R O N EH UB ZEEUW Voor den Zondag. JKAM-MASSE1 feuilleton. MARV ST JOHN. dverzekerin g-Verpleegsters HET ADRES A. WILKING Kerknieuws. ZoeklicMjes. 'EDE BLAP* SOORTEN kken-Verzekering TVANGEN: d, Scheurkalenders ei Almanakken, n Nieuwjaarskaarten genade bij god. HOORN, Wemeldinoe zichzelf. erceel Weiland, insverzekering gd 18000 Gulden, r Nieuwe HAV Bank d loopende 2/3 pers (zonder gebreken). /ictorla Motoren -VERZEKERING r Nieuwe HAV Bank, tte Dienstbode) 4 kinrl - levV0™d van geest was als een I wac 'or,a 1Z1/ ^an nature verlegen en zacht I vond u vereering, die zij: opden, i i i n *-r~ jezus-verlangen. kerstfeest en kerstboom. Schrale huid? Kloosterhalsem helpt direct arbeid en karakter. vervaardigen van VAN et vervaardigen van eaten, Jumper a, PU||'* nsterjaptmnten Japon, aai», Heerenvesten' iy-iileeiiling, enz. 1 2 dagen geleverd oodig wordt hierbij aulp verleend. [zaterdag 18 DECEMBER 1926, No. 68. liM| ïde ie keuze voorhanden. GOES. Telef. 18| age premie. |R NIEUWE HA V BAIIK naast Postkantoor, GOES Gij hebt genade bij God ge vonden. Lucas 1:30. Men kan niet beweren, dat wij Gere- I formeerden veel over Maria, de moeder des Heeren spreken, noch dat onze be- lansstelling zich bijzonder richt op deze Begenadigde onder de vrouwen. - Dat wekt vooral verbazing m onzen tijd, I waarin ook de Christenvrouw zich haar bijzondere roeping al meer bewust gaat worden. En nu zou men verwachten dat haar thlik zich vooral zou richten op Maria als 't schoon voorbeeld van een echt ge- loovige vrouw, die verwaardigd werd tot de hoogste taak, waartoe God de mensch- heid bestemd had, om, naar het vleesch, den Middelaar voort te brengen; en tege lijk tot het hoogste offer, dienstmaagd des Heeren te zijn in heilige overgave van a In haar Lofzang had Maria voorspeld: i Van nu aan zullen mij zalig spreken al de geslachten" beweer ik te veel als ik zeg, dat ons geslacht aan dat zaligprijzen niet luid-op mee doet? ,Ge 1 gevoeltdaar moeten redenen voor zijn. Ik noem er twee. Ten eerste: Menschen kunnen ons niet zalig maken; ook Maria niet: Maria is er om Jezus. Wie Maria zoeidj, do echte, die vindt Jezus. In Nazareth is het niet, maar in Bethlehem. Zoozeer is zij dienstmaagd des Heeren, dat zij alle aandacht saamspant op haar Jezus, en voor Hem slechts plaats vraagt. Ja, zij heeft haar Zoon leeren verliezen om haar Zaligmaker te- vinden. Hij moet wassen, fij minder worden. Ten tweede: Wij zijn altijd bevreesd in den bedwelmenden rook der Roomsche Maria-vereering terecht te komen. De ootmoedige maagd van Nazareth wordt Koningin des Hemels gemaakt; de moeder van Jezus, de moeder Gods de z o n d a r e s wordt een heilige; de dochter der genade wordt moeder der genade; de verloste, voorspreekster in den hemel. De H. Schrift laat slechts even een lichtstraal van genade vallen op Maria de Roomsche Kerk omhult haar hoofd met een stralenkrans van heiligheid. De religie wordt meer en meer Maria-dienst. Moeten wij nu over Maria zwijgen, uit vrees dat zij de glorie van haar Zoon ver- donkere? Of zonden we daardoor niet te kort doen aan de eer van God, die haar door engelenmond liet prediken: Gij hebt ge nade hij God gevonden? 