tfo 856
Dinsdag 3 Augustus 1636
40e Jaargang
MARV ST JOHN
FEUILLETON.
Drukkers-Exploitanten:
GOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L Burg. Tel. no. 259
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.—
Losse nummersf0.05
Prijs der Advertentiën:
L—4 regels f1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
EEN WORSTELING.
De moderne vakbeweging en vakorga
nisatie werkt aan op een bange worste
ling, op oorlog en niet op vrede; op ver
woesting en niet op verzoening; op revolu
tie en niet op reformatie; niet op verbete
ring van het historisch gewordene, helaas
in het ongereede geloopen, maar op ver
nietiging van dat historisch gewordene,
om op de puinhoopen ervan iets nieuws op
te trekken.
De wording en ontwikkeling van dien
gespannen toestand, is van betrekkelijk
jongen datum. Het is de doorwerking op
maatschappelijk terrein van wat met de
groote Revolutie is geschied, en deze is
nog maar een eeuw oud.
De maatschappij van vóór de revolutie
werd Beheerscht door het gildewezen. Dat
aan dat gildewezen allengs groote gebre
ken kleefden, is onzerzijds meermalen gul
erkend, doch dat het revolutiebedrijf,
waardoor de gilden doodeenvoudig werden
opgeheven, zonder meer zou zijn te loven,
wordt door ons antirevolutionairen
christelijk historischen even sterk bestre
den, en de loop van zaken sedert stelt ons
in het gelijk. Dat revolutiebedrijf is even
min te loven, als de hardhandigheid van
den man, die zich ergert over een schamele
hut in de heide, omdat zij geheel niet over
eenkomt met de eischen der gezondheids
leer, en haar nu maar kort en goed omver
haalt en niet bedenkt, dat de bewoners nu
's nachts in de kou zullen moeten door
brengen, omdat hij vergat tegelijkertijd
voor de gebrekkige woning een nieuwe in
de plaats te geven.
De revolutie wist wel van afbreken,
maar niet van opbouwen. Ze ruimde wel
de gebrekkige gilden op, maar gaf er niets
voor in de plaats. Een ongemotiveerd idea
lisme bezielde haar. En zoo geloofde ze,
zonder er grond voor te hebben, dat in
vrije concurrentie alles vanzelf wel in orde
zou komen en dat wel beter, dan ooit te
voren. Ze geloofde, dat de maatschappij
een mystiek wezen was, dat bij vrije con
currentie der in haar levende krachten
vanzelf wel op het allervoortreffelijkst zich
zou reguleeren, evenals, om een voorbeeld
te noemen, de bloedsomloop in het men-
schelijk lichaam.
Ze geloofde dat, met iets dwepends in de
ziel, maar de uitkomst heeft haar be
schaamd. Haar eigen kinderen, de socia
listen, verkondigden het haar vlak in het
aangezicht, dat haar leer op dit stuk een
leügen is. En inderdaad geven wij in de
zen het Socialisme gelijk en spreken wij
het uit, dat ook wij van meening zijn, dat
dat geloof der revolutie, dat de bandelooze
concurrentie het maatschappelijk leven
kan reguleeren, is een kapitale vergissing,
een groote leugen.
En zoo zitten wij maatschappelijk voor
de vraag: „Waar zal de huidige toestand
nog op uitloopen?"
Na den nieuwen, door de revolutie ge
schapen toestand is men gaan concurree-
ren, is men maatschappelijk den wedloop
begonnen, man tegen man, kracht tegen
kracht, kring tegen kring, belang tegen
belang, machine tegen menschelijke hand,
grootbedrijf tegen kleinbedrijf, patroon te
gen arbeider, kapitaal tegen arbeidsver
mogen. Schitterende resultaten zijn er ver
kregen, maar ook is er bittere ellende te
voorschijn geroepen. De toestand is al ge
spannen geworden. Uit schade en pijn
neeft men wijsheid geleerd. Te smartelijk
ervoer men, hoe ongelijk de strijd was tus-
scnen kapitaal en arbeid.
n het kapitaal zit van nature een sa
menbindende, syndicaat vormende macht,
'de arfmid ontbeert, als zijnde het bezit
27)
Uit hef Engelsch.
