Zeeuwsche Stemmes.
er
Pilasters en namen. Do
(Ame-r.) „Wachter" steunt volkomen in met
de Ned. critici met het plan, om aan het
nieuwe geref. kerkgebouw te Haarlem do
koppejn van Calvijn, Hendrik de dock,
Kuyper, Rutgers cn Ravinck als pilaster-
ornamenten aim te brengen.
„Geen beelden" i 11 maar ook geen beel
den aan de kerk. Tor plaatse waar God
met zijn gemeente samenkomt, moet ook
de schijn vermeden van al wat zweemt
naar verheerlijking van den mensch.
.Willen wij de groote mannen, die God
aan zijn werk geigeven heeft, eeren, dan
zullen we dit doen door winst te doen
met hun geestelijke nalatenschap."
Tevens bestrijdt het blad een verwant
verschijnsel in eigen land. Er is n.I. aan
drang van de Engelsch sprekend Amer.
Gerei, om min of meer de Bpiscopaalsche
en R. K. gewoonten na te volgen, de ker
ken naar iemand tc noemen. Gewoonte
was tot dusver, -aldus het blad, om de
kerken gewoon naar een cijfer te noe
men. Of ook wel noemt men de kerken
naar de straat, 'waar zij aan liggen, b.v.
Douglas Parickerk. Een enkele maal noemt
men een kerk naar Rijbelsche plaatsen.
Maar er is onder ons, zegt het orgaan,
overwegend bezwaar, om te spreken van
Immanuel-kerk of Drieëenheidskerk, of
zelfs Oalvary-(Golgotha)kerk. „Daardoor
gaan wij allengs het verkeerde pad op".
Het best is om te blijven bij de eenvou
dige aahduiding naar straat of park, waar
aan de kerk gelegen is.
Onderwijs ©n huisbezoek,
ïn het „Ctorr. blad" der Vereen, van
Cihr. Onderwijzers wordt gewezen op wat
Ds. J. L. Pierson den onderwijzers nog
eens aanbevolen heeft, namelijk het huis
bezoek, opdat er meer contact tusschen
School en Gezin zou komen.
Het huisbezoek van den Onderwijzer
bij de ouders zijner leerlingen is noodig,
neen, noodzakelijk.
Algemeen stemt men zulks wel toe. De
opvatting, dat de ouders tot den onder
wijzer motten komen, en dat deze rustig
lieeft af te wachten, totdat zijn oordeel
gevraagd wordt; is gelukkig merkwaardig
door haaï zeldzaamheid.
Zeker, de ouders hebben in dit opzicht
oók oen roeping. Zij moeten zich ml eer
gelegen laten liggen aan alles, wat hun
kind op school leert en ervaart- En met
het zenden van hun kinderen naar de
Christelijke School zijn ze er nog lang
niet af- Hun verantwoordelijkheid voor
de opvoeding van hun kinderen kunnen
ze nooit aan anderen overdragen; ook
niet aan de School.
Maar, evenzeer is liet voor den onder
wijzer gewenscht, dat hij, vati zijn kant,
contact met het gezin heeft-
Gewoonlijk begint een jong onderwijzer
dan ook dit in toepassing te brengen, en
geeft hij zich blijmoedig-ijver's* aaii het
„huisbezoek".
Maar volhouden, geregeld volhouden!
Aclf neen, doorgaans niet- Er komen zoo
vele bezwaren; men heeft te veel tijd
noodig voor zijn studie; de afstanden in
de groote steden zijn vaak ?oo groot; de
moeilijke dagtaak vraagt to veel van de
krachten; somtijds zijn de ervaringen zóó,
dat de lust tot voortgaim benomen wordt-
Toch mogen we 't niet opgeven.
In ons eigen belang. Omgang miet de
ouders maakt, dat ons weirk door hen
beter gewaardeerd, vaak beter begrepen
wordt-
De kinderen gaan in ons „vrienden
van vader cn moeder" zien; dikwijls zijn
de lastige leerlingen verkeerd in gehoor
zame belangstellenden, alleen door een
enkel bezoek.
