IJE ZEEUW it tie Provincie «TWEEDE HETVERÜRAG SSET BELGIË. feuiiletonT"""" Mftfty ST JOHM. Provinciale Stalen van Zeeland, Zoekliehtjes. VAN DINSDAG 23 NOV. 1926, No. 46. Do verwerping van lie mot'e-Marchant on dei aanneming door de Tweede Ka mer der Staten-Generaal van het verdrug met België heeft velen in ons land leed gedaan; vermoedelijk ook wel den meesten van de leizers van „D'e Zeeuw". De vraag rijst nu of thans behoort ge tracht te, worden te bereiken dat de Eerste Kamer der Staten-Generaal als nog liet verdrag verwerpe. Binnen de anti-revolutionaire partij bestaat thans ook in het bijzonder da vraag of het zaak is zich aan te sluiten bij het verzoek on zer Rolterdamsche geestverwanten aan de antirevolutionaire leden der Eerste Ka mer om tegen het verdrag te stemmen. Daartoe aangezocht door eienige vrienden, zij het mij veroorloofd mijne meening daaromtrent in uw blad uit to spreken. Allereerst moet erkend worden, dat onze Minister vai* Ruitcnlandscbe Zaken hulde verdient voor zijn sch'tterende verdediging van het tractaat ein dat Zijnei Excellentie er in geslaagd is duidelijk uiteen te zetten, dat het verdrag inderdaad in beginsel niet te kort doet aan onze Souvereiniteit over de Schelde in geval van oorlog of oorlogsgevaar. Daarom was de miotie Ma.rchant ook waarlijk niet te aanvaarden, omdat deze motie door haar desbetreffende uitspraak (het gedeelte na het cijfer 1) ons stand punt tegenover België verzwakte. Desondanks komt het Stiff gewenscht voor, dat de Eerste Kamer der Statcn- Gonoraal alsnog het verdrag verwerpe, en dat in het bijzonder onze antirevolutio naire leden een kloek „Neen!" doen hooren, maar dan op deugdelijker gronden dan de motio-Marchant aangaf. In de eieirste plaats is het niet juist, dat de opheffing der verplichte en gega randeerde neutraliteit van België, alsmede van het verbod om van Antwerpen een oorlogshaven, to maken, op zich zelve reden was om de economische belangen van België, zooals ze door de tractuten van 1839 en 1843 waren verzekerd, thans opnieuw on gunst'ger te regelen. Integendeel: nu België's verplichte neu traliteit was opgeheven en Antwerpen c-vcntueel als oorlogshaveu zou kunnen worden ingericht, lag het allereerst voor de. hand, dat België tegenover ons land blijk gaf van goede bedoelingen door een verdrag van arbitrage met ons te sluiten. Juist dat werd geweigerd. Berst als zulk oen verdrag gesloten is, kunnen wij nader overleg plegen hoe wij de belan gen van Antwerpen verder tegemoet kan nen komen. Ook vervielen met de opheffing van België's verplichte neutraliteit de rede nen, die in 1839 de mogendheden nog di.urn gelden om mede te spreken in de verzekering dier economische belangen. Bovendien was sinds- 1839 onzerzijds allee gedaan cun Antwerpen in alle op zichten tegemoet te komen. D>e bloei van Antwerpen, do toegenomen diepte (lei- vaargeul en het gestadig onderhoud van dief dtepto bewijzen dit. Dat die vaargeul zich soms verlegt, ligt aan de natuur. Zooveel als wij kon den), kwamen wij daaraan tegemoet. Daarbij is het onjiv'st, dat de afdamming van de Ooster-Schelde en van het Sloe cn de daarvoor in de plaats gekomen ka nalen HanswoertW.emehlinge en Vlis singenVeiere in het nadoel waren voor Antwerpen. Integendeel ze waren van groot voor deel voor Antwerpen. De Ooster-Schelde tusschen Z -Bcvelaml en Brabant en hef. Sloe waren aan het verzanden. Had men de natuur den vrijen loop gelaten dan waren ze nu geheel dicht en Antwerpen had gé éne ver binding met do Rijnvaart. Had men ze door veel cn zeer kostbaar- baggeren voor do vaart opengehouden, dan was «de Uit het Epgelsch. 