bo Vrijdag 6 Augustus 40e Jaargang EET YAN MELLE's KOEK ft 19 feuilleton. *ARY ST JOHN. ft Drukkers-Exploitanten: 00STEFH3AAN LE COSNTRE - GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L Burg. Tel. no. 259 VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, Losse nummers f 3.-h f 0.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 et. Bij abonnement belangrijke korting. KINDERTOESLAG. 30.) Uit het Engelsch. o <ïft kI nu tlm da§en gleden, dat ^moeders op het kasteel aangekomen maar n0£ was Dolliei's oordeel Wei hen onveranderd, gebleven. Zij vond oo ln0g i6 aapdigste jonge man, dien ze 7in= k Zim i en was n°g steeds eenigs- 1 u bevreesd vqor zijn broeder ü<tóiLTaS mefer een negatieve, dan een dendlw a vre?S- Grey's ernst en terughou- als w i?n gewicht zijner meeningen, 1beliefde die ten beste" té bogen ffTrü m lets 8educbts in haar was wih lonnadenkend als zij anders zins défti! ira Y.01013®11 en sprak eenigs- voterde mei'; ^ein een gesprek allen rS zij.bijvoorbeeld Wngebondt-o waren, het zij solms haar Was hH cto f®8* den vriïen l00P- Dan hij besLft n eeU §edlddig toehoorder; irz f no«t, zette haar niet rpet'dranoitK ®ertie deed, en gaf ook teeen m Z1'|n Iïle'ening ten beste, zoo- Mary; integendeel scheen hij Geen vraagstuk is in de laatste jaren zoo fel aangevochten geworden als dat van den Kindertoeslag. Hiertegenover is evenwel de kindertoe slag meermalen als een integreerend deel van de loonregeling der toekomst aan bevolen. Als maatregel ter loonsverbetering is bij van ouds, vooral van vrijzinnig- en sociaal-democratische zijde bestreden en als „fokpremie" afgewezen. Doch door staatslieden en schoolmannen van Rechts telkens weer met klem van argumenten verdedigd en aanvaard. Het valt dan ook niet te loochenen, dat in den kindertoeslag een gezond ethisch element schuilt, dat naar ver schillende zijden goede werking kan uit- oefenen. De kindertoeslag, als onderdeel van het gezinsloon, bevat" een voortreffelijk eco nomisch beginsel. Nu laat een beginsel zich niet tasten, en een schuilend element laat zich niet gemakkelijk zien. Toch is dit voor wie nadenkt en voor wie met de praktijk van het leven rekening 'houdt, niet zoo moeilijk. Maar men moet willen zien. Terecht heeft Cats gezegd: „Doch wat baten keers en bril, als den uyl niet sien en wil" Dit laatste heeft onze regeering in 1913 ondervonden, toen zij, in den finantiëelen toestand der onderwijzers verbetering wil lende 'aanbrengen door iiaar het gelang van het aantal kinderen zekere verhooging der jaarwedde te doen intreden, een kin dertoeslag wilde invoeren. Harde woorden werden naar aanleiding van dat voorstel gesproken. Met het smadelijke woord van „fokpremie" zochten zoowel de mannen van den Bond (van Nederl. Onderwijzers) en de S.D.A.P. het vernederende van deze onaannemelijke gedachte te brandmerken. Eerstgenoemden huldigen de leer en de leus van hun Rond: „De spil onzer or ganisatie is gelijk loon voor gelijke dien- sten. (Weekblad „Volk" 14 Januari 1913). De organisaties van onderwijzers aan de openbare school verklaarden zich mo- g f biel on gaven in luid-klinkende moties ij van hunne afkeuring blijk. Ook in den kring der Christelijke onderwijzers wend bier en daar bedenking tegen dit be- Tginsel geopperd. 