Mo m Woensdag 25 Augustus f#H® 4@e Ja&rgang MUfêy ST JOHSS. KWATM(S* oavjvreep Buitenlui. OOSTERBAAN Drukkers-Exploitanten: LE COINTRE GQES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 Deïeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3.—! Losse nummersf0.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. SOCIALISME EEN WETENSCHAP. Het woord „socialisme" komt van het Latijnsche „socius", makker. Van clien kant, den kameraadschappen lijken, gezien, is het een mooi woord, en duidt het aan een mooie, een goede Er ligt naastenliefde in. Tegenover het egoïsme (liefde tot zichzelf) het altrui, isme (liefde tot den ander), tegenover ieder voor zich" gemeenschapszin, 'solidariteit. Tegenover de zelfzucht van het individu da rechten van de gemeen- schap; deze dan beperkt tot een enkele klasse' der arbeiders. Tegenover de over- keersching van het privaat bezit die van het gemeenschappelijk eigendom. De ver. vervanging van het stelsel der concur, rentie door dat van het collectieve „allen saam". Nog eens: daar is iets moois in, iets dat den armen zwoeger aantrekt, er wordtl een schoone taak in voorgehouden, na melijk het op te nemen voor de verdruk» ten. Zoo vatte het socialisme zijn taak op. Zelfs ontbrak bij zijn eerste optreden het godsdienstige, vaderlandlievende ele ment niet. In Duitschland rookte zeventig jaar te rug zelfs da zwaarst geharnaste socialist zijn pijp met de beeltenis van Von Bis marck op den kop. En in «talige arbei derswoning hingen nog zelfs lang na den Oostenrijksch-Pruisischen en den Fransch Duitschen oorlog de portretten van den Keizer, Bismarck en Von Moltke aan den .wand; en bad dei huisvader voor het 'eten nog getrouw het „Onze Vader". De oudere socialistische stroomingen in het volk, al vonden zij ook haar ooit sprong in de maatschappelijke misstanden der tijden, waarin zij ontstonden, werden gevoed niet door wijsgeerige idealen, maar door mystiek-religieuse (gevoelsvrooim- 'godsdienstige) gevoelens. Eerst geleidelijk, zegt Treub in zijn „Het wijsgeierig economisch stelsel van Karl Marx", begint in de socialistische Sf'roomingen onder de lagere volksklas sen het mystieke en religieuse element te verzwakken; eerst geleidelijk begon nen de socialistische volksbewegingen rea listischer te worden, dat wil zeggen dat zij alleen hechtten aan stoffelijke dingen. Omtrent het socialisme zijn tal van be oordeelaars slecht op de hoogte gebleken. Rothschild begreep het heelemaal niet. Tot hem toch kwam eens een socialist, die door hem ongeveer aldus werd' toet gesproken: gij socialisten wilt alles gelijk- op doelen. Welnu, men heeft berekend, dat ik bij de 40 millioein francs bezit. Er zijn in Frankrijk ongeveer 40 millioen ïi'anschen, derhalve krijgt ieder van jullie één franc van mij. Ik zal u alvalst uitbe. 'falen, dan hebt gij niets meer van mij te vorderen. En de snuggere bankier scheepte den socialist met een franc 'af. Een woord en een handbeweging die duidelijk bewezen dat deze Jood der Koningen, gelijk hij meermalen spottend tegenover dien Ander, die de Koning der (Joden was, genaamd werd, van het so cialisme niet veel snapte. Menig eenvoudig volgeling van het so cialisme ook ten onzent, werd dit in den loop der jaren, omdat, zooals zij meenden, het socialisme korter arbeids dag bij hooger loon befeekende. Doch de korte arbeidsdag is er. Wet telijk geregeld en ai. En al de loonen hebben in meer dan een' bedrijf hun hoogtepunt bereikt, wat houdt deze ar- FEWLLETON. 