feMszate.
LaBd-laT TaiBfeonw.
Gemengd Nieuws.
Allerlei.
post verhooging jaarwedde van den veld
wachter, ingevolge een circulaire van den
Commissaris der Koningin, zegt de voor
zitter, dat B. en W. voorstellen hem een
gratificatie te geven van f 50. Dhr de Vis
ser is overtuigd, dat de veldwachter meer
werk heeft dan menig veldwachter op an
dere plaatsen; daarom is spr. voor het
voorstel van B. en W. Dhr Adriaanse zou
de gratificatie willen verhoogen tot f 100,
henevens f 20 voor rijwielonderhoud. Dhr
Stroo vraagt: waarom moet de veldwach
ter toch zoo'n groot tractement hebben?
Is de dienst dan zooveel zwaarder dan
vroeger en bovendien zijn er zooveel men-
schen die van veel minder inkomen moe
ten leven. De voorzitter antwoordt, dat niet
alleen in den zomer, maar ook in den win
ter er veel surveillance is met het oog op
de dan leegstaande gehouwen. Bovendien
had de vroegere veldwachter f 150 vergoe
ding voor kleeding en ook nog andere emo
lumenten, en nu kleeden wij den veldwach
ter zelf. Dit kost nog geen f 100, terwijl hij
er niets bijverdient. Spr. stelt voor, zijn
jaarwedde met f 100 te verhoogen. Dit
voorstel wordt in stemming gebracht en
met 4 tegen 3 stemmen aangenomen. De
post brandbluschmiddelen wordt op voor
stel van den heer de Visser met f 20 ver
minderd. De begrooting wordt vastgesteld
met een eindcijfer aan inkomsten en uit
gaven van f 11.006,20 met een post van
f 5300 aan inkomstenbelasting en een post
voor onvoorzien van f 609,82 34Een voor
stel van den voorzitter om een geldleening
aan te gaan van f 1000 in den kapitaal-
dienst voor verharding van den Molenweg
in de kom der gem&ente, wordt goedge
keurd.
Vervolgens deelt de voorzitter mede, dat
door de gemeenten Westkapelle, Zoutelan-
de, Biggekerke en Koudekerke aan de Pro
vinciale Staten een verzoek is gedaan be
treffende wegsverbetering; dat hiervoor
twee plannen zijn opgegeven: den ouden
weg te verbeteren of een nieuwen weg aan
te leggen van Vlissingen tot Westkapelle
door de duinen. Aangezien 'n kostenbere
kening moet worden overgelegd, zou deze
gemeente hiervoor f 50 moeten bijdragen.
Nadat deze zaak voldoende was besproken
wordt met 6 tegen 1 stem besloten hiervoor
f 50 beschikbaar te stellen.
Verder brengt de voorzitter rapport uit
omtrent het plaatsen van een zinkput in
de Smitsstraat en deelt mede, dat B. en W.
voorstellen geen zinkputten aan te bren
gen, maar de zaak te laten zooals ze is.
Dhr Adriaanse blijft bij zijn meening en
zou graag zien dat ook de menschen die
aan deze straat wonen, van den vuilen boel
werden afgeholpen. Dhr Koppejan zegt:
het is al knoeiwerk; een gelieele rioleering
zou afdoende zijn. Dhr de Visser stemt dit
wel toe, maar dat zou te veel kosten. Spr.
stelt voor, om een zinkput aan te brengen.
Het voorstel-Adriaanse om twee zinkput
ten te plaatsen wordt verworpen met 5
tegen 2 stemmen; het voorstel-de Visser
wordt aangenomen met 5 tegen 2 stemmen.
Bij de rondvraag wensc'ht dhr de Visser
nog even te spreken over den toren, nu
deze zoo ver klaar is. Spr. zou willen vra
gen of er mogelijkheid bestaat, om daarop
2 wijzers aan te brengen, waarvan de kos
ten volgens de meening van den voorzitter
f 30 zullen bedragen. Dhr Stroo zegt: als
de kosten niet hooger zijn ben ik er voor.