'tls zonderling dat van Links in de I Tweede Kamer telkens positie gekozen werd tegen den kindertoeslag. Zoowel mi- r nister Heemskerk, die 't voor de onder wijzers wilde invoeren, als nu wijlen mi- uister Regout, die het ten aanzien van fte postbeambten wilde voorstellen, kreeg van die zijde onder leiding van het lid Ketelaar den wind van voren. De postbeambten zeiven wezen den maatregel niet minder beslist af. Immers, op het Congres van den Bond van Neder - landsch Post-, Telegraaf- en Telefoon personeel, gehouden te Utrecht op 29 en 30 April 1912, werd een motie aangenomen waarin die kindertoeslag werd veroor deeld, als zijnde het slechts een tijdelijke m plaats van een blijvende verhooging. °P het Congres van den Bond van Nedeiiandscbe Gemeente-werklieden, in Juli 1912 te Arnhem gehouden, werd de tegenzm van de overgroote meerderheid der sociaal-democraten tegen dit voor gestelde familieloon het duidelijkst ver tolkt m een resolutie, die in den maat regel een. poging zag „niet om een hoog loon voor de gehuwde, maar een 'laag loon voor de ongehuwde arbeiders vast te stellen. Toch bevatten de regeeringsvoorstellen zelfs niet in 1912, iets nieuws. Met name in Hongarije bestond deze loonsrageling al. Daar was voor ambte naren met één kind de toelage bepaald ;op 200 kronen, met twee kinderen op 400, met drie of meer op 600 kronen, terwijl voor beambten die toelage de helft van genoemde sommen bedraagt. Ambte naren ontvangen den toeslag totdat het kind 24 jaar is, beambten totdat het 16 jaar wordt. Bovendien hebben reeds vóór den oorlog talrijke Duitsclie gemeente besturen en Fransche spoorwegmaat schappijen dien kindertoeslag vastgesteld. Ook ten onzent deden enkele gemeente besturen, onder anderen Hilversum en Nijmegen hetzelfde in het belang der ge meente-ambtenaren. Voorts heeft in de laatste jaren het denkbeeld van den kindertoeslag steun gevonden bij de lieeren Tasman (vrijz. democraat) in zijn „Sociale Kroniek" en Wibaut soc.-dem. wethouder van Amster dam in liet Marxistisch Weekblad. Ook Roomsche paedagogen hebben in hun schoolbladen herhaaldelijk voor kinder toeslag en familieloon het pleit gevoerd. Het denkbeeld is dan ook zoo mal niet, als het er volgens sommigen uitziet. Het vindt, ook in Christelijke kringen, waar men nog .niet besmet is met de bacil van liet neo-malthusianisme, vele aanhangers. Niet dat de kindertoeslag met het neo- malthusianisme iets te maken heeft. Hij woidt dan ook niet aanbevolen om er het kwaad van het ne-maltliusianism© mee te bestrijden. Daartoe zijn andere middelen aangewezen, Gelijk de Overheid bij het innen van belastingen het stelsel van kinderaftrek huldigt, zoo wordt haar ook om dezelfde reden bet systeem van kindertoeslag aan de hand gedaan. Om dezelfde reden, dat wil zeggen om deze voor de hand liggende reden, dat die strijd om het bestaan in vele gezinnen uit den arbeidersstand en den handel- drijvenden middenstand, het zwaarst is in de eerste huwelijksjaren, wanneer de vrouw des huizes in de kleine kinderen zit en de huisvader met zorg moet aanzien, dat het noodige aan zijn kroost moet worden onthouden, dewijl de middelen ontbreken, om hun dit in voldoende hoe veelheid en hoedanigheid te verschaffen. Naarmate de kinderen grooter worden, mee gaan verdienen, de deur liit gaan, en dergelijke wordt de behoefte aan kin dertoeslag 'kleiner. Er is dan ook niets tegen om dien toeslag te doen ophou den op een bepaalden leeftijd, waarvan de grens niet al te laag behoort gesteld 'te zijn. In den middenstand geldt hetzelfde. Wie de zorgen der ouders, de finan- ciëele zorgen vooral, kent of zich uit eigen ervaring herinnert, die het gezins leven drukken, wanneer de talrijke kinde ren nog in hun