99) ,o Het verdere gedeelte van den dag ging minder aangenaam voor Mary voorbij. Na de koffie kreeg Janet haar zin, en bekeken zij cle provisiekamer en de kast met zilver; groote doozen met juweelen werden uit de brandkast gehaald en voor de verwonder de Mary uitgestald. „Is clal alles van mij? Mag ik ze niet weggeven?" vroeg zij en toen Janet ant woordde „Zeker niet", op haar ouden be velenden toon, zeide zij: „Maar ik kan ze u lèenen, gij kunt ze dragen, weet ge." „Lieve Mary, cle vrouw van een predi kant!" want Janet was zeer streng in deze uiterlijke vormen, en zij zou voor niets ter wereld iets gedaan hebben, dat niet voor hare positie paste. Zij had al deze dingen opgegeven, om den armen predikant te hu wen. „En gij placht zooveel van diamanten te bouden. Ik herinner mij, dat gij liet mij eens verteld hebt," merkte haar man treu- 118 )°P' terwd' hij een schitterende haar naald tegen haar donker haar hield; maar Janet nam ze zacht weg. begeer geen versierselen voor mij- ',zeide zii; „ik verheug er mij op, ze iuaiy te zien dragen." x arY zweeg als een verstandige vrouw stroom van da Schalde gedeeltelijk zoo sterk door da Ooster-Schelde en door- het Sloe afgeleid, dat de vaargeul in de Wiester-Scbelde nimmer een diepte had kunnen verkrijgen, zoo diep ais ze nu is. Antwerpen heeft .dan ook, dank zij de afdamming, een goed verzekerde verbin ding mat de Rijnvaart, wel iets langer dan vóór 1843, maar' veiel dieper, breeder en zekerder, èn veel dieper vaargeul in de Wester-Scheide dan anders ooit bereikt ware. Trouwc-ns dia afdamming en hare ge volgen waren formeel door het- desbe treffend tractaat geregeld en afgedaan. Dit alles neemt niet weg, dat wij gaarne België te woord staan omtrent zijn econo mische wenschen en het zooveel mogelijk tegemoet komen; maar daartoe moet eerst het onlogische gevolg van de ontvoogding van België (oen arbitrage-tractaat) tot stand zijn gebracht, en inoet de econo mische regeling redelijk zijn en niet als in dit tractaat De redelijkheid is toch uit het oog verloren bij do volgende punten: lo. do internationale commissie, die niet alleen beslissen mag over de diepte, waaro pde vaargeul zal gehouden worden, maar ook over de vraag waar de vaar geul zal gehandhaafd worden, ook dan wanneer zo zich gevaarlijk nabij den voet der dijken verlegt. Niet door een eventueel verzet onzer Regeering met eventueel arbitrale uitspraak moot het recht van bestaan en do zekerheid der oever-polders verzorgd worden, maar door ©ene eigene beslissing onzer Reigeeffing, die voldoende behoort te waken voor diepte on breedte der vaargeul, maar zelve behoort te be slissen waar dio vaargeulworde gehand haafd, casu quo waarheen verlegd, als de ocveivordcdiging anders in gevaar zou ko men. 2®. dat de boloodsing veiel beter ware te regelen van zeo tot Terneuzen of Hans weert door Nederlaradsche loodsen en van Terneuzen of Hanswoert naar Ant werpen door Belgische loodsen, en niet geëischt moet worden, dat de boloodsing van Antwerpen niet meer mag kosten dan die van Rotterdam. Antwerpen ligt nu oen- maal drie maal zoo ver het land1 in als Rotterdam ein trrikt daaruit andere natuurlijke voordooien, waaraan wij niet willen tornen. 