45) Uit het Engelsch. o Zou het werkelijk waar zijn, dat Bertie Mary liefhad? Zij kon het haast niet gelooven; zijn wijze van doen had te reel van die eens broeders hiji Jiad «ju genegenheid te openlijk getoond; en toch, hoe was zijn gedrag van heden anders te verklaren? Was hij niet afge trokken en vervelend genoeg, om een minnaar to zijn? „»Als ik van hout was geweest, had mj zich minder om mij kunnen beköml- meren", dacht Dollie, meer en meer ja- toersch. „Nu, laat hij maar verliefd zijn °P Alary! Wie kan dat iets schelen? mrj tenminste niet, alleen is het niet ™-ngenaam, dat hiji mij zóó behandelt, u Jlary er niet is en nog wel, na- at rk gisterenavond zoo vriendelijk tegen cm ben geweest!" en Dollie voelde een rente smart, toen zij. terugdacht aan het prettige uurtje in de oude keuken, en n Bertie, die vriendelijk tot haar opzag, oen zij: hem bij het schijnsel van het Tiur bediende. WnArme, kleine Dollie! haar verbeelding s opgewekt, hoewel haar hart zoo rein beidc-rs dan in het gareel van het soi- cialisme? j Trouwens, indien 't waar is dat socia- 'lisme bcteekent: betere arbeidsvoorwaar den, hooger loon en korteren arbeidsduur, dan zijn Groen van Prinsterer en Da 'Gosta, Kuyper en Schaepman, de Chris tus en Zijne Apostelen (Jacobus voorop) ook socialisten geweest. Dan was zelfs dr Kuyper, toen hij in 1874 met zijn sociale Kameradviezen aankwam, onder aanhaling van den apostel Jacobus en diens woord tot de rijken, hetgeen hem door de Liberale heeren zeer kwalijk ge nomen weid', de eerste socialist in de Kamer geweest; en waren hij en zijn po litieke vrienden der vorige eeuw al so cialisten, eer er aan mannen als Troelstra en zelfs Domela Nieuwenhuis zelfs m'alar kon worden gedacht. Maar dit 'alles is het socialisme niet- Wat is dan wèl Socialisme? Raadplegen wij hiertoe deszelfs beste tolken. Bernstein brengt ons niet verder, doch volstaat met de opmerking dat men moet onderscheiden tusschen het Socialisme als de leer van een bepaalde Maatschappij- inrichting en de beweging om die te verwezenlijken. Kautsky noemt het sociajism'e „de ge meenschappelijke overtuiging van hen, die arbeidsorganisatie van Staatswege hooger stellen dan den arbeid, overgelaten aan de vrije mededinging". Mevrouw Roland Holst, de communiste, dacht in haar „goeden" tijd, toen zij nog in de voorste rijen der S- D. A- P. mede liep, er liet volgende van: „Onze leer" da.t is die van het socialisme „voorzoover zij politieke economie is, is zedelijk noch onzede- -lijk. De Staatshuishoudkunde legt geen moreelen maatstaf aan. Zij houdt zich bezig naet onderzoek van het stoffelijk, maatschappelijk leven. Het Socialisme als economisch systeem is zedelijk noch on zedelijk, het staat buiten de moraal. Deze definitie is eerlijker dan die van Kautsky en de anderen, die wij hierboven aanhaalden. Zij toch erkent, wat de ah- deren door haar niet te noemen, zoo goed als ontkennen, dat het socialisme ook nog iets anders is dan een econoi. misch stelsel. En dat is ook zoo. liet socialisme is ook een levensbe- scho uwing. Het is de levensbeschou wing van het proletariaat- Dit is juist. En het slaat elke poging, vooral van Christen-socialistische zijde mr S J.. Visser, Bnka, e.a. beproefd, neer, om te bewijzen dat Christendon? en socialisme niet onverzoenlijk tegenover elkander staan, integendeel best kunnen samengaan. In Nederland bedoelt men met socia lisme de Si.D.A-P- zooals die in Augustus 1894 te Zwolle tot stand gekomen is, toen een 12-tal volgelingen van Domela Nieuwönhuis, verstoord over het besluit diens partij om zich niet mieer met pol?