groeijaren zijn, dien be nauwden tijd, wanneer het noodzakelijkste soms niet in voldoende mate kan wor den aangeschaft, dien tijd waarin zelfs bij de hoogste spanning der energie het den huisvader onmogelijk is de behoeften van dien wassenden familiekring te be vredigen, en hij al zuchtende zijn werk verricht, die zal de eerste zijn om iedere poging toe te juichen, welke tegemoet koming aan deze bezwaren, verlichting van dezen druk bedoelt. Of er dan geen principiëele bezwaren tegen dit systeem van den kindertoeslag kunnen aangeVoerd worden Voorzeker. Ook wij voelen er voor dat door dezen maatregel de normale loon- standaard wordt gedrukt. Immers het loon van den arbeider en dan hebben wij inzonderheid dat van den landarbeider op het oo;g beantwoordt nog lang niet aan bet ideaal dat men zich stelt van een normaal gezinsloon. Wordt nu gedurende een bepaalden lijd zekere gezinstoelage geschonken, en aan vaard, dan erkent men daarmee eenerzijds dat het dagloon van den arbeider te laag is, terwijl men later, wanneer de kinder toeslag niet meer noodig is, weer tot liet peil van het oude loon terugkeert. Het loon van den arbeider behoorde zoodanig te wezen, dat een arbeidersgezin met zes kinderen er met zekere gemak kelijkheid mee kan rondkomen. Daarop moet worden aangestuurd. Doch inmiddels boude men vast aan den eisch: in de periode der schoolgaande kinderen, zoo lang deze normale loonstandaard nog niet geldt, een kindertoeslag, voor elk kind in verhouding tot elks leeftijd, een toe slag die op een bepaalden leeftijd van het kind vervalt, omdat zoodra de kinde ren mee gaan verdienen, dergelijke toe slagen niet meer noodig zijn. IiimM, steieds bereid haai' tot spreken uit te lekken, waarschijnlijk om zelf te kunnen beoordeelen, hoeveel versta'nd en natuur Op den bodem van haar vluchtigheid la gen. Dolliei had e<r geen flauw begrip van, dat zij gewogen werd, dat denkbeeld zou haar woedend gemaakt hebben. Zij v-ond Mr Lyndhurst zeeir vriendelijk en' oplettend voor al haar kleine wenschen, en schreef dit zelfs aan bare moeder, want zij sprak zeer open tegen haar over hem en Bertie. „Ik vind hen beiden zeer aar dig, zij zijn zoo vriendelijk, maar Mr Ber rie is veel grappiger. Ik hen altijd bang, dat Mr Lyndhurst mij gemaakt en kinder achtig vindt; hij zegt het natuurlijk niet, maar soms heeft hij een manier van zijn lip te krullen, die maakt, dat ik mij al zeer klein gevoel. Ik verbeeld mij wel eens, dat ik mij, alleen ter wille van hem, deftig ge draag, maar soms vergeet ik het, en dan ben ik de oude Dollie weer." Langzamerhand raakte Dollie meer aan hem gewend en leerde zij zijn eenvoudig heid beter beoordeelen, wanneer zij samen alleen waren, hetgeen op hunne wandelin gen meermalen voorkwam. Hij was dan zeer vriendelijk jegens haar, daalde tot liaar af en trachtte op een rustige wijze op de hoogte te komen van hare smaken en meeningen. Ditmaal was hij er met eenige inspan ning toe gekomen want Grey was een De Belgische regeering pleegt contract breuk. De consolidatie van de vlottende bin- nenlandsche schuld, welke Zondagmorgen in alle bladen werd afgekondigd, heeft heel wat opschudding en verbittering in België verwekt. Tal van burgers zijn Maan dag vol opgewondenheid naar de Nati onale Bank of hare provinciale bijkan toren gestroomd in de hoop hun schat- lristbons nog uitbetaald te krijgen, maar tevergeefs! De staat België heeft zijne betalingen gestaakt en zal binnenkort de 7 pCt schatkistbons inwisselen voor 6 pCt