IJE ZEEUW
it tie Provincie
«TWEEDE
HETVERÜRAG SSET BELGIË.
feuiiletonT""""
Mftfty ST JOHM.
Provinciale Stalen van Zeeland,
Zoekliehtjes.
VAN
DINSDAG 23 NOV. 1926, No. 46.
Do verwerping van lie mot'e-Marchant
on dei aanneming door de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal van het verdrug
met België heeft velen in ons land leed
gedaan; vermoedelijk ook wel den meesten
van de leizers van „D'e Zeeuw".
De vraag rijst nu of thans behoort ge
tracht te, worden te bereiken dat de
Eerste Kamer der Staten-Generaal als
nog liet verdrag verwerpe. Binnen de
anti-revolutionaire partij bestaat thans ook
in het bijzonder da vraag of het zaak
is zich aan te sluiten bij het verzoek on
zer Rolterdamsche geestverwanten aan de
antirevolutionaire leden der Eerste Ka
mer om tegen het verdrag te stemmen.
Daartoe aangezocht door eienige vrienden,
zij het mij veroorloofd mijne meening
daaromtrent in uw blad uit to spreken.
Allereerst moet erkend worden, dat onze
Minister vai* Ruitcnlandscbe Zaken hulde
verdient voor zijn sch'tterende verdediging
van het tractaat ein dat Zijnei Excellentie
er in geslaagd is duidelijk uiteen te zetten,
dat het verdrag inderdaad in beginsel
niet te kort doet aan onze Souvereiniteit
over de Schelde in geval van oorlog of
oorlogsgevaar.
Daarom was de miotie Ma.rchant ook
waarlijk niet te aanvaarden, omdat deze
motie door haar desbetreffende uitspraak
(het gedeelte na het cijfer 1) ons stand
punt tegenover België verzwakte.
Desondanks komt het Stiff gewenscht
voor, dat de Eerste Kamer der Statcn-
Gonoraal alsnog het verdrag verwerpe, en
dat in het bijzonder onze antirevolutio
naire leden een kloek „Neen!" doen
hooren, maar dan op deugdelijker gronden
dan de motio-Marchant aangaf.
In de eieirste plaats is het niet juist,
dat de opheffing der verplichte en gega
randeerde neutraliteit van België, alsmede
van het verbod om van Antwerpen een
oorlogshaven, to maken, op zich zelve
reden was om de economische belangen
van België, zooals ze door de tractuten
van 1839 en 1843 waren verzekerd, thans
opnieuw on gunst'ger te regelen.
Integendeel: nu België's verplichte neu
traliteit was opgeheven en Antwerpen
c-vcntueel als oorlogshaveu zou kunnen
worden ingericht, lag het allereerst voor
de. hand, dat België tegenover ons land
blijk gaf van goede bedoelingen door een
verdrag van arbitrage met ons te sluiten.
Juist dat werd geweigerd. Berst als
zulk oen verdrag gesloten is, kunnen wij
nader overleg plegen hoe wij de belan
gen van Antwerpen verder tegemoet kan
nen komen.
Ook vervielen met de opheffing van
België's verplichte neutraliteit de rede
nen, die in 1839 de mogendheden nog
di.urn gelden om mede te spreken in de
verzekering dier economische belangen.
Bovendien was sinds- 1839 onzerzijds
allee gedaan cun Antwerpen in alle op
zichten tegemoet te komen. D>e bloei van
Antwerpen, do toegenomen diepte (lei-
vaargeul en het gestadig onderhoud van
dief dtepto bewijzen dit.
Dat die vaargeul zich soms verlegt,
ligt aan de natuur. Zooveel als wij kon
den), kwamen wij daaraan tegemoet.
Daarbij is het onjiv'st, dat de afdamming
van de Ooster-Schelde en van het Sloe
cn de daarvoor in de plaats gekomen ka
nalen HanswoertW.emehlinge en Vlis
singenVeiere in het nadoel waren voor
Antwerpen.
