Het Zeeuwsche hoekje.
Wat er deze week voorviel.
Uit den Middelburgsciien Raad.
flit lie
We laten dit artikel, eenigszins verkort,
hieronder volgen
Toen ik onlangs thuis kwam, was er een
boodschap gekomen of ik een ziek meisje
wilde bezoeken, 't Was „tering" werd er een
voudig bijgezegd. Ze lag in een onzer groote
ziekenhuizen. Ik ging op weg er heen. Mijn.
ziel was met andere dingen bezig, ik weet
zelf niet meer waarmede. Wij hebben zoo'n
vreemd ambt, moeten van alles kunnen en
van alles zijn, en toch kunnen we in den
regel maar één ding goed, zelfs dat vaak
nog niet eens. Ik had het druk, en midden
in de roezemoes van 't leven, midden in
den maalstroom der beslommeringen, in eens
de boodschap; Ga naar een jong meisje, dat
sterven gaat, en spreek tot haar
Dra stond ik voor de groote poort. De por
tier knikte met een blik van verstandhouding,
ik kon verder. Ik klopte aan de deur van
de zaal, kon er dadelijk niet in, de hoofd
zuster was er niet, moest even wachten en
mocht toen „doorgaan". „N. N., daar is be
zoek voor je", zei de zuster, zoo luid, alsof
't or op aankwam, dat alle patiënten 'het
zouden hooren en ondanks de groote borden
met „stilte" er op, allerwege verspreid.
Ik denk zoo wel eens, voor wie hangen
.die waarschuwingen er tochl Zoo was de
introductie. Toen ik bij haar bed zat
eindelijk, was er al heel wat gebeurd, dat
anders had gekund, het voorzichtige werk,
dat ik kwam doen, in aanmerking genomen.
Daar lag ze, een meisje van ongeveer vijf
en twintig jaar, uiterst eenvoudig van uiter
lijk. Zij was reeds in een vergevorderd sta
dium, dat zag ik dadelijk, wat waren de
polsen mager en de handen lang en wit.
Zij keerde zich op zijde, kwam met haar
hoofd naar mij toe, en we konden werkelijk
vertrouwelijk spreken, zonder dat iemand ons
beluisterde; sorns fluisterden we half, maar
we verstonden elkaar. Ik kende haar niet,
had nooit van haar gehoord, zij kende mij
nauwelijks, althans niet van aanzien, nooit
was z© bij mij ter kerk geweest. Ze was
al acht jaar ziek. Ze begon met een veront
schuldiging, dat ze niet was „aangenomen".
Ik zei: „dat is heelemaal niet erg; maar
weet je wat belangrijker is? De vraag of
Christus jou al heeft aangenomen. Of je
al in de kerk aangenomen bent of niet, is
van weinig belang, maar heeft de Heiland
je al aangenomen?"
Het was een oogenblik stil. Toen zei ze,
heel zachtjes: „Ik ben niet bang om te
steTven".
Ik zweeg even, na zulke woorden moet
het immers stil zijn! Ze zei het zoo rustig,
als iemand, die de kosten berekend heeft.
Ik voelde hoe lang zij met die gedachte
gestreden had, hoe haar jong leven had ge
schreid, bij 't aanschouwen van den steeds
engeren kring, die de dood om haar ging
trekken. Maar nu was 't stil geworden. Haar
verbleekt en vermagerd gezicht was reeds
den dood gewijd, maar de zachte gloed harer
oogen sprak van de overwinning der ziel:
„Ik ben niet bang om te sterven". Ik zweeg,
maar dat zwijgen verstond ze. Och, bij het
allerdiepste leven verstaat men elkaar zwij
gend het beste
Wat we toen verder gesproken hebben,
weet ik niet zoo meer. Wij verstonden el
kaar volkomen. In de tien minuten, die het
onderhoud ongeveer duurde, waren we van
geheel onbekenden totaal met elkaar ver
trouwd geworden. Het is vreemd het neer
te schrijven en het is toch waar. Trouwens
van de gecompliceerdheid van het menschen-
leven blijft in het aangezicht van den dood
zoo weinig over. Zooveel is er, dat ons
scheidt in 't leven, zooveel dingen, die we
gewichtig en groot meenen te zijn, maar nau
welijks komt de eeuwige oever in 't zicht
of bij stille overeenkomst gelden ze niet
meer, zijn zelfs het noemen niet meer waard.
