SobovI Mietws.
Dit de Pers.
ring toestemming te krijgen. Dertig jaar
lang was de toestemming voor een ex
peditie in dit gebied geweigerd en spr.
zelf kreeg ook drie maal een weigering.
Voor die weigering zijn verschillende re
denen: er is heel weinig voedsel in die
gebieden, zoodat men er daar zuinig mee
is; er zijn maar moeilijk genoeg dragers
(koelies) te krijgen deze gaan niet
voor hun plezier mee en moeten dus
worden gedwongen en ook waren er
politieke redenen, aangezien de Engelsche
regeering bang is, voor moeilijkheden met
de volksstammen aldaar. Toen Spr- ech
ter persoonlijk zijn belangen bij de Britsch-
Indische regeering en bij den onderkoning
had bepleit, kreeg hij de verlangde toe
stemming.
Hern is toen op de meest loyale wijze
hulp verleend. Engelsche officieren zorg
den voor voeds&ldepots. Hij kreeg plm.
90 koelies tot zijn beschikking, zoodat
de geheele expeditie uit plm. 100 man
bestond. Va.n di-ei koelies hangt voor een
groot deel het welslagen van den tocht
af. En Spr- heeft met hen ook wel eenige
moeite gehad. Ze moesten hard werken,
'enorme gevaren trotseeren, terwijl ze van
het doel van den tocht niets begrepen.
Een enkele maal moest krachtig tegen
desertie opgetreden worden. Maar ten
slotte hebben ze hun plicht gedaan.
En wat van den tocht zelf tei zeggen,
dien spr. in vogelvlucht heeft geschetst?
Onbeschrijfelijk waren de gevaren, waar
aan de expeditie bloot stond. Wij noemen
slechts: sneeuwstormen, lawines, vooral
steenlawines, waarvan dhr Visser zelfs
photo's liet zien, gebrek aan eten en
drinken, dat ook een enkele maal
dreigde, klimpartijen langs rotsen, en
door kloven, om van te ijzen, gevaar van
verdrinken, enz.
Neen, een tocht door gebieden, waar
waarschijnlijk tevoren nooit een mensch
is geweest,laat zich niet beschrijven en
zij die gisteravond in de zaal waren
en de indrukwekkende photo's bewonderd
hebben, hebben er iets, maar toch nog
maar weinig, van gezien. Wie kan schet
sen het beklimmen van bergtoppen, die
zich 5000 a 6000 M. boven dei omgeving
verheffen, het overtrekken van glet
sjers van 60 K.M- lang (de grootste glet
sjer in Zwitserland is 16 K.M- lang), het
22 keer in 3 dagen doorwaden van een
snelstroomende rivier, het overtrekken
van een dergelijke rivier a;an een jouw
dat nog vol knoopen zat?
Ook teleurstelling is den heer Visser
en zijn gezelschap niet gespaard geble
ven. Zoo nu en dan kon men niet verder,
vanwege de felle koude of de onmoge
lijkheid om een berg over te trekken.
Bijzonder lastig is ook het temperatuurver
schil. Staat men in de zon, dan is het on
houdbaar heet en gaat men manr even
achter een rotsblok staan, dan bevriest het
water in da veldflesch.
Toch, ondanks alle tegenslag en ont
bering, zijn schitterende resultaten be
reikt. Een reusachtig, nog geheel onbekend
gebied is in kaart gebracht. Tal van we
tenschappelijke ontdekkingen zijn gedaan.
Meer dan 1000 photo's zijn genomen
en ter plaatse ontwikkeld en afgedrukt.
Woest, maar ,ook onuitsprekelijk mooi is
er de natuur. Een diepen indruk maakt
b.v. de ongekende eenzaamheid, in deze
onbewoond© streken.