Een half uur later stelde Charlotte hen,
p haar gewone drukke manier, aan elk-
ander voor. Dollie vond, dat Mr Grey
ynanurst een groote tegenstelling vormde
r„v(4-Z1'n roeder> en kreeg eerst geen
prettigen indruk van hem.
Kif? Was, ^ein'er' had donker haar en een
troM ^€ur. Hij had geen schoone
en' maar een paar eerlijke, grijze
sta™?- eD "0Ver ^et aI§emeen een ver
hit in?6 P'ldrukking, toonden aan, dat
/ui i. 111 onbeduidend was. Menschen
(-■ ,ern &oed "kenden, prezen hem zeer;
kelilS vers, lige taal en groote ontwik-
bmPl We,Kle? daor veIen? die de beide
2 !,ke£dei?> minstens even hoog ge-
r, v Je's innemende manieren,
hii kalm erl£te dien eersten avond, dat
nam* en waard'g was, en eene aange-
ma"friw wijze Tan .spreken had;
goede onrfeSi V+an achttien jaar zijn geen
natuur *n P? Tan de menschelijke
te bewonderen^ genegen een Moni9
van vele enkele personen, als zoovele ar
beidskrachten. Zoo kwamen de laatsten in
het gedrang en werden in het grootbedrijf
de machtelooze instrumenten van dat
grootbedrijf, op meedoogenlooze wijze door
het koude kapitaal koud als metaal,
materialistisch naar zijn aard geëxploi
teerd; menschen, naar den heelde Gods
geschapen, beschouwd en bejegend als de
verlengstukken der machine, die men, zoo
dra ze door slytage min bruikbaar worden
afschroeft en wegwerpt!
Smartelijk heeft de arbeid het ongelijke
van den strijd ervaren, en is begonnen er
zich op in te richten.
Wat van nature de macht is van het ka
pitaal, samentrekking en zoo verhooging
van krachtsuiting, dat kan door beleid ook
het deel worden van den arbeid, door or
ganisatie nl. door het vormen van bonden
en vakvereenigingen, en dan die samen te
trekken in een groote centrale, nationale,
straks internationale organisatie. En daar
toe heeft men de hand aan den ploeg ge
slagen. En om vuur in de gelederen te
brengen heeft men den klassehaat gepre
dikt. Sedert tientallen van jaren is dat
proces in werking. De tegenpartij is dit na
tuurlijk niet ontgaan. En zoo is deze be
dacht geworden op nog meer versterking
van eigen positie in de dreigende worste
ling. Ook dit is natuurlijk. En zoo is er
een neiging tot al grootere combinaties
van de zijde van het kapitaal, en al bree
der organisatie van de zijde van den ar
beid. Hoe zou het anders?
Eenmaal het beginsel aanvaard, een
maal huldigende het standpunt der revo
lutie, is dit de noodzakelijke consequentie
en moet dit een verbeterde editie der revo
lutie genoemd worden, althans een meer
volkomene. Alleen vergete men niet, dat
het kwade meer volkomen, geen eigenlijke
verbetering is, maar een verhooging van
het kwade. Dat blijkt ook hier. Deze ont
wikkelingsgang schept een toestand van
verhoogde, al dreigender ellende. Als twee
vijandelijke legers komen kapitaal en ar
beid tegenover elkander te staan, elk met
een dood en verderf brakende batterij ge
wapend, de een uitsluiting en de andere
werkstaking geheeten. Zoo nu en dan bot
sen die machten reeds. En dat is nog maar
een schermutseling, dat zijn voorposten
gevechten, waarbij men eigenlijk maar
eens wederkeerig de krachten meet, niet
ongelijk als wanneer op een zgn. spuit-
avond de spuitgasten een poosje de brand
spuit laten werken om eens te onderzoeken
of instrument en organisatie wel in orde
zijn.
Niet meer dan een voorpostengevecht is
zulk een werkstaking en uitsluiting. En
toch, wat een enorme schade en ellende
brengt ze al niet teweeg! Wat moet het dan
niet zijn, als dat zoo doorgaat, wederkee
rig al beter en vollediger zich inrichtende
en wapenende, als het straks tot een
hoofd treffen zal komen? Dan moet het
buigen of barsten, en dat er splinters vlie
gen zullen, daar houde men zich op voor
bereid. Een woedende doodelijke worste
ling is bedoeld, vooral van de zijde van
den arbeid, onder socialistisch beleid ge
organiseerd. Geen verzoening, maar ver
nieling is van die zijde het oogmerk!
