Klauwzn tl radr koek merk, Centiaren Bouwl®[ •qo 'I'd TT 'jfa 'paoQ 'je>|a|8Mj,J® j, ifo Ponderdag September lifSIfi FEUILLETON marv st joim 1 I 1 ben, voor welke b behoefde, zulks bmen als hoofd- ivas en hij overi. lenige beteekenis Ind evenwel aan toe, de gedane en voorts: dat leen zeer rijk ge. I bewoonde enz. pverd, meende de tge de vordering liet gerechtshof Ins verweer een In. Wel is waar left de appellant igenieur en daar- bmstreeks f 80.000 It neemt niet wee lim f 11.000 over iels en costumes kisting is te be- lend kan worden lelijksche uitgaven lallen, zeer zeker It fortuin van den lewonen van een 1 houden van een en dergelijke ver- brip van gewone I der huishouding fier deze omstan- bet veronderstelde Ihtgenoot te kun- X alleen zag „De afgewezen, doch I nog f 425 bijdra, der tegenpartij. ÏERBERICHT. lond van 2 Sept.: It Oostelijke richtm- lhalf bewolkt, droog onweer in het Zui- len koeler. ratis voorlichteno en enz. in den Raift RAAT, ESiddffllbuf iting één cent per til ziek Vee de zachlt] en voedzame pnwoordiger voor 1 B00GERD, Middelburjl KOOPi lonhuis en Ertl Arendskerke, aan 1 root 3 A. 70 cA. piuurd aan den 1 October a.s. ^tigen Donderdag!^ 5—6 uur. |n te bekomen. Notaris PILAAK'I bij inschrijwingil olenweg te ZouteM 24 November 19ii| te leveren vóór f| |a.s.- ten kantore i tUVE te Middelbuq rijving t© feoop! eleii en Peren] oomgaarden van i 't Hof te Oudelrf" fstede, en ol Mz. te Nisse, in11 udelande. n bij L. SCHOl older, die inschrijv# 4 Sept. a.s. I - Z9 "l®JL i Jinnuaa JTd SI U95[9M. 9 GCUP 11 geeg uo Ainann®!®; -peexrooA. ?'n runoj, QnqouispiO 'j ij 'paoj 2'J 9 w d f ^ni 'puon 3 ods J99Z U909J dOOlM est© Melkl*0®! te koopi iE, Souburg. gevraagd swogeode Duw DE BRAAL, Ö°etf EKOOP: ©dan" 4 d»«] at. Brieven ondere )HUIJ, Middelburg rgang Drukkers-Exploitanten: jjOSTERBAAM LE CGINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Goes 7(1.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 het socialisme een sophisme. Het socialisme heeft zich aangewend alle mogelijke minder aangename gebeur tenissen en toestanden in verband te bren gen met het kapitalistische stelsel. Men kan dit in het klein zen in de socialisti sche pers tot zelfs in de keuze der opschriften boven haar gewone dagelijk- scbe berichten. Sterft er bijvoorbeeld een arbeider of wordt hij op zijn werk verminkt, dan heet 2ulk een gestorvene of verminkte: slacht offer van den arbeid. En in het groot ziet men het aan de onjuiste theorieën die in kringen der socialisten verkondigd worden, en van welke ook de vader van het socialisme, Marx, niet vrij was. Een van de sopliismeu, door hem uitge dacht, is deze: „Alle rijkdom wordt door den arbeid voortgebracht, daarom komt aan de arbeiders alle rijkdom toe." Bij ©enig nadenken moet ieder het on gerijmde van zoodanige stelling inzien. Doch de propaganda had dergelijke groote woorden noodig om de' partij uit te breiden. De arbeiders moesten gewon nen worden. Want d© eerste vertolkers van het socialisme waren over 't algemeen geleerde en aanzienlijke heeren. Zij waren, in alle landen waar het socialisme zich aandiende voor het meerendeel studenten, professoren, moderne dominé's, openbare onderwijzers, advocaten en, niet te ver geten, impressionistische (indrukkelijke) dames. Altegaar personen die den men- schen voorrekenden dat, wat er in de wereld verkeerd moge gaan, het kapitalis tische stelsel er de schuld van draagt en dat op dei eene of andere wijze dit stelsel behoorde te worden gewijzigd. Deze menschen noemden zichzelf een stemmig sociaal-democratische arbeiders partij, ofschoon de arbeiders in deze partij jte tellen waren. Spottend breidde de spraakmakende menigte de beginletters dezer partij uit tot woorden die heel iéts anders uitdrukten dan soc. dem. arb. partij; studenten, dominé's en advocaten waren de arbeiders die men er te zoeken had. Gelijk in hét natuurlijke leven: