Mo m
Woensdag 25 Augustus f#H®
4@e Ja&rgang
MUfêy ST JOHSS.
KWATM(S*
oavjvreep
Buitenlui.
OOSTERBAAN
Drukkers-Exploitanten:
LE COINTRE GQES
Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
Deïeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.—!
Losse nummersf0.05
Prijs der Advertentiën:
14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
SOCIALISME EEN WETENSCHAP.
Het woord „socialisme" komt van het
Latijnsche „socius", makker.
Van clien kant, den kameraadschappen
lijken, gezien, is het een mooi woord,
en duidt het aan een mooie, een goede
Er ligt naastenliefde in. Tegenover het
egoïsme (liefde tot zichzelf) het altrui,
isme (liefde tot den ander), tegenover
ieder voor zich" gemeenschapszin,
'solidariteit. Tegenover de zelfzucht van
het individu da rechten van de gemeen-
schap; deze dan beperkt tot een enkele
klasse' der arbeiders. Tegenover de over-
keersching van het privaat bezit die van
het gemeenschappelijk eigendom. De ver.
vervanging van het stelsel der concur,
rentie door dat van het collectieve „allen
saam".
Nog eens: daar is iets moois in, iets dat
den armen zwoeger aantrekt, er wordtl
een schoone taak in voorgehouden, na
melijk het op te nemen voor de verdruk»
ten.
Zoo vatte het socialisme zijn taak op.
Zelfs ontbrak bij zijn eerste optreden
het godsdienstige, vaderlandlievende ele
ment niet.
In Duitschland rookte zeventig jaar te
rug zelfs da zwaarst geharnaste socialist
zijn pijp met de beeltenis van Von Bis
marck op den kop. En in «talige arbei
derswoning hingen nog zelfs lang na den
Oostenrijksch-Pruisischen en den Fransch
Duitschen oorlog de portretten van den
Keizer, Bismarck en Von Moltke aan den
.wand; en bad dei huisvader voor het
'eten nog getrouw het „Onze Vader".
De oudere socialistische stroomingen
in het volk, al vonden zij ook haar ooit
sprong in de maatschappelijke misstanden
der tijden, waarin zij ontstonden, werden
gevoed niet door wijsgeerige idealen, maar
door mystiek-religieuse (gevoelsvrooim-
'godsdienstige) gevoelens.
Eerst geleidelijk, zegt Treub in zijn
„Het wijsgeierig economisch stelsel van
Karl Marx", begint in de socialistische
Sf'roomingen onder de lagere volksklas
sen het mystieke en religieuse element
te verzwakken; eerst geleidelijk begon
nen de socialistische volksbewegingen rea
listischer te worden, dat wil zeggen dat zij
alleen hechtten aan stoffelijke dingen.
Omtrent het socialisme zijn tal van be
oordeelaars slecht op de hoogte gebleken.
Rothschild begreep het heelemaal niet.
Tot hem toch kwam eens een socialist,
die door hem ongeveer aldus werd' toet
gesproken: gij socialisten wilt alles gelijk-
op doelen. Welnu, men heeft berekend,
dat ik bij de 40 millioein francs bezit.
Er zijn in Frankrijk ongeveer 40 millioen
ïi'anschen, derhalve krijgt ieder van jullie
één franc van mij. Ik zal u alvalst uitbe.
'falen, dan hebt gij niets meer van mij
te vorderen.
En de snuggere bankier scheepte den
socialist met een franc 'af.
Een woord en een handbeweging die
duidelijk bewezen dat deze Jood der
Koningen, gelijk hij meermalen spottend
tegenover dien Ander, die de Koning der
(Joden was, genaamd werd, van het so
cialisme niet veel snapte.
Menig eenvoudig volgeling van het so
cialisme ook ten onzent, werd dit in
den loop der jaren, omdat, zooals zij
meenden, het socialisme korter arbeids
dag bij hooger loon befeekende.
Doch de korte arbeidsdag is er. Wet
telijk geregeld en ai. En al de loonen
hebben in meer dan een' bedrijf hun
hoogtepunt bereikt, wat houdt deze ar-
FEWLLETON.
