Bmnenlam!.
Ingezonden Stukken.
Wat er deze week voorviel.
beschouwingen de discussies niet buiten
de gemcentehuishouding om.
Dat wil niet zeggen, dat men nu en
dan niet in breedsprakigheid verviel. Als
wij ons niet vergissen, dan was de voor
zitter hiervan ten stelligste overtuigd. Het
was in alles te merken, dat de lange
duur van de algemeene beschouwingen
en in 't bijzonder die van de replieken,
hein maar matig beviel.
Maar van deze teleurstelling gaf hij
op een eigenaardige wijze blijk. Vroeg
telkens nog weer iemand het woord, dan
luidde het steriotiepe antwoord: „Wel
zeker, mevrouw (mijnheer), gaj uw gang,
haast u vooral niet; morgenochtend om
10 uur beginnen we weer opnieuw".
Maar 'tzou Zijn Edelachtbare toch leelijk
tegengevallen zijn, als de Raad niet op
één dag met' de bcgrooting was klaar ge
komen! En toen ten langen leste niemand
meer net woord vroeg, deed hij of hij
uiterst verbaasd was, dat hij nu heusch do
algemeene beraadslagingen kon sluiten.
Ook de discussies over de bestrating
van Lange en Korte "Delft duurden den
"voorzitter wat lang. Hier heette het eenige
malen: „Welja, zeg u het maar. Straks
bij den post bestratingen voeren alle le
den toch weer hierover het woord." En
de leden lieten zich ook dit weer niet een
glimlach zeggen.
Ook het trouwen maakte een punt van
niet onaardige discussie uit. Mevr. de
Graaf zou het passender vinden, als de
trouwrijtuigen voortaan stil hielden voor
den hoofdingang van het Stadhuis. Waar
om toch dat in- en uitstappen in een on
ooglijk achterstraatje?
'Maar de voorzitter was bang voor
den gezondheidstoestand der bruines. Die
zijn in den regel bij zulke gelegenheden
maar dun gekleed, hebben niet zelden
last van hevige emoties en loopen dus
gevaar, wanneer ze een lange, tochtige
gang moeten doorloopen, om kou te vat
ten. En pas-getrouwde menschen blijven
toch liever een poosje gezond!
Bovendien de trouwzaal is meer aan de
achterzijde gelegen en de looper past
wel voor het gedeelte gang: achterdeur
trouwzaal, maar niet voor heit deel: voor
deurtrouwzaal
Laten we nu het voornaamste uit de
discussies en van de besluiten relevee-
jen,
Werkloozenzorg is dezen dag
weer een onderwerp van bespreking
geweest. En inderdaad, is de werkloosheid
voor Middelburg oen brandende kwestie
geworden. Het is, zooals dhr Vertregt
terecht opmerkte, een toestand, waarin
verandering móét komen. Het kan niet
langer voortduren, dat 2/5 gedeelte van
den Hoofdelijke n Omslag wordt uitgegeven
voor armenzorg en hulp bij werkloosheid.
Dat wordt een ramp voor een gemeente.
Zoolang deze abnormale toestand voort
duurt, moet in elk opzicht in de gemeen
telijke huishouding de uiterste zuinigheid
worden betracht. Dat heeft dhr Vertregt
bij de algemeene beschouwingen nogeens
duidelijk gezegd. En do wethouder van
financiën, mr de Veer, sloot zich daarbij
volkomen aan. Verlanglijstjes kunnen wel
worden opgeborgen tot betere tijden. Het
gemeentebestuur zal zich tot de strikt
noodzakelijke uitgaven moeten beperken.
En die zijn eir al genoeg: rioleering, ver
betering godshuizen, enz.
Nu heeft men van soc.-dem. zijde be
toogd (dat stokpaardje wordt door deize
heeren in meerdere gemeenten bereden)
dat er plaatsen zijn, waar de gemeente
lijke belastingen hooger zijn. Maar met
zulk een betoog heeft weth. De Veer
voldoende afgerekend. Wat haat het een
zieke, zoo zei hij, of men hem al zegt,
dat er velen zijn, die er erger aan toe
zijn? Wordt hij daarmee beter?
