ank
KWATTAP»
So JW1
Vrijdag 1© Augustus Illifl
Jaargang
(EN
fvaars,
eel.
feuilleton!
I!
ïmber a.s.
terljjk tot
a 1 Junl—
en tegen
eens met
gang van
gesteld
'krügbaar
IS
fvaars,
kpaard.
do.
MARy ST JOHN
\?OLLE-MELK-REÉP
Beter dan 6oed: DE BESTE
Mental
Een ontdekker kwam laatst uit de
tropen
Als een haas weer naar Holland
geloopen
Hü vond het zoo raar
Dat de inlanders daar
Geen VAN MELLE'S Ontbijtkoek
verkoopen.
Kort» berichten.
Roos
AR'S
;endt
cent-
be
MINNE.
even vóór
r Z Boek.
Zierikzee.
MOENS,
g J. POL-
SSER Jz
ikbaar, bij
inadorp.
ER BIJL,
en 1 Sep-
mogelijk
Markt 11,
iet 1 Nov.
isje,
elden des
uur.
Drukkers-Exploitanten:
(jOSTEBBAAN LE COINTRE GOES
gureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
Til,: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Firm a
Bijkantoor te Middelburg:
p, p, DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
Uii de revolutiedagen van November 1918.
Onder het opschrift „Geen legenden in
.de historie" schrijft de „Nederlander":
nnrtpi- den geruchtmakenden titel „De
Kontra-Revolutie van November 1918",
komt het „Volk" met een wonderlijk ver
haal omtrent zekere gebeurtenissen, wel
ke 'in November 1918 zouden hebben
plaats gehad, gebeurtenissen van revolu-
tionnairen aard, met bet doel andere re-
yolutionnaire plannen te bestrijden of te
verijdelen.
Het is noodig, nu de meeste personen,
die in November 1918 gezag of invloed
hadden, nog leven, er tegen te waken, dat
de historie van November 1918 zou wor
den vertroebeld door legenden. Daarom
achten wij het gewenscht onmiddellijk op
de onwaarheid in bet verbaal in het
Volk" te wijzen. Men versta ons wel: wij
oordeelen niet over de feiten, in bet „Volk"
medegedeeld. Deze feiten kunnen voor 99
pet. juist zijn. In dagen van gevaar zijn er
altijd menschen, die zich verbeelden, bet
beter te weten dan de verantwoordelijke
personen zenuwachtige menschen
menschen die op eigen boutje regeerinkje
willen spelen, waarbij vaak vergetende boe
volmaakt revolutionnair hunne plannen
zijn. In November 1918 zullen er ook wel
zulke menschen zijn geweest. Maar dit is
de fout, dat de verhaler in bet „Volk" het
voorstelt, als zou een dezer revolutionnaire
bewegingen invloed hebben gehad op bet
regeeringsbeleid in die dagen.
Het verhaal in bet „Volk" komt bier op
neer.
Er woont thans te Pretoria, in Zuid-
Afrika, een zekere beer G. P., in 1918 ka
pitein van den vrijwilligen landstorm in
Nederland. Deze beer C. P. verkeert daar
te Pretoria in kommervolle omstandighe
den en richtte nu een verzoekschrift om
hulp tot H. M. de Koningin der Nederlan
den. Hij grondt zijn verzoek op zijn bijzon
dere verdiensten, door in November 1918
met kracht en succes te hebben gewaakt
voor de veiligheid van den Staat, in bet
bijzonder voor de veiligheid van H. M. de
Koningin.
In welken vorm de heer G. P. zich weer
de, wordt in het „Volk" uitvoerig mede
gedeeld, met de eigen woorden van den
schrijver van bet verzoekschrift.
Op Maandag 11 November, d. i. de dag
tusschen de Rotterdamsche rede van
Troelstra en diens oproerige rede in de
Tweede Kamer, ontving de heer G. P. be
zoek van een jongen man, zoon van een
oud-lid der Tweede Kamer, die hem uit-
noodigde tot een samenkomst in verband
met de bestaande moeilijkbeden. Daar ge
komen, vond de heer G. P. een kleinen
kring van mannen, onder welke jhr. Groe-
ninx van Zoelen, dr Gerretson en de beer
Van Gybland Oosterhoff. In die vergade
ring werd verteld, dat op Woensdag 13
November de Rotterdammer Heijkoop met
een duizendtal Rotterdamsche havenarbei
ders in Den Haag de revolutie zou begin
nen, en dat de regeering geen maatrege
len nam.
