SobovI Mietws. Dit de Pers. ring toestemming te krijgen. Dertig jaar lang was de toestemming voor een ex peditie in dit gebied geweigerd en spr. zelf kreeg ook drie maal een weigering. Voor die weigering zijn verschillende re denen: er is heel weinig voedsel in die gebieden, zoodat men er daar zuinig mee is; er zijn maar moeilijk genoeg dragers (koelies) te krijgen deze gaan niet voor hun plezier mee en moeten dus worden gedwongen en ook waren er politieke redenen, aangezien de Engelsche regeering bang is, voor moeilijkheden met de volksstammen aldaar. Toen Spr- ech ter persoonlijk zijn belangen bij de Britsch- Indische regeering en bij den onderkoning had bepleit, kreeg hij de verlangde toe stemming. Hern is toen op de meest loyale wijze hulp verleend. Engelsche officieren zorg den voor voeds&ldepots. Hij kreeg plm. 90 koelies tot zijn beschikking, zoodat de geheele expeditie uit plm. 100 man bestond. Va.n di-ei koelies hangt voor een groot deel het welslagen van den tocht af. En Spr- heeft met hen ook wel eenige moeite gehad. Ze moesten hard werken, 'enorme gevaren trotseeren, terwijl ze van het doel van den tocht niets begrepen. Een enkele maal moest krachtig tegen desertie opgetreden worden. Maar ten slotte hebben ze hun plicht gedaan. En wat van den tocht zelf tei zeggen, dien spr. in vogelvlucht heeft geschetst? Onbeschrijfelijk waren de gevaren, waar aan de expeditie bloot stond. Wij noemen slechts: sneeuwstormen, lawines, vooral steenlawines, waarvan dhr Visser zelfs photo's liet zien, gebrek aan eten en drinken, dat ook een enkele maal dreigde, klimpartijen langs rotsen, en door kloven, om van te ijzen, gevaar van verdrinken, enz. Neen, een tocht door gebieden, waar waarschijnlijk tevoren nooit een mensch is geweest,laat zich niet beschrijven en zij die gisteravond in de zaal waren en de indrukwekkende photo's bewonderd hebben, hebben er iets, maar toch nog maar weinig, van gezien. Wie kan schet sen het beklimmen van bergtoppen, die zich 5000 a 6000 M. boven dei omgeving verheffen, het overtrekken van glet sjers van 60 K.M- lang (de grootste glet sjer in Zwitserland is 16 K.M- lang), het 22 keer in 3 dagen doorwaden van een snelstroomende rivier, het overtrekken van een dergelijke rivier a;an een jouw dat nog vol knoopen zat? Ook teleurstelling is den heer Visser en zijn gezelschap niet gespaard geble ven. Zoo nu en dan kon men niet verder, vanwege de felle koude of de onmoge lijkheid om een berg over te trekken. Bijzonder lastig is ook het temperatuurver schil. Staat men in de zon, dan is het on houdbaar heet en gaat men manr even achter een rotsblok staan, dan bevriest het water in da veldflesch. Toch, ondanks alle tegenslag en ont bering, zijn schitterende resultaten be reikt. Een reusachtig, nog geheel onbekend gebied is in kaart gebracht. Tal van we tenschappelijke ontdekkingen zijn gedaan. Meer dan 1000 photo's zijn genomen en ter plaatse ontwikkeld en afgedrukt. Woest, maar ,ook onuitsprekelijk mooi is er de natuur. Een diepen indruk maakt b.v. de ongekende eenzaamheid, in deze onbewoond© streken. Wij kunnen ons dan ook niet voor stellen, dat een mensch, zelfs al is hij niet hij Gods Woord opgevoed, hier niet in aanbidding zou neerknielen en het zou uitroepen: „Hoe groot zijn, Heer, 11$ werken 1" Daarom en dit is onze eenige aanmerking betreuren wij het, dat de zoo sympathieke spreker, hierop zelfs met geen enkel woord doelde. Het talrijke publiek bracht den heer Visser jammer, dat zijn vrouw niet aanwezig was, want hetgeen mevr. Visser heeft mee- en doorgemaakt, tart elke be schrijving een hartelijke, langdurige ovatie. De Burgemeester, de heer Hajenius; bracht den heer Visser dank, dat hij zijn belangwekkende lezing