Dhr Koppejan zegt het radicaler te vinden
als er twee wijzerborden komen, maar
kunnen wij niet wachten tot een volgend
jaar? Dhr de Visser zegt: de stellingen
staan er nu toch. De voorzitter zegt, dat de
kosten der restauratie niet tegenvallen.
Wij komen wel met de begrooting toe. Het
voorstel-de Visser om twee wijzers aan te
brengen wordt aangenomen met 5 tegen
2 stemmen. Dhr Stroo brengt in 't midden
dat de hoek hij de herberg van Gabriëlse
wegens het drukke autoverkeer gevaar op
levert. Kan daar geen verkeersspiegel wor
den geplaatst? De voorzitter stelt voor om
het ronde galmgat aan de oostzijde van
den toren langwerpig te maken. Dhr Kop
pejan is daar tegen. Het zal den klank
van 'het luiden tegenhouden. Het voorstel
van den voorzitter wordt aangenomen met
6 tegen 1 stem. Dhr de Visser brengt de
schade, door de duiven aangericht, ter
sprake. De voorzitter stelt voor, om in
spectie te houden wie er duiven houdt en
den eigenaars te vragen, hun duiven op
te sluiten. Dit wordt goedgevonden. Daar
na sluiting door den voorzitter met dank
zegging.
Poortvliet. Zaterdag jj. hield de aid.
Poortvliet van den bijz. vrijwilligen land
storm haar plaatselijk© schietwedstrijd,
max. 100 punten. Eerste prijs Joh. v. d.
Hoven 91 p., 2e pr- Henn. Uijl Hz. 89 p.,
3e pT. G. D. Krijger 89 p-, 4e pr. dom.
Dekker 89 p., 5e pr. Leen Kurvirik 87 p.,
6« pr. II A. Niemandsverdriet 84 p.,
7e pr. Abr. Buijs 83 p.
Doodslag te Enschedé. Voor
de Almelosche rechtbank heeft terecht
gestaan J. S., 46 jaar, fabrieksarbeider
te Enschedé, gan wien ten laste gelegd
werd, dat hij te Enschedé in den nacht
van 12 op 13 Juni, terwijl hij zich in de
slaapkamer van zijn woning bevond, uil
een raam met een revolver naar eenige
voor dat raam staande personen heeft ge
schoten, waardoor D. J. Langkamp doo-
delijk werd getroffen. Verdachte zeide,
dat hij reeds gedurende een langen tijd
door jjjn huisbaas, van wien hij eenige
kamers van diens huis gehuurd had, werd
lastig gevallen en bedreigd. Ook eenige
andere Krimbewoners hadden hem meer
malen gedreigd, hem aan stukken te zul
len snijden. Toen hij in den bewusten
nacht in bed lag, hoorde iiij buiten fluis
teren en aan het raam morrelen; Jjij
meende aan de stem van een der daar
staande personen zijn grootsten vijand
Jacob van Belsum, te herkennen. Om de
late bezoekers schrik aan te jagen, had
hij toen met een revolver, die hij, hoe
wel hij daartoe geen toestemming had,
den Iaatsten tijd steeds hij zich droeg, uit
het raam geschoten. Onmiddellijk daar
op hoorde hij een gil. Hij is toen in zijn
kamer gebleven, tot de politie hem kwam
halen. Het O.M. eischte wegens doodslag
2!/2 jaar gevangenisstraf.
(Het directoraat-generaal van den
landoouw.
Door het overlijden van den heer Dr P.
van Hoek is het ambt van raad-adviseur
hij liet Departement van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw komen te vervallen.
Gelijk reeds bij verschillende gelegen
heden is medegedeeld, is het denkbeeld
overwogen om ,eetn vaste commissie van
advies in landbouwzaken in te stellen.
