Het Zeeuwsche hoekje. Wat er deze week voorviel. Uit den Middelburgsciien Raad. flit lie We laten dit artikel, eenigszins verkort, hieronder volgen Toen ik onlangs thuis kwam, was er een boodschap gekomen of ik een ziek meisje wilde bezoeken, 't Was „tering" werd er een voudig bijgezegd. Ze lag in een onzer groote ziekenhuizen. Ik ging op weg er heen. Mijn. ziel was met andere dingen bezig, ik weet zelf niet meer waarmede. Wij hebben zoo'n vreemd ambt, moeten van alles kunnen en van alles zijn, en toch kunnen we in den regel maar één ding goed, zelfs dat vaak nog niet eens. Ik had het druk, en midden in de roezemoes van 't leven, midden in den maalstroom der beslommeringen, in eens de boodschap; Ga naar een jong meisje, dat sterven gaat, en spreek tot haar Dra stond ik voor de groote poort. De por tier knikte met een blik van verstandhouding, ik kon verder. Ik klopte aan de deur van de zaal, kon er dadelijk niet in, de hoofd zuster was er niet, moest even wachten en mocht toen „doorgaan". „N. N., daar is be zoek voor je", zei de zuster, zoo luid, alsof 't or op aankwam, dat alle patiënten 'het zouden hooren en ondanks de groote borden met „stilte" er op, allerwege verspreid. Ik denk zoo wel eens, voor wie hangen .die waarschuwingen er tochl Zoo was de introductie. Toen ik bij haar bed zat eindelijk, was er al heel wat gebeurd, dat anders had gekund, het voorzichtige werk, dat ik kwam doen, in aanmerking genomen. Daar lag ze, een meisje van ongeveer vijf en twintig jaar, uiterst eenvoudig van uiter lijk. Zij was reeds in een vergevorderd sta dium, dat zag ik dadelijk, wat waren de polsen mager en de handen lang en wit. Zij keerde zich op zijde, kwam met haar hoofd naar mij toe, en we konden werkelijk vertrouwelijk spreken, zonder dat iemand ons beluisterde; sorns fluisterden we half, maar we verstonden elkaar. Ik kende haar niet, had nooit van haar gehoord, zij kende mij nauwelijks, althans niet van aanzien, nooit was z© bij mij ter kerk geweest. Ze was al acht jaar ziek. Ze begon met een veront schuldiging, dat ze niet was „aangenomen". Ik zei: „dat is heelemaal niet erg; maar weet je wat belangrijker is? De vraag of Christus jou al heeft aangenomen. Of je al in de kerk aangenomen bent of niet, is van weinig belang, maar heeft de Heiland je al aangenomen?" Het was een oogenblik stil. Toen zei ze, heel zachtjes: „Ik ben niet bang om te steTven". Ik zweeg even, na zulke woorden moet het immers stil zijn! Ze zei het zoo rustig, als iemand, die de kosten berekend heeft. Ik voelde hoe lang zij met die gedachte gestreden had, hoe haar jong leven had ge schreid, bij 't aanschouwen van den steeds engeren kring, die de dood om haar ging trekken. Maar nu was 't stil geworden. Haar verbleekt en vermagerd gezicht was reeds den dood gewijd, maar de zachte gloed harer oogen sprak van de overwinning der ziel: „Ik ben niet bang om te sterven". Ik zweeg, maar dat zwijgen verstond ze. Och, bij het allerdiepste leven verstaat men elkaar zwij gend het beste Wat we toen verder gesproken hebben, weet ik niet zoo meer. Wij verstonden el kaar volkomen. In de tien minuten, die het onderhoud ongeveer duurde, waren we van geheel onbekenden totaal met elkaar ver trouwd geworden. Het is vreemd het neer te schrijven en het is toch waar. Trouwens van de gecompliceerdheid van het menschen- leven blijft in het aangezicht van den dood zoo weinig over. Zooveel is er, dat ons scheidt in 't leven, zooveel dingen, die we gewichtig en groot meenen te zijn, maar nau welijks komt de eeuwige oever in 't zicht of bij stille overeenkomst gelden ze niet meer, zijn zelfs het noemen niet meer waard. Eén ding is er eigenlijk alleen belangrijk: Is de eeuwige