Wij kunnen ons dan ook niet voor
stellen, dat een mensch, zelfs al is hij
niet hij Gods Woord opgevoed, hier niet
in aanbidding zou neerknielen en het zou
uitroepen: „Hoe groot zijn, Heer, 11$
werken 1" Daarom en dit is onze eenige
aanmerking betreuren wij het, dat de
zoo sympathieke spreker, hierop zelfs met
geen enkel woord doelde.
Het talrijke publiek bracht den heer
Visser jammer, dat zijn vrouw niet
aanwezig was, want hetgeen mevr. Visser
heeft mee- en doorgemaakt, tart elke be
schrijving een hartelijke, langdurige
ovatie.
De Burgemeester, de heer Hajenius;
bracht den heer Visser dank, dat hij
zijn belangwekkende lezing ook in Goes
heeft willen houden, met welke dank
betuiging ook weer door het publiek met
een krachtig applaus instemming werd
betuigd
Hoedekenskerke. In de Woensdag ge
houden. spoedeischende vergadering van
ingelanden van het waterschap Hoede
kenskerke waren 16 ingelanden vertegen
woordigd uitbrengende '20 stemmen.
In behandeling kwam een schrijven van
Geel. Staten om den zeedijk die thans 3.06
M. tot 33.5 M. boven hoog water is,
te brengen, tot 3.50 M. boven hoog water,
om zoodoende wederom den toestand te
krijgen die als zoodanig in 1907 bestond
Het bestuur stelde voor niet alleen aan
dit verzoek te voldoen, doch de verhoo
ging en wel in gewapend beton te doen
uitvoeren tot op 3.75 M. hoven hoog water
om al zoo in een reeks van jaren van
verdere verhooging ontslagen te zijn: dit
werd aanvaard.
De kosten werden geraamd op f30.478
Mede werd op voorstel van het bestuur
zonder discussie of hoofdelijke stemming
besloten vier duikers in den polder water-
keerend te maken, de kosten daarvan wor
den geraamd op f 279.99. In beginsel werd
mede op voorstel van het bestuur "be
sloten om in 1927 over te gaan tot het
maken van een nieuwe zeesluis, waarvan
de kosten werden geraamd pp f 4000.
-Jen einde al deze uitgaven te kunnen
doen zal in 1927 een geldleening moeten
worden aangegaan van ongeveer f32000.
St. Maartensdijk. Bij het graven in een
woonhuis aan de Markt alhier zijn 12
^ilveren munten gevonden, dragende de
jaartallen 1630, 1706, 1719, 1720, 1737
en 1760. De munten zijn iets grooter dan
een gulden.
Schore. Woensdagavond vergaderde de
Raad. Afwezig dhrn. Rijn en dei Vrieze
zonder kennisgeving en dhr Zoeteweij met
kennisgeving.
Ingekomen is een schrijven van dhr
v. Sparrentak, houdende mededeeling dat
hij ontslag neemt als lid van den raad
wegens vertrek naar de gemeente Kapelle.
De gemeentebegrooting dienst 1927
wordt zonder hoofdelijke stemming vast
gesteld met een totaalcijfer voor den ge
wonen dienst van f 28020.68V2 voor in
komsten en uitgaven. (PI- Ink. Bel. f 7400.)
Do gemeentebegrooting dienst 1926 wordt
gewijzigd tengevolge waarvan de inkom
sten van den gewonen dienst worden
verhoogd met f400, 'de uitgaven van den
gewonen dienst verhoogd met f671.94
en verlaagd met f 271-94 en de inkomsten
'en uitgaven van den kapitaal-dienst ver
hoogd met f230. Zonder hoofdelijke stem
ming wordt besloten tot "aankoop van
ruim 142 ton macadami van dhr P. J.
van Maaren te Hansweert voor een prijs
van 1'4.50 per t'on franco op den wal
aan de Schoreibrug. Dei voorzitter deelt'
mede, dat liet Duitsche macadam is van
de maat welke door van Maaren reeds
op de losplaats is gedeponeerd en welke
hij thans vlug moet verkoopen met het
joog op de a.s- bietencampagne.