3o. dat schepen, dia wegens schade- varing behoor en in heislag to worden ge nomen krachtens rechterlijk vonnis, viij ons grond- (lï-.i. rechts-) gebied mogen doorvaren, - opdatf: „Antwerpen de sta tus geniete van een aan zee gelegen haven" is noch juist noch redelijk. Ant werpen is nu eenmaal niet aan zee gele gen. Du consequentie zou zijn, dat de zeieschéepjes die het 'Apollivernwater van Re-magen naar Engeland vervoeren dan ook op Nedtuiandsch, wellicht ook op Duifcscli gebied, niet met beslag zouden kunnen belegd worden. En de veiligheid der vaart wordt ér door verminderd, en dat op de Schelde tijdens mist 4o. In plaats dat het visschersrecht op de Schelde, krachtens het oude tractaat, van de Bouchauter-visschers, dat ons land verplicht tot instandhouding van een ove rigens overbodige verbinding van Bou- ■ehauie met de Schelde1, wordt' uitgebreid tot het visschan op tie Ooster-Schelde (die in dit tractaat na da bij vroeger tractaat goedgekeurde afdamming zéér bedenke lijk een „tak der Schelde" genoemd wordt) behoorde het recht der. Bouchauter-vis schers afkoop baar tei worden gesteld. Ne derland zou daarbij niet krenterig mogen zijn ein eene zeer ruime afkoopsom behoo1- ren te betalen. 5o. Is he>t alandeiel van Nederland in de kosten van onderhoud dor Schelde te ruim bereikend. Bovendien ligt hierin een' ander groot bezwaar, namelijk dit: dat bij die berekening de souveremitei! over dei Wielingen in het geding komt Dit bezwaar kan Worden losgelaten in dien er een goed; volledig airbitragé-ver- draig bestaat; nu zoodanig verdrag' n i e 1 bestaat en zelfa juist geweigerd is, acht ik dit bezwaar onoverkomenjijk. 6o. Is bet ketna,alAntwerpen-Moerdijk te fantastisch hoog opgezet. Als overal twee niet abnormaal groote, malar regelmatig voorkomende, Rijnsche- en vertelde haar niet, dat zij nooit zulke dingen dacht te dragen. Waartoe? Het zou slechts tegenspraak uitlokken. Zij legde de juweelen weer op hun plaats; waarschijn lijk zou zij ze er weer uitnemen om ze Dol- lie te vertoornen, die zooveel van zulke din gen hield. Toen Maurice op bijna jongens achtige wijze een robijnen slang om haar arm wilde vastmaken, trok zij zich bijna ongeduldig terug. „Stil, Maurice, wij heb ben geen tijd vooï zoo'n onzin", zeide zij scherp. Toen Mrs Pratt binnenkwam om 'de doozen weg te nemen, verliet zij het ver trek en liep zacht de donkere gang door; geruimen tijd later vond Mauirice haar aan de open deur staan, terwijl zij in de duis ternis staarde. „Mary, 'het is kil, gij zult koude vatten", zeide hij. „Het rijtuig komt terstond voor, en Ja- net is naar boven gegaan, om zich gereed te maken"; maar Mary antwoordde nau welijks en bewoog zich niet gedurende eenige oogenblikken. „Ja, de opoffering was vrijwillig gedaan vrijwillig-, maar zij zouden het slacht offer niet versieren"; dit waren hare ge dachten. Wanneer Bertie van haar zou hooren, zou niemand hem kunnen vertelleen, dat de jeugdige meesteres van £rome schoone kJeederen droeg en zich met juweelen ver sierde. Zij wilde zi< ;b even eenvoudig klee- den, als woonde 'zij nog in Lime Street. Als Janet er geen germ ogen mee nam, zon zij al hare tegenweï pingen met oen lach af- keeren. In deze z aak mocht niemand eeni- gen invloed op h; aar uitoefenen, zelfs Dolly pen, dus vah plm. 2000 ton of iels groo ter, elkaar daarin kunnen ontmoeten en hier en daar breedere wisselplaatsen wor den gcimaakt, zou het voldoende zijn. De concurrentie van Antwerpen mei Rotterdam zou daarmede wel grooter wor den, maar niet onoverkorneniijk. Maar dui delijk behoorde daarbij vast te staan: a. dat het. zooveel technisch redelijk uit voerbaar is zoo lang mogelijk op Belgisch gebied wordó gegraven; b. dat het ook op Nederlandsch gebied geheel op Belgi sche kosten worde gegraven, daarin be grepen al de kosten van waterkeering om Nederlandsch (N. Brabantsch) gebied te beveiligen tegen te hoogen waterstand van het kanaal ten opzichte van het waterpeil van dat geto'ed, en dat Neder land hoogstens iets er too bijdrage indien en voor zoover dat kanaal dienstig ge maakt wcfVclt aan waterafvoer van Neder landsch gebied. 