een arbeiderspartij zonder arbeiders. Dit is meer gezien. Een knappe kok maakt wel hazep'eper zonder iets van een liaas er in; de keu kenmeid kan wel haringsla klaarmaken, ook al is er geien haring; en menige huismoeder trakteert haar man op schild padsoep, als zij den vorigen dag bruine boonen gekookt heeft. De knecht van 1 Samuel Pickwick was ook eens zoo geluk kig achter d© geheimen van het vak te komen, en werd toen gewaar, hoeveel soorten van pasteien men wel maken kan vankattevleesch. Zoo heeft iedere stand zijn geheimen: de kok weiet hoe men hazepeper moet maken als er geen liazen zijn en de S- D. A P. heeft jaren aaneen gebruik ge maakt van haar kennis va'n 't geheim om «en arbeiderspartij te vertegenwoordigen zonder arbeiders. Evenwel, 'die tijd is voorbij. Miljoenen arbeiders hebben zich nu onder de s.d.- vanen geschaard; en praten elkander na' dat het kapitalistische stelsel de oorzaak hunner ellende is en op de eene of andere manier moet gewijzigd worden. Maar wanneer men hen nu vraagt om de details aan te geven, die gewijzigd zouden moe ten worden, wat nu precies de gedeelten zijn, die zij willen afschaffen en wat zij daarvoor in de plaats zouden willen stel len, dan weten zij er al even1 weinig van als hunne leiders. Dan zegt de een dit, de ander wat anders, en niemand VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG, Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3.-^« Losse nummersfO.Of Prijs der Advertentiën: 14 regels fl.20, elke regel meer 30 ct, Bij abonnement belangrijke korting. 50.) Uit hef Engelsch. o zegt iets dat voor allen te zaam als gemeenschappelijk uitgangspunt zou kun nen dienen. Toch hebben ook zij hunne leerstellin gen, met welke men zijn onderzoek kan aanvangen. Deze leerstellingen zijn over het geheel nieuw. Men kende ze al onder de oude Grieken. Een er van is: de rechten -der velen tegenover de feitelijke macht der weinigen. Ben ander is: een maatschappij moet er zijn, waarin allen gei]ijk zijn, niet alleen in politiek© bevoegdheid, maar ook in maatschappelijke! positie. In den loop der eeuwen heeft men getracht deze theorie in praktijk te brengen; ook nog in de laatste eeuw en de laatste jaxen. In Frankrijk, •Rusland, Hongarije is het beproefd, doch alle proeven zijn op droeve mislukking uitgeloopen. Ook proeven in het klein, zooals in Engeland dei kolonie van Robert Owen, en in Frankrijk de uitdenksels 'als „phalanstères" paleizen, waarin de menschen broederlijk zouden samenwonen zijn nooit verwezenlijkt. Dat soort socialisme is een utopie, een droombeeld gebleken. Eindelijk stond er een man op, die de gave bezat om aan te vullen wat ontbrak. Hij voorzag de onsamenhangende verlan gens in dien tijd als socialisme bekend, van een formule, die te gelijk nauwkeurig begrensd, onver staanbaar en veel omvattend was, en die tevens geheel het voorkomen had van streng wetenschappelijk te zijn. Zoo ver haalt Malloek in zijn „Kritisch onderzoek van 't Socialisme". En hij voegt er aan toe: „Door middel hiervan werden gedach ten en gevoelens, aanvankelijk vaag en vloeibaar als zouten in een toestand van oplossing, gekristalliseerd in een scherp- helijnde theorie, die voor allen volstrekt dezelfde was, die allen konden aan vaarden met hetzelfde vertrouwen, en die zoodoende een kern werd, waaromheen een eendrachtige partij met een bepaald doel en programma zich kon vormen. Dit gewichtige feit bracht Karl Marx tot stand met zijn ver handeling over het Kapitaal, waa.rin de theorie van Marx is ontwikkeld, die on der dei meerderheid der socialisten nog steeds ovgrheerschende is.". Wanneer wij nu boven dit opstel plaat sen „het socialisme een (soort) sophisme", dan bedoelen wij hiermede het socialisme, gelijk bet zich vertoonde voor het op treden van Marx. Het is de ©ere van dezen grooten denker geweest dat hij orde gebracht heeft in den chaos van verwarring stichtende denkbeel den zijner leerlingen en den weg gebaand heeft voor hun meer gedecideerd optre den als Soc.