Hierop wordt besloten ooi met het ge
meentebestuur van Kapelle een regeling
te treffen voor het vervoer van lijken
van het sterfhuis naar de begraafplaats.
De kosten zullen bedragen f 16 per keer
dat van de lijkkoets gebruik zal worden
gemaakt
Bij de rondvraag; deelt de voorzitter
mede, dat de op heden gehouden verkoop
van afbraak f 103.05 heeft opgebracht-
Dhr Kafelse wijst op de bocht in den
weg bij het schoolplein. Spr -zegt, dat
daar een vangputje ligt en dat tussehen de
straat en dat putje een diepe goot is
gespoeld 'door liet van de straat komende
water. Hij zag dit gaarne verbeterd, daar
een en ander niet zonder gevaar is voor
het verkeer. De voorzitter zegt, dat hij
hieraan zijn aandacht zal scheuken.
Tenslotte' richt de voorzitter enkele
woorden tot het scheidende raadslid van
Sparrentak. De voorzitter zegt dat het
'hem een behoefte is om hier uit te
spreken dat het hem zeer spijt dat dhr
v. Sparrentak vertrekt- Spr. heeft dhr
v. S. loeren kennen als een goed raads,-
lid, die de belangen van de gemeente
en haar ambtenaren op de juiste wijze
wist te behartigen. Zeer zeker liepen de
meieiningen in de raadszaal wel eens uit
een, doch men heeft steeds personen van
zaken weten te onderscheiden, zooda.t de
verstandhouding goed was en bleef. Spr-
hoopt dat liet hem en de zijnen in zijn.
nieuwe woonplaats goed mag gaan.
Dhr v. Sparrentak zegt den voorzitter
dank voor deizei woorden. Ook hij meent
dat de geest in de raadszaal was zoo
als deze behoort te zijn. Zeer zeker is een
en ander niet zonder gevolgen gebleven,
daar vroeger, toen die geest zoo heel an-
ders was, de gemeentebelangen wel eens
in het gedrang kwamen. De tegenwoor
dige Raad begon dan ook hier zijn werk
met, een rekening waarop een tekort van
ongeveer f1800 en thans zijn we zoover
gevorderd dat niet lagere belastingen de
dienst 1925 sloot met een goed slot van
ruim f 3300. Spr- zegt verder dat de om
gang tussehen de raadsleden onderling
zeer hartelijk was en hij hoopt dat het
zoo mag blijven en dat d.e gemeente zich
steeds meer zal ontwikkelen in demo
cratische richting. Hierna sluiting-
De welwillende ambte
naar. Het geschiedde aan een hulppost
kantoor in buurt IJ IJ. De man had een
telegrafischen postwi&sel ontvangen. Het
bedrag was niet groot. Twintig gulden. Hij
stond aan het loket en de vrouwelijke be
ambte vroeg:
„Heeft u een „postidentiteitskaart?"
„Nee juffrouw."
„Heeft u een abonnement op de spoor
wegen?"
„Nee juffrouw."
„Is u geen lid van den Algemeenen Ne-
derlandschen Wielrijdersbond?"
„Nee juffrouw. Ik fiets niet."
„Hebt u geen foto bij u, waar uw hand-
teekening op voorkomt?"
„Helaas, néé juffrouw. Het is twintig
jaar geleden, dat mijn laatste portret ge
maakt is."
Deze laatste zinsnede deed de postbe
ambte resoluut besluiten:
„Dan kan ik het u niet uitbetalen."
„Maar juffrouw, als ik nog even uw
aandacht mag vragen: Ik heb drie aan mij
geadresseerde brieven bij me, waarvan één
onderteekend is door(volgde de naam
van een bekend Nederlander).
„Dat is niet voldoende."
„Ik heb twee kwitanties bij me, die op
mijn naam staan."