7o. Hel; kanaal AntwerpenRuhrort kan (evenmin als hel kanaal Antwerpen Moerdijk) worden toegestaan, indien niet op volkomen voelt van gelijkheid Neder land het recht verkrijg© om op Belgisch gebied do geheole Zuid-Willemsvaart aan to doein sluiten en te vergrooten en verdiepen, in plaats dat dit beperkt wordt, zooals in d i t tractaat. tot Zuidwaartsche aansluiting. Ieder dezer bezwaren moge niet zwaai', wichtig genoog schijnen om liet tractaat to verwerpen; het samenstel en de aard van al deze bezwaren te zamen zijn wel van zéér groots boteekenis, en in hc-t bijzonder om liet vit'.um originis (do fout in den opzat) dat niejt een volledig arbitrage-verdrag vooropg'ng. Schrijver deiz.es spreekt dan ook met aandrang de hoop uit, 'dat de Eerste Kamer der Staten-Generaal eene motie in dezem geest aanneme, opdat onze be trekkingein met België duurzaam, recht matig en vrindschappelijk kunnen worden vastgelegd J. F. I Deems kerk. Het Wit-Gele Kruis. Door de Diocesane Federatie liet Wit- Gele Kruis in het Bisdom Breda is d.d. 9 Augustus j.l. een adres aanN do Stalen gericht, houdende verzoek om finan- cicelen steun voor wijkverpleging, t.b.c. bestrijding en zuigelingen-bescherming in Z.-Vlaanderen. Aangezien dat adres niet voldoende gegevens bevatte, om een con creet voorstel te doen, is door Ged. Staten bij brief van 19 Augustus j.l. om nadere inlichtingen gevraagd. Wijl deze inlich tingen achterwege bleven, hebben Ged. Staten bij brief van 29 October op spoe dig antwoord aangedrongen. Tot nog toe zijn die inlichtingen niet .ontvangen, wes halve Ged. Staten meenen te moeten voor stellen, eene beslissing -op het adres aan te houden, totdat zij in staat zullen zijn, een bepaald voorstel te dier zake te doen. Verbetering Graafjansdijk. Bij besluit van 21 December 1925, ge wijzigd hij besluit van 20 Juli j.l., werd aan de Commissie van den Steenweg van Westdorpe (Commissie onderhoud Graaf jansdijk) een subsidie verleend, in de bosten van verbetering, yan dien Graaf - jansdijk in de gemeente Westdorpe. Bij genoemde Commissie is ook in onderhoud het westwaarts aansluitende, in de ge meente Sas van Gent liggende gedeelte van den Graaf jansdijk, deel uitmakende van den Oos-tdam ter lengte van onge veer 140 M. Het komt Geel. Staten wen- schelijk voor, dat ook dit wegsgedeelte bij de in uitvoering zijnde verbetering van het in de gemeente Westdorpe liggende gedeelte wordt betrokken; de kosten wor den door den Hoofdingenieur yan den Provincialen' Waterstaat geraamd op f 2600 Het in het voorstel van 20 Nov. 1925 genoemde bedrag voor vexbeteringskosten van f 100.000 zal door deze uitbreiding echter wpl niet overschreden behoeven te worden. De voornoemde Commissie heeft verzocht, om het subsidiebesluit in dien geest te wijzigen en Ged. 'Staten stellen dan ook voor te lezen „in de gemeenten Westdorpe en Sas van Gent" Door de gemeente Sas van Gent zal niet. Misschien zou zij voor zijn genoegen geleerd hebben meer om kleeren te geven; maar nu liet de meening der buitenwereld haar koud. „Zij willen mij door uiterlijke dingen dwingen om u te vergeten, Bertie", sprak zij bö ziehzelve, leunde met haar hoofd te gen den ronden, marnieren pilaar en xveeiide; maar toen droogde zij haar tra- men, nam een vast 'besluit en dat troostte haar .«enigszins. .