Intusschen hebben de daaromtrent ge
raadpleegde organisaties niet voldoende
aangemoedigd 'dit denkbeeld te verwezen
lijken. Zelfs heeft een der grootste organi
saties hare medewerking tot de samen
stelling van een dergelijke commissie ge
weigerd.
Onder deze omstandigheden moet, zoo
zegt de Minister in zijn toelichting op
de begrooting worden, voortgegaan langs
de reeds getrokken lijn en telkens als
zich belangrijke zaken voordoen, monde
ling oï schriftelijk overlegd met de des
kundige organisaties, in de eerste plaats
natuurlijk met de groote landbouw-organi-
saties, en, zoo noodig, belanghebbenden,
worden gepleegd:
Dit systeem werkt voortreffelijk en de
aanvankelijke meening dat herstel van
het directoraat-generaal van den land
bouw onnoodig is, is dan ook versterkt,
zoodra echter behoefte wordt gevoeld,
aan dergelijken bijstand, zal niet wor
den verzuimd de noodige gelden aan te
vragen, terwijl uit den aard der zaak
een nieuwe minister dosgewenscht aan
stonds daartoe zal kunnen overgaan.
Lagere landbouwscholen.
In verband met het door de commissie
van advies inzake het lager land- en
tuinbouw-onderwijs uitgebrachte gunstig
advies over de tot dusver verkregen re
sultaten, met de bij wijze van proef in
verschillende deelen van ons land ge
stichte lagere landbouwscholen, wordt
voor 1927 een bedrag van f 50.000 aan
gevraagd, teneinde tot uitbreiding van het
aantal dezer scholen met een tiental op
nader te bepalen plaatsen te kunnen over
gaan.
Bijzondere land- en tuinbouwcursussen.
Voor 1927 wordt meer aangevraagd
f 3300 voor bet mede doen houden van
bijzondere cursussen over speciale onder
werpen op ligt gebied van. den land- en
tuinbouw, voor de verdere ontwikkeling
van ambtenaren bij den dienst van land-
tuin- of boschbouw, laad- en tuinbouw -
onderwijzers en tuinbouwvakonderwijzers.
In de laatste jaren zijn dergelijke cur
sussen uifc overwegingen van bezuiniging
niet meer gehouden. Het gemis hiervan
wordt door de betrokkenen echter sterk
gevoeld.
Dient de overheid bijzondere maatregelen
te treffesj om de suikerbietenverbouwers in
Nederland te steunen?
Gisteren hield het Kon. Nederl. Land-
bouwcomité op verzoek van de Zeeuwsche
Maatschappij van Landbouw een buiten
gewone algemeene vergadering te Amster
dam, waarin mr P. Dieleman, voorzitter
van de Zeeuwsche Mij. van Landbouw, na
mens den bond van Coöperatieve suikerfa
brieken zou inleiden de vraag: Dient de
overheid bijzondere maatregelen te treffen
om de suikerbieten-verbouwers in Neder
land te steunen?
De voorzitter zeide, dat liet in te leiden
onderwerp van alle kanten zou worden be
keken; het ligt echter niet in de bedoeling,
dat de vergadering thans reeds een con
clusie zal stellen.
Hierna verleende bij liet woord aan mr
P. Dieleman. Deze zeide, dat de suiker
industrie in Nederland en andere landen
een bijzondere positie innam, een positie,
welke onafhankelijk was van liet stelsel
van handelspolitiek, overigens door den
staat gevoerd.
Daarom moet de kwestie worden behan
deld, afgescheiden van het vraagstuk: vrij
handel of protectie, en ook afgescheiden
van maatregelen, te nemen voor andere
onderdeelen van het landbouwbedrijf.
Spreker gaf een historisch overzicht van
den suikerhandel en de suikerindustrie,
waarbij voornamelijk stil werd gestaan bij
de opkomst en den groei van de bietsui
kerindustrie. Van den beginne af werd,
zoo zeide spr., de biatsuikercultuur op al
lerlei wijzen door beschermende maatrege
len geprotegeerd. De suikerbiet is de plaats
gaan innemen van de meekrap, wejke tot
verdwijning was gedoemd, en van de tar
we, welke door overzeesche concurrentie
in omvang van teelt afnam.
