no z
Dinsdag 14 September 13)3$€»
4öe Jaargan»
Biiiulal
Buitenland.
MARy ST JQHH.
FEUILLETON.
Drukkers-Exploitanien:
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P- DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
Ve Zeeuw
REGEL EN AANVULLING.
II. (Slot-)
Het beginsel der overdracht noemden
Ttij een fataal beginsel. Het is heidensch.
gen vinding van Plato, den grooten Griek,
die als proeve van hoogste wijsheid aan
zijn volk den raad naliet om de kinderen
te onttrekken aan den invloed der oudei's,
om zo te d°en opvoeden door Vader
^Dit beginsel is, dank zij het veldwinnen
van den invloed des Christendoms, wel
teruggedrongen, doch gansch overwonnen
is het nimmer. Rousseau, met zijn leus;
terug naar de natuur! deed dat paganis-
tisch beginsel herleven, inet zijn pre
diking van do vrijei liefde, de Staatsmacht
en het Staatsmonopolie, den ouderplicht
om de kinderen te vondeling te leggen of
hen in handen te stellen van den Staat.
De Staatsschool in optima forma, Staats
opvoeding me® als uitgangspunt dat de
mensch van dezelfde natuur is als de
dieren en zijn ontwikkeling langs phy-
siologischen weg moet geschieden.
Droomers als Saint Simon en Fourier
hebben dit beginsel nader uitgewerkt;
doch hunne theorieën zijn op 'n totale
mislukking uitgeloopem.
In het midden der vorige eeuw hebben
radicale oeconomen en schoolmannen het
beginsel van Staatsgezag en Staatsschool
weer meer naar voren geschoven. Men
kont prof. Opzoomers, later door hem
herroepen, voorspelling dat de Staat door
zijn zorg voor scholen, dei gevangenissen
zou ontvolken.
Diegenen onder de rechtzinnige Chris
tenen, welke dweepten met de idee eener
gechristianiscierde openbare school, steun,
den da propaganda dezer radicale heeren.
Natuurlijk bleef voor hen de consekwestie
der leer van den Staat-Alverzorger ver
borgen; en ook de radicalen, ondanks
hun ijveren voor Staatsschoolvoeding en
kleeding en geneeskundige verzorging
dachten er niet aan om hun stelsel zóó
ver Hoor te zetten als Plato dit deed.
Toch was 't jammer, dat vele Protes-
tantsche Christenen destijds geweigerd
hebben den strijd voor „de vrije school
regel" mee te voeren. Hoeveel eerder
zou men aan de vervulling van dezen
wensch toegekomen zijn.
En nog zijn er velen, vooral onder
de predikanten, die niets liever zagen
geschieden, dan dat de ouders zich op het
terrein der school afzijdig hielden en de
zorg voor het schoolonderwijs overlieten
aan den Staat, die dan zou hebben te
geven zoogenaamd Christelijk Openbaar
onderwijs.
Of het dan niet schoon zou zijn, wan
neer het daarheen kon worden geleid dat
weer heel het volk, in alle deelen van 't
land, zijn kinderen naar een waarlijk
Christelijke openbare overheidsschool
zond?
Zeker zóu 't dat.
Maar wie gelooft nu nog aan de moge
lijkheid dat de openbare onderwijzers, ge
steld zij geloofden allen zeiven hetgeen zij
leerden op godsdienstig gebied, in staat en
gezind zouden zijn om zoodanig onder
wijs te geven?
Reeds zestig jaren geleden schreef de
liberal® staa.tsman-geschiedschrijver-onder-
wijsman-volksvertegenwoordiger mr W. H.
de Beaufort dat vele openbare onder
wijzers volgelingen waren van den onge-
loovigen moralist Multafuli.
Wie durft zeggen, dat het nu niet reeds
veel erger is?
Rn toch zijn er nog tal van geleerde
Nederlandsche Christenen, die dezen
droom van een Christelijke Openbare
school naast de idee eener alomvattende
volksschool niet willen loslaten. En ook
onder onze oud-Liberalen zijn er nog en
kele brave dwepers met een algemeen
Christendom, een religie van menschen-
min, een deugdengodsdienst, zooals reeds
in de achttiende en de vorige eeuw de
denkers der revolutie die leerden, doch
welke niet anders was (en is) dan „een
zedeleer do.or het Deïsme gedragen".