-Dem. Arbeiderspartij. En toch „hoe is het te betreuren", heeft een ander schrijver gezegd, „dat zooveel scherp zinnigheid, zooveel tijden zijn gewijd aan het werk der vernieling en aan een vruch teloos streven naar het onbereikbare. Hoe veel beter ware het geweest, Indien men, in plaats van al die kostbare) gaVen te verspillen, ze had besteed om de maat schappelijke toestanden met krachtige hand te verbeteren." Want de prediking van het evangelie der ontevredenheid ver spreidt veel ellende onder de menschen. En nu eenmaal zooveel uitnemende krach tan, misleid en misleidend, werkzaam zijn om ellende over de menscliheid te bren gen, is bet de; dure roeping van allen, die iets vermogen, óm de dwalingen te weerleggen en de doorwerking van het verderfbrenaend gif te weren. Grey keek wat verlegen, toen zijn broe der de kamer uitging; hij wist niet recht wat te doen; hij moest iets tegen haar zeggen, en zien te weten te komen, hoe zij haar dag door wild© brengen, hij kon haar toch niet geheel aan zichzelve overlaten. Maar terwijl hij nog aarzelde loste Dollie de moeilijkheid op, door zeer statig naar do deur te loopen en daarna zoo hard zij kon naar liaax eigen kamer te vliegen, waar zij zich voor de rest van den morgen opsloot. Zij werkte wat, las wat, maai' gaapte nog meer. Aan de koffie ging het niet veel beter. Bertie deed zich zoo aangenaam voor, als hij onder dei gegeven omstandigheden vermocht, Waar. dezen keer maakte Dollie geen toespelingen op de schoonheid van bet w«er. Zij zat kaarsrecht en zeide van ujd tot tijd korte afgebroken zinnetjes tegen Charlotte. Grey fronste meermalen zijn wenkbrauwen van stille verbazing; bog nooit was Dollie zóó stil en zedig geweest! De drukte van Charlotte kwam nu goed te pas. Zij scheen niets te bespeuren van de gedrukte stemming, die er heerschte, en zij trippelde dan ook weldra weg, om Mary te wekken en zelve haar middag dutje te doen, zonder er zich om te bekommeren, wat er van Dollie werd. Het was een heerlijke namiddag; de zon scheen aan den onbewolkten hemel. Dollie keek uit het venster harer ka mer en verlangde naar een wandeling; toen herinnerde zij zich de brug van de Béguinage en bloosde; eindelijk zette zij baar hoed op, sloop zoo stil als een pluisje dé trap af, en sloot de deur zóó zacht, dat Grey, die 'in de eetkamer zijn handschoenen 'aantrok, haar in het geheel niet hoorde en in de meening verkeerde, dat zij nog op haar kalmer opgesloten zat- En zoo bemerkte hij, toen hij de la'an afliep in de richting van het kerkhof, tot zijn groot genoegen, dat de grijze japon vóór heim aan Dollie behoorde, en dat hij haar als een beschermengel volgde stil en onzichtbaar. Dit beviel hem en hij nam! zich voor zijn weg tei vervolgen; maar wat te doen, als zij zich eensklaps omkeerde en dus zou ontdekken dat hij haar volgde? Deze gedachte deed hem ontstellen en dus be sloot hij, dat het dan maat beter zou zijn terug t« keeren. Goor en zijn burgemeester op Konin ginnedag. Onder dit opschrift lezen wij in „De Nederlander" de volgende juiste opmer kingen, klaarblijkelijk van den hoofdredac teur, die als weinigen op de hoogte is. De gemeenteraad van Goor besloot op voorstel van het sociaal-democratisch raadslid H. Boswinkel om op 31 Augustus van gemeentewege niet te vlaggen. Op zichzelf is dit besluit bij een ge meenteraad, die voor het meerendeel van die richting is, niet te verwonderen. De sociaal-democratie is principieel anti-mo narchaal, al zit men nu en dan met de practische toepassing wel wat verlegen in ons land, waar de vorstin staatshoofd is op wettige wijze en volkomen constitu tioneel regeert. Dit erkende ook de 'burgemeester W. van der Sluis en toch .adviseerde bij den Raad: Steekt de vlag niet uit. Waarom? .Een zijner voornaamste ar gumenten luidde, dat zekere