ank KWATTAP» So JW1 Vrijdag 1© Augustus Illifl Jaargang (EN fvaars, eel. feuilleton! I! ïmber a.s. terljjk tot a 1 Junl— en tegen eens met gang van gesteld 'krügbaar IS fvaars, kpaard. do. MARy ST JOHN \?OLLE-MELK-REÉP Beter dan 6oed: DE BESTE Mental Een ontdekker kwam laatst uit de tropen Als een haas weer naar Holland geloopen Hü vond het zoo raar Dat de inlanders daar Geen VAN MELLE'S Ontbijtkoek verkoopen. Kort» berichten. Roos AR'S ;endt cent- be MINNE. even vóór r Z Boek. Zierikzee. MOENS, g J. POL- SSER Jz ikbaar, bij inadorp. ER BIJL, en 1 Sep- mogelijk Markt 11, iet 1 Nov. isje, elden des uur. Drukkers-Exploitanten: (jOSTEBBAAN LE COINTRE GOES gureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Til,: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Firm a Bijkantoor te Middelburg: p, p, DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 Uii de revolutiedagen van November 1918. Onder het opschrift „Geen legenden in .de historie" schrijft de „Nederlander": nnrtpi- den geruchtmakenden titel „De Kontra-Revolutie van November 1918", komt het „Volk" met een wonderlijk ver haal omtrent zekere gebeurtenissen, wel ke 'in November 1918 zouden hebben plaats gehad, gebeurtenissen van revolu- tionnairen aard, met bet doel andere re- yolutionnaire plannen te bestrijden of te verijdelen. Het is noodig, nu de meeste personen, die in November 1918 gezag of invloed hadden, nog leven, er tegen te waken, dat de historie van November 1918 zou wor den vertroebeld door legenden. Daarom achten wij het gewenscht onmiddellijk op de onwaarheid in bet verbaal in het Volk" te wijzen. Men versta ons wel: wij oordeelen niet over de feiten, in bet „Volk" medegedeeld. Deze feiten kunnen voor 99 pet. juist zijn. In dagen van gevaar zijn er altijd menschen, die zich verbeelden, bet beter te weten dan de verantwoordelijke personen zenuwachtige menschen menschen die op eigen boutje regeerinkje willen spelen, waarbij vaak vergetende boe volmaakt revolutionnair hunne plannen zijn. In November 1918 zullen er ook wel zulke menschen zijn geweest. Maar dit is de fout, dat de verhaler in bet „Volk" het voorstelt, als zou een dezer revolutionnaire bewegingen invloed hebben gehad op bet regeeringsbeleid in die dagen. Het verhaal in bet „Volk" komt bier op neer. Er woont thans te Pretoria, in Zuid- Afrika, een zekere beer G. P., in 1918 ka pitein van den vrijwilligen landstorm in Nederland. Deze beer C. P. verkeert daar te Pretoria in kommervolle omstandighe den en richtte nu een verzoekschrift om hulp tot H. M. de Koningin der Nederlan den. Hij grondt zijn verzoek op zijn bijzon dere verdiensten, door in November 1918 met kracht en succes te hebben gewaakt voor de veiligheid van den Staat, in bet bijzonder voor de veiligheid van H. M. de Koningin. In welken vorm de heer G. P. zich weer de, wordt in het „Volk" uitvoerig mede gedeeld, met de eigen woorden van den schrijver van bet verzoekschrift. Op Maandag 11 November, d. i. de dag tusschen de Rotterdamsche rede van Troelstra en diens oproerige rede in de Tweede Kamer, ontving de heer G. P. be zoek van een jongen man, zoon van een oud-lid der Tweede Kamer, die hem uit- noodigde tot een samenkomst in verband met de bestaande moeilijkbeden. Daar ge komen, vond de heer G. P. een kleinen kring van mannen, onder welke jhr. Groe- ninx van Zoelen, dr Gerretson en de beer Van Gybland Oosterhoff. In die vergade ring werd verteld, dat op Woensdag 13 November de Rotterdammer Heijkoop met een duizendtal Rotterdamsche havenarbei ders in Den Haag de revolutie zou begin nen, en dat de regeering geen