„Néé, dat stelt uw identiteit niet vast:
Ik kan het u niet uitbetalen."
„Maar juffrouw, hoe kom ik dan aan
het geld?" vroeg de man wanhopig. „Er is
eenige haast bij."
De man meende een gelukkigen inval te
hebben.
„Is een geboorte-acte een bewijs-stuk?"
„Nee/' weersprak de juffrouw. „Ik kan
het u niet uitbetalen. Ik zal den chef even
roepen."
De chef kwam. Een weinig kribbig. Het
liep tegen vijf uur. Tijd van vertrek. Boog
het hoofd door ft loket, sprak kwaad:
„U kunt toch lezen! Maar ik zal het u
even voorlezen." Volgde het geheele relaas
van de postidentiteitskaart af tot de foto
toe. En het slot:
„Ook kan worden uitbetaald als de hou
der ten kantor» van uitbetaling bekend is
of zijn identiteit voldoende doet vaststel
len door twee ten kantore bekende perso
nen als getuigen of een familiepas toont
waarop zijn fotografische afbeelding voor
komt."
„En dat hebt u niet."
„Nee, mijnheer."
„Daar heb je 't. Kan u niet worden uit
betaald."
De bezitter van den telegrafischen post
wissel werd wit en rood tegelijk. Hij viel
uit:
„Maar mijnheer, dat is tóchdrie brie
ven op naam, twee kwitanties op naam;
.ik wil u m'n geboorte-acte laten zien.
ik wil met m'n trouwboekje komen. Gaat
dat dan niet vóór het lidmaatschap van
den A. N. W. B.?"
„Nee mijnheer. Maar ik zal een uitzon
dering voor u maken. Als u gauw komt
met uw trouwboekje, maar denkt u er
om, het loopt tegen vijf uur, dan is het
een welwillendheid van mijn kant, dat het
u wordt uitbetaald. Een welwillendheid!"
„Natuurlijk. Mijnheer, ik ren naar mijn
trouwboekje!"
„Maar denkt u er om, het is bij vijven!"
„Mijnheer, ik ren als een bezetene!"
Vijf minuten later vond het volgende te
lefonische gesprek plaats met den chef van
het hulpkantoor:
„Spreek ik met den chef?"
„Ja mijnheer."
„Mijnheer, ik ben zoo even hij u geweest
ter inning van een telegrafischen postwis
sel. Ik zou met mijn trouwboekje komen
als identiteitsbewijs. Dat wil zeggen, het is
wel geen identiteitsbewijs maar u is zoo
welwillend om het als zoodanig te beschou
wen. Nu slaat het op dit oogenhlik vijf uur
en het is uw tijd van vertrek.
„Ja mijnheer. U kunt het ook later ont
vangen. Twee man van het personeel hier
hebben u gezien en zullen uw identiteit als
getuigen vaststellen
„O, wat een geluk, mijnheer! Wat een
uitkomst/'
„Denkt u er aan uw trouwboekje mee te
nemen?"
„Mijnheer, ik heb het al in mijn hand/"'
„Maar denkt u er om, het is een uitzon
dering. een welwillendheid.
„Mijnheer,, n is een buitengewoon wel
willend ambtenaar. Ik dank u."
Weer even later stond de man met zijn
trouwboekje vóór het loket. En twee man
van het personeel stonden als getuigen te
knikken. Toen werden hem twintig blanke
guldens voorgeteld. Men noemt dat soms
„hard" geld. (Handelsblad.)
'Het gebeurde te Assen. In
nadere mededeelingen- va nmilitaire zijde
aan de Asser Courant, worvlt gezegd, dat
de oefeningen niet zwaar waren, maar het
werd 's middags ondraaglijk warm.