ook in Goes heeft willen houden, met welke dank betuiging ook weer door het publiek met een krachtig applaus instemming werd betuigd Hoedekenskerke. In de Woensdag ge houden. spoedeischende vergadering van ingelanden van het waterschap Hoede kenskerke waren 16 ingelanden vertegen woordigd uitbrengende '20 stemmen. In behandeling kwam een schrijven van Geel. Staten om den zeedijk die thans 3.06 M. tot 33.5 M. boven hoog water is, te brengen, tot 3.50 M. boven hoog water, om zoodoende wederom den toestand te krijgen die als zoodanig in 1907 bestond Het bestuur stelde voor niet alleen aan dit verzoek te voldoen, doch de verhoo ging en wel in gewapend beton te doen uitvoeren tot op 3.75 M. hoven hoog water om al zoo in een reeks van jaren van verdere verhooging ontslagen te zijn: dit werd aanvaard. De kosten werden geraamd op f30.478 Mede werd op voorstel van het bestuur zonder discussie of hoofdelijke stemming besloten vier duikers in den polder water- keerend te maken, de kosten daarvan wor den geraamd op f 279.99. In beginsel werd mede op voorstel van het bestuur "be sloten om in 1927 over te gaan tot het maken van een nieuwe zeesluis, waarvan de kosten werden geraamd pp f 4000. -Jen einde al deze uitgaven te kunnen doen zal in 1927 een geldleening moeten worden aangegaan van ongeveer f32000. St. Maartensdijk. Bij het graven in een woonhuis aan de Markt alhier zijn 12 ^ilveren munten gevonden, dragende de jaartallen 1630, 1706, 1719, 1720, 1737 en 1760. De munten zijn iets grooter dan een gulden. Schore. Woensdagavond vergaderde de Raad. Afwezig dhrn. Rijn en dei Vrieze zonder kennisgeving en dhr Zoeteweij met kennisgeving. Ingekomen is een schrijven van dhr v. Sparrentak, houdende mededeeling dat hij ontslag neemt als lid van den raad wegens vertrek naar de gemeente Kapelle. De gemeentebegrooting dienst 1927 wordt zonder hoofdelijke stemming vast gesteld met een totaalcijfer voor den ge wonen dienst van f 28020.68V2 voor in komsten en uitgaven. (PI- Ink. Bel. f 7400.) Do gemeentebegrooting dienst 1926 wordt gewijzigd tengevolge waarvan de inkom sten van den gewonen dienst worden verhoogd met f400, 'de uitgaven van den gewonen dienst verhoogd met f671.94 en verlaagd met f 271-94 en de inkomsten 'en uitgaven van den kapitaal-dienst ver hoogd met f230. Zonder hoofdelijke stem ming wordt besloten tot "aankoop van ruim 142 ton macadami van dhr P. J. van Maaren te Hansweert voor een prijs van 1'4.50 per t'on franco op den wal aan de Schoreibrug. Dei voorzitter deelt' mede, dat liet Duitsche macadam is van de maat welke door van Maaren reeds op de losplaats is gedeponeerd en welke hij thans vlug moet verkoopen met het joog op de a.s- bietencampagne. Hierop wordt besloten ooi met het ge meentebestuur van Kapelle een regeling te treffen voor het vervoer van lijken van het sterfhuis naar de begraafplaats. De kosten zullen bedragen f 16 per keer dat van de lijkkoets gebruik zal worden gemaakt Bij de rondvraag; deelt de voorzitter mede, dat de op heden gehouden verkoop van afbraak f 103.05 heeft opgebracht- Dhr Kafelse wijst op de bocht in den weg bij het schoolplein. Spr -zegt, dat daar een vangputje ligt en dat tussehen de straat en dat putje een diepe goot is gespoeld 'door liet van de straat komende water. Hij zag dit gaarne verbeterd, daar een en ander niet zonder gevaar is voor het verkeer. De voorzitter zegt, dat hij hieraan zijn aandacht zal scheuken. Tenslotte' richt de voorzitter enkele woorden tot het scheidende raadslid van Sparrentak. De voorzitter zegt dat het 'hem een behoefte is om hier uit te spreken dat het hem zeer spijt dat dhr v. Sparrentak vertrekt- Spr. heeft dhr v. S. loeren kennen als een goed raads,- lid, die de