Integendeel ze waren van groot voor
deel voor Antwerpen.
De Ooster-Schelde tusschen Z -Bcvelaml
en Brabant en hef. Sloe waren aan het
verzanden. Had men de natuur den vrijen
loop gelaten dan waren ze nu geheel
dicht en Antwerpen had gé éne ver
binding met do Rijnvaart. Had men ze
door veel cn zeer kostbaar- baggeren voor
do vaart opengehouden, dan was «de
Uit het Epgelsch.
99) ,o
Het verdere gedeelte van den dag ging
minder aangenaam voor Mary voorbij. Na
de koffie kreeg Janet haar zin, en bekeken
zij cle provisiekamer en de kast met zilver;
groote doozen met juweelen werden uit de
brandkast gehaald en voor de verwonder
de Mary uitgestald.
„Is clal alles van mij? Mag ik ze niet
weggeven?" vroeg zij en toen Janet ant
woordde „Zeker niet", op haar ouden be
velenden toon, zeide zij: „Maar ik kan ze u
lèenen, gij kunt ze dragen, weet ge."
„Lieve Mary, cle vrouw van een predi
kant!" want Janet was zeer streng in deze
uiterlijke vormen, en zij zou voor niets ter
wereld iets gedaan hebben, dat niet voor
hare positie paste. Zij had al deze dingen
opgegeven, om den armen predikant te hu
wen.
„En gij placht zooveel van diamanten te
bouden. Ik herinner mij, dat gij liet mij
eens verteld hebt," merkte haar man treu-
118 )°P' terwd' hij een schitterende haar
naald tegen haar donker haar hield; maar
Janet nam ze zacht weg.
begeer geen versierselen voor mij-
',zeide zii; „ik verheug er mij op, ze
iuaiy te zien dragen."
x arY zweeg als een verstandige vrouw
stroom van da Schalde gedeeltelijk zoo
sterk door da Ooster-Schelde en door-
het Sloe afgeleid, dat de vaargeul in de
Wiester-Scbelde nimmer een diepte had
kunnen verkrijgen, zoo diep ais ze nu is.
Antwerpen heeft .dan ook, dank zij de
afdamming, een goed verzekerde verbin
ding mat de Rijnvaart, wel iets langer dan
vóór 1843, maar' veiel dieper, breeder en
zekerder, èn veel dieper vaargeul in de
Wester-Scheide dan anders ooit bereikt
ware.
Trouwc-ns dia afdamming en hare ge
volgen waren formeel door het- desbe
treffend tractaat geregeld en afgedaan.
Dit alles neemt niet weg, dat wij gaarne
België te woord staan omtrent zijn econo
mische wenschen en het zooveel mogelijk
tegemoet komen; maar daartoe moet eerst
het onlogische gevolg van de ontvoogding
van België (oen arbitrage-tractaat) tot
stand zijn gebracht, en inoet de econo
mische regeling redelijk zijn en niet als in
dit tractaat
De redelijkheid is toch uit het oog
verloren bij do volgende punten:
lo. do internationale commissie, die
niet alleen beslissen mag over de diepte,
waaro pde vaargeul zal gehouden worden,
maar ook over de vraag waar de vaar
geul zal gehandhaafd worden, ook dan
wanneer zo zich gevaarlijk nabij den voet
der dijken verlegt. Niet door een eventueel
verzet onzer Regeering met eventueel
arbitrale uitspraak moot het recht van
bestaan en do zekerheid der oever-polders
verzorgd worden, maar door ©ene eigene
beslissing onzer Reigeeffing, die voldoende
behoort te waken voor diepte on breedte
der vaargeul, maar zelve behoort te be
slissen waar dio vaargeulworde gehand
haafd, casu quo waarheen verlegd, als de
ocveivordcdiging anders in gevaar zou ko
men.