politieke par tijen het staatshoofd 'in 1918 reerlevoer- (den in haar propaganda tegen de moderne arbeidersbeweging en daardoor een steeds groeiend volksdeel van het' Koningshuis is verwijderd. Deze voorstelling van zaken nu is he slist onwaar: Er was noch bij zekere politieke par tijen noch bij de regeering noch bij de Vorstin een ©ogenblik sprake van pro paganda tegen de moderne arbeidersbe weging, maar wèl en uilsluitend tegen het revolutionaire element, dat de sociaal-democratische woordvoerders te onzaliger ure in die beweging hadden gebracht en met betrekking waartoe zij zelf latei' bakzeil hebben moeten halen. Zoo sprak de heer Heijkoop in de be ruchte Rotterdamsche meeting: „Is er onder de bezittende klasse één die denkt, dat de revolutie (van Duitschland) bij Zevenaar aan de grens omkeert? De revo lutie moet do o r, slaat Zevenaar over, maar komt in Rotterdam terecht. Ik ben er trotsch op, dat deze beweging be gint te Rotterdam'. Ik weet, dat Troelstra morgenmiddag één uur in de Tweede Ka mer het revolutionaire woord zal spre ken buiten de parlementaire orde en bui ten den gewonen gang van zaken tot de bezittende klasse en tot de regeermjg." En dien volgenden middag deed jVIr Troelstra in de Kamer dat revolutionaire woord hoeren, teen hij zeide,.tot de re- geering des lands, die daar zat,^krachtens een meerderheid, gekozen -op gpond van het algemeen kiesrecht: „Wel weet ik, dat gij mist de zedelijke kracht en het poli tieke staatkundige recht om daar te blij ven zitten als de Regeering van het Ne- derlandsehe volk." Revolutionairder kan het niet. Tegen die revolutionaire beweging, die voor de socialisten later zelf een groote vergissing bleek te zijn zijn toen allen, behalve sociaal-democraten en commu nisten, over het geheele land in verzet gekomen, en onze Vorstin heeft zich toen terecht er in verheugd dat orde en wet het wonnen van 'dom geweld. Dit zijn de feiten. Het argument van den Gioorschen burgemeester was onwaar. De sociaal-democratische theorie moest worden goedgepraat. Ziedaar alles. Zuinig in 'f kleine. 't „Pound foolish and Pennywise", wat wij zeggen: „Op de duiten zien", is steeds voor elk Gouvernement een ongemeene kracht gebleken. Een enkel maal een wat roekelooze uitgave bederft den geest dei' ambtenaren niet, en in het steeds op zui nigheid bedacht zijn, schuilt voor het pu bliek beheer ongemeene kracht. Juist daarom is 't zoo onbegrijpelijk, dat op zoo in 't oogloopende wijze met kleine bedragen kan gespeeld worden. Zie er hier een paar voorbeelden van. We ontleenden ze aan een verslag van de Rekenkamer. Omdat er zegels moesten zijn voor de heffing van consulaatrechten, adviseerde de idrecteui'-generaal der P. T. T. een sier kunstenaar te nemen. Alzoo geschiedde. Kosten f 500. Nog sprekender is hetgeen wij deze week omtrent den bouw van liet postkan toor te Haarlem mededeelden. Is 't te verwonderen dat in sommige kringen geklaagd wordt over de tweeërlei maat waarmee hij de bezuiniging gemeten wordt, en over de brutaliteit waarmee nog altijd de dag der kleine dingen veracht wordt? Bflltnlavl. Maar ziet, terwijl liij nog aarzelde en toet bewondering haar bevallige gestalte ■in de veirfc© beschouwde, bleef de grijze japon plotseling staan, keiek Dollie om izich heen en kwam toen aanhollen ja! werkelijk op hèm aanhollen. Zij scheen in het minst niet verbaJasd hem t© zien, miaar al hare nieuw aam geleerde deftigheid ontviel haar, als een kleed; liet was de oude Dollie weer, die naar hem toe kwam loopen, met hare kleine gehandschoende handen naar hem; "uitgestrekt en verschrikte blauwe oogen, 'die beun aanstaarden. „O, Mr Lyndhurst, ik ben zoo blij, dat gij mij gevolgd zijtl" (wie zeide haar, dat bij haar gevolgd was) „daar is die iman de zoon van Mrs Reid, weet ge hij zit op de bank, en schijnt vreeeelijk ziek te zijn"; en Dollie keek Grey aan, alsof de wijsheid va'n Salomo bij