Voorts dat als de aanleidende oorzaak
van het gebeurde van militaire zijde niet
de vermoeiende oefeningen worden aange
nomen. Van het 9e R. 1. schijnen eenige
mannen in de cantine te zijn gekomen,
nadat, zij in de stad waren geweest en
da ar sterke dr ank hadden gebruikt. In de
cantine zouden zij, niet heelemaal nuchter
meer, veel bier gedronken en tot het
rumoer aanleiding hebben gegeven, waar
bij zij spoedig aanhang vonden onder de
daar aanwezige militairen.
Het onderzoek in deze zaak, dat door
den garnizoenscommandant kolonel' E. J.
van Bel persoonlijk wordt geleid, is nog
in vollen gang. Woensdagmorgen is de
luit.-generaal Muller Massis, commandant
van het veldleger, die groote oefeningen
nabij Amersfoort had, te Assen aange
komen. Naar men. voorts nog aan de
Asser Courant mededeelde, (maar het blad
heeft er geen bevestiging van kunnenj
krijgen) is bet schieten der wachtmen-
schen Maandagavond niet zonder slaig of
stoot gegaan, maai' heeft zich daarbij nog
het volgende afgespeeld. Den comman
dant van de wacht van het 9e was door
een luitenant bevolen patronen uit te rei
ken, hetgeen hij weigeide, terwijl de man
schappen weigelden patronen in ontvangst
te nemen. Dientengevolge zijn zij gestraft
met 14 dagen zwaar arrest en 14 dagen
nadienen, terwijl zij te zijner tijd voor
dienstweigering voor den krijgsraad zul
len moeten verschijnen.
Wij lezen nog in „De Nederlander": Ook
nu is weer gebleken het absolute gemis
aan tact en paedagogische scholing bij
verreweg liet grootste gedeelte der mili
taire hevelvoering. Men. zou mogen vra
gen: Zal men daar nu eens nooit wijzer
worden? Zal men daar nu nooit eens
zooveel zelfstandigheid krijgen en ver
lost worden van „meerderenvrees", dat
men op zeker oogenhlik een oefening die
te zwaar blijkt, durft af te lasten?
Maar dat is nog niet eens het ergste.
Veel erger is bet gemis aan tact. Reeds om
vijf uur des avonds was er bevel uitge
gaan van den Geneeskundigen dienst om
den volgenden dag lichte oefeningen te
houden. Toch was daar den militairen
niets van bekend gemaakt, zoodat die in
de veronderstelling leefden, dat het den
volgenden dag weer hetzelfde zou zijn.
Waarom dat die menschen onder etenstijd
niet meegedeeld? Tien tegen een, dat deze
onverkwikkelijke geschiedenis niet was
voorgekomen.
Opium in beslag genomen.
De douane, te Singapore heeft een groote
partij opium tér waarde van 80.000 dollars
in beslag genomen. Zij was verstopt in de
kolenbergplaats van een stoomschip.
Een expres-trein voor een
o n g e 1 u k b e h o e d. De expres-trein van
Londen naar Glasgow, die Dinsdagavond
om half tien van het Euston-station ver
trokken is, is den volgenden ochtend vroeg
aan een groot gevaar ontsnapt. Zij werd
door twee locomotieven getrokken en reed
kort voor het station van Carlisle door on
veilige seinen heen. Dientengevolge liep zij
op een lichte rangeer-locomotief die op de
lijn was. Maar de conduceur Griffith had
de botsing zien aankomen. Dank zij zijn
tegenwoordigheid van geest'had de expres-
trein zijn vaart al geminderd, doordat
Griffiths de handrem van den bagagewa
gen aangezet had. He twee locomotieven
die op elkaar liepen, derailleerden toch
nog en ook een goederenwagen. In de
slaapwagens werden de reizigers plotse-
ling wakker geschud en van hun bed ge
slingerd, maar slechts een man klaagde
over pijn. Griffiths, de wakkere conduc
teur, is onder het spoorwegpersoneel zeer
bekend als de beambte die altijd met de
koninklijke treinen meereist. Erger liep
een ongeluk bij Hucknall (Notts) af. Daar
werden zes werklieden op den spoorweg in
een dikken mist door een trein overreden.
