Zeeuwsche Stemmes. er Pilasters en namen. Do (Ame-r.) „Wachter" steunt volkomen in met de Ned. critici met het plan, om aan het nieuwe geref. kerkgebouw te Haarlem do koppejn van Calvijn, Hendrik de dock, Kuyper, Rutgers cn Ravinck als pilaster- ornamenten aim te brengen. „Geen beelden" i 11 maar ook geen beel den aan de kerk. Tor plaatse waar God met zijn gemeente samenkomt, moet ook de schijn vermeden van al wat zweemt naar verheerlijking van den mensch. .Willen wij de groote mannen, die God aan zijn werk geigeven heeft, eeren, dan zullen we dit doen door winst te doen met hun geestelijke nalatenschap." Tevens bestrijdt het blad een verwant verschijnsel in eigen land. Er is n.I. aan drang van de Engelsch sprekend Amer. Gerei, om min of meer de Bpiscopaalsche en R. K. gewoonten na te volgen, de ker ken naar iemand tc noemen. Gewoonte was tot dusver, -aldus het blad, om de kerken gewoon naar een cijfer te noe men. Of ook wel noemt men de kerken naar de straat, 'waar zij aan liggen, b.v. Douglas Parickerk. Een enkele maal noemt men een kerk naar Rijbelsche plaatsen. Maar er is onder ons, zegt het orgaan, overwegend bezwaar, om te spreken van Immanuel-kerk of Drieëenheidskerk, of zelfs Oalvary-(Golgotha)kerk. „Daardoor gaan wij allengs het verkeerde pad op". Het best is om te blijven bij de eenvou dige aahduiding naar straat of park, waar aan de kerk gelegen is. Onderwijs ©n huisbezoek, ïn het „Ctorr. blad" der Vereen, van Cihr. Onderwijzers wordt gewezen op wat Ds. J. L. Pierson den onderwijzers nog eens aanbevolen heeft, namelijk het huis bezoek, opdat er meer contact tusschen School en Gezin zou komen. Het huisbezoek van den Onderwijzer bij de ouders zijner leerlingen is noodig, neen, noodzakelijk. Algemeen stemt men zulks wel toe. De opvatting, dat de ouders tot den onder wijzer motten komen, en dat deze rustig lieeft af te wachten, totdat zijn oordeel gevraagd wordt; is gelukkig merkwaardig door haaï zeldzaamheid. Zeker, de ouders hebben in dit opzicht oók oen roeping. Zij moeten zich ml eer gelegen laten liggen aan alles, wat hun kind op school leert en ervaart- En met het zenden van hun kinderen naar de Christelijke School zijn ze er nog lang niet af- Hun verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kinderen kunnen ze nooit aan anderen overdragen; ook niet aan de School. Maar, evenzeer is liet voor den onder wijzer gewenscht, dat hij, vati zijn kant, contact met het gezin heeft- Gewoonlijk begint een jong onderwijzer dan ook dit in toepassing te brengen, en geeft hij zich blijmoedig-ijver's* aaii het „huisbezoek". Maar volhouden, geregeld volhouden! Aclf neen, doorgaans niet- Er komen zoo vele bezwaren; men heeft te veel tijd noodig voor zijn studie; de afstanden in de groote steden zijn vaak ?oo groot; de moeilijke dagtaak vraagt to veel van de krachten; somtijds zijn de ervaringen zóó, dat de lust tot voortgaim benomen wordt- Toch mogen we 't niet opgeven. In ons eigen belang. Omgang miet de ouders maakt, dat ons weirk door hen beter gewaardeerd, vaak beter begrepen wordt- De kinderen gaan in ons „vrienden van vader cn moeder" zien; dikwijls zijn de lastige leerlingen verkeerd in gehoor zame belangstellenden, alleen door een enkel bezoek. Bovendien vraagt de huidige paedago- giek van dein onderwijzer, dat elk kind door hem afzonderlijk wordt bestudeerd. Moeilijke arbeid; die nimmer slagen kan, indien de waarnemingen