En wat het Deïsme is, hebben wij
in 'ons nommer vai\ 17 Aug. j.l. uiteen
gezet. Het is een „godsdienst", die God
op zij schuift, en 'ter voor houdt dat Hij
zich met zijn schepping niet meer inlaat.
Een neutrale God, die geen goed doet,
maar ook geen kwaad.
Christenen, 'die met deze Deïsten in
bond voortgaan met voor een ééne open
bare school te ijveren, zijn niet op den
goeden weg.
Zij stellen zich principieel tegen Groen
van Prinsterer over.
Zij zoeken de gedienstigheden der prac-
tijk, tegen welke deze stichter onzer A.-R.
partij zoo ernstig gekant was.
Het waren toch deze „gedienstigheden
der praktijk", die op de Veluwe en in onze
provincie in strijd met de wet Christelijk®
openbare scholen duldden, welke hem zoo
onwelkom waren, omdat zij de actie voor
de vrije school belemmerden.
Het doet ons genoegen dat de beproef
de strijder voor de vrijheid van onderwijs
zjj 'took na zijn dood, gelijk gekregen
heeft.
De liefde tot de Vrije School is in
alle Christelijke, en ook in verschillende
neutrale kringen klimmende
Zelfs van Liberale zijde wordt aan
Gnoen's standpunt steun geboden.
Reeds in het Voorloopig Verslag van
Rapporteurs uit de Eerste Kamer over
Hoofdstuk V der staatsbegrooting over
het jaar 1890 (Handelingen der Staten-
Generaal 1889-'90 I blz. 127) kon men
lezen, „dat leden, vroeger voorstanders
der openbare school, verklaarden tot liet
inzicht te zijn gekomen, dat de openbard
school door de vrije moet vervangen wor
den. Door de kracht der omstandigheden
en, ook door de verschillende waarde,
welke men aan de dogmatiek hecht voox
het leven, moet men het denkbeeld van dp
neutrale school, zooals die in 1857 werd
bedoeld, opgeven en overgaan tot het stel
sel van "vrije scholen, onder de noodige
regelen 'en waarborgen, en die snbsi-
diëeren".
Blijkbaar werd hier een gevoelen weer
gegeven niet van rechtschen afkomstig.
Trouwens tal van moderne geleerdezr
Bruining, Roessingh, Krabbe en vele
anderen, sloten zich in den loop der vol
gende jaren bij deze ongenoemde bekeer
lingen aan.
Langzamerhand heeft dan ook de Open
bare School opgehouden de voornaam
ste te zijn.
De Vrije school staat financiëel niet
langer hij de Openbare school achter.
Natuurlijk weer wel in gemeenten waar
de meerderheid nog van den oud-Radica
len stempel is; doch aan dit soort uit-
sluitingszucht is de breidel aangedaan,
door het recht van beroep op Gedepu
teerde Staten en, zoo ook dezen misschien,
wat de praktijk onzer lager-onderwijswet
aangaat, het niet eens blijken dan is er
een nog hoqger beroep mogelijk, name
lijk op de Kroon.
Het is wel jammer, dat dergelijke op
merkingen nog. moeten gemaakt worden,
terwijl toch de gelijkstelling tusschen open
baar en bijzonder onderwijs rechtens zoo
vast staat.
In ieder geval zullen zij, die nu nog
den bloei der bijzondere school tegen
houden, en op aanvragen van Chr. school
besturen trachten te beknibbelen; onder
vinden dat dit op den duur toch niet
gaan zal.
Volgens het „Regeeringsoverzicht
van het betrekkelijk verzuim op de
lagere scholen in Nederland" bedroeg
in 1925 het gezamenlijk aantal school
tijden van alle lagere scholen in ons land
in ronde getallen 459 miljoen; waarvan
2491/2 miljoen, dus 54 procent voor de
bijzondere scholen en 2091/2 miljoen, dus
46 procent, voor de openbare scholen.
Do vrije school heeft derhalve do open
bare school al voorhij giestreefd.
En dat niet door kunstmatigie opdrij
ving maar krachtens de werking van het
vrijheidsbeginsel en de doorwerking van
geestelijke factoren, welke in de volksziel
wortelen.