'Wie Maria dan ook als „begenadigde" leert zien, enkel maar als „begenadigde" die zal met haar den Heere als Zaligmaker roemen. Blijft het niet een ondoorgrondelijk mys terie, waarom God juist deze eenvoudige timmermansbruid verkoos, opdat haar moederschap den raad der verlossing zou dienen? Bij de aankondiging der geboorte van Johannes den Dooper beweegt alles zich nog in de officiëele religieuse sfeer: in Jeruzalem op Sion, in den tempel, in het heilige, bij het altaar, bij het offer; en de hoofdpersoon is een priester in den dienst van zijn ambt. Als nu zoo reeds de aankondiging van den Voorlooper geschiedde, in welken knng zou dan wel die van den Koning plaats vinden? Zoudt ge niet venvacht hebbenrecht streeks aan den Hoogepriester en in het heilige der heiligen? En zie nu, de sterke Held Gabriël gaat naar een dal, van de beschaafde wereld vrijwel afgesloten naar een stadje, dat ner gens in het Oude Testament voorkomt; naar een landelijk huisje dat zich in niets VfV anc'ere onderscheidde, maar dat stellig heel sober ingericht was, in dezen OEN-VERZEKLRING. ling van alle gestort; sn bij vooi overlijden, igen en tarieven verstrek NTOOR H A V BANK. naast Postkantoor, Gen tien bij inschrijving i aardshoek, onder 's-Hw ideren, groot 154.40 Hl pacht bij wijlen A. i zulks voor de pachtjaret en met 1931, eigendoa Burgerlijk Armbestuir ringsbiljetten worden it ot Dinsdag 28 Decembti amiddags 3 uur, ten kan len Notaris A. TH. VEF.f- Joes. ledige wettelijke telijk heidsverzekerii) irrijders f 20.per jai )R NIEUWE HAV BANK naast Postkantoor, GOES DE GELDBELEGGING, gd 7 8000 Gld, ige rente, als le Hyp# sen perceel uitmunten^ met zeer ruime over elegen midden Z. Bevt ven met opgave van ver ite te richten letter A ureau van dit Blad. coulant, concurreereno inlichtingen en tarievet NTOOR HAV BANK naast Postkantoor, GOES YPOTtf EEK. aotheek op ongeveer ik Bouw- en Weiland >p Zuid Beveland, Geen tusschenpersonee ingen met renteopgaw to „HYPOTHEEK' ser eourant. naast Postkantoor, GOES •op voor spotprijs E HEIJBOER, Goes •chaffing van krakte' te k o o p i P. X. op wagen. KUZEE, Smid, Nieuw sland. naast Postkantoor, GOES W. L. B. J. DEKKEK Gemeente-Gasthuis te kunnen worden. Zich aan de Directrice H. SIPMA Mei a.s. gevraagd niddelbaren leeftijd, W i. JOHs. VAN WINGED B.) 111.) Uit hef Engelsch. o- i.l had Diana in rijtoilet gezien, maar J vond haar veel schooner in haar don- "auwsluitende serge japon, terwijl zij sUiv.ii vestibule bewoog. Zij was een vnn,.u S(jj00u meisje, met het lage breede ri- de classieke gelaatstrekken, mi„ en Grieksche beelden ziet; I cvonI T was kouds aan haar; inte- tio- was z°° vroolijk en levenslus- meisio\!fei1 ^aar van een J'0118' oez0nd "irnsje kon verlangen. I in hal ■'eu§dige leeftijd viel niet terstond baar ^ad iets gebiedends en zplr(ii.r,n^ ®e 'd met vreemden gaf een Mam n,.emst aan hare manieren. Maar I mnruL 18 e<?j1 scherpen blik bezat, be- en L sPoed1Sv dat zij nog zoo frisch I Hopt,- )fr ..^strekt geen kwaad deed. I- van dn tiZ?i in werkelijkheid meesteres Izoowaï afa11, was'.en ziJ hare ouders, als de bedienden regeerde, was uithoek van het land: naar een maagd, van wie de menschen buiten Nazareth nooit gehoord hebben. De eenvoudige handwerksman Jozef is blij, dat zij zijn vrouw wil worden, maar verder dan het dal en het bescheiden brood strekken zich hun beider wenschen niet uit. Daar waren wel andere meisjes in' hel H. Land, in ons oog veel beter geschikt voor deze grootsche roeping, jonge doch ters van hoogen rang en stand, van fijne beschaving, van rijke begaafdheid, van sprankelende genialiteit misschien. Maar neendeze zou het zijn, da onbekende, nochtans de Gezegende ondei de vrouwen. Waarom? Omdat de Heere ook bij hel inbrengen van den Christus in de wereld wilde toonen