Bmnenlam!. Ingezonden Stukken. Wat er deze week voorviel. beschouwingen de discussies niet buiten de gemcentehuishouding om. Dat wil niet zeggen, dat men nu en dan niet in breedsprakigheid verviel. Als wij ons niet vergissen, dan was de voor zitter hiervan ten stelligste overtuigd. Het was in alles te merken, dat de lange duur van de algemeene beschouwingen en in 't bijzonder die van de replieken, hein maar matig beviel. Maar van deze teleurstelling gaf hij op een eigenaardige wijze blijk. Vroeg telkens nog weer iemand het woord, dan luidde het steriotiepe antwoord: „Wel zeker, mevrouw (mijnheer), gaj uw gang, haast u vooral niet; morgenochtend om 10 uur beginnen we weer opnieuw". Maar 'tzou Zijn Edelachtbare toch leelijk tegengevallen zijn, als de Raad niet op één dag met' de bcgrooting was klaar ge komen! En toen ten langen leste niemand meer net woord vroeg, deed hij of hij uiterst verbaasd was, dat hij nu heusch do algemeene beraadslagingen kon sluiten. Ook de discussies over de bestrating van Lange en Korte "Delft duurden den "voorzitter wat lang. Hier heette het eenige malen: „Welja, zeg u het maar. Straks bij den post bestratingen voeren alle le den toch weer hierover het woord." En de leden lieten zich ook dit weer niet een glimlach zeggen. Ook het trouwen maakte een punt van niet onaardige discussie uit. Mevr. de Graaf zou het passender vinden, als de trouwrijtuigen voortaan stil hielden voor den hoofdingang van het Stadhuis. Waar om toch dat in- en uitstappen in een on ooglijk achterstraatje? 'Maar de voorzitter was bang voor den gezondheidstoestand der bruines. Die zijn in den regel bij zulke gelegenheden maar dun gekleed, hebben niet zelden last van hevige emoties en loopen dus gevaar, wanneer ze een lange, tochtige gang moeten doorloopen, om kou te vat ten. En pas-getrouwde menschen blijven toch liever een poosje gezond! Bovendien de trouwzaal is meer aan de achterzijde gelegen en de looper past wel voor het gedeelte gang: achterdeur trouwzaal, maar niet voor heit deel: voor deurtrouwzaal Laten we nu het voornaamste uit de discussies en van de besluiten relevee- jen, Werkloozenzorg is dezen dag weer een onderwerp van bespreking geweest. En inderdaad, is de werkloosheid voor Middelburg oen brandende kwestie geworden. Het is, zooals dhr Vertregt terecht opmerkte, een toestand, waarin verandering móét komen. Het kan niet langer voortduren, dat 2/5 gedeelte van den Hoofdelijke n Omslag wordt uitgegeven voor armenzorg en hulp bij werkloosheid. Dat wordt een ramp voor een gemeente. Zoolang deze abnormale toestand voort duurt, moet in elk opzicht in de gemeen telijke huishouding de uiterste zuinigheid worden betracht. Dat heeft dhr Vertregt bij de algemeene beschouwingen nogeens duidelijk gezegd. En do wethouder van financiën, mr de Veer, sloot zich daarbij volkomen aan. Verlanglijstjes kunnen wel worden opgeborgen tot betere tijden. Het gemeentebestuur zal zich tot de strikt noodzakelijke uitgaven moeten beperken. En die zijn eir al genoeg: rioleering, ver betering godshuizen, enz. Nu heeft men van soc.