Poging tot moord op Pangalos?
Volgens een bericht uit Athene aan de
Neue Freie Presse is een poging tot moord
op Pangalos, den vorigen Griekschen mi
nisterpresident, gepleegd. Vier mannen in
officiersuniform meldden zich aan bij den
directeur van de gevangenis te Kreta,
waar Pangalos opgesloten is en verklaar
den dat zij opdracht hadden de bewaking
van den ex-dictator op zich te nemen ten
einde te voorkomen, dat hij zou ontvluch
ten. Daar de gevangenisdirecteur al eerder
vernomen had, dat er plannen bestonden
tot vermoording van Pangalos, liet hij de
vier mannen gevangen nemen. Er gaan
geruchten over het ophanden zijn van een
nieuwen militairen staatsgreep.
De burgeroorlog in China.
Tusschen de strijdkrachten van den dic
tator van Shanghai, Sun Tsjoeang Fang,
en de invallers uit Canton is een slag bij
de grens tusschen Kiangsi en Hoenan be
gonnen; tot dusver bleef de strijd onbe
slist.
De „Shanghai Times" zegt, dat de
nieuwste geheel metalen Russische vlieg
tuigen verkenningsvluchten voor den op-
marsch van het Canton-leger verrichten.
De Britsche kruiser „Hawkins" is te Hau-
kau aangekomen. Zijn aanwezigheid heeft
reeds een kalmeerende uitwerking gehad.
De aanslag op Mussolini.
Voor de vierde maal in twee jaar tijds
is Zaterdag Mussolini aan een geweldda-
digen dood ontsnapt. In April schoot een
onwijze Engelsche vrouw op hem, maar
trof alleen zijn neus. Op 31 Augustus 1924-
werd een aanslag beproefd op zijn auto
tusschen Acqua Pendente en Rome en
doorzeefden de voor hem bestemde kogels
een auto dié volgde. In November van het
vorige jaar werd een samenspanning ver
ijdeld, beraamd om hem op Wapenstil
standsdag uit een hotelkamer met een ma
chine-geweer te bestoken. Zaterdagoch
tend heeft een jong Italiaansch anarchist
hem, toen hij met zijn auto door de Piazza
Porta reed, op weg naar het Ghigi-paleis,
met een hom trachten te treffen, waarvan
de scherven echter slechts vier voorbij
gangers licht kwetsten.
Deze reeks van aanslagen hebben Mus
solini's populariteit bij zijn aanhangers
natuurlijk slechts verhoogd en zijn aanlei
ding geweest voor geestdriftige betoogin
gen.
In alle steden van Italië en in alle kolo
niën hadden grootsche manifestaties
met volle onderwerping. „Ik gebruikte
maar wat brandewijn tegen de flauwheid
en den schrik. O, ik zie wel, dat ge mij
niet vertrouwt; maar ik zal toch mijn
woord houden. Ik ben niet zoo dwaas, om
zoo'n goeden man, als gij zijt, verdriet aan
te doen' en hij lachte op eene akelige wij
ze, terwijl hij weer naar zijne plaats te
rug ging; maar voordat Grey de kamer
verliet, zag hij, dat Walter zijne vorige
houding weer had aangenomen en het ge
laat in de handen verborgen hield.
Wat moest er gedaan worden? Grey was
ten einde raad; het grootste gedeelte van
den dag moest hij afwezig zijn, want het
zou niet gemakkelijk zijn, om eeno ge
schikte kamer te vinden, en er was nog
zooveel te regelen; ook moest hij geld zien
te krijgen van Charlotte.
Als Bertie'nu maar niet weer die lange
wandeling was gaan maken! en Mary was
opgesloten in de ziekenkamer, en boven
dien was zij geheel uitgeput Charlotte
eveneens; maar Charlotte zou toch niet
van eenig nut hebben kunnen zijn. Dollie
-zou hij Dollie vragen? zou het wel ge
schikt zijn voor haai-, die nog slechts een
kind was, om uren alleen te blijven met
een lijk en iemand als Walter? Hij herin
nerde zich, dat er menschen in huis wa
ren vrouwen en kinderen die zij ter
hulp kon roepen; -en hij zou zoo vaak hij
plaats, waaraan alle klassen der bevolking
deelnamen wegens het mislukken van den
aanslag op Mussolini. Nergens had tot
dusverre ook maar de geringste orde-ver-
storing plaats.