kust, waar ik straks landen zal, waar we allen dicht bj zijn, ons bekend, kennen we het eeuwige als het eenige en eigenlijke? Zijn-in den droom des tjds, brok jes eeuwigheid ons voedsel geweest? - Toen ik van haar scheidde, hebben we samen gebeden; niet „luide", maar zacht jes, heel zachtjes. In den anderen hoek der zaal werd gelachen misschien toevallig het hinderde niet al te veel. Ik weet niet- goed, wat ik heb kunnen zeggen, het was heel weinig en heel stakkerig. Ik heb o.a. kunnen vragen, of God, als Hij haar thuis haalde (ik voelde, dat ik het zoo zeggen kon, dat ook haar ziel het zoo zeggen kon, dat ook haar ziel het zoo voelde) het wou doen zonder veel strijd. Verder had ik niet veel te vragen, meer te danken, maar dan Het dorpsleven. [Wie „De Zeeuw" geregeld leest en de rubriek „Provincienieuws" niet over 't hoofd ziet, heeft wel bemerkt, dat er in ons blad behoorlijk aandacht geschon ken wordt aan het dorpsnieuws. Ik kan me voorstellen, dat de stedeling wel eens glimlacht over sommige dorpsberichtjes en -verslagen. Volgens hem is daar veel bij, wat toch eigenlijk de moeite van 't drukken niet waard is. Nu moet de stedeling daarover niet te lichtvaardig een oordeel uitspreken. Trou wens onze Zeeuwsche steden bergen ook geen menschenmassa's, en wie weet of een Rotterdammer en Hagenaar op hun beurt weer niet glimlachten over berich ten en verslagen uit de Zeeuwsche stad jes, die toch een Goesenaar of Middel burger weer interessant of alleraardigst vindt. Wij moeten in onze kleine provincie met haar kleine dorpjes en stadjes nu maar geen groote allures aannemen, wil len we niet in 't belachelijke vervallen. Zeeland is een plattelands provincie en onze Zeeuwsche steden moeten voor een groot deel bestaan van de dorpen. Onze stedelingen zullen daarom goed doen niet zonder veel woorden, de pasmunt der woor den is zoo versleten, het stempel Gods, dat er oorspronkelijk opstond, is zoo uitgewischt. Toen ben ik heengegaan, heb haar onder 't weggaan nog uit de verte toegeknikt, en ik dacht er over, wien dit bezoek het meeste gegeven had, haar of mij. Iedere Gemeenteraad heeft zoo z'n eigen sfeer. Wie in de noodzakelijkheid ver keert Raadsvergaderingen in verschil lende dorpen en steden bij te wonen, zou van iederen Gemeenteraad dat spe cifiek eigensoortige kunnen schetsen. Zoo is de Raad van Middelburg, on danks de voornaamheid der Raadzaal, waarvan de sprake van der eeuwen his torie uitgaat, allerminst de deftigste in onze provincie. Dat heeft natuurlijk voor een groot deel zijn oorzaak in de levendige jovialiteit van den burgemeester. Maar ook de raads leden, hoewel zich gaarne schikkende onder de prettige leiding van den voor zitter en dus de vergadering een ordelijk verloop gevend, doen geen moeite om de zitting het cachet van deftigheid te geven. Vervalt eens een Raadslid onbe doeld in den interpellatie-toon der Tweede Kamer, zooals Woensdag dhr Boasson, dan wordt er hartelijk om gelachen. Dat wil niet zeggen, dat de Raadsleden de goede vormen verwaarloozen. Integen deel. De indruk, dien de_dames en hoeren Raadsleden op den bezoeker maken is wel deze, daargelaten, dat een enkel spr. zijn onvervalscht stedelijk dialect wat sterk verraadt, dat zij in beschaafde be woordingen uiting aan hun meening weten te geven. Natuurlijk lijdt ook de Middelburgsche Raad onder het algemeene euvel, dat te veel leden zich gedrongen voelen, een duit in 't zakje te doen. Daardoor was het mogelijk, dat voor een agenda, waarop maar zeer weinige belangrijke onderwer pen prijkten, toch bijna vier uur ver gaderd werd. De hoeveelheid woorden, b.v. gewijd aan de zaak-Kreymborg, die ten laatste zoo'n doodeenvoudige oplos sing kreeg, is lichtelijk