Dhr Vertregt deed er zeker goed aan
de linker fracties nog eens goed onder
den neus te wrijven, hoezeer ze de ge-
meentefinanciën benadeeld hebben, door
te stemmen tegen de voorstellen tot reor-
gansiatie van het onderwijs. De gemeente
kan nu beduidend meer aan kosten voor
openbaar ondeïwijs betalen dan de wet
verplicht, terwijl natuurlijk ook automa
tisch het bijzonder onderwijs daarin be
trokken wordt.
Vooral op dat laatste moet ook gelet.
Van links stelt men het zoo gaarne voor,
dat rechts het openbaar onderwijs slecht
verzorgt. En dit toch is in flagranten
strijd met de waarheid. De reorganisatie
voorstellen betroffen zoowel dank zij
de L.O.-wet liet openbaar als het bij
zonder onderwijs.
Geheel deze kwestie moet juist belicht
worden, ook als straks de Raadsverkie
zingen worden gehouden. De burgerij moet
weten, dat de linker-fracties (van Vrij
heidsbond tot S.D.A.P.) hebben bewerkt,
dat het onderwijs aan de gemeente Mid
delburg meer kost, dan de wet noodig
maakt. Daarom is de rede van den heer
Vertregt o.i. voor de gemeente-politiek van
M'burg van groote hetcekenis.
Opmerkelijk is, dat niemand der Raads
leden heeft gereageerd op de voorzichtige
uitlating van den heer Vertregt inzake
de loonen en salarissen van het gemeente-
personeel. Het eischt dan ook heel wat
durf om daaraan te komen. Dat wordt
in verschillende gemeenten ondervonden.
We behoeven niet verder dan Goes te
gaan!
De S.D.A.P. heeft geen succes gehad
met haar voorstel inzake de verhooging
van het aantal opcenten op de vermogens
belasting. Ze kreeg alleen steun van mevr.
de Graaf (v.-d.). De geheele rechterzijde
en de Vrijheidsbond wilden er niet van
weten, terwijl de vrijzinnig-democraten
blijkbaar verdeeld waren. Dhr Boasson
voelde eigenlijk voor geheel deze be
lasting als we hem goed begrepen
hebben niets. Mevr. de Graaf stemde
*.b. voor de verhooging!
Dat de S.D.A.P. de vermogens wil aan
pakken, is overbekend. Maar andere hoe
ren waarschuwden toch heel voorzichtig te
zijn. Het is bekend, dat er reeds vele rente
niers, enz. onder den rook van Middel
burg op 'tZand en in St.-Laurens wo
nen. Daar heft men geen opcenten op
de vermogensbelasting en die op de per
soneel© zijn minder dan in Middelburg.
Moet men nu nog meier vermogende in
gezetenen de stad uitjagen?
Nu kwam dhr Paul (s.-d.) wel weer
aan met het anuexatie-plannetje. Maar men
is in de aangrenzende gemeenten ook wel
op z'n qui vive. Daar kan Middelburg wel
zeker van zijn.
Over de bestrating van de Lange en
Korte Delft, de hoofdstraat van Middel
burg, dïe evenwel in slechten toestand
verkeert, is lang en breed, geboomd. Da
asfalteering is wel van de baan. Zulk een
plan zou schatten gelds kosten en zou
zonder trottoir-aanleg onuitvoerbaar zijn.
En juist op die trottoirs is het plan
gestrand. Een groot deel van de bewo
ners van genoemde straten weigert de
stoepen af te slaan en (of) bij te dragen
in de kosten.
Klinkerbestrating is in den Raad door
een enkelen spreker ontraden. Die is
over 't algemeen weinig duurzaam bij druk
verkeer. Er schijnt een zeker soort keien
te zijn, koperslagkeien, dat meer aanbeve
ling verdient. In ieder geval zullen B. en
W. wel met nadere voorstellen konten.
Misschien wordt er ook nog wel eens
met de bewoners over de stoepen-kwestie
gepraat. Uit de debatten viel wel op te
maken, dat do bestrating bij gedeel
ten zal worden vernieuwd.