tot de School beperkt blijven. Eennis van de huiselijke omstandighe den,. waaronder het kind opgroeit; van den aard, do denkwijze, de ontwikkeling der ouders is evenzeer onmisbaar, om den sleutel te vinden, waardoor men toe gang krijgt tot de kinderziel. Waarom zouden wij niet eens een pa rallel trekken tusschen Goes en de zuster stad Zierikzee? Men kan, bij alle ver schil in aanzien en karakter, kwalijk ont kennen, dat er menig punt van vergelij king is. Als een vrijmoedige flap-nit geef ik mijn indrukken en dan laat ik ditmaal in 't midden de beteekenis der zuster- stedekens als centra van handel en ver keer, terwijl het ook niet mijn intentie is aan de hand van stembusstatistieken m'n politieke conclusies neer te pennen. We zullen ze bezien met het oog van den droomenden toerist, maar die zijn oogen niet in z'n zak heeft en die zich ingeval van tegenspraak nimmer zou laten aanleunen de bewering dat hij geslapen heeft. Men behoeft niet ver buiten de Gan- zenstad te gaan om in den gezichtskring van de heide momenten der oudheid te komen. 't Is alsof beide steden als om strijd reikhalzen naar een nieuw huwelijk met het groote Watervlak, waaraan zij haar glorierijke herinnering danken. Maar de bescheiden liaveifslootjes vermogen niet Veel weten zal ook veel doen begrijpen en nog meier - doen vergeven. Zoo zal dan een goed onderwijzer wel aain huisbezoek moe-ten doen. Vooral vo-or zichzelf en dus ook voor de leerlingen, die- hij heeft te onderwijzen. Huldiging van inspecteur F. E r i n g a. Te Hilversum werd gister middag in tegenwoordigheid van vele onderwijskrachten in het district Hilver sum de heer F. Eringa, gehuldigd bij zijn zilveren ambtsjubileum als inspecteur- schoolopziener. De heer A. Lobstein wees namens het huldigingscomité op den ver dienstelijken arbeid van den feestvieren den ambtenaar-onderwijzer, "die in alle kringen sympathie heeft verworven, door plichtsbetrachting en vriendschappelijken omgang. Namens liet gemeentebestuur sprak burgemeester Reymer waardeerende woorden. Verder huldigden de h-eeren van Ravesteyn, prof. dr Gunning, Wenstink en de inspecteurs van het schooltoezicht te 's Gravenhage, Utrecht en Middelburg, alsmede de lieeren Nyk en Stampcrius den jubilaris, wien een tiental bloem stukken met tal van telegrammen -en brieven gewerden. Namens de onderwij zeressen) werd als blijvende herinnering aangeboden een haard, een tapfjten eenige stoelen. Ook bood het comité de orde- teekenen aan van de onderscheiding den jubilaris op Koninginnedag geworden. De heer Eringa dankte in gevoelvolle woor den de verschillende sprekers. Een drukke receptie volgde. De A m e r i -k a a n s g li e onder w ij zer. Volgens de Bode is de tijd niet meer veraf," dat er geen onderwijzers in Amerika zullen zijn. In Cincinnatie (pl.rn. 500.000 inwoners) zijn nog maar 27 mannelijke leerkrachten bij het lager onderwijs werkzaam. In 1925 leverde de stedelijke onderwijzersopleiding 60 onder wijzeressen en geen enkelen onderwijzer af. Oude rechtstermen in tmze taal. Bekend is, dat onze taal zoovele termen heeft, welke oorspronkelijk aan het recht wer den ontleend en die nu gebruikt worden zonder dat iemand zich ooit om de horkomst bekommert. De straffen waren vroeger, zooals ieder weet, meestal buitengewoon ruw, dikwijls wer den kleine vergrijpen gestraft met lichame lijke kwellingen, erger nog, met verminking. Zeer dikwijls kwam