Het Zeeuwsche hoekje. Dit ie Pers. Wat er deze week voorviel. (Mr Blackwhite- dook weer in zijn leunstoel, doopte de ganzeveer in den- intkoker en een kwartier later was; de eerste advertentie ontworpen. (Met niet weinig venbazing word de- annonce door- Londen's burgerij gele zen. Of Sir Bfenri Horsefriend zijn vin dingrijkheid beloond zag, vermeldt de- historie niet, maar wel weien, wij,, dat zijn voorbeeld in die- mato werd. opge volgd, dat reeds acht jaar later spe ciale advertentiebladen in London, kou- den verschijnen. }- sclie* leger werd door Flo-ris, broeder van den Hollandschen graaf Willem III, geheel verslagen. Guy werd gevangen genomen en later voor een groot losgeld vrijgelaten. De meer bekende inval der Vlamingen in Zeeland en Holland (1304) is een episode uit den 5en Vlaamschen oorlog (12991308). In dezen oorlog werd Mid delburg door de Vlamingen belegerd en ingenomen. De bekende kroniekschrijver Melis Stokei geeft van dit door hem mee gemaakte beleg een uitvoerige beschrij ving. Toen men in 1313 weer voor een inval der Vlamingen vreesde, werd Mid delburg versterkt door het opwerpen van aarden wallen om de stad. Sinds 1323 bleef geheel Zeeland voor goed aan Holland. Wij 'hebben reeds medegedeeld, dat de Zeeuwsche zeelieden nog op een andere wijze dan met vischvangst en handelsvaart hun brood verdienden, n.h met de kaap vaart op Londensche koopvaardijschepen. De Engelschen kwamen echter wel eens revanche nemen door op Walcheren te komen plunderen. In 't jaar 1403 hebben zij zelfs Wiestkapelle grootendeels verwoest «n de oude toren en kerk aldaar verbrand. Was 't aantal Engelschei vrijbuiters niet groot, zoo trachtte men ze te over meesteren of te verjagen. Zoo werden in 1416 eenige Engelschen in de kerk to Ritthem opgesloten tot er hulp kwam uit Middelburg, om ze daarheen over te brengen. In een oud vers over 5 Zeeuwsche steden staat; dat van elke 4 Vlissingers 3 stroopers warein. Het geheele versje luidt aldus: 4 Vlissingers 3 strooperslui 4 Middelburgers 3 kooplui 4 Zierikzeieënaars 3 advocaten 4 Veerenaara 3 Nassauwers 4 Goesenaars 3 landbouwers. 'Geduchte concurrenten'der Vlissingsche kaapvaarders waren de Sluizenaars, aan 1de overzijde der Schelde wonende. Zij kwamen in 1489 te Vlissingen hun Pink sterfeest vieren door de stad te plunderen. De burgemeester, Wouter van Domburg geheeten, had de vlucht genomen in de sacristie der kerk om zijn leven te redden. iVergeiefsch echter. Hij werd gedood. Ook van de Hoeksche en Kabeljauw- sche twisten heeft Walcheren zijn deel ge had. In 1351 werd tusschen Amemui- den en Veere een scheepsfrijd geleverd tusschen bedde partijen. Willem verloor hier tegen zijn moeder Margatetha. De Walcherscho steden en ook vele edelen hadden zoowel voor de Hoekschen als voor de Kabeljouwschen partij gekozen. Middelburg en Domburg hielpen Willem (de Kabeljouwen). Gravin Margaretha leg de haar tegenpartij een zware straf op. jVele ambachtsheeren verloren hun bezit tingen en rechten, die zij echter bij den zoen in 1353 getroffen, terugkregen. Ten tijde van Jacoba van Beieren (1417 1433) heeft Middelburg ook de partij der Kabeljauwschen gekozen. De naam Jonker Fransengat, een vaar geul aan de Z.O.