Hoeveel voetangels en klemmen er op
het terrein der armenzorg liggen, heeft de
Raad weer ondervonden bij de bespreking
der adressen van den Chr. Besturenbond
inzake toeslag op brandstoffen en een
kerstgave aan de werkloozen. Waarom
deze categorie wel bedacht en niet de
bedeelden van het Burg. Armbestuur en
de „stille armen"? Inderdaad, wanneer
de Overheid aalmoezen gaat geven, komen
de moeilijkheden pas voor den dag. 'tZal
do vraag zijn, of alle arbeiders bij hun
patroon zooveel verdienen als de werk-
loosheidsuitkeering bedraagt. En voelt
men dan niet het pijnlijke, als de Over-,
heid dezen wel en anderen geen fooitjes
gaat geven?
Op een volgende vergadering zal over
deze "kwestie nog wel naar hartelust ge
praat worden.
De abattoir-kwestie zal dus nu in stu
die gaan bij een commissie van hoog
staande, onpartijdige deskundige p.ersonen.
'tZal ons benieuwen, of het werkelijk
zoover zal komen, dat één abattoir voor
Middelburg en Vlissingen zal worden ge
bouwd op een plaats, die naar volle genoe
gen van beide gemeenten zal zijn. Wie
denkt aan de bekende animositeit tus-
schen die beide plaatsen en aan de zieken
huiskwestie is zeker nog niet optimistisch,
gestemd.
Hoe het zij, de Gemeenteraad heeft
de gemeentebegrooting voor 1927 aange
nomen en is daarmede Goes en Vlissin
gen vóór. De Raad zal dit jaar nog één
maal bijeenkomen. v
De drukkerij-industrie en het
drukwerk-porto.
Het algemeen hoofdbestuur van de fede
ratie der werkgevers-organisaties in het
boekdrukkersbedrijf heeft aan de Tweede
Kamer een adres gezonden, waarin erop
wordt gewezen, dat de nationale drukkerij
industrie op het oogenblik ernstig wordt
benadeeld door de internationale porto
verhoudingen. Tal van Nederlandsche
groothandelaren, die over geheel Europa
zaken doen, laten hun reclamedrukwerk
o.a. in Oostenrijk gereed maken. De oor
zaak daarvan berust niet bij den Neder-
landschen drukker. Deze kan voortreffe
lijk tegen zijn buitenlandschen collega
concurreeren, aangezien de grafische nij
verheid hier te lande op een behoorlijk peil
staat. Dat de Nederlandsche industrie
wordt voorbijgegaan, vloeit uitsluitend
hieruit voort, dat in het bijzonder in Oos
tenrijk bij de verzending van het druk
werk zooveel minder aan porto behoeft te
worden betaald.
Het gaat hier om zeer groote orders.
Adressant geeft daarvan enkele voorbeel
den en doet ten slotte met aandrang een
beroep op de Tweede Kamer om er haar
medewerking toe te verleenen, dat aan bo
vengenoemd euvel een einde wordt ge
maakt.
Na 't oproer op Java.
Uit Weltevreden zijn 350 communisten
van Tanah Abang, meerendeels op gelijke
wijze in het wit gekleed met een zwart
hoofddeksel, naar het regentschapskan
toor gegaan. Zij wenschen vergiffenis aan
het bestuur te vragen. Het voor-erf van
het kantoor was stampvol met belangstel
lenden.
De communisten verklaarden: Wij zijn
ontmoedigd en wisten het doel van het
communisme niet. Wij hebben nu spijt.
De patih gelastte hun zorg te dragen,
dat geen communisten hun kampongs zou
den binnenkomen en zeide daarop: Arres
teert hen en levert de vuurwapens in.
De communisten antwoordden: Wij zul
len degenen, die nog communist zijn, ar
resteeren. Dit beloven wij.
Voorts kan nog worden gemeld, dat de
gearresteerde hoofdleider Mohammed Ali
naar Samarang is overgebracht.
DE POTEMKIN-FILM.
In den Gemeenteraad van Middelburg
en in de pers is gesproken en geschreven
over de Potemkin-film. Sommige burge
meesters verbieden die, andere laten haar,
zij bet soms met eenige coupures, toe. Vtm
zekere zijde komt men altijd weer aandra
gen met bet praatje: men kan over de filnl
niet oordeelen, vóór men haar gezien
heeft. Welnu, wij geven hieronder den in
houd van het voorgestelde:
De film brengt in beeld het oproer, dat
in 1905 plaats greep op deu Russischen
kruiser „Vorst Potemkin". Dit oproer brak
uit naar aanleiding van het slechte voed
sel. In levendige kleuren wordt voor oogen
gesteld, hoe ondeugdelijk vleesch, waar
de maden uitkruipen, nog door een ongun
stig uitzienden scheepsdokter voor de con
sumptie wordt goedgekeurd. Er ontstaat
een oproer aan boord, en de aanstichters
daarvan worden ter dood veroordeeld.