maatrege len nam. Men kwam in die vergadering tot de conclusie, dat door den daar vergaderden kring iets gedaan moest worden om to trachten H. M. de Koningin te beveiligen en een eersten tegenstand te bieden aan een eventueele revolutie. Het moest mili tair worden georganiseerd. De beer G. P zou dit werkje op zich nemen. En reeds dinsdagmiddag (dus op bet oogenblik, dat fflr Troelstra de revolutiebeweging in de hamer aankondigde) kon de beer G. P. ^an zijn vrienden mededeelen dat hij een 42) Uit het Engelsch. -o „Lieve tantearme tantebeproef wat te slapen,-' riep Charlotte uit, terwijl zij zich ®.ver haar heenboog en haar schouder reelde, maar zij hield niet op met ijlen. Zij koorden, dat er beweging in de huis houding kwam. Daarna werd er zacht op e deur der kleedkamer geklopt en voerde motte daar een fluisterend gesprek, erst vernam Mary de stem van Dollie, T,.a!.na c^6 van Grey en eindelijk die van fu li 'i^0en ver<^ween Charlotte om zich leeden, te ontbijten en hare bevelen te 1 erL ei:l Let zoodoende de arme Mary al- U n: aar Lopje koffie inderhaast opdrin- Ia zij terneergeslagen op de kale va„ i 8 en naar afgebroken gezegden vbi-d i 8 arme zieke luisterde. Het was een kwa emmg' i°en dokter Arnaud binnen k en zij daardoor wat gezelschap tr et was een kleine man met een bruin ve Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3.-* Losse nummersfO.Of Prijs der Advertentiën: 14 regels f1.20, elke regel meer 30 d> Bij abonnement belangrijke korting. flink aantal vrijwilligers en een mitrail leur gereed had, om in de eerste plaats bet Paleis in bet Noordeinde te beschermen. De vergadering besloot echter, alvorens verder te bandelen, de regeering te waar schuwen. Twee heeren werden afgevaar digd naar den beer De Savornin Lobman. Deze was bet met de heeren eens, dat ge handeld moest worden. Hij ging tot de mi nisters, maar zonder succes. Toen vergaderden de heeren Dinsdag avond weder en vaardigden een of twee uit bun midden af, om bet den Ministers dui delijk te maken, dat, mocht de revolutie zich vertoonen, in elk geval gevochften zou worden, met of zonder toestemming der ministers. En, volgens bet verbaal, zou deze laat ste Stap succes hebben gehad. De regeering kwam in beweging. Wij maken, aldus vervolgt de „Ned.", op bet verbaal geen aanmerking; het kan waarheid, bet kan fantasie zijn. Gelijk ge zegd, zulke dingen komen steeds voor in gevaarlijke dagen, en zullen ook in 1918 wel hebben plaats gehad. Maar twee din gen zijn onwaar, omdat zij feitelijk onmo gelijk zijn. Volgens het verbaal zou de beer De Sa vornin Lohman, na Dinsdagmiddag, de Ministers hebben bezocht zonder succes en zou een der vergaderde activisten de Ministers Dinsdagavond hebben bezocht met succes. Beide dingen zijn feitelijk on mogelijk. Onmiddellijk na de sluiting der Kamer zitting, Dinsdagmiddag 12 November, noo- digde Minister Ruys de Beerenbrouck en kele Kamerleden uit, onder welke de beer De Savornin Lobman, tot een samenspre- king met de ministers. Deze samenspre- king bad dien zelfden dag (op een vroeg avond-uur) plaats. De beer De Savornin Lohman, die zich wegens zijn leeftijd ver ontschuldigde, deed zich vervangen. Tij dens die samenkomst, welke dus samenviel met of nog voorafging aan de samen komst der heeren G. P. c. s., deelden de ministers mede welke maatregelen de re geering nog dien zelfden avond zou nemen (uitvaardiging der proclamatie, oproeping van den Vrijwilligen Landstorm, bezetting van stations en gebouwen, enz.). Dit alles is precies zoo geschied in den nacht van Dinsdag op Woensdag. Een bezoek van den heer De Savornin