tfo 856 Dinsdag 3 Augustus 1636 40e Jaargang MARV ST JOHN FEUILLETON. Drukkers-Exploitanten: GOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L Burg. Tel. no. 259 VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3.— Losse nummersf0.05 Prijs der Advertentiën: L—4 regels f1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. EEN WORSTELING. De moderne vakbeweging en vakorga nisatie werkt aan op een bange worste ling, op oorlog en niet op vrede; op ver woesting en niet op verzoening; op revolu tie en niet op reformatie; niet op verbete ring van het historisch gewordene, helaas in het ongereede geloopen, maar op ver nietiging van dat historisch gewordene, om op de puinhoopen ervan iets nieuws op te trekken. De wording en ontwikkeling van dien gespannen toestand, is van betrekkelijk jongen datum. Het is de doorwerking op maatschappelijk terrein van wat met de groote Revolutie is geschied, en deze is nog maar een eeuw oud. De maatschappij van vóór de revolutie werd Beheerscht door het gildewezen. Dat aan dat gildewezen allengs groote gebre ken kleefden, is onzerzijds meermalen gul erkend, doch dat het revolutiebedrijf, waardoor de gilden doodeenvoudig werden opgeheven, zonder meer zou zijn te loven, wordt door ons antirevolutionairen christelijk historischen even sterk bestre den, en de loop van zaken sedert stelt ons in het gelijk. Dat revolutiebedrijf is even min te loven, als de hardhandigheid van den man, die zich ergert over een schamele hut in de heide, omdat zij geheel niet over eenkomt met de eischen der gezondheids leer, en haar nu maar kort en goed omver haalt en niet bedenkt, dat de bewoners nu 's nachts in de kou zullen moeten door brengen, omdat hij vergat tegelijkertijd voor de gebrekkige woning een nieuwe in de plaats te geven. De revolutie wist wel van afbreken, maar niet van opbouwen. Ze ruimde wel de gebrekkige gilden op, maar gaf er niets voor in de plaats. Een ongemotiveerd idea lisme bezielde haar. En zoo geloofde ze, zonder er grond voor te hebben, dat in vrije concurrentie alles vanzelf wel in orde zou komen en dat wel beter, dan ooit te voren. Ze geloofde, dat de maatschappij een mystiek wezen was, dat bij vrije con currentie der in haar levende krachten vanzelf wel op het allervoortreffelijkst zich zou reguleeren, evenals, om een voorbeeld te noemen, de bloedsomloop in het men- schelijk lichaam. Ze geloofde dat, met iets dwepends in de ziel, maar de uitkomst heeft haar be schaamd. Haar eigen kinderen, de socia listen, verkondigden het haar vlak in het aangezicht, dat haar leer op dit stuk een leügen is. En inderdaad geven wij in de zen het Socialisme gelijk en spreken wij het uit, dat ook wij van meening zijn, dat dat geloof der revolutie, dat de bandelooze concurrentie het maatschappelijk leven kan reguleeren, is een kapitale vergissing, een groote leugen. En zoo zitten wij maatschappelijk voor de vraag: „Waar zal de huidige toestand nog op uitloopen?" Na den nieuwen, door de revolutie ge schapen toestand is men gaan concurree- ren, is men maatschappelijk den wedloop begonnen, man tegen man, kracht tegen kracht, kring tegen kring, belang tegen belang, machine tegen menschelijke hand, grootbedrijf tegen kleinbedrijf, patroon te gen arbeider, kapitaal tegen arbeidsver mogen. Schitterende resultaten zijn er ver kregen, maar ook is er bittere ellende te voorschijn geroepen. De toestand is al ge spannen geworden. Uit schade en pijn neeft men wijsheid geleerd. Te smartelijk ervoer men, hoe ongelijk de strijd was tus- scnen kapitaal en arbeid. n het kapitaal zit van nature een sa menbindende, syndicaat vormende macht, 'de arfmid ontbeert, als zijnde het bezit 27) Uit hef Engelsch. Een half uur later stelde Charlotte hen, p haar gewone drukke manier, aan elk- ander voor. Dollie vond, dat Mr Grey ynanurst een groote tegenstelling vormde r„v(4-Z1'n roeder> en kreeg eerst geen prettigen indruk van hem. Kif? Was, ^ein'er' had donker haar en een troM ^€ur. Hij had geen schoone en' maar een paar eerlijke, grijze sta™?