-dem. zijde be toogd (dat stokpaardje wordt door deize heeren in meerdere gemeenten bereden) dat er plaatsen zijn, waar de gemeente lijke belastingen hooger zijn. Maar met zulk een betoog heeft weth. De Veer voldoende afgerekend. Wat haat het een zieke, zoo zei hij, of men hem al zegt, dat er velen zijn, die er erger aan toe zijn? Wordt hij daarmee beter? Dhr Vertregt deed er zeker goed aan de linker fracties nog eens goed onder den neus te wrijven, hoezeer ze de ge- meentefinanciën benadeeld hebben, door te stemmen tegen de voorstellen tot reor- gansiatie van het onderwijs. De gemeente kan nu beduidend meer aan kosten voor openbaar ondeïwijs betalen dan de wet verplicht, terwijl natuurlijk ook automa tisch het bijzonder onderwijs daarin be trokken wordt. Vooral op dat laatste moet ook gelet. Van links stelt men het zoo gaarne voor, dat rechts het openbaar onderwijs slecht verzorgt. En dit toch is in flagranten strijd met de waarheid. De reorganisatie voorstellen betroffen zoowel dank zij de L.O.-wet liet openbaar als het bij zonder onderwijs. Geheel deze kwestie moet juist belicht worden, ook als straks de Raadsverkie zingen worden gehouden. De burgerij moet weten, dat de linker-fracties (van Vrij heidsbond tot S.D.A.P.) hebben bewerkt, dat het onderwijs aan de gemeente Mid delburg meer kost, dan de wet noodig maakt. Daarom is de rede van den heer Vertregt o.i. voor de gemeente-politiek van M'burg van groote hetcekenis. Opmerkelijk is, dat niemand der Raads leden heeft gereageerd op de voorzichtige uitlating van den heer Vertregt inzake de loonen en salarissen van het gemeente- personeel. Het eischt dan ook heel wat durf om daaraan te komen. Dat wordt in verschillende gemeenten ondervonden. We behoeven niet verder dan Goes te gaan! De S.D.A.P. heeft geen succes gehad met haar voorstel inzake de verhooging van het aantal opcenten op de vermogens belasting. Ze kreeg alleen steun van mevr. de Graaf (v.-d.). De geheele rechterzijde en de Vrijheidsbond wilden er niet van weten, terwijl de vrijzinnig-democraten blijkbaar verdeeld waren. Dhr Boasson voelde eigenlijk voor geheel deze be lasting als we hem goed begrepen hebben niets. Mevr. de Graaf stemde *.b. voor de verhooging! Dat de S.D.A.P. de vermogens wil aan pakken, is overbekend. Maar andere hoe ren waarschuwden toch heel voorzichtig te zijn. Het is bekend, dat er reeds vele rente niers, enz. onder den rook van Middel burg op 'tZand en in St.-Laurens wo nen. Daar heft men geen opcenten op de vermogensbelasting en die op de per soneel© zijn minder dan in Middelburg. Moet men nu nog meier vermogende in gezetenen de stad uitjagen? Nu kwam dhr Paul (s.-d.) wel weer aan met het anuexatie-plannetje. Maar men is in de aangrenzende gemeenten ook wel op z'n qui vive. Daar kan Middelburg wel zeker van zijn. Over de bestrating van de Lange en Korte Delft, de hoofdstraat van Middel burg, dïe evenwel in slechten toestand verkeert, is lang en breed, geboomd. Da asfalteering is wel van de baan. Zulk een plan zou schatten gelds kosten en zou zonder trottoir-aanleg onuitvoerbaar zijn. En juist op die trottoirs is het plan gestrand. Een groot deel van de bewo ners van genoemde straten weigert de stoepen af te slaan en (of) bij te dragen in de kosten. Klinkerbestrating is in den Raad door een enkelen spreker ontraden. Die is over 't algemeen weinig duurzaam bij druk verkeer. Er schijnt een zeker soort keien te zijn, koperslagkeien, dat meer aanbeve ling verdient. In ieder geval zullen B. en W. wel met nadere voorstellen konten. Misschien wordt er ook nog wel eens met de bewoners over de stoepen-kwestie gepraat. Uit de debatten viel wel op te maken, dat do bestrating bij gedeel ten zal worden vernieuwd. Hoeveel voetangels en klemmen er op het terrein der armenzorg liggen, heeft de Raad weer ondervonden bij de bespreking der adressen van den Chr. Besturenbond inzake toeslag op brandstoffen en een kerstgave aan de werkloozen. Waarom deze categorie wel bedacht en niet de bedeelden van het Burg. Armbestuur en de „stille armen"? Inderdaad, wanneer de Overheid aalmoezen gaat geven, komen de moeilijkheden pas voor den dag. 