belangen van de gemeente en haar ambtenaren op de juiste wijze wist te behartigen. Zeer zeker liepen de meieiningen in de raadszaal wel eens uit een, doch men heeft steeds personen van zaken weten te onderscheiden, zooda.t de verstandhouding goed was en bleef. Spr- hoopt dat liet hem en de zijnen in zijn. nieuwe woonplaats goed mag gaan. Dhr v. Sparrentak zegt den voorzitter dank voor deizei woorden. Ook hij meent dat de geest in de raadszaal was zoo als deze behoort te zijn. Zeer zeker is een en ander niet zonder gevolgen gebleven, daar vroeger, toen die geest zoo heel an- ders was, de gemeentebelangen wel eens in het gedrang kwamen. De tegenwoor dige Raad begon dan ook hier zijn werk met, een rekening waarop een tekort van ongeveer f1800 en thans zijn we zoover gevorderd dat niet lagere belastingen de dienst 1925 sloot met een goed slot van ruim f 3300. Spr- zegt verder dat de om gang tussehen de raadsleden onderling zeer hartelijk was en hij hoopt dat het zoo mag blijven en dat d.e gemeente zich steeds meer zal ontwikkelen in demo cratische richting. Hierna sluiting- De welwillende ambte naar. Het geschiedde aan een hulppost kantoor in buurt IJ IJ. De man had een telegrafischen postwi&sel ontvangen. Het bedrag was niet groot. Twintig gulden. Hij stond aan het loket en de vrouwelijke be ambte vroeg: „Heeft u een „postidentiteitskaart?" „Nee juffrouw." „Heeft u een abonnement op de spoor wegen?" „Nee juffrouw." „Is u geen lid van den Algemeenen Ne- derlandschen Wielrijdersbond?" „Nee juffrouw. Ik fiets niet." „Hebt u geen foto bij u, waar uw hand- teekening op voorkomt?" „Helaas, néé juffrouw. Het is twintig jaar geleden, dat mijn laatste portret ge maakt is." Deze laatste zinsnede deed de postbe ambte resoluut besluiten: „Dan kan ik het u niet uitbetalen." „Maar juffrouw, als ik nog even uw aandacht mag vragen: Ik heb drie aan mij geadresseerde brieven bij me, waarvan één onderteekend is door(volgde de naam van een bekend Nederlander). „Dat is niet voldoende." „Ik heb twee kwitanties bij me, die op mijn naam staan." „Néé, dat stelt uw identiteit niet vast: Ik kan het u niet uitbetalen." „Maar juffrouw, hoe kom ik dan aan het geld?" vroeg de man wanhopig. „Er is eenige haast bij." De man meende een gelukkigen inval te hebben. „Is een geboorte-acte een bewijs-stuk?" „Nee/' weersprak de juffrouw. „Ik kan het u niet uitbetalen. Ik zal den chef even roepen." De chef kwam. Een weinig kribbig. Het liep tegen vijf uur. Tijd van vertrek. Boog het hoofd door ft loket, sprak kwaad: „U kunt toch lezen! Maar ik zal het u even voorlezen." Volgde het geheele relaas van de postidentiteitskaart af tot de foto toe. En het slot: „Ook kan worden uitbetaald als de hou der ten kantor» van uitbetaling bekend is of zijn identiteit voldoende doet vaststel len door twee ten kantore bekende perso nen als getuigen of een familiepas toont waarop zijn fotografische afbeelding voor komt." „En dat hebt u niet." „Nee, mijnheer." „Daar heb je 't. Kan u niet worden uit betaald." De bezitter van den telegrafischen post wissel werd wit en rood tegelijk. Hij viel uit: „Maar mijnheer, dat is tóchdrie brie ven op naam, twee kwitanties op naam; .ik wil u m'n geboorte-acte laten zien. ik wil met m'n trouwboekje komen. Gaat dat dan niet vóór het lidmaatschap van den A. N. W. B.?" „Nee mijnheer. Maar ik zal een uitzon dering voor u maken. Als u gauw komt met uw trouwboekje, maar denkt u er om, het loopt tegen vijf uur, dan is het een welwillendheid van mijn kant, dat het u wordt uitbetaald. Een welwillendheid!" „Natuurlijk. Mijnheer, ik ren naar mijn trouwboekje!" „Maar denkt u er om, het is bij vijven!" „Mijnheer, ik ren als een bezetene!" Vijf minuten later vond het volgende