóó ver- us ig ju Det hooren veroordeelen van de P m ers en balken in anderer oog, dat men ln eigen oog vergeet. oud611 ')ewaarschool, waar onverschillige roif61*!. 6 k'nilerei1 heen sturen, terwijl ze Mlf thuis blijven. Dat alles mag de kerk voor ons niet zijn. Wat de Kerk wèl moet zijn. en Godshuis, toegewijd aan een heilig in h"114 'f en waar men heengaat om FJJZ0" ®r®n z'n dien God te ontmoeten, rumnl bfdehuis' waar «ien, ver van het lAam er wereW, met heel de gemeente Gods'iT gebeden neerlegt aan den voet van Kerk Pn°n« V°0r^nderland en Vorstin, voor Een lei u*sgez'n> 611 öigen zielsbehoeften. eener Waar men' onder den in" ernstige prediking, zich diep neer weerskanten een horen. Onder- I vacanlie is altijd prettig, ik ben zoo ge- r cj rwöl winlArlianHon 1*Tq+V»q rir»o I lnlrlrirr TVTn -J.rv t Joh. Calvijn en zijn Tijd Wemeldinge, C. B.: „De vijf Jongens van Vreedestein". Kapelle, „Sneeuwwitje": Van twee In dische meisjes". Goes, „Gladiolus": „De meeste", j Krabbendijke, „Fazant": „ln den Rus- sischen Smeltkroes' f Ierseke, „Mossel": „Mozes en Sam", i 's Heer Hendrikskinderen, „Sneeuw - klokje": „Ida's geheim", j Troostprijzen: Serooskerke, „Landkrab": „Een dap pere baanveger". Goes, „Erica": „Als de een den ander helpt". Oostkapelle, „Klaverblad": „Ouwe Bram". Gapinge, „Rosemarie": „Gezegend enten zegen". Oudelande, „De twee Zusjes": „Moeders Tekst". Oplossingen der raadsels: 20 November. 1. Zoo gewonnen, zoo geronnen. 2. Brandneiel. 3. Lotje leerde Leent je loopen langs de lange Lindelaan. 27 November. 1. Terwijl het schaapje blaat, verliest het zijn beetje. OnderdedenPatriarch, rijwielen, schaatsen, het, vest, ijzel, Ba- bel, hé, Jetje, A. 2. Apen luslen graag nootjes. Onder- deelen: Laag, Tante, pooten, gras, neus, j. 11 December. 1. Een koei is iemand met twee oorem en aan deelen: Karwei, winterhanden, Katharina, redaktie, administratie, moeite, Hansweert, koekoek. 2. Boekwerken. Onderdeden: nek, been, rek, -kerk, bok, boer, w. 18 December. 1. Moeilijkheden zijn er om overwonnen te wprden, Onderdeelen: molm, wekker, violet, vlot, dozijn, konijn, veldheer, wed ren, Rhenen. 2. De aanhouder wint. Onderdeelen: hard, tanden, troon, eeuw, woud, wind. 'sH. H. K i n d e r e n. „Klimop". Ja ik vind het ook prettig als het Kerstfeest is. Heb jij ook nog broertjes en zusjes? .„Vergeet mij nietje". Al is 'twat laat, nog wel gefeliciteerd met de verjaardag van je Vader en je Tante. Hoe vond de meester het cadeau? En de juffrouw? „De Gebroeders". Dank je wel voor het raadsel, als 'tkan, zal ik 't plaatsen, 'tls een mooie spreuk! „Korenaar". Ik zou wel graag willen komen, maar dal kan niet hoor. Wat heb je weer een mooie teekening gemaakt. „Lerngern". Pret tig, dat je me zoo veel over dat verhaal schreef, 't lijkt mij ook mooi en je cijfers ook. Dat boek ken ik wel. „Lente bloempje". De winter is altijd erg ge zellig ho-or, maar er zijn ook wel men- schen, voor wie de winter heelemaal niet gezellig is. Wanneer Komt de nieuwe meester? „Sneeuwklokje". Je raadsel kan ik best gebruiken, hebben jullie hel samen gemaakt? Kr. is nu zeker althuis? Jammer, dat je in 't vervolg maar eens in de maand schrijft. „Viertal." J. ge feliciteerd met je verjaardag. Wat een fijne cadeaux. Ik ben maar blij, dat