2®. dat de boloodsing veiel beter ware
te regelen van zeo tot Terneuzen of
Hans weert door Nederlaradsche loodsen en
van Terneuzen of Hanswoert naar Ant
werpen door Belgische loodsen, en niet
geëischt moet worden, dat de boloodsing
van Antwerpen niet meer mag kosten dan
die van Rotterdam. Antwerpen ligt nu oen-
maal drie maal zoo ver het land1 in
als Rotterdam ein trrikt daaruit andere
natuurlijke voordooien, waaraan wij niet
willen tornen.
3o. dat schepen, dia wegens schade-
varing behoor en in heislag to worden ge
nomen krachtens rechterlijk vonnis, viij
ons grond- (lï-.i. rechts-) gebied mogen
doorvaren, - opdatf: „Antwerpen de sta
tus geniete van een aan zee gelegen
haven" is noch juist noch redelijk. Ant
werpen is nu eenmaal niet aan zee gele
gen. Du consequentie zou zijn, dat de
zeieschéepjes die het 'Apollivernwater van
Re-magen naar Engeland vervoeren dan
ook op Nedtuiandsch, wellicht ook op
Duifcscli gebied, niet met beslag zouden
kunnen belegd worden. En de veiligheid
der vaart wordt ér door verminderd, en
dat op de Schelde tijdens mist
4o. In plaats dat het visschersrecht op
de Schelde, krachtens het oude tractaat,
van de Bouchauter-visschers, dat ons land
verplicht tot instandhouding van een ove
rigens overbodige verbinding van Bou-
■ehauie met de Schelde1, wordt' uitgebreid
tot het visschan op tie Ooster-Schelde (die
in dit tractaat na da bij vroeger tractaat
goedgekeurde afdamming zéér bedenke
lijk een „tak der Schelde" genoemd wordt)
behoorde het recht der. Bouchauter-vis
schers afkoop baar tei worden gesteld. Ne
derland zou daarbij niet krenterig mogen
zijn ein eene zeer ruime afkoopsom behoo1-
ren te betalen.
5o. Is he>t alandeiel van Nederland in
de kosten van onderhoud dor Schelde
te ruim bereikend. Bovendien ligt hierin
een' ander groot bezwaar, namelijk dit:
dat bij die berekening de souveremitei!
over dei Wielingen in het geding komt
Dit bezwaar kan Worden losgelaten in
dien er een goed; volledig airbitragé-ver-
draig bestaat; nu zoodanig verdrag' n i e 1
bestaat en zelfa juist geweigerd is, acht
ik dit bezwaar onoverkomenjijk.
6o. Is bet ketna,alAntwerpen-Moerdijk te
fantastisch hoog opgezet.
Als overal twee niet abnormaal groote,
malar regelmatig voorkomende, Rijnsche-
en vertelde haar niet, dat zij nooit zulke
dingen dacht te dragen. Waartoe? Het zou
slechts tegenspraak uitlokken. Zij legde de
juweelen weer op hun plaats; waarschijn
lijk zou zij ze er weer uitnemen om ze Dol-
lie te vertoornen, die zooveel van zulke din
gen hield. Toen Maurice op bijna jongens
achtige wijze een robijnen slang om haar
arm wilde vastmaken, trok zij zich bijna
ongeduldig terug. „Stil, Maurice, wij heb
ben geen tijd vooï zoo'n onzin", zeide zij
scherp. Toen Mrs Pratt binnenkwam om
'de doozen weg te nemen, verliet zij het ver
trek en liep zacht de donkere gang door;
geruimen tijd later vond Mauirice haar aan
de open deur staan, terwijl zij in de duis
ternis staarde. „Mary, 'het is kil, gij zult
koude vatten", zeide hij.
„Het rijtuig komt terstond voor, en Ja-
net is naar boven gegaan, om zich gereed
te maken"; maar Mary antwoordde nau
welijks en bewoog zich niet gedurende
eenige oogenblikken.