Eén ding is er eigenlijk alleen belangrijk:
Is de eeuwige kust, waar ik straks landen
zal, waar we allen dicht bj zijn, ons bekend,
kennen we het eeuwige als het eenige en
eigenlijke? Zijn-in den droom des tjds, brok
jes eeuwigheid ons voedsel geweest?
- Toen ik van haar scheidde, hebben we
samen gebeden; niet „luide", maar zacht
jes, heel zachtjes. In den anderen hoek der
zaal werd gelachen misschien toevallig
het hinderde niet al te veel. Ik weet niet-
goed, wat ik heb kunnen zeggen, het was
heel weinig en heel stakkerig. Ik heb o.a.
kunnen vragen, of God, als Hij haar thuis
haalde (ik voelde, dat ik het zoo zeggen
kon, dat ook haar ziel het zoo zeggen kon,
dat ook haar ziel het zoo voelde) het wou
doen zonder veel strijd. Verder had ik niet
veel te vragen, meer te danken, maar dan
Het dorpsleven.
[Wie „De Zeeuw" geregeld leest en
de rubriek „Provincienieuws" niet over
't hoofd ziet, heeft wel bemerkt, dat er
in ons blad behoorlijk aandacht geschon
ken wordt aan het dorpsnieuws. Ik kan
me voorstellen, dat de stedeling wel eens
glimlacht over sommige dorpsberichtjes
en -verslagen. Volgens hem is daar veel
bij, wat toch eigenlijk de moeite van
't drukken niet waard is.
Nu moet de stedeling daarover niet te
lichtvaardig een oordeel uitspreken. Trou
wens onze Zeeuwsche steden bergen ook
geen menschenmassa's, en wie weet of
een Rotterdammer en Hagenaar op hun
beurt weer niet glimlachten over berich
ten en verslagen uit de Zeeuwsche stad
jes, die toch een Goesenaar of Middel
burger weer interessant of alleraardigst
vindt.
Wij moeten in onze kleine provincie
met haar kleine dorpjes en stadjes nu
maar geen groote allures aannemen, wil
len we niet in 't belachelijke vervallen.
Zeeland is een plattelands provincie en
onze Zeeuwsche steden moeten voor een
groot deel bestaan van de dorpen. Onze
stedelingen zullen daarom goed doen niet
zonder veel woorden, de pasmunt der woor
den is zoo versleten, het stempel Gods, dat
er oorspronkelijk opstond, is zoo uitgewischt.
Toen ben ik heengegaan, heb haar onder
't weggaan nog uit de verte toegeknikt, en
ik dacht er over, wien dit bezoek het meeste
gegeven had, haar of mij.
Iedere Gemeenteraad heeft zoo z'n eigen
sfeer. Wie in de noodzakelijkheid ver
keert Raadsvergaderingen in verschil
lende dorpen en steden bij te wonen,
zou van iederen Gemeenteraad dat spe
cifiek eigensoortige kunnen schetsen.
Zoo is de Raad van Middelburg, on
danks de voornaamheid der Raadzaal,
waarvan de sprake van der eeuwen his
torie uitgaat, allerminst de deftigste in
onze provincie.
Dat heeft natuurlijk voor een groot deel
zijn oorzaak in de levendige jovialiteit
van den burgemeester. Maar ook de raads
leden, hoewel zich gaarne schikkende
onder de prettige leiding van den voor
zitter en dus de vergadering een ordelijk
verloop gevend, doen geen moeite om
de zitting het cachet van deftigheid te
geven. Vervalt eens een Raadslid onbe
doeld in den interpellatie-toon der Tweede
Kamer, zooals Woensdag dhr Boasson,
dan wordt er hartelijk om gelachen.