belachelijk. Wij willen het belangrijkste uit de ver gadering nog even releveeren. De winkelsluiting komt in Mid delburg vrij dikwijls op de proppen. Zoo nu en dan wil een groep van belang hebbenden eens aan cle verordening tor nen. De Raad wilde echter van geen toe geven weten en verzocht aan B. en W. om niet te zwichten voor den drang der banketbakiers. Immers zooals door verschillende Raadsleden werd aange toond dan is het hek van den dam en verliest op den duur de verordening alle effect. Het wil ons ook niet duidelijk worden, waarom de banketbakkers (aangenomen dat er werkelijk van half 10 tot 10 uur des Zaterdags zooveel verkocht zou worden) wat vóór zouden hebben boven viseh- en fruitverkoopers. Wij achten de verplichte winkelsluiting van groot sociaal belang en verblijden ons er daarom in, dat de Raad van geen toegeven wilde weten. Alleen kunnen we niet de houding van wethouder Onder- dijk, die toch sociaal-democraat is, ver klaren. Deze had tegen het door de ban ketbakkers gevraagde blijkbaar geen be zwaar. Belangrijk waren ook de korte discus sies over de nieuwe kolen-trans portinrichting aan de gasfabriek en 'de breedere bespreking van de drink watervoorziening van Walcheren. Bij de eerste leek het ons toe, dat wet houder de Veer niet sterk stond tegen over den heer Bosman, die er op wees, dat de gasfabriek de laatste jaren niet flo reert en daarom tegen over-kapitaliseering, tegen een topzwaar maken van het bedrijf waarschuwde. Weth. de Veer zette als zijn standpunt uiteen: gaat een bedrijf niet goed, tracht dan op alle mogelijke manieren de exploitatie voordeeliger te maken. Ten aanzien van de drinkwatervoorzie ning van Walcheren wist de wethouder de bezwaren wel weg te nemen. Hij deed belangrijke mededeelingen, die zeker voor wijderen kring dan Middelburg vangroot belang zijn. Mocht het na verloop van tijd gelukken om met het Rijksbureau voor laag neer te zien op het dorpsleven, Zells is het niet kwaad, indien zij trach ten dat leven in zulk een klein wereldje ook eens te leeren kennen. Deze opmerkingen meende ik te moe ten maken, vóór ik in deze rubriek plaats geef aan een (eenigszins verkort) schrij ven van een hoogbejaarden dorpsbewo ner uit Walcheren, die dit zij terloops opgemerkt niet alleen zijn dorpje door en door kent, maar zich ook buiten die ge meente wel heeft bewogen en zich op menig gebied verdienstelijk heeft gemaakt. Onze briefschrijver meldt dan uit Grijps- kerke.; Als bijzonderen zegen kan uit ons dorpje worden gemeld: onze gemeente tolt 877 zielen. In 1925 ontviel ons in Januari slechts één oude vrouw van bijna 86 jaar door den dood met nog een kindje van een paar weken en twee leven loos geborenen. Ruim 18 maanden na den dood dier oude vrouw stierf eerst haar schoonzoon, oud 50 jaar. Verder over leed nog in '26 een man van 70 jaar, terwijl nog ©en 70 jarige vrouw van een naburig dorp in ziekelijken toestand hier bij haar kinderen kwam inwonen en na enkele weken stierf. Ook werd nog een kindje levenloos geboren. Dit zijn al de dooden die wij in meer dan 21 maanden te betreuren hebben. Tot nu toe! Want Drinkwatervoorziening tot overeenstem ming te komen, en mochten de betrokken gemeenten genoegzaam voor den aanleg der waterleiding voelen, dan ziet liet er wel naar uit, dat eerlang Domburg, Oost- kapelle, Souburg en 't Zand de water leiding zullen hebben en dat misschien andere gemeenten ook in hun éigen, wel begrepen belang, om aansluiting zullen verzoeken. In dit opzicht staat Walcheren nu nog ver bij Zuid-Beveland ten achter. Over de gemeente-rekening 1925 werden geen gewichtige opmerkingen ge maakt. De Directeur van den Reinigings dienst mag de photo van zijn vakvereeni- ging op