45)
Uit het Engelsch.
o
Zou het werkelijk waar zijn, dat Bertie
Mary liefhad? Zij kon het haast niet
gelooven; zijn wijze van doen had te
reel van die eens broeders hiji Jiad
«ju genegenheid te openlijk getoond; en
toch, hoe was zijn gedrag van heden
anders te verklaren? Was hij niet afge
trokken en vervelend genoeg, om een
minnaar to zijn?
„»Als ik van hout was geweest, had
mj zich minder om mij kunnen beköml-
meren", dacht Dollie, meer en meer ja-
toersch. „Nu, laat hij maar verliefd zijn
°P Alary! Wie kan dat iets schelen?
mrj tenminste niet, alleen is het niet
™-ngenaam, dat hiji mij zóó behandelt,
u Jlary er niet is en nog wel, na-
at rk gisterenavond zoo vriendelijk tegen
cm ben geweest!" en Dollie voelde een
rente smart, toen zij. terugdacht aan het
prettige uurtje in de oude keuken, en
n Bertie, die vriendelijk tot haar opzag,
oen zij: hem bij het schijnsel van het
Tiur bediende.
WnArme, kleine Dollie! haar verbeelding
s opgewekt, hoewel haar hart zoo rein
beidc-rs dan in het gareel van het soi-
cialisme? j
Trouwens, indien 't waar is dat socia-
'lisme bcteekent: betere arbeidsvoorwaar
den, hooger loon en korteren arbeidsduur,
dan zijn Groen van Prinsterer en Da
'Gosta, Kuyper en Schaepman, de Chris
tus en Zijne Apostelen (Jacobus voorop)
ook socialisten geweest. Dan was zelfs
dr Kuyper, toen hij in 1874 met zijn
sociale Kameradviezen aankwam, onder
aanhaling van den apostel Jacobus en
diens woord tot de rijken, hetgeen hem
door de Liberale heeren zeer kwalijk ge
nomen weid', de eerste socialist in de
Kamer geweest; en waren hij en zijn po
litieke vrienden der vorige eeuw al so
cialisten, eer er aan mannen als Troelstra
en zelfs Domela Nieuwenhuis zelfs m'alar
kon worden gedacht.
Maar dit 'alles is het socialisme
niet-
Wat is dan wèl Socialisme?
Raadplegen wij hiertoe deszelfs beste
tolken.
Bernstein brengt ons niet verder, doch
volstaat met de opmerking dat men moet
onderscheiden tusschen het Socialisme als
de leer van een bepaalde Maatschappij-
inrichting en de beweging om die
te verwezenlijken.
Kautsky noemt het sociajism'e „de ge
meenschappelijke overtuiging van hen, die
arbeidsorganisatie van Staatswege hooger
stellen dan den arbeid, overgelaten aan de
vrije mededinging".
Mevrouw Roland Holst, de communiste,
dacht in haar „goeden" tijd, toen zij
nog in de voorste rijen der S- D. A- P.
mede liep, er liet volgende van:
„Onze leer" da.t is die van het
socialisme „voorzoover zij politieke
economie is, is zedelijk noch onzede-
-lijk. De Staatshuishoudkunde legt geen
moreelen maatstaf aan. Zij houdt zich
bezig naet onderzoek van het stoffelijk,
maatschappelijk leven. Het Socialisme als
economisch systeem is zedelijk noch on
zedelijk, het staat buiten de moraal.
Deze definitie is eerlijker dan die van
Kautsky en de anderen, die wij hierboven
aanhaalden. Zij toch erkent, wat de ah-
deren door haar niet te noemen, zoo
goed als ontkennen, dat het socialisme
ook nog iets anders is dan een econoi.
misch stelsel. En dat is ook zoo. liet
socialisme is ook een levensbe-
scho uwing. Het is de levensbeschou
wing van het proletariaat-
Dit is juist. En het slaat elke poging,
vooral van Christen-socialistische zijde
mr S J.. Visser, Bnka, e.a. beproefd,
neer, om te bewijzen dat Christendon?
en socialisme niet onverzoenlijk tegenover
elkander staan, integendeel best kunnen
samengaan.