te lefonische gesprek plaats met den chef van het hulpkantoor: „Spreek ik met den chef?" „Ja mijnheer." „Mijnheer, ik ben zoo even hij u geweest ter inning van een telegrafischen postwis sel. Ik zou met mijn trouwboekje komen als identiteitsbewijs. Dat wil zeggen, het is wel geen identiteitsbewijs maar u is zoo welwillend om het als zoodanig te beschou wen. Nu slaat het op dit oogenhlik vijf uur en het is uw tijd van vertrek. „Ja mijnheer. U kunt het ook later ont vangen. Twee man van het personeel hier hebben u gezien en zullen uw identiteit als getuigen vaststellen „O, wat een geluk, mijnheer! Wat een uitkomst/' „Denkt u er aan uw trouwboekje mee te nemen?" „Mijnheer, ik heb het al in mijn hand/"' „Maar denkt u er om, het is een uitzon dering. een welwillendheid. „Mijnheer,, n is een buitengewoon wel willend ambtenaar. Ik dank u." Weer even later stond de man met zijn trouwboekje vóór het loket. En twee man van het personeel stonden als getuigen te knikken. Toen werden hem twintig blanke guldens voorgeteld. Men noemt dat soms „hard" geld. (Handelsblad.) 'Het gebeurde te Assen. In nadere mededeelingen- va nmilitaire zijde aan de Asser Courant, worvlt gezegd, dat de oefeningen niet zwaar waren, maar het werd 's middags ondraaglijk warm. Voorts dat als de aanleidende oorzaak van het gebeurde van militaire zijde niet de vermoeiende oefeningen worden aange nomen. Van het 9e R. 1. schijnen eenige mannen in de cantine te zijn gekomen, nadat, zij in de stad waren geweest en da ar sterke dr ank hadden gebruikt. In de cantine zouden zij, niet heelemaal nuchter meer, veel bier gedronken en tot het rumoer aanleiding hebben gegeven, waar bij zij spoedig aanhang vonden onder de daar aanwezige militairen. Het onderzoek in deze zaak, dat door den garnizoenscommandant kolonel' E. J. van Bel persoonlijk wordt geleid, is nog in vollen gang. Woensdagmorgen is de luit.-generaal Muller Massis, commandant van het veldleger, die groote oefeningen nabij Amersfoort had, te Assen aange komen. Naar men. voorts nog aan de Asser Courant mededeelde, (maar het blad heeft er geen bevestiging van kunnenj krijgen) is bet schieten der wachtmen- schen Maandagavond niet zonder slaig of stoot gegaan, maai' heeft zich daarbij nog het volgende afgespeeld. Den comman dant van de wacht van het 9e was door een luitenant bevolen patronen uit te rei ken, hetgeen hij weigeide, terwijl de man schappen weigelden patronen in ontvangst te nemen. Dientengevolge zijn zij gestraft met 14 dagen zwaar arrest en 14 dagen nadienen, terwijl zij te zijner tijd voor dienstweigering voor den krijgsraad zul len moeten verschijnen. Wij lezen nog in „De Nederlander": Ook nu is weer gebleken het absolute gemis aan tact en paedagogische scholing bij verreweg liet grootste gedeelte der mili taire hevelvoering. Men. zou mogen vra gen: Zal men daar nu eens nooit wijzer worden? Zal men daar nu nooit eens zooveel zelfstandigheid krijgen en ver lost worden van „meerderenvrees", dat men op zeker oogenhlik een oefening die te zwaar blijkt, durft af te lasten? Maar dat is nog niet eens het ergste. Veel erger is bet gemis aan tact. Reeds om vijf uur des avonds was er bevel uitge gaan van den Geneeskundigen dienst om den volgenden dag lichte oefeningen te houden. Toch was daar den militairen niets van bekend gemaakt, zoodat die in de veronderstelling leefden, dat het den volgenden dag weer hetzelfde zou zijn. Waarom dat die menschen onder etenstijd niet meegedeeld? Tien tegen een, dat deze onverkwikkelijke geschiedenis niet was voorgekomen. Opium in beslag genomen. De douane, te Singapore heeft een groote partij opium tér waarde van 80.000 dollars in beslag genomen. Zij was verstopt in de kolenbergplaats