Mussolini heeft van het balcon van het
Ghigi-paleis een toespraak gehouden,
waarin hij o.m. het herstel van de dood
straf aangekondigd heeft.
Communistische actie.
Volgens berichten uit Sofia heeft de
sovjetgezant tijdens de jongste onlusten
te Athene een levendige propaganda ge
voerd. Niet alleen werd deze propaganda
gesteund door rijke geldmiddelen, waar
over de vertegenwoordiger van Moskou
beschikt, doch talrijke ontslagen officieren
en onder-officieren en vooral Grieksche
vluchtelingen uit den Kaukasus voeren in
het geheele land in leger en vloot, openlijk
een communistische propaganda. Ook uit
Macedonië en uit Albanië komen berichten
over een levendige communistische propa
ganda.
Soldaten-muiterij in Portugal.
Het Portugeesche ministerie van oorlog
heeft een mededeeling gepubliceerd, vol
gens welke Zaterdag in het garnizoen van
de grensstad Ghaves wanordelijkheden
zijn uitgebroken, die volkomen onderdrukt
zijn. Volgens een nader bericht uit Lissa
bon heeft een infanterie-kapitein getracht
met den steun van weinig militairen en
burgers, het postkantoor en het station
te bezetten. Hij kreeg evenwel geen vol
doenden aanhang.
De wapenstilstands wagon.
Er bestaan plannen om den historischen
spoorwegwagen, waarin maarschalk Foch
en Erzberger in November 1918 in het
bosch van Gompiègne de wapenstilstands
voorwaarden onderteekenden, van de bin
nenplaats der Invalides te verwijderen.
Toen de Compagnie des Wagons-Lits
den restauratiewagen aan den Staat
schonk, vertrouwde Millerand, destijds
president der republiek, hem aan de zor
gen van generaal Malleterre, directeur
van het Legermuseum toe, die hem op de
binnenplaats der Invalides deed plaatsen.
Dit ging met eenige moeite gepaard en de
poort van de Cour des Invalides moest
zelfs iets worden uitgebroken om den wa
gen door te laten. De poort werd aan
stonds gerestaureerd, zoodat hij voor goed
op de binnenplaats scheen opgeborgen.
Intusschen is de wagen aan weer en
wind blootgesteld. Reeds één maal is hij
opgeknapt en bijgeschilderd, maar thans
is hij wederom in verval geraakt. En gene
raal Mariaux, die generaal Malleterre is
opgevolgd, wil hem graag kwijt. Het beste
zou zijn hem weer naar Rethondes, in het
bosch van Compiègne, terug te brengen, en
hem op de historische plek neer te zetten,
maar het transport zou veel geld kosten,
de wagen zou wegrotten in de open lucht
en bovendien is het spoor, waarop hij eer
tijds werd gerangeerd, sedert lang ver
dwenen.
Thans heeft een gefortuneerd Ameri
kaan, die onbekend wenscht te blijven, aan
den heer Fournier-Sarlovèze, maire van
Gompiègne, aangeboden de kosten van het
transport van den wagen, zijn onderhoud,
de inrichting van een woning voor een
wachter, enz. te willen betalen. De maire
heeft een begrooting opgemaakt en wacht
nu op het antwoord van den Amerikaan.
Korie berichten.
Het blad Lupta, dat gemeld had dat
de Roemeensche koning zich met den ge
wezen kroonprins verzoend had en dat de
ze in November te Boekarest zou terug
kon naar haar komen zien. Als zij be
vreesd was, kon zij altijd weigeren; maar
hij was in een moeilijk geval en vond, dat
hij het haar moest vragen. Eén ding was
zeker, hij durfde "Walter niet alleen la
ten; hij zou krankzinnig van vrees kunnen
worden; hij'zou zichzelven te kort kunnen
doen; hij nu, het was niet noodig al die
akeligheden op te sommen Dollie was
ten slotte toch een vrouw, en zelfs een
zeer moedige vrouw, hij moest eerst naar
huis gaan en met haar spreken.
HOOFDSTUK XVI.