'tZal do vraag zijn, of alle arbeiders bij hun patroon zooveel verdienen als de werk- loosheidsuitkeering bedraagt. En voelt men dan niet het pijnlijke, als de Over-, heid dezen wel en anderen geen fooitjes gaat geven? Op een volgende vergadering zal over deze "kwestie nog wel naar hartelust ge praat worden. De abattoir-kwestie zal dus nu in stu die gaan bij een commissie van hoog staande, onpartijdige deskundige p.ersonen. 'tZal ons benieuwen, of het werkelijk zoover zal komen, dat één abattoir voor Middelburg en Vlissingen zal worden ge bouwd op een plaats, die naar volle genoe gen van beide gemeenten zal zijn. Wie denkt aan de bekende animositeit tus- schen die beide plaatsen en aan de zieken huiskwestie is zeker nog niet optimistisch, gestemd. Hoe het zij, de Gemeenteraad heeft de gemeentebegrooting voor 1927 aange nomen en is daarmede Goes en Vlissin gen vóór. De Raad zal dit jaar nog één maal bijeenkomen. v De drukkerij-industrie en het drukwerk-porto. Het algemeen hoofdbestuur van de fede ratie der werkgevers-organisaties in het boekdrukkersbedrijf heeft aan de Tweede Kamer een adres gezonden, waarin erop wordt gewezen, dat de nationale drukkerij industrie op het oogenblik ernstig wordt benadeeld door de internationale porto verhoudingen. Tal van Nederlandsche groothandelaren, die over geheel Europa zaken doen, laten hun reclamedrukwerk o.a. in Oostenrijk gereed maken. De oor zaak daarvan berust niet bij den Neder- landschen drukker. Deze kan voortreffe lijk tegen zijn buitenlandschen collega concurreeren, aangezien de grafische nij verheid hier te lande op een behoorlijk peil staat. Dat de Nederlandsche industrie wordt voorbijgegaan, vloeit uitsluitend hieruit voort, dat in het bijzonder in Oos tenrijk bij de verzending van het druk werk zooveel minder aan porto behoeft te worden betaald. Het gaat hier om zeer groote orders. Adressant geeft daarvan enkele voorbeel den en doet ten slotte met aandrang een beroep op de Tweede Kamer om er haar medewerking toe te verleenen, dat aan bo vengenoemd euvel een einde wordt ge maakt. Na 't oproer op Java. Uit Weltevreden zijn 350 communisten van Tanah Abang, meerendeels op gelijke wijze in het wit gekleed met een zwart hoofddeksel, naar het regentschapskan toor gegaan. Zij wenschen vergiffenis aan het bestuur te vragen. Het voor-erf van het kantoor was stampvol met belangstel lenden. De communisten verklaarden: Wij zijn ontmoedigd en wisten het doel van het communisme niet. Wij hebben nu spijt. De patih gelastte hun zorg te dragen, dat geen communisten hun kampongs zou den binnenkomen en zeide daarop: Arres teert hen en levert de vuurwapens in. De communisten antwoordden: Wij zul len degenen, die nog communist zijn, ar resteeren. Dit beloven wij. Voorts kan nog worden gemeld, dat de gearresteerde hoofdleider Mohammed Ali naar Samarang is overgebracht. DE POTEMKIN-FILM. In den Gemeenteraad van Middelburg en in de pers is gesproken en geschreven over de Potemkin-film. Sommige burge meesters verbieden die, andere laten haar, zij bet soms met eenige coupures, toe. Vtm zekere zijde komt men altijd weer aandra gen met bet praatje: men kan over de filnl niet oordeelen, vóór men haar gezien heeft. Welnu, wij geven hieronder den in houd van het voorgestelde: De film brengt in beeld het oproer, dat in 1905 plaats greep op deu Russischen kruiser „Vorst Potemkin". Dit oproer brak uit naar aanleiding van het slechte voed sel. In levendige kleuren wordt voor oogen gesteld, hoe ondeugdelijk