ik ook niet moest lezen, wat op dat papier tje stond. „Bellefleur". Ook nog gelukge- wenscht hoor! Ja, Sint wist zeker wel, dat je ze goed kon gebruiken. Dat boek Als ze moeilijk zijn en je ze dan toch vindt, dat lijkt me echt prettig. „Ceder". Ben.je een broer van het Mulderinnetje? Ik had je wel eens willen hooren. „Juffertje in 't groen". Nu met de vacan tie kan je 'tmooi leeren. Hoe is 'tmet de zieken? Dat zal een gezellig Kerstfeest worden. Resida". Natuurlijk is 't goed. Ga je deze raadsels ook weer oplossen? Terneuzen. „Theeroosje". Schrijf je er de volgende keer nog wat bij? B. v. over 't Kerstfeest? Middelburg. „Wildzang". Je kunt dat postpapier wel goed gebruiken. Aan de kleur zie ik het al dadelijk, als jou briefje er is. „Blauwoogje". Ja, St. Nicolaas heeft heel wat papier noodig, maar je had het raadsel goed onthouden. „Robbedoes". Wat zullen jullie in span ning gezeten hebben dien ochtend. Ge- lukkig dat het nog maar op tijd kwam. i „Blondje". Wat een mooi papier, 't Is echt voor een Kerstbriefje. Er is dus al heel wat uit. Hoeveel was er iu? Serooskerke. „Landkrab". Neen, dat denk ik ook niet, dat 't daarom was. j Hoe vindt je den prijs? Nu komt hij dus 1 toch nog. j W a ar d e. „Klokcinia". Prettig, dat je je brief zoo vroeg stuurde. Ga je nog uit met de vacantie? „Vallata". Bijna had ik je naam v.erkeerd geschreven. Je 1 oplossingen waren nog op tijd hoor. „Meidoorn". Nee, 'tkomt niet doordat je telaat was, maar er zijn er zooveel, hé? Vrou we*p older. Duindistel". Ja, lukkig niet. Nu heb je mooi tijd voor de raadsels. „Vogelmelk". Wat prettig dat je nu ook meedoet, doe maar goed je best, dan krijg je vast nog wel eens een prijs. Oostkapelle. W. L. Zoo is 'tnatuur lijk ook goed, als je vader dat beter vindt. Een briefkaart is gauw vol. „Klaver bloem". Dat is dan wel de echte Sint geweest. Voor jou heb ik er maar een troostprijs bijgedaan. „Luistervink". Wat een lange brief, zeg! Je krijgt nu toch al twee boekjes, hé, daarom je broer tje ook maar wat. Driewegen. „Parel". Dat is een mooie - beteckenis. Je had geen beteren naam kunnen bedenken. Baarland. M. E. Je hemt dus toch een trouwe oplosser, al schrijf je dan niet iedere week. Gro ede. L. P. Je 'had heel wat te schrijven aan die raadsels. Kan je ze nog al gauw vinden? Kapelle. „Patrijs". Dit is wel prettig dat je die lei kreeg, vooral met de Kerst dagen. „Sneeuwwitje." Wat zal dat een teleurstelling voer je geweest zijn, maar nu kan het ook nog wel prettig zija hé? Doe je ouders de groeten maar. Gapinge. „Roseunar e"Je raadsel hoop ik eens te plaatsen. Je schuilnaam stond er niet bij. D t is toch wel goed? Meliskerke. „Gooidsbloem". Harte lijk gefeliciteerd. De mijne is tien maan den later ,en dan nog 7 dagen er af. Oudelande. J. M. J. Heb ik 'tzoo goed gedaan? 