- eD "0Ver ^et aI§emeen een ver hit in?6 P'ldrukking, toonden aan, dat /ui i. 111 onbeduidend was. Menschen (-■ ,ern &oed "kenden, prezen hem zeer; kelilS vers, lige taal en groote ontwik- bmPl We,Kle? daor veIen? die de beide 2 !,ke£dei?> minstens even hoog ge- r, v Je's innemende manieren, hii kalm erl£te dien eersten avond, dat nam* en waard'g was, en eene aange- ma"friw wijze Tan .spreken had; goede onrfeSi V+an achttien jaar zijn geen natuur *n P? Tan de menschelijke te bewonderen^ genegen een Moni9 van vele enkele personen, als zoovele ar beidskrachten. Zoo kwamen de laatsten in het gedrang en werden in het grootbedrijf de machtelooze instrumenten van dat grootbedrijf, op meedoogenlooze wijze door het koude kapitaal koud als metaal, materialistisch naar zijn aard geëxploi teerd; menschen, naar den heelde Gods geschapen, beschouwd en bejegend als de verlengstukken der machine, die men, zoo dra ze door slytage min bruikbaar worden afschroeft en wegwerpt! Smartelijk heeft de arbeid het ongelijke van den strijd ervaren, en is begonnen er zich op in te richten. Wat van nature de macht is van het ka pitaal, samentrekking en zoo verhooging van krachtsuiting, dat kan door beleid ook het deel worden van den arbeid, door or ganisatie nl. door het vormen van bonden en vakvereenigingen, en dan die samen te trekken in een groote centrale, nationale, straks internationale organisatie. En daar toe heeft men de hand aan den ploeg ge slagen. En om vuur in de gelederen te brengen heeft men den klassehaat gepre dikt. Sedert tientallen van jaren is dat proces in werking. De tegenpartij is dit na tuurlijk niet ontgaan. En zoo is deze be dacht geworden op nog meer versterking van eigen positie in de dreigende worste ling. Ook dit is natuurlijk. En zoo is er een neiging tot al grootere combinaties van de zijde van het kapitaal, en al bree der organisatie van de zijde van den ar beid. Hoe zou het anders? Eenmaal het beginsel aanvaard, een maal huldigende het standpunt der revo lutie, is dit de noodzakelijke consequentie en moet dit een verbeterde editie der revo lutie genoemd worden, althans een meer volkomene. Alleen vergete men niet, dat het kwade meer volkomen, geen eigenlijke verbetering is, maar een verhooging van het kwade. Dat blijkt ook hier. Deze ont wikkelingsgang schept een toestand van verhoogde, al dreigender ellende. Als twee vijandelijke legers komen kapitaal en ar beid tegenover elkander te staan, elk met een dood en verderf brakende batterij ge wapend, de een uitsluiting en de andere werkstaking geheeten. Zoo nu en dan bot sen die machten reeds. En dat is nog maar een schermutseling, dat zijn voorposten gevechten, waarbij men eigenlijk maar eens wederkeerig de krachten meet, niet ongelijk als wanneer op een zgn. spuit- avond de spuitgasten een poosje de brand spuit laten werken om eens te onderzoeken of instrument en organisatie wel in orde zijn. Niet meer dan een voorpostengevecht is zulk een werkstaking en uitsluiting. En toch, wat een enorme schade en ellende brengt ze al niet teweeg! Wat moet het dan niet zijn, als dat zoo doorgaat, wederkee rig al beter en vollediger zich inrichtende en wapenende, als het straks tot een hoofd treffen zal komen? Dan moet het buigen of barsten, en dat er splinters vlie gen zullen, daar houde men zich op voor bereid. Een woedende doodelijke worste ling is bedoeld, vooral van de zijde van den arbeid, onder socialistisch beleid ge organiseerd. Geen verzoening, maar ver nieling is van die zijde het oogmerk! En daartoe nu willen ook de zooge naamde Christen-Socialisten medewerken. Daartoe versterken zij de gelederen van 't Marxisme en prediken mede den klassen strijd, en geven altijd weer de voorstelling, alsof er alleen slechte, meedoogenlooze pa troons en alleen brave, eerlijke verdrukte arbeiders bestonden. Wat