Lobman, tusschen de Kamervergadering en de avondbijeen komst, hoewel onwaarschijnlijk, ware mo gelijk geweest, maar geen vruchteloos be zoek; want de beer De Savornin Lobman wist, dat de regeering juist de avondsa menkomst, waartoe de beer De Savornin Lobman genoodigd was, wilde afwachten alvorens tot openbare maatregelen over te gaan. Ook ware mogelijk een bezoek van een der activistische heeren aan de ministers; maar dit bezoek kan niet anders hebben plaats gehad dan na de bijeenkomst met de bedoelde Kamerleden, tijdens welke bijeen komst de bevelen tot uitvoering der vast gestelde maatregelen werden verzonden. Zoo is de geschiedenis van Dinsdag 13 November 1918. Onderstelling van invloed van kontra-revolutionnaire of activistische pogingen op de houding der regeering is met de feiten in strijd. De juiste weg. „De Standaard" schrijft: Dezer dagen kon men lezen, dat bij den dienst der Posterijen opnieuw is over gegaan tot de toepassing van het stelsel der locale arbeidskrachten. Te Wijk bij knevni' '£°r'' haar en een donkeren hari en, zag er netjes gekleed uit; bij hii ÏT31}* schei'Pen Mik, en terwijl mekio i18l stond, zag bij het bleeke stotiri (f naast bem bare brilleglazen derynoi- i vogen> verscheidene malen on- "encl aan. Hij vond ongetwijfeld, dat zij er vertrouwbaar uitzag, en hem van grooten dienst zou kunnen zijn, want na eenige oogenblikken nagedacht te hebben, wenkte bij haar bij be venster te komen en begon met zijn gewone korte zinnetjes te spreken. „Mademoiselle is geen verpleegster?" vroeg bij. „Neen mijnheer, ik ben slechts een vriendin, misschien moest ik zeggen een bloedverwante van Mrs Reid." „Dus ge woont op het kasteel, niet waar?" „Slechts tijdelijk, mijnheer. Ik logeer bier met nog een Engelsch meisje." „Maar mademoiselle beeft wel eerder verpleegd; een ziekenkamer is niets onge woons voor baar; dat kan men terstond zien"; en de kleine dokter boog en haalde zijn schouders op alsof bij wilde zeggen, „ik heb u doorgrond, wie zou Pierre Ar naud kunnen misleiden? Mademoiselle beeft baar proefjaar al achter den rug, niet waar?" zeide bij, baar met zijn kleine, scherpe oogen strak aanziende. „Helaas! ja, mijnbeer. Ik heb eens een tante verpleegd, die lange maanden zwaar geleden heeft." „En alleen?" „Bijna alleen tenminste, de hulp eener oude dienstbode buiten rekening gelaten." „En waart gij bij baar, toen zij stierf?" „Ik heb al vele menschen zien sterven," antwoordde Mary eenvoudig. „Ik ben niet bang voor den dood, dokter Arnaud. Ik Duurstede en te Soest zouden althans hulpkrachten in dienst genomen zijn, zon der eenig uitzicht op een vaste aanstel ling. Dat is do juiste weg, en niet alleen bij de Post en Telegrafie. Het hooge totaal cijfer aan salaris sen bij den ambtelijken dienst was, is en blijft de grondoorzaak van de betrekkelijk sobere bezoldiging der enkelingen. Wil men ooit komen tot een bevredigende salarieering, dan zal tweeërlei in acht moeten worden genomen: meer overeen stemming tusschen de opleiding en den aard der opgedragen werkzaamheden en j veelvuldiger gebruik van locale tijdelijke werkkrachten. Mede allicht als gevolg van den drang naar een „vaste" betrekking bij Rijk of Gemeente, zijn van lieverlede aan de voor afgaande schoolopleiding eischen gesteld, die uitgaan boven wat de te verrichten werkzaamheden vorderen. Dat heeft ten gevolge gehad, dat zeer eenvoudig werk ten slotte even hoog betaald werd, als de meer intellectueele arbeid. De bezoldi ging richtte zich somwijlen maar naar de opleiding, die de ambtenaar tevoren genoten had, naar de eischen, die voor de toelating