iO
$68
m_PERES.
PLAATSGEBRl
KOOP:
Dinsdag If Augustus lÜÜfl
4fle Jaargang
feuïsZEWC
*ARV ST JOHN.
üiimenlaai
cheren.
s s p e I e n
.OSSSTAIR.
o r t a i r.
iring
stelwagen
is Chevrolet
ns Citroen
is Citroen.
dijk g0L
Dienstbod®'
deïsme en theïsme.
i 39)
buis gelaten
angespitst 35
en. Dit rond-
311 bodem, of
lering noodig
mpalen
'Ztanrulling
eerst in
Ihout ter
gedreven,
vaar rond ijzer
worden be
de
den
hardhout
md
1
uit Managua
dkaan Masava
"behelst, dat
e zijn om te
e velde staand!
lie de vulkaan
ndere manier
zóó dat liün
;eneutraliseerd
nuttig wordt
ddelburg..
1926.
3lburg heeft ver
wapen hij! zich
10 b. s. 10 d.
■ond: A. C. F,,
allen te Vlis-
allen te Sou-
1.; op den open.-
eerd laten staan.-
b. s. 2 d. h.;
Middelburg en
b. s. 5 d. h. 1
ikerzijde van den
lapelle f5 b. s.
e linkerzijde van
e L., Middelburg
ïotorrijtuig zonder
in rust gebrach-
;en staanJ, B.,
d. h.; in de ge
verbreed© gedeel-
kert berijden: H.
Vlissingen, ieder
Goes f5 b. s.
Vlissingen den
III. of Ritthem-
1 in een andere
die van de St.-
isingeii f 3 b. s.
Vlissingen venten
K., Zierikzee f5
neente Middelburg
are vermakelijikhe-
straat uitoefenen
ningA. G. K.,
h.
a van de bijzonder;
meente Veere, dit
oen aan
tu3 0. s.j alda;
rvoegeu bij de heerej
fELJÉ, Schoolplein.
GELDOF, Kade.
ROETING, Qudsstra#
fERSTRAATE, J
ssecretarie is pla!
ven letter E Boelj
TDOUX, Middelbui
n zijn in te schrijdt
>emde vruchten,
boomgaard van I
Wemeldinge, wer<
billetten in te W|
Augustus nam
an bovenstaand aui
prima in of&e'
sche straat. Tel.J^]
nkamend
efst uit den -
ILSE, Rouaanscne^
lelburg.
alleen vraagt
1. s.
Drukkers-Exploitanten:
OOSTERBAAN LE COINTRE - GOES
Bureaux: Lange Vorstsfraat 68—70, Goes
Tel,: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUiJ, L. Burg. Tel. no. 259
DeZeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3,
Losse nummers
f 0.05
Prijs der Advertentiën:
14 regels f1.20, elke regel meer 30 et
Bij abonnement belangrijke korting.
Sinds de dagen dat God de menschheid
vel.delgde door den zondvloed, is er wel-
licht nimmer een periode geweest, waarin
de wereldgebeurtenissen zulk een diepen
stempel drukten op de gemoederen, waar-
I in harten en karakters zóó fel geschokt en
beproefd en geesten zóó heftig beroerd
f werden als in de laatste twaalf jaren is ge-
schied, en nog steeds bezig is te gebeuren.
Schier met eiken nieuwen dag komen de
vreemdste gebeurtenissen de wereld ver-
r rassen, spreken hun ontzagwekkende taal
tot de'verbeelding der menschen, grijpen
in de ziel met groote kracht, dwingen de
f gedachten en leiden ze binnen in sferen,
waarin ze nimmer leefden.
En indien er ooit een tijd is geweest, ge
schikt om scharen van onverschilligen,
twijfelmoedigen en onstandvastige en half
was Godsbelijders te drijven in de armen
eener blinde noodlotsleer, en ongeloovigen
te versterken in hun star atheïsme, dan is
het wel thans. Het kan niet anders en
de teekenen bewijzen dat het ook zoo is
de wereldomwenteling, van welke zij de
laatste jaren getuige was, moet'in de mas-
die verbijsterd is door de verschijnse
len, het geloof wekken in een heerschappij
van redelooze krachten, waarin de
menschheid,' als een stuurloos schip op
woeste golven, her en der geslingerd en
voortgestuwd wordt met toomeloos geweld,
en zich met gelatenheid in doffe berusting
heeft over te geven aan wat „het noodlot"
over haar besloten heeft.