- tieke verkiezingen te bemoeien en zich te onthouden van opereeren in regeerings'. kringen, door welk besluit die partij tot werkeloosheid werd gedoemd, zich van (dia partij losmaakten en een andere partij, de sociaal-democratische arbeiderspartij stichtten. Hef meerendeel dezer twaalf heeren is nog in levenvelen nemen in de partij een vooraanstaande plaats in. Deze twaalf waren o.a. Troelstra, Van Kol, Helsdingen, Schaper, Vliegen, Polak, v. d. Goes, en Fortuyn. De S. D|. A- P. plaatst zich, blijkens was, als een wit blaadje papier er stond geen enkele naam op geschreven; zij was juist in dat overgangstijdperk, dat de oppervlakte van haar hart bewogen kon worden door de uiterlijke schoon heid en de aangename manieren van een Adonis, al was het dan niet door dezen Bertie, dan toch door een anderen, want op achttienjarigen leeftijd leggen een ge bogen neus, een paar uitdrukkingsvolle grijze oogen en zelfs een paar vierkante schouders meer gewicht in de schaal, dan meer geestelijke hoedanigheden, als vriendelijkheid, moed en dergelijke. Eerst op lateren leeftijd begrijpt men, dat schoonheid en verdienste niet altijd samen gaan. Dollie was verstoord, maar zijl gaf zich geen rekenschap waarom, en toen vlogen hare gedachten naar huis, naar de groene kamer in Abercrombie Road; en eensklaps waren hare wangen nat, en steeg er een snik uit haar keel omhoog, en voordat zij wist wat zij deed, weende het arme kind uit verlangen naar haar moeder. liet 'was zeer kinderachtig van een jonge dame, van wie verwacht wordt, dat zij aangenaam gezelschap zal zijn voor haar metgezel. Wat zou Mr Lynd- hurst wel van haar denken? En toch, en toch, als Dolllie maar op haar bankje aan de voeten harer moeder kon zitten, met haar arm om haar heengeslagen, haar beginselverklaring, op het standpunt der internationale Sociaal-Democratie. „De S. Dl- A- P. in Nederland stelt zich ten doel, ook het Nederlandsche prole tariaat te doen deelnemen aan den inter nationalen strijd der arbeidende klas sen", zoo leest men daar. De vraag, wat we onder socialisme heb ben te verstaan, 'kan derhalve terugge bracht worden, met 'toog op de beweging in ons land, tot die andere: Wat is het standpunt der internationale Sociaal-De mocratie? Hiervoor nu geldt, wat Ferry, de be kende leider der S. D. in Italië, aanvoert in zijn werk „Socialisme en Wetenschap" het Socialisme na Marx is iets geheel anders dan dat vóór Ma-rx. „Het socialisme na Marx", aldus schrijft deze professor, „heeft, behalve een protest tegen de tegenwoordige onhoudbare toe standen en de hoop op een betere toe komst, niets met het vroegere socialisme gemeen nóch in zijn logischen op bouw, nóch in zijn eischein niets dan het duidelijk, ja dank zij de leer der ontwikkelingstheorie, het door wiskun stig denken verkregen besef van een toe komstige wereldorde, die berust op het collectief eigendom van grond en pro- ductiemiddelen." En verder; „Inderdaad stamt het Marxistische socialisme in rechte lijn af van de wetenschappelijke ontwikkelingö- leer en is eigenlijk niets anders dan de logische en consequente toepassing van evolutionistische theorieën op economisch Marx en Engels zijn van dat socialisme de vaders; te zamen legden zij de grond slagen van hef gebouw der sociaal-demo cratie; en de socialisten van thans, ook ten onzent, hoezeer zij hen, zoo 't pas geeft, op bepaalde plunten verloochenen, zijn hunne geestelijke zonen. Ontzagi voor 'het gezag. „Uitkijk" schrijft in de Rijnlandsche Courant" o.m. over hetgeen Mr Wijtema, Burgemeester van Rotterdam overkwam toen hij persoonlijk den toestand