-zijd© van Walcheren, herinnert ons aan de laatste worsteling tusschen heide partijen (1492). Op Walcheren stonden eenige kasteelen, die volledig gebouwd waren om vijande lijke aanvallen te weerstaan. Bij Veere stond het kasteel Zand en burg, een- 'maal de woonplaats van de michtig© hee- ren van Borssele1. In 't jaar 1505 is het ®p een Zondagmorgen grootendeels afge brand. Onder Oostkapolle lag het kasteel iWes'thove, later het zomerverblijf van Middelburgs abten. Op 'tkasteel Pop- kensburg, waarbij later het dorp St- Laurens ontstond, heeft voor 1500 ook iook eten familietak van de Van Borssele gewoond. Te West-Souburg stond het kasteel, dat later tot woonplaats diende wan Marnix van St. Aldegonde. Omstreeks 1300 werd het kasteel Ter Hooge ge bouwd door 't geslacht van Borssele van der Hooge. In 1754—1757 werd het ver bouwd in den tegenwoordigen toe- Stand. jacoba van Beieren, gehuwd met Fra nk van Borssele, moe t behalve te Go-es, ïöok herhaaldelijk op 't slot Ter Hooge hebben vertoefd. Dan stond onder Kou dekerk© ook het ridderlijk slot Ter B o e d e. Behalve genoemde kasteelen waren er nog verscheidene kleinere, die den naam van kasteelen droegen, daar zij door een gracht omringd waren. Zij waren echter niet bestand om ©en beleg van den vij and t© weerstaan. De vele prachtige buitenplaatsen, die overal op Walcheren in de 17e en 18e eeuw voorkwamen met haar kunstig aan gelegde tuinen en sterrebosschen, zijn meest na 1500 gebouwd, voornamelijk in den gouden eeuw, zoodat wij hierover niet zullen uitweiden. Voor het eiland Walcheren geldt ze kor van dei vroegste tijden af tot op heden toe de Latijnsche zinspreuk: Non sardet in undis (niet onverdienstelijk te midden van het water). R. B. J. d. M. Een 60-jarige. De lezers zullen wel bemerkt hebben, dat er in het Zaterdag-nummer van „De Zeeuw" enkele nieuwe rubrieken^ een plaatsje hebben gekregen. Welnu, ik wil het aantal dezer nieuwe rubrieken nog ftnet één vermeerderen en zoo nu en dan, als er zich wat voordoet, in „Het Zeeuw sche hoekje" eens iets schrijven over toestanden en gebeurtenissen in onze leigen provincie. Ik wil dan maar beginnen met een jubi leum. Neen, nu eens niet van een bekend persoon, die 25 of 40 jaar deze of gene functie heeft bekleed, maar van een ka naal. Den Hen October a.s. is het n.l. 160 jaar geleden, dat het kanaal door Zuid- Beveland plechtig voor de scheepvaart Werd opengesteld. Mij dunkt, èen feit, wan wel zooveel beteekenis, dat wij er jeens even met elkaar over praten mogen. Aan de meesten onzer lezers zal wel bekend zijn, dat de aanleiding tot het graven van de kanalen door Walcheren len Zuid-Beveland is: de afdamming resp. wan Sloe en Oosterschelde ten behoeve van dén aan te leggen spoorweg door de eilanden Zuid-Beveland en Walcheren. Deze kwestie is zelfs den laatsten tijd, in verband met het Nederlandsch-Belgisch verdrag weer pp de proppen gekomen. Nederland was verplicht vanwege het verdrag van 1839 te zorgen, dat voor België andere waterwegen werden gemaakt De Christelijke boeren. Van de Christelijke boeren weten velen niet veel goeds te vertellen. Ze worden beschouwd als achterlijk, als menschen die er geen eigen mee ning op na houden en zelfs heeft men zich niet ontzien van stemvee te spreken. Toch wordt zoo nu en dan ook meer objectief geoordeeld. Zoo schreef b.v. in dertijd de vrijzinnige hoogleeraar Hol- werda in zijn brochure: Wie zijn wij zelf?: „Wat is het probleem des levens voor die menschen moeilijk. Ik denk wel eens: waarom moeten de zwakste schouders den zwaarsten last dragen? Waarom moet het leven van den gegoede zoo veel ge makkelijker zijn dan dat van den arme? Die lieden met den zwaarsten levensstrijd zijn door opvoeding en onderwijs het minst tot dien strijd voorbereid. Door opvoeding en onderwijs! Maakt u niet on gerust, die schouders zijn niet het zwak ste. De wereld hunner gedachten reikt zooveel verder dan dit aardsche bestaan met al zijn tijdelijke nooden. „De Heer regeert", daar is één groot geheel waar in Hij aan ieder zijn plaats toewijst. Ze ker, iedereen mag en moet streven naar lotsverbetering, maar welke plaats hij be reikt, hangt ten slotte van God af. Och het leven is zoo moeilijk, maar hij kan bij alles vredig glimlachen, want het leven