gemeente-kosten op zijn kantoor een plaatsje geven. Hij mag ook wel op gemeente-kosten lid zijn van zijn vak organisatie en een vakblad lezen, omdat daarmede het gemeente-belang gemoeid is, zooals werd verzekerd. Over werkverschaffing aan de werkloozen werden ook nog enkele inte ressante mededeelingen .gedaan. Verblij dend is wel, dat het Rijk waarschijnlijk subsidie zal verleenen, vooral als straks een grooter werk als de verbetering van den Poelendale-singel wordt aangepakt. De gedragingen van de Vitrite Works kwamen door de discussies nu juist niet in een mooi daglicht te staan. Hoewel het winst cijfer lang niet ongunstig is, weigerde de directie enkele jaren geleden botweg ook maar «enigermate tegemoet te komen in de groote uitgaven, die de gemeente mede ten behoeve van haar personeel aan steun moest doen. Maar er zal nu weer een dergelijk verzoek gedaan worden. Wij teekenen ook nog aan, dat B. en W. met voorstellen tot 'reorganisatie der brandweer zullen komen. De poging van den heer Hondins, om den Raad een uitspraak te ontlokken aan gaande het verdrag met België, leed schip breuk. Daar was niemand, die een handje hielp. Men meende deze kwestie buiten de Raadzaal te moeten houden. Middelburg. Donderdagavond hield de afd. Middelburg van de Vereen, tot Bevor dering van d© Belangen van Slechthoo- rendtn een druk bezochte bijeenkomst op do bovenzaal van de Eendracht, on der voorzitterschap van den heer Herman Snijders. Tot leden der plaatselijke com missie voor arbeidsbemiddeling voor slechthoorenden werden benoemd de hee- ren G. Bosschaart, H. J. Neugebauer en J. C. Vreke. Deze arbeidsbemiddeling is een nieuwe instelling der vereeniging wer kende over het geheele land en ten doel hebbende werkzoekenden onder de slecht hoorenden bemiddeling te verleenen bij de pogingen zich een betrekking te ver schaffen. Nog deelde de voorzitter mede dat voor de feestgave f 78.75 bijeen is gebracht onder de leden en dat dus met de f 100 uit de kas f 178-75 namens de afdeeling voor het Rusthuis bij het I2V2- jarig bestaan kon worden gezonden. Hierna was het hoofdpunt voor deze bijeenkomst aan de orde, namelijk de in gebruikneming van de groepstelefoon, aangeschaft van een deel der opbrengst van den bazaar, die in het voorjaar is gehouden. Deze telefoon wordt versterkt door electrischen stroom uit een batterij en aan een drietal tafeltjes konden ge zamenlijk een 20-tal personen luisteren aan verschillende modellen van telefonen. Zelf kunnen zij de kracht van de stem re gelen, voor de een moet het sterker zijn dan voor ©en ander. Voor deze eerste gebruikmaking van den nieuwen aankoop, was de beer Geer vliet uit Amsterdam overgekomen, die voor de pauze een tweelal stukjes voor droeg „Een angstvolle avond" van Falk land en „Julius Caesar", een parodie op het leven van den Romeinschen keizer. Na de pauze vergastte de heer Geervliet de aanwezigen op enkele bekende liederen van Manna de VVijs-Mouton, Clinge Doo- renbos en Dirk Witte. Het bleek, dat allen die aan de telefoon zaten, een en ander goed hadden kunnen volgen. De voorzitter bracht den heer Geervliet onder instemming der vergadering dank en zeide dat getracht zal worden meer keeren den telefoon voor voordrachten eens te gebruiken. De volgende bijeen komst werd voorloopig vastgesteld op Donderdag 25 November hef zal anders worden. Hoor slechts. We hebben onder ons drie en Vijftig; menschen van de 877 boven de 70 jaar, waarvan 26 tusschen "de 70 en 75, acht tien tusschen 75 en 80, zes tusschen 80 en 85 en drie tusschen 85 en 90 jaar, waarvan de oudste 87 jaren telt. Ver scheidene van die zeventigeis fietsen nog dat het ©en aard heeft. Als 'tmoet door regen en wind. Vier tachtigers