bij de Van der Takstraat wilde opnemen. Men weet, dat een troep straatjongens den Burgemeester uitjouwde, zoodat hij zich genoodzaakt zag om onverrichterzake zoo spoedig mogelijk in zijn. auto weg te rijden. Hij vervolgt dan: Voor mij. is het trouwens de vraag, of de heer Wijtema wijs gedaan heeft, door met zijn auto weg te gaan. Wanneer hij werkelijk ervan overtuigd was, dat zijn plicht hem daar riep en dat hij daar aanwezig moest zijn, dan moest hij voor een kwajongensrelletje niet op zij gaan, maar, zonder provoceerend op te treden, nochtans voor zichzelf vrij- haan maken. Een autoriteit moet ten slotte ook „autoriteit" blijven en mag zijn ge zag niet uit handen geven. Wanneer in zulke gevallen nog het ge- wenschte resultaat wordt bereikt, wordt men al brutaler en veeleischender. De dagen, dat het ambt alléén reeds eerbied afdwong, zijn voorbij. D© bekleeder van het ambt moet door woord en daad toonen, dat hij een hoog staand man is, die niemand noodeloos prikkelt. Daarvoor behoeft hij nog volstrekt niet een aristocraat te zijn, die zich met het mindere volk niet in laat, maar hij kan een echte democraat zijn, die meeleeft haar vriendelijk, droevig gelaat over haar heengebogen, en als zij haar hart dan eens kon uitstorten, al hare meisjesachtige ge voelens kon meedeelen, want het ver stand van oudere menschen kan zooveel ontwarren en terecht brengen. Want de bekoring van een bekentenis is in zulke gevallen, dat er een onbepaald geloof en vertrouwen bestaat, zij kon immers hare gedachten, hare meest dwaze gedach ten aan haar moeder vertellen, zonder dat zij zich behoefde te schamen! Daar stond Dollie dus te weenen, werkelijk te weenen, met werkelijke tranen op de wangen, en een werkelijke brok in de keel; en wat zou Mr Lyndhurst er wel van denken? Mr Lyndhurst wist niet, wat er van te denken! Hiji was geheel uit het veld geslagen en voelde zich niet op zijn ge mak. Bij een andere gelegenheid zou Dol lie in lachen zijn uitgebarsten, om hunne vreemde houding, maar zij was daartoe nu te beschaamd. Arme Grey! Hij zeide: „Lieve Miss jMaynard!" op een ontstelden toon en draaide haar toen den rug toe, en keek naar beneden in het water, niet wetende, wat ter wereld hiji moest zeggen of doen; of zij spoedig zou bedaren en wat wel de reden van deze plotselinge ontroering kon zijn? En toen herinnerde hij zich het haastig vertrek van Bertie, en hoe het met z'n gemeenteleden. Juist in onze dagen nu het gezag toch reeds zoo veel geleden heeft, moeten de ambtsbekleeders dubbel voorzichtig zijn met hun woorden en een waarschuwing is allerminst misplaatst. Soms hooren we zelfs uit den mond van vertegenwoordigers van het wettig gezag uitdrukkingen, die het ambt naar beneden halen in plaats van omhoog bren gen. 't 'Moge misschien als onschuldige los lippigheid bedoeld zijn, de uitwerking en de gevolgen zijn verre van onschuldig. 't Is te hopen, dat men in ons land in toenemende mate de beschikking krijge over mannen, die met groote wijsheid en behoedzaamheid hun gezagspositie we ten te handhaven, want naarmate de eer bied voor gezag en wet afneemt, zinkt het volk te dieper weg. Wij zijn het hiermede eens. Naar onze meening had de heer Wijtema verstandi ger gedaan om het niet er op te laten aankomen en alleen zich tusschen de menigte te wagen. Anderzijds is de houding der burgerij uiterst laf en inderdaad een uiting van ergerlijke ontaarding. V De revolutie in Griekenland. Toen de auto, die Pangalos vervoerde, door de vluchtelingenwijk van Athene kwam, werd de wagen aangevallen door