Dat is het fatalisme van onzen tijd.
Naast de velen, die, neergebogen door de
slagen, zich wentelen in het stof en God
zoeken met heete tranen, staan de groote
scharen, die niet meer vragen naar God.
Zij spreken aldus: "VVij gelooven dat God
de wereld schiep en alle dingen in het aan
zijn stelde. Alles wat wij in de natuur zien
dwingt ons tot dat geloof. Maar het kan
niet waar zijn, dat God de wereld en het
lot der menschen bestuurt en leidt van dag
tot dag naar Zijn wil. Ware dit zoo, dan
zou zulk een chaotische uitbarsting van
oerkrachten, waarin alle orde en rede ho
peloos zoek is, niet mogelijk geweest zijn.
God heeft de wereld losgelaten, Hij heeft
Zijn handen van de menschen afgetrok
ken en wij zijn ten speelbal aan de ont
ketende elementen, die wetten noch con
trole kennen en uit moeten woeden.
Ziedaar een nieuwe vorm van Deïsme,
de leer van den redelijken godsdienst, die
de leiding Gods van het heelal loochent en
in onze dagen tot wanhoop en vertwijfe
ling moet voeren. Dit neo-deïsme dient
zich niet aan in officieelen vorm of zicht
bare gestalte, doch heeft in millioenen
harten zijn onzichtbare tempels opgericht
en wordt er 'beleden.
Het is niets anders dan het doodge
waande of stervende deïsme, .dat onder
den invloed der gebeurtenissen opnieuw
krachtig herleefd is. Naar wij weten had
reeds de groote wis- en natuurkundige
newton op physiko-teleologische gronden,
uit de doelmatigheid der wereld,
afgeleid dat er een God moest zijn. De
wonderlijke, fijne bouw van ons lichaam,
■ue volmaakte werking derzelver organen,
e gang der planeten, die zich bewegen
angs vaste banen, zooals Keppler had ge-
jonden, enz., dit alles wees op het bestaan
an vaste wetten, ingesteld door een hoo-
gere boven de menschen staande intelli-
TT-10', Bet al Bad geschapen.
Uit deze theorieën ontwikkelden de de
ïsten die in Engeland hun bakermat von-
- u? wereldbeschouwing, welke daar-
P eerkomt, dat God de wereld heeft ge-
Pen met haar eigen wetten, volgens
Uit hef Engelsch.
o—
Kerkweg,
Hij geleek niet veel op een berouw-
I ter r -T en..zoon, deze ellendige Wal-
I rlrmv nu daar 200 stond met zijn
InmT ,gelaatJ waarop de sporen van
Drmr Bustochten afgedrukt stonden,
liirion Tl6' met iets dat naar mede-
J geleek, op, hoe de forsche gestalte
wJ«6r schraal uitzaghet gelaat
eens schoon geweest; maar nu was
zKn I! l0,Tn en Bijna bloedeloos zelfs
lirnJn akell§> en toen hij. zijne
er e™ v 7®e§de' merkte Grey op, hoe
kwam roode streep op zijn zakdoek
Bo'eS ,m?,eder''' Bei-vatte hij, toen de
bedaard was. „Gij: moest maar
mii (j0ie^6Vei): want het zal spoedig met
ffii rL iU Z1in' daar sta ik u Borg voor;
dpr, Wei enkele vertroostende woor-
drinrG C?n' tot een nrmen stakker, die
loodsongelukkig is."
jJ' i}I,ftek Bem eens toe en beveel hem
I sire r igaa? fBiisterde Mary. „Lieve
i ieid> wij1 zijn allen bij u; wij zullen
welke ze zich ontwikkelt, zonder dat God
ingrijpt. Het is.de leer der mechanische
natuurbeschouwing, die in tegenstelling
met het theïsme, de inwerking Gods op het
wereldgebeuren ontkent.