gesteld waren, dan naar het eigenlijke werk. Wanneer men om ter bepaling der gedachte eens iels te noemen het verkoopen van postzegels opdraagt aan iemand, die het eindexamen PI. B. S. of een soortgelijk examen achter den rug heeft, dan zal men dat werk altijd te hoog betalen, omdat er onwillekeurig ook gerekend wordt met het verworven diplo ma. De fout is niet, dat de man dit diploma heeft, maar ze ligt hierin, dat men voor zeer eenvoudig werk menschen men zulk een diploma bezigt. Een tweede fout ligt stellig hierin, dat men er veel te sterk op stond, dat in alle soort arbeid ten behoeve van den Staat een levenspositie kon worden gevonden. Als men een jongen man achter een schrijfmachine zet en hem daar zijn beele leven voor gebruikt, dan ontkomt men er niet aan, hem zóó te salarieeren, dat hij op een gegeven oogenblik lean huwen en zijn gezin kan onderhouden. Dat is van de zijde van den ambtenaar een redelijk ver langen, maar van den kant van den Staat verkwisting. Voor dat soort werk moet men en kele uitzonderingen daargelaten geen vast ambtelijk personeel aanstellen. Daarvoor moet men plaatselijk de noo- dige werkkrachten tijdelijk in dienst ne men. Ze zijn in onzen tijd te kust en te kern- te krijgen. Jonge vrijsters, die bij vader en moeder inwonen en wat sparen wiHen voor haar uitzet; fiksche knapen, die de maandelijksche toelage van 40 of 50 gulden gebruiken om lessen te bekostigen en zich aldus verder voor het leven te bekwamen. Dien kant moet het uit. En op groote schaal. Dan zal na weinig jaren blijken, dat, bij een lager totaal cijfer aan salarissen, de enkele ambtenaar de man die wer- beb oude lieden en kleine kinderen in bun laatste buisje gelegd, en had een gevoel of ik hen slechts neerlegde voor een langen slaap." „Goed!" riep de kleine man uit, „ik wist wel, dat ik dat gelaat kon vertrouwen; men kan er zich op verlaten. Mademoiselle Morell is zenuwachtig en opgewonden," ging bij voort; „zij beeft een goed hart en veel gevoel, maar men moet niet te veel op baar steunen. Een aandoening een ver wikkeling, tegenstand en baar verstand verspreidt zich -naar alle zijden," en bij maakte een veelbeteekenende bandbewe ging. „Wat wilt gij, dat ik doen zal?" vroeg Mary, die voelde, dat er een crisis ophan den was, die al hare geestkracht zou ver- eiscben. „Alles alles wat er te doen valt; neem gij bet bevel in banden; dit is uw gebied," vervolgde bij, zijne armen uitslaande, als wilde bij de vier muren omvatten. „Ik!" antwoordde Mary hevig ver schrikt. „Miss Morell is twintig jaar ouder; het is baar recht, mijnheer. Ik mag bet haar niet uit de banden nemen." „Goed! Ik begrijp u. Dat zullen we wel in orde maken. Ik benoem u als verpleegster; dit is uw patiënt en onder geen voorwend sel moogt gij deze beide kamers verlaten onder geen voorwendsel," en bij sprak zeer beslist, toen Mary hem aanzag en nog twijfelde. „En Miss Morell?" kelijk een vol ambtenaar is een hoo- gere bezoldiging kan erlangen dan hij thans geniet. Dat Staat en ambtenaar beiden gebaat worden. We hopen dus maar, dat het bij die eene zwaluw te Soest en te Wijk niet zal blijven; dat we hierin veeleer te zien hebben het eindelijk aanvaarden van eene de laatste jaren voortdurend bepleite ge dragslijn. Dat is duidelijk. En juist gezien. Zoo moet het worden. De staking in de mijnen. Minister Churchill beeft te Swansea het woord gevoerd en o.a. over bet conflict in de mijnen gesproken. Er is alle reden, zeide hij, om aan te nemen, dat men tot een duurzame en eervioüe regeling zal komen. En zelfs nu, als er een regeling tot stand komt, is het voor de