Dat wil niet zeggen, dat de Raadsleden
de goede vormen verwaarloozen. Integen
deel. De indruk, dien de_dames en hoeren
Raadsleden op den bezoeker maken is
wel deze, daargelaten, dat een enkel spr.
zijn onvervalscht stedelijk dialect wat
sterk verraadt, dat zij in beschaafde be
woordingen uiting aan hun meening weten
te geven.
Natuurlijk lijdt ook de Middelburgsche
Raad onder het algemeene euvel, dat te
veel leden zich gedrongen voelen, een
duit in 't zakje te doen. Daardoor was het
mogelijk, dat voor een agenda, waarop
maar zeer weinige belangrijke onderwer
pen prijkten, toch bijna vier uur ver
gaderd werd. De hoeveelheid woorden,
b.v. gewijd aan de zaak-Kreymborg, die
ten laatste zoo'n doodeenvoudige oplos
sing kreeg, is lichtelijk belachelijk.
Wij willen het belangrijkste uit de ver
gadering nog even releveeren.
De winkelsluiting komt in Mid
delburg vrij dikwijls op de proppen. Zoo
nu en dan wil een groep van belang
hebbenden eens aan cle verordening tor
nen. De Raad wilde echter van geen toe
geven weten en verzocht aan B. en W.
om niet te zwichten voor den drang
der banketbakiers. Immers zooals door
verschillende Raadsleden werd aange
toond dan is het hek van den dam
en verliest op den duur de verordening
alle effect.
Het wil ons ook niet duidelijk worden,
waarom de banketbakkers (aangenomen
dat er werkelijk van half 10 tot 10 uur
des Zaterdags zooveel verkocht zou
worden) wat vóór zouden hebben boven
viseh- en fruitverkoopers.
Wij achten de verplichte winkelsluiting
van groot sociaal belang en verblijden
ons er daarom in, dat de Raad van geen
toegeven wilde weten. Alleen kunnen we
niet de houding van wethouder Onder-
dijk, die toch sociaal-democraat is, ver
klaren. Deze had tegen het door de ban
ketbakkers gevraagde blijkbaar geen be
zwaar.
Belangrijk waren ook de korte discus
sies over de nieuwe kolen-trans
portinrichting aan de gasfabriek en
'de breedere bespreking van de drink
watervoorziening van Walcheren.
Bij de eerste leek het ons toe, dat wet
houder de Veer niet sterk stond tegen
over den heer Bosman, die er op wees, dat
de gasfabriek de laatste jaren niet flo
reert en daarom tegen over-kapitaliseering,
tegen een topzwaar maken van het bedrijf
waarschuwde. Weth. de Veer zette als
zijn standpunt uiteen: gaat een bedrijf
niet goed, tracht dan op alle mogelijke
manieren de exploitatie voordeeliger te
maken.
Ten aanzien van de drinkwatervoorzie
ning van Walcheren wist de wethouder
de bezwaren wel weg te nemen. Hij deed
belangrijke mededeelingen, die zeker voor
wijderen kring dan Middelburg vangroot
belang zijn. Mocht het na verloop van
tijd gelukken om met het Rijksbureau voor
laag neer te zien op het dorpsleven,
Zells is het niet kwaad, indien zij trach
ten dat leven in zulk een klein wereldje
ook eens te leeren kennen.
Deze opmerkingen meende ik te moe
ten maken, vóór ik in deze rubriek plaats
geef aan een (eenigszins verkort) schrij
ven van een hoogbejaarden dorpsbewo
ner uit Walcheren, die dit zij terloops
opgemerkt niet alleen zijn dorpje door
en door kent, maar zich ook buiten die ge
meente wel heeft bewogen en zich op
menig gebied verdienstelijk heeft gemaakt.