Daardoor was het mogelijk, het land
bouwbedrijf, vooral in de zeekleigebieden
in het Zuidwesten van ons land, rendabel
te doen blijven.
Spreker kwam tot de volgende conclu
sie:
De beetwortelsuikenndustrie en de daar
op gebaseerde suikerbietenteelt is een in
tegreerend deel van onze volkswelvaart,
waarbij millioenen guldens zoowel aan ka
pitaal als aan loonen zijn betrokken. Haar
vernietiging zou een zeer zware ramp voor
ons land zijn, eveneens haar vermindering
of niet bestendiging in dan huldigen om
vang. Zij is in Nederland niet onnatuurlijk
uitgegroeid. Door bescherming van over-
heidswege is zij ontstaan en geworden wat
zij was tot de Brussélsche conventie. Spe
ciale maatregelen van bescherming waren
voor haar ontwikkeling na de totstand
koming en bij handhaving van de Brussel-
sche conventie niet noodig. Zij is geheel op
de hoogte van den tijd, wat den bieteiibouw
betreft, in verhooging van opbrengst en
gehalte, wat de industrie aangaat, in fa
bricage en outilleering van de inrichtin
gen.
Zij loopt thans groot gevaar, alleen en
uitsluitend door de bescherming, die het
buitenland verleent aan de eigen suiker
industrie, hetzij riet-, hetzij bietsuiker, ten
onder te gaan of sterk te moeten inkrim
pen. Dit zou een ramp voor den Neder-
landschen landbouw en dies voor de volks
welvaart zijn. Door het niet meer bestaan
van de Brusselsche conventie of soortge
lijke conventie is ieder land weer vrij,
maatregelen ter bescherming te nemen,
welke liet dienstig oordeelt.
Doordat dit, behalve in Nederland, is
geschied en in toenemende, mate zal ge
schieden, is er groote ongelijkheid in de
concurrentievoorwaarden ontstaan, en kan
Nederland op de buitenlandsche markt
niet concurreerend optreden.
Daar thans bij het ontbreken van een
internationale conventie de toestand nog
in verergerde mate is teruggekeerd als
vóór de totstandkoming van de Brussel
sche conventie, en de suikerindustrie door
bescherming werd geboren en tot ontwik
keling werd gebracht, is het, door het ver
leden geleerd, logisch en reëel, wederom
haar te beschermen.
De wijze, waarop dat moet geschieden,
dient nader te worden bestudeerd en moet
zich aanpassen bij de omstandigheden. Al
lereerst moge gedacht aan een herstel van
de productie-premiën, waarop door de
suikerfabrikanten bij do totstandkoming
van de Brusselsche conventie, voor het ge
val van haar beëindiging, gewezen is, en
waarom deze slechts schorsing en geen
opheffing van de premiën hebben begeerd.
De gelden daartoe kunnen gevonden
worden uit de opcenten, die de betrokken
minister wilde afschaffen.
Te meer kan dit zonder bezwaar, omdat
de suikerprijzen niet een groote toeneming
vaïi liet verbruik hebben tegengehouden,
en daardoor meer werkloosheid, die an
ders den staat veel zal kosten, wordt voor
komen, en de algemeene volkskracht en
welvaart wordt gediend.
Inmiddels moet elke maatregel van be
scherming tijdelijk zijn, en slechts zoolang
duren, tot er weer gelijkheid van concur
rentievoorwaarden op do buitenlandsche
markt tusschen de verschillende suiker-
produceerencle en -consumeerende landen
zal zijn verkregen.