„Ja, de opoffering was vrijwillig gedaan
vrijwillig-, maar zij zouden het slacht
offer niet versieren"; dit waren hare ge
dachten.
Wanneer Bertie van haar zou hooren,
zou niemand hem kunnen vertelleen, dat de
jeugdige meesteres van £rome schoone
kJeederen droeg en zich met juweelen ver
sierde. Zij wilde zi< ;b even eenvoudig klee-
den, als woonde 'zij nog in Lime Street. Als
Janet er geen germ ogen mee nam, zon zij
al hare tegenweï pingen met oen lach af-
keeren. In deze z aak mocht niemand eeni-
gen invloed op h; aar uitoefenen, zelfs Dolly
pen, dus vah plm. 2000 ton of iels groo
ter, elkaar daarin kunnen ontmoeten en
hier en daar breedere wisselplaatsen wor
den gcimaakt, zou het voldoende zijn.
De concurrentie van Antwerpen mei
Rotterdam zou daarmede wel grooter wor
den, maar niet onoverkorneniijk. Maar dui
delijk behoorde daarbij vast te staan:
a. dat het. zooveel technisch redelijk uit
voerbaar is zoo lang mogelijk op Belgisch
gebied wordó gegraven; b. dat het ook
op Nederlandsch gebied geheel op Belgi
sche kosten worde gegraven, daarin be
grepen al de kosten van waterkeering om
Nederlandsch (N. Brabantsch) gebied te
beveiligen tegen te hoogen waterstand
van het kanaal ten opzichte van het
waterpeil van dat geto'ed, en dat Neder
land hoogstens iets er too bijdrage indien
en voor zoover dat kanaal dienstig ge
maakt wcfVclt aan waterafvoer van Neder
landsch gebied.
7o. Hel; kanaal AntwerpenRuhrort
kan (evenmin als hel kanaal Antwerpen
Moerdijk) worden toegestaan, indien niet
op volkomen voelt van gelijkheid Neder
land het recht verkrijg© om op Belgisch
gebied do geheole Zuid-Willemsvaart
aan to doein sluiten en te vergrooten en
verdiepen, in plaats dat dit beperkt wordt,
zooals in d i t tractaat. tot Zuidwaartsche
aansluiting.
Ieder dezer bezwaren moge niet zwaai',
wichtig genoog schijnen om liet tractaat
to verwerpen; het samenstel en de aard
van al deze bezwaren te zamen zijn
wel van zéér groots boteekenis, en in
hc-t bijzonder om liet vit'.um originis (do
fout in den opzat) dat niejt een volledig
arbitrage-verdrag vooropg'ng.
Schrijver deiz.es spreekt dan ook met
aandrang de hoop uit, 'dat de Eerste
Kamer der Staten-Generaal eene motie
in dezem geest aanneme, opdat onze be
trekkingein met België duurzaam, recht
matig en vrindschappelijk kunnen worden
vastgelegd
J. F. I Deems kerk.
Het Wit-Gele Kruis.
Door de Diocesane Federatie liet Wit-
Gele Kruis in het Bisdom Breda is d.d.
9 Augustus j.l. een adres aanN do Stalen
gericht, houdende verzoek om finan-
cicelen steun voor wijkverpleging, t.b.c.
bestrijding en zuigelingen-bescherming in
Z.-Vlaanderen. Aangezien dat adres niet
voldoende gegevens bevatte, om een con
creet voorstel te doen, is door Ged. Staten
bij brief van 19 Augustus j.l. om nadere
inlichtingen gevraagd. Wijl deze inlich
tingen achterwege bleven, hebben Ged.
Staten bij brief van 29 October op spoe
dig antwoord aangedrongen. Tot nog toe
zijn die inlichtingen niet .ontvangen, wes
halve Ged. Staten meenen te moeten voor
stellen, eene beslissing -op het adres aan
te houden, totdat zij in staat zullen zijn,
een bepaald voorstel te dier zake te doen.