In Nederland bedoelt men met socia
lisme de Si.D.A-P- zooals die in Augustus
1894 te Zwolle tot stand gekomen is,
toen een 12-tal volgelingen van Domela
Nieuwönhuis, verstoord over het besluit
diens partij om zich niet mieer met pol?-
tieke verkiezingen te bemoeien en zich
te onthouden van opereeren in regeerings'.
kringen, door welk besluit die partij tot
werkeloosheid werd gedoemd, zich van
(dia partij losmaakten en een andere partij,
de sociaal-democratische arbeiderspartij
stichtten. Hef meerendeel dezer twaalf
heeren is nog in levenvelen nemen
in de partij een vooraanstaande plaats in.
Deze twaalf waren o.a. Troelstra, Van
Kol, Helsdingen, Schaper, Vliegen, Polak,
v. d. Goes, en Fortuyn.
De S. D|. A- P. plaatst zich, blijkens
was, als een wit blaadje papier er
stond geen enkele naam op geschreven;
zij was juist in dat overgangstijdperk,
dat de oppervlakte van haar hart bewogen
kon worden door de uiterlijke schoon
heid en de aangename manieren van een
Adonis, al was het dan niet door dezen
Bertie, dan toch door een anderen, want
op achttienjarigen leeftijd leggen een ge
bogen neus, een paar uitdrukkingsvolle
grijze oogen en zelfs een paar vierkante
schouders meer gewicht in de schaal,
dan meer geestelijke hoedanigheden, als
vriendelijkheid, moed en dergelijke. Eerst
op lateren leeftijd begrijpt men, dat
schoonheid en verdienste niet altijd samen
gaan. Dollie was verstoord, maar zijl gaf
zich geen rekenschap waarom, en toen
vlogen hare gedachten naar huis, naar
de groene kamer in Abercrombie Road;
en eensklaps waren hare wangen nat, en
steeg er een snik uit haar keel omhoog, en
voordat zij wist wat zij deed, weende
het arme kind uit verlangen naar haar
moeder.
liet 'was zeer kinderachtig van een
jonge dame, van wie verwacht wordt,
dat zij aangenaam gezelschap zal zijn
voor haar metgezel. Wat zou Mr Lynd-
hurst wel van haar denken? En toch,
en toch, als Dolllie maar op haar bankje
aan de voeten harer moeder kon zitten,
met haar arm om haar heengeslagen,
haar beginselverklaring, op het standpunt
der internationale Sociaal-Democratie.
„De S. Dl- A- P. in Nederland stelt zich
ten doel, ook het Nederlandsche prole
tariaat te doen deelnemen aan den inter
nationalen strijd der arbeidende klas
sen", zoo leest men daar.
De vraag, wat we onder socialisme heb
ben te verstaan, 'kan derhalve terugge
bracht worden, met 'toog op de beweging
in ons land, tot die andere: Wat is het
standpunt der internationale Sociaal-De
mocratie?
Hiervoor nu geldt, wat Ferry, de be
kende leider der S. D. in Italië, aanvoert
in zijn werk „Socialisme en Wetenschap"
het Socialisme na Marx is iets geheel
anders dan dat vóór Ma-rx.
„Het socialisme na Marx", aldus schrijft
deze professor, „heeft, behalve een protest
tegen de tegenwoordige onhoudbare toe
standen en de hoop op een betere toe
komst, niets met het vroegere socialisme
gemeen nóch in zijn logischen op
bouw, nóch in zijn eischein niets dan
het duidelijk, ja dank zij de leer der
ontwikkelingstheorie, het door wiskun
stig denken verkregen besef van een toe
komstige wereldorde, die berust op het
collectief eigendom van grond en pro-
ductiemiddelen."
En verder; „Inderdaad stamt het
Marxistische socialisme in rechte lijn af
van de wetenschappelijke ontwikkelingö-
leer en is eigenlijk niets anders dan de
logische en consequente toepassing van
evolutionistische theorieën op economisch
Marx en Engels zijn van dat socialisme
de vaders; te zamen legden zij de grond
slagen van hef gebouw der sociaal-demo
cratie; en de socialisten van thans, ook
ten onzent, hoezeer zij hen, zoo 't pas
geeft, op bepaalde plunten verloochenen,
zijn hunne geestelijke zonen.
Ontzagi voor 'het gezag.