En daartoe nu willen ook de zooge
naamde Christen-Socialisten medewerken.
Daartoe versterken zij de gelederen van 't
Marxisme en prediken mede den klassen
strijd, en geven altijd weer de voorstelling,
alsof er alleen slechte, meedoogenlooze pa
troons en alleen brave, eerlijke verdrukte
arbeiders bestonden.
Wat wij moeten doen is: de zonde aan
beide zijden erkennen. Er zijn goddelooze,
wreede rijken, patroons en directeurs,
Dollie maakte geen uitzondering op den
regel. Zij vond Mr Cuthbert Lyndhurst
de schoonste jonge man, dien zij ooit
gezien had, en benijdde Mary bijna, dat
zij zoo vrij met hem omging. Zij dacht,
dat het wel prettig zou zijn om hem
Bertie te noemen, en door hem op die
broederlijke wijze beknord en geprezen
te worden.
Was zijn wijze van doen eigenlijk wel
geheel broederlijk? Dollie plaagde haar
hoofdje gedurende de volgende dagen
voortdurend met die vraag. Het was hui
ten twijfel, dat hij Mary zeer teeder aan
keek; maar eigenlijk hadden Ber-
hen halen, om in de kleedkamer van Mrs
schien was het meer toeval dan opzet,
dat hij gewoonlijk met Mary wandelde,
terwijl Dollie niets anders overbleef, dan
zich bij zijn broeder te voegen. Dollie
had geen ondervinding van geliefden, maar
had er zich toch eene eigen meening
over gevormd en kwam tot het besluit, dat
Bertie met zijn goedige, slaperige manie
ren niets op een minnaar geleek.
Mary zelve bracht haar eerder in twij
fel. Zelfs op flen eersten avond scheen'
zij in Dollie's oogen een geheel ander
wezen; zij was altijd opgewekt, want zij
bezat een van die gelukkige naturen, die
hun eigen zonnetje zijn, maar nu straalde
zij letterlijk van geluk; hare vroolijkheid
maar er zijn ook schandelijke dagdievende
ontrouwe arbeiders!
Wat wij noodig hebben? Gewis organi
satie van den arbeid. Wij juichen haar toe
en willen de Christ, vakorganisatie gaarne
steunen. Niet echter om een verdelgend
leger tegenover de patroons te vormen,
maar om een macht te zijn, die in wette-
lijken weg met verzoenende bedoeling op
komt voor hare rechten. Niet om het ka
pitaal te vernietigen of te rooven, maar om
onder bescherming der wet, gesteund door
een rijpe sociale wetgeving, juist in ver
band met dat kapitaal, te arbeiden tot ver
hooging van den bloei der maatschappij,
verwervend ook voor den arbeider een
menschwaardig bloeiend bestaan, waarin
levensgenot niet schier een onmogelijkheid
is geworden.
Onze Schoolbesturen en de Gemeente
raden.
Uit een tweetal verslagen van Gemeen
teraadszittingen in ons nummer van gis
teren (Kapelle en Krabbendijke) is weer
eens gebleken, hoe men van verschil
lende zijden niet alleen van de linker
zijde poogt onze Christelijke scholen
te onthouden, wat hun volgens de L.O.-
wet toekomt.
De profetie, eenige jaren geleden uitge
sproken, dat de schoolstrijd verplaatst
zou worden naar de Gemeenteraden, is
hier en. daar wel bewaarheid.
Laten onze schoolbesturen zich echter
niet ontmoedigen. Er is een college van
Ged. Staten, tot hetwelk zij zich in hooiger
beroep kunnen wenden, en mocht ook dit
niet baten, welnu dan is daar in hoogste
instantie de Kroon, om in dezen recht
te doen.
De tegenwoordige Minister van Onder
wijs heeft, blijkens zijn beschikkingen van
de laatste weken, blijk gegeven, dat hij den
schoolbesturen, zoover de wet zulks toe
laat, ter wille wil zijn.
Er is dus een weg, waardoor onze
schoolbesturen kunnen verkrijgen, wat
hun rechtens toekomt. Dorpspotentaatjes
(waaronder er zijn, die zich bedienen van
het domme argument: „Ik stemi tegen, als
ik wil") hebben in dezen het laatste
woord niet.