Verbetering Graafjansdijk.
Bij besluit van 21 December 1925, ge
wijzigd hij besluit van 20 Juli j.l., werd
aan de Commissie van den Steenweg
van Westdorpe (Commissie onderhoud
Graaf jansdijk) een subsidie verleend, in
de bosten van verbetering, yan dien Graaf -
jansdijk in de gemeente Westdorpe. Bij
genoemde Commissie is ook in onderhoud
het westwaarts aansluitende, in de ge
meente Sas van Gent liggende gedeelte
van den Graaf jansdijk, deel uitmakende
van den Oos-tdam ter lengte van onge
veer 140 M. Het komt Geel. Staten wen-
schelijk voor, dat ook dit wegsgedeelte
bij de in uitvoering zijnde verbetering van
het in de gemeente Westdorpe liggende
gedeelte wordt betrokken; de kosten wor
den door den Hoofdingenieur yan den
Provincialen' Waterstaat geraamd op f 2600
Het in het voorstel van 20 Nov. 1925
genoemde bedrag voor vexbeteringskosten
van f 100.000 zal door deze uitbreiding
echter wpl niet overschreden behoeven
te worden. De voornoemde Commissie
heeft verzocht, om het subsidiebesluit in
dien geest te wijzigen en Ged. 'Staten
stellen dan ook voor te lezen „in de
gemeenten Westdorpe en Sas van Gent"
Door de gemeente Sas van Gent zal
niet. Misschien zou zij voor zijn genoegen
geleerd hebben meer om kleeren te geven;
maar nu liet de meening der buitenwereld
haar koud.
„Zij willen mij door uiterlijke dingen
dwingen om u te vergeten, Bertie", sprak
zij bö ziehzelve, leunde met haar hoofd te
gen den ronden, marnieren pilaar en
xveeiide; maar toen droogde zij haar tra-
men, nam een vast 'besluit en dat troostte
haar .«enigszins.
.„Wat doet het er toe of Janet mij een
-wniwig' plaagt?" dacht zij:
„Ik 'kan toch wel 'handelen, zooals mij
«goeddunkt; en eens zal zij het misschien
begrijpen"; en toen ging zij naar boven.
„Vaarwel, lieve schoone plaats, tot we-
i&ei'ziens", riep Janet opgewonden uit, toen
?Hj snel wegreden. Het park zag er kaal en
koud uit; maar door de geopende deur
kwam dé vroolijkheid naar buiten. Mary
deunde achterover in het rijtuig en ant
woordde nief; nog slechts ééne maand van
vrjjheid, daffht zij, en dan zouden de roode
mmsen van Grome zich om haar sluiten
•als sen gevangenis voor altijd!
HOOFDSTUK XXIX.
V.oetstappen in de snee.uw.
Do volgende maand ging maar al te
-spoedig voorbij. Als Mary er op terug zag,
verbaasde zij zich in stilte over de snel
heid, waarmee de dagen voorbij gingen en
over de kracht, die haar dagelijks geschon
ken werd.
„Het meel in mijne kruik wordt niet ver
teerd en de olie in mijne flescli ontbreekt
voor de verbetering van dit binnen haar
grenzen gelegen wegsgedeelte, eene bij
drage behooren te worden verleend. Met
het bestuur dier gemeente zijn Ged. Staten
daaromtrent in overleg getreden.
Restauratie Groote Kerk te Goes.
De Commissie voor de Restauratie van
de Groote of Sint Maria Magdalena-kerk
te Goes heeft zich met het verzoek tot
de Staten gewend om een verdere bij
drage uit de Provinciale kas in de kosten
der door die commissie uit. te voeren
herstellingswerken.