wij moeten doen is: de zonde aan beide zijden erkennen. Er zijn goddelooze, wreede rijken, patroons en directeurs, Dollie maakte geen uitzondering op den regel. Zij vond Mr Cuthbert Lyndhurst de schoonste jonge man, dien zij ooit gezien had, en benijdde Mary bijna, dat zij zoo vrij met hem omging. Zij dacht, dat het wel prettig zou zijn om hem Bertie te noemen, en door hem op die broederlijke wijze beknord en geprezen te worden. Was zijn wijze van doen eigenlijk wel geheel broederlijk? Dollie plaagde haar hoofdje gedurende de volgende dagen voortdurend met die vraag. Het was hui ten twijfel, dat hij Mary zeer teeder aan keek; maar eigenlijk hadden Ber- hen halen, om in de kleedkamer van Mrs schien was het meer toeval dan opzet, dat hij gewoonlijk met Mary wandelde, terwijl Dollie niets anders overbleef, dan zich bij zijn broeder te voegen. Dollie had geen ondervinding van geliefden, maar had er zich toch eene eigen meening over gevormd en kwam tot het besluit, dat Bertie met zijn goedige, slaperige manie ren niets op een minnaar geleek. Mary zelve bracht haar eerder in twij fel. Zelfs op flen eersten avond scheen' zij in Dollie's oogen een geheel ander wezen; zij was altijd opgewekt, want zij bezat een van die gelukkige naturen, die hun eigen zonnetje zijn, maar nu straalde zij letterlijk van geluk; hare vroolijkheid maar er zijn ook schandelijke dagdievende ontrouwe arbeiders! Wat wij noodig hebben? Gewis organi satie van den arbeid. Wij juichen haar toe en willen de Christ, vakorganisatie gaarne steunen. Niet echter om een verdelgend leger tegenover de patroons te vormen, maar om een macht te zijn, die in wette- lijken weg met verzoenende bedoeling op komt voor hare rechten. Niet om het ka pitaal te vernietigen of te rooven, maar om onder bescherming der wet, gesteund door een rijpe sociale wetgeving, juist in ver band met dat kapitaal, te arbeiden tot ver hooging van den bloei der maatschappij, verwervend ook voor den arbeider een menschwaardig bloeiend bestaan, waarin levensgenot niet schier een onmogelijkheid is geworden. Onze Schoolbesturen en de Gemeente raden. Uit een tweetal verslagen van Gemeen teraadszittingen in ons nummer van gis teren (Kapelle en Krabbendijke) is weer eens gebleken, hoe men van verschil lende zijden niet alleen van de linker zijde poogt onze Christelijke scholen te onthouden, wat hun volgens de L.O.- wet toekomt. De profetie, eenige jaren geleden uitge sproken, dat de schoolstrijd verplaatst zou worden naar de Gemeenteraden, is hier en. daar wel bewaarheid. Laten onze schoolbesturen zich echter niet ontmoedigen. Er is een college van Ged. Staten, tot hetwelk zij zich in hooiger beroep kunnen wenden, en mocht ook dit niet baten, welnu dan is daar in hoogste instantie de Kroon, om in dezen recht te doen. De tegenwoordige Minister van Onder wijs heeft, blijkens zijn beschikkingen van de laatste weken, blijk gegeven, dat hij den schoolbesturen, zoover de wet zulks toe laat, ter wille wil zijn. Er is dus een weg, waardoor onze schoolbesturen kunnen verkrijgen, wat hun rechtens toekomt. Dorpspotentaatjes (waaronder er zijn, die zich bedienen van het domme argument: „Ik stemi tegen, als ik wil") hebben in dezen het laatste woord niet. Natuurlijk hebben de Gemeentebesturen tot taak, toe te zien, dat de wet stipt wordt uitgevoerd, maar zekere antipathie tegen het Christelijk Onderwijs of tegen een bepaalde school dient toch buiten de Raadszaal te blijven. De toestand 'in Mexico. Zaterdagnacht beleefde Mexico een don keren nacht. Van Zaterdag op Zondag is toch het leekenwetdecreet van C alles, den socialistischen president van Mexico, in werking getreden. Het is een decreet, dat de vernietiging van de roomsche kerk beoogt en uitloopt op een godsdienstver volging, welke de kiem in zich draagt van een burgeroorlog, zooals Mexico in eeuwen niet heeft aanschouwd. De toestanden in Mexico zijn moeilijk te beoordeelen. Al