preferente aandeel en in de spoorweg- regie. De staat België pleegt dus contract breuk en hij zal daarmede zijn crediet in binnen en buitenland zeker niet ver- hoogen. Maar de regeering voert als ver ontschuldiging aan, dat zij handelt uit nood, wijl zij volgens hare verklaring stond voor de keuze: verdere inflatie, dus ondergang van den franc, of consolidatie der binnenlandsche schuld. buitengewoon verlegen, in zichzelf gekeerd man om over zijn broeder en zichzelven te praten. Dollie luisterde beleefd naar hem en beproefde er de noodige aandacht aan te schenken, maar het duurde niet lang, of zij had liaar schetsboek voor den dag gehaald en daarna waren ze in diep stilzwijgen verzonken. Niet, dat zij on dankbaar was, maar zij was zeer jong en een ernstig gesprek viel niet altijd in haar smaak. Op zulke tijden snakte zij naar Bertie's grappen. Maar zij moest nog leeren, dat Grey iemand was, die zijn zin wilde hebben. Hij was er met moeite toe gekomen over zijn eigen omstandigheden en leefwijze te spre ken, en was niet van plan zich tot zwijgen te laten brengen, voordat het hem paste. Van nature was hij geduldig maar flink, en sommigen zeiden, dat hij streng was; maar hij toonde die gestrengheid het meest met betrekking tot zichzelf. Voor hen, die hij liefhad, kon liij buitengewoon vriende lijk zijn; hjj cijferde zijn eigen „ik" voor hen weg en maakte zijn eigen smaken en wenschen ondergeschikt aan de hunne. Hij sloeg Dollie's dunne vingers eenigen tijd gade, en vatte toen het gesprek weer op, als was het hem niet opgevallen, dat dit was afgebroken. „Blenheim Square is een tamelijk ver velende plaats; maar als het er op aan komt is Teddiford Place nog erger." Wij willen niet ingaan .op de vraag, ,of geen andere weg zou gevonden kunnen zijn, maar wijzen er alleen op, dat het beleid der Belgische regeering zich de laat ste jaren kenmerkt door groote wispel turigheid. Die wispelturigheid viel vooral op in zake de plannen tot invoering van den goudfranc. JasparFrancqui deden zelfs ook aan inflatie. Zij meenden zulks te kunnen doen, vast verwachtend dat het vertrouwen bij het publiek zou terugkee- ren. Het vertrouwen kwam niet weer: Van 1 tot 24 Juli moest voor meer dan 300 millioen aan het publiek terugbetaald worden. Do inflatie ging voort; men begon den bodem der schatkist te zien en be greep op welk gevaarlijk punt men ge komen was, n.l. dat de vloed niet meer zou kunnen gestopt worden. Binnen enkele maand erï moest men meer dan 5 milliard schatkistbons-, uitbe talen. Hetgeen beteekende: laat de pers maar draaien! Om dat te verhinderen, heeft Francqui gezegd: wij erkennen de vlottende schuld niet meer, wij zullen u andere papieren geven. Hoe men dezen maatregel ook beschouwe, bij blijft im moreel, te meer waar de staat er zijn beste en trouwste burgers door treft. Men meent nu in staat te zijn, den franc op een peil te houden van 175 tot 200 in het pond. Wie het meest getroffen zijn door den nieuwen maatregel, dat zijn de boeren kleine burgers en renteniers. Deze groepen van onderdanen, die immer en tot het laatst vertrouwen hebben gehad in de regeering, zijn vooral bezitters van schat kistbiljetten. De midden-man vooral be taalt dus de scheiven. Personen, die geld. noodig hadden, verkochten deze week hun schatkistbiljetten ter beurze van Antwer pen met 'n verlies van 9 tot 10 pet'. De regeering hoopt dit verder te kunnen voor komen door voorschotten te verstrekken. Wat er van zij: de franc moest gered worden