In 1921 hebben Prov. Staten f 1000
per jaar toegekend gedurende 10 jaaT
en dus het laatst in 1930. Inmiddels zijn
de herstellingswerkzaamheden, waarvan
de kosten o.m. uit deze bijdrage wor
den bestreden, welhaast voltooid en de
Commissie is voornemens, thans met alle
haar ten dienste staande middelen een'
aanvang te maken m§t het tweede deel
der restauratie. Ook in deze herstellings
kosten wordt een Provinciale bijdrage
gevraagd en wel van f 20.000, evenals de
vorige bijdrage te verdoelen over tien
jaren, te beginnen over het jaar 1931.
Uit een op een vraag van (led. Staten
gedane mededeicljing blijkt, dat, behou
dens onvoorziene tegenslagen, bij toeken
ning van een bijdrage der Provincie tot het
gevraagde bedrag, dekking' der te makefl
kosten is verzekerd. Ged. Staten stellen
voor te beginnen met 1931 en eindigende
in 1940 per jaar f2000 toe te kennen.
Weliswaar wordt op deze wijze een
grooter bedrag beschikbaar gesteld, 'dan
het geval zou zijn, wanneer de Provin
ciale bijdrage werd berekend op 10 pet.
van de eerste f30.000 en 5 pet. van de
meerdere kosten,, doch Ged. Staten zijn
van meening, dat in dit geval bijzondere
om s lan,digheden pleiten voor afwijking van'
den in liet algemeen gestelden regel. Het
gaat hier om het behoud van oen der
grootste en belangrijkste bouwwerken op
Zuid-Beveland, tot welks instandhouding
en herstel dooi- velerlei groepen van per
sonen is bijgedragen, en ook in de toe
komst zal worden,, bijgedragen. De Pro
vincie mag hierbij niet achter blijven,
en zij behoeft dit te minder te doen,
nu de last over een aantal jaren kan
worden verdeeld. Bij het voorstel wordt
de bepaling gemaakt, dat, indien het rijk
minder dan f 154.000 bijdraagt, de bij
drage der Provincie in evenredigheid zal
worden verminderd.
Vergunningen voor Autobussen.
Ged. Staten stellen voor in de Veror
dening op de heffing en invordering van
leges ter Provinciale Griffie op te nemen,
dat voor bet verleenen van een vergun
ning voo-r een autobusdienst f 5 en voor
wijziging of overdracht, f 2.50 aan leges
zal worden, geheven.
Naar Zei. verneemt heeft de heer F.
J. L. M. van Waesberghe te Hulst ontslag
gevraagd als voorzitter en lid van de Ge
zondheidscommissie, gezeteld te Hulst.
Goes. Zaterdag werd alhier de 9e, jaar
vergadering gehouden van den bond van
harmonie- en fanfare-vereenigingen in
Zeeland.
Uit liet jaarverslag bleek, dat in het af-
geloopen jaar de „Koninklijke Harmonie"
te Hulst als lid heeft bedankt. Daartegen
over is de vereeniging „Scheldegalm" te
Hansweert toegetreden, zoodat het aantal
aangesloten vereenigingen 39 is gebleven.
De rekening van den penningmeester
werd goedgekeurd met ontvang van
12586,21, uitgaaf fl487,22J^, goed slot*
f 1098,98 K>.
Op een verzoek van cle vereeniging
„Vlissingen Vooruit" om ter gelegenheid
van haar 25-jarig bestaan te Vlissingen
eon bondsfeest te houden, werd besloten
dat het reglement zulks niet toelaat, maar
dat cle hond V. V. wil steunen om zijn ju
bileum feestelijk te herdenken. Besloten
word in 1927 te N. en St. Joosland op den
2en Pinksterdag een bondsconcours te
houden. De Bestuursleden P. C. van Delft
te Hulst, J. 'Huisson te Colijnsplaat en F.