Bovendien vraagt de huidige paedago-
giek van dein onderwijzer, dat elk kind
door hem afzonderlijk wordt bestudeerd.
Moeilijke arbeid; die nimmer slagen
kan, indien de waarnemingen tot de
School beperkt blijven.
Eennis van de huiselijke omstandighe
den,. waaronder het kind opgroeit; van
den aard, do denkwijze, de ontwikkeling
der ouders is evenzeer onmisbaar, om
den sleutel te vinden, waardoor men toe
gang krijgt tot de kinderziel.
Waarom zouden wij niet eens een pa
rallel trekken tusschen Goes en de zuster
stad Zierikzee? Men kan, bij alle ver
schil in aanzien en karakter, kwalijk ont
kennen, dat er menig punt van vergelij
king is. Als een vrijmoedige flap-nit geef
ik mijn indrukken en dan laat ik ditmaal
in 't midden de beteekenis der zuster-
stedekens als centra van handel en ver
keer, terwijl het ook niet mijn intentie
is aan de hand van stembusstatistieken
m'n politieke conclusies neer te pennen.
We zullen ze bezien met het oog van
den droomenden toerist, maar die zijn
oogen niet in z'n zak heeft en die zich
ingeval van tegenspraak nimmer zou laten
aanleunen de bewering dat hij geslapen
heeft.
Men behoeft niet ver buiten de Gan-
zenstad te gaan om in den gezichtskring
van de heide momenten der oudheid te
komen.
't Is alsof beide steden als om strijd
reikhalzen naar een nieuw huwelijk met
het groote Watervlak, waaraan zij haar
glorierijke herinnering danken. Maar de
bescheiden liaveifslootjes vermogen niet
Veel weten zal ook veel doen begrijpen
en nog meier - doen vergeven.
Zoo zal dan een goed onderwijzer wel
aain huisbezoek moe-ten doen. Vooral vo-or
zichzelf en dus ook voor de leerlingen,
die- hij heeft te onderwijzen.
Huldiging van inspecteur
F. E r i n g a. Te Hilversum werd gister
middag in tegenwoordigheid van vele
onderwijskrachten in het district Hilver
sum de heer F. Eringa, gehuldigd bij zijn
zilveren ambtsjubileum als inspecteur-
schoolopziener. De heer A. Lobstein wees
namens het huldigingscomité op den ver
dienstelijken arbeid van den feestvieren
den ambtenaar-onderwijzer, "die in alle
kringen sympathie heeft verworven, door
plichtsbetrachting en vriendschappelijken
omgang. Namens liet gemeentebestuur
sprak burgemeester Reymer waardeerende
woorden. Verder huldigden de h-eeren van
Ravesteyn, prof. dr Gunning, Wenstink
en de inspecteurs van het schooltoezicht
te 's Gravenhage, Utrecht en Middelburg,
alsmede de lieeren Nyk en Stampcrius
den jubilaris, wien een tiental bloem
stukken met tal van telegrammen -en
brieven gewerden. Namens de onderwij
zeressen) werd als blijvende herinnering
aangeboden een haard, een tapfjten eenige
stoelen. Ook bood het comité de orde-
teekenen aan van de onderscheiding den
jubilaris op Koninginnedag geworden. De
heer Eringa dankte in gevoelvolle woor
den de verschillende sprekers. Een drukke
receptie volgde.
De A m e r i -k a a n s g li e onder w ij
zer. Volgens de Bode is de tijd niet meer
veraf," dat er geen onderwijzers in Amerika
zullen zijn.
In Cincinnatie (pl.rn. 500.000 inwoners) zijn
nog maar 27 mannelijke leerkrachten bij het
lager onderwijs werkzaam. In 1925 leverde
de stedelijke onderwijzersopleiding 60 onder
wijzeressen en geen enkelen onderwijzer af.
Oude rechtstermen in tmze taal.
Bekend is, dat onze taal zoovele termen
heeft, welke oorspronkelijk aan het recht wer
den ontleend en die nu gebruikt worden
zonder dat iemand zich ooit om de horkomst
bekommert.