Dit deïsme, dat in het laatst der 17e en
in de 18e eeuw grooten invloed bezat, be
leeft een nieuwen bloeitijd, en verkrijgt an
dermaal heerschappij over de geesten, zij
het in een anderen vorm. Elke uiting van
blinde razernij onder de volken vergroot
het aantal zijner belijders. Het recruteert
zijn volgers niet alleen uit de legers van
twijfelaars en onverschilligen, maar ook
uit de wankelmoedige, onstandvastige
Christenen en halfslachtige geloovigen, die
hun geloof laten varen en het gebed ver
zaken, omdat naar zij meenen God het toch
niet meer hoort.
Deze deïstische strooming, die groote
scharen heeft aangegrepen, beteekent in
onze felbewogen dagen een ramp op zich
zelf. Want zij voert tot wanhoop en ver
twijfeling, verlamt de energie en kweekt
onverschilligheid en willoos fatalisme.
Toen de wereldstorm woedde, zag men
angstig uit naar een „waarheen!" En nu,
terwijl de fel bewogen golven nog niet tot
rust waren gekomen, vraagt men zich af
in vertwijfeling, vanwaar de rusthersteller
komen moet, indien er geen God is, die
't gedruisch der zee doet bedaren en haar
golven stilt.
O, dit deïsme is een ramp, want het ver
spert den weg naar God voor zoekende zie
len en verduistert den blik van eenvoudige
geloovigen, die het oog naar boven richten.
En daarom moet meer dan ooit tegen
over deze verderfelijke dwaalleer van het
deïsme, de rechtzinnige belijdenis van het
theïsme gesteld worden, het theïsme, dat
zich geloovig uitspreekt in de antwoorden
op de 26ste en 27ste vraag van den Hei-
delbergschen Catechismus, waar het zegt,
dat de eeuwige Vader door Zijn voorzie
nigheid hemel en aarde onderhoudt en re
geert en door Zijn almachtige en alom
tegenwoordige kracht alle schepselen ge
lijk als met Zijn hand onderhoudt en alzoo
regeert, dat loof en gras, regen en droogte,
vruchtbare en onvruchtbare jaren, spijze
en drank, gezondheid en krankheid, rijk
dom en armoede en alle dingen niet bij toe
val, maar van zijn vaderlijke hand ons toe
komen.
Neen, de oorlog, zoo in zijn woeden als
in zijn gevolgen was geen spel van rede
looze krachten, waaraan wij willoos op ge
nade of ongenade overgeleverd waren. Bo
ven dit woeste werelddrama, waarin wij
stuur noch leiding vermochten te ontwa
ren, stond en staat God. En dat niet alleen
als de Almachtige Die schiep, doch ook als
de Onderhouder, Regeerder en Beschikker
aller dingen.
Hier is geen plaats voor het geloof in
een eeuwige stof, werkend uit zich zelf,
zonder, naast of in God, gelijk de materia
listen, dualisten en pantheïsten leeren,
hier mag geen sprake zijn van toeval,
noodlot, fortuin e. d., welke termen alle
ontstolen zijn aan de heidensche woorden
boeken van Fatalisten, Epicuriërs, Deïs
ten, en Stoïcijnen en die jammer genoeg in
het spraakgebruik der Christenen zijn bin
nengeslopen.
Neen, hier heerscht slechts het vaste ge
loof in den Almachtigen en Albeschikken-
den Vader, in Wien Schepping en Voor
zienigheid, hoewel onderscheiden, toch on
afscheidelijk aan elkander verbonden zijn,
Die alle dingen draagt door het woord zij
ner kracht, gelijk Paulus zegt, Wiens
voorzienigheid gaat over den hemel der
zaligen met zijn heerlijkheid, over den
sterrenhemel en den wolkenhemel, over
het heelal met al zijn bewoners, over het
gansche menschelijke geslacht, en Die het
wereldgebeuren leidt tot een Hem verheer
lijkend einde.
