iO $68 m_PERES. PLAATSGEBRl KOOP: Dinsdag If Augustus lÜÜfl 4fle Jaargang feuïsZEWC *ARV ST JOHN. üiimenlaai cheren. s s p e I e n .OSSSTAIR. o r t a i r. iring stelwagen is Chevrolet ns Citroen is Citroen. dijk g0L Dienstbod®' deïsme en theïsme. i 39) buis gelaten angespitst 35 en. Dit rond- 311 bodem, of lering noodig mpalen 'Ztanrulling eerst in Ihout ter gedreven, vaar rond ijzer worden be de den hardhout md 1 uit Managua dkaan Masava "behelst, dat e zijn om te e velde staand! lie de vulkaan ndere manier zóó dat liün ;eneutraliseerd nuttig wordt ddelburg.. 1926. 3lburg heeft ver wapen hij! zich 10 b. s. 10 d. ■ond: A. C. F,, allen te Vlis- allen te Sou- 1.; op den open.- eerd laten staan.- b. s. 2 d. h.; Middelburg en b. s. 5 d. h. 1 ikerzijde van den lapelle f5 b. s. e linkerzijde van e L., Middelburg ïotorrijtuig zonder in rust gebrach- ;en staanJ, B., d. h.; in de ge verbreed© gedeel- kert berijden: H. Vlissingen, ieder Goes f5 b. s. Vlissingen den III. of Ritthem- 1 in een andere die van de St.- isingeii f 3 b. s. Vlissingen venten K., Zierikzee f5 neente Middelburg are vermakelijikhe- straat uitoefenen ningA. G. K., h. a van de bijzonder; meente Veere, dit oen aan tu3 0. s.j alda; rvoegeu bij de heerej fELJÉ, Schoolplein. GELDOF, Kade. ROETING, Qudsstra# fERSTRAATE, J ssecretarie is pla! ven letter E Boelj TDOUX, Middelbui n zijn in te schrijdt >emde vruchten, boomgaard van I Wemeldinge, wer< billetten in te W| Augustus nam an bovenstaand aui prima in of&e' sche straat. Tel.J^] nkamend efst uit den - ILSE, Rouaanscne^ lelburg. alleen vraagt 1. s. Drukkers-Exploitanten: OOSTERBAAN LE COINTRE - GOES Bureaux: Lange Vorstsfraat 68—70, Goes Tel,: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUiJ, L. Burg. Tel. no. 259 DeZeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3, Losse nummers f 0.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f1.20, elke regel meer 30 et Bij abonnement belangrijke korting. Sinds de dagen dat God de menschheid vel.delgde door den zondvloed, is er wel- licht nimmer een periode geweest, waarin de wereldgebeurtenissen zulk een diepen stempel drukten op de gemoederen, waar- I in harten en karakters zóó fel geschokt en beproefd en geesten zóó heftig beroerd f werden als in de laatste twaalf jaren is ge- schied, en nog steeds bezig is te gebeuren. Schier met eiken nieuwen dag komen de vreemdste gebeurtenissen de wereld ver- r rassen, spreken hun ontzagwekkende taal tot de'verbeelding der menschen, grijpen in de ziel met groote kracht, dwingen de f gedachten en leiden ze binnen in sferen, waarin ze nimmer leefden. En indien er ooit een tijd is geweest, ge schikt om scharen van onverschilligen, twijfelmoedigen en onstandvastige en half was Godsbelijders te drijven in de armen eener blinde noodlotsleer, en ongeloovigen te versterken in hun star atheïsme, dan is het wel thans. Het kan niet anders en de teekenen bewijzen dat het ook zoo is de wereldomwenteling, van welke zij de laatste jaren getuige was, moet'in de mas- die verbijsterd is door de verschijnse len, het geloof wekken in een heerschappij van redelooze krachten, waarin de menschheid,' als een stuurloos schip op woeste golven, her en der geslingerd en voortgestuwd wordt met toomeloos geweld, en zich met gelatenheid in doffe berusting heeft over te geven aan wat „het noodlot" over haar besloten heeft. Dat is het fatalisme van onzen tijd. Naast de velen, die, neergebogen door de slagen, zich wentelen in het stof en God zoeken met heete tranen, staan de groote scharen, die niet meer vragen naar God. Zij spreken aldus: "VVij gelooven dat God de wereld schiep en alle dingen in het aan zijn stelde. Alles wat wij in de natuur zien dwingt ons tot dat geloof. Maar het kan niet waar zijn, dat God de wereld en het lot der menschen bestuurt en leidt van dag tot dag naar Zijn wil. Ware dit zoo, dan zou zulk een