De straffen waren vroeger, zooals ieder
weet, meestal buitengewoon ruw, dikwijls wer
den kleine vergrijpen gestraft met lichame
lijke kwellingen, erger nog, met verminking.
Zeer dikwijls kwam liet voor, dat men
overging tot brandmerken. En al bran
den wjj niet meer in werkelijkheid een stempel
op wang en voorhoofd van ons slachtoffer,
als iemand tegenwoordig gebrandmerkt is, dan
is hij- nog- niet gelukkig.
Wij „geeselen'' gewoonten van anderen.
Ook als wij iemand de duimschroeven
aanleggen, gebruiken wij een oud-juridische
veroordeeling'. Want deze methode van folteren
weid. veel toegepast.
Niemand wordt graag aan de kaak ge
steld; liet is hoogst pijnlijk om in 't pu
bliek te moeten boeten voor begane fouten
of vergrijpen. Ook zij, cjie letterlijk aan de
kaak gesteld werden, aan den schandpaal
gebonden, ten aanschouw© van iedereen, onder
vonden den smaad in 'hevige mate.
Het gebeurde een enkelen keer, dat een
beklaagde zijn onschuld door een „gods
oordeel" wist te bewijzen. Hij moest dan
door een laaienden gloed loopen; bleef hij
ongedeerd, dan ging hij vrij uit: Hij had de
vuurproef doorstaan. Een andere proef was
het oppakken en wegdragen van een gloeiend
stuk ijzer. Het geringste brandwondje duidde
hier al op schuld. Op die manier „ver
brandde men zich licht de vin
ger s" 1
Als een doodsoordeel was uitgesproken,
brak de rechter een houten staafje over het
schuldige hoofd en wierp de stukken voor de
voeten van den gevonniste. Geen genade was
meer te wachten, als „de staf over den
schuldige gebroken wa s". Kort maar
krachtig zeggen wjj nu, dat wij „met iemand
gebroken hebben".
Toen men veroordeelden nog onthoofde met
een slag van het zwaard, zal wel niemand er
ooit aan gedacht hebben, dat eeuwen later
de handeling nog zou voortleven in een volks
uitdrukking. „Iemand over de kling
jagen" gebeurt in overdrachtelijke!! zin nog
dikwijls genoeg!
Als wij ons geradbraakt voelen, als
iemand een taal radbraakt, dan denkt niemand
meer aan liet afschuwelijke folterwerktuig,
waarop de beul zijn slachtoffers bond om
hen te pijnigen, tot het leven uit hen gevloden
was.
aan die hunkering een eind te makein.
't Is een niet te bevredigen verlangen
en zoo leven we voort, terend op den
ouden roem als kustplaatsen vol handel
en vertier.
iZierikzee heeft schier altijd nog iets
van den ouden glans wéten te bewaren en
de bruine zeilen der ettelijke visschers-
schepen op het gpen water en de wapper
rende wimpels blijven de stad tooien met
de kenteekenen van de stad aan de zee.
Goes ligt daar ergens, ver achter dat'
schutsluitsje, waar een spichtig spitsje
zich boven 't geboomte verheft, Zierikzee
ligt vlak aan open water en haar oude,
reuzetoren is de „wachter van de Oos-
terschelde". Of zooals Ritter het fijn en
geestig zegt: „Hij is het vaste punt, waar
aan de zeezieke zijn blikken vastklampt
als hij zijn <fnoed voelt wegglijden op
de .deinende baren, hij is het oerbeeld,
waaraan de variëerende perspektieven
worden getoetst."
Maar ook als ge het vriendelijke stadje
binnentreedt, ontgaat u nimmer de beko
ring van liet deftige, dat de poorten en
de oude gevels der patriciersbehuizingen
er aan verleenen.
Goes is de bedrijvige stad, welke zich
reeds lang geleden heeft weten te bevrij
den van de kluisters welke de wallen
JE VADER GAAT NAAR DEN HEMEL!
Toen schipper Penning wegzonk
in de zee, zei hij tot zijn zoontje:
„Jongen, als jij gered wordt, geef
dan je moeder en zusjes en broer
tjes een zoen van me, en zegmaar
dat je rader n#nr den hemel gaat!"