dat het alles genade was, louter e genade. In de keuze van Maria ziet ge de j absolute souvereiniteit van onzen God uit- blinken, de vrije gunst die eeuwig Hem j bewoog. Het hooge en groote ging de Heere I voorhij. j Rijken heeft hij in hun waan ledig weggezonden. Maar de nederigheid Zijner dienstmaagd zag Hij aan, opdat geen vleesch zoude roemen voor Hem. Maria was en bleef enkel maar „be genadigde". En de eenige reden dien de Hemel haai openbaart, waarom de keuze op haar viel, is: zij heeft genade bij God gevonden. Alles genade, onverdiende zaligheid. De onmacht van het genereerend „en barend menschengeslacht, was eeuw aarl eeuw gebleken. Want niet één reine was er uit onreinen geboren, niet een ver losser uit zondaren. Alleen vrije genade Gods zou rédding brengen in den Christus. En deze zou in alles geschenk van Gods genade zijn. Genade bij God gevonden, dat is het wonder geheim van de Moeder des Hee ren in haar dienstmaagdsgestalte. Genade bij God gevonden, daarin alleen ligt nog de grond der hope voor allen die dezen Jezus met waar geloof aan nemen en in Hem alles hebben wat tot hunne zaligheid van noode is. Daarvan roemde de Begenadigde in haar lofzang: Zijne barmhartigheid is van ge slacht tot geslacht over degenen die Hem vreezen. Genade alleen verlost. Mijn leven is Uw licht: mijn doen, mijn derven, Mijn' hope, mijn geluk, Mijn eenigste en mijn al, Wat kan ik zonder U, Als eeuwig, eeuwig sterven? Wat heb ik zonder U, Dat ik-beminnen zal? Laat alles zijn Voorbij, gedaan, verleden, Dat afscheid tusschen ons En diepe kloven spant Laat morgen, avond, al Dat heen moet, henen treden, Laat Uw oneindig licht Mij zien, in 'tVaderland! Dan zal ik voor O neen, niet voor Uw oogen, Maar naast U, nevens U Maar in "U bloeien zaan1); Zoo Gij mij, schepselken, In 't leven wilt gedoogen, Zoo in Uw eeuwig licht Me Gij laat binnengaan. GUIDO GEZELLE. x) zaan: weldra. voor Manufacturen Dames-en Kinder confectie Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen is GOES HULST haar dwingelandij toch vol liefde en als het noodig was onderwierp zij zich zoo gehoorzaam aan den wil harer ouders, als ware zij nog een klein kind geweest. Vroeger was zij zeer vroolijk en uitge laten geweest, en zoo wild en dartel als een veulentje; maar de dood van haar eenigen broeder, den metgezel van haar jeugdig leven en slechts enkele ja ren ouder dan zij, had een schaduw over haar vroolijkheid geworpen en haar over het geheel iets ernstigs gegeven. De slechte gezondheid harer moedeT hadden haar eveneens bedaard doen worden. Mary ont dekte den onderliggenden ernst van haar karakter en stelde daardoor terstond meer belang in haar. 1 „Ik heb u meermalen zien rijden", zeide Mary haar best doende het meisje in het gesprek te halen; want tot nu toe had alleen Sir George gesproken, ter wijl zijn vrouw zoo nu en dan een vrien delijk woordje in het midden bracht. Hij antwoordde ook nu in haar plaats, want Sir George was iemand, die gaarne het geluid zijner stem hoorde. „Ja, Di heeft ons u het eerst gewezen. Dat is onze nieuwe buurvrouw, Miss St. John!" zeide zij eens, en toen waren vrij verwonderd wie het kind zou zijn. Dus zal uw broeder hier tijdelijk de pre dikantsplaats vervullen? Nu een kleine In het Maandblad ter bespreking vaü de belangen der Gereformeerde Zondags school, waarschuwt de redactie tegen het gevaar van verwereldlijking van het Kerst feest. Herinnerd wordt aan de zesde Confe rentie van Zondagschoolonderwijzers