chaotische uitbarsting van oerkrachten, waarin alle orde en rede ho peloos zoek is, niet mogelijk geweest zijn. God heeft de wereld losgelaten, Hij heeft Zijn handen van de menschen afgetrok ken en wij zijn ten speelbal aan de ont ketende elementen, die wetten noch con trole kennen en uit moeten woeden. Ziedaar een nieuwe vorm van Deïsme, de leer van den redelijken godsdienst, die de leiding Gods van het heelal loochent en in onze dagen tot wanhoop en vertwijfe ling moet voeren. Dit neo-deïsme dient zich niet aan in officieelen vorm of zicht bare gestalte, doch heeft in millioenen harten zijn onzichtbare tempels opgericht en wordt er 'beleden. Het is niets anders dan het doodge waande of stervende deïsme, .dat onder den invloed der gebeurtenissen opnieuw krachtig herleefd is. Naar wij weten had reeds de groote wis- en natuurkundige newton op physiko-teleologische gronden, uit de doelmatigheid der wereld, afgeleid dat er een God moest zijn. De wonderlijke, fijne bouw van ons lichaam, ■ue volmaakte werking derzelver organen, e gang der planeten, die zich bewegen angs vaste banen, zooals Keppler had ge- jonden, enz., dit alles wees op het bestaan an vaste wetten, ingesteld door een hoo- gere boven de menschen staande intelli- TT-10', Bet al Bad geschapen. Uit deze theorieën ontwikkelden de de ïsten die in Engeland hun bakermat von- - u? wereldbeschouwing, welke daar- P eerkomt, dat God de wereld heeft ge- Pen met haar eigen wetten, volgens Uit hef Engelsch. o— Kerkweg, Hij geleek niet veel op een berouw- I ter r -T en..zoon, deze ellendige Wal- I rlrmv nu daar 200 stond met zijn InmT ,gelaatJ waarop de sporen van Drmr Bustochten afgedrukt stonden, liirion Tl6' met iets dat naar mede- J geleek, op, hoe de forsche gestalte wJ«6r schraal uitzaghet gelaat eens schoon geweest; maar nu was zKn I! l0,Tn en Bijna bloedeloos zelfs lirnJn akell§> en toen hij. zijne er e™ v 7®e§de' merkte Grey op, hoe kwam roode streep op zijn zakdoek Bo'eS ,m?,eder''' Bei-vatte hij, toen de bedaard was. „Gij: moest maar mii (j0ie^6Vei): want het zal spoedig met ffii rL iU Z1in' daar sta ik u Borg voor; dpr, Wei enkele vertroostende woor- drinrG C?n' tot een nrmen stakker, die loodsongelukkig is." jJ' i}I,ftek Bem eens toe en beveel hem I sire r igaa? fBiisterde Mary. „Lieve i ieid> wij1 zijn allen bij u; wij zullen welke ze zich ontwikkelt, zonder dat God ingrijpt. Het is.de leer der mechanische natuurbeschouwing, die in tegenstelling met het theïsme, de inwerking Gods op het wereldgebeuren ontkent. Dit deïsme, dat in het laatst der 17e en in de 18e eeuw grooten invloed bezat, be leeft een nieuwen bloeitijd, en verkrijgt an dermaal heerschappij over de geesten, zij het in een anderen vorm. Elke uiting van blinde razernij onder de volken vergroot het aantal zijner belijders. Het recruteert zijn volgers niet alleen uit de legers van twijfelaars en onverschilligen, maar ook uit de wankelmoedige, onstandvastige Christenen en halfslachtige geloovigen, die hun geloof laten varen en het gebed ver zaken, omdat naar zij meenen God het toch niet meer hoort. Deze deïstische strooming, die groote scharen heeft aangegrepen, beteekent in onze felbewogen dagen een ramp op zich zelf. Want zij voert tot wanhoop en ver twijfeling, verlamt de energie en kweekt onverschilligheid en willoos fatalisme. Toen de wereldstorm woedde, zag men angstig uit naar een „waarheen!" En nu, terwijl de fel bewogen golven nog niet tot rust waren gekomen, vraagt men zich af in vertwijfeling, vanwaar de rusthersteller komen moet, indien er geen God is, die 't gedruisch der zee doet bedaren en haar golven stilt. O, dit deïsme is een ramp, want het ver spert den weg naar God voor zoekende zie len en verduistert den blik van eenvoudige geloovigen, die het oog naar boven richten. En daarom moet meer dan ooit tegen over deze verderfelijke dwaalleer van het deïsme, de