Maar, als zij zullen worden terechtgesteld
dan weigeren de soldaten om te schièten.
In plaats daarvan worden de officieren
door de matrozen aangevallen en over
boord geworpen. De bevolking van Odessa
betuigt haar instemming met de muiters,
door een menigte eetwaren aan boord te
bezorgen. Nochtans verschijnen de kozak
ken op het tooneel en schieten de arme
matrozen onbarmhartig neer. De Kozak
ken vervolgen zelfs de schare en schieten
'n moeder, die met haar kind in de armen
hen om genade smeekt, meedoogenloos te
gen den grond, om vervolgens de moord
partij, al maar over de lijken heenmar-
cheerend, voort te zetten.
Men ziet het: de film is er blijkbaar op
ingericht, om stemming te kweeken tegen
het leger en voor de ontwapening. Het is
een dóór en dóór misleidende film. Te
meer wordt zulk een voorstelling gevaar
lijk in een tijd, waarin de bevolking kunst
matig wordt opgehitst tegen het leger, dat
het beschermt. Vandaar dat wij het de
plicht der Overheid achten, om zulk een
leugenachtige propaganda, die het volk
opzet tegen het leger, te stuiten op afdoen
de wijze. De houding van enkele burge
meesters, ook in onze provincie, heeft dan
ook onze sympathie niet.
WINTERLIED.
Waar is uw blauw,
Lauwe zomernachten
En de milde schaauw,
Die wij tegenlachten?
Waar, waar is het lied,
dat de vogel kweelde;
'tFlonkren van deu vliet,
Waar de zon in spoelde?
Ach, het ging voorbij!
't Is ons afgenomen
Vorst voert heerschappij;
Storm giert door de hoornen.
Doch niet voor altoos!
'tZal niet lang meer duren
Dat de blos der roos
Door het groen komt gluren!
Dat de zonneglans,
Eiien we juichend groeten
En der tonen dans
Blij -elkaar ontnroetèn
O, mijn ziel geef acht
Wat u dat komt leeren!
Ook uw winternacht
Zal niet steeds regeeren!
Al wat God u gaf
En weêr nam in 't leven,
Zal Hij boven 't graf
Heerlijk wedergeven.
Ë- E. GEWIN.
DE DOKTOREN IN RUSLAND.
Prof van der Hoeven te Leiden heeft
onlangs tegen de studie in de medicijnen
gewaarschuwd.
In Rusland zal zulk een waarschuwing
vermoedelijk wel overbodig zijn. Uit een
beschrijving die Harry van Kafferberg in
„Het Vaderland" gaf, blijkt althans, dat
de toestand der geneesheeren in Rusland
alles te wenschen overlaat.
Terwijl hun arbeidsveld door het ge
brek aan doctoren veel grooter is, zijn
hunne inkomsten soms nog geen 10 pet.
van vóór den oorlog. Bovendien worden
zij bij de uitoefening van hun beroep op
alle mogelijke wijzen gehinderd en wordt
hun soms zelfs het werken geheel on
mogelijk gemaakt.
Een min of meer humoristisch getint
verhaal toont aan, hoe de doktoren niet
alleen met bijgeloof te kampen hebben,
doch er zelf onder moeten lijden, wat
vroeger niet het geval was.
„Bij den boer Chrapof in het dorpje
Ceplowka werden op hetzelfde oogenblik
de vrouw en de eenige koe ziek. Bij
een dergelijken gro-oten slag van het on
geluk riep men in vroegere \ijden den
waarzegger te hulp. De boer wilde met
die traditie breken en riep den dorpsge
neesheer Dr Dimidof bij zijne vrouw.
Dat hoorde de dorps waarzegger Wdowin
en hij dreigde, dat hij èn de vrouw èn
de koe nog veel zieker maken zou, nis
men zijn hulp niet inriep. De boer ver
schrikte hevig, nam meel, lijnolie en
wodka op zijn wagen mee, ep bracht dit,
met een goede som geld naar den waar
zegger om vergiffenis te smeeken. De
waarzegger liet genade voor recht gelden
en begaf zich naar de zieke. Zijn diag
nose liet zich niet wachten: „De duivel
was door iemand in de vrouw en in de
koe gejaagd."
