io 26
Donder
Augustus
EIJN
rgang
*ARy ST JOHN.
per pond 24
7i flesch 48
S 40 °/0 vet
id f 1.70
stuk f 1.15
stuk 25
ir stuk 58
f3.—
f 0.05
tat:
>rdt er met den
een politiek ge.
irland. Dit is de
fout. De draad
een veel voor-
;r lioe liever in
happij met steun
heffing van f 10
og vinden, maar
na's boven alle
opaganda verhe-
thodox en kan
godsdienstvorm
van meening,
en radio-omroep
professor is dus
igie niet in den
Met de religie
end. Men moet
zien.
van maakt de
zakelijke opmer-
instemming over-
de:
k, verdeeld over
r, afgerond naar
52 pet.
36 pet.
2 pet.
ppen 2 pet.
8 pet.
s bijna een derde
de geloovig Pro-
Socialistisch en
deinero partijtjes,
bijna twee derde
ist in de radio
ondags uitzendin-
langen.
t bijna een der
dat zijn ideeën
1 wil zien.
t er veel vrijzin-
de radio willen
vol liberalen zijn,
en ethisch-ortho-
arvan afkeerig is,
elijk dienen deze
den met de wen-
e deel des volks".
(N. Leidsche Crt.)
)elen
elen
p. p. 85-100
39—46
50-55
and Va pd. cadeau
ïr pit
it pit
ozijn
p. p. 35—50
48-58
20-25 30
42-47
35
38
aver per ons 16
,d. boterham
per '/3 pond
[agel
ondspot, inclusief
pot 48
55-65
75-85
45—55
65—75
16, Tel. Mo. 480
»f in ruil voor mol
soliede groote ma
°°k e-enhflf'°mM
mooi halt ma
ihonie Kussenstc*
en, ovale naahom,
vollen Vloerkleed 4 X
oh. Buffet met Spi|
enz te veel om
en. Patephoon ag#
aan spotprijs.
Korte Delft, hoek
Middelburg. 2e o
Voor opruimingen
d te ontbieden.
Drukkers-Exploitanten:
30STERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorstsiraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36039.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUiJ, L. Burg. Tel. no. 259
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post,
Losse nummers
Prijs der Advertentiën:
14 regels f1.20, elke regel meer 30 cl.
Bij abonnement belangrijke korting.
VACANTIE.
f Het gelijkt wat o.p ironie, thans over
de wenschelijkheid van tenminste eenige
vrije dagen per jaar voor man en vrouw
te schrijven.
Wie heeft er nu niet vrij in Augustus?
En Juli kan er al zoowat bijgevoegd wor-
f den. De zakenmenschen klagen, dat in
ongeveer tien maanden tegenwoordig het
jaar goed gemaakt moet worden. Met uit-
zondering van wie aan reizigers en gas-
1 ten wat Verdienen, en dat zijn er gelukkig
al weer heel velen, is bij de nering
doenden de dood in den pot.
Dat het vacantie-systeem zoo doorge
werkt is, mag eensdeels tot groote dank
baarheid stemmen, hoewel aan de andere
zijde gevraagd kan worden, of er niet hier
•of daar uitwassen aan den dag treden.
Over den soms langen duur van rust
perioden, toebedeeld aan de studeerende
jongeren hebben wij 'tnu niet, maar wij
denken pan de zware vrijwillige belasting
welke zoo velen zich opleggen in de va
cante en wij weten zeker, dat 't maar al
te vaak daarna bekrimpen en nog eens
bekrimpen wordt. Op deze wijze wordt
niet de versterking van levenskracht be
reikt, pis waarnaar men juist snakt. Dus
pok jhiier niet verder springen dan de
stok Jang is.
Toch Jromt het ons voor, waar er groote
groepen zijn in de maatschappelijke
samenleving, wien wel voorgehouden mag
worden: vergeet niet het echt practische
spreekwoord van de tering naar de nering
te zetten I er toch nog duizenden zijn,
idie niet kunnen profiteer-en van eenige
vrije dogen. Hier dus zoo noodig wat
beperking, elders wat toebedeeld.