Natuurlijk hebben de Gemeentebesturen
tot taak, toe te zien, dat de wet stipt
wordt uitgevoerd, maar zekere antipathie
tegen het Christelijk Onderwijs of tegen
een bepaalde school dient toch buiten de
Raadszaal te blijven.
De toestand 'in Mexico.
Zaterdagnacht beleefde Mexico een don
keren nacht. Van Zaterdag op Zondag is
toch het leekenwetdecreet van C alles, den
socialistischen president van Mexico, in
werking getreden. Het is een decreet, dat
de vernietiging van de roomsche kerk
beoogt en uitloopt op een godsdienstver
volging, welke de kiem in zich draagt
van een burgeroorlog, zooals Mexico in
eeuwen niet heeft aanschouwd.
De toestanden in Mexico zijn moeilijk
te beoordeelen. Al heeft de Roomsche
kerk, in Latijnsch Amerika Midden- en
Zuid-Amerika veel op haar geweten,
dit moet de oogen er niet voor sluiten,
dat hier een geest werkt, welke in den
grond der zaak zich keert tegen den Chris-
lelijken godsdienst.
Aan albe kerken wordt thans elk grond
bezit Verboden. Verder wil de Staat de
beslissing aan zich houden van het aan-
deelde zich aan allen mede. Als zij tegen
iemand wat meer bedaard was, dan was
het tegen Mr Lyndhurst; maar met Ber
tie sprak zij over alles, wat haar slechts
te binnen schoot, als ware zij volkomen
zeker van zijn© belangstelling in alles
wat baar betrof.
Dollie kon zich toch niet inhouden,
toen zij 's avonds naar bed gingen. „Wat
een prettige aanwinst voor onze logeer
partij! Ik vind de beide broeders zeer
aardig maar wat zijt gij vrij met Mr
Bertie I"
„Wij zijn zulke oude vrienden, weet
ge", antwoordde Mary, licht blozend.
„Grey is stiller dan zijn broeder, maar
toch ook heel aardig". En Dollie voelde
instinctmatig, dat zij niets meer moest
zeggen.
Den volgenden morgen werden de meis
jes tot hare gastvrouw toegelaten, doch
het onderhond duurde slechts zeer kort.
De zon scheen en de jongelieden wacht
ten hen huiten, want zij hadden beloofd
hun alle merkwaardigheden van Lesponts
te laten zien; maar juist toen Dollie hare
lange handschoenen dichtknoopte, terwijl
zij druk met Mary praatte, kwam Charlotte
hem halen, om in de kleedkamer van Mrs
Reid le verschijnen.
Het was een ruim, zonnig vertrek, met
een mooi uitzicht op de laan, die tot het
tal der geestelijken dat in de verschil
lende diocesen zal worden toegelaten, over
de nationaliteit der geestelijkheid, die al
leen uit Mexicanen zal moigen bestaan
en over de oprichting van nieuwe 'ker
ken waartoe van staatswege vergunning
moet worden gegeven. Buiten de kerken
mogen geen godsdienstige plechtigheden
plaats hebben, de oprichting van lagere
scholen is aan de geestelijkheid verboden
en godsdienstonderwijs wordt in de open
bare scholen niet toegelaten, altemaal
uitingen van den beruchten anti-clericalen'
geest Het is thans reeds tot emstige bot
singen gekomen. Zoo hebben de Calles-
troepen gevuurd op een menigte, welke
de kerk weigerde te verlaten. Tien per
sonen werden gewond. In een andere kerk
waar roomsche vrouwen een regeerings-
persoon te lijf gingen, ontstonden even
eens gevechten waarbij verschillende per
sonen gewond werden.
De regeering heeft naar twaalf stategi
sche punten over het geheele land poll-
tie-troepen gestuurd, ten einde de orde
en rust te handhaven. De politie heeft
de kathedraal in .de stad Mexico omsin
geld.
De gespannen atmosfeer welke in ge
heel Mexico heerscht, ontlaadde zich Vrij
dagavond op verschillende plaatsen toen
de autoriteiten er toe overgingen de ge
bouwen welke bij de kerken behooren
in bezit te nemen en de kerkschattien;
te verzegelen. Toen ze de kerk van Bor
ne Tepita binnengingen, trachtte de me
nigte zich te verzetten. De politie zette
het sluiten der deuren door. Schoten
werden gelost, waardoor de koster werd
gedood en twee omstanders doodelijk wer
den gewond.