Vijf van hen werden op slag gedood, de
zesde slechts licht gewond.
Huwelijken op zee verbo-
d e n. De kapiteins van de groote Ameri-
kaansche passagiersbooten hebben op
dracht gekregen op zee geen huwelijken
meer in te zegenen. Tot dusver waren zij
daartoe gemachtigd en herhaaldelijk heb
ben lieden van zekere vermaardheid daar
gebruik van gemaakt om de drukte, die een
huwelijk in hun woonplaats met zich zou
brengen, te ontloopen. De reden van het
verbod is, dat er in de Ver. Staten geen
algemeene huwelijkswetgeving bestaat,
doch dat elke staat er zijn eigen wetten op
na houdt. Een huwelijk aan boord van een
schip gesloten naar de wetgeving van een
bepaalden staat zou onwettig kunnen zijn
in een anderen staat. In Amerika zelf wor
den natuurlijk in den eenen staal de huwe
lijken uit een anderen staat erkend, doch
de Amevikaansche schepen zijn eigendom
van de Unie en hehooren niet tot een be
paalden staat. Om moeilijkheden te ont
gaan is nu het verbod uitgevaardigd.
Do orang-oetang als spoor
wegambtenaar. Een groote aap is
Woensdag een minuut of twintig heer en
moester geweest in het dienstlokaal van liet
viaductstation Crystal Palace van den Zuider
spoorweg te Londen. De verschrikte reizigers,
die het loket genaderd waren, werden munten
en kaartjes om de ooren gegooid, terwijl de
andere stations af en toe onontcijferbare tele
grammen ontvingen als de aap met de tele-
graafsLeutel speelde. De boosdoener, een twee
jarige orang-oetang, was per trein aan het
station gearriveerd in een kooi, die ge
adresseerd was aan een menagerie in het
Kristallen Paleis. Zij het. was een wijfje
vond het in haar koo-i te vervelend, wist
te ontsnappen- en wandelde liet, kantoor bin
nen, waar zij de kaartjesvwkooper van zijn
plaats rukte en heel wat verwarring stichtte:
Het glimmende koper van de telegraaftafel- trok
haar vooral aan. Zij draaide eens hier en
daar aan en gromde van pret toen zij den
sleutel te pakken kreeg en merkte, dat daar
mee een klinkend geluid gemaakt kon worden.
Toen haar dat verveelde knabbelde- zij eens
op 'n rose kaartje, maar dat scheen haar
niet le bevallen, de groene kaartjes bleken
meer in haar smaak te vallen. Drie heeft
zij er geconsumeerd en van vele anderen
zijn heele stukken afgeknaagd.
Eerst na twintig minuten de reizigers
hadden zicli zonder kaartje moeten redden
kwamen een paar oppassers van de me
nagerie een eind aan het spellelje maken. De
jongedame trachtte nog door een bovenraam
te ontkomen en beet een haren vervolgers
in de hand, maar ten slotte werd zij tocli
overmeesterd en- weer in haar kooi gestopt.
Inbrekers gearresteerd. Door
een ruit in. te drukken in de jongensschool
wisten te Breukelen inbrekers 'n trap te be
machtigen, waarmede zij in het R. K. kerk
gebouw. konden geraken na uitbreking van
een raam van. glas-in-lood. Vanuit liet kerk.
portaal hebben zij vervolgens gepoogd in do
kerk te komen, doch bij him pogingen om
de deur f.6 foroeeren, z(jn z(f gestoord en
gingen er van door. De politie arresteerde
de daders later, toen zij rustig in een hooi
berg lagen te slapen. Te Woerden is aan
gehouden een persoon, die in combinatie met
anderen onlangs in Nieuwerbrug in de Geref.