Men kwam in die vergadering tot de
conclusie, dat door den daar vergaderden
kring iets gedaan moest worden om to
trachten H. M. de Koningin te beveiligen
en een eersten tegenstand te bieden aan
een eventueele revolutie. Het moest mili
tair worden georganiseerd. De beer G. P
zou dit werkje op zich nemen. En reeds
dinsdagmiddag (dus op bet oogenblik, dat
fflr Troelstra de revolutiebeweging in de
hamer aankondigde) kon de beer G. P.
^an zijn vrienden mededeelen dat hij een
42)
Uit het Engelsch.
-o
„Lieve tantearme tantebeproef wat te
slapen,-' riep Charlotte uit, terwijl zij zich
®.ver haar heenboog en haar schouder
reelde, maar zij hield niet op met ijlen.
Zij koorden, dat er beweging in de huis
houding kwam. Daarna werd er zacht op
e deur der kleedkamer geklopt en voerde
motte daar een fluisterend gesprek,
erst vernam Mary de stem van Dollie,
T,.a!.na c^6 van Grey en eindelijk die van
fu li 'i^0en ver<^ween Charlotte om zich
leeden, te ontbijten en hare bevelen te
1 erL ei:l Let zoodoende de arme Mary al-
U n: aar Lopje koffie inderhaast opdrin-
Ia zij terneergeslagen op de kale
va„ i 8 en naar afgebroken gezegden
vbi-d i 8 arme zieke luisterde. Het was een
kwa emmg' i°en dokter Arnaud binnen
k en zij daardoor wat gezelschap
tr
et was een kleine man met een bruin
ve Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.-*
Losse nummersfO.Of
Prijs der Advertentiën:
14 regels f1.20, elke regel meer 30 d>
Bij abonnement belangrijke korting.
flink aantal vrijwilligers en een mitrail
leur gereed had, om in de eerste plaats bet
Paleis in bet Noordeinde te beschermen.
De vergadering besloot echter, alvorens
verder te bandelen, de regeering te waar
schuwen. Twee heeren werden afgevaar
digd naar den beer De Savornin Lobman.
Deze was bet met de heeren eens, dat ge
handeld moest worden. Hij ging tot de mi
nisters, maar zonder succes.
Toen vergaderden de heeren Dinsdag
avond weder en vaardigden een of twee uit
bun midden af, om bet den Ministers dui
delijk te maken, dat, mocht de revolutie
zich vertoonen, in elk geval gevochften
zou worden, met of zonder toestemming
der ministers.
En, volgens bet verbaal, zou deze laat
ste Stap succes hebben gehad. De regeering
kwam in beweging.
Wij maken, aldus vervolgt de „Ned.",
op bet verbaal geen aanmerking; het kan
waarheid, bet kan fantasie zijn. Gelijk ge
zegd, zulke dingen komen steeds voor in
gevaarlijke dagen, en zullen ook in 1918
wel hebben plaats gehad. Maar twee din
gen zijn onwaar, omdat zij feitelijk onmo
gelijk zijn.
Volgens het verbaal zou de beer De Sa
vornin Lohman, na Dinsdagmiddag, de
Ministers hebben bezocht zonder succes
en zou een der vergaderde activisten de
Ministers Dinsdagavond hebben bezocht
met succes. Beide dingen zijn feitelijk on
mogelijk.
Onmiddellijk na de sluiting der Kamer
zitting, Dinsdagmiddag 12 November, noo-
digde Minister Ruys de Beerenbrouck en
kele Kamerleden uit, onder welke de beer
De Savornin Lobman, tot een samenspre-
king met de ministers. Deze samenspre-
king bad dien zelfden dag (op een vroeg
avond-uur) plaats. De beer De Savornin
Lohman, die zich wegens zijn leeftijd ver
ontschuldigde, deed zich vervangen. Tij
dens die samenkomst, welke dus samenviel
met of nog voorafging aan de samen
komst der heeren G. P. c. s., deelden de
ministers mede welke maatregelen de re
geering nog dien zelfden avond zou nemen
(uitvaardiging der proclamatie, oproeping
van den Vrijwilligen Landstorm, bezetting
van stations en gebouwen, enz.). Dit alles
is precies zoo geschied in den nacht van
Dinsdag op Woensdag. Een bezoek van
den heer De Savornin Lobman, tusschen
de Kamervergadering en de avondbijeen
komst, hoewel onwaarschijnlijk, ware mo
gelijk geweest, maar geen vruchteloos be
zoek; want de beer De Savornin Lobman
wist, dat de regeering juist de avondsa
menkomst, waartoe de beer De Savornin
Lobman genoodigd was, wilde afwachten
alvorens tot openbare maatregelen over te
gaan.