Onze briefschrijver meldt dan uit Grijps-
kerke.;
Als bijzonderen zegen kan uit ons
dorpje worden gemeld: onze gemeente
tolt 877 zielen. In 1925 ontviel ons in
Januari slechts één oude vrouw van bijna
86 jaar door den dood met nog een
kindje van een paar weken en twee leven
loos geborenen. Ruim 18 maanden na den
dood dier oude vrouw stierf eerst haar
schoonzoon, oud 50 jaar. Verder over
leed nog in '26 een man van 70 jaar,
terwijl nog ©en 70 jarige vrouw van een
naburig dorp in ziekelijken toestand hier
bij haar kinderen kwam inwonen en na
enkele weken stierf. Ook werd nog een
kindje levenloos geboren. Dit zijn al de
dooden die wij in meer dan 21 maanden
te betreuren hebben. Tot nu toe! Want
Drinkwatervoorziening tot overeenstem
ming te komen, en mochten de betrokken
gemeenten genoegzaam voor den aanleg
der waterleiding voelen, dan ziet liet er
wel naar uit, dat eerlang Domburg, Oost-
kapelle, Souburg en 't Zand de water
leiding zullen hebben en dat misschien
andere gemeenten ook in hun éigen, wel
begrepen belang, om aansluiting zullen
verzoeken. In dit opzicht staat Walcheren
nu nog ver bij Zuid-Beveland ten achter.
Over de gemeente-rekening 1925
werden geen gewichtige opmerkingen ge
maakt. De Directeur van den Reinigings
dienst mag de photo van zijn vakvereeni-
ging op gemeente-kosten op zijn kantoor
een plaatsje geven. Hij mag ook wel op
gemeente-kosten lid zijn van zijn vak
organisatie en een vakblad lezen, omdat
daarmede het gemeente-belang gemoeid
is, zooals werd verzekerd.
Over werkverschaffing aan de
werkloozen werden ook nog enkele inte
ressante mededeelingen .gedaan. Verblij
dend is wel, dat het Rijk waarschijnlijk
subsidie zal verleenen, vooral als straks
een grooter werk als de verbetering van
den Poelendale-singel wordt aangepakt. De
gedragingen van de Vitrite Works kwamen
door de discussies nu juist niet in een
mooi daglicht te staan. Hoewel het winst
cijfer lang niet ongunstig is, weigerde de
directie enkele jaren geleden botweg ook
maar «enigermate tegemoet te komen in
de groote uitgaven, die de gemeente mede
ten behoeve van haar personeel aan steun
moest doen. Maar er zal nu weer een
dergelijk verzoek gedaan worden.
Wij teekenen ook nog aan, dat B. en W.
met voorstellen tot 'reorganisatie der
brandweer zullen komen.
De poging van den heer Hondins, om
den Raad een uitspraak te ontlokken aan
gaande het verdrag met België, leed schip
breuk. Daar was niemand, die een handje
hielp. Men meende deze kwestie buiten
de Raadzaal te moeten houden.
Middelburg. Donderdagavond hield de
afd. Middelburg van de Vereen, tot Bevor
dering van d© Belangen van Slechthoo-
rendtn een druk bezochte bijeenkomst
op do bovenzaal van de Eendracht, on
der voorzitterschap van den heer Herman
Snijders. Tot leden der plaatselijke com
missie voor arbeidsbemiddeling voor
slechthoorenden werden benoemd de hee-
ren G. Bosschaart, H. J. Neugebauer en
J. C. Vreke. Deze arbeidsbemiddeling is
een nieuwe instelling der vereeniging wer
kende over het geheele land en ten doel
hebbende werkzoekenden onder de slecht
hoorenden bemiddeling te verleenen bij
de pogingen zich een betrekking te ver
schaffen. Nog deelde de voorzitter mede
dat voor de feestgave f 78.75 bijeen is
gebracht onder de leden en dat dus met
de f 100 uit de kas f 178-75 namens de
afdeeling voor het Rusthuis bij het I2V2-
jarig bestaan kon worden gezonden.
