feMszate. LaBd-laT TaiBfeonw. Gemengd Nieuws. Allerlei. post verhooging jaarwedde van den veld wachter, ingevolge een circulaire van den Commissaris der Koningin, zegt de voor zitter, dat B. en W. voorstellen hem een gratificatie te geven van f 50. Dhr de Vis ser is overtuigd, dat de veldwachter meer werk heeft dan menig veldwachter op an dere plaatsen; daarom is spr. voor het voorstel van B. en W. Dhr Adriaanse zou de gratificatie willen verhoogen tot f 100, henevens f 20 voor rijwielonderhoud. Dhr Stroo vraagt: waarom moet de veldwach ter toch zoo'n groot tractement hebben? Is de dienst dan zooveel zwaarder dan vroeger en bovendien zijn er zooveel men- schen die van veel minder inkomen moe ten leven. De voorzitter antwoordt, dat niet alleen in den zomer, maar ook in den win ter er veel surveillance is met het oog op de dan leegstaande gehouwen. Bovendien had de vroegere veldwachter f 150 vergoe ding voor kleeding en ook nog andere emo lumenten, en nu kleeden wij den veldwach ter zelf. Dit kost nog geen f 100, terwijl hij er niets bijverdient. Spr. stelt voor, zijn jaarwedde met f 100 te verhoogen. Dit voorstel wordt in stemming gebracht en met 4 tegen 3 stemmen aangenomen. De post brandbluschmiddelen wordt op voor stel van den heer de Visser met f 20 ver minderd. De begrooting wordt vastgesteld met een eindcijfer aan inkomsten en uit gaven van f 11.006,20 met een post van f 5300 aan inkomstenbelasting en een post voor onvoorzien van f 609,82 34Een voor stel van den voorzitter om een geldleening aan te gaan van f 1000 in den kapitaal- dienst voor verharding van den Molenweg in de kom der gem&ente, wordt goedge keurd. Vervolgens deelt de voorzitter mede, dat door de gemeenten Westkapelle, Zoutelan- de, Biggekerke en Koudekerke aan de Pro vinciale Staten een verzoek is gedaan be treffende wegsverbetering; dat hiervoor twee plannen zijn opgegeven: den ouden weg te verbeteren of een nieuwen weg aan te leggen van Vlissingen tot Westkapelle door de duinen. Aangezien 'n kostenbere kening moet worden overgelegd, zou deze gemeente hiervoor f 50 moeten bijdragen. Nadat deze zaak voldoende was besproken wordt met 6 tegen 1 stem besloten hiervoor f 50 beschikbaar te stellen. Verder brengt de voorzitter rapport uit omtrent het plaatsen van een zinkput in de Smitsstraat en deelt mede, dat B. en W. voorstellen geen zinkputten aan te bren gen, maar de zaak te laten zooals ze is. Dhr Adriaanse blijft bij zijn meening en zou graag zien dat ook de menschen die aan deze straat wonen, van den vuilen boel werden afgeholpen. Dhr Koppejan zegt: het is al knoeiwerk; een gelieele rioleering zou afdoende zijn. Dhr de Visser stemt dit wel toe, maar dat zou te veel kosten. Spr. stelt voor, om een zinkput aan te brengen. Het voorstel-Adriaanse om twee zinkput ten te plaatsen wordt verworpen met 5 tegen 2 stemmen; het voorstel-de Visser wordt aangenomen met 5 tegen 2 stemmen. Bij de rondvraag wensc'ht dhr de Visser nog even te spreken over den toren, nu deze zoo ver klaar is. Spr. zou willen vra gen of er mogelijkheid bestaat, om daarop 2 wijzers aan te brengen, waarvan de kos ten volgens de meening van den voorzitter f 30 zullen bedragen. Dhr Stroo zegt: als de kosten niet hooger zijn ben ik er voor. Dhr Koppejan zegt het radicaler te vinden als er twee wijzerborden komen, maar kunnen wij niet wachten tot een volgend jaar? Dhr de Visser zegt: de stellingen staan er nu toch. De voorzitter zegt, dat de kosten der restauratie niet tegenvallen. Wij komen wel met de begrooting toe. Het voorstel-de Visser om twee wijzers aan te brengen wordt aangenomen met 5 tegen 2 stemmen. Dhr Stroo brengt in 't midden dat de hoek hij de herberg van Gabriëlse wegens het drukke autoverkeer