„Uitkijk" schrijft in de Rijnlandsche
Courant" o.m. over hetgeen Mr Wijtema,
Burgemeester van Rotterdam overkwam
toen hij persoonlijk den toestand bij de
Van der Takstraat wilde opnemen. Men
weet, dat een troep straatjongens den
Burgemeester uitjouwde, zoodat hij zich
genoodzaakt zag om onverrichterzake zoo
spoedig mogelijk in zijn. auto weg te
rijden.
Hij vervolgt dan:
Voor mij. is het trouwens de vraag,
of de heer Wijtema wijs gedaan heeft,
door met zijn auto weg te gaan.
Wanneer hij werkelijk ervan overtuigd
was, dat zijn plicht hem daar riep en
dat hij daar aanwezig moest zijn, dan
moest hij voor een kwajongensrelletje niet
op zij gaan, maar, zonder provoceerend
op te treden, nochtans voor zichzelf vrij-
haan maken.
Een autoriteit moet ten slotte ook
„autoriteit" blijven en mag zijn ge
zag niet uit handen geven.
Wanneer in zulke gevallen nog het ge-
wenschte resultaat wordt bereikt, wordt
men al brutaler en veeleischender.
De dagen, dat het ambt alléén reeds
eerbied afdwong, zijn voorbij.
D© bekleeder van het ambt moet door
woord en daad toonen, dat hij een hoog
staand man is, die niemand noodeloos
prikkelt.
Daarvoor behoeft hij nog volstrekt niet
een aristocraat te zijn, die zich met het
mindere volk niet in laat, maar hij kan
een echte democraat zijn, die meeleeft
haar vriendelijk, droevig gelaat over haar
heengebogen, en als zij haar hart dan eens
kon uitstorten, al hare meisjesachtige ge
voelens kon meedeelen, want het ver
stand van oudere menschen kan zooveel
ontwarren en terecht brengen. Want de
bekoring van een bekentenis is in zulke
gevallen, dat er een onbepaald geloof
en vertrouwen bestaat, zij kon immers
hare gedachten, hare meest dwaze gedach
ten aan haar moeder vertellen, zonder
dat zij zich behoefde te schamen! Daar
stond Dollie dus te weenen, werkelijk
te weenen, met werkelijke tranen op de
wangen, en een werkelijke brok in de
keel; en wat zou Mr Lyndhurst er wel
van denken?
Mr Lyndhurst wist niet, wat er van
te denken! Hiji was geheel uit het veld
geslagen en voelde zich niet op zijn ge
mak. Bij een andere gelegenheid zou Dol
lie in lachen zijn uitgebarsten, om hunne
vreemde houding, maar zij was daartoe
nu te beschaamd.
Arme Grey! Hij zeide: „Lieve Miss
jMaynard!" op een ontstelden toon en
draaide haar toen den rug toe, en keek
naar beneden in het water, niet wetende,
wat ter wereld hiji moest zeggen of doen;
of zij spoedig zou bedaren en wat wel
de reden van deze plotselinge ontroering
kon zijn? En toen herinnerde hij zich het
haastig vertrek van Bertie, en hoe het
met z'n gemeenteleden.
Juist in onze dagen nu het gezag toch
reeds zoo veel geleden heeft, moeten de
ambtsbekleeders dubbel voorzichtig zijn
met hun woorden en een waarschuwing
is allerminst misplaatst.
Soms hooren we zelfs uit den mond
van vertegenwoordigers van het wettig
gezag uitdrukkingen, die het ambt naar
beneden halen in plaats van omhoog bren
gen.
't 'Moge misschien als onschuldige los
lippigheid bedoeld zijn, de uitwerking en
de gevolgen zijn verre van onschuldig.
't Is te hopen, dat men in ons land
in toenemende mate de beschikking krijge
over mannen, die met groote wijsheid
en behoedzaamheid hun gezagspositie we
ten te handhaven, want naarmate de eer
bied voor gezag en wet afneemt, zinkt
het volk te dieper weg.
Wij zijn het hiermede eens. Naar onze
meening had de heer Wijtema verstandi
ger gedaan om het niet er op te laten
aankomen en alleen zich tusschen de
menigte te wagen.
Anderzijds is de houding der burgerij
uiterst laf en inderdaad een uiting van
ergerlijke ontaarding.
V
De revolutie in Griekenland.