rechtzinnige belijdenis van het theïsme gesteld worden, het theïsme, dat zich geloovig uitspreekt in de antwoorden op de 26ste en 27ste vraag van den Hei- delbergschen Catechismus, waar het zegt, dat de eeuwige Vader door Zijn voorzie nigheid hemel en aarde onderhoudt en re geert en door Zijn almachtige en alom tegenwoordige kracht alle schepselen ge lijk als met Zijn hand onderhoudt en alzoo regeert, dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, spijze en drank, gezondheid en krankheid, rijk dom en armoede en alle dingen niet bij toe val, maar van zijn vaderlijke hand ons toe komen. Neen, de oorlog, zoo in zijn woeden als in zijn gevolgen was geen spel van rede looze krachten, waaraan wij willoos op ge nade of ongenade overgeleverd waren. Bo ven dit woeste werelddrama, waarin wij stuur noch leiding vermochten te ontwa ren, stond en staat God. En dat niet alleen als de Almachtige Die schiep, doch ook als de Onderhouder, Regeerder en Beschikker aller dingen. Hier is geen plaats voor het geloof in een eeuwige stof, werkend uit zich zelf, zonder, naast of in God, gelijk de materia listen, dualisten en pantheïsten leeren, hier mag geen sprake zijn van toeval, noodlot, fortuin e. d., welke termen alle ontstolen zijn aan de heidensche woorden boeken van Fatalisten, Epicuriërs, Deïs ten, en Stoïcijnen en die jammer genoeg in het spraakgebruik der Christenen zijn bin nengeslopen. Neen, hier heerscht slechts het vaste ge loof in den Almachtigen en Albeschikken- den Vader, in Wien Schepping en Voor zienigheid, hoewel onderscheiden, toch on afscheidelijk aan elkander verbonden zijn, Die alle dingen draagt door het woord zij ner kracht, gelijk Paulus zegt, Wiens voorzienigheid gaat over den hemel der zaligen met zijn heerlijkheid, over den sterrenhemel en den wolkenhemel, over het heelal met al zijn bewoners, over het gansche menschelijke geslacht, en Die het wereldgebeuren leidt tot een Hem verheer lijkend einde. Alleen dat geloof kan ons in deze dagen behoeden voor vrees en' vertwijfeling, het is de eenige veilige rots, die wankelt noch wijkt, het is de vaste wetenschap veilig ge borgen te zijn in de handen van Hem, Die om Zijns Zoons Christus wil al het kwaad, dat Hij ons toeschikt in dit jammerdal ten beste zal keeren. Gij zult mij leiden door uw' raad, O God, mijn heil, mijn toeverlaat! En mij, hiertoe door U bereid, Opnemen in uw heerlijkheid. niet toelaten, dat u eenig leed geschiedt; beveel hem toch heen te gaan, naar u zal hij wel luisteren." Toen beproefde zij te spreken. „Zou dat mijn jongen zijn mijn zoon Walter!" zeide zij, op den ellendigen man voor haar wijzend; „zou dat mijn zoon zijn mijn eenige zoon!" en voordat zij haar konden bereiken, hief zij hare armen wild omhoog, en nog eer Mary haar kon grijpenwas zij voorover op het haardkleedje gevallen, en lag zij met hare grijze haren in het stof aan de voeten van haar ongelukkigen zoon. Toen Bertie later op den avond thuis kwam, vond hij: de kamers ledig en alles in wanorde; iedereen vloog rond en nie mand had tijd zich met hem te bemoeien. Na verloop van eenigen tijd kwam Dol- lie bij hem met bleeke wangen en gezwol len oogleden, en beur schoon haar geheel verward. Bertie pookte heftig in het vuur, de vonken vlogen naar alle zijden; hij was vermoeid en hongerig, maar daaraan scheen niemand te denken. Ei- was iets gebeurd, maar geen der meiden scheen te weten wat. Grey was den dokter gaan halen, Ursula was naar Charlotte, Justme was bij hare meesteres. „Mary heeft mij naar u toegezonden; zijl hoorde uw stap en kon Mrs Reid niet De Spaansche wandtapijten. Het plan van den koning van Spanje, waarvan reeds eerder sprake is geweest, om de tapijtenschat van het koninklijk huis in het openbaar ten toon te stel len, is thans zoover gevorderd, dat het paleis te Aranjuez is aangewezen om tot museum te dienen voor de meer dan 1500 kostbare