is bij hem maar een stip in de oneindigheid. Het kan somtijds duister en donker om hen heen worden, maar God verlaat de Zijnen niet; in het gebed vindt men zijn sterkte en dan opent vader het huis orgel, moeder en de kinderen plaatsen zich er om heen en door de schamele kamer ruischt het lied der vertroosting: „De Heer is mij tot hulp en sterkte." [Wat is alles duur. Het maal is zoo schraal, de kinderen beginnen veel te kosten, de zorgen vermeerderen altijd door. Dan de school. De man krapt en schraapt de centen en halve centen voor z'n Christelijke school bijeen, nadat hij pas zijn belasting betaald heeft om de school der liberalen te helpen onderhou den. „Hij, de dikwijls zoo zachtzinnige kan onhandelbaar en dom eigenzinnig zijn, maar let op die stoere kracht, welke achter die vreemde vormen zit. Hij zal geen hooge belangen verzaken, al zegt gij hem uw klandizie op. Hij zou behooren (tot het stemvee! Het zijn lieden van een ander maaksel, dan die met jonge libe ralen in verkiezingswagentjes rondrijden. Wat zouden die knapen tegen zulke man nen te zeggen hebben?" Goedkoope treinen op Zondag. Over dit onderwerp schrijft de „Am sterdammer": We zijn voor goedkoop© treinen. Het reizen per spoor is voor den ge wonen man nog ©en dure geschiedenis. Ook nog na de laatste tariefsverlaging. Vooral wanneer men met zijn gezin er op uitgaat. Dat er dan eie-ns dagen zijn, waarop men voor half geld een heel eind weg kan kormen, is eien mooie uitvinding. Als 't maar niet op Zondag gebeurt. Dan is 't mooie er af. als we de bestaande gingen afdammen. Maar al lang, voordat er sprake was van den spoorwegaanleg, waren plannen ge opperd, om de Oosterschelde af te dam men en Zuid-Beveland met Brabant te verbinden. De spoorweg was dus niet de eerste en eenige aanleiding. Reeds in het begin der 19e eeuw toch zag het stuk Oosterschelde tusschen Zee land en den Brabantschen wal er uit als een slik- en schor massa, hier en daar doorsneden door een geul. Het was een moeilijk vaarwater, en er was heel veel aanslibbing, zoodat men dacht, daar een mooi stuk land te kunnen inpolderen. Napoleon heeft dan ook deze afdamming (en ,in de toekomst ook inpoldering) in studie opgedragen aan zekeren heer Schra- ver, een ingenieur, toen hij in 1809 een reis door Zeeland maakte en ook Bath bezocht. Nu had Napoleon ook wel andere bedoelingen met die afdamming, maar daar ga ik hier nu niet op in. Dat zou te ver vqpren. Wel is de moeite van vermelden waard, dat deze ingenieur een plan ontwierp, waarin ook voorkwam een kanaal door Z.- Beveland, ongeveer op dezelfde plaats, waar het later gegraven is. Met den val van Napoleon viel ook, ge lijk zoovele plannen, het plan tot afdam ming van de Oosterschelde. Later, na 1840, .kwam het weer op ',t tapijt en nu was het vooral onze provincie-genoot Dirk Dronkers, die zich hier voor zeer inte resseerde. Eerst was er nog geen sprake van spoorwegaanleg, later, in 1845, wel. Dan wordt de rustdag er voor mis bruikt. Dan moeten tal van mmschen voor die Zondagsreiizigers hun sabbats- rust dei-ven. Dan geeft men van hooger- hand oen leelijk voorbeeld van het beste den van den Zondag. Minister Van der Vegte moet er maar eens een eind aan maken. Het is 'm al gevraagd door bet Kamer- merlid Duymaer van Twist. Maar 't rechte antwoord is er nog niet op gegeven. De Minister acht het bevorderen van het reizen op Zondag door middel van verlaagd tarief o n g e w e n s c h t. Aldus verklaart hij. Welnu, dan moet hij ook de daad bij het woord voegen en goedkoope treinen op Zondag verbieden. De Directie van de Spoorwegen voelt blijkbaar niets voor Zondagsrust. De Mi nister moet dus van zijn bevoegdheid tot ingrijpen gebruik maken. Uit haar eigen zal de Directie van de Spoorwegen het niet doen. Aan do goedkoope treinen op Zondag schijnt aardig verdient t© worden. Daarom willen de spoorweg-autoriteiten er niet mee ophouden. Dus 'tis niet om heit m'nder bemiddeld publiek in zijn reislust tegemoet te ko men? O, neen, uit sociaal oogpunt zijn die treinen niet ingelegd. Menschlievend- heid is hier niet in 'tspel. 