De zee kookt en bruist, en de woedende
golven
Bestormen het scheepje in donkeren
nacht.
Ze .werpen, 't omhoog, en dan weer ten
afgrond,
Als wilden ze toonen haar gruw'lijke
macht.
Ze tieren en gieren, en hollen en stormen
En donderend werpen ze zich op de schuit.
Ze beuken en smijten haai' henen en
weder
De golven, zij schreeuwen en hnlen om
buit.
De zee zingt haar strijdzang het is
haar triomfzang.
Het scheepke gaat onder in woedenden
strijd.
De zeezangen klinken de menschen,
zij zinken
Zij zinken, zij zinken naar d'eeuwigheid
En verder, al verder maar rollen de
golven.
En al maar blijft strijden d'ontketende zee.
En zij neemt in haar strijden loggers en
pinken,
En zij neemt kostbare menschenlevens
mee.
Daar worst'len twee menschen den strijd
met de baren
Ze worst'len om 't leven, 'tzijn vader
en zoon.
Ze grijpen -een luik, en ze zullen zich
redden,
Het leven behouden, als hulp wordt ge-
boon.
Maar hulp komt niet dagen de vader
voelt 't einde,
Het eind van zijn tobbende visschers-
bestaan
Als 't zoontje gered wordt, dan zal 't
moeten melden:
„Mijn vader, die is in de golven vergaan!"
De vader gaat zinken, en zinkende zegt hij
„Mijn jongen, als jij soms gered wor-
"den mag
Zeg dan. maar je moeder en broertjes cn
ztisjes,
Zeg z'allemaal dan maar van vader gedag!
Houd moed inaar, m'n jongen! God geve
je redding!
Maar redding komt voor je vader te Iaat.
Geef z'allen een zoen, en zeg aan je
moeder
Dat vader naar den hemel toe gaat!"
Toen ging in de golven de vader ten
onder.
En dieper, al dieper zonk hij naar bc-
nêen
Naar benêen? Ja. en neen? Want hij ging
naar den hemel.
En daarom: naar boven ging vader nu
heen!
Zijn schip was verbrijzeld, maar 't
scheepje zijn levens
Dat was niet verbrijzeld, dat was niet
vergaan,
Want weldra bereikte 'tde veilige haven:
Het ging op de hemelsche ankerplaats
aan!
(Rotterd.)
Vliegongelukken en de vliegers.
De heer Frits Koolhoven schrijft aan
het Hdbld.
Als president van de afdeeling Holland
der League Internationale des Aviateurs,
gevoel ik het mijn plicht, om naar aan
leiding van het vliegongeluk te Sehelling-
woude het voor de vliegers op te nemen,
liet gaat niet aan, na ieder vliegonge
luk den piloot hiervan de schuld te geven,
zooals dat, naar het schijnt, hier te lande
een gewoonte is geworden.
Verscheidene der laatste ongelukken
werden aan een fout van den piloot toe
geschreven, terwijl in geen dezer gevallen
den vlieger eenige schuld trof. Het spreekt
toch van zelf, dat, wanneer een firma
haar product doet voorvliegcn, zij daar
voor de beste piloten ter beschikking
neemt en wanneer gedurende deze de
monstratie deelen van het toestel breken,
hoeft dit allerminst iets te maken met
en poorten haar aangelegd hadden. Zij
moet de nieuwe bouwplannen nummieren
en als men niet oppast raakt men den
tel kwijt. Ze is als een uitbarstende knop
en het is goed haar bloei te zien, vooral
voor den Goesenaar, wiens trots de voor
spoed van de oude Ganzenstad is.
Zierikzee echter wil haar monumentale
poorten niet missen. Ze staan niemand
in den weg en ze zijn niet te nauw.