Als men zelf in de gelukkige omstan
digheid is te kunnen genieten van vrij-
zijn, zich los gevoelen van dagelijksche
werkverplichting, begint men, is het goed,
vanzelf warm gestemd te zijn ten opzichte
van hen, die zulk een voorrecht aldoor
missen.
We willen een lans breken voor enkele
vrije dagen in het jaar voor den arbeiden
die met de handen zijn brood verdient.
En dan nog minder voor hen, die seizoen
arbeid verrichten, als wel voor hen, dio
onafgebroken, dag aan dag, maand aan
maand zich aan hun taak hebben te geven
Zijn er dezulken nog, waar bij de ge
meenschappelijke regeling der arbeids
voorwaarden de vrije dagen toch een
plaats konden krijgen? Veel meer dan
oppervlakkig gedacht wordt.
_En pok hier geldt het, dat de boog
niet .altijd gespannen kan zijn. Immer strak
aangehaald, zou de kracht van de pees ei
tiet pp vooruitgaan en deze misschien
zelfs te eeniger tijd aan tweeën springen.
Maar wanneer de boogschutter zoo nu
en dan de pees ontspant, kan hij, wanneei
het noodig is, op zijn wapen vertrouwen.
Hetzelfde, wat de boog noodig heeft,
behoeft de mensch Ontspanning in den
goeden zin van het woord.
Onze tijd doet dezen wensch meer dan
ooit naar voren komen. .Wijl de werkman
van thans niet meer gelijk is aan den
werkman van vóór vijftig jaar. Toen was
hij nog veelal zelfstandig. Thans is hij
óf de fabriek ingegaan voor het gansche
jaar, óf heeft, al is hij geen fabrieks
arbeider geworden, de beschikking over
eigerr .tijd volkomen verloren.
En zoo zijn er bij duizenden, die week
m, week uit, maand in, maand uit, van
oen morgen tot den avond, of soms van
den avond tot den morgen 'tusschen de
iabrieksmuren moeten verkeeren. Is hun
arbeid niet in de fabriek, dan zijh ze
toch immer in het dienstverband. Uitdien
tredmolen van het eentonige dagelijksche
Uit het Engelsch.
3a) —o—
»Zij vertelde mij een droom," begon Ma-
4*aar Charlotte viel haar snel in de
„0, ziji droomt altijd. Natuurlijk bedoel-
Walter als kind- Het is
be{zf^- Somtijds windt zij kransen
ma* ma e^'es met hem of werpt hem
dor, ,rozen' °i raapt appels met hem in
.boomgaard: op andere tijden loopt hij
P zijne bloote voetjes door groote pias-
hom zoekt zij gekleurd zeewier voor
iHi o' ls altijd Walter als kind toen
end 3°n£? moeder was en hij haar af-
opn' rme Tante!" besloot Charlotte met
spoeddparM ZUchï' te™1!1 zii zich weg
man- ary Wlst niet hoe het kwam,
fiaavn ZF. F1001*1 deze kleine vrouw niet
ëaame lijden.
avondzo vr,eesde' dat zii den volgenden
word on kleedkamer ontboden zoude
vondoi,®aar t°t hun groote verbazing
ruel™. Z1J' t0an zii van do wandeling te-
r00(1*eD'. ^e'd ln karen grooten,
leuningstoel in de voorkamer zit-
leven nu moeten ze ook eens uit, om vrij
en frank en naar eigen goedvinden ovei
een paar dagen, te beschikken. Om die
door te brengen in gezelschap van vrouw
en kinderen in Gods heerlijke natuur. Om
de stadslucht ook eens te kunnen ont
vluchten en ruim, adem te halen buiten
het gewriemel der opeengehoopte men-
schen. Om het bovenhuis, als het kon,
■eens voor een enkelen dag af te sluiten
en de stadspoort uit te trekken. Om den
frisschen wind eens door de longen te
laten waaien en Gods grootheid in de
Schepping te bewonderen. En om straks
met nieuwen moed en van frissche krach
ten voorzien, de plaats in het bedrijf weer
in te nemen.