Ook ware mogelijk een bezoek van een
der activistische heeren aan de ministers;
maar dit bezoek kan niet anders hebben
plaats gehad dan na de bijeenkomst met de
bedoelde Kamerleden, tijdens welke bijeen
komst de bevelen tot uitvoering der vast
gestelde maatregelen werden verzonden.
Zoo is de geschiedenis van Dinsdag 13
November 1918. Onderstelling van invloed
van kontra-revolutionnaire of activistische
pogingen op de houding der regeering is
met de feiten in strijd.
De juiste weg.
„De Standaard" schrijft:
Dezer dagen kon men lezen, dat bij
den dienst der Posterijen opnieuw is over
gegaan tot de toepassing van het stelsel
der locale arbeidskrachten. Te Wijk bij
knevni' '£°r'' haar en een donkeren
hari en, zag er netjes gekleed uit; bij
hii ÏT31}* schei'Pen Mik, en terwijl
mekio i18l stond, zag bij het bleeke
stotiri (f naast bem bare brilleglazen
derynoi- i vogen> verscheidene malen on-
"encl aan. Hij vond ongetwijfeld, dat
zij er vertrouwbaar uitzag, en hem van
grooten dienst zou kunnen zijn, want na
eenige oogenblikken nagedacht te hebben,
wenkte bij haar bij be venster te komen
en begon met zijn gewone korte zinnetjes
te spreken.
„Mademoiselle is geen verpleegster?"
vroeg bij.
„Neen mijnheer, ik ben slechts een
vriendin, misschien moest ik zeggen een
bloedverwante van Mrs Reid."
„Dus ge woont op het kasteel, niet
waar?"
„Slechts tijdelijk, mijnheer. Ik logeer
bier met nog een Engelsch meisje."
„Maar mademoiselle beeft wel eerder
verpleegd; een ziekenkamer is niets onge
woons voor baar; dat kan men terstond
zien"; en de kleine dokter boog en haalde
zijn schouders op alsof bij wilde zeggen,
„ik heb u doorgrond, wie zou Pierre Ar
naud kunnen misleiden? Mademoiselle
beeft baar proefjaar al achter den rug,
niet waar?" zeide bij, baar met zijn kleine,
scherpe oogen strak aanziende.
„Helaas! ja, mijnbeer. Ik heb eens een
tante verpleegd, die lange maanden zwaar
geleden heeft."
„En alleen?"
„Bijna alleen tenminste, de hulp eener
oude dienstbode buiten rekening gelaten."
„En waart gij bij baar, toen zij stierf?"
„Ik heb al vele menschen zien sterven,"
antwoordde Mary eenvoudig. „Ik ben niet
bang voor den dood, dokter Arnaud. Ik
Duurstede en te Soest zouden althans
hulpkrachten in dienst genomen zijn, zon
der eenig uitzicht op een vaste aanstel
ling.
Dat is do juiste weg, en niet alleen
bij de Post en Telegrafie.
Het hooge totaal cijfer aan salaris
sen bij den ambtelijken dienst was, is en
blijft de grondoorzaak van de betrekkelijk
sobere bezoldiging der enkelingen. Wil
men ooit komen tot een bevredigende
salarieering, dan zal tweeërlei in acht
moeten worden genomen: meer overeen
stemming tusschen de opleiding en den
aard der opgedragen werkzaamheden en j
veelvuldiger gebruik van locale tijdelijke
werkkrachten.