Zij worden trouw gewaardeerd als de
kenteekenen van haar hoogwaardigheid,
als bewaarster van de oude historie. Van
verre is het of al die oude bouwwerken
zijn samengegroeid met de natuur en
dichtbij spreken zij de duidelijke taal van
voorbije eeuwen. Ge ziet niet meer de on
aanzienlijke huisjes met de bouwvallige
daken, ge hebt slechts oog voor de mooie
lijnen der Noord- en Zuidhavenpoort-
gebouwen en de fraaie Nobelpoort.
iWe staan aan <len voet van den Sint
Lievens-Monster, die nog de herinnering
bewaart aan de gelijknamige kerk, welke
in 1832 door de onvoorzichtigheid van
een loodgieter, naar de geschiedenis ver
haalt, in vlammen opging. Het nieuwe
kerkgebouw, dat op eenigen afstand van
den toren verrees, is slechts een schaduw
van de vergane schoonheid en liet valt
Goes dan ook licht in dit opzicht met
de expert piloten, die het toestel voor-
vliegen.
Het is zeer betreurenswaardig, dat de
levens van zulke, meestal bij uitstek schit
terende jonge mannen, zoo dikwijls ge
waagd worden, om een goeden indruk to
mak-en op een verzameling officieele per
sonen, van wie verwacht wordt, dat zij de
aanschaffing van luchtvaartmaterieel zul
len beïnvloeïden, naar aanleiding van wat
velen linnner met leekenoogen hebben
aanschouwd.
Wanneer lieden ten dage een vlieg
toestel ^vc-el beter stijgt of sneller vliegt,
dan een ander toestel van een gelijk-
waardigen concurrent, dan kan bijna altijd
worden aangenomen, dat zulk een toestel
een Ijger veiligheids-coefficient heeft, dus
zwakker is en dus gevaarlijker. Do waarde
van dit veiligheids-coefficient moet dus
danig gekozen zijn, dat het vliegtuig alle
evoluties, die voor zijn doel benoodigd
zijn, zonder breuk kan verrichten, terwijl
deze coëfficiënten voor militaire toestel
len zoo hoog moeten zijn, dat ook na-
gedeeltelijke beschadiging door vijandelijk
vuur het vliegtuig niet zoo maar breekt.
leder weldenkend mensch zal kunnen
begrijpen, dat de vleugels van een toestel,
die 10 maal het gewicht van de machine
kunnen dragen, zwaarder zullen wegen
dan die, welke slechts 5 maal dit ge
wicht kunnen dragen en waar in de vlieg
techniek elke K.G. meer of minder gewicht
een onormen invloed op de verrichtingen
van de machine heeft, zal natuurlijk een
machine, welke lichter is, een beteren
stijgtijd en snelheid hebben en op leeken
een beteren indruk maken. Maar dan zal
ook iedereen kunnen begrijpen, dat het
geen kunst is, op die manier een toestel
©ogenschijnlijk boven een ander te doen
uitblinken.
Breekt zulk een toestel gedurende de
demonstratie en proefvluchten niet, dan
zal de piloot van den kooper, wanneer het
vliegtuig ouder wordt, hiervan als slacht
offer vijlen en hem wederom de schuld
worden aangewreven.
Niet de vlieger moet verantwoordelijk
worden gesteld voor dergelijke ongeluk
ken, maar de aanschaffer, die de gave
des onderscheids miste.
Vooral bij toestellen van lichtmetaal
móet zeer opgepast worden en komen
met het oog op de weinige ervaring met
dit materiaal zulke ongelukken nog veel
voor, terwijl het risico nog grooter wordt,
wanneer die lichtmetaal-machines in
zout water (zee) worden gebruikt.
De weg der zonde is in het begin een
geasphalteerde straat, waar men gemakke
lijk overheen gaat, doch die uitloopt in een
moeras, waarin men blijft vastzitten.
Voor Aufo-gébruikers.
De korte afstanden binnen welke eon wa
gon onder normale omstandigheden kan- stop
pen, wanneer de remmen in goede conditie
zfjn, op een vlakken, niet slipperigen weg
zijn:
Snelheid afstand, afgelegd voordat de
wagen tot stilstand komt.
8 K.M./uur1 M.
16 i, 3
24 6
32 11
40 17
48 25
56 34
64 44
72 56
80 69
88 84
96 100
Laat uw remmen dus nazien en, wanneer
ge zeker zijt, dat ze in prima conditie ver-
keeren, gebruik ze dan zooals het behoort.