Het ligt op den weg van het Kon. Ne-
deriandsche Landhouwcomité, er op aan te
dringen bij de Nederlandsche regeering,
het initiatief te nemen lot de voorbereiding-
van een nieuwe suikerconventie, en in af
wachting daarvan, mede aan te dringen,
met spoed, op liet invoeren van een be
schermenden maatregel voor onze suiker
industrie, opdat, de eigen nijverheid be
houden blijve en zij aan de concurrentie
het hoofd kan bieden.
Bescherming van de suikerindustrie
maakt vanwege de uitzonderlijke positie
van die industrie geen inbreuk op de ge
wone handelspolitiek van het vaderland
ten opzichte van landbouw én industrie.
Deswege is het ook irrationeel, vergelij
kingen ten deze met andere takken van in
dustrie of landbouw te maken of voor deze
hieruit gevolgtrekkingen te maken.
Nadat de heer Dieleman zijn inleiding
beëindigd had, werd door verschillende
aanwezigen een gedachtewisseling gehou
den.
De lieer K. G. de Boer stelde de vraag
hoe hoog de productie-premie zou moeten
worden en welke resultaten de invoering-
van zulk een premie in de praktijk hebben
zou.
De heer H. Bultman achtte het ondenk
baar dat de Brusselsche conventie in de
toekomst weer zou herleven. De conventie
kon in vroeger jaren, toen de ecenomische
toestanden in de verschillende landen nog
niet zoo zeer uiteenliepen, al niet bestaan
en spr. meende, dat zij ook thans geen le
vensvatbaarheid zou bezitten.
Tenslotte weersprak de heer Bultman de
meening van den inleider, als zouden de
Europoesche regeeringen cle suiker-indus
trie iti hun landen op krachtige wijze steu
nen.
Dr G. Minderhoud betoogde daarop, dat
wanneer een tak van landbouw de steun
der regeering inroept, ook de andere tak
ken, zooals b.v. de graanbouw, aanspraak
zullen maken op rijkssubsidie. Spr. meen
de, dat de vrijhandel de grootste voordee-
len biedt, en waarschuwde er tegen, te
vlug bij lïet rijk om ondersteuning aan te
kloppen.
Ir S. L. Louwers te Zwolle, achtte het.
noodzakelijk de pacht, die de boeren thans
betalen moeten, weer. terug te brengen tot
de prijzen van vóór den oorlog. De verla
ging van de pacht zal tevens de bedrijven
weer rendabel maken.
De heer Dieleman behandelde daarop in
't kort de gemaakte opmerkingen. Als
voorbeeld hoe in 't buitenland de suiker
industrie wordt beschermd, wees spr. erop,
dat aan de Duitsche regeering nog onlangs
't verzoek is gedaan om 't beschermrecht
van 5 Gold Mark per 100 K.G. op 10 G.M.
te brengeiï. Wel wordt algemeen aangeno
men, dat dit cijfer te hoog zou zijn, maar
men rekent er toch op dat het bescherm
recht tot 734 G.M. zal worden verhoogd.
Andere landen hebben eveneens bescher
mende maatregelen genomen. Alleen Grie
kenland en Portugal maken daarop met
Nederland een uitzondering. De twee eer
ste staten zijn echter geen suiker-produ-
ceerende landen en komen dus niet in aan
merking. In Nederland echter dient, al
thans zoolang geen internationale regeling
tot stand is gekomen, de regeering maat
regelen te treffen om de suiker-industrie
te behoeden voor den ondergang.
Daarna werd de bijeenkomst door den
voorzitter gesloten.
Brummer naar de krant.
Vrijdagmiddag kreeg het redactieburean
van de „Gooi- en Eemlander" bezoek van
Frederik Brummer, „u weet wel, van de
Boazbank", voegde de bezoeker dengene
toe, die hem moest aandienen.
In een onderhoud, dat hij met een re
dacteur had, verklaarde de ex-verdachte
o.m. het volgende:
„Ik loop nu langs de huizen met stuk
jes zeep om in mijn onderhoud te voorzien
en ik had vóór mijn arrestatie een goede
affaire in vloerzeilen, tafelkleeden, enz.