Mede allicht als gevolg van den drang
naar een „vaste" betrekking bij Rijk of
Gemeente, zijn van lieverlede aan de voor
afgaande schoolopleiding eischen gesteld,
die uitgaan boven wat de te verrichten
werkzaamheden vorderen. Dat heeft ten
gevolge gehad, dat zeer eenvoudig werk
ten slotte even hoog betaald werd, als
de meer intellectueele arbeid. De bezoldi
ging richtte zich somwijlen maar naar
de opleiding, die de ambtenaar tevoren
genoten had, naar de eischen, die voor
de toelating gesteld waren, dan naar het
eigenlijke werk.
Wanneer men om ter bepaling der
gedachte eens iels te noemen het
verkoopen van postzegels opdraagt aan
iemand, die het eindexamen PI. B. S.
of een soortgelijk examen achter den rug
heeft, dan zal men dat werk altijd te
hoog betalen, omdat er onwillekeurig ook
gerekend wordt met het verworven diplo
ma. De fout is niet, dat de man dit
diploma heeft, maar ze ligt hierin, dat
men voor zeer eenvoudig werk menschen
men zulk een diploma bezigt.
Een tweede fout ligt stellig hierin, dat
men er veel te sterk op stond, dat in alle
soort arbeid ten behoeve van den Staat
een levenspositie kon worden gevonden.
Als men een jongen man achter een
schrijfmachine zet en hem daar zijn beele
leven voor gebruikt, dan ontkomt men er
niet aan, hem zóó te salarieeren, dat hij op
een gegeven oogenblik lean huwen en zijn
gezin kan onderhouden. Dat is van de
zijde van den ambtenaar een redelijk ver
langen, maar van den kant van den Staat
verkwisting.
Voor dat soort werk moet men en
kele uitzonderingen daargelaten geen
vast ambtelijk personeel aanstellen.
Daarvoor moet men plaatselijk de noo-
dige werkkrachten tijdelijk in dienst ne
men. Ze zijn in onzen tijd te kust en te
kern- te krijgen. Jonge vrijsters, die bij
vader en moeder inwonen en wat sparen
wiHen voor haar uitzet; fiksche knapen,
die de maandelijksche toelage van 40
of 50 gulden gebruiken om lessen te
bekostigen en zich aldus verder voor het
leven te bekwamen.
Dien kant moet het uit.
En op groote schaal.
Dan zal na weinig jaren blijken, dat,
bij een lager totaal cijfer aan salarissen,
de enkele ambtenaar de man die wer-
beb oude lieden en kleine kinderen in bun
laatste buisje gelegd, en had een gevoel of
ik hen slechts neerlegde voor een langen
slaap."
„Goed!" riep de kleine man uit, „ik wist
wel, dat ik dat gelaat kon vertrouwen;
men kan er zich op verlaten. Mademoiselle
Morell is zenuwachtig en opgewonden,"
ging bij voort; „zij beeft een goed hart en
veel gevoel, maar men moet niet te veel op
baar steunen. Een aandoening een ver
wikkeling, tegenstand en baar verstand
verspreidt zich -naar alle zijden," en bij
maakte een veelbeteekenende bandbewe
ging.
„Wat wilt gij, dat ik doen zal?" vroeg
Mary, die voelde, dat er een crisis ophan
den was, die al hare geestkracht zou ver-
eiscben.
„Alles alles wat er te doen valt; neem
gij bet bevel in banden; dit is uw gebied,"
vervolgde bij, zijne armen uitslaande, als
wilde bij de vier muren omvatten.
„Ik!" antwoordde Mary hevig ver
schrikt. „Miss Morell is twintig jaar
ouder; het is baar recht, mijnheer. Ik mag
bet haar niet uit de banden nemen."
„Goed! Ik begrijp u. Dat zullen we wel in
orde maken. Ik benoem u als verpleegster;
dit is uw patiënt en onder geen voorwend
sel moogt gij deze beide kamers verlaten
onder geen voorwendsel," en bij sprak
zeer beslist, toen Mary hem aanzag en nog
twijfelde.
„En Miss Morell?"
kelijk een vol ambtenaar is een hoo-
gere bezoldiging kan erlangen dan hij
thans geniet. Dat Staat en ambtenaar
beiden gebaat worden.
We hopen dus maar, dat het bij die
eene zwaluw te Soest en te Wijk niet
zal blijven; dat we hierin veeleer te zien
hebben het eindelijk aanvaarden van eene
de laatste jaren voortdurend bepleite ge
dragslijn.
Dat is duidelijk.
En juist gezien.
Zoo moet het worden.
De staking in de mijnen.