„Te Iaat! Dat woord bestaat
n i e t."
Nadat Grey zijn droevig verhaal ver
teld had, gevoelde hij, dat hij geen be
rouw behoefde te hebben. Hoe innig veel
belang stelde zij er in!
„Wacht even op mij, ik zal dadelijk te
rug zijn," was al wat zij zeide; en bijna
voordat hij opgehouden had naar hare
voetstappen te luisteren stond zij weer
naast hem, een weinig buiten adem, ter
wijl zij met bevende vingers hare lange
handschoenen vastknoopte.
„Zult ge niet .bang zijn, als ik een poosje
wegblijf?" vroeg hij bezorgd, terwijl zij
snel door de laan liepen; „en gij moet mij
één ding beloven dat ge niet in de
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.—
Losse nummersfO.OS
Prijs der Advertentiën:
14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct
Bij abonnement belangrijke korting.
keeren en in al zijn rechten zou worden
hersteld, is in beslag genomen.
De „Chicago Tribune" meldt uit Ge-
nève, dat er ernstig sprake van is om
Turkije terstond in den volkenbond op te
nemen met toekenning van een zetel in den
raad. De onderhandelingen worden ge
voerd door bemiddeling van de Jouvenel,
den aftredenden lioogen commissaris van
Syrië.
Te Genève 'is men van meening, dat
Nederland en Chili goede kans hebben om
met Polen een niet-vasten zetel voor 3 jaar
in den volkenbondsraad te krijgen of an
ders een voor 2 jaar. Liefhebbers worden
gezocht voor een een-jarigen zetel.
Waar de Engelsche mijneigenaars
zich in op één na alle-districten tegen een
nationale regeling hebben uitgesproken,
heeft de hondsvoorzitter aan Churchill ge
schreven, dat hij meent, dat een bijeen
komst tusschen vertegenwoordigers van
regeering, mijneigenaars en mijnwerkers
geen zin heeft.
De hoofdcommissaris en de presi
dent van politie te- Rome zijn in verband!
met den aanslag op Mussolini afgezet.
,De Belastingplannen.
Het eerste gedeelte is verschenen van
het Verslag der Commissie vaiï Voorbe
reiding uit de Tweede Kamer inzake de
voorstellen van Minister De Geer tot
herziening van verschillende belasting
wetten.
Men herinnert zich, dat het doel van
Minister Colijn was: enkele der meest
drukkende, oneconomisch werkende hef
fingen te verlagen, door anderzijds een
belasting te heffen van niet-noodzakelijke
uitgaven.
Hij gaf daar dezen vorm aan, dat:
de voor het leeningsfonds geheven op
centen op de Personeele belasting en
op de Rijksinkomstenbelasting zouden
worden verminderd; en de voor datzelfde
fonds geheven Verdedigingsbelasting II
(vermogen) zou worden afgeschaft; dat
voorts verlichting zon worden gebracht: in
de successiebelasting, in de inkomsten
belasting en in de personeele belasting;
en dat tegenover die mindere opbrengst,
tesamen geraamd ,op 23.5 millioen, een
z.g.11. zegelbelasting zou worden geheven
op verteringen in hotels en restaurants,
en op den aankoop van weelde-artikelen.
Minister De Geer heeft zich met de
Hoofdgedachte vereenigd, maar in de uit
voering eenige wijzigingen gebracht. De
voorgestelde herziening der inkomsten
belasting (die beoogde een ontlasting den
groote gezinnen) heeft hij: vervangen!
eenerzijds door een afschaffing van de
ten behoeve van het Leeningsfonds ge
heven opcenten op de personeele belas
ting en op den suikeraccijns; anderzijds!
door een verlaging van de hoofdsom der
personeele belasting. In het bijzonder
wordt de druk der Pers. Belasting ver
licht voor groote gezinnen. En de Ver
dedigingsbelasting II wilde hij niet ge
heel afschaffen, maar op- de helft bren
gen. Bovendien zijn er verschillende wij
zigingen gebracht in de weeldeverterings-
belasting, voornamelijk heperkingen.
Die voorstellen zijn door de Kamer
verwezen naar een Commissie van voor
bereiding, die nu het eerste deel van haar
rapport publiceert.