In een ander opstootje, toen vrouwen
trachtten een Christusbeeld over een plein
weg te dragen, werden zeventien personen
gewond. Ook in de aristocratische wijk
van San Rafael werd geschoten, toen
de bezoekers ondanks de aanmaning van
den priester weigerden de kerk te verla
ten. De menigte steenigde de politie en
sneed de brandslangen door. Tenslotte
werd zij door soldaten uiteengejaagd.
De meeste kerken zijn open gebleven
om den geloovigen gelegenheid te geven
om te komen bidden. De kathedraal werd
gesloten, opdat de geestelijkheid een in
ventaris van de kerkschatten zou kun
nen opmaken.
Een 400-tal zusters, vele verkleed, is
te San Antonio, in Texas, aangekomen
andere vluchtende geestelijken worden
aan de grensplaatsen verwacht.
Een tragische herinnering.
Te Brünn overleed dezer dagen Leo
pold Lojk, de chauffeur van Frans Fer
dinand, die in Juni 1914 te Serajewo
den auto bestuurde, waarin de aarts
hertogtroonopvolger den dood vond. Lojk
is ook nog chauffeur van keizer Karei
geweest. Na de omwenteling had Lojk
het chauffeursbaantje eraan gegeven en
te Znaïm een hotel geopend. Eenige ja
ren eieleden had hij dat van de hand ge
daan en was naar Brünn gekomen om te
rentenieren. Daar hij echter een vlijtigen
aard had, kon hij het stilzitten niet ver
dragen en opende hij te Brünn een klein-
cafétje, waarin hij tot enkele dagen voor
zijn dood nog, g;ewerkt heeft.
Lojk had als jongen dienst genomen
bij de dragonders en eens bij een oefening
het ongeluk gehad van zijp. paard te val
len, waarop het heele eskadron over hem
heen stoof. Leelijk toegetakeld werd hij
naar het hospitaal gebracht. Graai Har-
rach trok zich het lot van den invalide
kerkhof doorliep; op Engelsche wijze was
het ingericht met gemakkelijke stoelen.
Mrs Reid glimlachte en strekte hare
handen paar hen uit, toen zij binnen
kwamen, maar zij stond niet op; zij lag
achterover in een grooten stoel met kus
sens, en zag er zwak en vervallen uit.
Zij droeg een grijze kamerjapon met
een zachte grijze doek, die stijf om haar.
been getrokken was, en met haar bleek
gelaat, grijs haar en de sombere kleur
van haar gewaad, geleek zij op eene
schaduw.
Dollie uitte een kreet van verbazing,
maar Mary stapte snel vooruit en sprak
haar vTOolijk toe; toch las haar geoefend
oog aan menig ziek- en sterfbed ge
woon de treurige waarheid daar vóór
zich; Mrs Reid was meer dan een zieke
vrouw. Zij zoude niet lang meer van deze
aarde zijn. Zij ontving hen vriendelijk
glimlachend, maar hare stem klonk zwak^
„Ga daar pens zitten, lieve", zeide zp,
Dollie een groot vierkant voetenbankje
aanwijzend. „Hebt ge al aan uwe moeder
geschreven, mijn land? Ja? Dat is goed,
vergeet haar nooit laat haar nooit te
klagen hebben over de flauwste schaduw
van veronachtzaming; er bestaat geen
liefde zóó groot, als die eener moeder;
iedere andere liefde heeft iets zelfzuch
tigs in zich, maar eene moeder vraagt
aan en nam hem in dienst; zoo kwam
hij aan het hof. Lojk mocht nog gaarne
vertellen hoe hij te Serajewo door een
handig omgooien van het stuur den aan
slag met bommen had weten te ontwij
ken. 'Even later vielen echter de nood
lottige schoten, die de aartshertog en de
aartshertogin misschien ontkomen zouden
zijn als laatstgenoemde niet last had ge
geven door te rijden. Lojk was in het
bezit van een stukje van den gouden
armband' en van een bebloeden sokop-
liouder van den aartshertog', die hem als
herinnering aan dien vreeselijiken dag en
als erkenning voor zijn trouwe diensten
geschonken waren.
De 4-Augustus-herdenking.