Maar niet alleen voor den huisvader
zou ,er zooveel zegen aan gelegen kunnen
zijn. jNiet minder voor zijn trouwe hulpe,
'Wie wel eens opmerkzaam het moeilijke
leven y,an een arbeidersvrouw in grootere
bf kleinere stad heeft gadegeslagen, weet
wat wij bedoelen. Ook zij mag wel eens
ivan haar tweede of derde verdieping af,
of uit haar donkere benedenwoning. Wat
zou zij winnen in opgeruimdheid en wat
zou haar gezin daarin deelen!
Daar moet het op aan! De mensch geen
slaaf van den arbeid. „De aarde is des
Hoeren, mitsgaders hare volheid", is niet
voor niets neergeschreven en houdt voor
iedereen een les in. Hoe meer de mensch!
onafseheidienlijk verhonden wordt aan
zijn arbeid, hoe meer hij in het stoffelijke
zal opgaan. We kunnen niet den gang der
maatschappij voorspellen, maar wel weten
wij, clat onze plicht is, den mensch voor
geheel opgaan in de stof te bewaren.
De werkgevers dienen bier het belang
van in te zien. Door vermeerderde arbeids
prestatie ontvangen zij het schijnbaar ver
lies terug en verwekken tevredenheid bij
hun ondergeschikten.
Men zegge niet: het kan niet. Het kan
wel, zouden wij zeggen. Het kan in elk
bedrijf. De kosten zijn te dragen. Het zijn-
geen goede rekenmeesters, die liet hierbij
genoemde enkel als verlies zouden willen
boeken. Het verlies wordt zeer verre over
troffen door de winst.
De boog kan niet altijd strak staan,
maar moet op zijn tijd ontspannen worden.
(Rotterdammer.)
Het Bulgaarsch-Joego-Slavisch conflict.
De Joego-Slavisohe gezant te Sofia heeft
de nota zijner regeering te Sofia overhan-
handigd. Naar de „Vreme" verneemt, bevat
zij de volgende eischen: lo. Ontbinding
van het Maoedonisch comité; 2o. Uit
levering van de leiders der comitadji's';
3o. Schadeloosstelling aan de nagelaten
betrekkingen der bij de jongste grens
incidenten om het leven gekomen personen
De Britsche gezant te Belgrado ver
voegde zich gisteren bij den minister van
buitenland scbe zaken Nintsjitsj, wien hij,
om inlichtingen verzocht betreffende de
nota aan Bulgarije. De gezant wees erop,
dat zijn interventie geschiedde met mede
weten en goedvinden van Italië en Frank
rijk en gaf den minister van buitenland-
'sohe zaken den raad, het Joego-Slavisch!
Bulgaarsche geschil voor de volkenbonds-
veigaderin,g in September a.s. te brengen.
Ook .de Fransche gezant bezocht Nint
sjitsj. Naar de „politica" verneemt, was
het .optreden van den Franschen gezant
in volledige overeenstemming met dat van
den Emgelschen gezant.
Volgens een bericht uit Sofia acht men
in toonaangevende kringen aldaar het ge
vaar voor een Zuid-S,lavischen opmarsch
in Bulgarije geweken door het tijdig in
grijpen der groote mogendheden. Men
hoopt, dat het conflict tusschen Belgrado
en Sofia spoedig pp vredelievende wijze
z,al worden geregeld.
Korte berichten.
De „Journal" publiceert een telegram
uit Madrid, meldend, dat ,de Spanjaarden
zonder ernstigen tegenstand te ontmoeten
Tsjetsjoean in Marokko bezet hebben. De
Spaansche troepen hebben posities in-
genopien op de hoogten, welke de stad
beheer schen.
Te Bochum is een auto met twee
inzittenden door een trein gegrepen. De
chauffeur kon zich redden door uit de
auto te springen, de twee passagiers zijn
gedood.