van een stoomschip. Een expres-trein voor een o n g e 1 u k b e h o e d. De expres-trein van Londen naar Glasgow, die Dinsdagavond om half tien van het Euston-station ver trokken is, is den volgenden ochtend vroeg aan een groot gevaar ontsnapt. Zij werd door twee locomotieven getrokken en reed kort voor het station van Carlisle door on veilige seinen heen. Dientengevolge liep zij op een lichte rangeer-locomotief die op de lijn was. Maar de conduceur Griffith had de botsing zien aankomen. Dank zij zijn tegenwoordigheid van geest'had de expres- trein zijn vaart al geminderd, doordat Griffiths de handrem van den bagagewa gen aangezet had. He twee locomotieven die op elkaar liepen, derailleerden toch nog en ook een goederenwagen. In de slaapwagens werden de reizigers plotse- ling wakker geschud en van hun bed ge slingerd, maar slechts een man klaagde over pijn. Griffiths, de wakkere conduc teur, is onder het spoorwegpersoneel zeer bekend als de beambte die altijd met de koninklijke treinen meereist. Erger liep een ongeluk bij Hucknall (Notts) af. Daar werden zes werklieden op den spoorweg in een dikken mist door een trein overreden. Vijf van hen werden op slag gedood, de zesde slechts licht gewond. Huwelijken op zee verbo- d e n. De kapiteins van de groote Ameri- kaansche passagiersbooten hebben op dracht gekregen op zee geen huwelijken meer in te zegenen. Tot dusver waren zij daartoe gemachtigd en herhaaldelijk heb ben lieden van zekere vermaardheid daar gebruik van gemaakt om de drukte, die een huwelijk in hun woonplaats met zich zou brengen, te ontloopen. De reden van het verbod is, dat er in de Ver. Staten geen algemeene huwelijkswetgeving bestaat, doch dat elke staat er zijn eigen wetten op na houdt. Een huwelijk aan boord van een schip gesloten naar de wetgeving van een bepaalden staat zou onwettig kunnen zijn in een anderen staat. In Amerika zelf wor den natuurlijk in den eenen staal de huwe lijken uit een anderen staat erkend, doch de Amevikaansche schepen zijn eigendom van de Unie en hehooren niet tot een be paalden staat. Om moeilijkheden te ont gaan is nu het verbod uitgevaardigd. Do orang-oetang als spoor wegambtenaar. Een groote aap is Woensdag een minuut of twintig heer en moester geweest in het dienstlokaal van liet viaductstation Crystal Palace van den Zuider spoorweg te Londen. De verschrikte reizigers, die het loket genaderd waren, werden munten en kaartjes om de ooren gegooid, terwijl de andere stations af en toe onontcijferbare tele grammen ontvingen als de aap met de tele- graafsLeutel speelde. De boosdoener, een twee jarige orang-oetang, was per trein aan het station gearriveerd in een kooi, die ge adresseerd was aan een menagerie in het Kristallen Paleis. Zij het. was een wijfje vond het in haar koo-i te vervelend, wist te ontsnappen- en wandelde liet, kantoor bin nen, waar zij de kaartjesvwkooper van zijn plaats rukte en heel wat verwarring stichtte: Het glimmende koper van de telegraaftafel- trok haar vooral aan. Zij draaide eens hier en daar aan en gromde van pret toen zij den sleutel te pakken kreeg en merkte, dat daar mee een klinkend geluid gemaakt kon worden. Toen haar dat verveelde knabbelde- zij eens op 'n rose kaartje, maar dat scheen haar niet le bevallen, de groene kaartjes bleken meer in haar smaak te vallen. Drie heeft zij er geconsumeerd en van vele anderen zijn heele stukken afgeknaagd. Eerst na twintig minuten de reizigers hadden zicli zonder kaartje moeten redden kwamen een paar oppassers van de me nagerie een eind aan het spellelje maken. De jongedame trachtte nog door een bovenraam te ontkomen en beet een haren vervolgers in de hand, maar ten slotte werd zij tocli overmeesterd en- weer in haar