„Wat doet het er toe of Janet mij een -wniwig' plaagt?" dacht zij: „Ik 'kan toch wel 'handelen, zooals mij «goeddunkt; en eens zal zij het misschien begrijpen"; en toen ging zij naar boven. „Vaarwel, lieve schoone plaats, tot we- i&ei'ziens", riep Janet opgewonden uit, toen ?Hj snel wegreden. Het park zag er kaal en koud uit; maar door de geopende deur kwam dé vroolijkheid naar buiten. Mary deunde achterover in het rijtuig en ant woordde nief; nog slechts ééne maand van vrjjheid, daffht zij, en dan zouden de roode mmsen van Grome zich om haar sluiten •als sen gevangenis voor altijd! HOOFDSTUK XXIX. V.oetstappen in de snee.uw. Do volgende maand ging maar al te -spoedig voorbij. Als Mary er op terug zag, verbaasde zij zich in stilte over de snel heid, waarmee de dagen voorbij gingen en over de kracht, die haar dagelijks geschon ken werd. „Het meel in mijne kruik wordt niet ver teerd en de olie in mijne flescli ontbreekt voor de verbetering van dit binnen haar grenzen gelegen wegsgedeelte, eene bij drage behooren te worden verleend. Met het bestuur dier gemeente zijn Ged. Staten daaromtrent in overleg getreden. Restauratie Groote Kerk te Goes. De Commissie voor de Restauratie van de Groote of Sint Maria Magdalena-kerk te Goes heeft zich met het verzoek tot de Staten gewend om een verdere bij drage uit de Provinciale kas in de kosten der door die commissie uit. te voeren herstellingswerken. In 1921 hebben Prov. Staten f 1000 per jaar toegekend gedurende 10 jaaT en dus het laatst in 1930. Inmiddels zijn de herstellingswerkzaamheden, waarvan de kosten o.m. uit deze bijdrage wor den bestreden, welhaast voltooid en de Commissie is voornemens, thans met alle haar ten dienste staande middelen een' aanvang te maken m§t het tweede deel der restauratie. Ook in deze herstellings kosten wordt een Provinciale bijdrage gevraagd en wel van f 20.000, evenals de vorige bijdrage te verdoelen over tien jaren, te beginnen over het jaar 1931. Uit een op een vraag van (led. Staten gedane mededeicljing blijkt, dat, behou dens onvoorziene tegenslagen, bij toeken ning van een bijdrage der Provincie tot het gevraagde bedrag, dekking' der te makefl kosten is verzekerd. Ged. Staten stellen voor te beginnen met 1931 en eindigende in 1940 per jaar f2000 toe te kennen. Weliswaar wordt op deze wijze een grooter bedrag beschikbaar gesteld, 'dan het geval zou zijn, wanneer de Provin ciale bijdrage werd berekend op 10 pet. van de eerste f30.000 en 5 pet. van de meerdere kosten,, doch Ged. Staten zijn van meening, dat in dit geval bijzondere om s lan,digheden pleiten voor afwijking van' den in liet algemeen gestelden regel. Het gaat hier om het behoud van oen der grootste en belangrijkste bouwwerken op Zuid-Beveland, tot welks instandhouding en herstel dooi- velerlei groepen van per sonen is bijgedragen, en ook in de toe komst zal worden,, bijgedragen. De Pro vincie mag hierbij niet achter blijven, en zij behoeft dit te minder te doen, nu de last over een aantal jaren kan worden verdeeld. Bij het voorstel wordt de bepaling gemaakt, dat, indien het rijk minder dan f 154.000 bijdraagt, de bij drage der Provincie in evenredigheid zal worden verminderd. Vergunningen voor Autobussen. Ged. Staten stellen voor in de Veror dening op de heffing en invordering van leges ter Provinciale Griffie op te nemen, dat voor bet verleenen van een vergun ning voo-r een autobusdienst f 5 en voor wijziging of overdracht, f 2.50 aan leges zal worden, geheven. Naar Zei. verneemt heeft de heer F. J. L. M. van Waesberghe te Hulst ontslag gevraagd als voorzitter en lid van de Ge zondheidscommissie, gezeteld te Hulst. Goes. Zaterdag werd alhier de 9e, jaar vergadering gehouden van den bond van harmonie- en fanfare-vereenigingen in Zeeland. Uit liet jaarverslag bleek, dat in het af- geloopen jaar de „Koninklijke Harmonie" te Hulst als lid heeft bedankt. Daartegen over is de vereeniging „Scheldegalm" te Hansweert toegetreden, zoodat het aantal aangesloten vereenigingen 