ontzien geen voetreisje heen en weer naar Mid delburg (6 KM.) Een paar hunner be werken nog eiken dag hun eigen land, een ander werkt nog om loon en met ijver! W© wonen hier nog al geïsoleerd. Geen tram of bus als vervoermiddel, zoo iets van zekerwonende als van Laïs in de Schrift vermeld wordt. Alleszins Gods dienstig zijn we hier. Slechts één school is er en wel een zeer bloeiende Chr. school. Hierop gaan alle kinderen, „geen enkel uitgezonderd", ter schole. Da's ook iets bijzonders! Ook is hier een gezond kerkelijk leven, streng begrensd door Her vormd en Gereformeerd. Jongen en ouden beijveren zich in trouw ter kerk te gaan, zonder elkander zuur aan te zien. Enkelen behoorende tot de Geref. gemeenten ker ken elders. Algemeen leeft men hier uit Christelijke beginselen. Er zijn hier: Een Chr. Werkmansbond-afdeeling, propagan- da-club, Chr.- Hist, en A.R- Kiesvereeni- Vlissingen. Donderdagavond hield' de afd. van „Patrimonium" een zeer druk bezochte vergadering, waar als spreker optrad ds P. N. Kruyswyk, Ger. predi kant alhier, met liet onderwerp: „Wat heeft het beginsel van „Patrimonium" te zeggen ten opzichte van de gemeentelijke sociale taak". Spr. wees er op, dat dit een zeer breede studie vergt, daar cle taak dor gemeenten in onzen tijd van zeer ruime strekking is. De vraag komt op, of do gemeente een sociale taak heeft. Dit wordt nog door vele Christenen ont kend. Doch in de kringen van „Patri monium" is dit geen vraag meer. De ontbindende macht der zonde heeft dit noodig gemaakt. Spr. besprak in het kort de taak der gemeentelijke overheid in zijn geheel, b.v. gemeentelijke overheidszorg, orde, gezond heidszorg en publieke zedelijkheid, volks huisvesting, werkloozen zorg, enz. Ongetwijfeld komen ook in onzen tijd in de gemeenteraden voortdurend botsin gen der beginselen voor. De tijd dat alleen beginsel-politiek in de Kamer voorkwam, is reeds lang voorbij. Doordat het volk door de uitgebreide verkiezingen invloed kreeg op de samenstelling der gemeentera den, is de gemeentepolitiek in het cen trum komen te staan. Drie richtingen ko men daarin op den voorgrond, n.l. de socialistische, do liberale en de Christe lijke. Vooral do sociaal-democraten hebben zich met kracht op da gemeente-politiek geworpen. Het liberale beginsel staat hier lijnrecht tegenover. Beide richtingen wer den door spr .in hot kort besproken. De Chr. gedachte staat hier tusschen in. Hier wordt beleden het machtige be ginsel van souvereiniteit in eigen kring, of het beginsel der eigen verantwoorde lijkheid. In veile opzichten is het Chris telijk beginsel de bescherming van de zwakheid. Achtereenvolgens behandelde spr. de verschillende vormen der gemeentelijke overheidszorg. De taak welke zij heeft tc-n opzichte van de volksgezondheid is zeer breed, hoewel het anti-rev. beginsel vooral op dit terrein stelling neemt tegen hot staatssocialisme, bijv. bij schoolvoe- ding, waardoor hot gezinsleven wordt ont wricht- De anti-rev. willen op andere wijze de behoeftige gezinnen helpen. Hierdoor zou hef verantwoordelijkheidsgevoel der ouders worden versterkt. Het instituut der schoolartsen valt too te juichen. De ge meentelijke overheid moet zooveel mo gelijk het particulier initiatief prikkelen, doch ingrijpen waar dit tekort schiet. Ook op het terrein der publieke eerbaar heid en der Zondagsrust heeft de ge meentelijke overheid een groote taak. Spr. wees op het kwaad der bioscoop, het tooneel en de danshuizen. Niet minder wordt ©en gevaar het gemengde baden, het kampeeren, enz. Vervolgens besprak ds Kruyswijk de gemeentelijke taak voor de- drankbestrij ding, het onderwijs, en de .gemeente-be drijven. Zeer zeker heeft volgens spr. het Christelijk beginsel