en -onderwijzeressen van de Nederiandsche Zondagsschoolvereen. in 1917 waar reeds een ernstig getuigenis werd gegeven tegen de tegenwoordige Kerstfeestviering in het algemeen en tegen den Kerstboom in het bijzonder en waar de referent de vraag stelde: „Moeten de Kerstfeestvieringen gehand haafd blijven, of dient er "iets anders voor in de plaats gesteld te worden op een anderen tijd?" Op de vraag: „Wat beteekent het Kerst feest?" werd het antwoord gegeven: ,,'tls het gloren van het licht in dgn duisteren nacht; 'tis het begin der verlossing." Voor de wereld is het Kerstfeest van de hoogste beteekenis. 'tBeste bewijsvoer verwatering is de aanwezigheid van kerstboom en in café's. Had de chris ten het Kerstfeest maar heilig gehouden! Wat is het geworden? .Indien we in het hart der kinderen konden zien: een verlangen .naar chocolade en een boekje, en die heerlijke kerstboom! Maar is dat nu bevorderlijk aan de viering van het Kerstfeest? En hoe staat het met de orde bij die feestvieringen? Is die dag ook een examendag geworden? Die kerstverhalen met al die bekeeringen kun nen we best missen. De Kerstfeestvierin gen doen aan het Kerstfeest schade. 't Kerstfeest is langzamerhand gewor den een 2e St. Nicolaasfeest, een cadeau- tjesdag, ofwel een boom feest. In de Jodenbuurt, in café-chantanits vindt men reeds den kerstboom, 't Is meer dan tijd, dat de Kerstfeestvieringen herzien of terzijde gesteld worden. De Kerstgeschiedenis moet meer tot haar recht komen. De zegen Gods wordt dan zeker meer ervaren." Vervolgens wordt er op gewezen, dat bij Kerslfeestvieringen liefst geen anclere verhalen moeten worden verteld. In die z.g. Kerstverhalen komen allerlei wonderlijke en schokkende dingen voor. En in de Kerstgeschiedenis is alles zoo sober. Het eenvoudige kleed wordt hier door Jozefs veelkleurigen rok op zijde gedrongen. Naast de Kerstgeschiedenis behoort het Kerstlied. Het zingen is voor de kinderen mede het aangenaamste van het feest. En voor de ouders vaak hot meest treffende. Wij hebben vaak gezien, dat een moeder met ontroering lu:stcrde naar dat veelstemmig gezang der kinderen. Laten de onderwij zers van het lied een rijk gebruik maken, 'tls zuik een krachtig Evangelisatiemiddel. In plaats van die romantische Kerst verhalen van ongelukkige kinderen en dronken vaders geve men meer plaats aan een ernstig woord tot de leerlingen, die de Zondagsschool verlaten. Meer ruimte vooral ook aan een opwekkend woord tot de ouders om de kinderen te helpen in het leeren voor tte Zondags school, en om zelf ook hot Evangelisatie- lokaal of de kerk te bezoeken. Zoo zal dei Gereformeerde Zondags school haar feest sober en eenvo-udig houden. Op menig Zondagsschoolfcet-t wordt alle aandacht aan het uiterlijke gewijd doch de parel van groote- waarde wordt er geheel gemist of gaat althans schuil onder allerlei afleidende dingen. Op de Gereformeerde Zondagsschool glanze en strale- zij. Anders is onze school niet wat zij h e e-1. En gaan vele kinderen dan van ons heem, omdat ginds een Kerstboom is en daar meer getracteerd en rijker uitge deeld wordt, laat dat nie-t hinderen. 'tls ons met de Zondagsschool niet te doen om de gunst en goedkeuring van kleine en groote menschen. 