gevaar op levert. Kan daar geen verkeersspiegel wor den geplaatst? De voorzitter stelt voor om het ronde galmgat aan de oostzijde van den toren langwerpig te maken. Dhr Kop pejan is daar tegen. Het zal den klank van 'het luiden tegenhouden. Het voorstel van den voorzitter wordt aangenomen met 6 tegen 1 stem. Dhr de Visser brengt de schade, door de duiven aangericht, ter sprake. De voorzitter stelt voor, om in spectie te houden wie er duiven houdt en den eigenaars te vragen, hun duiven op te sluiten. Dit wordt goedgevonden. Daar na sluiting door den voorzitter met dank zegging. Poortvliet. Zaterdag jj. hield de aid. Poortvliet van den bijz. vrijwilligen land storm haar plaatselijk© schietwedstrijd, max. 100 punten. Eerste prijs Joh. v. d. Hoven 91 p., 2e pr- Henn. Uijl Hz. 89 p., 3e pT. G. D. Krijger 89 p-, 4e pr. dom. Dekker 89 p., 5e pr. Leen Kurvirik 87 p., 6« pr. II A. Niemandsverdriet 84 p., 7e pr. Abr. Buijs 83 p. Doodslag te Enschedé. Voor de Almelosche rechtbank heeft terecht gestaan J. S., 46 jaar, fabrieksarbeider te Enschedé, gan wien ten laste gelegd werd, dat hij te Enschedé in den nacht van 12 op 13 Juni, terwijl hij zich in de slaapkamer van zijn woning bevond, uil een raam met een revolver naar eenige voor dat raam staande personen heeft ge schoten, waardoor D. J. Langkamp doo- delijk werd getroffen. Verdachte zeide, dat hij reeds gedurende een langen tijd door jjjn huisbaas, van wien hij eenige kamers van diens huis gehuurd had, werd lastig gevallen en bedreigd. Ook eenige andere Krimbewoners hadden hem meer malen gedreigd, hem aan stukken te zul len snijden. Toen hij in den bewusten nacht in bed lag, hoorde iiij buiten fluis teren en aan het raam morrelen; Jjij meende aan de stem van een der daar staande personen zijn grootsten vijand Jacob van Belsum, te herkennen. Om de late bezoekers schrik aan te jagen, had hij toen met een revolver, die hij, hoe wel hij daartoe geen toestemming had, den Iaatsten tijd steeds hij zich droeg, uit het raam geschoten. Onmiddellijk daar op hoorde hij een gil. Hij is toen in zijn kamer gebleven, tot de politie hem kwam halen. Het O.M. eischte wegens doodslag 2!/2 jaar gevangenisstraf. (Het directoraat-generaal van den landoouw. Door het overlijden van den heer Dr P. van Hoek is het ambt van raad-adviseur hij liet Departement van Binnenlandsche Zaken en Landbouw komen te vervallen. Gelijk reeds bij verschillende gelegen heden is medegedeeld, is het denkbeeld overwogen om ,eetn vaste commissie van advies in landbouwzaken in te stellen. Intusschen hebben de daaromtrent ge raadpleegde organisaties niet voldoende aangemoedigd 'dit denkbeeld te verwezen lijken. Zelfs heeft een der grootste organi saties hare medewerking tot de samen stelling van een dergelijke commissie ge weigerd. Onder deze omstandigheden moet, zoo zegt de Minister in zijn toelichting op de begrooting worden, voortgegaan langs de reeds getrokken lijn en telkens als zich belangrijke zaken voordoen, monde ling oï schriftelijk overlegd met de des kundige organisaties, in de eerste plaats natuurlijk met de groote landbouw-organi- saties, en, zoo noodig, belanghebbenden, worden gepleegd: Dit systeem werkt voortreffelijk en de aanvankelijke meening dat herstel van het directoraat-generaal van den land bouw onnoodig is, is dan ook versterkt, zoodra echter behoefte wordt gevoeld, aan dergelijken bijstand, zal niet wor den verzuimd de noodige gelden aan te vragen, terwijl uit den aard der zaak een nieuwe minister dosgewenscht aan stonds daartoe zal kunnen overgaan. Lagere landbouwscholen. In verband met het door de commissie van advies inzake het lager land- en tuinbouw-onderwijs uitgebrachte gunstig advies over de tot dusver verkregen