hierop invloed uit te oefenen. Vooral da gemeente-bedrijven zijn van grocte uitgestrektheid, waarop het Chris telijk beginsel in volle toepassing kan worden gebracht, wat betreft het geven van goed© arbeidsvoorwaarden enz. Ook in de voorziening der volkshuisves ting, werkloozeinzorg en armenzorg heeft het Christelijk beginsel een schSone taak. Al deze verschillende takken van ge meentelijke overheidszorg werden door spreker besproken en bezien in het licht der christelijk-social© beginselen, en hij besloot met te zeggen, als de christelijk- sociale taak door ons goed wordt vervuld in dit alles, dan zal ook in deze Chris tus waarlijk groot zijn. Op deze inleiding volgde een zeer bree de bespreking. Serooskerke. (W.) Donderdagavond had in de Ned. Herv. Kerk plaats de inwijding van het nieuw© orgel. Na: gemeenschappe lijk zingen van Gez- 3:1 en 2, ging ds D. J. Vossers voor in gebed. Dhr A. P. Varel, organist der St. Jacobskerk te Vlissin- gen, die zich bereid verklaard had bij den inwijdingsdienst het nieuwe orgel te bespe len, deed daarop hooren: Praeludium „Eroïca' 'van G. B. van Krieken, Koraal- bewerking op Gez. 123 van A. Ilesse; Allecretto Pastorale van L. Bottazzo en „De Hemelen vertellen Gods eer", uit de „Schepping" van J. Haydn. 'fr ging (echter behoeft het politieke leven wat opflikkering), verder een 'Chr. Zon dagsschool, jongelingsvereenigingen, kna pen en meisjesvereenigingen, getrouw ca- techisatiehezoek e.d. Voorbeeldig is wat hier geofferd wordt voor het Koninkrijk Gods, voor Kerk, Chr. onderwijs, zending en andere Chris telijk© doeleinden. Dat is globaal berekend zeker achtduizend guldon per jaar. Geen kleinigheid voorwaar! Wel wordt hier veel geklaagd over da plaatselijke gemeentebelasting. En da's geen wonder. Niet dat ons gemeentebudget hooger is naar rato dan andere- Zeeuwsche gemeenten. Zeker er zijn lagere, maar er zijn ook vel© hoogere. Lees de gemeente raadsverslagen maar na. Maar wat is het geval? W© hebben hier geen edelen en niet veel rijken. Geen schitterende rijk dom, maar ook geen armoede. Ook dat is een zegen. Voorheen hadden we hier de buitenplaats Molenbaix. Ze is nu gesloopt. De vroegere eigenaar was millionair. Dde zou nu aardig voor ons den druk verlich ten. Enkel© gemeenten hebhen misschien nog wel zoo'n buitenkansje of wellicht wat veel vermogende landbouwers. Wij hebben, nu ja ook nog wel een enkele welgestelde boer, maar verre de meeste landbouwers moeten voor hun brood boe ren. Maar we hebben goeden moed', het In België is dus da beslissing gevallén. De Belgische frank zal worden ge stabiliseerd en wel tot een bedrag van ongeveer een zevende van de vroegere waarde. To laag, naar het oordeel van sommigen. Dat het in België, in tegen stelling met Frankrijk, reeds tot een sta bilisatie kon komen, is te danken aan de zeer krachtige maatregelen, welke de Belgische regeering (waarin ook de socia listen zitting hebben) heeft genomen. Door do tijdelijke invoering van een financieele dictatuur werden deze maatregelen deij regeering vergemakkelijkt- Groote bezuini gingen werden ingevoerd, de belastingen werden verzwaard en wat vooral ook van van belang was een gedwongen conso lidatie van de vlottende schuld werd voor geschreven. De Enge-lsch-e mijnwerkerssta- k i n g is deze week weer in het Lagerhuis bc-sproken. Wederom is van de zijde der oppositie op een nieuwe tusschenkomst der regeering aangedrongen. Maar vruch teloos. Do eerste minister, Baldwin, heeft nog eens weer met nadruk verklaard', dat er van nieuwe onderhandelingen onder leiding van de regeering geen sprake kan zijn. De regeering kan geen nieuwe voorstel len doen. Deze week is uitgekomen, wie eigen lijk in hoofdzaak de