industrie niet te laat en be staat er alle kans, dat de Britsche nijver heid nog tijdens den zittijd van dit par lement tot heropbloei zal komen. Do socialisten en communisten hebben met opzicht getracht, den voorspoed van de natie te ondermijnen. De tweede van 's lands grootste indu strieën verkeert in een toestand van vol komen verwarring, en de staking in de mijnen is bij haar uitbreken vergezeld gegaan van een vermetele misdaad tegen de maatschappij, n.l. de algemeetie sta king. De gevolgen van die algemeene sta king en van de kolenstaking zijn uiter mate ernstig geweest voor alle standen. Behalve dat de werkende klassen en de kleine kooplieden erdoor verarmd zijn, hebben 's lands financiën er ernstig onder geleden. De mogelijkheid van belastingverminde ring is er door vertraagd. Ik zal al bet mogelijke doen, om verhooging van cfe belasting te vermijden. Het feit, dat de mijhwerkers thans een rechtstreeks verzoek om een nieuw onder hand met de mijneigenaren hebben ge daan, is hoopgevend. Men kan echter nog niet zeggen, of dit alleen een uiterste po ging is om d i s t r i c t s-gewij'ze regelin gen te voorkomen. Sprekende over de reorganisatie van de mijnindustrie zei Churchill, dat de re geering een wet bij het parlement had ingediend, waarbij elke aanbeveling van de kolencommissie, die onmiddellijk be- industrie was overgenomen. De regeering beeft geweigerd, langer subsidie toe te kennen, en daarom aan de mijnindustrie toegezegd: Gij moet de kwestie onder elkaar regelen. De regeering zal die hou ding handhaven, zoolang zij de verant woordelijkheid draagt, wat ook de ge volgen zijn. Churchil zeide in zijn rede nog, dat vakvereenigingen van Rijkspersoneel bui ten de partij-politiek moeten staan. Indien de minister het alles zoo ge zegd heeft, dan heeft hij' woorden van gezond verstand gesproken; en dergelijke woonden vallen bij socialisten niet ge makkelijk in goede aarde. De minister wend dan ook begrijpelijkerwijze herhaal delijk door mijnwerkers in de rede geval len en er moest politie worden ontboden „Mademoiselle Morell zal u natuurlijk helpen. Justine eveneens, als gij baar noo dig hebt, want wij mogen u niet uitputten. Het zal niet voor lang zijn, arm schepsel! ieder oogenblik kan het einde daar zijn. God alleen weet wanneer. Maar stilte, vol komen rust; natuurlijk moet zij tot beda ren gebracht worden, als zij weer begint te ijlen, begrijpt ge mij, mademoiselle?" „Volkomen mijnbeer. Maar is er geen hoop meer? „Zoolang er leven is de rest weet ge wel. Arme madame! Zij beeft al lang een ongeneeslijke kwaal gehad, en als men zich daarbij de gevolgen van een schok en een gebroken hart denkt, dan mag men niet veel hoop meer koesteren!" en nadat dokter Arnaud nog eenige aanwijzingen gegeven had en beloofd bad dien avond te rug te zullen komen, nam hij zijn hoed op en ging de kamer uit, na nog een blik op de zieke geworpen te hebben. Arme Mary! Zij zuchtte even, toen zij aan Bertie dacht, die beneden was, aan de wandelingen en aan de prettige uurtjes rondom den haard, maar zette toen baar eigen genoegen en dat van hem, die baar dierbaarder was dan baar leven, vastbera den op zijde en gordde zich aan voor haar oogenblikkelijken arbeid. Want Mary was godsdienstig zij was niet slechts bekend met den godsdienst, zij bewaarde dien niet voor den Zondag la- leen, om hem op de werkdagen te verge ten; maar naar bet licht, dat baar ge- om de lawaai-makers te verwijderen. In Engelsch© regeeringskringen is metf eenigszins verwonderd, 'dat de executieve der mijnwerkers, zonder de bemiddeling! van de regeering in te roepen, zich