Alleen dat geloof kan ons in deze dagen
behoeden voor vrees en' vertwijfeling, het
is de eenige veilige rots, die wankelt noch
wijkt, het is de vaste wetenschap veilig ge
borgen te zijn in de handen van Hem, Die
om Zijns Zoons Christus wil al het kwaad,
dat Hij ons toeschikt in dit jammerdal ten
beste zal keeren.
Gij zult mij leiden door uw' raad,
O God, mijn heil, mijn toeverlaat!
En mij, hiertoe door U bereid,
Opnemen in uw heerlijkheid.
niet toelaten, dat u eenig leed geschiedt;
beveel hem toch heen te gaan, naar u
zal hij wel luisteren."
Toen beproefde zij te spreken. „Zou
dat mijn jongen zijn mijn zoon
Walter!" zeide zij, op den ellendigen man
voor haar wijzend; „zou dat mijn zoon
zijn mijn eenige zoon!" en voordat
zij haar konden bereiken, hief zij hare
armen wild omhoog, en nog eer Mary
haar kon grijpenwas zij voorover op
het haardkleedje gevallen, en lag zij met
hare grijze haren in het stof aan de
voeten van haar ongelukkigen zoon.
Toen Bertie later op den avond thuis
kwam, vond hij: de kamers ledig en alles
in wanorde; iedereen vloog rond en nie
mand had tijd zich met hem te bemoeien.
Na verloop van eenigen tijd kwam Dol-
lie bij hem met bleeke wangen en gezwol
len oogleden, en beur schoon haar geheel
verward. Bertie pookte heftig in het vuur,
de vonken vlogen naar alle zijden; hij was
vermoeid en hongerig, maar daaraan
scheen niemand te denken. Ei- was iets
gebeurd, maar geen der meiden scheen
te weten wat. Grey was den dokter gaan
halen, Ursula was naar Charlotte, Justme
was bij hare meesteres.
„Mary heeft mij naar u toegezonden;
zijl hoorde uw stap en kon Mrs Reid niet
De Spaansche wandtapijten.
Het plan van den koning van Spanje,
waarvan reeds eerder sprake is geweest,
om de tapijtenschat van het koninklijk
huis in het openbaar ten toon te stel
len, is thans zoover gevorderd, dat het
paleis te Aranjuez is aangewezen om tot
museum te dienen voor de meer dan
1500 kostbare stukken. Tot heden lagen ze,
in tamelijk verwaarloosden toestand, naar
verluidt, opgeborgen in de verschillende
koninklijke paleizen, waa,r noch koning Al-
phons zelf, noch zijn onderdanen er van
konden genieten. Alleen hij kerkelijke fees
ten, processies, kwamen er enkele voor
den dagook werden er wel voor tentoon
stellingen in Frankrijk en Engeland uit
geleend, maar verreweg het grootste deel
dier heerlijke oude kunstwerken werd se
dert menschenheugenis' niet meer te voor
schijn gehaald.
Kenners beweren, dat de heele verzame
ling meer waard is dan de gansche kunst-
inhoud vau het Prado. Ook de Hofburg
te Weenen is, naar men weet, rijk aan
oude wandtapijten, maar wordt toch door
den Spaanschen schat in aantal en kost
baarheid nog overtroffen. De Spaansche
koningen met hun uitgebreid gebied waren
eeuwen lang in de gelegenheid om de
schoonste kunstwerken der weefkunst te
verzamelen; Atrecht en Doornik in de
14e en 15e eeuw, later Brussel en Pa
rijs, hebben hun rijkste tapijten voor het
Spaansche hof vervaardigd; de prachtig
ste stukken uit Bourgondië behoorden den
koning. Ook in Spanje zelf werd de ta-
pijtkunst beoefend; Italië en Holland droe
gen het hunne bij. Karei V, een groot
liefhebber van de edele weefkunst, liet
door de beste tapijtwerkers van alle lan
den de geschiedenis van zijn regeringsda
den en van zijn tijd in beeld brengen.
Men kan zich dus voorstellen wat een
prachtig museum dat slot van Aranjuez
met zijn anderhalf duizend tapijtwerken
belooft te worden en welk een grooten
dienst koning Alphons, met de stichting er
van, aan kunst en kunstwetenschap gaat
bewijzen.