'kBen bang dat ik an ders een standje van je krijg. „De twee zusjes". J. O. J. Je hebt er wel een heele week werk aan gehad. Nu hier is 'took koud hoor. C. J. J. Ze hebben dus goed om je gedacht. Wras t' prettig bij Grootvader? Kapelle. „De Zwijger". Dank je voor 't raadsel. Ik had je haast vergeten. En „De Zwijger" kan 't natuurlijk ook niet zeggen. H an s weert. „Broer en Zus". Ja, als je ziek bent, kamt er niet veel van op lossen. Jullie briefje heb ik ontvangen hoor! „Zwarte Kees". En ben je al weer wat beter? Is het de bedoeling j dat ik juli e samen moet beantwoorden? I Wemeldinge. „Hartediefje". Je mag j de raadsels voor de jongeren er wel bij doen, maar 't hoeft niet. JEek- hoorn". Ik hoop, dat ze allemaal tevredeD j zullen zijn ,want 'tkan toch nieit anders 1 hé? „Atencia". Heerlijk hé, zoo'n klein j broertje? Ik zou hem oek wel eens willen zien. „Draaitol". Ik vind 'teen mooi raadsel, 't Heeft zeker wel wat moeite j gekost, ©er 't klaar was. „.Watergeus". Maar wat is dat nu, je mag best met de jongeren meedoen! Dan doen jullie 't maar samen. „Lelie". Lange brieven zijn altijd prettig. Zeker, zijn er nog on- j derc ais ]ij. Ren je nu tevreden? O- B. Wat. een groote plannen heb jij. Ga maar flink aan den gang, wie weet wat je dan nog eens wordt. Een raadsel wil ik nog wel eens helmen. Kruining©n. „Zeeman". Dat zal wel een mooi boek zijn. Wat kim je zusje nu fijn spelen. „De kleine Landman", 't Is al zoo lang geleden, dat ik je niet meer durf te felic'teeren. Ben je de jong ste thuis? „Zus ©n Broer", 'tls een vergiss'ng geweest hoor, jullie stonden er ,wel in, maar onder Grijpskerke. Is 't 'nu beter? „Nachtegaaltje." Ja, hier zijn er ook erg veel ziek. Doe maar 'goed je best met 't schrijven, dan zal 'twel gaan. „Amice." Heb je al veel gemaakt? Er waren erg veel neefjes, di© dat gekregen hadden. „Bloemen- meiiske." Dus ook al jarig geweest? De Sint heeft dus wel goed om je gedacht. „Florie's kind." Ben je soms ook i al ziek. Samen kunnen jullie ze zeker wel raden hé? Ann a-P a u 1 ow na. „Noordst r" 'tls zc-ker wel koud, daar in 'thooge Noorden? Goes. „Bellefleurtje" Je mag ze inzen den wanneer je wil, homj! Prett g hé, dat je ook naar 't Kerstfeest mag. I. J. E Ik geloof wel, dat jij 'tgoed had. Was 't raadsel van deze week te moeilijk? „Kiaproosje." Waarom ben ie bij mij ook niet komen stroo'en? J. Z Je hebt ze dus weer allemaal kunnen vinden. „Leergiaag." Dan kan je nu al mooi be ginnen met d'e zaag. Je oplossing was toch goed "hoor. „Erica Als je bij do oplossingen kijkt ,zal j© wel z en, dat 't toch niet zoo heel moeilijk was. „Boschviooltje." Toeken je graag? Nu je S ©en mooie cassa hebt, moet je voor mij ook maar gaan sparen, of is 't zooveel nog niet? Glad olus". ,Zoo is 'tgoed j hé, je briefje kwam de vor ge keer juist te laat. Toen kon 't niet meer veranderd. 'sH. Arendskeirke. „Kaboutertje." Ik hoop ook dat je toch een prettig Kerstfeest zult hebben. Hoe is 't met Grootvader? „Kindervr'endin." Hou jij zooveel van kinderen, miss 'hien kan je dan mijn plaatsvervangster wel eens wor den. „Spring in 'tVeld." Jullie zijn allebei welkom. Er is nog wel een plaats je over. „Ijsvogel." Wat een mooie ïeekening is dat g worden. Ja, 't K rs feest van de Zondagsschool is wel prett g. „Viooltje." Ook al een raadsel gemaakt. Dank je wel hoor! Ja dat spelletje heb ik ook wel eens gedaan. „Animo." Wat een knap zusje heb jij, zeg! Wil je andere zusje ook niet meedoen? „Vlin dertje." Vind je het prett'g om in Goes to gaan wonen. Erg dicht woon ik er niet bij. „Jasmijn." Ben je prettig uit? Nu heb je zeker geen tijd om je briefje- te lezen, of zou 'twel meevallen? Kra bbendijke. „Sloutelb oenpje." Hoe is 't met de zieken. En wat dien datum