Toen de auto, die Pangalos vervoerde,
door de vluchtelingenwijk van Athene
kwam, werd de wagen aangevallen door
de menigte, die Pangalos wilde lynchen.
Zijn bewakers konden hem slechts met
moeite ontzetten. Mevrouw Pangalos heeft
zich niet meer kunnen inschepen.
De bladen melden, dat er meer dan
300 contracten gesloten zijn door de mi
nisters van Pangalos voor leveranties voor
openbare werken en voor verschillende
ondernemingen. Een onderzoek zon uitwij
zen, dat het hier een waar schandaal
geldt. Er hebben op het oogenblik be
sprekingen plaats tusschen de leiders van
de verschillende partijen.
Generaal Kondilis heeft in een onder
houd met den vertegenwoordiger van de
„Chicago Tribune" verklaard, dat hij alles
zal doen om de vrijheid van het volk,
die door generaal Pangalos was onder
drukt, weer te herstellen. Hij zelf plaatst
zich, hoewel hij leider van een poli
tieke partij is, boven de partijen. Zoodra
admiraal Kondoeriotis aangekomen zal
zijn, zal Kondilis de leiders van alle par
tijen bijeenroepen teneinde een kabinet
te vormen, dat zich in hoofdzaak met
de verbetering van den economischen toe
stand zal bezig houden. Mocht het niet
gelukken een parlementair kabinet in sa
menwerking met de overige partijen te
vormen, dan zal Kondilis het kabinet
met zijn vrienden vormen. Kondilis; heeft
ook de publicatie van het Grieksch-Ser-
vische verdrag gelast. Wat Italië betreft,,
kan er van ©en vriendschapsverdrag tus
schen Italië en Griekenland geen sprake
zijn wegens het geschil over de eilanden.
Gemeld wordt, dat de Grieksche gezant
in Turkije, Argiropulos, door zijn regee
ring teruggeroepen is.
'Gen gr aal Pangalos., de afgezette
dictator is 48 laar oud;, hij: werd vooral
bekend als vporzitter van het hlizondere
gerechtshof, dat in 1922 de doodstraf uit
sprak over .Goenaris en vijf andere be
kende politici wegens „verraad" ter ge
legenheid van de militaire débacle in
gelaat van Dollie toen betrok; en hiji
begon zeer hoos te kijken, draaide ver
stoord aan zijn knevel, wandelde naar
haar terug, en leek wel twee duim langer.
Dollie zag hem aankomen, en droogde
haar oogen verschrikt af, beproefde te
spreken, begon te lachen, en toen beide
tegelijk op een wijze, die Grey nog meer
deed ontstellen. Zou zijl een zenuwtoeval
krijgen? Dat was een mooie positie voor
een jonge man met een meer dan gewone
mate van begrip voor welvoegelijkheid,
alleen gelaten op de brug van Laeken-
Water, uren van het kasteel verwijderd,
met een meisje, dat op het punt stond
een zenuwtoeval te krijgen; en Grey had
nergens meer afkeer van dan van een
scène; hij begon nu werkelijk boos op
haar te worden.
„O, vergeef mijl, Mr Lyndhurst", riep
Dollie uit; want zijl zag plotseling hoe
boos hij keek. „Het was al te kinderach
tig van mij: maar het is vandaag zoo
afschuwelijk vervelend geweest, en ik ver
lang zoo naar mijne moeder."
„Naar uwe moeder!" Het voorhoofd
van Grey verhelderde als bij! tooverslag;
hij kwam eenige schreden naderbij en
keek haar in het gelaat, misschien dat hiji
hierdoor zachter gestemd werd.
„Naar uwe moeder?" herhaalde hij',
twijfelende of hij wel goed gehoord had,
en zijne stem werd zeer vriendelijk.
Klein-Azië. In Juni van het vorige jaar
overviel hij de regeering van Michalaco-
poulos, nam in Januari j.l. den titel van
dictator aan en volgde in Maart admiraal
Kondoeriotis als president van Grieken
land op.
Generaal Kondilis is 47 jaar; in
1897 streed hij reeds tegen de Turken.