Gisteravond hebben te Berlijn alweer
communistische relletjes plaats gehad. Een
aantal betoogers werden ingerekend.
De opperste raad der spoorwegen
in Frankrijk heeft een tariefverhooging
goedgekeurd, welke met de belasting op
het vervoer, neerkomt op 30 procent voor
reizigers en 29 a 34 procent voor goe
deren. De nieuwe tarieven kunnen 15
Augustus in werking treden.
''Het autobedrijf der Nederland
se h e Spoorwegen.
Het „Vaderland" heeft een onderhoud
gehad met den directeur-generaal der Ne-
dcrlandsche Spoorwegen, aa,n het verslag
waarvan het volgende is ontleend.
De heer Kalff zeide, dat het er hem
niet om te doen was den autobusonder
nemer dood te concurreeren. Hij erkent
gaarne, dat deze ondernemer een nieuwen
factor in het verkeer heeft gebracht, waar
mede elke verkeersonderneming, dus ook
de spoorwegen, rekening moet houden'.
Hij ziet, mits staat en provincie den weg
goed verzorgen, in de autobus liet vervoer
middel der toekomst.
VVat hij wel tegen den autobusonderne
mer heeft, is, dat deze door het gratis
gebruik van den weg een zeer onbillijken
voorsprong heeft gekregen. Voor de tram-
onderneming is deze voorsprong nog on
billijker, omdat de tram meestal verplicht
is, een strook buiten de rails in orde te
houden, van welke strook de autobus biji
voorkeur gebruik maakt en die ziji stuk
rijdt. Een tweede bevoorrechting is, dat
de autobusonderneming niet te maken
heeft met de dwingende personeels voor
waarden van de meeste tramondememin-
gen enz. De nieuwe wet heeft hierin thans
groote verbetering gebracht, maar tevens
aangetoond, dat degelijk opgezette bedrij
ven heusch geen goudmijnen zijn.
Do heer Kalff is geen bestrijder van
de auto, maar hij zal die gebruiken als
aanvulling van het trein- en tramverkeer.
Op nog een typische bijzonderheid ves
tigde de directeur-generaal de aandacht,
ten bewijze hoe de auto een wijzignig in
de verkeersbehoefte heeft gebracht. Toen
de spoorbanen werden aangelegd, heeft
men zoo veel mogelijk plaatsen ter wille
willen zijn. De dubbele stations leggen
er getuigenis van af (Zoetermeer-Zeg-
waard, Zevenhuizen-Moercapelle enz.). Ge
woonlijk bleef men zooveel mogelijk op
gelijken afstand van de bevoordeelde dor
pen, maar naar de huidige verkeerseischen
gerekend zijn feitelijk beide er bekaaid
afgekomen en men zou het thans zeker
anders doen.
Wat nu het groote plan betreft, er is
nog weinig positiefs te zeggen. Men heeft
alvast in directeur Hegg een organisator,
ten, achter liet lampeschermpje en met het
breiwerk naast zich. Charlotte stond zich
op het haardkleedje te warmen in gezel
schap van Mark Antony, en ratelde adem
loos door.
Dollie sprong op hare tante toe met een
uitroep van blijde verrassing, en Grey
volgde haar meer ernstig; maar Bertie
keek geheel verslagen door deze plotse
linge verschijning. In het binnenste van
zijn hart had hij het gezelschap zijner
gastvrouw best kunnen missen. Hij hield
zich wat achter de anderen en keek verle
gen en schaapachtig, misschien voor bet
eerst van zijn leven; toen bij ten laatste
groette was het zeer kort.
Het was te zien, dat hij niet in de gunst
was van Mrs Reid, en dit wist. Mrs Reid
ontving zijn broeder met veel grooter wel
willendheid. Zij vroeg naar zijne gezond
heid, naar zijne vooruitzichten en legde
eenige belangstelling aan den dag voor
zijne antwoorden; maar toch hield zij zich
eenigszins op een afstand, als zij tot de
beide jongelingen sprak. Grey had dit met
zijne scherpzinnigheid al lang bemerkt en
het maakte hem stijf en teruggetrokken in
haar bijzijn. Het duurde geruimen tijd,
voordat het kleine gezelschap zijn gewoon
gezellig aanzien herkregen had; maar
noch de verlegenheid van Bertie, noch de
trots van Grey konden lang weerstand
bieden aan den aanstekelijken invloed van
Dollie's vroolijkheid.