Kerk inbrak. Men vond een volledig stel
inbrekerswerktuigen op hem. Rij bekende.
De typhus te Hannover. Het
aantal ziektegevallen te Hannover is sinds
gisteravond .slechts met één vermeerderd (1730)
maar in de ziekenhuizen, zijn niet minder dan
11 patiënten ovirleden, zoodat het aantal, doo-
den de honderd overschreden heeft (104).
De encadreering van het leger. Het ver
lofskader in de instructie.
De Standaard (Colijn) publiceerde een
tweetal artikelen over de encadreering van
het leger, waarin ter inleiding geconsta
teerd wordt, dat de militaire wagen in
de klei zit: encadreering en legeruitrus-
tinigj de hoofdelementen, zijn onvoldoen
de. Slechts een radicale: omwerking kan
verbetering brengen. In de eerste en voor
naamste plaats wat de encadreering be
treft. Die encadreering echter door veriofs-
personteel is en blijft onvoldoende, zoo
wel in aantal als in gehalte. Schr. gaat de
bevindingen ter. zake na van de legercom-
missie en. de commissie-Wittert en schrijft
dan o.m.
Over de duurte van het stelsel leveren
de rapporten geen rechtstreekscho beves
tiging natuurlijk gevolg van de omstan
digheid, dat zij alleen de kosten van het
verlofskader ter sprake brengen, terwijl
de duurte juist in het beroepskader zit.
Over de qualiteit van het stelsel laat
echteT de bevestiging van het oordeel)
dat. wij twee jaar geleden hier hebben
geuit, niet te wenschen al wordt het
uitteraard niet met zooveel woorden ge
zegd.
De encadreering is ontoereikend in aan
tal en wat het verlofskader 'betreft,
ook in gehalte.
Dit is de conclusie, die uit beide rap
porten te trekken valt.
Vervolgens wordt geconstateerd, dat er
volgens beide commissies een bedenkelijke
achterstand is in de aanvulling zoowel
wat verlofsofficieren al? -onderofficieren
betreft, terwijl ook in de bezetting der
commandoposten in het gemobiliseerde
leger onder het huidige stelsel geen ver-
verbetering is te bespeuren. Hoe deze
bedenkelijke verschijnselen te verklaren?
„Vooreerst uit de omstandigheden, dat
het normaal in een lichting voorkomende
aantal intellectneelen, gelijk wij voor twee
jaar betoogden^ te klein of althans te
ongelijk over het land verdeeld is, om
in de behoefte te voorzien.
„Beide commission bepleiten dan ook
bevordering v.an de vrijwillige aanmel
ding, en, als deze geen voldoende resul
taat geeft, afzonderlijke loting onder de
diplomabouders, met aanwijzing naar be
hoefte.
„Tot precies dezelfde conclusie kwamen
wij feeds in 1924 en de toen gehoorde
verdediging, dat de bestaande wetten
reeds voldoende in de behoefte aan kader
voorzagen, wordt thans door de feiten
weerlegd."
Het gehalte, vooral van de verlofsonder-
officieren („slechts verkleede soldaten")
is onvoldoende, ten gevolge van onvol
doende voorbereiding.
Aangaande de aanwijzigingen, gegeven
door beide genoemde commissies, schrijft
de „Standaard" o.a.
Het verdient al dadelijk de aandacht,
dat ondanks de groote verdienste van de
voorstellen der beide commissiën, daar
tegen één overwegend bezwaar bestaat
nog afgescheiden van het feit, dat aan
hare eiscben in geen geval voldaan zou
kunnen worden, wijl tegenover den daar
toe noodigen vermeerderden druk geen
vermindering elders staat.
Dat overwegend bezwaar is, dat door de
uitvoering barer voorstellen toch niet de
praktische geschiktheid van het verlofs
kader verkregen kan worden.