vleesch, waar de maden uitkruipen, nog door een ongun stig uitzienden scheepsdokter voor de con sumptie wordt goedgekeurd. Er ontstaat een oproer aan boord, en de aanstichters daarvan worden ter dood veroordeeld. Maar, als zij zullen worden terechtgesteld dan weigeren de soldaten om te schièten. In plaats daarvan worden de officieren door de matrozen aangevallen en over boord geworpen. De bevolking van Odessa betuigt haar instemming met de muiters, door een menigte eetwaren aan boord te bezorgen. Nochtans verschijnen de kozak ken op het tooneel en schieten de arme matrozen onbarmhartig neer. De Kozak ken vervolgen zelfs de schare en schieten 'n moeder, die met haar kind in de armen hen om genade smeekt, meedoogenloos te gen den grond, om vervolgens de moord partij, al maar over de lijken heenmar- cheerend, voort te zetten. Men ziet het: de film is er blijkbaar op ingericht, om stemming te kweeken tegen het leger en voor de ontwapening. Het is een dóór en dóór misleidende film. Te meer wordt zulk een voorstelling gevaar lijk in een tijd, waarin de bevolking kunst matig wordt opgehitst tegen het leger, dat het beschermt. Vandaar dat wij het de plicht der Overheid achten, om zulk een leugenachtige propaganda, die het volk opzet tegen het leger, te stuiten op afdoen de wijze. De houding van enkele burge meesters, ook in onze provincie, heeft dan ook onze sympathie niet. WINTERLIED. Waar is uw blauw, Lauwe zomernachten En de milde schaauw, Die wij tegenlachten? Waar, waar is het lied, dat de vogel kweelde; 'tFlonkren van deu vliet, Waar de zon in spoelde? Ach, het ging voorbij! 't Is ons afgenomen Vorst voert heerschappij; Storm giert door de hoornen. Doch niet voor altoos! 'tZal niet lang meer duren Dat de blos der roos Door het groen komt gluren! Dat de zonneglans, Eiien we juichend groeten En der tonen dans Blij -elkaar ontnroetèn O, mijn ziel geef acht Wat u dat komt leeren! Ook uw winternacht Zal niet steeds regeeren! Al wat God u gaf En weêr nam in 't leven, Zal Hij boven 't graf Heerlijk wedergeven. Ë- E. GEWIN. DE DOKTOREN IN RUSLAND. Prof van der Hoeven te Leiden heeft onlangs tegen de studie in de medicijnen gewaarschuwd. In Rusland zal zulk een waarschuwing vermoedelijk wel overbodig zijn. Uit een beschrijving die Harry van Kafferberg in „Het Vaderland" gaf, blijkt althans, dat de toestand der geneesheeren in Rusland alles te wenschen overlaat. Terwijl hun arbeidsveld door het ge brek aan doctoren veel grooter is, zijn hunne inkomsten soms nog geen 10 pet. van vóór den oorlog. Bovendien worden zij bij de uitoefening van hun beroep op alle mogelijke wijzen gehinderd en wordt hun soms zelfs het werken geheel on mogelijk gemaakt. Een min of meer humoristisch getint verhaal toont aan, hoe de doktoren niet alleen met bijgeloof te kampen hebben, doch er zelf onder moeten lijden, wat vroeger niet het geval was. „Bij den boer Chrapof in het dorpje Ceplowka werden op hetzelfde oogenblik de vrouw en de eenige koe ziek. Bij een dergelijken gro-oten slag van het on geluk riep men in vroegere \ijden den waarzegger te hulp. De boer wilde met die traditie breken en riep den dorpsge neesheer Dr Dimidof bij zijne vrouw. Dat hoorde de dorps waarzegger Wdowin en hij dreigde, dat hij èn de vrouw èn de koe nog veel zieker maken zou, nis men zijn hulp niet inriep. De boer ver schrikte hevig, nam meel, lijnolie en wodka op zijn wagen mee, ep bracht dit, met een goede som geld naar den waar zegger om vergiffenis te smeeken. De waarzegger liet genade voor recht gelden en begaf zich naar de zieke. Zijn diag nose