re sultaten, met de bij wijze van proef in verschillende deelen van ons land ge stichte lagere landbouwscholen, wordt voor 1927 een bedrag van f 50.000 aan gevraagd, teneinde tot uitbreiding van het aantal dezer scholen met een tiental op nader te bepalen plaatsen te kunnen over gaan. Bijzondere land- en tuinbouwcursussen. Voor 1927 wordt meer aangevraagd f 3300 voor bet mede doen houden van bijzondere cursussen over speciale onder werpen op ligt gebied van. den land- en tuinbouw, voor de verdere ontwikkeling van ambtenaren bij den dienst van land- tuin- of boschbouw, laad- en tuinbouw - onderwijzers en tuinbouwvakonderwijzers. In de laatste jaren zijn dergelijke cur sussen uifc overwegingen van bezuiniging niet meer gehouden. Het gemis hiervan wordt door de betrokkenen echter sterk gevoeld. Dient de overheid bijzondere maatregelen te treffesj om de suikerbietenverbouwers in Nederland te steunen? Gisteren hield het Kon. Nederl. Land- bouwcomité op verzoek van de Zeeuwsche Maatschappij van Landbouw een buiten gewone algemeene vergadering te Amster dam, waarin mr P. Dieleman, voorzitter van de Zeeuwsche Mij. van Landbouw, na mens den bond van Coöperatieve suikerfa brieken zou inleiden de vraag: Dient de overheid bijzondere maatregelen te treffen om de suikerbieten-verbouwers in Neder land te steunen? De voorzitter zeide, dat liet in te leiden onderwerp van alle kanten zou worden be keken; het ligt echter niet in de bedoeling, dat de vergadering thans reeds een con clusie zal stellen. Hierna verleende bij liet woord aan mr P. Dieleman. Deze zeide, dat de suiker industrie in Nederland en andere landen een bijzondere positie innam, een positie, welke onafhankelijk was van liet stelsel van handelspolitiek, overigens door den staat gevoerd. Daarom moet de kwestie worden behan deld, afgescheiden van het vraagstuk: vrij handel of protectie, en ook afgescheiden van maatregelen, te nemen voor andere onderdeelen van het landbouwbedrijf. Spreker gaf een historisch overzicht van den suikerhandel en de suikerindustrie, waarbij voornamelijk stil werd gestaan bij de opkomst en den groei van de bietsui kerindustrie. Van den beginne af werd, zoo zeide spr., de biatsuikercultuur op al lerlei wijzen door beschermende maatrege len geprotegeerd. De suikerbiet is de plaats gaan innemen van de meekrap, wejke tot verdwijning was gedoemd, en van de tar we, welke door overzeesche concurrentie in omvang van teelt afnam. Daardoor was het mogelijk, het land bouwbedrijf, vooral in de zeekleigebieden in het Zuidwesten van ons land, rendabel te doen blijven. Spreker kwam tot de volgende conclu sie: De beetwortelsuikenndustrie en de daar op gebaseerde suikerbietenteelt is een in tegreerend deel van onze volkswelvaart, waarbij millioenen guldens zoowel aan ka pitaal als aan loonen zijn betrokken. Haar vernietiging zou een zeer zware ramp voor ons land zijn, eveneens haar vermindering of niet bestendiging in dan huldigen om vang. Zij is in Nederland niet onnatuurlijk uitgegroeid. Door bescherming van over- heidswege is zij ontstaan en geworden wat zij was tot de Brussélsche conventie. Spe ciale maatregelen van bescherming waren voor haar ontwikkeling na de totstand koming en bij handhaving van de Brussel- sche conventie niet noodig. Zij is geheel op de hoogte van den tijd, wat den bieteiibouw betreft, in verhooging van opbrengst en gehalte, wat de industrie aangaat, in fa bricage en outilleering van de inrichtin gen. Zij loopt thans groot gevaar, alleen en uitsluitend door de bescherming, die het buitenland verleent aan de eigen suiker industrie, hetzij riet-, hetzij bietsuiker, ten onder te gaan of sterk te moeten inkrim pen. Dit zou een ramp voor den Neder- landschen