Chrapofs vrienden dachten lang na, wie
die duivel wel gejaagd kon hebben. Ein
delijk kwamen ze eenparig tot besluit
dat niemand anders dan Dr Dimidof het
gedaan kon hebben, uit wraak, omdat
men toch den waarzegger gehaald had.
Het dorpsbestuur hoorde natuurlijk ook
van het geval, doch wilde er zich liever
niet, mee bemoeien, daar immer in deri
strijd tegen den duivel de dorpsautoritei
ten machteloos gebleken waren; Men riep
dus de roode soldaten uit de nabijge
legen stad, te hulp. Uit die stad, van 20
K'-.M. ver", kwamen de soldaten, en de
strijd nam een aanvang.
De dorpsbewoners werden opgeroepen,
dan werd dé dokter gehaald en deze
werd gedwongen uit te roepen, zóó luid
dat allen het konden hooren: „Ik vraag
vergiffenis en neem den duivel uit het
lichaam weder terug."
Onder de bedreigingen van het roode
leger werd de dokter tot deze scène
gedwongen, en de zieke vrouw verklaarde,
dat ze zich dadelijk betèr voelde. De
zelfde co-medie werd toen bij de koe
herhaald. Nu kwam ook de waarzegger
er bij. Hij haaldp een tooverbo-ek en be
gon onverstaanbare woorden te mom
pelen. Ernstig en met gevouwen handen
luisterden alle aanwezigen toe, tot de
tooverspreuken gelezen waren. Dan nam
de waarzegger een bakje met water, gaf
een kop vol aan de zieke, en bespren
kelde de aanwezigen met de rest. Een
zelfde ceremonie wérd in den koeienstal
verricht.
Dit was echter nog niet genoeg. Op
handen en voeten kruipend trok Wdowin
rond de huf, waarin de zieke lag, tel
kens onverstaanbare woorden murmelend,
spuwend en blaffend als een hond, om
op deze merkwaardige wijze ook den dui
vel uit den omtrek van de hut te ver
drijven.
Het hielp echter niets, na eenige dagen
stierf de vrouw. Het geheele dorp achtte
haar dood het werk van den ^toovenaar"
Dimidof, die slechts onder dwang en dus
maar in schijn den duivel had verzocht
den aftocht te blazen. Natuurlijk had hij
hem terstond daarna weder het lichaam
ingejaagd. Nu werden de dorpsbewoners
hang voor den dokter, gingen hem ge
heel nit den weg, niemand wilde meer
tot hem spreken, niemand vroeg meer zijn
hulp. Den waarzegger Wdowin joeg men
wegens zijn gebrek aan macht het dorp
uit met spot en schande en koos zich
een nieuwen „wonderdokter".
Wat bleef den waren dokter anders over
dan zijn koffertje te pakken en zoo snel
mogelijk de plaats te verlaten, waar hij
als „booze toovenaar" gebrandmerkt
was?"
Geen wonder, dat de gezondheids
toestand in Rusland schier alles te wen
schen overlaat.
(Buiten verantwoordelijkheid der redactie.!
Het verdrag Nederlan dB e 1 g i
Hooggeachte Redactie,
Door opname van hot onderstaande
zou u mij ten zeerste verplichten.
Toen ik in „D© Zeeuw" van 22 Nov.
een verslag las der vergadering van het
Provinciaal Comité van Actiei tegen het
N-ed,-Belgisch verdrag, kwam- aanstonds
de gedachte bij inij op, dat die actie thans
den verkeerden kant uitging. Ik had dan
ook alle hoop, dat een waarschuwing
niet zou uitblijven. Die hoop is echter
tot nogtoe niet vervuld. Vandaar dan ook
dat de overtuiging zich aan mij opdrong,
dat het mijn plicht wel kon zijn, om zelf
zulk een waarschuwing te doen hooren.
Vooraf wil ik echter nadrukkelijk voorop
stellen, dat ik over het verdrag als zoo
danig niet oordeel. Mijn kennis is daar
voor niet toereikend. Ik wilde alleen op
drieërlei de aandacht vestigen.