direct tot de mijneigenaars beeft gewend. Intusschen wordt het optimisme, dat in sommige bladen merkbaar is, niet alge meen gedeeld. Men wijst er op, dat de mijneigenaars aa nden eisch van den] 8- urigen werkdag vasthouden en hun eisch om overeenkomsten per district en niet voor bet geheele land af te sluiten, niet hebben laten varen. En daar zal het blijven wringen. De socialisten eischen begrijpelijkerwijs natuurlijk beslissingen over het geheele land. Geen verbrokkeling Een machtskwestie. De Kerkvervolging in Mexico. Een telegram uit New-York aan dé „Times" d.d. gisteren deelt mede, dat de Mexicaanscbe politie voortgaat samen zweerders in hechtenis te nemen, die een verbinding tot stand poogden te bren gen tusschen de wijdvertakte revolutie poging en de invallers aan de grenzen'. Ondertusschen, aldus hetzelfde blad, gaat de geestelijkheid voort met haar po gingen contact met de regeering te ver krijgen, in de hoop dat er een bemidde ling tot stand zal komen. De bisschop pen houden er rekening mee, dat de boy cot evenzeer de Katholieken als de regee ring treft en ze schijnen er begeerig naar de vroegere bijeenkomst van het Congres te benutten, om een verzoeningsbeweging te organiseeren, die den schijn van een terugtocht vermijdt. De positie van de regeering lijkt aan merkelijk te zijn versterkt, .zoowel door het vaste voornemen van de Vereenigde Staten om niet tusschenbeide te treden, als wel door de tijdige verhindering der plannen van generaal Estrada. Het offieiëele optimisme maakt evenwel het feit niet opgedaan dat de laatste da gen groote troepenverplaatsingen,hebben plaats gehad van de hoofdstad, voor- namebjk naar de staten Hidalgo en Guer- rera. Mussolini en ide lire. In een ten stadbuize van Riccione ge houden rede, verklaarde Mussolini, dat bij tot aan zijn laatsten ademtocht de lire zou verdedigen. Nooit zou hij aan het bewonderens waardige Italiaansche volk, dat nu reeds vier jaar met een ascetische discipline arbeidt en bereidwillig nog grootere of fers wil brengen, de moreele schande aandoen va neen faillissement. De fascis tische regeering zal met al haar krachten weerstand bieden aan 'de pogingen, die gedaan worden om haar omver te wer pen; zij is besloten, aUe vijandige finan- ciëele krachten te verpletteren. Frank Power, van een bezoek aan Schotland te Londen teruggekeerd. Hij schonken was en daar zij slechts een vrouw was, kon zij zich vergissen streefde zij er eerlijk naar om nauwgezet haren plicht te doen, niet in eigen kracht, maar in de kracht van Hem, die baar door Zijn Geest alleen, tot ieder werk der zelf verloochening in staat kon en wilde stel len. Wellicht was zij wat al te zeer geneigd te denken, dat plicht noodwendig in den weg der zelfverloochening lag; zij was wel iswaar niet somber en meende niet dat prettige dingen verkeerd waren, maar ede le daden vergrootte zij in baar verbeelding en daardoor werd bun een verhevenheid en zuiverheid van beginsel toegeschreven, die niet altijd verdiend waren. Daar zij- zelve nederig van geest was, dacht zij steeds het beste van andere menschen maar Maurice was baar held bij uitne mendheid een soort van heilige stralen krans omgaf hem. Ondanks de afkeuring van Janet groeide zij in zijn werk, zijn geestdrift en zijn vergeten van alles wat niet met zijn roeping in verband stond. Het was vreemd, dat een vrouw met zulk een sterk karakter als Mary bezat, die een man als Maurice tot helpster kon zijn, al baar toekomstige hoop en al haar jeug dige liefde bij iemand als Bertie kon be palen! 1 (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 1