liet voor, dat men overging tot brandmerken. En al bran den wjj niet meer in werkelijkheid een stempel op wang en voorhoofd van ons slachtoffer, als iemand tegenwoordig gebrandmerkt is, dan is hij- nog- niet gelukkig. Wij „geeselen'' gewoonten van anderen. Ook als wij iemand de duimschroeven aanleggen, gebruiken wij een oud-juridische veroordeeling'. Want deze methode van folteren weid. veel toegepast. Niemand wordt graag aan de kaak ge steld; liet is hoogst pijnlijk om in 't pu bliek te moeten boeten voor begane fouten of vergrijpen. Ook zij, cjie letterlijk aan de kaak gesteld werden, aan den schandpaal gebonden, ten aanschouw© van iedereen, onder vonden den smaad in 'hevige mate. Het gebeurde een enkelen keer, dat een beklaagde zijn onschuld door een „gods oordeel" wist te bewijzen. Hij moest dan door een laaienden gloed loopen; bleef hij ongedeerd, dan ging hij vrij uit: Hij had de vuurproef doorstaan. Een andere proef was het oppakken en wegdragen van een gloeiend stuk ijzer. Het geringste brandwondje duidde hier al op schuld. Op die manier „ver brandde men zich licht de vin ger s" 1 Als een doodsoordeel was uitgesproken, brak de rechter een houten staafje over het schuldige hoofd en wierp de stukken voor de voeten van den gevonniste. Geen genade was meer te wachten, als „de staf over den schuldige gebroken wa s". Kort maar krachtig zeggen wjj nu, dat wij „met iemand gebroken hebben". Toen men veroordeelden nog onthoofde met een slag van het zwaard, zal wel niemand er ooit aan gedacht hebben, dat eeuwen later de handeling nog zou voortleven in een volks uitdrukking. „Iemand over de kling jagen" gebeurt in overdrachtelijke!! zin nog dikwijls genoeg! Als wij ons geradbraakt voelen, als iemand een taal radbraakt, dan denkt niemand meer aan liet afschuwelijke folterwerktuig, waarop de beul zijn slachtoffers bond om hen te pijnigen, tot het leven uit hen gevloden was. aan die hunkering een eind te makein. 't Is een niet te bevredigen verlangen en zoo leven we voort, terend op den ouden roem als kustplaatsen vol handel en vertier. iZierikzee heeft schier altijd nog iets van den ouden glans wéten te bewaren en de bruine zeilen der ettelijke visschers- schepen op het gpen water en de wapper rende wimpels blijven de stad tooien met de kenteekenen van de stad aan de zee. Goes ligt daar ergens, ver achter dat' schutsluitsje, waar een spichtig spitsje zich boven 't geboomte verheft, Zierikzee ligt vlak aan open water en haar oude, reuzetoren is de „wachter van de Oos- terschelde". Of zooals Ritter het fijn en geestig zegt: „Hij is het vaste punt, waar aan de zeezieke zijn blikken vastklampt als hij zijn <fnoed voelt wegglijden op de .deinende baren, hij is het oerbeeld, waaraan de variëerende perspektieven worden getoetst." Maar ook als ge het vriendelijke stadje binnentreedt, ontgaat u nimmer de beko ring van liet deftige, dat de poorten en de oude gevels der patriciersbehuizingen er aan verleenen. Goes is de bedrijvige stad, welke zich reeds lang geleden heeft weten te bevrij den van de kluisters welke de wallen JE VADER GAAT NAAR DEN HEMEL! Toen schipper Penning wegzonk in de zee, zei hij tot zijn zoontje: „Jongen, als jij gered wordt, geef dan je moeder en zusjes en broer tjes een zoen van me, en zegmaar dat je rader n#nr den hemel gaat!" De zee kookt en bruist, en de woedende golven Bestormen het scheepje in donkeren nacht. Ze .werpen, 't omhoog, en dan weer ten afgrond, Als wilden ze toonen haar gruw'lijke macht. Ze tieren en gieren, en hollen en stormen En donderend werpen ze zich op de schuit. Ze beuken en smijten haai' henen en weder De golven, zij schreeuwen en hnlen om buit. De zee zingt haar strijdzang het is haar triomfzang. Het scheepke gaat onder in woedenden strijd. De zeezangen klinken de menschen, zij zinken Zij zinken, zij zinken naar d'eeuwigheid En verder, al verder maar rollen de golven. En al maar blijft strijden d'ontketende zee. En zij neemt in haar strijden loggers en pinken, En zij neemt kostbare menschenlevens mee. Daar worst'len twee menschen den strijd met de baren Ze worst'len om 't leven, 'tzijn vader en zoon. Ze grijpen -een luik, en ze zullen zich redden, Het leven behouden, als hulp wordt ge- boon. Maar hulp komt niet dagen de vader voelt 't einde, Het eind van zijn tobbende visschers- bestaan Als 't zoontje gered wordt, dan zal 't moeten melden: „Mijn vader, die is in de golven vergaan!" De vader gaat zinken, en zinkende zegt hij „Mijn jongen, als jij soms gered wor- "den mag Zeg dan. maar je moeder en broertjes cn ztisjes, Zeg z'allemaal dan maar van vader gedag! Houd moed inaar, m'n jongen! God geve je redding! Maar redding komt voor je vader te Iaat. Geef z'allen een zoen, en zeg aan je moeder Dat vader naar den hemel toe gaat!" Toen ging in de golven de vader ten onder. En dieper, al dieper zonk hij naar bc- nêen Naar benêen? Ja. en neen? Want hij ging naar den hemel. En daarom: naar boven ging vader nu heen! Zijn schip was verbrijzeld, maar 't scheepje zijn levens Dat was niet verbrijzeld, dat was niet vergaan, Want weldra bereikte 'tde veilige haven: Het ging op de hemelsche ankerplaats aan! (Rotterd.) Vliegongelukken en de vliegers. De heer Frits Koolhoven schrijft aan het Hdbld. Als president van de afdeeling Holland der League Internationale des Aviateurs, gevoel ik het mijn plicht, om naar aan leiding van het vliegongeluk te Sehelling- woude het voor de vliegers op te nemen, liet gaat niet aan, na ieder vliegonge luk den piloot hiervan de schuld te geven, zooals dat, naar het schijnt, hier te lande een gewoonte is geworden. Verscheidene der laatste ongelukken werden aan een fout van den piloot toe geschreven, terwijl in geen dezer gevallen den vlieger eenige schuld trof. Het spreekt toch van zelf, dat, wanneer een firma haar product doet voorvliegcn, zij daar voor de beste piloten ter beschikking neemt en wanneer gedurende deze de monstratie deelen van het toestel breken, hoeft dit allerminst iets te maken met en poorten haar aangelegd hadden. Zij moet de nieuwe bouwplannen nummieren en als men niet oppast raakt men den tel kwijt. Ze is als een uitbarstende knop en het is goed haar bloei te zien, vooral voor den Goesenaar, wiens trots de voor spoed van de oude Ganzenstad is. Zierikzee echter wil haar monumentale poorten niet missen. Ze staan niemand in den weg en ze zijn niet te nauw. Zij worden trouw gewaardeerd als de kenteekenen van haar hoogwaardigheid, als bewaarster van de oude historie. Van verre is het of al die oude bouwwerken zijn samengegroeid met de natuur en dichtbij spreken zij de duidelijke taal van voorbije eeuwen. Ge ziet niet meer de on aanzienlijke huisjes met de bouwvallige daken, ge hebt slechts oog voor de mooie lijnen der Noord- en Zuidhavenpoort- gebouwen en de fraaie Nobelpoort. iWe staan