Ten eerste op de houding van het
hierboven genoemde comité en de nog
te vormen comitétjes. 'Deze kan niet goed
genoemd worden. Hoe komt dat? Het
verdrag met België plaatst ons voor vele
en mo-eiilijke vraagstukken. Vraagstukken
niet alleen voor ons land van groot be
lang, maar ook voor het buitenland. Voor
een juiste en eerlijke beoordeeling van
het tractaat is heit dan oo"k beslist nood
zakelijk, dat m-eri niet alleen op de hoogte
is van dei nationale toestanden, maar
ook kennis j>azit van de internationale
verhoudingen. Met het oog hierop is het
bijna vanzelfsprekend, dat het grootste
deel van ons volk, dus ook van Zeeland,
niet in staat is een juist oordeel over
het verdrag te vellen. Dit mag vooral
niet vergeten worden.
En wat gaan nu de verschillende co
mités hier doen? Niets anders dan ons
Zeeuwsch volk met verschillende middelen
dringen, om zich in deze zaak, waarover
do meesten niet kunnen oordeelen, uit
te spreken in een petitionnement aan de
Eerste Kamer, dat ze nota bene!
zijn „overtuigd, dat het thans aan uw
college ter goedkeuring voorgelegde ver
drag meit België niet is in het landsbe
lang" Men. oordeels zelf of zulk een
houding niet gelaakt moet worden. Even
eens zou sterk afgekeurd moeten worden,
indien dat deel onzer Zeeuwsche men
schen, dat tot beoordeeling niet in staat
is, door het petitionnement straks te tee
kenen zich tegen het verdrag verklaar
den en daardoor net deden alsof ze deze
zaak volkomen meester wagen. Daarop
wilde ik in de tweede plaats wijzen.
Ieder, die straks gaat teekenen, is daar
voor tegenover God verantwoordelijk. Kan
hij die verantwoordelijkheid met een goed
geweten dragen, dan is het in orde. Zou
hij dat echter niet kunnen, dan mag
hij ook niet teefcenen. Dan moet hij
zooveel vertrouwen stellen op zijn ver
tegenwoordigers in de Kamer, dat hij
gelooft, dat deze niets zullen aanvaarden,
waarvan zij de gevolgen niet met een vrije
consciëntie tegenover God en ons volk
zouden kunnen dragen. Zoo kan ook deze
niet-teekenaar gerust zijn. God eischt niet
Het groote conflict in de Brit-
sche koleniniustrie is geëindigd. In
bijna alle districten zijn overeenkomsten tus-
schen mijneigenaars en mijnwerkers tot stand
gekomen. Het werk is vrijwel algemeen hervat,
waarbij echter in aanmerking moet worden
genomen, dat lang niet alle mijnwerkers weer
te werk zullen kunnen worden gesteld. Hoe
groot het aantal der slachtoffers dezer sla
king zal zijn is nog niet te zeggen, maar
voorloopig schijnt men er op te moeten re
kenen, dat er in de industrie voor weinig
meer dan twee derden van het aantal der
in April werkende arbeiders plaats zal zijn.
„De Economist" schat de verliezen, dia
door deze zeven maanden lang volgehouden
staking aan het Britscho economisch leven
zijn toegebracht; tusschen dé 350 en 400
millioen p.st. Voorwaar geen kleinigheid!
Met meer dan gewone belangstelling ziet
Europa ditmaal de ministers van buitonland-
sche zaken van Frankrijk, Engeland en
Duitschland naar Genève trekken om de ver
gadering van den Volkenbonds
raad bij te wonen. Er zullen tusschen deze
staatslieden belangrijke besprekingen plaats
hebben.
Briand heeft deze week in de Fransche
Kamer een groote rede over de bui-
tenlandsche politiek gehouden.
„Zoolang er geen toenadering is gekomen
tusichen Fjankrijk en Duibchland, zoolang zal
er geen duurzame vrede in Europa zijn",
dat was de tekst van Briauds rede. Aan.
weerskanten moet er dan goede wil zijn.
Aan zijn kant ontbreekt die goede wil niet,
zoo zegt h(j.