Minister Churchill beeft te Swansea het
woord gevoerd en o.a. over bet conflict
in de mijnen gesproken.
Er is alle reden, zeide hij, om aan te
nemen, dat men tot een duurzame en
eervioüe regeling zal komen. En zelfs nu,
als er een regeling tot stand komt, is
het voor de industrie niet te laat en be
staat er alle kans, dat de Britsche nijver
heid nog tijdens den zittijd van dit par
lement tot heropbloei zal komen.
Do socialisten en communisten hebben
met opzicht getracht, den voorspoed van
de natie te ondermijnen.
De tweede van 's lands grootste indu
strieën verkeert in een toestand van vol
komen verwarring, en de staking in de
mijnen is bij haar uitbreken vergezeld
gegaan van een vermetele misdaad tegen
de maatschappij, n.l. de algemeetie sta
king. De gevolgen van die algemeene sta
king en van de kolenstaking zijn uiter
mate ernstig geweest voor alle standen.
Behalve dat de werkende klassen en de
kleine kooplieden erdoor verarmd zijn,
hebben 's lands financiën er ernstig onder
geleden.
De mogelijkheid van belastingverminde
ring is er door vertraagd. Ik zal al bet
mogelijke doen, om verhooging van cfe
belasting te vermijden.
Het feit, dat de mijhwerkers thans een
rechtstreeks verzoek om een nieuw onder
hand met de mijneigenaren hebben ge
daan, is hoopgevend. Men kan echter nog
niet zeggen, of dit alleen een uiterste po
ging is om d i s t r i c t s-gewij'ze regelin
gen te voorkomen.
Sprekende over de reorganisatie van
de mijnindustrie zei Churchill, dat de re
geering een wet bij het parlement had
ingediend, waarbij elke aanbeveling van
de kolencommissie, die onmiddellijk be-
industrie was overgenomen. De regeering
beeft geweigerd, langer subsidie toe te
kennen, en daarom aan de mijnindustrie
toegezegd: Gij moet de kwestie onder
elkaar regelen. De regeering zal die hou
ding handhaven, zoolang zij de verant
woordelijkheid draagt, wat ook de ge
volgen zijn.
Churchil zeide in zijn rede nog, dat
vakvereenigingen van Rijkspersoneel bui
ten de partij-politiek moeten staan.
Indien de minister het alles zoo ge
zegd heeft, dan heeft hij' woorden van
gezond verstand gesproken; en dergelijke
woonden vallen bij socialisten niet ge
makkelijk in goede aarde. De minister
wend dan ook begrijpelijkerwijze herhaal
delijk door mijnwerkers in de rede geval
len en er moest politie worden ontboden
„Mademoiselle Morell zal u natuurlijk
helpen. Justine eveneens, als gij baar noo
dig hebt, want wij mogen u niet uitputten.
Het zal niet voor lang zijn, arm schepsel!
ieder oogenblik kan het einde daar zijn.
God alleen weet wanneer. Maar stilte, vol
komen rust; natuurlijk moet zij tot beda
ren gebracht worden, als zij weer begint te
ijlen, begrijpt ge mij, mademoiselle?"
„Volkomen mijnbeer. Maar is er geen
hoop meer?
„Zoolang er leven is de rest weet ge
wel. Arme madame! Zij beeft al lang een
ongeneeslijke kwaal gehad, en als men
zich daarbij de gevolgen van een schok en
een gebroken hart denkt, dan mag men
niet veel hoop meer koesteren!" en nadat
dokter Arnaud nog eenige aanwijzingen
gegeven had en beloofd bad dien avond te
rug te zullen komen, nam hij zijn hoed op
en ging de kamer uit, na nog een blik op
de zieke geworpen te hebben.
Arme Mary! Zij zuchtte even, toen zij
aan Bertie dacht, die beneden was, aan
de wandelingen en aan de prettige uurtjes
rondom den haard, maar zette toen baar
eigen genoegen en dat van hem, die baar
dierbaarder was dan baar leven, vastbera
den op zijde en gordde zich aan voor haar
oogenblikkelijken arbeid.
Want Mary was godsdienstig zij was
niet slechts bekend met den godsdienst, zij
bewaarde dien niet voor den Zondag la-
leen, om hem op de werkdagen te verge
ten; maar naar bet licht, dat baar ge-
om de lawaai-makers te verwijderen.