Hierna was het hoofdpunt voor deze
bijeenkomst aan de orde, namelijk de in
gebruikneming van de groepstelefoon,
aangeschaft van een deel der opbrengst
van den bazaar, die in het voorjaar is
gehouden. Deze telefoon wordt versterkt
door electrischen stroom uit een batterij
en aan een drietal tafeltjes konden ge
zamenlijk een 20-tal personen luisteren
aan verschillende modellen van telefonen.
Zelf kunnen zij de kracht van de stem re
gelen, voor de een moet het sterker zijn
dan voor ©en ander.
Voor deze eerste gebruikmaking van
den nieuwen aankoop, was de beer Geer
vliet uit Amsterdam overgekomen, die
voor de pauze een tweelal stukjes voor
droeg „Een angstvolle avond" van Falk
land en „Julius Caesar", een parodie op
het leven van den Romeinschen keizer.
Na de pauze vergastte de heer Geervliet
de aanwezigen op enkele bekende liederen
van Manna de VVijs-Mouton, Clinge Doo-
renbos en Dirk Witte. Het bleek, dat allen
die aan de telefoon zaten, een en ander
goed hadden kunnen volgen.
De voorzitter bracht den heer Geervliet
onder instemming der vergadering dank
en zeide dat getracht zal worden meer
keeren den telefoon voor voordrachten
eens te gebruiken. De volgende bijeen
komst werd voorloopig vastgesteld op
Donderdag 25 November
hef zal anders worden. Hoor slechts.
We hebben onder ons drie en Vijftig;
menschen van de 877 boven de 70 jaar,
waarvan 26 tusschen "de 70 en 75, acht
tien tusschen 75 en 80, zes tusschen
80 en 85 en drie tusschen 85 en 90 jaar,
waarvan de oudste 87 jaren telt. Ver
scheidene van die zeventigeis fietsen nog
dat het ©en aard heeft. Als 'tmoet door
regen en wind. Vier tachtigers ontzien
geen voetreisje heen en weer naar Mid
delburg (6 KM.) Een paar hunner be
werken nog eiken dag hun eigen land, een
ander werkt nog om loon en met ijver!
W© wonen hier nog al geïsoleerd. Geen
tram of bus als vervoermiddel, zoo iets
van zekerwonende als van Laïs in de
Schrift vermeld wordt. Alleszins Gods
dienstig zijn we hier. Slechts één school
is er en wel een zeer bloeiende Chr.
school. Hierop gaan alle kinderen, „geen
enkel uitgezonderd", ter schole. Da's ook
iets bijzonders! Ook is hier een gezond
kerkelijk leven, streng begrensd door Her
vormd en Gereformeerd. Jongen en ouden
beijveren zich in trouw ter kerk te gaan,
zonder elkander zuur aan te zien. Enkelen
behoorende tot de Geref. gemeenten ker
ken elders. Algemeen leeft men hier uit
Christelijke beginselen. Er zijn hier: Een
Chr. Werkmansbond-afdeeling, propagan-
da-club, Chr.- Hist, en A.R- Kiesvereeni-
Vlissingen. Donderdagavond hield' de
afd. van „Patrimonium" een zeer druk
bezochte vergadering, waar als spreker
optrad ds P. N. Kruyswyk, Ger. predi
kant alhier, met liet onderwerp: „Wat
heeft het beginsel van „Patrimonium" te
zeggen ten opzichte van de gemeentelijke
sociale taak". Spr. wees er op, dat dit
een zeer breede studie vergt, daar cle
taak dor gemeenten in onzen tijd van zeer
ruime strekking is. De vraag komt op,
of do gemeente een sociale taak heeft.