en- daarbij bracht de regeering in toepassing de brute Duitsche leer van „Not kennt Icein Gebot", concludeert De Maasbode. Een conflict tusscben Fransche industri- eelen en tie Sovjets. In de maand Mei zou te Moskou een tentoonstelling van Fransche producten ge houden worden, krachtens een overeen komst tussclien een Fransche organisatie en de „Gostorg" (Staatsorganisme voor buitenlandèchen handel). Daar de Rus sische regeering' bezwaren maakte in ver- band met binnenlandsche moeilijkheden der Sovjets, werd de tentoonstelling) tot later uitgesteld. Wegens het uitstel en op verzoek van de Fransche groep, die aanzienlijke onkosten gemaakt had voor de organisatie der tentoonstelling, gaf de president der rechtbank van de Seine bevel om beslag1 te leggen op alle fond sen van de Gostorf en de handelsvertegen- woordiging der Sovjets in Frankrijk bij Parijsche banken gestort. Deze beslis sing vormt een belangrijk precedent in de procedure, voor de betrekkingen tusschen de Sovjet-Unie en de buitenlandsche koop lieden. Dsjersjinski een raadselachtige figuur. Over den onlangs overleden Dsjersjinski is het laatste woord nog niet gesproken. Zijn naam zal altijd voortleven in de ge schiedenis der menschheid evenals de naam van Robespierre. Zooals men weet, was hij het hoofd van de tsjeka, de geheime politie van den sovjet-staat. Dsjersjinski was de opper- „Ik heb geen van beide ooit gezien," antwoordde Dollie verstrooid. „De verve lendste plaats die ik ken is Trevilian Ter race, Abercrombie Road ik noem bet altijd een gruwel van verlatenheid." „Woont daar uwe moeder? het ligt er gens tusschen Kensington en Earlscourt, niet waar?" vroeg Grey eenigszins leven diger; en toen Dollie toestemmend knikte, vervolgde hij: „Ik zou denken, dat het ver te verkiezen was boven Teddiford Place; het begint bij Blenheim Square. Dit is slechts èèn van een geheele rij pleinen, die alle even suf en vervelend zijn. Verschei dene der huizen zijn groot en fraai, en worden bewoond door de rijken die nog niet naar het Westen zijn getrokken; maar Teddiford Place is iets minder voornaam. De huizen zijn er goed, maar worden meest bij gedeelten verhuurd; er zijn niet meer dan een dozijn heele huizen." „Waarom woont gij er dan, als het er zoo vervelend is?" vroeg Dollie met ver deelde belangstelling, want hare teekening Tegde ook beslag op haar aandacht. „Mijn armoede en niet mijn wil nood zaken mij er toe," antwoordde hij lachend; maar ik denk ook niet naar Teddiford Square terug te gaan. Ik heb kamers ge huurd dat klinkt schoon, zoolang gij ze niet gezien hebt, Miss Maynard („als ik ze ooit te zien krijg," dacht Dollie met stillen afkeer) ze zijn in de buurt van Elke huismooder weet dat 'teen feit is, Dat torenkoek wat je noemt kwaliteit is. En als toespijs bij 't brood leder's eetlust vergroot, Daar z'uit zuivere grondstof bereid is. aanklager, de opperrechter, de opperbeul. Hij was de massa-moordenaar van het bolsjewisme Hij was iemand, die in koel bloedig bloedvergieten veel verder is ge gaan en veel mateloozer is geweest dan de mannen van het Fransche schrikbewind uit de dagen van Robespierre. Men zou allicht den indruk krijgen, dat deze Dsjersjinski wel een beest moet ge weest zijn, die alle menschelijk gevoel had uitgeschud, en die alleen maar kwaad kon doen. Dit was echter niet het geval. Naar alles wat men van hem leest, was hij een eenvoudig, ernstig werker zijn reorganisatie van het spoorwegwezen moet geroemd en buiten de sfeer zijner revo