In Engelsch© regeeringskringen is metf
eenigszins verwonderd, 'dat de executieve
der mijnwerkers, zonder de bemiddeling!
van de regeering in te roepen, zich direct
tot de mijneigenaars beeft gewend.
Intusschen wordt het optimisme, dat
in sommige bladen merkbaar is, niet alge
meen gedeeld. Men wijst er op, dat de
mijneigenaars aa nden eisch van den] 8-
urigen werkdag vasthouden en hun eisch
om overeenkomsten per district en
niet voor bet geheele land af te sluiten,
niet hebben laten varen. En daar zal het
blijven wringen. De socialisten eischen
begrijpelijkerwijs natuurlijk beslissingen
over het geheele land. Geen verbrokkeling
Een machtskwestie.
De Kerkvervolging in Mexico.
Een telegram uit New-York aan dé
„Times" d.d. gisteren deelt mede, dat de
Mexicaanscbe politie voortgaat samen
zweerders in hechtenis te nemen, die een
verbinding tot stand poogden te bren
gen tusschen de wijdvertakte revolutie
poging en de invallers aan de grenzen'.
Ondertusschen, aldus hetzelfde blad,
gaat de geestelijkheid voort met haar po
gingen contact met de regeering te ver
krijgen, in de hoop dat er een bemidde
ling tot stand zal komen. De bisschop
pen houden er rekening mee, dat de boy
cot evenzeer de Katholieken als de regee
ring treft en ze schijnen er begeerig naar
de vroegere bijeenkomst van het Congres
te benutten, om een verzoeningsbeweging
te organiseeren, die den schijn van een
terugtocht vermijdt.
De positie van de regeering lijkt aan
merkelijk te zijn versterkt, .zoowel door
het vaste voornemen van de Vereenigde
Staten om niet tusschenbeide te treden,
als wel door de tijdige verhindering der
plannen van generaal Estrada.
Het offieiëele optimisme maakt evenwel
het feit niet opgedaan dat de laatste da
gen groote troepenverplaatsingen,hebben
plaats gehad van de hoofdstad, voor-
namebjk naar de staten Hidalgo en Guer-
rera.
Mussolini en ide lire.
In een ten stadbuize van Riccione ge
houden rede, verklaarde Mussolini, dat
bij tot aan zijn laatsten ademtocht de lire
zou verdedigen.
Nooit zou hij aan het bewonderens
waardige Italiaansche volk, dat nu reeds
vier jaar met een ascetische discipline
arbeidt en bereidwillig nog grootere of
fers wil brengen, de moreele schande
aandoen va neen faillissement. De fascis
tische regeering zal met al haar krachten
weerstand bieden aan 'de pogingen, die
gedaan worden om haar omver te wer
pen; zij is besloten, aUe vijandige finan-
ciëele krachten te verpletteren.
Frank Power, van een bezoek aan
Schotland te Londen teruggekeerd. Hij
schonken was en daar zij slechts een
vrouw was, kon zij zich vergissen
streefde zij er eerlijk naar om nauwgezet
haren plicht te doen, niet in eigen kracht,
maar in de kracht van Hem, die baar door
Zijn Geest alleen, tot ieder werk der zelf
verloochening in staat kon en wilde stel
len.
Wellicht was zij wat al te zeer geneigd
te denken, dat plicht noodwendig in den
weg der zelfverloochening lag; zij was wel
iswaar niet somber en meende niet dat
prettige dingen verkeerd waren, maar ede
le daden vergrootte zij in baar verbeelding
en daardoor werd bun een verhevenheid
en zuiverheid van beginsel toegeschreven,
die niet altijd verdiend waren. Daar zij-
zelve nederig van geest was, dacht zij
steeds het beste van andere menschen
maar Maurice was baar held bij uitne
mendheid een soort van heilige stralen
krans omgaf hem. Ondanks de afkeuring
van Janet groeide zij in zijn werk, zijn
geestdrift en zijn vergeten van alles wat
niet met zijn roeping in verband stond.
Het was vreemd, dat een vrouw met zulk
een sterk karakter als Mary bezat, die een
man als Maurice tot helpster kon zijn, al
baar toekomstige hoop en al haar jeug
dige liefde bij iemand als Bertie kon be
palen!
1
(Wordt vervolgd.)