betreft, het is de 22e van de Wijn maand. „Fazant." Ik krijg 'tmaar get- makkelijk met al die raadsels. Ik zal het er wel eens in zetten. Ja, je moet zuinig zijn met je fiets. „Kruidje roer me niet." Dat vind je zeker wel gezellig, dat F. iederen middag komt. Ik kom ook nog ©ens. „Kamperfoelie." Jullie doen 'tdus om de beurt, 'tziek zijn. Ik zou 't liever tegelijk doen. „Made liefje." Je werk z et er nu zeker wel keurig u t? Ben je al heelemaal beter? „Dahlia." Waar heb je dat versje in gelezen, of heb je 't soms zelf gemaakt^ 'tls echt leuk hoor! „Luistervink." Felic'teer je zusje maar van mij. 'tls een aardig raadsel geworden. N a k o m r t j e s. „Violien." Hartelijk gefelic'teerd hoor. Ik wou je wel ©ens hooren spelen, anders kom je maar eens hier. Koudekerke. M. M. de Ruyter. Wat zal dat een feest geweest zijn. Je was bijna te laat hoor! Oudelande. „Pareltje." Ik kan het niet erg goed hoor. Je zal 't mij eens moe ten leeren. Goes. „Leesgraag." Misschien wil zd wel met de jongeren meedoen. Plezie rig© vacantie. A. L. Je was de allerlaatste, miaar toch nog niet te laat. „Henri Ford." Dat is op 't nippertje zeg. Kan je een andere keer wat vroe ger? Nu nog de raadsels en dan ben ik weer klaar. 'tZijn dit keer geen prijs raadsels. I. Voor de grooteren. Mijn geheel bestaat uit 37 letters. 8. 21. 22. 34. 31 was een koning van Israël. Een 7. 9- 34. 2. 11 is een nuttig dier. 20. 13. 17. 20. 6- 27 was een richter. 4. 8. 14. 13. 12- 30 was een profeet. 1.3. 36. 10. 29 is een plaats op Wal cheren. 28. 25- 26. 24. 5. 19 is de hoofdstad van Oostenrijk. Voor een kerstbrood heeft inen goed 15. 18. 23. 35 noodig. 16. 32- 37 is een getal. 33 is een h. (Ingezonden door O. H.) II. Voor de jongeren. Mijn geheel bestaat uit 19 letters. Voor 't Kerstfeest spreekt men veel .van donkere 15. 16. 8. 2. 19- De lmrfors, die de nachtwacht hielden over hunne 10. 4. 15. 1-5. 2 zagen plot seling een menigte van 2. 19- 1. 9. 3. 18. 19. En als de herders heengingen naai' Bethlehem, vonden zij het 5. 7. 19. 15. 18. 6. 11 liggende in de kribbe. Wijzen uit 'tOosten d e de 13. 14. 11. 12 gevolgd waren, brachten het kindje mine, wierook en 17. o. 4. 15. De hartelijke groeten van TANTE- DOL LIE. De Bijbel aan onze kinderen. Vorige week wees ik er op, welk een duro belofte Ckristen-ouders teil aanzien van hun kinderen in de ure des Doops hebben afgelegd. Ze zullen niet alleen hun kinderen doen onderwijzen, maar ze ook zelf on derwijzen in de leer der Heilige Schrift. En daarom moeten wij, ouders, de kinde ren vertellen telkens en telkens weer, do oude bekende geschiedenissen, zóó dat ze. hun eigendom worden. Daarmee kunnen we gerust vroeg begin nen. De meeste Bijbelverbalen zijn zóó een voudig,» dat een klein kind ze kan begrijpen. En, moeders, zeg nu niet ik kan niet vertellen. Kinderen luisteren al gauw en als ge 't maar probeert, dan gaat het best. ;-v Vertel in deze dagen maar de Kerstge- j schiedenis en wat er onmiddellijk op volgt. Ge zult eens zien, hoe de kinderen er u door hun aandachtig luisteren voor zullen be- loonen. De Bijbel is vol van geschiedenissen, die de kinderen altijd weer opnieuw mooi vinden. Als ze dan op Christelijke school en ca techisatie gaan, terwijl ze nog telkens bü de maaltijden uit den