landbouw en dies voor de volks welvaart zijn. Door het niet meer bestaan van de Brusselsche conventie of soortge lijke conventie is ieder land weer vrij, maatregelen ter bescherming te nemen, welke liet dienstig oordeelt. Doordat dit, behalve in Nederland, is geschied en in toenemende, mate zal ge schieden, is er groote ongelijkheid in de concurrentievoorwaarden ontstaan, en kan Nederland op de buitenlandsche markt niet concurreerend optreden. Daar thans bij het ontbreken van een internationale conventie de toestand nog in verergerde mate is teruggekeerd als vóór de totstandkoming van de Brussel sche conventie, en de suikerindustrie door bescherming werd geboren en tot ontwik keling werd gebracht, is het, door het ver leden geleerd, logisch en reëel, wederom haar te beschermen. De wijze, waarop dat moet geschieden, dient nader te worden bestudeerd en moet zich aanpassen bij de omstandigheden. Al lereerst moge gedacht aan een herstel van de productie-premiën, waarop door de suikerfabrikanten bij do totstandkoming van de Brusselsche conventie, voor het ge val van haar beëindiging, gewezen is, en waarom deze slechts schorsing en geen opheffing van de premiën hebben begeerd. De gelden daartoe kunnen gevonden worden uit de opcenten, die de betrokken minister wilde afschaffen. Te meer kan dit zonder bezwaar, omdat de suikerprijzen niet een groote toeneming vaïi liet verbruik hebben tegengehouden, en daardoor meer werkloosheid, die an ders den staat veel zal kosten, wordt voor komen, en de algemeene volkskracht en welvaart wordt gediend. Inmiddels moet elke maatregel van be scherming tijdelijk zijn, en slechts zoolang duren, tot er weer gelijkheid van concur rentievoorwaarden op do buitenlandsche markt tusschen de verschillende suiker- produceerencle en -consumeerende landen zal zijn verkregen. Het ligt op den weg van het Kon. Ne- deriandsche Landhouwcomité, er op aan te dringen bij de Nederlandsche regeering, het initiatief te nemen lot de voorbereiding- van een nieuwe suikerconventie, en in af wachting daarvan, mede aan te dringen, met spoed, op liet invoeren van een be schermenden maatregel voor onze suiker industrie, opdat, de eigen nijverheid be houden blijve en zij aan de concurrentie het hoofd kan bieden. Bescherming van de suikerindustrie maakt vanwege de uitzonderlijke positie van die industrie geen inbreuk op de ge wone handelspolitiek van het vaderland ten opzichte van landbouw én industrie. Deswege is het ook irrationeel, vergelij kingen ten deze met andere takken van in dustrie of landbouw te maken of voor deze hieruit gevolgtrekkingen te maken. Nadat de heer Dieleman zijn inleiding beëindigd had, werd door verschillende aanwezigen een gedachtewisseling gehou den. De lieer K. G. de Boer stelde de vraag hoe hoog de productie-premie zou moeten worden en welke resultaten de invoering- van zulk een premie in de praktijk hebben zou. De heer H. Bultman achtte het ondenk baar dat de Brusselsche conventie in de toekomst weer zou herleven. De conventie kon in vroeger jaren, toen de ecenomische toestanden in de verschillende landen nog niet zoo zeer uiteenliepen, al niet bestaan en spr. meende, dat zij ook thans geen le vensvatbaarheid zou bezitten. Tenslotte weersprak de heer Bultman de meening van den inleider, als zouden de Europoesche regeeringen cle suiker-indus trie iti hun landen op krachtige wijze steu nen. Dr G. Minderhoud betoogde daarop, dat wanneer een tak van landbouw de steun der regeering inroept, ook de andere tak ken, zooals b.v. de graanbouw, aanspraak zullen maken op rijkssubsidie. Spr. meen de, dat de vrijhandel de grootste voordee- len biedt, en waarschuwde er tegen, te vlug bij lïet rijk om ondersteuning aan te kloppen. Ir