stukken. Tot heden lagen ze, in tamelijk verwaarloosden toestand, naar verluidt, opgeborgen in de verschillende koninklijke paleizen, waa,r noch koning Al- phons zelf, noch zijn onderdanen er van konden genieten. Alleen hij kerkelijke fees ten, processies, kwamen er enkele voor den dagook werden er wel voor tentoon stellingen in Frankrijk en Engeland uit geleend, maar verreweg het grootste deel dier heerlijke oude kunstwerken werd se dert menschenheugenis' niet meer te voor schijn gehaald. Kenners beweren, dat de heele verzame ling meer waard is dan de gansche kunst- inhoud vau het Prado. Ook de Hofburg te Weenen is, naar men weet, rijk aan oude wandtapijten, maar wordt toch door den Spaanschen schat in aantal en kost baarheid nog overtroffen. De Spaansche koningen met hun uitgebreid gebied waren eeuwen lang in de gelegenheid om de schoonste kunstwerken der weefkunst te verzamelen; Atrecht en Doornik in de 14e en 15e eeuw, later Brussel en Pa rijs, hebben hun rijkste tapijten voor het Spaansche hof vervaardigd; de prachtig ste stukken uit Bourgondië behoorden den koning. Ook in Spanje zelf werd de ta- pijtkunst beoefend; Italië en Holland droe gen het hunne bij. Karei V, een groot liefhebber van de edele weefkunst, liet door de beste tapijtwerkers van alle lan den de geschiedenis van zijn regeringsda den en van zijn tijd in beeld brengen. Men kan zich dus voorstellen wat een prachtig museum dat slot van Aranjuez met zijn anderhalf duizend tapijtwerken belooft te worden en welk een grooten dienst koning Alphons, met de stichting er van, aan kunst en kunstwetenschap gaat bewijzen. Een brief van Iden ex-kroonprins. De „Jungdeutsche Orden", het orgaan van de gelijknamige organisatie, publiceert een interessanten brief, dien de ex-kroon prins d.d. 16 Augustus 1919 aan den industrieel Arnold Rechberg heeft gericht. Het belang van het kroonprinselijk schrijven is hierin gelegen, dat het zijn bekende opvatting nog eens duidelijk doet uitkomen ten aanzien van de Duitsche onmacht om den oorlog nog te winnen na den eersten Marne-slag. In den brief heet het o.a. „Het was reeds in den herfst 1914 duidelijk, dat de oorlog zuiver militair niet meer tot een succesvol einde kon gevoerd worden. verlaten", zeide Dollie stemmig. „O, wat is het hier koud! de kachel gaat uit en in de eetkamer is het nog erger; het was cr juist een grafkelder, toen ik er straks doorging. Mary dacht, dat ge wel koud en hongerig zoudt zijn; zij: heeft mijl naar Katchen gezonden, om wat warms voor ute vragen." „Die lieve 'Mary! zij vergeet iemand nooit", dacht Bertie dankbaar; toen ver volgde hij overluid, „laten wij: in ieder geval naar Katchen gaan; het zal daar' wel warmer zijn en dan kunt ge mij straks alles vertellen." „Katchen is zwaar verkouden, en is daarom naar bed gegaan; maar ik denk, dat ik wel iets voor u zal kunnen vin den. Ga maar bij: de kachel zitten en warm u vast, terwijl ik naar den kelder ga; er is iets van een kip overgebleven en. een stuk taart." De keuken zag er vroolijk en gezellig uit; de kachel stond open en het schijnsel der vlammen speelde op de gele wanden en roode vloeren; de metalen stoofpan- nen blonken als spiegels. Bertie ging op een eikenhouten bank naast de kachel zitten en keek vergenoegd n&ar Dollie, die heen en weer liep. Zijl had het blad bedekt met een sneeuwwit servet; had kaaskoekjes en gestoofde pe- U herinnert zich nog wel onze ge sprekken na den slag aan de Marne, die tot een zoo ernstige debacle werd, doordat de toenmalige legerleiding het hoofd ver loor en in haar taak tekort schoot. Mijn meening, dat daarom een spoedige vrede gesloten moest worden, heb ik vaak tot uiting gebracht. Was mijn toenmalige wensch, met Frankrijk vrede te sluiten, verwezenlijkt. en, zooals u weet, was ik er voor, ter wille van zulk een vrede offers te bren gen dan was dat niet alleen voor Duitschland, maar, wanneer men