Dit wordt nog door vele Christenen ont
kend. Doch in de kringen van „Patri
monium" is dit geen vraag meer. De
ontbindende macht der zonde heeft dit
noodig gemaakt.
Spr. besprak in het kort de taak der
gemeentelijke overheid in zijn geheel, b.v.
gemeentelijke overheidszorg, orde, gezond
heidszorg en publieke zedelijkheid, volks
huisvesting, werkloozen zorg, enz.
Ongetwijfeld komen ook in onzen tijd
in de gemeenteraden voortdurend botsin
gen der beginselen voor. De tijd dat alleen
beginsel-politiek in de Kamer voorkwam,
is reeds lang voorbij. Doordat het volk
door de uitgebreide verkiezingen invloed
kreeg op de samenstelling der gemeentera
den, is de gemeentepolitiek in het cen
trum komen te staan. Drie richtingen ko
men daarin op den voorgrond, n.l. de
socialistische, do liberale en de Christe
lijke. Vooral do sociaal-democraten hebben
zich met kracht op da gemeente-politiek
geworpen. Het liberale beginsel staat hier
lijnrecht tegenover. Beide richtingen wer
den door spr .in hot kort besproken.
De Chr. gedachte staat hier tusschen in.
Hier wordt beleden het machtige be
ginsel van souvereiniteit in eigen kring,
of het beginsel der eigen verantwoorde
lijkheid. In veile opzichten is het Chris
telijk beginsel de bescherming van de
zwakheid.
Achtereenvolgens behandelde spr. de
verschillende vormen der gemeentelijke
overheidszorg. De taak welke zij heeft
tc-n opzichte van de volksgezondheid is
zeer breed, hoewel het anti-rev. beginsel
vooral op dit terrein stelling neemt tegen
hot staatssocialisme, bijv. bij schoolvoe-
ding, waardoor hot gezinsleven wordt ont
wricht- De anti-rev. willen op andere wijze
de behoeftige gezinnen helpen. Hierdoor
zou hef verantwoordelijkheidsgevoel der
ouders worden versterkt. Het instituut der
schoolartsen valt too te juichen. De ge
meentelijke overheid moet zooveel mo
gelijk het particulier initiatief prikkelen,
doch ingrijpen waar dit tekort schiet.
Ook op het terrein der publieke eerbaar
heid en der Zondagsrust heeft de ge
meentelijke overheid een groote taak.
Spr. wees op het kwaad der bioscoop,
het tooneel en de danshuizen. Niet minder
wordt ©en gevaar het gemengde baden,
het kampeeren, enz.
Vervolgens besprak ds Kruyswijk de
gemeentelijke taak voor de- drankbestrij
ding, het onderwijs, en de .gemeente-be
drijven. Zeer zeker heeft volgens spr. het
Christelijk beginsel hierop invloed uit te
oefenen.
Vooral da gemeente-bedrijven zijn van
grocte uitgestrektheid, waarop het Chris
telijk beginsel in volle toepassing kan
worden gebracht, wat betreft het geven
van goed© arbeidsvoorwaarden enz.
Ook in de voorziening der volkshuisves
ting, werkloozeinzorg en armenzorg heeft
het Christelijk beginsel een schSone taak.
Al deze verschillende takken van ge
meentelijke overheidszorg werden door
spreker besproken en bezien in het licht
der christelijk-social© beginselen, en hij
besloot met te zeggen, als de christelijk-
sociale taak door ons goed wordt vervuld
in dit alles, dan zal ook in deze Chris
tus waarlijk groot zijn.
Op deze inleiding volgde een zeer bree
de bespreking.