De Belgische minister van binnenland-
sche zaken heeft aan al de gemeente-be
sturen van bet land een circulaire gezon
den, waarin hij aandringt op het herden
ken op 4 Augustus, 's ochtends om half
tien, van de schending van België's grond
gebied, twaalf jaar geleden door het Duit-
scbe leger gepleegd. De minister verzoekt
derhalve de noodklokken der kerken ta
luiden, terwijl op1 het historische moment
de fabrieken, werkhuizen en stoomschepen
hunne stoomfluiten in werking dienen ta
stellen.
Verscherping der dictatuur.
In Valentia heeft de Spaansche dictator
Primo de Rivera verschillende opzienbare
toespraken gehouden. Hij verklaarde, dat
de Union Patriotica een groote vlucht
genomen had. Dat gaf hem aanleiding,
de tot dusver betrachte lijdzaamheid op
te geven en streng op te treden tegen die
genen, die de wedergeboorte van het land
bemoeilijkten en het tegenwoordig regiem
vijandig gezind zijn. Reeds zijn 120 ambte
naren ontslagen, omdat zij hun vader-
landsche plichten niet vervulden. De dic
tator zou zich niet ontzien, er nog meet
dan tienduizend té ontslaan, als zij zich
niet naar hem wilden voegen. Passieve
staatsburgers kon hij verdragen, maap
tegenstand zou hij niet meer dulden.
Bloediget hotsingen.
Te Derneuchen (Duitschland) heeft Zon
dag een bloedige botsing plaats gehad
tusschen communisten en leden van de
rijksbanier. Toen de leden van de rijks
banier in optocht door een bosch trokken*
werden ze door communisten aangevallen.
Drie hunner werden zoo zwaar gewond)
dat ze naar een ziekenhuis moesten wor
den gebracht. Een der communisten kreeg
bij vergissing een levensgevaarlijken mes
steek van een zijner eigen vrienden en
moest eveneens in een ziekenhuis worded
opgenomen.
Te Dessau hielden communisten Zon
dagmiddag een optocht. Toen de politie»
enkele spandoeken met opruiende op
schriften in beslag wilde nemen!
gingen de betoogers de agenten te lijf.
Twee hunner werden ernstig gewond. Dé
politie maakte daarop van de gummistok
gebruik en rekende eenige belhamels in.
De financiëele maatregelen in Frankrijk.
Het Kamerlid Falcoz heeft een door
hem ingediend wetsontwerp, strekkende
tot het heffen van een belasting op da
vreemdelingen, in dien zin geamendeerd,
dat nu verschillende heffingen worden
voorgesteld ten laste van de bezoekers uit
het buitenland, naar gelang den duur van
bun verblijf op Franschen bodem.
De Fransche bladen geven dienaangaan
de de volgende bijzonderheden: krijgt het
voorstel van Falcoz in zijn huidigen vorm
kracht van wet, dan zal een vreemde
ling, die minder dan 48 uur in Frankrijk
niets terug". En daar de meisjes niet goed
wisten, wat te antwoorden, was er eenigé
©ogenblikken stilte.
Daarna sprak zij! weer, maar nu tot
Mary; maar zij hield Dollie's hand nog
steeds vast en streelde die van tijd tot
tijd. „Dus zijn de Lyndhursts hier; Char
lotte vergiste zich een week in hare be
rekening en niets was er gereed voor
hun ontvangst. Mijn arm huishoudstertje!
had er weil om willen schreien, want
erg verstandig is zij niet. Als Grev niet
zoo kalm en handig was, vrees ik, dat
noch zij, noch Romany het klaar gespeeld
hadden.
Mary lachte en mompelde iets van een
volslagen verovering van het kasteel.
„Neen! wij hebben plaats genoeg; het
kasteel zou nog wel een half dozijn gasten
meer kunnen bergen; maar Charlotte
maakt overal altijd zao'n drukte van. Ik
kan mij precies voorstellen, hoe zij jalm--
morde en klaagde, met Romany en Ursula
achter zich, terwijl eensklaps Grey bin
nenkwam, dia hen met een paar woorden
weder tot kalmte bracht. Ik denk, dat
Bertie intusschen ergens een dutje deed."'
„Maar, Mrs Reid, dat is nu toch waar
lijk te erg", zeide Maxy.
J I !i 1.1.1 1 1
(Wordt vervolgd.)