de menigte, die Pangalos wilde lynchen. Zijn bewakers konden hem slechts met moeite ontzetten. Mevrouw Pangalos heeft zich niet meer kunnen inschepen. De bladen melden, dat er meer dan 300 contracten gesloten zijn door de mi nisters van Pangalos voor leveranties voor openbare werken en voor verschillende ondernemingen. Een onderzoek zon uitwij zen, dat het hier een waar schandaal geldt. Er hebben op het oogenblik be sprekingen plaats tusschen de leiders van de verschillende partijen. Generaal Kondilis heeft in een onder houd met den vertegenwoordiger van de „Chicago Tribune" verklaard, dat hij alles zal doen om de vrijheid van het volk, die door generaal Pangalos was onder drukt, weer te herstellen. Hij zelf plaatst zich, hoewel hij leider van een poli tieke partij is, boven de partijen. Zoodra admiraal Kondoeriotis aangekomen zal zijn, zal Kondilis de leiders van alle par tijen bijeenroepen teneinde een kabinet te vormen, dat zich in hoofdzaak met de verbetering van den economischen toe stand zal bezig houden. Mocht het niet gelukken een parlementair kabinet in sa menwerking met de overige partijen te vormen, dan zal Kondilis het kabinet met zijn vrienden vormen. Kondilis; heeft ook de publicatie van het Grieksch-Ser- vische verdrag gelast. Wat Italië betreft,, kan er van ©en vriendschapsverdrag tus schen Italië en Griekenland geen sprake zijn wegens het geschil over de eilanden. Gemeld wordt, dat de Grieksche gezant in Turkije, Argiropulos, door zijn regee ring teruggeroepen is. 'Gen gr aal Pangalos., de afgezette dictator is 48 laar oud;, hij: werd vooral bekend als vporzitter van het hlizondere gerechtshof, dat in 1922 de doodstraf uit sprak over .Goenaris en vijf andere be kende politici wegens „verraad" ter ge legenheid van de militaire débacle in gelaat van Dollie toen betrok; en hiji begon zeer hoos te kijken, draaide ver stoord aan zijn knevel, wandelde naar haar terug, en leek wel twee duim langer. Dollie zag hem aankomen, en droogde haar oogen verschrikt af, beproefde te spreken, begon te lachen, en toen beide tegelijk op een wijze, die Grey nog meer deed ontstellen. Zou zijl een zenuwtoeval krijgen? Dat was een mooie positie voor een jonge man met een meer dan gewone mate van begrip voor welvoegelijkheid, alleen gelaten op de brug van Laeken- Water, uren van het kasteel verwijderd, met een meisje, dat op het punt stond een zenuwtoeval te krijgen; en Grey had nergens meer afkeer van dan van een scène; hij begon nu werkelijk boos op haar te worden. „O, vergeef mijl, Mr Lyndhurst", riep Dollie uit; want zijl zag plotseling hoe boos hij keek. „Het was al te kinderach tig van mij: maar het is vandaag zoo afschuwelijk vervelend geweest, en ik ver lang zoo naar mijne moeder." „Naar uwe moeder!" Het voorhoofd van Grey verhelderde als bij! tooverslag; hij kwam eenige schreden naderbij en keek haar in het gelaat, misschien dat hiji hierdoor zachter gestemd werd. „Naar uwe moeder?" herhaalde hij', twijfelende of hij wel goed gehoord had, en zijne stem werd zeer vriendelijk. Klein-Azië. In Juni van het vorige jaar overviel hij de regeering van Michalaco- poulos, nam in Januari j.l. den titel van dictator aan en volgde in Maart admiraal Kondoeriotis als president van Grieken land op. Generaal Kondilis is 47 jaar; in 1897 streed hij reeds tegen de Turken. Achtereenvolgens doorliep hij de verschil lende rangen. Na de- nederlaag van Veni- zelos in 1919 verliet hij; den dienst en ging naar Constantinopel waar hij tegen de regeering intrigeerde. In 1922 keerde hij naar