Een brief van Iden ex-kroonprins.
De „Jungdeutsche Orden", het orgaan
van de gelijknamige organisatie, publiceert
een interessanten brief, dien de ex-kroon
prins d.d. 16 Augustus 1919 aan den
industrieel Arnold Rechberg heeft gericht.
Het belang van het kroonprinselijk
schrijven is hierin gelegen, dat het zijn
bekende opvatting nog eens duidelijk doet
uitkomen ten aanzien van de Duitsche
onmacht om den oorlog nog te winnen
na den eersten Marne-slag.
In den brief heet het o.a.
„Het was reeds in den herfst 1914
duidelijk, dat de oorlog zuiver militair
niet meer tot een succesvol einde kon
gevoerd worden.
verlaten", zeide Dollie stemmig. „O, wat
is het hier koud! de kachel gaat uit
en in de eetkamer is het nog erger;
het was cr juist een grafkelder, toen ik
er straks doorging. Mary dacht, dat ge
wel koud en hongerig zoudt zijn; zij: heeft
mijl naar Katchen gezonden, om wat
warms voor ute vragen."
„Die lieve 'Mary! zij vergeet iemand
nooit", dacht Bertie dankbaar; toen ver
volgde hij overluid, „laten wij: in ieder
geval naar Katchen gaan; het zal daar'
wel warmer zijn en dan kunt ge mij
straks alles vertellen."
„Katchen is zwaar verkouden, en is
daarom naar bed gegaan; maar ik denk,
dat ik wel iets voor u zal kunnen vin
den. Ga maar bij: de kachel zitten en
warm u vast, terwijl ik naar den kelder
ga; er is iets van een kip overgebleven
en. een stuk taart."
De keuken zag er vroolijk en gezellig
uit; de kachel stond open en het schijnsel
der vlammen speelde op de gele wanden
en roode vloeren; de metalen stoofpan-
nen blonken als spiegels.
Bertie ging op een eikenhouten bank
naast de kachel zitten en keek vergenoegd
n&ar Dollie, die heen en weer liep. Zijl
had het blad bedekt met een sneeuwwit
servet; had kaaskoekjes en gestoofde pe-
U herinnert zich nog wel onze ge
sprekken na den slag aan de Marne, die
tot een zoo ernstige debacle werd, doordat
de toenmalige legerleiding het hoofd ver
loor en in haar taak tekort schoot.
Mijn meening, dat daarom een spoedige
vrede gesloten moest worden, heb ik vaak
tot uiting gebracht.
Was mijn toenmalige wensch, met
Frankrijk vrede te sluiten, verwezenlijkt.
en, zooals u weet, was ik er voor, ter
wille van zulk een vrede offers te bren
gen dan was dat niet alleen voor
Duitschland, maar, wanneer men de ge
weldige verliezen aan menschenlevens en
de door den oorlog veroorzaakte vernie
ling van het land in aanmerking neemt,
ook voor het Fransche volk misschien
gelukkiger geweest dan het eindresultaat
van den oorlog."
„Ook voor het besluit, een vrede met
Engeland langs den weg der vereffening
van de economische tegenstellingen te zoe
ken, ontbrak de eensgezinde politieke wil.
Zoo kwam, wat komen moest.
Ik heb ook een vergeefschen strijd tegen
de mijns inziens onjuiste behandeling der
publieke opinie gevoerd. Want ik zag,
dat wij reeds; lang in een wanhopigen
strijd gewikkeld waren.
'Men kon zich dus, naar mijn meenin'g,
over de algeheele ineenzinking in het
vaderland niet verwonderen."
Knrte berichten.
Een grap? In de kist, waarin zich
het lijk heette te bevinden van Kitchener,
werd bij opening een met koper omkranste
granaat gevonden, doch geen lijk.
Het verluidt nu dat de lijkkist niet uit
Noorwegen, maar uit Schotland is ge
komen.