39 is gebleven. De rekening van den penningmeester werd goedgekeurd met ontvang van 12586,21, uitgaaf fl487,22J^, goed slot* f 1098,98 K>. Op een verzoek van cle vereeniging „Vlissingen Vooruit" om ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan te Vlissingen eon bondsfeest te houden, werd besloten dat het reglement zulks niet toelaat, maar dat cle hond V. V. wil steunen om zijn ju bileum feestelijk te herdenken. Besloten word in 1927 te N. en St. Joosland op den 2en Pinksterdag een bondsconcours te houden. De Bestuursleden P. C. van Delft te Hulst, J. 'Huisson te Colijnsplaat en F. X. Mannhardt te Goes werdén herkozeu. niet", schreef zij aan Dollie in antwoord op eenige woorden van sympathie; maar deze bedekte toespeling was alles, wat zij ooit over het bewuste onderwerp zeide. En toch zouden geheele bladzijden van zelf beklag niet welsprekender zijn geweest, want 'het sprak van een dagelijksche be hoefte, waarin op bovennatuurlijke wijze voorzien werd, van een kracht, die niet van haar zelve was, maar waarvan zij leefde en werkte. Het is een'waar gezegde, dat werkzame menschen zelden lang ongelukkig zijn; maar er is biets, dat den duivel van in wendige onrust zóó verschrikt, als werk, dat op de rechte wijze ondernomen en met volharding voortgezet wordt. Er zou in de gelijkenis geen plaats zijn geweest voor de zeven andere geesten in het huis met be- z.emen gekeerd, als het niet ledig was ge weest. En de duivel volbrengt, zijn werk, zoowel door ledige harten als door luie handen. Toen Mary later eens over dit tijdperk van haar leven sprak, bekende zij eer lijk, dat het een groote heproevingstijd was geweest, en zeide: „Ik had het altijd zoo druk, dat ik geen tijd tot nadenken had, totdat ik 's avonds in mijn eigen kamer was, een dan was ik soms zoo moe, dat ik niets kon doen dan slapen; maar soms had ik moeilijke tijden, ik werd er echter doorgeholpen; en sedert dien tijd was haar geliefkoosde „preek", zooals zij het noem de, voor menschen, die in lijden verkeer den. „Het doet er niet toe hoe of wat gij voelt; laat dat maar rusten; maar voer Door dein Secretaris der Goesclie A.-B. Kiesvereeniging werd Vrijdag in zijn jaarverslag, onder herinnering aan het bekende woord van Prof. Holwerda, de vraag gedaan: kunnen wij niet anders warden? Hij doelde hierbij' op het slechte ver- gaderingbezoek en de weinige belangstel ling dio er blijkt te zijn voor beginsel- studie. ik zou dieze vraag, die niet alleen voor Goes van belang is, hier willen herhalen. Of liever, ik zou haar nog wat willen aandikken en zeggen: moeten wij niet anders worden? Is het te rijmen met onze schoone beginselen, met de machtige1 belijdenis die wij op de lippen nemen en met onzen strijd voor de eere des Heeren, dat. er bijons is Lauwheid, slapheid, onverschil ligheid? iNog eens: moeten wij niet anders worden OPMERKER. Middelburg. Naar aanleiding van den b r and i n 't „G rand Hote 1" deelden 13. en W. in de vergadering van den raad van 26 Juli j.l. mede, dat zij ernstig over wogen het aanvullen van de Politieveror dening- met zoodanige bepalingen, dat ho tels en dergelijke gebouwen zullen moeten voorzien zijn van hrandkranen en brand- bluschmiddelen, alsmede van de noodige brandtrappen en branduitgangen. In ver band daarmede hebben zij een onderzoek doen instellen hoe die materie in andere gemeenten geregeld is, en daarbij is geble ken, dat nog slechts enkele gemeenten be palingen, als door hen zouden worden ge- wensölit, in het leven hebben geroepen, ter wijl in die gemeenten de desbetreffende voorschriften niet in de politieverordening doch in de bouwverordening werden opge