In een volgend artikel wordt verklaard
h-oe volgens de meening van den sclir.
dan yvèl voldoende verbetering te be
reiken is.
N.l. door de leer over boord te gooien
dat het beroepskader instructie behoort
te geven, bet verlofskader moet aan
voeren, en te vervangen door het stelsel:
het verlofskader in de instructie. Oplei
ding der dienstplichtigen door het ver
lofskader is volgens schr. de oplossing
van het militaire vraagstuk, hetgeen tol
stand kan komen, zonder dat er één man
verlofskader meer wordt opgeroepen of
één dag langer dient dan thans noodig is.
Na weerlegging van geopperde bezwa
ren en. aanhaling van het rapport- "Wit
tert als bewijs, dat gunstige resultaten
daarmede te behalen zijn, besluit de schr
als volgt:
Meenen wij alzoo de geopperde bezwa
ren terug te kunnen wijzen, er is één
moeilijkheid! Een moeilijkheid, niet bij
het verlof ska ter, niet bij het parlement,
niet bij het volk! Een moeilijkheid, die
niet genoemd wordt, maar die reeds
voelbaar is, en dat steeds meer dreigt t«
worden. Die moeilijkheid is de natuurlijke,
eeuwen-oude tegenstelling tussehen vak
man en z.g. amateur; hier verscherpt, om
dat de amateur den vakman moet verdrin
gen en, ten einde dat te kunnen doen,
afhankelijk is van diens leiding en hulp.
Het zon onjuist Zijn, om die moeilijk
heid buiten rekening te laten.
Oordeelkundige voorbereiding moet haai
binnen redelijke afmetingen houden. Ook
daarom zal men "zooveel doenlijk moe
ten vermijden, bij die voorbereiding nieuwe
slachtoffers onder het beroepskader te
maken, en de vermindering van dat ka
der moeten trachten te verkrijgen, door
het gesloten houden van den toevoer en
bevordering van de vrijwillige dienstver-
lating.
Ook verwar re men niet middel en doel.
Inkrimping van het beroepskader is ?en
der middelen van het nieuwe stelsel.
Toepassing van dat middel bij het be
staande stelsel is op zichzelf waardeloos
en schadelijk, omdat zij alleen maar de
nadoelen van het bestaande stelsel ver
groot.
Zelfs voor het beroepspersoneel ver
dient stelselverandering op den duur nog
de voorkeur boven geknabbel aan bet
be staande Stelsel. Want de groote voor-
deelen van de stelselverandering maken
het, veel beter mogelijk om naar billijk
heid m,et particuliere belangen rekening
te houden, dan uitvoerbaar kan zijn bij de
onvermijdelijke desorganiseerende knab-
belpolitiek, die militaire en particuliere
belangen gelijkelijk in de verdrukking
brengt.
Bovendien zal na die stelselverandering
de taak en levenspositie van 'het over
blijvende kleine beroepskader beter kun
nen zijn, dan die voor het millioenen ver
slindende beroepskorps van de tegen
woordige sterkte mogelijk is.
Zoo gezien is er voor sterken tegen
stand door het beroepskader minder reden.
Vooral wanneer het kader tot het inzicht
komt, dat bet werkzaam stellen van het
verlofskader bij de opleiding van de dienst
plichtigen onvermijdelijk en noodig is.
Uit het vorenstaande moge blijken, dat
de encadreering van het leger over de
geheele lijn in hooge mate onbevredi
gend is; en tevens, dat verbetering zeer
wel bereikt kan worden.
Uitzicht op die verbetering is door bet
legerbestuur tot dusver evenmin geopend
als- twee jaar geleden.
Met belangstelling zien wij daarom uit
naar het komende ontwerp-oorlogsbegroo-
ting voor 1927. Wellicht vinden wij daar
een weg gewezen, die tot verbetering h'
den kan.
Na de verschijning van het begroeting'
ontwerp komen wij daarom op deze aan
gelegenheid terug.