de ge weldige verliezen aan menschenlevens en de door den oorlog veroorzaakte vernie ling van het land in aanmerking neemt, ook voor het Fransche volk misschien gelukkiger geweest dan het eindresultaat van den oorlog." „Ook voor het besluit, een vrede met Engeland langs den weg der vereffening van de economische tegenstellingen te zoe ken, ontbrak de eensgezinde politieke wil. Zoo kwam, wat komen moest. Ik heb ook een vergeefschen strijd tegen de mijns inziens onjuiste behandeling der publieke opinie gevoerd. Want ik zag, dat wij reeds; lang in een wanhopigen strijd gewikkeld waren. 'Men kon zich dus, naar mijn meenin'g, over de algeheele ineenzinking in het vaderland niet verwonderen." Knrte berichten. Een grap? In de kist, waarin zich het lijk heette te bevinden van Kitchener, werd bij opening een met koper omkranste granaat gevonden, doch geen lijk. Het verluidt nu dat de lijkkist niet uit Noorwegen, maar uit Schotland is ge komen. Zondag is overleden flr Edwards, een der eerste onderzoekers met X-stra- len en een der eerste slachtoffers van •het werken met die stralen. Hij kreeg de X-stralen-lhuidziekte en eerst moest hem de linkerarm worden afgezet, toen vier vingers van de rechterhand. Hij liet zich een kunstarm en kunstvingers ma ken en verkreeg in het gebruik maken daarvan allengs een bijzondere vaardig heid. Gedurende en na den oorlog zette hij zijn werk voort op het gebied der X- stralen. x 1 Auto Show-Room Eggelmeijer Go., Rotterdam. Woensdag 11 Augustus j.l. opende de firm aEggelmeijer Go. aan den Oostzee dijk 276278 te Rotterdam een naar de laatste eischen des tijds ingerichte Auto Show-Room, met een keurige collectie Es sex en Hudson Automobielen, waarvan de firma Eggelmeijer de vertegenwoordiging heeft voor de provincies Zeeland, Zuid- Holland en Noord-Brabant. Als blijk van groote belangstelling ontving deze firma een 40 tal pracht van bloemstukken. Wij kunnen gerust zeggen, dat deze Show- Room een aanwinst is voor Rotterdam, daar het autoverkeer een steeds grooter vlucht neemt. Een bezoek aan deze Show- Room is de moeite waard. Men vinde daar een ruime keuze wagens, van de kleinste tot de grootste. De woonplaats van Jan Steen te Warmond. Het „Vaderland" bevat een relaas van een bezoek aan Warmond, waar, gelijk gebleken is, van 16561660 Jan Steen (Dorpstraat B 19) gewoond heeft. In het oudheidkundig jaarboekje heeft reeds vroeger gestaan da;t Jan Steen, die ka ren gevonden en liep zelfs met den cho coladeketel in de hand. „Ma,ry heeft ge zegd, dat ik het u prettig moest maken", zeide zij verlegen, toen eindelijk het kleine' feestmaal klaar was, en Bertie zich gereed maakte er alle eer aan te bewijzen. „Dit is godendrank en godenspijs! Gij gelijkt op Hebe, die voor de oude Olym pische goden schonk!" riep Bertie uit, toen zijip den schuimenden beker naast hem neer zette. „Ga nu eens hier naast mij: zitten, Hebe, en vertel mij: alles eens", ging Bertie vriendelijk voort, terwijl hij zijn best deed dankbaar te zijn en niet inwendig te wenschen, dat Mary naast hem zat in plaats van Dollie. Dollie gehoorzaamde hem ga.arne, het was een aangenaam nieuwtje voor haar, om Hebe genoemd te worden en zulk een Adonis te mogen bedienen. „Mary heeft mij opgedragen het hem prettig te maken", zeide zij, zich verschansende ach ter een gevoel van plicht, terwijl Bertie, zooals hij altijd deed, haar met heldere teedere blikken aanzag. Het was een lang verhaal, en hij had zijn maal geëindigd nog lang voordat zij; er mede gereed was. „Arme ziel P-Weide Bertie medelijdend, want hij: was zeer teerhartig, „het moet een soort toeval geweest zijn of misschien een lichte beroerte." tholiek was, het schilderij „De Kippen- hof" geschilderd heeft op het kasteel de Lokhorst van den eveneens katholieken heer van Warmond, die hem daartoe van Leiden had laten komen. Goedkoope Zondagstreinan. De „N. Leidsche