Doch u begrijpt, om in te koopen is er geld
noodig. en dat bezit ik niet meer. Mijn
vrouw heeft tijdens mijn voorarrest het
paard met groot verlies moeten verkoopen
en het beetje baar geld was ook spoedig
opgeteerd. Laten zij nu, die mij deze scha
de hebben berokkend, mij thans ook finan
cieel steunen, nu zoo glashelder is bewe
zen, dat ik aau den overval hij de Boaz
bank onschuldig ben".
Nadat er over deze onschuldigheid nog
eenigeu tijd was gesproken en over de re
den der gevangenneming, uitte Brummer
zijn misnoegdheid over het feit, dat juist
hij werd aangewezen als de dader.
„Maar zulk een heele lieve jongen ben
je ook niet; heb je niet reeds straf achter
den rug?" vroeg de redacteur.
„Dat is waar, dat was een groote
„kraak" waar ik aan debet was; een groo
te diefstal van waardevolle pelterijen. Den
hoofddader hebben ze niet te pakken kun
nen krijgen en daarom moest ik voor allen
boeten. Vier jaar heeft mij de „kraak" ge
kost. En na dien tijcl hebben ze mij opge
jaagd als een hert. Ik deed al mijn best
om er weer bovenop te komen en ik liad
grooten steun van een zekeren heer Rade-
maker te Amsterdam. Het ging ook goed;
ik verdiende mijn brood. Maar geen mis
drijf kon er in het land geschieden, of
„Freek" moest worden opgespoord. Hoe
veel maal mijn wagen door de politie niet
is onderzocht, weet ik niet.
„Wat ik vreeselijk vond", vervolgde
Brummer, „dat -was het Bussemsehe pu
bliek, dat zich bij mijn aankomst voor het
station verdrong".
„Men juichte en riep: „Ha, daar is 't-ie.
Ze hebben 'm".
„Is het wonder, dat ik toen razend werd
en riep: „schurken die jelui zijt" en tegen
de politie zei ik: „Moeten jelui nu al re
clame voor je zaakje maken?" 'tls ze hit
ter togen gevallen!"
Verzakkingen in de Mijn-
streek. Het verzakken van wegen en
scheuren van huizen dat in de mijnstreek
nogal veel voorkomt, begint te Kerkrade
erger (e worden. Deze ontstaan of wel van
de mijn „Willem Sophia" of staatsmijn
„Wilhelmina".
Toen de coiffeur v. S. Zaterdagmorgen
ontwaakte, bemerkte hij, dat zijn winkel
ruit gebarsten was. Eveneens sprong Za
terdagavond op den weg naar Aken onder
Spekkolzerheide de winkelruit van den
slager S. De openbare wegen zakken even
eens op verscheidene plaatsen in. Sommi
ge ter breedte van 1 meter.
Persoonlijke ongelukken kwamen nog
niet voor, -doch zij zullen op den duur niet
uitblijven.
D e i' e 11 e t j e s teisse». In een
onderhoud met een verslaggever van het
Hbld. heeft kolonel Van Bel zich nog uit
gelaten over de oefeningen van Maandag.
Deze oefeningen waren aanvalsoefeningen
en werden gehouden op het Oosterveld
van Rolde, waarvan de uit- en thuis-
marsch circa 24 K.M. is. Bij aanvalsoefe
ningen worden gelijk bekend spron
gen gemaakt, sprongen van 25 M. of klei
ner, al naar gelang men dichter bij den
vijand is. Doch toen de hitte den troep
overviel, heeft de majoor Van der Reyden
gelast, dat het springen niet meer noodig
was, doch loopende mocht worden ge
tracht het gestelde doel te hereiken; daar
na is de thuisreis aanvaard. Met groote
„rusten" is het twaalfde thuisgekomen,
hoewel er velen, die niet meer konden, wa
ren uitgevallen. En wat die relletjes be
treft, eigenlijk zijn ze veroorzaakt door een
nog al provoceerend type, die in de can-
tine eerst vier of vijf personen wist mee te
krijgen om den boel stuk te slaan en latei-
hij de kazerne ongeveer driehonderd sol
daten bewerkte.