nomen. Bij nader inzien komt het B. en W. ook juister voor, deze bepalingen in de bouwverordening op te nemen. B. en W. zullen de wenschelijkheid van het vaststel len van dergelijke voorschriften niet na der behoeven uiteen te zetten en stellen voor, aan de bouwverordening een nieuw artikel 25bis in dien geest toe te voegen. De gezondheidscommissie vereenigde zich met het voorstel, terwijl de commissie van fabricage zich er ook mede vereenigt, doch een der leden cle hoop uitspreekt, dat voor wat betreft de toepassing op winkels de noodige soepelheid zal worden betracht, omdat anders dit artikel voor sommige winkels een bron van last kan worden. B. en W. zeggen toe van do hun te ge ven bevoegdheid een bescheiden gebruik te zuilen maken. Bij de aanbieding van de begroo ting v o o i' 1927 voor de gemeente en voor de verschillende bedrijven, wijzen B. en W. er op, dat de plaatselijke directe be lasting naar het inkomen in totaal een bedrag van f 20.000 lager kon worden uitgetrokken dan voor den dienst 1926. Zooals in de toelichting op dien post is vermeld, is onder het uitgetrokken bedrag, in verband met cle gewijzigde „Begroo- tingsvoorschriften 1924" begrepen een som van f 35.100 voor door het rijk in te hou den kwade posten. De netto-opbrengst der inkomstenbelasting is alzoo f 55.100 lager geraamd kunnen worden dan voor 1926. Indien geen groote uitgaven meer door den Raa'd op cle hegrooling worden gebracht, zal dus waarschijnlijk het vermenigvuldi- gingscijfer voor liet belastingjaar 1927-'28 wederom op 1 kunnen worden gebracht. De voornamste oorzaken, waardoor de op brengst dier belasting zooveel lager kon worden geraamd, zijn de volgende: van de laatst vastgestelde rekening zal een bedrag van ruim f 25.000 meer ten goede van den nieuwen dienst komen dan voor 1926 het geval is geweest. De annuïteitsleening van 1880 is thans geheel afgelost, waardoor een bedrag van rond f 14.000 beschikbaar kwam. Werd voor 1926 voo'r de gasfabriek een uit de gemeentekas te dekken verlies van rond f 12.000 geraamd, dit bedrag kon thans op „nihil" worden uitgetrokken. In verband met dit laatste wijzen B. en W. iets uit zit nooit één oogenblik ledig". En zoo kwam het, dat Maurice, gedurende de laatste dagen, die zij onder zijn dak doorbracht ondanks zijn scherpen blik niets verkeerds ontdekte, en zelfs Janet, die haar nauwkeurig gadesloeg, verbaasde en verheugde er zich over, als zij Tante Mary op haar oude manier met de kinde ren hoorde lachen, of haar veerkrachtig de trap hoorde oploopen. Wpl verstomde de lach spoedig, en werd cle glimlach dikwijls door een zucht gevolgd, terwijl er een ver moeide verlangende blik in de bruine oogen kwam. Maar wie kon Mary laken, indien het gevoel van verantwoordelijkheid haar ernstiger maakte. Mary kreeg haar zin en Whitechapel vierde dat jaar een heerlijk kerstfeest. De tocht naar het Crys tal Palace was op touw gezet en schitte rend uitgevoerd, maar ze had Mary en Maurice tien vermoeiende uren gekost. De moeders van Janet waren uitgenoo- digd tot een feest, waarvan zij zich nooit een voorstelling- hadden kunnen maken, en toen Mary en Janet afscheid van hen na men hadden hun vereelde handen rijke gif ten in kleederen en geld in ontvangst ge nomen; op oen anderen avond waren al de kinderen van de Armen- en Zondags school om een rousachtigen kerstboom ver- eenigd, waar Lettice, Hatty en Rosie tot hun groote vreugde mochten helpen, om al de versnaperingen uit te deelen. „O, moeder, zie eens naar het branden der poppen", jubelde een klein bleek meisje tot haar in lompen gehulde moeder. Arm kind! (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 5