Dollie was op hare wijze zeer slim en ge
voelde spoedig de gedrukte stemming. „De
jonge mannen bezwaren baar, en zij be
zwaart hen evenzeer," zeide zij bij zich
zelve. „Onze avonden zullen bedorven zijn,
als Mary en ik ons best niet doen, ze op te
vroolijken"; en dus ging zij weer aan bet
werk.
Zij kwam beneden in hare aardige groe
ne japon met pofmouwen, en zag er aller
liefst uit, dacht Grey, toen bij baar door
de kamer zag zweven. Zij stond stil, maak
te eene diepe buiging en glimlachte hem
betooverend toe.
„Zoude het uwe majesteit mogen beha
gen, ons te zeggen, waarom zij van avond
zoo streng kijkt, als een rechter?" zeide
Dollie ondeugend, terwijl zij zelfs den ge-
vreesden Mr Lyndhurst op haar nieuwen
kruistocht tartte. „Mr Bertie, Mary en ik
gaan zingen en gij moogt het blad omslaan
als ge gaarne wilt zoo ge tenminste wilt
beloven ons duet niet te bederven door
uwe achteloosheid."
„Laat mij omslaan," riep Grey uit, ter
wijl hij zijn broeder zonder plichtplegingen
op zijde zette en snel naar voren kwam.
Dollie keek een beetje zuinig, maar durf-
een technisch bekwaam man en een stren- j
gen maar zeer gezienen chef. In de eene
streek zal vooral de vracht, in do andere
het vervoer van den mensch in aanmer
king komen.
Hoe voorzichtig men moet zijn, kap
b.v. de aanleg van de spoorwegen in de
Haarlemmermeer bewijzen. Men had daar
van de grootste verwachting, vooral voor
goederenvervoer zoo'n nieuwe land
aanwinning zou schatten opleveren
maar de waarheid is, dat deze spoor
wegen nog nooit hebben gerendeerd.
Overwogen wordt, den stedelijken be
steldienst in het autobedrijf op te nemen,
waardoor instellingen als van Gend en
Loos overbodig zouden worden. Kortom,
men wil feitelijk van het autobedrijf ma
ken één grooten, landelijken ophaaldienst,
zoowel voor menschen als voor goederen,
ten behoeve van den trein.
Van een streven naar verkeersmonopolie
anders dan door het beste vervoer te
geven, kan alleen daarom al geen sprake
zijn, omdat het nieuwe bedrijf net als
ieder ander concessies zal moeten ver
krijgen in de stad en op het land. Overal
zal men bij Gedeputeerden moeten aan
kloppen en het is moeilijk te verwachten,
dat Gedeputeerden goede verkeerslicha-
men in de provincies klakkeloos zullen
opofferen.
Onz e Sp o or w egen in nood.
Wijl lezen in „De Zoom":
Verschillende Autobusondernemers kwa
men tot ons met klachten omtrent voor
schriften die blijkens de mededeelingan
van den Stationschef te Bergen op Zoom
hen werden verstrekt en die duidelijk
aantoonen, dat men te Utrecht in zak
en asch zit vanwege de ontwikkeling van
het autobus verkeer.
Zoo zou de kwestie van het standplaats-
innemen van stationeerende a,uto's op het
emplacement tot het afhalen van reizigers
andermaal aan het oordeel van den rech
ter eerstdaags worden onderworpen. Er
is proces-verbaal opgemaakt tegen de fir
ma Lielbroer Zn, omdat hij met een
wagen aan het station was op last van
reizigers uit Zeeland om hen aan het
station der Ned. Spoorwegen te komen
afhalen.