liet zich niet wachten: „De duivel was door iemand in de vrouw en in de koe gejaagd." Chrapofs vrienden dachten lang na, wie die duivel wel gejaagd kon hebben. Ein delijk kwamen ze eenparig tot besluit dat niemand anders dan Dr Dimidof het gedaan kon hebben, uit wraak, omdat men toch den waarzegger gehaald had. Het dorpsbestuur hoorde natuurlijk ook van het geval, doch wilde er zich liever niet, mee bemoeien, daar immer in deri strijd tegen den duivel de dorpsautoritei ten machteloos gebleken waren; Men riep dus de roode soldaten uit de nabijge legen stad, te hulp. Uit die stad, van 20 K'-.M. ver", kwamen de soldaten, en de strijd nam een aanvang. De dorpsbewoners werden opgeroepen, dan werd dé dokter gehaald en deze werd gedwongen uit te roepen, zóó luid dat allen het konden hooren: „Ik vraag vergiffenis en neem den duivel uit het lichaam weder terug." Onder de bedreigingen van het roode leger werd de dokter tot deze scène gedwongen, en de zieke vrouw verklaarde, dat ze zich dadelijk betèr voelde. De zelfde co-medie werd toen bij de koe herhaald. Nu kwam ook de waarzegger er bij. Hij haaldp een tooverbo-ek en be gon onverstaanbare woorden te mom pelen. Ernstig en met gevouwen handen luisterden alle aanwezigen toe, tot de tooverspreuken gelezen waren. Dan nam de waarzegger een bakje met water, gaf een kop vol aan de zieke, en bespren kelde de aanwezigen met de rest. Een zelfde ceremonie wérd in den koeienstal verricht. Dit was echter nog niet genoeg. Op handen en voeten kruipend trok Wdowin rond de huf, waarin de zieke lag, tel kens onverstaanbare woorden murmelend, spuwend en blaffend als een hond, om op deze merkwaardige wijze ook den dui vel uit den omtrek van de hut te ver drijven. Het hielp echter niets, na eenige dagen stierf de vrouw. Het geheele dorp achtte haar dood het werk van den ^toovenaar" Dimidof, die slechts onder dwang en dus maar in schijn den duivel had verzocht den aftocht te blazen. Natuurlijk had hij hem terstond daarna weder het lichaam ingejaagd. Nu werden de dorpsbewoners hang voor den dokter, gingen hem ge heel nit den weg, niemand wilde meer tot hem spreken, niemand vroeg meer zijn hulp. Den waarzegger Wdowin joeg men wegens zijn gebrek aan macht het dorp uit met spot en schande en koos zich een nieuwen „wonderdokter". Wat bleef den waren dokter anders over dan zijn koffertje te pakken en zoo snel mogelijk de plaats te verlaten, waar hij als „booze toovenaar" gebrandmerkt was?" Geen wonder, dat de gezondheids toestand in Rusland schier alles te wen schen overlaat. (Buiten verantwoordelijkheid der redactie.! Het verdrag Nederlan dB e 1 g i Hooggeachte Redactie, Door opname van hot onderstaande zou u mij ten zeerste verplichten. Toen ik in „D© Zeeuw" van 22 Nov. een verslag las der vergadering van het Provinciaal Comité van Actiei tegen het N-ed,-Belgisch verdrag, kwam- aanstonds de gedachte bij inij op, dat die actie thans den verkeerden kant uitging. Ik had dan ook alle hoop, dat een waarschuwing niet zou uitblijven. Die hoop is echter tot nogtoe niet vervuld. Vandaar dan ook dat de overtuiging zich aan mij opdrong, dat het mijn plicht wel kon zijn, om zelf zulk een waarschuwing te doen hooren. Vooraf wil ik echter nadrukkelijk voorop stellen, dat ik over het verdrag als zoo danig niet oordeel. Mijn kennis is daar voor niet toereikend. Ik wilde alleen op drieërlei de aandacht vestigen. Ten eerste op de houding van het hierboven genoemde comité en de nog te vormen comitétjes. 