heeft de Roomsche kerk, in Latijnsch Amerika Midden- en Zuid-Amerika veel op haar geweten, dit moet de oogen er niet voor sluiten, dat hier een geest werkt, welke in den grond der zaak zich keert tegen den Chris- lelijken godsdienst. Aan albe kerken wordt thans elk grond bezit Verboden. Verder wil de Staat de beslissing aan zich houden van het aan- deelde zich aan allen mede. Als zij tegen iemand wat meer bedaard was, dan was het tegen Mr Lyndhurst; maar met Ber tie sprak zij over alles, wat haar slechts te binnen schoot, als ware zij volkomen zeker van zijn© belangstelling in alles wat baar betrof. Dollie kon zich toch niet inhouden, toen zij 's avonds naar bed gingen. „Wat een prettige aanwinst voor onze logeer partij! Ik vind de beide broeders zeer aardig maar wat zijt gij vrij met Mr Bertie I" „Wij zijn zulke oude vrienden, weet ge", antwoordde Mary, licht blozend. „Grey is stiller dan zijn broeder, maar toch ook heel aardig". En Dollie voelde instinctmatig, dat zij niets meer moest zeggen. Den volgenden morgen werden de meis jes tot hare gastvrouw toegelaten, doch het onderhond duurde slechts zeer kort. De zon scheen en de jongelieden wacht ten hen huiten, want zij hadden beloofd hun alle merkwaardigheden van Lesponts te laten zien; maar juist toen Dollie hare lange handschoenen dichtknoopte, terwijl zij druk met Mary praatte, kwam Charlotte hem halen, om in de kleedkamer van Mrs Reid le verschijnen. Het was een ruim, zonnig vertrek, met een mooi uitzicht op de laan, die tot het tal der geestelijken dat in de verschil lende diocesen zal worden toegelaten, over de nationaliteit der geestelijkheid, die al leen uit Mexicanen zal moigen bestaan en over de oprichting van nieuwe 'ker ken waartoe van staatswege vergunning moet worden gegeven. Buiten de kerken mogen geen godsdienstige plechtigheden plaats hebben, de oprichting van lagere scholen is aan de geestelijkheid verboden en godsdienstonderwijs wordt in de open bare scholen niet toegelaten, altemaal uitingen van den beruchten anti-clericalen' geest Het is thans reeds tot emstige bot singen gekomen. Zoo hebben de Calles- troepen gevuurd op een menigte, welke de kerk weigerde te verlaten. Tien per sonen werden gewond. In een andere kerk waar roomsche vrouwen een regeerings- persoon te lijf gingen, ontstonden even eens gevechten waarbij verschillende per sonen gewond werden. De regeering heeft naar twaalf stategi sche punten over het geheele land poll- tie-troepen gestuurd, ten einde de orde en rust te handhaven. De politie heeft de kathedraal in .de stad Mexico omsin geld. De gespannen atmosfeer welke in ge heel Mexico heerscht, ontlaadde zich Vrij dagavond op verschillende plaatsen toen de autoriteiten er toe overgingen de ge bouwen welke bij de kerken behooren in bezit te nemen en de kerkschattien; te verzegelen. Toen ze de kerk van Bor ne Tepita binnengingen, trachtte de me nigte zich te verzetten. De politie zette het sluiten der deuren door. Schoten werden gelost, waardoor de koster werd gedood en twee omstanders doodelijk wer den gewond. In een ander opstootje, toen vrouwen trachtten een Christusbeeld over een plein weg te dragen, werden zeventien personen gewond. Ook in de aristocratische wijk van San Rafael werd geschoten, toen de bezoekers ondanks de aanmaning van den priester weigerden de kerk te verla ten. De menigte steenigde de politie en sneed de brandslangen door. Tenslotte werd zij door soldaten uiteengejaagd. De meeste kerken zijn open gebleven om den geloovigen gelegenheid te geven om te komen bidden. De kathedraal werd gesloten, opdat de geestelijkheid een in ventaris van de kerkschatten zou kun nen opmaken. Een 400-tal zusters, vele verkleed, is te San Antonio, in Texas, aangekomen andere vluchtende geestelijken worden aan de grensplaatsen verwacht. Een tragische herinnering. Te Brünn overleed dezer dagen Leo pold Lojk, de chauffeur van Frans Fer dinand, die