Crt." schrijft: Ook in ons blad is herhaaldelijk de staf gebroken over het van Overheids wege aanmoedigen van Zcmdags-uitstapjes met trein en tram. Met aandrang is ook door ons er op gewezen, dat voor Minister Van der Vegte hier een ernstige maar noodzakelijke werk zaamheid ligt. Ook ons „Friesch Dagblad" komt tegen dat kwaad op. Het zegt: „Ons Kamerlid Leenstra interpelleert den Minister, of Z.Exc. toch wil zorgen, dat de Zondagsrust zooveel mogelijk ge ëerbiedigd worde. Hij: krijgt een welwillend antwoord. Doch slechts een woord. En de goedkoope Zondagstreinen en trams rijden en de liberale Pers doei aan de reclame. De heer Duymaer van Twist interpel leert en vraagt deftig of 't nu ook haast uit mag zijn met dat extra-aangemoedigd verkeer op Zondag. Hiji krijgt geen antwoord binnen den gestelden termijn. Overigens zeer welwillend. Maar deze spot en aanfluiting van ons Christenvolk, dat ook Nederlandsch wil heeten gaat zijn gang. 't Wordt tijd, dat wij een weinig harder beginnen te roepen. Het verlichte deel mocht denken, dat wij sliepen." Ook wijl mengen ons nogmaals in dien: roep. Moge het nu eens helpen". „De Standaard" voegt hier nog bij: „Inderdaad wordt het niet alleen tijd, dat we harder beginnen te roepen, maar ook dat onze gansche Pers nauwkeurig de gegevens verzamele omtrent het loopen van goedkoope Zondagstreinen ieder voor zijn eigene omgeving. En dan voortdu rende publicatie van de feiten." Verzwijgen van ongevallen. De medische medewerker van de „N. R. Ct." schrijft naar aanleiding van het feit, dat bijl de mijnen ongevallen wa ren verzwegtn: dat ieder ingewijde van dit z.g. ver zwijgen van ongevallen reeds jaar en dag op de hoogte was. Dit is vol strekt geen specifiek Limburgsch ver schijnsel, maar een vrij algemeen ver schijnsel bij alle groote bedrijven, die over een goed geoutilleerde verband- kamer en een fabrieksarts beschik ken. We zullen geen namen noemen van algemeen bekende groote bedrijven, die ditzfelfde systeem toepassen, maar slechts opmerken, dat de R. V. B. daarvan sedert jaar .en dag volledig op de hoogte was. Men kan zelfs niet van lijdzaam dulden spreken, noch van ooglui kend toelaten. Men beschouwe het als niet meer dan vanzelfsprekend. Het gaat hier niet om enkele, maar om tiental len duizenden ongevallen. Maar afgezien van de vraag, of deze toestand juridisch door don beugel kan, moet de prealabele vraag, of de bedrijven in kwestie het dan met de sociale verplichtingen te genover de arbeiders wel nauw genoeg namen, volstrekt bevestigend beant woord worden. In de betrokken bedrij ven staat de ongevallenverzorging gemid deld op een veel hooger peil dan elders. En dat is toch het voornaamste. Eén, zeker niet onbelangrijk en alles- „Wij hebben nog niet gehoord wat de dokter er van zegt", antwoordde Dollie huiverend. „Uw broeder zegt, dat het een toeval was, en da,t zij dat wel eerder gehad heeft; Charlotte had het hem ver teld. Hoe jammer, dat Charlotte juist weg was; die arme Mary was zoo geschrok ken; maar ziji heeft alles voor haar ge daan, wa,t zij: kon." „En dien ellendeling wat is er van hem geworden?" vroeg Bertie. „Dat is het vreemdst van alles" ant woordde Dollie. „Toen hij zag, wat er gebeurd was, begon hij; hevig te steunen en over zijn geheele lichaam te beven; toen zij baar naar haar kamer gebracht hadden, leidde Mr Lyndhurst hem bijl den arm weg; hij bood geen weerstand, toen uw broeder de voordeur opende. Ik ge loof, dat hij' met hem naar buiten is gegaan, want ik hoorde stemmen vóór het huis." „Het is een afschuwelijke geschiedenis", mompelde Bertie. „Zoodra hiji geen geld meier heeft, weet hij haar als een bloed hond op liet spoor te komen. Arm schep sel, wanneer men dat alles weet, is men eerder geneigd hare scherpe gezegden over het hoofd te zien"; daarna vervielen zij in een langdurig stilzwijgen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 1