„Broeide er iets?"
„Niet het minst; het eten is goed. Zelfs
op de Zondagen en dan zijn er wel eens
moeilijkheden, omdat de menschen nu en
dan wel wat gedronken hebben, bleef alles
rustig. Neen", herhaalde de brigadecom
mandant, „er was niets aan de hand, doch
een enkel klein voorval kan dergelijke men
schen in opschudding brengen."
Men behoeft niet het minste verband te
zoeken tusschen dit relletje en enkele
uitingen van ontevredenheid op een an
dere plaats. Wat speciaal Assen betreft,
tot heden was de geest van den troep zeer
goed.
Groote gezinnen in den werk
mansstand worden - of werden wel
eens beschouwd als een soort verzekering
voor den ouden dag. Men redeneerde dan
zoo: de ouders zorgen voor de kinderen
zoolang zij zelf ouders werken kun
nen. Dan wanneer de ouders oudjes zijn
geworden zorgen de kinderen voor lien.
Deze rekening gaat niet altijd op. Dat on
dervond zekere Robert Hall, een werkman
te Hull, die daar 80 jaar oud - in het
werkhuis was overleden. Hall had 40 jaar
bij eenzelfde firma gewerkt, was 20 jaar
vrijwilliger geweest bij de Hull Royal Ar-
tilery (waar hij het tot sergeant had ge
bracht) en was vader van 23 kinderen
len bij één echtgenoote. Maar7
werkhuis was het eind. Wie dénkt
niet aan een overbekend Hollandse! 7
dicht? <1
Een vliegtuig onder j,
t r e i ïi. Te Bydgoszosz in West-Polen ViV
een militair vliegtuig genoodzaakt op 7
spoorbaan te landen. Er kwam juist 7
sneltrein aan, die het te pletter reed, dJ'
de vlieger en zijn waarnemer bleven on7
deerd.
Het spoorwegongeluk k
L e i d e n. De heer J. J. Metz uit Rotter
dam, een der ernstig gewonden bij 7
spoorwegongeluk bij Leiden, heeft gist®!
in het Academisch Ziekenhuis te Leiden
een operatie ondergaan. Zijn toestand
redelijk. De overige gewonden maken V
goed.
Aan den dood ontsnapt. J
Hoeven, hij Oudenbosch, is de landbouw,
R. aan een groot gevaar ontsnapt. j[„',
paard en kar wilde hij den onbewaaktet
overweg aldaar oversteken, toen twee trei-
nen in verschillende richting arriveerde»
Toen de een voorbij was, zette bij zjjt
paard in beweging; het dreigende gevaat
bespeurende, sprong hij ijlings van de kat
en trok met een geweldige krachtsinspaij.
ning paard en voertuig over de rails. E(,
seconde later snorde de trein voorbij, n,„
juist het achterstel der kar rakende.
OBWII K.WIB. JJUU—JB—CTCaaKie
Kaatsen. Kaatsen en kolven w;
ren tot nu1 twee eeuwen geleden ge]j,![.
koosde spelen. Do voet- en korfbalspelet
van onzen tijd zijn eir familie van; doel
ons voorgeslacht dreef den bal niet d(
vlakke hand door de lucht.
Het spel schijnt nog niet uïtgestorvel
Het trekt nog. elk jaar duizenden belang
stellende toeschouwers naai- Friesland
Ook in Bolgië en Noord-Frankrijk i,
allo aan Holland verwante streken won;
die ©dele kunst nog beoefend. De Au*
dammers hebben er oudtijds veel aai
gedaan. De jeugd speelde dit spel
pleinen en in straten, belemmerend daar
bij het verkeer en ingooiend de ruiten.