Serooskerke. (W.) Donderdagavond had
in de Ned. Herv. Kerk plaats de inwijding
van het nieuw© orgel. Na: gemeenschappe
lijk zingen van Gez- 3:1 en 2, ging ds
D. J. Vossers voor in gebed. Dhr A. P.
Varel, organist der St. Jacobskerk te Vlissin-
gen, die zich bereid verklaard had bij den
inwijdingsdienst het nieuwe orgel te bespe
len, deed daarop hooren: Praeludium
„Eroïca' 'van G. B. van Krieken, Koraal-
bewerking op Gez. 123 van A. Ilesse;
Allecretto Pastorale van L. Bottazzo en
„De Hemelen vertellen Gods eer", uit de
„Schepping" van J. Haydn.
'fr
ging (echter behoeft het politieke leven
wat opflikkering), verder een 'Chr. Zon
dagsschool, jongelingsvereenigingen, kna
pen en meisjesvereenigingen, getrouw ca-
techisatiehezoek e.d.
Voorbeeldig is wat hier geofferd wordt
voor het Koninkrijk Gods, voor Kerk,
Chr. onderwijs, zending en andere Chris
telijk© doeleinden. Dat is globaal berekend
zeker achtduizend guldon per jaar. Geen
kleinigheid voorwaar!
Wel wordt hier veel geklaagd over
da plaatselijke gemeentebelasting. En da's
geen wonder. Niet dat ons gemeentebudget
hooger is naar rato dan andere- Zeeuwsche
gemeenten. Zeker er zijn lagere, maar er
zijn ook vel© hoogere. Lees de gemeente
raadsverslagen maar na. Maar wat is het
geval? W© hebben hier geen edelen en
niet veel rijken. Geen schitterende rijk
dom, maar ook geen armoede. Ook dat
is een zegen. Voorheen hadden we hier de
buitenplaats Molenbaix. Ze is nu gesloopt.
De vroegere eigenaar was millionair. Dde
zou nu aardig voor ons den druk verlich
ten. Enkel© gemeenten hebhen misschien
nog wel zoo'n buitenkansje of wellicht
wat veel vermogende landbouwers. Wij
hebben, nu ja ook nog wel een enkele
welgestelde boer, maar verre de meeste
landbouwers moeten voor hun brood boe
ren. Maar we hebben goeden moed', het
In België is dus da beslissing gevallén.
De Belgische frank zal worden ge
stabiliseerd en wel tot een bedrag van
ongeveer een zevende van de vroegere
waarde. To laag, naar het oordeel van
sommigen. Dat het in België, in tegen
stelling met Frankrijk, reeds tot een sta
bilisatie kon komen, is te danken aan
de zeer krachtige maatregelen, welke de
Belgische regeering (waarin ook de socia
listen zitting hebben) heeft genomen. Door
do tijdelijke invoering van een financieele
dictatuur werden deze maatregelen deij
regeering vergemakkelijkt- Groote bezuini
gingen werden ingevoerd, de belastingen
werden verzwaard en wat vooral ook van
van belang was een gedwongen conso
lidatie van de vlottende schuld werd voor
geschreven.
De Enge-lsch-e mijnwerkerssta-
k i n g is deze week weer in het Lagerhuis
bc-sproken. Wederom is van de zijde der
oppositie op een nieuwe tusschenkomst
der regeering aangedrongen. Maar vruch
teloos. Do eerste minister, Baldwin, heeft
nog eens weer met nadruk verklaard', dat
er van nieuwe onderhandelingen onder
leiding van de regeering geen sprake kan
zijn.
De regeering kan geen nieuwe voorstel
len doen.
Deze week is uitgekomen, wie eigen
lijk in hoofdzaak de staking financiert.
Het is gebleken, dat van elke 16 pence
ondersteuning aan de stakers Rusland
er II1/2 betaalt!
En ondertusschen duurt de krachtproef
voort en wordt het economisch leven
in vele landen ernstig benadeeld. Men
vreest stopzetting van vele bedrijven.
Allerwegen hoort men van kolen-
tekort. En in ons land is voor 't oogen
blik nog wel geen gevaar voor een tekort
aan huisbrand- en industriekolen (al stij
gen de prijzen onrustbarend), maar cri-
tiek zal de toestand worden, wanneer
we een strengen winter met veel ijs
gang krijgen.