staking financiert. Het is gebleken, dat van elke 16 pence ondersteuning aan de stakers Rusland er II1/2 betaalt! En ondertusschen duurt de krachtproef voort en wordt het economisch leven in vele landen ernstig benadeeld. Men vreest stopzetting van vele bedrijven. Allerwegen hoort men van kolen- tekort. En in ons land is voor 't oogen blik nog wel geen gevaar voor een tekort aan huisbrand- en industriekolen (al stij gen de prijzen onrustbarend), maar cri- tiek zal de toestand worden, wanneer we een strengen winter met veel ijs gang krijgen. In België komt de duurte het aan tal problemen nog vermeerderen. De prij zen worden daar zoo ongeveer op het peil van de wereldmarkt gebracht, maar de loonen zijn daar nog lang niet, zoodat Het inwijdingswoord werd gesproken door ds Vossers. Spr. memoreerde, dat door de Hervorming het lied van allen en voor allen opnieuw geboren werd, ge dragen en kracht gegeven door het orgel.. Spr. herinnerde voorts aan den bouw van het oude orgel in 1866, wat dus na 60 jaar dienst overging naar een andere ge meente en vergeleek daarna het oude en het nieuwe orgel. Het oude kwam er door vrijwillige bijdragen, het nieuwe door een legaat; het oude was een voor werp van zorg, het nieuwe werd geplaatst door bemiddeling van den Burgemeester; van het oud© was de oorsprong onbekend,, het nieuwe is van de fabriek van Stan- daart- Tenslotte herdacht spr. het werk van den orgel- en klokkenraad en sprak organist en orgeltrapper toe. Na gemeenschappelijk gezang van Ps, 33:1 en 2 speelde dhr Varel Andante van G. Merkel, Idylle van J. Rheinberger en Intermezzo van J. Rheinberger. De burgemeester van Serooskerke, de- heer Jhr W. Z. van Teylingen, die door de schenkster van het legaat van f25000 voor dit orgel, mevr. M. W. Tak van Vol lenhoven was aangewezen ais uitvoerder van haar wil ten opzichte van dat le gaat, droeg voorts het orgel over aan de Kerkvoogdij. Spr. schetste de totstand koming van het orgel, omschreef den bouw en constructie, en bracht dank aari de Kerkvoogdij, dhr Standaart, dhr Jobso te Serooskerke voor den bouw van het orgel, den orgelraad, welke bericht van ver hindering had gezonden, "den organist, dhr Broers© en den orgeltrapper, alsmede aan dhr Varel. Spr. beval de zorg voor hefe instrument ten zeerste aan de Kerkvoogdij; aan. De President-kerkvoogd, dhr L. Melse,. aanvaardde namens de Kerkvoogdij het orgel. Op zijn verzoek werd staande Ps. 150:1 en 2 gezongen. Dhr. Varel deed daarop nog hooren Sonate II van Mendelsohn, Andante in in D van Mendelsohn en Toonstuk in F van A. W:. Gade. belooft wat beter te worden. Onze schul den minderen. Is ons dorpje geen geze gend dorpje? Zeker, ik heib het belicht van de licht zijde. Schaduwen zijn er ook. Maar geen verstandige vrouw hangt haar vuile wasch op het droogrek! Nadruk wenschte ik slechts te leggen op den Zegen des Ileereni in onze Chr. samenleving, op het voor recht, dat we zooveel ouden van dagen hebben en geen armoede kennen. We mogen de zaken ook wel eens van de lichtzijde laten zien, mits we Gode al leen daarvoor de eere geven." Tot zoover onze briefschrijver. Gaarne plaatste ik dit eenvoudige, dankbare woord. Natuurlijk niet met de bedoeling, dat men mij nu van ieder Zeeuwsch dorp zoo'n schetsje zendt. En ook zou ik niet gaarne willen beweren, dat boven staande schets volledig is. Trouwens, de schrijver zelf beweert dat ook niet, vrant hij wil niet eens de schaduwzijden noe men. En toch kan het zijn nut hebben gelijk ik 14 dagen geleden deed met betrekking tot het sociale leven om ook elkander te* wijzen op de wondeplek- ken in de samenleving. Want helaas, die zijn er ook. LUCTOR.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 6