kooi gestopt. Inbrekers gearresteerd. Door een ruit in. te drukken in de jongensschool wisten te Breukelen inbrekers 'n trap te be machtigen, waarmede zij in het R. K. kerk gebouw. konden geraken na uitbreking van een raam van. glas-in-lood. Vanuit liet kerk. portaal hebben zij vervolgens gepoogd in do kerk te komen, doch bij him pogingen om de deur f.6 foroeeren, z(jn z(f gestoord en gingen er van door. De politie arresteerde de daders later, toen zij rustig in een hooi berg lagen te slapen. Te Woerden is aan gehouden een persoon, die in combinatie met anderen onlangs in Nieuwerbrug in de Geref. Kerk inbrak. Men vond een volledig stel inbrekerswerktuigen op hem. Rij bekende. De typhus te Hannover. Het aantal ziektegevallen te Hannover is sinds gisteravond .slechts met één vermeerderd (1730) maar in de ziekenhuizen, zijn niet minder dan 11 patiënten ovirleden, zoodat het aantal, doo- den de honderd overschreden heeft (104). De encadreering van het leger. Het ver lofskader in de instructie. De Standaard (Colijn) publiceerde een tweetal artikelen over de encadreering van het leger, waarin ter inleiding geconsta teerd wordt, dat de militaire wagen in de klei zit: encadreering en legeruitrus- tinigj de hoofdelementen, zijn onvoldoen de. Slechts een radicale: omwerking kan verbetering brengen. In de eerste en voor naamste plaats wat de encadreering be treft. Die encadreering echter door veriofs- personteel is en blijft onvoldoende, zoo wel in aantal als in gehalte. Schr. gaat de bevindingen ter. zake na van de legercom- missie en. de commissie-Wittert en schrijft dan o.m. Over de duurte van het stelsel leveren de rapporten geen rechtstreekscho beves tiging natuurlijk gevolg van de omstan digheid, dat zij alleen de kosten van het verlofskader ter sprake brengen, terwijl de duurte juist in het beroepskader zit. Over de qualiteit van het stelsel laat echteT de bevestiging van het oordeel) dat. wij twee jaar geleden hier hebben geuit, niet te wenschen al wordt het uitteraard niet met zooveel woorden ge zegd. De encadreering is ontoereikend in aan tal en wat het verlofskader 'betreft, ook in gehalte. Dit is de conclusie, die uit beide rap porten te trekken valt. Vervolgens wordt geconstateerd, dat er volgens beide commissies een bedenkelijke achterstand is in de aanvulling zoowel wat verlofsofficieren al? -onderofficieren betreft, terwijl ook in de bezetting der commandoposten in het gemobiliseerde leger onder het huidige stelsel geen ver- verbetering is te bespeuren. Hoe deze bedenkelijke verschijnselen te verklaren? „Vooreerst uit de omstandigheden, dat het normaal in een lichting voorkomende aantal intellectneelen, gelijk wij voor twee jaar betoogden^ te klein of althans te ongelijk over het land verdeeld is, om in de behoefte te voorzien. „Beide commission bepleiten dan ook bevordering v.an de vrijwillige aanmel ding, en, als deze geen voldoende resul taat geeft, afzonderlijke loting onder de diplomabouders, met aanwijzing naar be hoefte. „Tot precies dezelfde conclusie kwamen wij feeds in 1924 en de toen gehoorde verdediging, dat de bestaande wetten reeds voldoende in de behoefte aan kader voorzagen, wordt thans door de feiten weerlegd." Het gehalte, vooral van de verlofsonder- officieren („slechts verkleede soldaten") is onvoldoende, ten gevolge van onvol doende voorbereiding. Aangaande de aanwijzigingen, gegeven door beide genoemde commissies, schrijft de „Standaard" o.a. Het verdient al dadelijk de aandacht, dat ondanks de groote verdienste van de voorstellen der beide commissiën, daar tegen één overwegend bezwaar bestaat nog afgescheiden van het feit, dat aan hare eiscben in geen geval voldaan zou kunnen worden, wijl tegenover den