'Deze kan niet goed genoemd worden. Hoe komt dat? Het verdrag met België plaatst ons voor vele en mo-eiilijke vraagstukken. Vraagstukken niet alleen voor ons land van groot be lang, maar ook voor het buitenland. Voor een juiste en eerlijke beoordeeling van het tractaat is heit dan oo"k beslist nood zakelijk, dat m-eri niet alleen op de hoogte is van dei nationale toestanden, maar ook kennis j>azit van de internationale verhoudingen. Met het oog hierop is het bijna vanzelfsprekend, dat het grootste deel van ons volk, dus ook van Zeeland, niet in staat is een juist oordeel over het verdrag te vellen. Dit mag vooral niet vergeten worden. En wat gaan nu de verschillende co mités hier doen? Niets anders dan ons Zeeuwsch volk met verschillende middelen dringen, om zich in deze zaak, waarover do meesten niet kunnen oordeelen, uit te spreken in een petitionnement aan de Eerste Kamer, dat ze nota bene! zijn „overtuigd, dat het thans aan uw college ter goedkeuring voorgelegde ver drag meit België niet is in het landsbe lang" Men. oordeels zelf of zulk een houding niet gelaakt moet worden. Even eens zou sterk afgekeurd moeten worden, indien dat deel onzer Zeeuwsche men schen, dat tot beoordeeling niet in staat is, door het petitionnement straks te tee kenen zich tegen het verdrag verklaar den en daardoor net deden alsof ze deze zaak volkomen meester wagen. Daarop wilde ik in de tweede plaats wijzen. Ieder, die straks gaat teekenen, is daar voor tegenover God verantwoordelijk. Kan hij die verantwoordelijkheid met een goed geweten dragen, dan is het in orde. Zou hij dat echter niet kunnen, dan mag hij ook niet teefcenen. Dan moet hij zooveel vertrouwen stellen op zijn ver tegenwoordigers in de Kamer, dat hij gelooft, dat deze niets zullen aanvaarden, waarvan zij de gevolgen niet met een vrije consciëntie tegenover God en ons volk zouden kunnen dragen. Zoo kan ook deze niet-teekenaar gerust zijn. God eischt niet Het groote conflict in de Brit- sche koleniniustrie is geëindigd. In bijna alle districten zijn overeenkomsten tus- schen mijneigenaars en mijnwerkers tot stand gekomen. Het werk is vrijwel algemeen hervat, waarbij echter in aanmerking moet worden genomen, dat lang niet alle mijnwerkers weer te werk zullen kunnen worden gesteld. Hoe groot het aantal der slachtoffers dezer sla king zal zijn is nog niet te zeggen, maar voorloopig schijnt men er op te moeten re kenen, dat er in de industrie voor weinig meer dan twee derden van het aantal der in April werkende arbeiders plaats zal zijn. „De Economist" schat de verliezen, dia door deze zeven maanden lang volgehouden staking aan het Britscho economisch leven zijn toegebracht; tusschen dé 350 en 400 millioen p.st. Voorwaar geen kleinigheid! Met meer dan gewone belangstelling ziet Europa ditmaal de ministers van buitonland- sche zaken van Frankrijk, Engeland en Duitschland naar Genève trekken om de ver gadering van den Volkenbonds raad bij te wonen. Er zullen tusschen deze staatslieden belangrijke besprekingen plaats hebben. Briand heeft deze week in de Fransche Kamer een groote rede over de bui- tenlandsche politiek gehouden. „Zoolang er geen toenadering is gekomen tusichen Fjankrijk en Duibchland, zoolang zal er geen duurzame vrede in Europa zijn", dat was de tekst van Briauds rede. Aan. weerskanten moet er dan goede wil zijn. Aan zijn kant ontbreekt die goede wil niet, zoo zegt h(j. Uit Roemenië zijn deze week eigen aardige berichten gekomen. Het schijnt, dat er zekere groepen zjjn, die verlangen naai' den dood des Konings, om dan hun slag to slaan. De Koning, wiens toestand inder daad vrij ernstig schijnt to zijn (de bekends Prof. Hartmann zal hem