Een andere firma, nl. de heer de Rooy
werd door den Stationchef namens de
Maatschappij aangezegd, dat het liem ver
boden was aan het hek, derhalve buiten
het emplacement, reizigers die per trein
medekwamen, te beduiden, dat er gele
genheid was gebruik te maken van zijn
autobus en zijn wagen aanwees. Dit doet
de vraag ontlokken waar moet het toch
heen? Waar haalt de Maatschappij tot
Expl. van de Ned. Spoorwegen het recht
vandaan tot een dergelijk optreden? Of
zou men buiten het station eerst moeten
gaan vragen aan de Directie te Utrecht,
welke gesprekken men mag voeren op het
stationsplein?
Uitvoer van wit brood.
Sedert eenige dagen worden uit ons
land, in bijna alle grensplaatsen groote
hoeveelheden wit brood uit ons land naar
België vervoerd. Zooals bekend is de fa
bricage van wit brood aldaar verboden.
Zoo worden uit Bergen op Zoom, Roosen
daal en Eindhoven reeds groote partijen
wit brood België ingestuurd. De Belgische
bakkers in de grens gemeenten hebben
nu reeds groote schade. Dezen trachten
door bemiddeling van hunne bonden een
invoerverbod van wit brood in België
te krijgen.
Begrafenis P. Brouwer.
Onder zeer groote belangstelling had
gistermiddag tel Sneek de teraardebestel-
de het hem niet weigeren. Zij kon nooit
goed van het zingen genieten, wanneer Mr
Lyndhurst naast haar stond; zij had een
gevoel, dat hij geen hooge gedachte van
hare zangkunst had; zij geraakte dan dik
wijls in de war, wist niet meer waar zij
gebleven was, en hield dan brommend en
lachend op.
Maar vanavond moest zij hen allen op-
vroolijken; zij mocht dus niet aan zichzelve
denken. Daar zat Bertie gemelijk aan zijn
snor te trekken en wenschte, dat Mrs Reid
en haar breiwerk ik weet niet waar waren,
en dat Grey zijne plaats niet had ingeno
men. „Nare kerel! Wat beduidde dat, dat
hij mij zóó maar op zijde duwde? Grey is
niet geschikt voor dames, bromde Bertie;
en toen glimlachte hij boosaardig^ daar
Grey geheel vergat om te slaan, maar
kaarsrecht op zijne plaats bleef staan, en
luisterde hoe het vogeltje met de groene
8 veertjes naast hem de zuivere tonen deed
weerklinken.
Dollie fronste de wenkbrauwen tegen
hem, maar zong door. Toen zij ophield,
nam zij haar geliefkoosd plaatsje aan de
voeten van Mrs Reid in en schaarden de
anderen zich om baar heen.
Hoe zoude zelfs Bertie zich hebben kun
nen terugtrekken, als haar kinderlijke lach
telkens zacht en toch vroolijk weerklonk?
ling plaats van het stoffelijk overschot
van den bekenden journalist en volks
schrijver, dein heer P. Brouwer.
Aan het sterfhuis leidde ds II. M. Deth-
mers van Sneek vooraf een rouwdienst,
sprekende naar aanleiding van Rom. 8:18
Aan de geopende groeve voerde eerst
ds Dethmers het woord, sprekende als
voorzitter van dei Prov. persvereeniging
in Friesland. Spr. las ©en schrijven van
oud-min. H. (Mijn voor, waarin deze jeu
gens dien overledene woorden van dank
sprak voor den hem en de partij zoo
dikwerf geboden steun. Ds Dethmers be
sloot met een persoonlijk woord van danfc
voor wat in den overledene geschonken
was.
Mr J. J. Ctroles van Leeuwarden, lid
van d© Eerste Kamer, voerde vervolgen»
liet woord als voorzitter van het Prov.
Gomité van A. R. Kiesvereenigingen in
Friesland. Namens „de Standaard" sprak
dhr Stap.