Vele bestuurders debrayeeren, alvorens te
remmen. Dit is een vruchtbare oorzaak voor
gevaarlijke slippartijen. Bij het stoppen sluite
men eerst gas af, waardoor de motorsnelheid
automatisch tot minimum toerental vermin
derd wordt,, en druk dan met zachten, doch
regelmatig sterker wordenden druk, de rem
men aan. Debrayeer slechts eenige oogen-
blikken voordat de wagen geheel tot stil
stand komt. Hierdoor voorkomt ge, dat uw
motor stop valt (calleert). Een wagen, die
zóó tot stilstand gebracht is, slipt zelden.
Zorg' voor goede remmen, gebruik ze be
hoorlijk, en wees voorzichtig bij onbewaakte
overwegen.
Strafwerkende remmen zijn niet altijd g'oede
remmen. Ze moeten echter juist afgesteld
gehouden worden..
haar mooie Maria Magdalena-kathedraal
de kroon te spannen.
Maar de toren, de robuste wachter van
de Oosterschelde en Schouwen-Duive-
land beide, mag er weer wezen. En het
is, met vrees in het hart en met ge
krenkte trots, dat de Zierikzeeënaren hoo-
ren van de plannon om dien trouwen
wachter de bijbetrekking van waterleve
rancier op te dragen, of liever 'n soort
makelaarschap in aqua distillata, want,
zeggen de hyp-er-practische en prozaïsche
menschen van de 20ste eeuw, 't wordt
tijd, dat hij eens wat gaat verdienen.
In stede van op een dubbele el na
dubbel zoo hoog te worden als de be
roemde Utrechtsche Dom, gelijk de bouw
meesters aanvankelijk gedroomd hadden,
komt er nu misschien een waterhoofd
op, waaraan hij hopelijk niet te gronde
gaat.
'Maar wee hem, die het stadsbeeld
durft schenden en caricatuur maakt van
den waardigen wachter, die als 'tware
in zijn onaf-zijn nóg rouwt over de el
lende, die in de 15e eeuw een storm
ramp over de Zierikzeesche koopvaardij
vloot bracht, to-en in één nacht 500 va
ders of echtgenooten hun graf in de gol
ven vonden
KEES VAN DER MEER.
Alweer een aanslag op Musso
lini. Ook ditmaal is deze aanslag mis
lukt Mussolini bleef ongedeerd, de jeug
dige dader echter werd door de menigte
doodgeslagen.
Zulke aanslagen het eek enen iedere keer
nieuwe reclame eu sympathiebetuigingen
voor Mussolini, waarvan de Ducc blijk
baar allerminst afkeerig is. En ook brengt
iedere aanslag ,weer nieuwe maatregelen
.van onderdruldring en tyranniseering dei-
oppositie mee.
Zoo is er iii Italië een fascistische
partijheerschappij gevestigd, die zich al
leen met allerlei geweldmaatregelen tot
dusver heeft kunnen handhaven. Een
grondslag en methode, die ons, Anti-Re
volutionairen, allerminst principieel juist
voorkomt enook practisch zeker niet
kan bekoren.
Van weinig zelfrespect der overheid
getuigen ook de vele berichten over
s c h a n d e 1 ij k e t o o n e e 1 e n ïn de
Raadsvergaderingen van Berlijn, Weenen,
enz. Zoo daalt in breede kringen de eer
bied voor het gezag en ondermijnt men
de grondslagen van het geordende staats
leven.
De mijnwerkersstaking in En-
gr-land schijnt nu weer de opheffing nabij.
Bc- arbtiderskansen staan er op 't oog en-
blik slecht voor. Van een verhindering van
dc-n invoer van buitenlandsche kolen kan
niets komen. De gelden althans uit
het land zelf komen slecht binnen en te
verwachten is wel niet, dat Rusland de
staking blijvend en nagenoeg geheel zal
financieren. Het schijnt, dat er districts
overeenkomsten zullen worden gesloten.