't Is geen win kel, waar men zoove-el doet als mogelijk is, om de klanten te houden. Zij het ons te doen om de gunst en de goedkeuring, om den zegen Gods bij verandering van spijs zal ons niet scha den. Mr Champneys schrijft goede pree- ke-n, maar men kan kan er toch niet wakker bij blijven. Hij preekt altijd tegen het Socinianisme en het Arianisme der negentiende eeuw. Ik weet niet veel van die godsdienstige vraagstukken, en kan dikwijls niet be grijpen wat hij meent; maar mijn vrouw is het meermalen niet met hem eens." „Er is geen warmte in zijn preeken, zij zijn zoo koud en levenloos!" zuchtte zij; „zij herinneren mij altijd aan de doodsbeenderen in Ezechiël! Tot welke partij behoort uw broeder? Ik hoop, dat hij niet in eenig uiterste vervalt." „Maurice is een zeer goed predikant, maar hij stelt er zijn eer in, dat hij tot ge-en enkele- partij behoort; hij1 is sterk tegen alle bekrompenheid en onverdraag zaamheid. Ik hoorde hem eens zeggen, dat deze partijschappen hem altijd deden denken aan scheuren in een ongezoomde japon! Hij houdt veel van het oude en is een bewonderaar van Hooker en George Herbert I" „Dat klinkt goed, dat klinkt goed") antwoordde Sir George zich in de handen wrijvend. Hij was niet zeer bekend met Hooker, maar het was zijn -gewoonte Zon dagsmiddags boven de „Church Porch" van George Herbert in slaap te vallen; ons werk. Dat Zijn Naam er door ver heerlijkt en de komst van Zijn koninkrijk er door bevorderd worde. Daarom moet gij uw Kerstfeest niet opluisteren, maar opheffen, tot het gees- telijk peil. Vertel uw kinderen van den Heere Jezus. Laat op uw feest de lof des Heeren uit kindermonden worden bereid. - Predikanten op huisbezoek. Een lezer schrijft in de „Wekker", het or gaan der Chr. Geref. Kerk in Nederland, o.m. het volgende „Een oud bekend spreekwoord zegt: waar het liart vol van is, daar loopt de mond van over. Welnu, zoo staat het er bij mij voor, ten opzichte van het huisbezoek door onze predikanten, die toch niet alleen Leeraars maar ook Herders behooren te wezen. „Het huisbezoek wordt toch door het mee- rendeel van Ken behoudens uitzonderingen, zeer verwaarloosd. De reden hiervoor is m.i. te zoeken in de omstandigheid, dat onze predikanten te druk zijn of zich te druk maken met vele andere aangelegenheden, om ten slotte het huisbezoek als een bijkomstige aan gelegenheid te gaan beschouwen, om dat werk eens te verrichten, als ernog tijd voor te vinden is. „Naar mijn bescheiden meening is dit ver zuim, zooal niet de eenige, dan toch een van de oorzaken van de verwording der Kerk en werkt het verlammend niet alleen op de .leden, maar ook op de ouderlingen. „Het is toch voor de laatsten niet aange naam bij het huisbezoek op de vraag-, waar om de Dominee niet eens op huisbezoek komt, te moeten zeggen en dat telkens te moeten herhalen: „Ds is veel te druk". „Dunkt u, dat de Heere ook met zuik een verontschuldiging genoegen zal nemen? Het zal, dunkt mij, niet moeilijk wezen om deze vraag met Gods Woord in de hand ontken nend te beantwoorden. „Mocht daar eens verandering in komen, dan zoude daarvan niet alleen de Kerk, maar zouden ook de Herders en Leeraars zelf zeker de rijkste vruchten genieten. „Blijft men evenwel voortgaan dit zoo be langrijke werk toch na te laten en derhalve tegen licht eu beter weten in, in cfezen weg der ongehoorzaamheid te wandelen, dan vrees ik, dat de Heere hierover zekerlijk Zijn toorn en gramschap zal doen ondervinden". Docent F. Lengkeek, van de Theol. School te Apeldoorn, voegt aan bovenstaande beschou wing toe: „Wij zijn het geheel met den ge- achten inzender eens". G eref. leven in Duitsch- land. Vanwege het Comité tot verster king van het Gereformeerde leven in Duitschland, zijn drie