Uit Roemenië zijn deze week eigen
aardige berichten gekomen. Het schijnt, dat
er zekere groepen zjjn, die verlangen naai'
den dood des Konings, om dan hun slag
to slaan. De Koning, wiens toestand inder
daad vrij ernstig schijnt to zijn (de bekends
Prof. Hartmann zal hem opereeren) heeft
echter een proclamatie tot zjjn onderdanen
gericht, om den vrede in het belang van
het land te bewaren.
De Vesuvius is weer aan het werk.
Gelukkig vielen bij deze uitbarsting tot heden
nog geen rampen voor. Wel werd een deel
van Italië geteisterd door storm en aard
verschuivingen.
In Denemarken is de socialistische-
radicale meerderheid gebroken, naar de niet-
officiëele berichten melden. Het socialistisch,
kabinet zal dientengevolge moeten aftreden.
De burgeroorlog in China woedt
nog in onverminderde hevigheid voort. Bui-
tenlandsche oorlogsschepen zijn naai' enkelo-
Chineesche havens gezonden, om er de be
langen der vreemdelingen te behaitgen.
In ons eigen land was het nog altijd h e t.
Belgisch verdrag, dat wier belang
stelling bleef trekken. Hier en daar voor
al in onze provincie is de actie levendig
worden of zijn comité's van actie opgericht
en zullen handteekeningen verzameld worden
op adressen, gericht aan dc Eerste Kamer,,
inhoudende een verzoek om het verdrag te
verwerpen. Het wordt tijd, dat de eind-be
slissing valt, want deze kwestie dreigt onze
binnenlandsche politiek leelijk te vertroe
belen.
De Tweede Kamer ging in kalm tem
po met den begrootingsarbeid' voort, waarvoor
in en buiten de Kamer maar matige belang
stelling bestaat.. De Justitiebegrooting is aan
genomen en met Arbeid schiet ze goed op.
We hebben de.ze week weer een spoor
wegongeluk gehad, n.l. te Haarlem. Hét
gaat den spoorwegmaatschappijen niet voor
den wind, en het vértrouwen in onzen spoor
wegdienst krijgt daardoor een bedenkelijker)
knak.
Wat onze provincie' bclr ft he inneren
wij aan de belangrijke vergadering van de
Z. L. M. Met de kleinst mogelijke meer
derheid is daar besloten niet aan do re
geering om bescherming der suikerindustrie
te vragen, maar een afwachtende houding
aan te nemen. Wel voelde men algemeen
voor een tweede internationale suikercon
ventie.
De Commissaris der Koning'n in Zeeland
installeerde deze week den algemeenen
Raad van Advies voor de P. Z. E. M-
en sprak daarbij den wensch uit, dat' ein
delijk de P. Z. E. M. zich nu eens zal
mogen verheugen in aller sympathie, iets,
wat tot heden zeer veel heeffe te wenschen
overgelaten. Wij zullen ons hier niet bezig
houden met de vraag, of voor die antipathie
geen gegronde redenen aanwezig waren.
De Gemeente ra ad van Middel
burg nam do begrooting voor 1927 aan.
Voor een resumé der debatten verwijzen zij
naar het Raadsoverzicht in dit nummer.
van. iemand, dien Hij slechts één talent
gaf, hetzelfde te doen als van hem dien
Hij er vijf gaf. Dit geldt ook in deze zaak.
Om de volksmeening in soortgelijke
zaken eenigermate te typeeren, zou ik in
de derde plaats nog een paar citaten
willen aanhalen. De eerste uit ,,de Stan
daard" van 8 October: „Opmerkelijk is
bijv. het feit van het groot verzet dat
er bij de kooplieden van Amsterdam in
1863 openbaar werd tegen het plan van
het Noordzeekanaal. Men duchtte in Am
sterdam niets dan gevaren. Een. voorstel
om de gemeente Amsterdam in de lee
ning voor het kanaal te doen deelnemen,
werd afgewezen, en een krachtig
tusschenbeide komen van Koning Wil
lem III, die Amsterdam niet wilde
bezoeken voor en aleer de hoofdstad
des lands meerdere blijken van deelne
ming had gegeven in de nationale onder
neming tot doorgraving van Holland op
zijn smalst, was noodig om de Amstc-r-
damsche geldmannen toeschietelijk te ma
ken. Tenslotte werd voldoende geld ge
vonden, zoodat de Kanaalmaatschappij
kon worden opgericht.
Zulk verzet komt ons thans stellig ze®*