I n Amerika zijn weer verkiezingen
gehouden. Een Amerikaan houdt van ver
kiezingen. Elke vier jaar kiest hij zich
een nieuwen president en daarmee, indi
rect, een heel nieuwe regeering. Elke
2 jaar stuurt hij een derde deel van den
Senaat en het geheele Huis van Afge
vaardigden naar de stemgerechtigden om
een hernieuwing van mandaat-
De republikeinen hebben ditmaal een
nederlaag geleden en van een herkiezing
van president Coolidge' zal dan ook straks
wel geen sprake zijn.
In Spanje, of beter gezegd even bui-
ton Spanje wilde men weer eens een
revolutie op touw zetten. Het blijkt nog
altijd, hoe gevaarlijk de internationale toe
stand is en hoe het revolutiespook nog
steeds rondwaart, om zich nu hier en
straks daar opeens te vertoonen. Gelukkig
is ditmaal de poging^tot opstand tijdig
verijdeld.
De conservatieven in Engeland
schijnen op 't oogenblik geen hooge papie
ren te hebben. De Gemeenteraadsverkie
zingen, daar gehouden, wezen er op, dat
het getij weer wat verloopt en de arbei
derspartij weer meer aanhang heeft ge
kregen.
't Was in ons land ook een belangrijke
week. Het verdrag met België is
in de Kamer in behandeling gekomen. Het
is krachtig en fel bestreden door sommi
gen, met een vrij groote reserve bekeken
door velen en enthousiast door enkelen
verdedigd. Tot de laatsten behoorde minis
ter Van Karnebeek, wiens rede, wellicht
niet bij allen toejuiching, dan toch zeker
bewondering' wekte. Deze minister is wer
kelijk een staatsman van groote beteekenis.
En ongetwijfeld behooren deze weken voor
hem wel tot de belangrijkste in zijn leven.
De volgende week zal uitwijzen, of het ver
drag een meerderheid halen zal.
Deze week is het belangrijke, en voor
Amsterdam en IJmuiden vooral verheu
gende feit herdacht, dat het Noordzee-
kanaal vijftig jaar geleden voor het
scheepvaartverkeer werd opengesteld.
Ook uit onze provincie valt nog wel iets
te vermelden. Deze week vergaderden en
kele Gemeenteraden in onze omgeving over
de elect rificatie, maar de vooruit
zichten daarvoor lijken nog niet gunstig.
Verschillende Gemeenteraden (Kloetinge,
's-Gravenpolder, enz.) wezen de zaak in
haar geheel van de hand, andere hadden
zulke voorwaarden (o.a. Tholen), dat hier
langdurige onderhandelingen zeker eerst
zullen moeten volgen. Gezwegen nog van
Goes, waar de kwestie weer een heel ander
karakter draagt.
Het Prov Comité van A.-R. Kies-
vereenigingen vergaderde deze week om
een wapenschouw voor de a.s. Statenver
kiezingen te houden.' Er was veel animo
voor den ons wachtenden strijd. Moge God
de Heere met ons optrekken, opdat deze
verkiezingen, gehouden met het élan van
vroeger, voor onze partij straks verblijden
de resultaten afwerpen.
Een schoorsteen uit elkaar
gesprongen. Korten tijd nadat Woens
dagochtend ten huize van den veehouder H.
v. d. L. te Wcesp, in de woonkamer de
kachel was aangelegd, werd eensklaps een
hevige slag gehoord. Een onderzoek bracht
aan het licht, dat de gemetselde schoorsteen
op zolder uit elkaar was gesprongen. De
z.g. „gek", welke zich boven op den schoor
steen bevond, werd meters ver weggeslingerd.
Vc-rmoed wordt, dat de schoorsteen vol roet
was en dat zich daarin gassen verzameld
hadden, welke, toen de kachel aangelegd was,
tot ontploffing' -kwamen. Hoewel de steenen
naar alle kanten werden weggeslingerd, werd
biiji dit ongeval niemand gekwetst.
De Steenbergsche onderwijze-
rossen. De onderwijzeressen II. en d. R.
beiden te Steenbergen, hebben naar aanleiding
van het bericht in het Dagblad van Noordbra
bant, d.d. 3 November 1926 (door de meeste
bladen overgenomen), een klacht bij den be
voegden ambtenaar ingediend, opdat tot straf-