't Is enkel om de centen. Vele kleintjes maken een groote. En als de Minister eens vriendelijk informeert of het rïiet beter zou zijn geen goedkoope Zondagstreinen te laten rijden, komt er een hooghartig antwoord. De Directie der Spoorwegen wil niet in haar bewegingsvrijheid gekortwiekt worden. Hot overige openbare vervoer Op Zondag on dervindt geen verhindering. Van de trei nen moet de Overheid dus ook afblij ven. Minister Van der Vegte is een leuke baas. Daar is men het in de Kamer over eens. Welnu, laat Z.Exc. op de hem eigen wijze aan de Directie van de Spoorwegen beduiden, dat de Regeering op haar beurt niet' in haal- gezagsuitoefening gekortwiekt wil worden. Als het uitlokken tot reizen op Zondag verkeerd is, dan moet de Regeering dit, Voorzoover het binnen haar bereik is> ook beletten. En ten bpzichte van dh Spoorwegen kan dat belet worden. Daarop» is nu het* wachten. De Directie* van de Spoorwegen moet maar ©en toontje1 lager zingen." Wie zal de ellende peilen door dif bioscoopbezoek veroorzaakt- Er is in dit blad herhaaldelijk de aan dacht op het bioscoopgevaar gevestigd. Wij spreken daar thans niet over. Doch vragen alleen: Lees nu ook eens aandachtig de volgende passage uit het verslag: „Opmerkelijk is ook het. grootere aantal misdrijven tegen den eigendom, dat ter kennis van dei polip© kwam. Het aantal gevallen van dicfslal en verduistering, he ling en bedrog steeg van 1345 in het le kwartaal 1926 tot 1634 in het 2ei kwar taal van dat jaar." Heeft dit statistisch' gegeven in ver band met bet toenemend bioscoopbezoek U ook iets te zeggen? De Amsterdamsche statistiek houdt ern stige waarschuwingen voor ouders in, maar moet ook tot de Regeering zeggen: maakt voort met de invoering van de bioscoopwet en met het uitvaard'gen van uitvoeringsvoorschriften. De noodzaak tot beteugeling van het kwaad stijgt met den dag. Er mag niet langer gewacht worden met ingrijpen. De Amsterdamsche statistiek wekt an derzijds de gemeentebesturen ook op ge reed te staan, als de bioscoopwet is in gevoerd. Van de bevoegdheid door de wet ge geven, dient het ruimste gebruik te wor. den gemaakt. Ën men vergeite daarbij niet, dat voor komen beter is dan genezen. Waar de bioscoop nog niet is, hale meïï haar niet binnen. Men vergemakke lijk© haar komst ook niet door na te laten,, wat dei wetgever mogelijk maakte." Het biff&eoopgevaar. De „Zuid-HoII andervestigt de aan dacht op de door de gemeente Amsterdam gepubliceerde cijfers» betreffende het be zoek aan openbare vermakelijkheden. Uit'het verslag, dat betrekking heeft op het 2e kwartaal van 1926 blijkt dat het aantal schouwburgbezoekers in bet 2e kwartaal van 1925-bedroeg 207.256 en in hetzelfde kwartaal van dit jaar 225.654. Het aantal bioscoopbezoe kers steeg van 1.389.740 in het 2e kwartaal van 1925 tot» 1.81-5.706 in het zelfde kwartaal van 1926. „Er zou, segt het blad, over deze cij fers heel veel te zeggen zijn. Wij vestigen alleen de aandacht op het bioscoopbe zoek. Denk eens in: in het» 2e kwartaal 1926 1.815.000 bezoeken aan de bioscoop, dat is 20.000 per dag. Let op dë verschrikkelijke stijging, de toeneming van het bezoek sinds het 2e kwartaal 1925. Toen nog 1.390.000, in het le kwartaal 1926 1:738.000 en terwijl in het tweede kwartaal alle andere uit gaan daalde, steeg het bioscoopbezoek in het 2ë kwartaal 1*926 vergeleken met- het le kwartaal 1926 nog met