Ds Di. P. Koopmans van Sneek sloot
de rij der sprekers, met een persoonlijk
woord, waarna de heer A. Sever van
Den Helder namens de familie dankte
voor de betoond© belangstelling. Met bet
zingen van Ps. 103:9 werd de droeve
plechtigheid besloten.
Het kapitaal van Nederland.
Prof. mr Treub komt in de Economisch
Statistische Berichten, de belastingontwer-
pen Colijn'De Geer besprekend, aan d©
hand van' een reeks cijfers tot de con
clusie dat het hoogst waarschijnlijk is,
dat het kapitaal hier te lande tusschen'
1914 en 1923 absoluut met ruim 7 pCt.
en in1 verhouding tot de bevolking zelfs
met ruim 20 pCt. is geslonken.
De nood in Drente.
De bijslag op de fabrieksturf door den
minister van Binnenlandsche Zaken inge
steld, begint in Drente gunstig te werken.
D© verscheping van turf begint hand over
hand toe te nemen. In verschillende ve
nen liggen tientallen schepen te laden.
Algemeen verwacht men in deze streken,
dat liet volgend seizoen meer zal kunnen
worden geproduceerd, nu de oude turf
aftrek vindt.
Het verdrag Nederland
Bel gi
De heer II. Polak, lid der Eerste Kamel
en voorzitter der S. D. A. P. komt in
„het Volle" tot de volgende conclusies
inzake het verdrag NederlandBelgië.
De voordeelen, die het verdrag ons
brengt, zijn van zoo ondergeschikten aard,
dat zij in de verste verte niet opwegen
tegen die, welke wiji wegschenken.
Merkwaardig is daarbij, dat de voor-
standers-door-dik-en-dun van het traktaat
het aclit slaan op de belangen onzer ha
vens aanduiden, als het bevorderen van
„een lokaal Rotterdamsch" of Amster-
damsch belang. Denkt men, dat aldus
ook in België over Antwerpen gerede
neerd wordt? Wie de Belgische pers volgt,
weet, hoe men daar te lande nimmer ver
flauwt te wijzen op de haven van Antwer
pen .als een nationaal belang van den
eersten rang. Terecht. Doch precies, zoo
vormen de havens van Rotterdam en van
Amsterdam een nationaal Nederlandsch
belang van de grootste beteekenis. Bel
gië doet alles, wat in zijn vermogen is,_
om de Antwerpsche haven groot te maken.
Dat is zijn recht. Doch het is niet onze
plicht het daarbij; ter zijde te staan, he#
belang van de haven van Antwerpen te
bevorderen, ten koste der belangen van
onze eigen havens.
Allerlei.
Naar de „N. Ct." verneemt laat de ge
zondheidstoestand van jhr mr W. H. de
Als Mary hem met hare ernstige oogen
aankeek en de plaats naast haar voor hem
open hield? Natuurlijk ging hij ook in den
kring zitten en werd weldra weer even
vroolijk als altijd.
„Ik dank u allen, dat gij mij zulk een
aangenamen avond hebt bereid," zeide
Mrs Reid zeer opgewekt, toen zij hen allen
goedennacht zeide. „Geef mij een kus, klei
ne, blonde tooverheks!"
„Dollie klapte in de handen, en begaf
zich al dansende naar hare kamer. „Als
ik eene tooverheks ben, zal ik u allen be-
tooveren," ^eide zij vroolijk.
„Zoo gij dat niet reeds gedaan hebt,"
was het onverwachte antwoord van Grey,
toen hij hare kaars aanstak. Toen zij hem
aanzag, ontwaarde zij een lichten blos op
zijn gelaat, en waren zijne oogen schitte
rend en diep.
„Wel, hij is toch eigenlijk lang niet lee-
lijk," dacht zij bij zichzelve; en hoe het
ook zij, dat kleine compliment wilde haar
maar niet uit de gedachten. Mary had
haar verteld, dat Grey nooit complimentjes
maakte; en nu had hij er een tegen haar
gemaakt! dat zou zij niet licht vergeten.
(Wordt vervolgd.)