aan <len voet van den Sint Lievens-Monster, die nog de herinnering bewaart aan de gelijknamige kerk, welke in 1832 door de onvoorzichtigheid van een loodgieter, naar de geschiedenis ver haalt, in vlammen opging. Het nieuwe kerkgebouw, dat op eenigen afstand van den toren verrees, is slechts een schaduw van de vergane schoonheid en liet valt Goes dan ook licht in dit opzicht met de expert piloten, die het toestel voor- vliegen. Het is zeer betreurenswaardig, dat de levens van zulke, meestal bij uitstek schit terende jonge mannen, zoo dikwijls ge waagd worden, om een goeden indruk to mak-en op een verzameling officieele per sonen, van wie verwacht wordt, dat zij de aanschaffing van luchtvaartmaterieel zul len beïnvloeïden, naar aanleiding van wat velen linnner met leekenoogen hebben aanschouwd. Wanneer lieden ten dage een vlieg toestel ^vc-el beter stijgt of sneller vliegt, dan een ander toestel van een gelijk- waardigen concurrent, dan kan bijna altijd worden aangenomen, dat zulk een toestel een Ijger veiligheids-coefficient heeft, dus zwakker is en dus gevaarlijker. Do waarde van dit veiligheids-coefficient moet dus danig gekozen zijn, dat het vliegtuig alle evoluties, die voor zijn doel benoodigd zijn, zonder breuk kan verrichten, terwijl deze coëfficiënten voor militaire toestel len zoo hoog moeten zijn, dat ook na- gedeeltelijke beschadiging door vijandelijk vuur het vliegtuig niet zoo maar breekt. leder weldenkend mensch zal kunnen begrijpen, dat de vleugels van een toestel, die 10 maal het gewicht van de machine kunnen dragen, zwaarder zullen wegen dan die, welke slechts 5 maal dit ge wicht kunnen dragen en waar in de vlieg techniek elke K.G. meer of minder gewicht een onormen invloed op de verrichtingen van de machine heeft, zal natuurlijk een machine, welke lichter is, een beteren stijgtijd en snelheid hebben en op leeken een beteren indruk maken. Maar dan zal ook iedereen kunnen begrijpen, dat het geen kunst is, op die manier een toestel ©ogenschijnlijk boven een ander te doen uitblinken. Breekt zulk een toestel gedurende de demonstratie en proefvluchten niet, dan zal de piloot van den kooper, wanneer het vliegtuig ouder wordt, hiervan als slacht offer vijlen en hem wederom de schuld worden aangewreven. Niet de vlieger moet verantwoordelijk worden gesteld voor dergelijke ongeluk ken, maar de aanschaffer, die de gave des onderscheids miste. Vooral bij toestellen van lichtmetaal móet zeer opgepast worden en komen met het oog op de weinige ervaring met dit materiaal zulke ongelukken nog veel voor, terwijl het risico nog grooter wordt, wanneer die lichtmetaal-machines in zout water (zee) worden gebruikt. De weg der zonde is in het begin een geasphalteerde straat, waar men gemakke lijk overheen gaat, doch die uitloopt in een moeras, waarin men blijft vastzitten. Voor Aufo-gébruikers. De korte afstanden binnen welke eon wa gon onder normale omstandigheden kan- stop pen, wanneer de remmen in goede conditie zfjn, op een vlakken, niet slipperigen weg zijn: Snelheid afstand, afgelegd voordat de wagen tot stilstand komt. 8 K.M./uur1 M. 16 i, 3 24 6 32 11 40 17 48 25 56 34 64 44 72 56 80 69 88 84 96 100 Laat uw remmen dus nazien en, wanneer ge zeker zijt, dat ze in prima conditie ver- keeren, gebruik ze dan zooals het behoort. Vele bestuurders debrayeeren, alvorens te remmen. Dit is een vruchtbare oorzaak voor gevaarlijke slippartijen. Bij