Duitsche Theologi sche studenten in staat gesteld, aan de Vrije Universiteit en de Theologische School hier te lande de colleges te volgen, teneinde op de hoogte te komen van de Gereformeerde Theologie. Tegen lijkverbranding. Een voor de orthodoxe Zuid-Afrikaners pijn lijke plechtigheid is de plechtige bijzetting der urn met asch van miss Emily Hobhou- se te Bloemfontein geweest. Ds T. Ha- mersma, de grijze prediker van Colesberg, schrijft in zijn unieke Afrikaansch o.m.: „Dit het my erg gehinder, dat daar so baie van ons ernstige en streng godsdien stige Afrikaners agter die urn met as te Bloemfontein aangeloop het. Straks sal met Dingaansfees weer oral in ons land aan ons mense voorgehou word, dat hul tog moet vashou aan die tradiesies en die beginsels van die ou voortrekkers, wat met die Bybel op die voorkis die wildernis in getrek het, en nou was ons mense uitge- nooi tot iets wat heeltemal niet by ons Afrikaners 'pas nie. Ek het alle agting vir die werk en die toewvding van die held haftige en liefdevolle dame Emily Hob- house maar .nou sy haar lyk laat verbrand het, moes ons liewerster 'n standbeeld vir haar opgerig het. Dan was ons in die lyn gebly, en het ons niet nodig gehad, nie, om aan die ,pynlike" plegtigheid deel te neem nie Het boe-k van Adams geslacht, van Adam, die .naar de gelijkenis Gods ge maakt was, is vol van donkere- bladzijden. Door de zonde is de dood in de we reld ingekomen en zoo is het geslachts register in Genesis 5 tevens een lange en sombere doodenlijst. Adam lc-afdeen hij stierf. Seth leefdeen hij stierf. En zoo gaat het door, eeuw in, eeuw uit. En hij stierfdat is het einde van elke levensgeschiedenis. Maar, Gode zij dank, aan den dood is niet het laatste woord. Jezus Christus is in de wereld gekomèH en Hij is gestorven, maar zie, Hij leeft. Hij heeft de-n dood overwonnen. En als vrucht van Zijn sterven en op standing kan de ziener op Patmos, als hij ziet d-en nieuwen hemel en de nieuwe aarde, waarin -de door de zonde verstoor de -gemeenschap tusschen God en den m-ensch is hersteld, schrijven: „En de -dood zal niet 'meer zijn, noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn." OPMERKER. het was zoo goed als een slaapdrankje voor hem. Eens had Diana slim de „Chris tian Year" van Keble er voor in de plaats gelegd en toen was zijn rust ver stoord geworden. „Augusta, het zou mij niet verwonderen, als Mr St. John een man naar uw hart was, het model van een plaltelandspredikant." „Hij is zeer ernstig en leeft voor zijn werk", antwoordde Mary, die .nooit ge noeg kon zeggen tot lof van haar broe der; en toen begon zij met deze vrien delijke menschen over Brotherton te pra ten. Zij bemerkte spoedig, dat hoewel Sir George rusteloos werd en het een ellen dige plaats noemde, hij toch niet on verschillig was voor een hervorming al daar, en zelfs bood hij terstond een briefje van 20 pond aan om een vergaderzaal in orde te brengen; maar hij bleef ge- ruimen tijd met Mary redetwisten over de wenschelijkheid om Josiah Culpepper terstond te verdrijven. Diana hield hare groote .oogen op hen gevestigd, zeide niets, maar dacht onge twijfeld des te meer. „Maar, Sir George, gij pleit toch niet voor verschil van gevoelen naar gelang der standen; Josiah Culpepper maakt de arme menschen eenvoudig bang; oogen- blikkelijke opwinding heeft op opgewon- In het pas verschenen, zeer interessante werkje „Vorming van een eigen karakter" door R. van Duyvendijk, noemt de schrij ver als een der