In België komt de duurte het aan
tal problemen nog vermeerderen. De prij
zen worden daar zoo ongeveer op het
peil van de wereldmarkt gebracht, maar
de loonen zijn daar nog lang niet, zoodat
Het inwijdingswoord werd gesproken
door ds Vossers. Spr. memoreerde, dat
door de Hervorming het lied van allen
en voor allen opnieuw geboren werd, ge
dragen en kracht gegeven door het orgel..
Spr. herinnerde voorts aan den bouw van
het oude orgel in 1866, wat dus na 60
jaar dienst overging naar een andere ge
meente en vergeleek daarna het oude
en het nieuwe orgel. Het oude kwam
er door vrijwillige bijdragen, het nieuwe
door een legaat; het oude was een voor
werp van zorg, het nieuwe werd geplaatst
door bemiddeling van den Burgemeester;
van het oud© was de oorsprong onbekend,,
het nieuwe is van de fabriek van Stan-
daart- Tenslotte herdacht spr. het werk
van den orgel- en klokkenraad en sprak
organist en orgeltrapper toe.
Na gemeenschappelijk gezang van Ps,
33:1 en 2 speelde dhr Varel Andante
van G. Merkel, Idylle van J. Rheinberger
en Intermezzo van J. Rheinberger.
De burgemeester van Serooskerke, de-
heer Jhr W. Z. van Teylingen, die door
de schenkster van het legaat van f25000
voor dit orgel, mevr. M. W. Tak van Vol
lenhoven was aangewezen ais uitvoerder
van haar wil ten opzichte van dat le
gaat, droeg voorts het orgel over aan
de Kerkvoogdij. Spr. schetste de totstand
koming van het orgel, omschreef den
bouw en constructie, en bracht dank aari de
Kerkvoogdij, dhr Standaart, dhr Jobso te
Serooskerke voor den bouw van het orgel,
den orgelraad, welke bericht van ver
hindering had gezonden, "den organist, dhr
Broers© en den orgeltrapper, alsmede aan
dhr Varel. Spr. beval de zorg voor hefe
instrument ten zeerste aan de Kerkvoogdij;
aan.
De President-kerkvoogd, dhr L. Melse,.
aanvaardde namens de Kerkvoogdij het
orgel. Op zijn verzoek werd staande Ps.
150:1 en 2 gezongen.
Dhr. Varel deed daarop nog hooren
Sonate II van Mendelsohn, Andante in
in D van Mendelsohn en Toonstuk in
F van A. W:. Gade.
belooft wat beter te worden. Onze schul
den minderen. Is ons dorpje geen geze
gend dorpje?
Zeker, ik heib het belicht van de licht
zijde. Schaduwen zijn er ook. Maar geen
verstandige vrouw hangt haar vuile wasch
op het droogrek! Nadruk wenschte ik
slechts te leggen op den Zegen des Ileereni
in onze Chr. samenleving, op het voor
recht, dat we zooveel ouden van dagen
hebben en geen armoede kennen. We
mogen de zaken ook wel eens van de
lichtzijde laten zien, mits we Gode al
leen daarvoor de eere geven."
Tot zoover onze briefschrijver. Gaarne
plaatste ik dit eenvoudige, dankbare
woord. Natuurlijk niet met de bedoeling,
dat men mij nu van ieder Zeeuwsch
dorp zoo'n schetsje zendt. En ook zou
ik niet gaarne willen beweren, dat boven
staande schets volledig is. Trouwens, de
schrijver zelf beweert dat ook niet, vrant
hij wil niet eens de schaduwzijden noe
men.
En toch kan het zijn nut hebben
gelijk ik 14 dagen geleden deed met
betrekking tot het sociale leven om
ook elkander te* wijzen op de wondeplek-
ken in de samenleving.
Want helaas, die zijn er ook.
LUCTOR.