X. Mannhardt te Goes werdén herkozeu.
niet", schreef zij aan Dollie in antwoord
op eenige woorden van sympathie; maar
deze bedekte toespeling was alles, wat zij
ooit over het bewuste onderwerp zeide. En
toch zouden geheele bladzijden van zelf
beklag niet welsprekender zijn geweest,
want 'het sprak van een dagelijksche be
hoefte, waarin op bovennatuurlijke wijze
voorzien werd, van een kracht, die niet
van haar zelve was, maar waarvan zij
leefde en werkte.
Het is een'waar gezegde, dat werkzame
menschen zelden lang ongelukkig zijn;
maar er is biets, dat den duivel van in
wendige onrust zóó verschrikt, als werk,
dat op de rechte wijze ondernomen en met
volharding voortgezet wordt. Er zou in de
gelijkenis geen plaats zijn geweest voor de
zeven andere geesten in het huis met be-
z.emen gekeerd, als het niet ledig was ge
weest. En de duivel volbrengt, zijn werk,
zoowel door ledige harten als door luie
handen.
Toen Mary later eens over dit tijdperk
van haar leven sprak, bekende zij eer
lijk, dat het een groote heproevingstijd was
geweest, en zeide: „Ik had het altijd zoo
druk, dat ik geen tijd tot nadenken had,
totdat ik 's avonds in mijn eigen kamer
was, een dan was ik soms zoo moe, dat ik
niets kon doen dan slapen; maar soms
had ik moeilijke tijden, ik werd er echter
doorgeholpen; en sedert dien tijd was haar
geliefkoosde „preek", zooals zij het noem
de, voor menschen, die in lijden verkeer
den. „Het doet er niet toe hoe of wat
gij voelt; laat dat maar rusten; maar voer
Door dein Secretaris der Goesclie
A.-B. Kiesvereeniging werd Vrijdag in zijn
jaarverslag, onder herinnering aan het
bekende woord van Prof. Holwerda, de
vraag gedaan: kunnen wij niet anders
warden?
Hij doelde hierbij' op het slechte ver-
gaderingbezoek en de weinige belangstel
ling dio er blijkt te zijn voor beginsel-
studie.
ik zou dieze vraag, die niet alleen
voor Goes van belang is, hier willen
herhalen.
Of liever, ik zou haar nog wat willen
aandikken en zeggen: moeten wij niet
anders worden?
Is het te rijmen met onze schoone
beginselen, met de machtige1 belijdenis die
wij op de lippen nemen en met onzen
strijd voor de eere des Heeren, dat. er
bijons is Lauwheid, slapheid, onverschil
ligheid?
iNog eens: moeten wij niet anders
worden
OPMERKER.
Middelburg. Naar aanleiding van den
b r and i n 't „G rand Hote 1" deelden
13. en W. in de vergadering van den raad
van 26 Juli j.l. mede, dat zij ernstig over
wogen het aanvullen van de Politieveror
dening- met zoodanige bepalingen, dat ho
tels en dergelijke gebouwen zullen moeten
voorzien zijn van hrandkranen en brand-
bluschmiddelen, alsmede van de noodige
brandtrappen en branduitgangen. In ver
band daarmede hebben zij een onderzoek
doen instellen hoe die materie in andere
gemeenten geregeld is, en daarbij is geble
ken, dat nog slechts enkele gemeenten be
palingen, als door hen zouden worden ge-
wensölit, in het leven hebben geroepen, ter
wijl in die gemeenten de desbetreffende
voorschriften niet in de politieverordening
doch in de bouwverordening werden opge
nomen. Bij nader inzien komt het B. en W.
ook juister voor, deze bepalingen in de
bouwverordening op te nemen. B. en W.
zullen de wenschelijkheid van het vaststel
len van dergelijke voorschriften niet na
der behoeven uiteen te zetten en stellen
voor, aan de bouwverordening een nieuw
artikel 25bis in dien geest toe te voegen.