Ze besloot de Kamer gunstig: te adi-
viseeren omtrent een door de regeering
subsidiair opgeworpen denkbeeld, om de
aangrenzende kamer zult gaan waar
lijk dat moet ge mij beloven"; en zijne
ste mnam dien lichten toon van gezag aan,
dien zij onwillekeurig was beginnen te ge
hoorzamen.
„Ik denk, dat ik u dat wel kan beloven,"
antwoordde zij zacht; ik heb nog nooit een
lijk gezien, en ik geloof niet, dat ik' den
drempel over zou durven gaan. Met Mary
is het anders zij is ouder en heeft meer
ondervinding; zij is reeds hij vele sterf
bedden geweest oude mannen en vrou
wen en kleine kinderen; is het niet
vreemd? En toch is zij nog maar een
meisje!"
„O, Mary is eene uitzondering; ik heb
nog nooit zóó iemand ontmoet. Van kind
af is z;j behulpzaam en zelfstandig ge
weest; en dan heeft zij eene goede oplei
ding gehad zij is geheel eene diacones,
behalve in naam."
„Ja, zij is zeer goed," antwoordde Dol
lie zuchtend; en toen zwegen zij, totdat zij
hunne bestemming bereikt hadden.
Als Grey soms aan de wijsheid van zijn
plan getwijfeld had, deed hij het na ver
loop van weinige oogenblikken niet meer.
Dien dag zou Dollie eene geheel nieuwe
zijde van haar karakter vertoonen.
l
(Wordt vervolgd.)
(ItïlilLj J uJJ yj L: I
Uit het Engelsch.
57) _o-
>Ik vind wel, dat gij haar nauwkeuriger
hadt moeten bewaken; gij hadt haar het
vergif moeten afnemen."
„Onmogelijk," was het antwoord; „gij
keilt Mally niet. Zij was zoo sterk als ee'n
man; en zie mij eens aan, hoe zwak ik ben.
Kom haar nu eens even zien," vervolgde
hij, met moeite opstaande. „Zij heeft niet
veel geleden, zeide men; zij was geheel
dood, toen men haar opnam"; en Grey
volgde hem schoorvoetend in het aangren
zend vertrek.
Arme, verdoolde Mally! Daar lag zij nog
met den zwarten doek om haar grijs hoofd
gebonden. Na het eerste weerzinwekkend
oogenblik, was Grey er verbaasd over te
zien, hoe jeugdig en schoon de gelaats
trekken nog waren, de rimpels waren ge-
teel verdwenen; in den bloei harer jaren
moest zij ongetwijfeld zeer schoon zijn ge
feest. Walter gaf woorden aan deze ge
dachten. „Ach, zij was schoon in het be-
8®, dat ik haar kende. Arme Mally! de
treeselijke dood van onze kleine Belle
bracht haar het eerst op den slechten weg.
Zij was een slechte vrouw voor mij, de
vloek mijns levens, maar toch heb ik haar
nooit zoo'n einde toegewenscht"; en hij
sprak met waar gevoel.
„Nu ik u alles verteld heb, zult ge toch
niet heengaan," ging hij smeekend voort,
toen zij in de andere kamer waren terug
gekeerd.
„Ik kan niét alleen met haar gelaten
worden," zeide hij.
„Ik kan u hier vannacht natuurlijk niet
laten," antwoordde Grey.
„Ik ga nu beproeven eene nette, fatsoen
lijke kamer voor u te vinden. Ik heb nog
veel te doen; uwe huismenschen moet ik
spreken on den dokter en er is nog veel te
regelen.'
„Ik wilde, dat ik met u mee kon gaan,"
zeide Walter vol verlangen; „maar ik ben
zoo zwak, en kan nauwelijks door de ka-
mef loopen. Blijf niet langer uit dan noo
dig is; en kom vooral terug, voordat het
donker wordt. Ik hen geen lafaard, maar
i emand moet wel zeer dapper zijn, om al
leen te willen blijven met een lijk!"
„Ik zal vóór den donker terug komen,
als gij mij één ding belooft. Gebruik niets
dan wat ik u zal zenden wat soep en
koffie. Neem daarvan zooveel ge maar
wilt, doch niets anders, denk er om!"
„Dat beloof ik u," antwoordde Walter