Zoo zelfs dat dei burgemeesters en schept,
nen moesten ordonneeren dat „nyematj
moet kaatsen, niet ballen, noch niet bal
lenslaan binnen de vrijheid der stede".
Er bestaat te Amsterdam nog altij:
een kaatsvexeeniging, welke tracht voord
om do weinige kosten, waarmede In
benoodinde1 materiaal kan worden aaugt
schaft, dit spel weier tot een volksspd
to maken. W.at nu wel niet meer gaai
zal, dank zij het voetbalspel en ande
sport.
De secretaris der vert-eniging besclufi
den gang van hot spel aldus:
Indien het gespeeld wordt, door ge
oelende spelers, bestaat elk 'er partijen
in liet kaatsspel heel en ze „parturen
uit drie partners. Het veld, dat ij
dan noodig hebban, heeft voor wedsfl-ijde:
lot afmetingen 64 bij 30 M. Het cent
partuur begint als opslagpartuiir, hei an
dere als uitslagpartuur. Twee van dit laat
ste nemen plaats in liet perk, dat ziet
aan het cene korte eind van hef speelre
bevindt en dat 18 M. diep hij 4,5
breed is.
Ec-n der spelers van liet opsiagpartw
begint den kaatsbal vanaf een afsta»
van 32 M. (bij beginners en minder f
oefenden natuurlijk van veel kortere»'1
stand, (in onderhandschen slag naar 1:
perk fe drijven, komt de bal niet in
perk, maar er voor, er naast, of i
overheen, dan heeft het opslagpaituur
slag, <2 punten) verloren en liet P®
of uitslagpartuur telt 2 punten. Komt
bal binnen da lijnen van het perk, ft
zijn. er verschillende gevallen mogelijk,
beid© spelers raken den hal niet, ze sla,"
mis, of ze raken hem' wel, maar li
komt niet over de voorlijn, en de sis
telt voor het opslagpartuur. Een der spt
Iers slaat den bal uit, maar de tegenpatl
slaat hem weer terug, zoodal hij ova
de voorlijn terugkomt. Ook dan telt
slag voor het opslagpartuur. Dan is M
mogelijk,, dat eien der uitsla'gers den
geslagen hal verder uitslaat dan een
40 meter aan de voorlijn gespannen zoo
genaamd© „bovenlijn" en deze slag P
voor het uitslagpartuur. Wordt de h
uitgeslagen, maar komt hij tot rust t«j
schen boven- en voorlijn, dan wordt ft
plaats onthouden, door er een hout»
blokje bij neer te leggen en dan is
een kaats. (Jongens die buiten spel®
doen het primitiever, gebruiken in plaat
van een blokje, een steen, een stok]'
een'klomp of wat ook).
Als een der beide partijen of L*
6 punten heeft, dan wordt er gewiss#
EOO'dra ©r één kaats is; als geen
parturen 6 punten heeft, wordt er go®
sold met twee kaatsen. Zoodra de partij®
gewisseld hebben, wordt er eerst om J»
kaatsen gespeeld. Het opslagpartuur,
nu uitslag- of perkpartuur is gewon»
heeft tot doel de kaats of kaatsen voo«
te slaan, d.i. den ingeslagen hal ver»
dan het blokje of de blokjes te sh*
Z-oodra een der partijen 8 punten
vervallen de losse punten van de tog®
partij en deize 8 punten vormen een
spel. Zoo gaat het onder het wiss*
der parturen door, totdat een het 1*.
gebracht tot 6 halve spellen en de p™
is uit.
Vooral spannende slagen in een Pa
zijn er als de beide parturen 6 l1®11'.
hebben; het komt er dan op aan hel h®
spel vol tei krijgen. Als er wat di
oefend wordt, of er zijn bij een wer*
heel wat parturen, dan legt men Bev')'
lijk twee, drie of meer perken naast e>»_
zoodat bet overzicht der partijen er v
liet publiek niet gemakkelijker op