S. L. Louwers te Zwolle, achtte het. noodzakelijk de pacht, die de boeren thans betalen moeten, weer. terug te brengen tot de prijzen van vóór den oorlog. De verla ging van de pacht zal tevens de bedrijven weer rendabel maken. De heer Dieleman behandelde daarop in 't kort de gemaakte opmerkingen. Als voorbeeld hoe in 't buitenland de suiker industrie wordt beschermd, wees spr. erop, dat aan de Duitsche regeering nog onlangs 't verzoek is gedaan om 't beschermrecht van 5 Gold Mark per 100 K.G. op 10 G.M. te brengeiï. Wel wordt algemeen aangeno men, dat dit cijfer te hoog zou zijn, maar men rekent er toch op dat het bescherm recht tot 734 G.M. zal worden verhoogd. Andere landen hebben eveneens bescher mende maatregelen genomen. Alleen Grie kenland en Portugal maken daarop met Nederland een uitzondering. De twee eer ste staten zijn echter geen suiker-produ- ceerende landen en komen dus niet in aan merking. In Nederland echter dient, al thans zoolang geen internationale regeling tot stand is gekomen, de regeering maat regelen te treffen om de suiker-industrie te behoeden voor den ondergang. Daarna werd de bijeenkomst door den voorzitter gesloten. Brummer naar de krant. Vrijdagmiddag kreeg het redactieburean van de „Gooi- en Eemlander" bezoek van Frederik Brummer, „u weet wel, van de Boazbank", voegde de bezoeker dengene toe, die hem moest aandienen. In een onderhoud, dat hij met een re dacteur had, verklaarde de ex-verdachte o.m. het volgende: „Ik loop nu langs de huizen met stuk jes zeep om in mijn onderhoud te voorzien en ik had vóór mijn arrestatie een goede affaire in vloerzeilen, tafelkleeden, enz. Doch u begrijpt, om in te koopen is er geld noodig. en dat bezit ik niet meer. Mijn vrouw heeft tijdens mijn voorarrest het paard met groot verlies moeten verkoopen en het beetje baar geld was ook spoedig opgeteerd. Laten zij nu, die mij deze scha de hebben berokkend, mij thans ook finan cieel steunen, nu zoo glashelder is bewe zen, dat ik aau den overval hij de Boaz bank onschuldig ben". Nadat er over deze onschuldigheid nog eenigeu tijd was gesproken en over de re den der gevangenneming, uitte Brummer zijn misnoegdheid over het feit, dat juist hij werd aangewezen als de dader. „Maar zulk een heele lieve jongen ben je ook niet; heb je niet reeds straf achter den rug?" vroeg de redacteur. „Dat is waar, dat was een groote „kraak" waar ik aan debet was; een groo te diefstal van waardevolle pelterijen. Den hoofddader hebben ze niet te pakken kun nen krijgen en daarom moest ik voor allen boeten. Vier jaar heeft mij de „kraak" ge kost. En na dien tijcl hebben ze mij opge jaagd als een hert. Ik deed al mijn best om er weer bovenop te komen en ik liad grooten steun van een zekeren heer Rade- maker te Amsterdam. Het ging ook goed; ik verdiende mijn brood. Maar geen mis drijf kon er in het land geschieden, of „Freek" moest worden opgespoord. Hoe veel maal mijn wagen door de politie niet is onderzocht, weet ik niet. „Wat ik vreeselijk vond", vervolgde Brummer, „dat -was het Bussemsehe pu bliek, dat zich bij mijn aankomst voor het station verdrong". „Men juichte en riep: „Ha, daar is 't-ie. Ze hebben 'm". „Is het wonder, dat ik toen razend werd en riep: „schurken die jelui zijt" en tegen de politie zei ik: „Moeten jelui nu al re clame voor je zaakje maken?" 