daar toe noodigen vermeerderden druk geen vermindering elders staat. Dat overwegend bezwaar is, dat door de uitvoering barer voorstellen toch niet de praktische geschiktheid van het verlofs kader verkregen kan worden. In een volgend artikel wordt verklaard h-oe volgens de meening van den sclir. dan yvèl voldoende verbetering te be reiken is. N.l. door de leer over boord te gooien dat het beroepskader instructie behoort te geven, bet verlofskader moet aan voeren, en te vervangen door het stelsel: het verlofskader in de instructie. Oplei ding der dienstplichtigen door het ver lofskader is volgens schr. de oplossing van het militaire vraagstuk, hetgeen tol stand kan komen, zonder dat er één man verlofskader meer wordt opgeroepen of één dag langer dient dan thans noodig is. Na weerlegging van geopperde bezwa ren en. aanhaling van het rapport- "Wit tert als bewijs, dat gunstige resultaten daarmede te behalen zijn, besluit de schr als volgt: Meenen wij alzoo de geopperde bezwa ren terug te kunnen wijzen, er is één moeilijkheid! Een moeilijkheid, niet bij het verlof ska ter, niet bij het parlement, niet bij het volk! Een moeilijkheid, die niet genoemd wordt, maar die reeds voelbaar is, en dat steeds meer dreigt t« worden. Die moeilijkheid is de natuurlijke, eeuwen-oude tegenstelling tussehen vak man en z.g. amateur; hier verscherpt, om dat de amateur den vakman moet verdrin gen en, ten einde dat te kunnen doen, afhankelijk is van diens leiding en hulp. Het zon onjuist Zijn, om die moeilijk heid buiten rekening te laten. Oordeelkundige voorbereiding moet haai binnen redelijke afmetingen houden. Ook daarom zal men "zooveel doenlijk moe ten vermijden, bij die voorbereiding nieuwe slachtoffers onder het beroepskader te maken, en de vermindering van dat ka der moeten trachten te verkrijgen, door het gesloten houden van den toevoer en bevordering van de vrijwillige dienstver- lating. Ook verwar re men niet middel en doel. Inkrimping van het beroepskader is ?en der middelen van het nieuwe stelsel. Toepassing van dat middel bij het be staande stelsel is op zichzelf waardeloos en schadelijk, omdat zij alleen maar de nadoelen van het bestaande stelsel ver groot. Zelfs voor het beroepspersoneel ver dient stelselverandering op den duur nog de voorkeur boven geknabbel aan bet be staande Stelsel. Want de groote voor- deelen van de stelselverandering maken het, veel beter mogelijk om naar billijk heid m,et particuliere belangen rekening te houden, dan uitvoerbaar kan zijn bij de onvermijdelijke desorganiseerende knab- belpolitiek, die militaire en particuliere belangen gelijkelijk in de verdrukking brengt. Bovendien zal na die stelselverandering de taak en levenspositie van 'het over blijvende kleine beroepskader beter kun nen zijn, dan die voor het millioenen ver slindende beroepskorps van de tegen woordige sterkte mogelijk is. Zoo gezien is er voor sterken tegen stand door het beroepskader minder reden. Vooral wanneer het kader tot het inzicht komt, dat bet werkzaam stellen van het verlofskader bij de opleiding van de dienst plichtigen onvermijdelijk en noodig is. Uit het vorenstaande moge blijken, dat de encadreering van het leger over de geheele lijn in hooge mate onbevredi gend is; en tevens, dat verbetering zeer wel bereikt kan worden. Uitzicht op die verbetering is door bet legerbestuur tot dusver evenmin geopend als- twee jaar geleden. Met belangstelling zien wij daarom uit naar het komende ontwerp-oorlogsbegroo- ting voor 1927. Wellicht vinden wij daar een weg gewezen, die tot verbetering h' den kan. Na de verschijning van het begroeting' ontwerp komen wij daarom op deze aan gelegenheid terug.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 6