rond' 80.000 bezoeken. Denk even in, welke bedragen per jaar door de bioscoop verslonden worden. Ifo- dien we ieder bezoek op gemiddeld 60 cent stellen, brengt de Amsterdamsche bevolking per jaar aan dezen afgod zeker over de 4 millioen gulden ten offer. En dat is ten slotte nog het ergste niet. Toen de revolutietijd van 1848 het spoorwegplan wat op de lange baas schoof was dit niet naar den zin van Dirk Dron kers. Hij vroeg dringend om toch de afdamming van de Oosterschelde, het graven van het kanaal door Zuiö- Bevelanid en later de inpoldering bij, den nieuwen dam te mogen uitvoeren. Het werd hem toegestaan. Hij kreeg voor 99 jaar een erfpacht voor niet minder dan 14.000 H.A. schor aan de Ooster schelde tegen betaling aan den staat van f5 voor iedere ingepolderde H.A. 14.000 H.A.! Dat was geen kleinigheid. Heel Walcheren meet ongeveer 20 dui zend hectare. Maar nu kwamen de tegenspoeden. Dronkers droeg zijn rechten over aan de in 1852 opgerichte „Maatschappij tot indijking der op- en aanwassen in de Oost-er Schelde", een vennootschap, die meestal de „Engelsche Maatschappij" werd genoemd, omdat meer dan twee derden van het kapitaal uit Engeland kwam. Zo-oals ik reeds schreef, was het doel, dat men beoogde, drieledig: le het graven van een kanaal (waartoe men ver plicht was), 2e het afdammen en 3e het inpolderen. Met het eerste werd in 1852 onder veel luidruchtig feestbetoon een begin ge maakt. Te Hansweert werd stevig gedi neerd en machines, materiaal en werk lieden kwamen uit Engeland, om dat zaakje „even" op te knappen. Tegelijk begon men maar vast aan punt 3, (punt 2 moest natuurlijk op punt 1 De eerste advertentie. 't Was iïi Londen op den 12den April van het jaar 1649, dat the honorable Sir Henri Horsefriend bet bureau van de „Impartial Intelligencer" binnen stapte. ,Mr Blackwhite, eigenaar, redacteur en drukker van het eenige toentertijd geregeld verschijnende Londensche blad, stond uit zijn leunstoel op, legde de ganzeveeren pen op de- schrijftafel en informeerde, waarmede hij! den be*- zoeker van dienst kon zijn. „Ik kom u vertellen", aldus- de edel man, „dat men in dén afgeloopen nacht mijn beidé lievelingspaarden heeft ge stolen en dat het mij veel waard zou zijn, die terug te krijgen." c „Dat begrijp ik", antwoordde- de eige naar-redacteur-drukker, „maar het is mij niet duidelijk wat iIk, daarmee te' maken* heb." „Gij moet het in awen „Intelligencer" plaatsen!" „In de „Intelligencer''No- sir, dat gaat niet." „Why not? Ik wü' er graag vijf shil ling voor betalen", meteen werden dé zilverstukken op tafel.' gelegd. (Mr Blackwhite bekeek ze, bekeek ze- nog eens, krabde aan zijn witgrijze pruik. Dat was iets nieuws onder de zon. De „Intelligencer?'', waarin- tot dus ver; alleen r eg e eri ngsberichtenstads nieuws en gemengdjes werden opgeno men, zon een betaalde mededeeling op nemen over een paardendiefstal „Wel, doet gij 't of doet gij 't niet",, vroeg de honorable gentleman. en maakte meteen aanstalten zijn shil lings weer op te -strijken. „Ik zal beproeven-, er een mouw aan te passen" beloof dé de krantenman. wachten), n.l. het; inpolderen. Maar dat heeft den heerea, de das .omgedaan. Een flinke dijk weid' aangelegd, maar een maand na dien aanleg, werd hij' reeds weg geslagen. In 't voorjaar van 1853 werd weer met bekwamen spoed aan den dijk begonnen. Maar och, arrne, in Sept. '53 herhaalde zich het spelletje van wind en golven van Sept. '52. Dat ging zoo niet. Schatten gelds gin gen verloren en de „Engelsche maat schappij" begon op kleiner schaal in te polderen. 