opereeren) heeft echter een proclamatie tot zjjn onderdanen gericht, om den vrede in het belang van het land te bewaren. De Vesuvius is weer aan het werk. Gelukkig vielen bij deze uitbarsting tot heden nog geen rampen voor. Wel werd een deel van Italië geteisterd door storm en aard verschuivingen. In Denemarken is de socialistische- radicale meerderheid gebroken, naar de niet- officiëele berichten melden. Het socialistisch, kabinet zal dientengevolge moeten aftreden. De burgeroorlog in China woedt nog in onverminderde hevigheid voort. Bui- tenlandsche oorlogsschepen zijn naai' enkelo- Chineesche havens gezonden, om er de be langen der vreemdelingen te behaitgen. In ons eigen land was het nog altijd h e t. Belgisch verdrag, dat wier belang stelling bleef trekken. Hier en daar voor al in onze provincie is de actie levendig worden of zijn comité's van actie opgericht en zullen handteekeningen verzameld worden op adressen, gericht aan dc Eerste Kamer,, inhoudende een verzoek om het verdrag te verwerpen. Het wordt tijd, dat de eind-be slissing valt, want deze kwestie dreigt onze binnenlandsche politiek leelijk te vertroe belen. De Tweede Kamer ging in kalm tem po met den begrootingsarbeid' voort, waarvoor in en buiten de Kamer maar matige belang stelling bestaat.. De Justitiebegrooting is aan genomen en met Arbeid schiet ze goed op. We hebben de.ze week weer een spoor wegongeluk gehad, n.l. te Haarlem. Hét gaat den spoorwegmaatschappijen niet voor den wind, en het vértrouwen in onzen spoor wegdienst krijgt daardoor een bedenkelijker) knak. Wat onze provincie' bclr ft he inneren wij aan de belangrijke vergadering van de Z. L. M. Met de kleinst mogelijke meer derheid is daar besloten niet aan do re geering om bescherming der suikerindustrie te vragen, maar een afwachtende houding aan te nemen. Wel voelde men algemeen voor een tweede internationale suikercon ventie. De Commissaris der Koning'n in Zeeland installeerde deze week den algemeenen Raad van Advies voor de P. Z. E. M- en sprak daarbij den wensch uit, dat' ein delijk de P. Z. E. M. zich nu eens zal mogen verheugen in aller sympathie, iets, wat tot heden zeer veel heeffe te wenschen overgelaten. Wij zullen ons hier niet bezig houden met de vraag, of voor die antipathie geen gegronde redenen aanwezig waren. De Gemeente ra ad van Middel burg nam do begrooting voor 1927 aan. Voor een resumé der debatten verwijzen zij naar het Raadsoverzicht in dit nummer. van. iemand, dien Hij slechts één talent gaf, hetzelfde te doen als van hem dien Hij er vijf gaf. Dit geldt ook in deze zaak. Om de volksmeening in soortgelijke zaken eenigermate te typeeren, zou ik in de derde plaats nog een paar citaten willen aanhalen. De eerste uit ,,de Stan daard" van 8 October: „Opmerkelijk is bijv. het feit van het groot verzet dat er bij de kooplieden van Amsterdam in 1863 openbaar werd tegen het plan van het Noordzeekanaal. Men duchtte in Am sterdam niets dan gevaren. Een. voorstel om de gemeente Amsterdam in de lee ning voor het kanaal te doen deelnemen, werd afgewezen, en een krachtig tusschenbeide komen van Koning Wil lem III, die Amsterdam niet wilde bezoeken voor en aleer de hoofdstad des lands meerdere blijken van deelne ming had gegeven in de nationale onder neming tot doorgraving van Holland op zijn smalst, was noodig om de Amstc-r- damsche geldmannen toeschietelijk te ma ken. Tenslotte werd voldoende geld ge vonden, zoodat de Kanaalmaatschappij kon worden opgericht. Zulk verzet komt ons thans stellig ze®*

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 6