hem zetelde. „Het doet er niets toe, hij zal den andc-nen kant wol uitgaan," antwoordde Grey geruststellend; een gevoel van ver rukking kwam over heim!, dat dit lieve schepseltje zich weer tot hem om! bescher ming wendde; miaar tot zijn niet geringe verbazing, bleef Dollie nog aarzelen. „Dat zou toch niet goed zijn, wel?" zet de zij ernstig. „Het zou te veel lijken op dien Leviet, weet ge, die tegenover hem voorbij ging; men móet zelfs een vijand Een ex-keizerlijke brief. Voor eeinigen tijd werd in de pers ge wag gemaakt van een brief, welken ex- keizer Wilhelm uit Doorn tot den Ame- rikaanschen professor Hermann Bern stein had gericht. Prof. Bernstein heeft een boek ^geschreven, getiteld „The Road to Peace", de weg tot den vrede, en hij had een exemplaar er van naar Doorn gestuurd. Het „Berl. Tageblatt" geeft thans tien tekst van het keizerlijke schrijven: Huize Doorn, Holland, 26 Juli 1926. Den heer Hermann Bernstein, N.-York. Zeer geachte Heer! Naar aanleiding van uw tot zijne ma jesteit den keizer gericht schrijven van 17 Juli heb ik de eer het volgende te ant woorden: De eenige weg tot den vrede bestaat daarin, Duitschlands onschuld aan den oorlog te erkennen en het smadelijk op gelegde schande-verdrag van Versailles, dat op de legende van Duitschlands schuld gebaseerd is, uit den weg te ruimen; voorts Duitschland terug te leiden naar zijn toestand van voor den oorlog, den toestand van een monarchie onder zijii keizer. Anders zal er nooit vrede zijn! De Duitsche keizer beeft dertig jaren lang den wereldvrede weten te bewaren; met Gods hulp zal hij zulks opnieuw doen. Op allerhoogst bevel van zijne maje steit den keizer en koning, get. Graaf Finkenstein. Spa/nje en de Volkenbond. Gisteren heeft Spanje duidelijk te hoe ren gekregen, dat het geen kans heeft op een vasten raadszetel. Op verzoek vaii De Palacios (Spanje) lieten achtereen volgens alle leden der reorganisatie-com missie zich over dezen Spaanschen wensch uit. Duitschland en Polen ver klaarden zich bij stemming te zullen ont houden, China ondersteunde Spanje, doch alle anderen verklaarden, hetzij overeen komstig het volkenbondsbeginsel, hetzij wegens de tegenwoordige politieke con stellatie zich tegen een vasten raadszetel voor Spanje te verzetten. Een stemming werd niet noodig geacht. De Palacios zeide niets over de gevolgen dezer' af wijzing van Spanje's eisch, doch in vol kenbondskringen is men thans pessimis tisch over de uitwerking dezer beslissing op Spanje en vreest men dat Spanje Bra- ziliö's voorbeeld volgen, zal. t De Spaanscbe minister van buitenland- sche zaken Yanguas heeft n.l. verklaard, dat de houding van de Spaansche regee- ring vastgesteld is. Spanje handhaaft ten volle zijn aanspraken op een permanenten! zetel in den raad van den volkenbond, en iedere andere formule voor een oplos sing heeft voor Spanje geen belang. Mond- en klauwzeer in België. Tegenover de steeds toenemende gevaL Ion van mond- en klauwzeer in België is een nieuw reglement voorgeschreven, dat op 1 Sept. van kracht is geworden. Elk© éigenaar van aangetaste dieren zal voortaan verplicht zijn daarvan onmid dellijk aangiftei te doen bij den burge meester zijner gemeente. Deze aangifte zal moefcem vermelden, welke dieren zijn aian- getast en hoeveel aangetaste dieren in de zelfde stallen zijn en welke de vermoe delijke oorzaak is der ziekte. Eveneens zal moeten verklaard worden, welke de veeartsen zijn, die de dieren verzorgen en welke keurexperten regelmatig de stal len inspecteeren met het doel te voor komen, dat vleesch van aan deze ziekte gestorven dieren zou verkocht worden'. Duurtehestrij'ding. Volgens de „Informatore" is men aan de betrokken Italiaansche ministeries 'ijve-' rig in da weier om nieuwe, ingrijpende maatregelen voor to bereiden, welke ten doel hebben, meer dan tot nu toe, met nog rationeeler middelen, het hoofd te bieden aan die in Italië