'Ook hier bleef tegenspoed niet uit, maar het resultaat van deze kleinere inpolderingen zijn toch de Eerste Bath- polder (bedijkt in 1856) en de Tweede Bathpolder (bedijkt in 1862), langen tijd en (ook nu nog wel de Engelsche polders ge noemd. Punt 3 was dus na vele jaren gedeelte lijk uitgevoerd, maar met punt 1 had men het leelijk laten zitten, zoodat ook van punt 2 geen sprake kon zijn. En 't mooiste van het 'tgeval was: 't-geld was op. Maar er moest toch gang in 't grav-eo van het kanaal komen, .want de aanleg van den spoorweg wachtte er op. Na lan gen tijd van onderhandelen tusschen „de Engelsche Maatschappij" en de Nederland- sche regeering, werden in 1861 alle werken aan het kanaal aan het Rijk over gedaan, terwijl de maatschappij werd ont heven van de verplichting om liet kanaal te graven, den dam in de Oosterschelde te leggen, en de dijken op den Brabant schen wal te versterken. Men schat dat de De ntij.nwerkCrss'taïking in En geland, wier spoedig einde vorige week voorspeld werd, ontwricht nog steeds het economisch leven in dat' land. De bemid delingsvoorstellen der regeering. zijn deze week door de stakers verworpen en men hoopt nu districtsgewijze contracten met do mijnwerkers te kunnen afsluiten. Intus- schein stijgen de kolenprijzen ook op 't vasteland van Europa bedenkelijk. En dat tegen den winter! De Engelsche minister Chamber lain heeft met Mussolini en Briand ge confereerd. Er schjjnen nog iheer van deze conferenties op 't program te staan. Mussolini blaast in zijn redevoerin gen nog altijd even hoog van den toren. Deze week heeft hij het te Perugia nog- ecins weer tot de menigte gezegd: „hoe grooter de oppositie is, des te krachtiger zal ik doorzetten". Bedenkelijk is nog altijd de geest van wantrouwen, die er onder de volkeren hecrscht. Een Fransch Kamerlid drukte deze week nog zijn ontstemming uit over de naar zijn meening veel te zwakke Fransche vloot. En Poincaré en Briand legden er nog eens weer den nadruk op: we moeten voorzichtig zijn met Duitschland. Die redevoeringen van Stre- senrann en Poincaré hebben óók geen goed gedaan aan de Fransch-Duitsche ver houdingen. Wel heeft men getracht in de interna tionale conferentie der o- u d-s t r ij - d e r s, die te Genève is gehouden, zich te verbroederen. Maar laat ons daar van niet te veel verwachten. Deze- conferentie heeft ons weer eens be paald bij de vreeselijke gevolgen van den Europeeschen oorlog. Er- is in Genève n.l- weer herinnerd aan de 9 millioen dood-en, die gevallen zijn. Over het aantal verminkten ontbreken de cij fers-. Maar de schattingen loopen ook in de milliocaien. Een slimmerik is pilsoedski, de man, die ©enigen tijd geleden een staats greep in Polen heeft bewerkt- Maar hij wilde eerst de kat eens uit den hoorn kijken en zien,, hoe' de bevolking hierop reageerde. Nu alles goed ging, wilde hij wel minister-president 'en minister van oorlog worden. Hij heieft dan nu deze ambten gekregen. In P'erzië is een complot tegen den gjah verijdeld- De betrekkingen tusschen dit land en Rusland schijnen verscherpt te zijn. Reieds vroeger hoorden wij van. Bolsjewistisch© actie in P'erzië. In O o s t n E'ij k dreigt een ambtenaars- staking, die natuurlijk het geordend staats leven ernstig zal verstoren. D F r a-n s c h e franc is deze week eetn weinig verlieten!. Poincaré is blijkbaar tot de overtuiging gekomen,, dat een ra tificatie van de schuldregelingen met En geland en Amerika noodzakelijk is. In ons lhnd is een krachtige campagne Begonnen te-gen het N e-dïe r 1 ands e h- B.elgische verdrag, dat nu binnen niet al te langen tijd wel in dë Tweedet* Kamer zal worden behandeld. Groot®- ad vertentie-s wijzen, op de nadeelen van dit. verdrag voor ons land. Tóch berekende dë „Residentiebode", dat het in ct'e Twee de Kamer wel een meerderheid zij het een kleine zal halen;, maar dat dë» tegenstand in de Eerste- Kamer sterker zal zijn. Er gaan