Achtereenvolgens doorliep hij de verschil
lende rangen. Na de- nederlaag van Veni-
zelos in 1919 verliet hij; den dienst en
ging naar Constantinopel waar hij tegen
de regeering intrigeerde. In 1922 keerde
hij naar Griekenland terug en werd in
1923 minister van oorlog, maar hij trad
af tengevolge van een geschil met den
minister-president naar aanleiding van het
plebisciet over de vraag of Griekenland
een monarchie dan wel een republiek zou
zijn. In Maart j.l. werd hij1 naar het eiland
Sandorini verbannen, maar hij keerde bin
nen een maand naar Athene terug.
AdmiraalKondoeiriotis was ad
judant van Koning George I en van ko
ning Constantijn. Hij' is 71 jaar oud. In
den gröoten oorlog koos hij: de partij van
Venizelos en vormde met dezen en met
generaal Danglis het bekende drieman
schap van Saloniki. Van 19171920 was
hij minister van marine, dan, na den
dood van koning Alexander, regent; trad
af, toen koning Constantijn naar Grieken
land terugkeerde. Na de onttroning van
koning George II werd hij opnieuw regent.
Door da vierde nationale vergadering werd
hij tot eersten president van de Grieksche
republiek benoemd. In 1921 werd hij: bij
een politieken aanslag licht gewond.
Griekenland heeft de laatste tien jaar
bewogen tijden meegemaakt. Vroegere om
wentelingen daargelaten, zijn er' sinds 1916
tien geweest. Men heeft gehad in 1916:
derevolutie van Saloniki; Venizelos vormt
een voorloopig bewind in Macedonië;
1917koning Constantijn wordt gedwongen
af te treden ten gunste van zijn zoon
Alexander. Deze sterft in December 1920
en een volksstemming beslist ten gunste
van den terugkeer van Constantijn; 1922:
na de nederlaag in Klein-Azië breekt een
opstand uit in het leger; Constantijn
wordt- weer in ballingschap gezonden en
opgevolgd door zijn zoon George (Con
stantijn stierf in 1923); 1923: militaire
opstand onderdrukt door Pangalos; 1924:
onttroning van George II na de over
winning der Venizelisten bij de verkiezin
gen; de republiek wordt uitgeroepen;
1925: Pangalos maakt zich meester van
het bewind; 1926: Kondilis verjaagt Pan
galos.
Enkele Grieksche journalisten hebben
toestemming verkregen om met Pangalos
te gaan spreken. De gewezen dictator
verklaarde, verontwaardigd te zijn over
den opstand tegen zijn bewind, omdat
met weinige uitzonderingen alle leiders
van den staatsgreep tot zijn beste mede
werkers behoorden. Hij kan den nieuwen
toestand niet als een aanmerkelijke ver
andering beschouwen. Hij zelf was ook
van plan, verkiezingen voor het parlement
uit te schrijven. Hij betreurde het niet,
dat hij ten val is gebracht en wenschte
.zijn vaderland geluk en welvaart toe. Hij
„O, ja", hernam Dollie, met een zwa
ren zucht, „ik verlang altijd naar haar,
als de dingen vervelend zijn, of verkeerd
gaan. Ik zou de helft willen geven van
wat ik bezit, niet dat het veel is", zeide
ze, flauw glimlachend bij de gedachte
aan haar weinige schatten, „als ik haar
op het kasteel vond, als wij: terugkwar
men, mijn lief moedertje".
Grey zweeg, maar zijne oogen stonden
vriendelijk; hij was ongetwijfeld zach
ter gestemd. „Ann, klein ding! arm on
schuldig kind! zeide hij bij' zichzelven;
„het droevig tooneel van gisteren heeft
haar zenuwachtig gemaakt; zij zag er den
geheelen dag al bleek uit; wijl moeten
goed voor haar zorgen. Ik vergat, hoe
gevoelig meisjes voor zulke dingen zijn",
en hij begon zich onnoodig te beschul
digen.
Dollie zuchtte nogmaals en keek toen
naar beneden in het water en huiverde;
zij vond het drukkend, dat hij in het ge
heel niet antwoordde.
„Zullen wij verder gaan?" zeide hiji, daar
hij hare huivering aan een verkeerde oor
zaak toeschreef, en, als ieder man, het ge
makkelijker vond, om onder deze omstan
digheden in beweging te zijn.
(Wordt vervolgd.)