'tls ze hit ter togen gevallen!" Verzakkingen in de Mijn- streek. Het verzakken van wegen en scheuren van huizen dat in de mijnstreek nogal veel voorkomt, begint te Kerkrade erger (e worden. Deze ontstaan of wel van de mijn „Willem Sophia" of staatsmijn „Wilhelmina". Toen de coiffeur v. S. Zaterdagmorgen ontwaakte, bemerkte hij, dat zijn winkel ruit gebarsten was. Eveneens sprong Za terdagavond op den weg naar Aken onder Spekkolzerheide de winkelruit van den slager S. De openbare wegen zakken even eens op verscheidene plaatsen in. Sommi ge ter breedte van 1 meter. Persoonlijke ongelukken kwamen nog niet voor, -doch zij zullen op den duur niet uitblijven. D e i' e 11 e t j e s teisse». In een onderhoud met een verslaggever van het Hbld. heeft kolonel Van Bel zich nog uit gelaten over de oefeningen van Maandag. Deze oefeningen waren aanvalsoefeningen en werden gehouden op het Oosterveld van Rolde, waarvan de uit- en thuis- marsch circa 24 K.M. is. Bij aanvalsoefe ningen worden gelijk bekend spron gen gemaakt, sprongen van 25 M. of klei ner, al naar gelang men dichter bij den vijand is. Doch toen de hitte den troep overviel, heeft de majoor Van der Reyden gelast, dat het springen niet meer noodig was, doch loopende mocht worden ge tracht het gestelde doel te hereiken; daar na is de thuisreis aanvaard. Met groote „rusten" is het twaalfde thuisgekomen, hoewel er velen, die niet meer konden, wa ren uitgevallen. En wat die relletjes be treft, eigenlijk zijn ze veroorzaakt door een nog al provoceerend type, die in de can- tine eerst vier of vijf personen wist mee te krijgen om den boel stuk te slaan en latei- hij de kazerne ongeveer driehonderd sol daten bewerkte. „Broeide er iets?" „Niet het minst; het eten is goed. Zelfs op de Zondagen en dan zijn er wel eens moeilijkheden, omdat de menschen nu en dan wel wat gedronken hebben, bleef alles rustig. Neen", herhaalde de brigadecom mandant, „er was niets aan de hand, doch een enkel klein voorval kan dergelijke men schen in opschudding brengen." Men behoeft niet het minste verband te zoeken tusschen dit relletje en enkele uitingen van ontevredenheid op een an dere plaats. Wat speciaal Assen betreft, tot heden was de geest van den troep zeer goed. Groote gezinnen in den werk mansstand worden - of werden wel eens beschouwd als een soort verzekering voor den ouden dag. Men redeneerde dan zoo: de ouders zorgen voor de kinderen zoolang zij zelf ouders werken kun nen. Dan wanneer de ouders oudjes zijn geworden zorgen de kinderen voor lien. Deze rekening gaat niet altijd op. Dat on dervond zekere Robert Hall, een werkman te Hull, die daar 80 jaar oud - in het werkhuis was overleden. Hall had 40 jaar bij eenzelfde firma gewerkt, was 20 jaar vrijwilliger geweest bij de Hull Royal Ar- tilery (waar hij het tot sergeant had ge bracht) en was vader van 23 kinderen len bij één echtgenoote. Maar7 werkhuis was het eind. Wie dénkt niet aan een overbekend Hollandse! 7 dicht? <1 Een vliegtuig onder j, t r e i ïi. Te Bydgoszosz in West-Polen ViV een militair vliegtuig genoodzaakt op 7 spoorbaan te landen. Er kwam juist 7 sneltrein aan, die het te pletter reed, dJ' de vlieger en zijn waarnemer bleven on7 deerd. Het spoorwegongeluk k L e i d e n. De heer J. J. Metz uit Rotter dam, een der ernstig gewonden bij 7 spoorwegongeluk bij Leiden, heeft gist®! in het Academisch Ziekenhuis te Leiden een operatie ondergaan. Zijn toestand redelijk. De overige gewonden maken V goed. Aan den dood ontsnapt. J Hoeven, hij Oudenbosch, is de landbouw, R. aan een groot gevaar ontsnapt. j[„', paard en kar wilde hij den onbewaaktet overweg aldaar oversteken, toen twee trei- nen in verschillende richting arriveerde» Toen de een voorbij was, zette bij zjjt paard in beweging; het dreigende gevaat bespeurende, sprong hij ijlings van de kat en trok met een geweldige krachtsinspaij. ning paard en voertuig over de rails. E(, seconde later snorde de trein voorbij, n,„ juist het achterstel der kar rakende. OBWII K.WIB. JJUU—JB—CTCaaKie Kaatsen. Kaatsen en kolven w; ren tot nu1 twee eeuwen geleden ge]j,![. koosde spelen. Do voet- en korfbalspelet van