ook, geruchten;, dat tw-e-e mi nisters (Slotenmaker de Bruine en Lam- hooy) ernstig- gevaar loopen, hun zetels, te verliezen.Minister v- d. Vegte-is meer in tel bij dë verschillende partijen. Toch. zal dezei „leuke baas",, zooals hij genoemd, is, een reuzen-prestatie- moeten verrichten, om zijn belofte, deze week afgelegd, daf we over -enkele jarem geen slechte weg,en. meer zullen hebben,, in te lossen. Het kaöinet, dat we thans* bezitten, schijnt zish nogal ih de sympathie vanr de Ghr-i ste 1 ij k-M istoris-chen te mogen verheugen. Dit meenen wij althans te mogen opmaken uit de zeer voorzich tige woorden van. o-ud-minisl-er Schskking; d-ez-e week te Leiden gesproken. Een, bekende dominé zal dezer dagen' Maatschappij toen een millioen aan het kanaal bad ten koste gelegd. Hoeveel geld er in de inpolderingen is verloren ge gaan, is niet te zeggen. Het schoot nu vlug op, met het graven van het kanaal. Dat werk, waarover de Engelsche heeren zoo luchthartig had den gesproken, kostte nu nog f 4.000.000. Op den elfden October 1866 is het .plechtig voor de scheepvaart opengesteld; Maar men was er nog niet met dit ka- naai. Al spoedig bleek, dat het scheep vaartverkeer er bijzonder druk op was en dat de sluizen te Hansweert en Wemel- 'dinge (lang 119 M, en breed 16, M.) niet -op -een zóó drukke scheepvaart be rekend waren. Er werden daarom in beide plaatsen Muizen bijgebouwd, lang 112 M„ en breed 8.15 M., meer in 't bijzonder be stemd voor de kleinere schepen. Maan ook dit hielp nog niet voldoende, zoodai besloten werd tot den bouw Y-an de z.g.n, der-de sluizen, lang 152 M. en breed 16. M. en diep 6.50 M. De derde sluis te Hansweert is reeds eeni ge jaren gereed, die te Wemeldinge hoopt men het volgend jaar gereed te hebben. Dit kanaal heeft dus aan Nederland veel geld gekost. Men lette alleen maar eens op de sommen, waarvoor bij de aanbesteding van den houw der derde sluizen weid ingeschreven. Ma-ar hetmoef erkend worden, dat hot scheepvaartver keer -er druk op is, wat van het andere kanaal (dat door Walcheren), eveneens noodig geworden -door den spoaraanleg, niet 'gezegd kan worden. LUCT0R, 'riM zijn c-merit J. S c h r ij rectcur var bosch" was Wij zullei de herinner onbewaakt© 'een slachto ge man nog ligt- En herinnert Tiel drie verdronken. Wij leve; hopen, dat deze aan prediken, h leven is en kan worder bi a Er was e delsblad", haar droeg leden is, s zich herin Laar gekei man artist i 'Maar er tuurlijke 1 Werd met mes. Heel, he •oude Gern en vrouwe sieraad. D< werden bewaren opgestoken, «den of sc tot dikke lang haar. 'kenpracht derscheidde Was eer 'vlechten b toiet veel g trouw gew meisjes mo ten door bet openhai laatste gewc geleefd in Europa. Dichtwerl die verhaal adel in d- bestonden al, wat m< ons, dat lie precies in zijn. Die scheiding is beven bewc bet hoofd gc eenvoudiger of een „gu boofdsieraac om de liaa Glad, on; der mooi daarom grej ook de heei lenstang en gen kroeskc De overheid mee om de: geslacht teg tiende eeuw ivaardigd, w werd, aan c te doen. Later in de vrouwen En het wc kende drac baar beide die wettig c -Meer en die 1 voor j gend haar maar die vo bet haar op lijkertijd wei om kostbare men en spa mannen blev der voor Frankrijk de pruik wel te ten ieder zijn opofferde, gevolgd doe pruikje, dat hield. (Meer dan ben thans bamelijk prac leiding gaven (Spoedig leer inzien, en haafd. Tegenwoor alge daan met Itische overwe plaats gelden .trekken. Voo is het voorn deren" drage of de dracl teus of intens kommert het IZij draagt het c ovc [li c krull „men" En als ten en Öan zullen ben, dat zij bullen laten gelijke doen lijk te kunnen dat wensckt Hoe groot i: Met het stee hoffeïnevxije k

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 6