Bijbel hooren vóórlezen, dan kunt ge met recht verwachten, dat ze thuis raken in het Woord van God. Is het niet onze Heere Jezus Christus, die het zegt: „Onderzoekt de Schriften, want die zijn het, die van Mij getuigen?" Doe dat ook in deze dagen en ge zult onder den zegen Gods waarachtig Kerstfeest viereh. Kerstversleringen. Kerstfeest is het huiselijke feest bij uit nemendheid. De kinderen, die buiten het gezin vertoeven, komen graag „met Kerst" thuis, om eens deze echt-prettige dagen van huiselijke gezelligheid mee te vieren. Door middel van kleine versieringen in de kleuren rood en groen, een aardige ge dekte tafel, terwijl ook in de verlichting het rood domineert, kunt ge het in de kamer zoo intiemgezellig maken. Dit alles kan men gemakkelijk bereiken met wat hulst en rood papier en rood lint, hetgeen ook van papier te krijgen is. Kostbaar is dit in 't geheel niet en daardoor onder ieders bereik. Ver siert men de lamp met een takje hulst, aan gebonden met rood lint, plaatst men hier en daar vaasjes met hulst met een rood strikje om het vaasje en brengt men een stukje rood vloeipapier om den brander van de lamp aan, dan voelt men bij 't binnen komen in 'tvertrek: hier heerscht een blijde feeststemming. Recepten. Oliebollen. 400 gr. bloem; 2Va dl melk, 3 eieren, 50 gr. gist, 5 gr. zout, 200 gr. krenten, 150 gr. rozijnen, 50 gr. sucade, 12 zure appelen. Klop eieren en zout, voeg de bloem toe en, langzaam, de lauwe melk. Besla dit flink. Wasch de krenten en rozijnen, ver meng de gist met 2 theelepels witte suiker lot ze vloeibaar is en voeg ze dan, even als de krenten, rozijnen, fijngehakte suca de en gesnipperde appelen toe. Laat het beslag 1/2 uur rijzen. Neem een lepelvol van het beslag, laat het in kokende olie of kokend frituurvet langzaam gaar en bruin worden en plaats de oliebollen even op een stuk grauw papier. Bisschop. In een flesch rooden wijd, die verdund is met een kwart liter water, laat men een stuk pijpkaneel en een met kruidnagelen bestoken citroen (een zooge naamd stekelvarkentje) urenlang trekken. Men kan daartoe een chocoladeketel, waarvan de tuit goed is afgesloten met kurk of prop, gebruiken .Men voegt suiker bij naar smaak en presenteert de bisschop zoo warm mogelijk. Eenige wenken. S c h i 1 de r ij e n, die tegen een vochtigen muur hangen, kan men vrij afdoende tegen de inwerking van vocht beschermen, door den achterkant te voorzien van schijfjes kurk (van een gewone flesschenkurk gesneden). Op deze wijze wordt de schilderij een eindje van de muur gehouden en heeft de lucht gelegen heid er achter langs te circuleeren. Bloemvazen met een nauwen hals worden goed schoongemaakt door er warm water in te gieten en daarbij wat kranten- snippers te voegen. De snippers halen al het vuil er uit. Wist u dat zeep er beter op wordt, wan neer ze blijft liggen Koop dus gerust, in den uitverkoop bijvoorbeeld, een heeleboel stuk ken tegelijk. Een goed bestrijdingsmiddel tegen hout worm is, het hout te wrijven met was, die vermengd is met flink wat peper. Men moet zorgen dat deze gepeperde was goed in het hout trekt. Daarna strijkt men er met een watje een laagje meubelpolitoer (bij den drogist verkrijgbaar) overheen. v

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 7