De gezondheidscommissie vereenigde
zich met het voorstel, terwijl de commissie
van fabricage zich er ook mede vereenigt,
doch een der leden cle hoop uitspreekt, dat
voor wat betreft de toepassing op winkels
de noodige soepelheid zal worden betracht,
omdat anders dit artikel voor sommige
winkels een bron van last kan worden.
B. en W. zeggen toe van do hun te ge
ven bevoegdheid een bescheiden gebruik te
zuilen maken.
Bij de aanbieding van de begroo
ting v o o i' 1927 voor de gemeente en
voor de verschillende bedrijven, wijzen B.
en W. er op, dat de plaatselijke directe be
lasting naar het inkomen in totaal een
bedrag van f 20.000 lager kon worden
uitgetrokken dan voor den dienst 1926.
Zooals in de toelichting op dien post is
vermeld, is onder het uitgetrokken bedrag,
in verband met cle gewijzigde „Begroo-
tingsvoorschriften 1924" begrepen een som
van f 35.100 voor door het rijk in te hou
den kwade posten. De netto-opbrengst der
inkomstenbelasting is alzoo f 55.100 lager
geraamd kunnen worden dan voor 1926.
Indien geen groote uitgaven meer door den
Raa'd op cle hegrooling worden gebracht,
zal dus waarschijnlijk het vermenigvuldi-
gingscijfer voor liet belastingjaar 1927-'28
wederom op 1 kunnen worden gebracht.
De voornamste oorzaken, waardoor de op
brengst dier belasting zooveel lager kon
worden geraamd, zijn de volgende: van de
laatst vastgestelde rekening zal een bedrag
van ruim f 25.000 meer ten goede van den
nieuwen dienst komen dan voor 1926 het
geval is geweest. De annuïteitsleening van
1880 is thans geheel afgelost, waardoor
een bedrag van rond f 14.000 beschikbaar
kwam. Werd voor 1926 voo'r de gasfabriek
een uit de gemeentekas te dekken verlies
van rond f 12.000 geraamd, dit bedrag kon
thans op „nihil" worden uitgetrokken. In
verband met dit laatste wijzen B. en W.
iets uit zit nooit één oogenblik ledig".
En zoo kwam het, dat Maurice, gedurende
de laatste dagen, die zij onder zijn dak
doorbracht ondanks zijn scherpen blik
niets verkeerds ontdekte, en zelfs Janet,
die haar nauwkeurig gadesloeg, verbaasde
en verheugde er zich over, als zij Tante
Mary op haar oude manier met de kinde
ren hoorde lachen, of haar veerkrachtig de
trap hoorde oploopen. Wpl verstomde de
lach spoedig, en werd cle glimlach dikwijls
door een zucht gevolgd, terwijl er een ver
moeide verlangende blik in de bruine
oogen kwam. Maar wie kon Mary laken,
indien het gevoel van verantwoordelijkheid
haar ernstiger maakte. Mary kreeg haar
zin en Whitechapel vierde dat jaar een
heerlijk kerstfeest. De tocht naar het Crys
tal Palace was op touw gezet en schitte
rend uitgevoerd, maar ze had Mary en
Maurice tien vermoeiende uren gekost.
De moeders van Janet waren uitgenoo-
digd tot een feest, waarvan zij zich nooit
een voorstelling- hadden kunnen maken, en
toen Mary en Janet afscheid van hen na
men hadden hun vereelde handen rijke gif
ten in kleederen en geld in ontvangst ge
nomen; op oen anderen avond waren al de
kinderen van de Armen- en Zondags
school om een rousachtigen kerstboom ver-
eenigd, waar Lettice, Hatty en Rosie tot
hun groote vreugde mochten helpen, om
al de versnaperingen uit te deelen.
„O, moeder, zie eens naar het branden
der poppen", jubelde een klein bleek meisje
tot haar in lompen gehulde moeder. Arm
kind! (Wordt vervolgd.)