het stoppen sluite men eerst gas af, waardoor de motorsnelheid automatisch tot minimum toerental vermin derd wordt,, en druk dan met zachten, doch regelmatig sterker wordenden druk, de rem men aan. Debrayeer slechts eenige oogen- blikken voordat de wagen geheel tot stil stand komt. Hierdoor voorkomt ge, dat uw motor stop valt (calleert). Een wagen, die zóó tot stilstand gebracht is, slipt zelden. Zorg' voor goede remmen, gebruik ze be hoorlijk, en wees voorzichtig bij onbewaakte overwegen. Strafwerkende remmen zijn niet altijd g'oede remmen. Ze moeten echter juist afgesteld gehouden worden.. haar mooie Maria Magdalena-kathedraal de kroon te spannen. Maar de toren, de robuste wachter van de Oosterschelde en Schouwen-Duive- land beide, mag er weer wezen. En het is, met vrees in het hart en met ge krenkte trots, dat de Zierikzeeënaren hoo- ren van de plannon om dien trouwen wachter de bijbetrekking van waterleve rancier op te dragen, of liever 'n soort makelaarschap in aqua distillata, want, zeggen de hyp-er-practische en prozaïsche menschen van de 20ste eeuw, 't wordt tijd, dat hij eens wat gaat verdienen. In stede van op een dubbele el na dubbel zoo hoog te worden als de be roemde Utrechtsche Dom, gelijk de bouw meesters aanvankelijk gedroomd hadden, komt er nu misschien een waterhoofd op, waaraan hij hopelijk niet te gronde gaat. 'Maar wee hem, die het stadsbeeld durft schenden en caricatuur maakt van den waardigen wachter, die als 'tware in zijn onaf-zijn nóg rouwt over de el lende, die in de 15e eeuw een storm ramp over de Zierikzeesche koopvaardij vloot bracht, to-en in één nacht 500 va ders of echtgenooten hun graf in de gol ven vonden KEES VAN DER MEER. Alweer een aanslag op Musso lini. Ook ditmaal is deze aanslag mis lukt Mussolini bleef ongedeerd, de jeug dige dader echter werd door de menigte doodgeslagen. Zulke aanslagen het eek enen iedere keer nieuwe reclame eu sympathiebetuigingen voor Mussolini, waarvan de Ducc blijk baar allerminst afkeerig is. En ook brengt iedere aanslag ,weer nieuwe maatregelen .van onderdruldring en tyranniseering dei- oppositie mee. Zoo is er iii Italië een fascistische partijheerschappij gevestigd, die zich al leen met allerlei geweldmaatregelen tot dusver heeft kunnen handhaven. Een grondslag en methode, die ons, Anti-Re volutionairen, allerminst principieel juist voorkomt enook practisch zeker niet kan bekoren. Van weinig zelfrespect der overheid getuigen ook de vele berichten over s c h a n d e 1 ij k e t o o n e e 1 e n ïn de Raadsvergaderingen van Berlijn, Weenen, enz. Zoo daalt in breede kringen de eer bied voor het gezag en ondermijnt men de grondslagen van het geordende staats leven. De mijnwerkersstaking in En- gr-land schijnt nu weer de opheffing nabij. Bc- arbtiderskansen staan er op 't oog en- blik slecht voor. Van een verhindering van dc-n invoer van buitenlandsche kolen kan niets komen. De gelden althans uit het land zelf komen slecht binnen en te verwachten is wel niet, dat Rusland de staking blijvend en nagenoeg geheel zal financieren. Het schijnt, dat er districts overeenkomsten zullen worden gesloten. I n Amerika zijn weer verkiezingen gehouden. Een Amerikaan houdt van ver kiezingen. Elke vier jaar kiest hij zich een nieuwen president en daarmee, indi rect, een heel nieuwe regeering. Elke 2 jaar stuurt hij een derde deel van den Senaat en het geheele Huis van Afge