heerschencto duurte. Dezs maatregelen zullen niet zoozeer gebaseerd zijn op het instellen van wet telijke bepalingen en regelingen, betref fend© het gebruik der levensmiddelen, maar door ondervinding wijs geworden, wil men bet meer zoeken door het uit schakelen van den tusschenbandel en spe culanten, waarbij men dan zal trachten verbruiker en producent direct bij el kaar te brengen. Zooals men weet is het decreet, waar bij talrijk© bezuinigingen inzake de admi nistratie bij de ministeries werden inge steld, sedert eenigen tijd in werking ge- trertetn. Het was evenwel noodig aan allé ministeries een nieuw rondschrijven te zenden waarbij volgens de „Informatore", werd aangedrongen op stipte handhaving van de bepalingen vervat in het desbe treffend decreet. (Geen tweede brief van Glemeneeau. t In een nieuw interview met den „Intran- sigeant" heeft Olémenceau gelogenstraft, dat hij het plan koesterde een tweeden brief aan Goolidge t© schrijven. Hij ver klaarde ex geen behoefte aan te gevoelen nog een woord 'toe te voegen, aian het geen hij reeds gezegd heeft, hoewel hij niet alle argumenten gebruikt heeft, waar. ■over hij beschikt, maar enkel deze waar door hij 'tbest het Arnerikaansche volk vermocht te treffen. Hij hoopt, dat wat hij gedaan heeft zal bijdragen tot een regeling, die het vertrouwen van beide landen mogei bevredigen. Korte berichten. De Italiaansche ministerraad heeft besloten, de speciale belasting op de reke ningen van hotels en pensions af te schaf fen helpen als hij in nood is." „Maar gij verlangt toch niet van mij, dat ik naar hein zal gaan zien, zou ik den ken?" vroeg Grey, zeer ontsteld door dit inzicht in de zaak. „Ik geloof wel, dat het beter zou zijn, 'Christelijker ten minste," antwoordde Dol lie. „Hij veegt zijn gezicht af en schijnt zoo'n pijn te hebben, en ik verbeeldde mij, dat ik hem hoorde kreunen. Ik geloof, dat uien vriendelijk moet zijn, zelfs jegens zondaren", besloot zij, met een smeeken den blik, die zijn uitwerking niet miste; want Grey zeide kortaf: „Goed, laten wij dan eens na.aï hem 'gaian zien," evenals hij zoude gedaan heb ben, indien Dollie er bij hem op had aangedrongen al de veroordeelde boeven te Newgate te gaan opzoeken. Maar toen bij bij de bank kwiam moest hij toegeven, dat baar medelijden rechtmatig was; de ellendige; man vóór hen verkeerde zicht- baar in lichamiolijfcen nood; hij had juist een zijner hoestbuien, en leunde nu op zijn stok, geheel achter adem en met bloedlooze lippen. Hij keeik hen eenige o ogenblikken aan zonder te spreken en ook zonder ven. bazing t© toonen; en toen veegde hij weer het klamme zweet van het gelaat. Grey zag heim lang en oplettend aati; hij handelde niet uit eigen beweging, als de Barmhartig© Samaritaan jegens dezen man; miaar als Dollie het wilde; en hij haalde dei schouders op. „Gij schijnt zeer ziek te zijn," zeide hij eindelijk op den stijven, drogen toon, waarmede hij gewoonlijk zijn vriendelijkste bedoelingen verborg; „vindt ge het niet dwaas, zóó lang in detz© vochtige lucht te blijven zitten?" „Misschien wel", antwoordde hij onver schillig trouwens het doet er op den duur niet veel toe. Mijn einde is vrij nabij, zegt men; en bij keek weder wantrou wend. „Wie bedoelt ge met die „men''? „Wel, 'de dokteTS, natuurlijk; en zij zijn ©Handige dwazen, dat ze niet in staat zijn iemand te genezen ze zeggen, dat de beid© longen weg zijn zeker denken ze, dat ik dat ook geloof!" „Nu, hoe het zij; gij zoudt in ieder geval beter doen mijn raad op te vol gen ©n naar buis gaan."' „Straks, mijnbeer", Was het koele ant woord. Hij scheen «enigszins bij te komen. „Ik kwam juist hier naar toé, om t© zien, of ik een van u te spreken kon krijgen. Nu ge hier zijt, tont ge het mij ook wel zeggen; hoe is het met haar?'' en hij knikte in dé richting van het kasteel. i (Wordt vervolgd.)! 1 I

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 1