lutionaire werkzaamheid was hij eer een zachtaardig man dan een wreedaard. Ja, hij was zelfs voorzitter van de vereeniging van kindervrienden, en in die functie toon de bij warme belangstelling voor het kind en behartigde hij de belangen van het kind met ijver en nauwgezetheid. Oppervlakkig beschouwd, is hier een te genstelling, die raadselachtig aandoet. Maar toch bij dieper nadenken laat zich zulk een levenshouding wel verklaren. Immers Groen wijst er, in zijn „Ongeloof en Revolutie", reeds op, dat men ook bij Robespierre voor schijnbaar raadselach tige tegenstellingen staat. Door zijn wreed heid een schandvlek der menschheid, nochtans man van ingetogen levenswan del, onbaatzuchtig als geen ander, vol strekt onomkoopbaar; een voortreffelijk burger. Vanwaar dan die wreedheid? Groen zegt: De onaantastbare overtuiging, wel doeners der wereld te zijn, zich in te beel den, bet apostolaat van een nieuw Evan gelie ontvangen te hebben, doet voor geen enkelen maatregel ook den wreedsten niet terugdeinzen. Wij behoeven zoo vervolgt Groen - dit fanatisme niet voor uitzinnigheid te houden. Het was veeleer van opwinding vrij: het steunde niet op bedwelming der hartstochten, maar op redeneering van het verstand: het was de ondergeschiktheid aan eene leer, wier logenachtige wereld herschepping men voor ontwijfelbaar aan zag; zoodat grootendeels uit bet besef eener hoogere roeping bet zelfbehagen in het misdaad plegen, de koelbloedige onver biddelijkheid der revolutionaire energie ontstaan is. Wat Groen van Robespierre zeide, geldt' ook van Dsjersjinski. Hij was geen half, maar een heel overtuigde, die daarom niet schipperde, en voor geen enkele conse quentie, hoe wreed ook, terugdeinsde, schrijft de Amst. De leeningi aan Frankrijk. 'Omtrent het voornemen, om aan Frank rijk een groote leening te verstrekken, w.otrdf nader uit New York gemeld: De bankiershuizen Pierpont, Morgan en de Federal Reserve Rank hebben de moi- gelijkheid onder de oogen gezien om aan Frankrijk een leening te verstrekken tot (een bedrag van 250 millioen dollars. De verbetering van den wisselkoers en de vooruitzichten op een spoedige ratificatie vaü het Fransch-Amerikaansch accoord zouden dei besprekingen tusschen boven- Gray's Inn. Mijn slaapkamer is zoo groot als een flinke koffer, en in mijn zitkamer kunnen zich met gemak drie personen be wegen; maar wat doet dat er toe, wanneer men te hard werkt om iets op te merken?" besloot Mr Lyndhurst met een poging om luchtig te spreken. „Charlotte zegt, dat gij u bijna over werkt hebt," zeide Dollie ernstig, terwijl ze tot hem opzag; ..vindt ge het niet verkeerd om zóó met uw gezondheid te spelen?" ging zij voort, en vergat in haar vrouwe lijk genoegen om een vermaning uit te dee- len, haar vrees voor den jongen rechtsge leerde. „Gij waart op het punt hersen koorts te krijgen, zegt Mr Bertie." „Dat was ook zoo", antwoordde hij', verheugd over dit betoon van belangstel ling in zijn aangelegenheden; „tenminste dat zeide men en nu ben ik hier, om wat op mijn verhaal te komen nu, ik heb in drie weken nog geen boek open gedaan Ziet ge, een advocaat zonder prak tijk heeft een moeilijk werk voor zich. Ik ben nu arm, maar niet voor mijn ge noegen. Ik moet mijn voet op de eerste sport van den inaatsohappelijken ladder zetten; maar, totdat men begint te klim-- men, moet men met weinig tevreden zijn; zóó staan de zaken, Miss Maynard." (Wordt vervolgd.) I 1. 'i i i

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 1