vaardigden naar de stemgerechtigden om een hernieuwing van mandaat- De republikeinen hebben ditmaal een nederlaag geleden en van een herkiezing van president Coolidge' zal dan ook straks wel geen sprake zijn. In Spanje, of beter gezegd even bui- ton Spanje wilde men weer eens een revolutie op touw zetten. Het blijkt nog altijd, hoe gevaarlijk de internationale toe stand is en hoe het revolutiespook nog steeds rondwaart, om zich nu hier en straks daar opeens te vertoonen. Gelukkig is ditmaal de poging^tot opstand tijdig verijdeld. De conservatieven in Engeland schijnen op 't oogenblik geen hooge papie ren te hebben. De Gemeenteraadsverkie zingen, daar gehouden, wezen er op, dat het getij weer wat verloopt en de arbei derspartij weer meer aanhang heeft ge kregen. 't Was in ons land ook een belangrijke week. Het verdrag met België is in de Kamer in behandeling gekomen. Het is krachtig en fel bestreden door sommi gen, met een vrij groote reserve bekeken door velen en enthousiast door enkelen verdedigd. Tot de laatsten behoorde minis ter Van Karnebeek, wiens rede, wellicht niet bij allen toejuiching, dan toch zeker bewondering' wekte. Deze minister is wer kelijk een staatsman van groote beteekenis. En ongetwijfeld behooren deze weken voor hem wel tot de belangrijkste in zijn leven. De volgende week zal uitwijzen, of het ver drag een meerderheid halen zal. Deze week is het belangrijke, en voor Amsterdam en IJmuiden vooral verheu gende feit herdacht, dat het Noordzee- kanaal vijftig jaar geleden voor het scheepvaartverkeer werd opengesteld. Ook uit onze provincie valt nog wel iets te vermelden. Deze week vergaderden en kele Gemeenteraden in onze omgeving over de elect rificatie, maar de vooruit zichten daarvoor lijken nog niet gunstig. Verschillende Gemeenteraden (Kloetinge, 's-Gravenpolder, enz.) wezen de zaak in haar geheel van de hand, andere hadden zulke voorwaarden (o.a. Tholen), dat hier langdurige onderhandelingen zeker eerst zullen moeten volgen. Gezwegen nog van Goes, waar de kwestie weer een heel ander karakter draagt. Het Prov Comité van A.-R. Kies- vereenigingen vergaderde deze week om een wapenschouw voor de a.s. Statenver kiezingen te houden.' Er was veel animo voor den ons wachtenden strijd. Moge God de Heere met ons optrekken, opdat deze verkiezingen, gehouden met het élan van vroeger, voor onze partij straks verblijden de resultaten afwerpen. Een schoorsteen uit elkaar gesprongen. Korten tijd nadat Woens dagochtend ten huize van den veehouder H. v. d. L. te Wcesp, in de woonkamer de kachel was aangelegd, werd eensklaps een hevige slag gehoord. Een onderzoek bracht aan het licht, dat de gemetselde schoorsteen op zolder uit elkaar was gesprongen. De z.g. „gek", welke zich boven op den schoor steen bevond, werd meters ver weggeslingerd. Vc-rmoed wordt, dat de schoorsteen vol roet was en dat zich daarin gassen verzameld hadden, welke, toen de kachel aangelegd was, tot ontploffing' -kwamen. Hoewel de steenen naar alle kanten werden weggeslingerd, werd biiji dit ongeval niemand gekwetst. De Steenbergsche onderwijze- rossen. De onderwijzeressen II. en d. R. beiden te Steenbergen, hebben naar aanleiding van het bericht in het Dagblad van Noordbra bant, d.d. 3 November 1926 (door de meeste bladen overgenomen), een klacht bij den be voegden ambtenaar ingediend, opdat tot straf-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 6