Griekenland terug en werd in 1923 minister van oorlog, maar hij trad af tengevolge van een geschil met den minister-president naar aanleiding van het plebisciet over de vraag of Griekenland een monarchie dan wel een republiek zou zijn. In Maart j.l. werd hij1 naar het eiland Sandorini verbannen, maar hij keerde bin nen een maand naar Athene terug. AdmiraalKondoeiriotis was ad judant van Koning George I en van ko ning Constantijn. Hij' is 71 jaar oud. In den gröoten oorlog koos hij: de partij van Venizelos en vormde met dezen en met generaal Danglis het bekende drieman schap van Saloniki. Van 19171920 was hij minister van marine, dan, na den dood van koning Alexander, regent; trad af, toen koning Constantijn naar Grieken land terugkeerde. Na de onttroning van koning George II werd hij opnieuw regent. Door da vierde nationale vergadering werd hij tot eersten president van de Grieksche republiek benoemd. In 1921 werd hij: bij een politieken aanslag licht gewond. Griekenland heeft de laatste tien jaar bewogen tijden meegemaakt. Vroegere om wentelingen daargelaten, zijn er' sinds 1916 tien geweest. Men heeft gehad in 1916: derevolutie van Saloniki; Venizelos vormt een voorloopig bewind in Macedonië; 1917koning Constantijn wordt gedwongen af te treden ten gunste van zijn zoon Alexander. Deze sterft in December 1920 en een volksstemming beslist ten gunste van den terugkeer van Constantijn; 1922: na de nederlaag in Klein-Azië breekt een opstand uit in het leger; Constantijn wordt- weer in ballingschap gezonden en opgevolgd door zijn zoon George (Con stantijn stierf in 1923); 1923: militaire opstand onderdrukt door Pangalos; 1924: onttroning van George II na de over winning der Venizelisten bij de verkiezin gen; de republiek wordt uitgeroepen; 1925: Pangalos maakt zich meester van het bewind; 1926: Kondilis verjaagt Pan galos. Enkele Grieksche journalisten hebben toestemming verkregen om met Pangalos te gaan spreken. De gewezen dictator verklaarde, verontwaardigd te zijn over den opstand tegen zijn bewind, omdat met weinige uitzonderingen alle leiders van den staatsgreep tot zijn beste mede werkers behoorden. Hij kan den nieuwen toestand niet als een aanmerkelijke ver andering beschouwen. Hij zelf was ook van plan, verkiezingen voor het parlement uit te schrijven. Hij betreurde het niet, dat hij ten val is gebracht en wenschte .zijn vaderland geluk en welvaart toe. Hij „O, ja", hernam Dollie, met een zwa ren zucht, „ik verlang altijd naar haar, als de dingen vervelend zijn, of verkeerd gaan. Ik zou de helft willen geven van wat ik bezit, niet dat het veel is", zeide ze, flauw glimlachend bij de gedachte aan haar weinige schatten, „als ik haar op het kasteel vond, als wij: terugkwar men, mijn lief moedertje". Grey zweeg, maar zijne oogen stonden vriendelijk; hij was ongetwijfeld zach ter gestemd. „Ann, klein ding! arm on schuldig kind! zeide hij bij' zichzelven; „het droevig tooneel van gisteren heeft haar zenuwachtig gemaakt; zij zag er den geheelen dag al bleek uit; wijl moeten goed voor haar zorgen. Ik vergat, hoe gevoelig meisjes voor zulke dingen zijn", en hij begon zich onnoodig te beschul digen. Dollie zuchtte nogmaals en keek toen naar beneden in het water en huiverde; zij vond het drukkend, dat hij in het ge heel niet antwoordde. „Zullen wij verder gaan?" zeide hiji, daar hij hare huivering aan een verkeerde oor zaak toeschreef, en, als ieder man, het ge makkelijker vond, om onder deze omstan digheden in beweging te zijn. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 1