onzen tijd zijn eir familie van; doel ons voorgeslacht dreef den bal niet d( vlakke hand door de lucht. Het spel schijnt nog niet uïtgestorvel Het trekt nog. elk jaar duizenden belang stellende toeschouwers naai- Friesland Ook in Bolgië en Noord-Frankrijk i, allo aan Holland verwante streken won; die ©dele kunst nog beoefend. De Au* dammers hebben er oudtijds veel aai gedaan. De jeugd speelde dit spel pleinen en in straten, belemmerend daar bij het verkeer en ingooiend de ruiten. Zoo zelfs dat dei burgemeesters en schept, nen moesten ordonneeren dat „nyematj moet kaatsen, niet ballen, noch niet bal lenslaan binnen de vrijheid der stede". Er bestaat te Amsterdam nog altij: een kaatsvexeeniging, welke tracht voord om do weinige kosten, waarmede In benoodinde1 materiaal kan worden aaugt schaft, dit spel weier tot een volksspd to maken. W.at nu wel niet meer gaai zal, dank zij het voetbalspel en ande sport. De secretaris der vert-eniging besclufi den gang van hot spel aldus: Indien het gespeeld wordt, door ge oelende spelers, bestaat elk 'er partijen in liet kaatsspel heel en ze „parturen uit drie partners. Het veld, dat ij dan noodig hebban, heeft voor wedsfl-ijde: lot afmetingen 64 bij 30 M. Het cent partuur begint als opslagpartuiir, hei an dere als uitslagpartuur. Twee van dit laat ste nemen plaats in liet perk, dat ziet aan het cene korte eind van hef speelre bevindt en dat 18 M. diep hij 4,5 breed is. Ec-n der spelers van liet opsiagpartw begint den kaatsbal vanaf een afsta» van 32 M. (bij beginners en minder f oefenden natuurlijk van veel kortere»'1 stand, (in onderhandschen slag naar 1: perk fe drijven, komt de bal niet in perk, maar er voor, er naast, of i overheen, dan heeft het opslagpaituur slag, <2 punten) verloren en liet P® of uitslagpartuur telt 2 punten. Komt bal binnen da lijnen van het perk, ft zijn. er verschillende gevallen mogelijk, beid© spelers raken den hal niet, ze sla," mis, of ze raken hem' wel, maar li komt niet over de voorlijn, en de sis telt voor het opslagpartuur. Een der spt Iers slaat den bal uit, maar de tegenpatl slaat hem weer terug, zoodal hij ova de voorlijn terugkomt. Ook dan telt slag voor het opslagpartuur. Dan is M mogelijk,, dat eien der uitsla'gers den geslagen hal verder uitslaat dan een 40 meter aan de voorlijn gespannen zoo genaamd© „bovenlijn" en deze slag P voor het uitslagpartuur. Wordt de h uitgeslagen, maar komt hij tot rust t«j schen boven- en voorlijn, dan wordt ft plaats onthouden, door er een hout» blokje bij neer te leggen en dan is een kaats. (Jongens die buiten spel® doen het primitiever, gebruiken in plaat van een blokje, een steen, een stok]' een'klomp of wat ook). Als een der beide partijen of L* 6 punten heeft, dan wordt er gewiss# EOO'dra ©r één kaats is; als geen parturen 6 punten heeft, wordt er go® sold met twee kaatsen. Zoodra de partij® gewisseld hebben, wordt er eerst om J» kaatsen gespeeld. Het opslagpartuur, nu uitslag- of perkpartuur is gewon» heeft tot doel de kaats of kaatsen voo« te slaan, d.i. den ingeslagen hal ver» dan het blokje of de blokjes te sh* Z-oodra een der partijen 8 punten vervallen de losse punten van de tog® partij en deize 8 punten vormen een spel. Zoo gaat het onder het wiss* der parturen door, totdat een het 1*. gebracht tot 6 halve spellen en de p™ is uit. Vooral spannende slagen in een Pa zijn er als de beide parturen 6 l1®11'. hebben; het komt er dan op aan hel h® spel vol tei krijgen. Als er wat di oefend wordt, of er zijn bij een wer* heel wat parturen, dan legt men Bev')' lijk twee, drie of meer perken naast e>»_ zoodat bet overzicht der partijen er v liet publiek niet gemakkelijker op

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 6