Zondag is overleden flr Edwards,
een der eerste onderzoekers met X-stra-
len en een der eerste slachtoffers van
•het werken met die stralen. Hij kreeg
de X-stralen-lhuidziekte en eerst moest
hem de linkerarm worden afgezet, toen
vier vingers van de rechterhand. Hij liet
zich een kunstarm en kunstvingers ma
ken en verkreeg in het gebruik maken
daarvan allengs een bijzondere vaardig
heid. Gedurende en na den oorlog zette
hij zijn werk voort op het gebied der X-
stralen. x 1
Auto Show-Room
Eggelmeijer Go., Rotterdam.
Woensdag 11 Augustus j.l. opende de
firm aEggelmeijer Go. aan den Oostzee
dijk 276278 te Rotterdam een naar de
laatste eischen des tijds ingerichte Auto
Show-Room, met een keurige collectie Es
sex en Hudson Automobielen, waarvan de
firma Eggelmeijer de vertegenwoordiging
heeft voor de provincies Zeeland, Zuid-
Holland en Noord-Brabant. Als blijk van
groote belangstelling ontving deze firma
een 40 tal pracht van bloemstukken. Wij
kunnen gerust zeggen, dat deze Show-
Room een aanwinst is voor Rotterdam,
daar het autoverkeer een steeds grooter
vlucht neemt. Een bezoek aan deze Show-
Room is de moeite waard. Men vinde daar
een ruime keuze wagens, van de kleinste
tot de grootste.
De woonplaats van Jan Steen
te Warmond.
Het „Vaderland" bevat een relaas van
een bezoek aan Warmond, waar, gelijk
gebleken is, van 16561660 Jan Steen
(Dorpstraat B 19) gewoond heeft. In het
oudheidkundig jaarboekje heeft reeds
vroeger gestaan da;t Jan Steen, die ka
ren gevonden en liep zelfs met den cho
coladeketel in de hand. „Ma,ry heeft ge
zegd, dat ik het u prettig moest maken",
zeide zij verlegen, toen eindelijk het kleine'
feestmaal klaar was, en Bertie zich gereed
maakte er alle eer aan te bewijzen.
„Dit is godendrank en godenspijs! Gij
gelijkt op Hebe, die voor de oude Olym
pische goden schonk!" riep Bertie uit,
toen zijip den schuimenden beker naast
hem neer zette. „Ga nu eens hier naast
mij: zitten, Hebe, en vertel mij: alles eens",
ging Bertie vriendelijk voort, terwijl hij
zijn best deed dankbaar te zijn en niet
inwendig te wenschen, dat Mary naast
hem zat in plaats van Dollie.
Dollie gehoorzaamde hem ga.arne, het
was een aangenaam nieuwtje voor haar,
om Hebe genoemd te worden en zulk
een Adonis te mogen bedienen. „Mary
heeft mij opgedragen het hem prettig te
maken", zeide zij, zich verschansende ach
ter een gevoel van plicht, terwijl Bertie,
zooals hij altijd deed, haar met heldere
teedere blikken aanzag. Het was een lang
verhaal, en hij had zijn maal geëindigd
nog lang voordat zij; er mede gereed was.
„Arme ziel P-Weide Bertie medelijdend,
want hij: was zeer teerhartig, „het moet
een soort toeval geweest zijn of misschien
een lichte beroerte."
tholiek was, het schilderij „De Kippen-
hof" geschilderd heeft op het kasteel de
Lokhorst van den eveneens katholieken
heer van Warmond, die hem daartoe van
Leiden had laten komen.
Goedkoope Zondagstreinan.
De „N. Leidsche Crt." schrijft:
Ook in ons blad is herhaaldelijk de
staf gebroken over het van Overheids
wege aanmoedigen van Zcmdags-uitstapjes
met trein en tram.
Met aandrang is ook door ons er op
gewezen, dat voor Minister Van der Vegte
hier een ernstige maar noodzakelijke werk
zaamheid ligt.
Ook ons „Friesch Dagblad" komt tegen
dat kwaad op. Het zegt:
„Ons Kamerlid Leenstra interpelleert
den Minister, of Z.Exc. toch wil zorgen,
dat de Zondagsrust zooveel mogelijk ge
ëerbiedigd worde.
Hij: krijgt een welwillend antwoord.