middelen en gelegenheden tot karaktervorming, den arbeid. „Arbèid aldus de Schr. vergt altijd voortdurende overwinning van weer standen. Iedere arbeid is een strijd dien we winnen moeten en die dagelijksche strijd staalt onzen wil en vormt ons karakter even zeker, als het verduren van een hard levenslot dat doen kan. Onze weekelijke tijd biedt bijna geen andere weerstanden dan arbeid. Daarom moeten we dien met kracht aanvatten, om daaraan ons willen en kun nen te meten,-om onzen moed en stand vastigheid te vergro-oten. „Wat waard is, om gedaan te worden, is waard om goed gedaan te worden", zegt een Engelsch spreekwoord. Zoo treffend zijn de woorden van den Amerikaanschen schrijver Puringto-n „Wat een mensch klein houdt, is zijn gewoonte, om het zich zoo gemakkelijk mogelijk te maken." ..Niets gaat tenslotte boven het wer ken als er achter het werk, wat het ook zijn moge, maar een groote liefde zit." „Kies altijd het moeilijkste deel." „Iedereen kan de onderneming, waarin hij werkzaam is verbeteren", zei Carnegie, do stichter van het Vredespaleis. Het gevaar van voor een „uitsloover" of „dienstklopper" gehouden te worden, moe ten we durven loopen, zonder er ooit voor terug te deinzen. Naarmate we in ons eigen dagelijksch werk meer onszelf geven, groeien onze belangstelling en onze liefde ervoor, en dit is van overwegend belang voor onze arbeidsprestatie; proeven hebben aange toond, dat de arbeidsprestatie soms met 200 pCt. toenam, als het liefde-motief er de drijfveer in werd. Het liefdemotief kan er alleen inge voerd worden, als we onze plaats in de maatschappij aanvaarden, als van God bepaald. „Wie zijn dagelijkschen arbeid, zegt Fo-erster, aanvaardt als door God gewild, brengt ook het vervelendste werk in ver band met onze hoogere zielekrachten." Zóó opgevat, vormt de arbeid mee het karakter. DE STAATKUNDIG GEREFORMEER DEN EN WIJ. We staan aan den vooravond van de belangrijke verkiezingen van de Pronvin- ciale Staten en van den Gemeenteraad. Ons Anti-Rev. volk zal in de komende maanden opgeroepen worden om zooveel mogelijk een werkzaam aandeel te nemen aan den verkiezingsstrijd. Verschillende moeilijkheden zullen zich voordoen; er zal weder moeten gestreden worden tegen hen wier beginselen lijnrecht staan tegenover de onze. Vanzelf vragen we ons af, hoe is thans den gemoederen zelden een duurzamen invloed." Mary herhaalde wat zij meer malen van Maurice had gehoord. „Goed gezegd, goed gezegd, lieve Miss St. John; maar laat mij u aan één ding mogen herinneren de lagere standen verschillen hierin van ons; een wasch- vrouw b.v. heeft gaarne, dat haar leer opwindend is; de rustige godsdienst, dien mijn vrouw behoeft, zou yoor haar niet deugen. Hoe kunnen gij en ik weten, welk groot werk Josiah Culpepper mis schien in Brotherton verricht, al kruidt hij zijn rede ook wat al te zeer?" en Sir George wreef zich vergenoegd in da handen, als vond hij, dat hij de zaak zeer verstandig had uitgelegd. Mary zag hem glimlachend aan. „Hebt gé in den laatsten tijd door Bro therton gereden, Sir George?" „Hum, neen. Di en ik nemen gewoonlijk den rechten weg naar Ce-nterton." „Als ge er morgen eens heen reedt, denk ik, dat gij niet zulk een goeden indruk van het werk van Josiah Cilpep- per zoudt krijgen. Aan hunne vruchten zult gij ze kennen niet waar, Lady Vendale?" en toen zij dit gezegd had stond zij nog altijd glimlachend op„ en nam afscheid. (Wordt TWVolgdk)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 5