Doch slechts een woord.
En de goedkoope Zondagstreinen en
trams rijden en de liberale Pers doei
aan de reclame.
De heer Duymaer van Twist interpel
leert en vraagt deftig of 't nu ook haast
uit mag zijn met dat extra-aangemoedigd
verkeer op Zondag.
Hiji krijgt geen antwoord binnen den
gestelden termijn.
Overigens zeer welwillend.
Maar deze spot en aanfluiting van ons
Christenvolk, dat ook Nederlandsch
wil heeten gaat zijn gang.
't Wordt tijd, dat wij een weinig harder
beginnen te roepen.
Het verlichte deel mocht denken, dat
wij sliepen."
Ook wijl mengen ons nogmaals in dien:
roep.
Moge het nu eens helpen".
„De Standaard" voegt hier nog bij:
„Inderdaad wordt het niet alleen tijd,
dat we harder beginnen te roepen, maar
ook dat onze gansche Pers nauwkeurig
de gegevens verzamele omtrent het loopen
van goedkoope Zondagstreinen ieder voor
zijn eigene omgeving. En dan voortdu
rende publicatie van de feiten."
Verzwijgen van ongevallen.
De medische medewerker van de „N.
R. Ct." schrijft naar aanleiding van het
feit, dat bijl de mijnen ongevallen wa
ren verzwegtn:
dat ieder ingewijde van dit z.g. ver
zwijgen van ongevallen reeds jaar en
dag op de hoogte was. Dit is vol
strekt geen specifiek Limburgsch ver
schijnsel, maar een vrij algemeen ver
schijnsel bij alle groote bedrijven, die
over een goed geoutilleerde verband-
kamer en een fabrieksarts beschik
ken. We zullen geen namen noemen van
algemeen bekende groote bedrijven, die
ditzfelfde systeem toepassen, maar
slechts opmerken, dat de R. V. B.
daarvan sedert jaar .en dag volledig op
de hoogte was. Men kan zelfs niet van
lijdzaam dulden spreken, noch van ooglui
kend toelaten. Men beschouwe het als
niet meer dan vanzelfsprekend. Het gaat
hier niet om enkele, maar om tiental
len duizenden ongevallen. Maar afgezien
van de vraag, of deze toestand juridisch
door don beugel kan, moet de prealabele
vraag, of de bedrijven in kwestie het
dan met de sociale verplichtingen te
genover de arbeiders wel nauw genoeg
namen, volstrekt bevestigend beant
woord worden. In de betrokken bedrij
ven staat de ongevallenverzorging gemid
deld op een veel hooger peil dan elders.
En dat is toch het voornaamste.
Eén, zeker niet onbelangrijk en alles-
„Wij hebben nog niet gehoord wat de
dokter er van zegt", antwoordde Dollie
huiverend. „Uw broeder zegt, dat het een
toeval was, en da,t zij dat wel eerder
gehad heeft; Charlotte had het hem ver
teld. Hoe jammer, dat Charlotte juist weg
was; die arme Mary was zoo geschrok
ken; maar ziji heeft alles voor haar ge
daan, wa,t zij: kon."
„En dien ellendeling wat is er van
hem geworden?" vroeg Bertie.
„Dat is het vreemdst van alles" ant
woordde Dollie. „Toen hij zag, wat er
gebeurd was, begon hij; hevig te steunen
en over zijn geheele lichaam te beven;
toen zij baar naar haar kamer gebracht
hadden, leidde Mr Lyndhurst hem bijl den
arm weg; hij bood geen weerstand, toen
uw broeder de voordeur opende. Ik ge
loof, dat hij' met hem naar buiten is
gegaan, want ik hoorde stemmen vóór het
huis."
„Het is een afschuwelijke geschiedenis",
mompelde Bertie. „Zoodra hiji geen geld
meier heeft, weet hij haar als een bloed
hond op liet spoor te komen. Arm schep
sel, wanneer men dat alles weet, is men
eerder geneigd hare scherpe gezegden over
het hoofd te zien"; daarna vervielen zij
in een langdurig stilzwijgen.
(Wordt vervolgd.)