in Juni 1914 te Serajewo den auto bestuurde, waarin de aarts hertogtroonopvolger den dood vond. Lojk is ook nog chauffeur van keizer Karei geweest. Na de omwenteling had Lojk het chauffeursbaantje eraan gegeven en te Znaïm een hotel geopend. Eenige ja ren eieleden had hij dat van de hand ge daan en was naar Brünn gekomen om te rentenieren. Daar hij echter een vlijtigen aard had, kon hij het stilzitten niet ver dragen en opende hij te Brünn een klein- cafétje, waarin hij tot enkele dagen voor zijn dood nog, g;ewerkt heeft. Lojk had als jongen dienst genomen bij de dragonders en eens bij een oefening het ongeluk gehad van zijp. paard te val len, waarop het heele eskadron over hem heen stoof. Leelijk toegetakeld werd hij naar het hospitaal gebracht. Graai Har- rach trok zich het lot van den invalide kerkhof doorliep; op Engelsche wijze was het ingericht met gemakkelijke stoelen. Mrs Reid glimlachte en strekte hare handen paar hen uit, toen zij binnen kwamen, maar zij stond niet op; zij lag achterover in een grooten stoel met kus sens, en zag er zwak en vervallen uit. Zij droeg een grijze kamerjapon met een zachte grijze doek, die stijf om haar. been getrokken was, en met haar bleek gelaat, grijs haar en de sombere kleur van haar gewaad, geleek zij op eene schaduw. Dollie uitte een kreet van verbazing, maar Mary stapte snel vooruit en sprak haar vTOolijk toe; toch las haar geoefend oog aan menig ziek- en sterfbed ge woon de treurige waarheid daar vóór zich; Mrs Reid was meer dan een zieke vrouw. Zij zoude niet lang meer van deze aarde zijn. Zij ontving hen vriendelijk glimlachend, maar hare stem klonk zwak^ „Ga daar pens zitten, lieve", zeide zp, Dollie een groot vierkant voetenbankje aanwijzend. „Hebt ge al aan uwe moeder geschreven, mijn land? Ja? Dat is goed, vergeet haar nooit laat haar nooit te klagen hebben over de flauwste schaduw van veronachtzaming; er bestaat geen liefde zóó groot, als die eener moeder; iedere andere liefde heeft iets zelfzuch tigs in zich, maar eene moeder vraagt aan en nam hem in dienst; zoo kwam hij aan het hof. Lojk mocht nog gaarne vertellen hoe hij te Serajewo door een handig omgooien van het stuur den aan slag met bommen had weten te ontwij ken. 'Even later vielen echter de nood lottige schoten, die de aartshertog en de aartshertogin misschien ontkomen zouden zijn als laatstgenoemde niet last had ge geven door te rijden. Lojk was in het bezit van een stukje van den gouden armband' en van een bebloeden sokop- liouder van den aartshertog', die hem als herinnering aan dien vreeselijiken dag en als erkenning voor zijn trouwe diensten geschonken waren. De 4-Augustus-herdenking. De Belgische minister van binnenland- sche zaken heeft aan al de gemeente-be sturen van bet land een circulaire gezon den, waarin hij aandringt op het herden ken op 4 Augustus, 's ochtends om half tien, van de schending van België's grond gebied, twaalf jaar geleden door het Duit- scbe leger gepleegd. De minister verzoekt derhalve de noodklokken der kerken ta luiden, terwijl op1 het historische moment de fabrieken, werkhuizen en stoomschepen hunne stoomfluiten in werking dienen ta stellen. Verscherping der dictatuur. In Valentia heeft de Spaansche dictator Primo de Rivera verschillende opzienbare toespraken gehouden. Hij verklaarde, dat de Union Patriotica een groote vlucht genomen had. Dat gaf hem aanleiding, de tot dusver betrachte lijdzaamheid op te geven en streng op te treden tegen die genen, die de wedergeboorte van het land bemoeilijkten en het tegenwoordig regiem vijandig gezind zijn. Reeds zijn 120 ambte naren ontslagen, omdat zij hun vader- landsche plichten niet vervulden. De dic tator zou zich niet ontzien, er nog meet dan tienduizend té ontslaan, als zij zich niet naar hem wilden voegen. Passieve staatsburgers kon hij verdragen, maap tegenstand zou hij niet meer dulden. Bloediget hotsingen. Te Derneuchen (Duitschland) heeft Zon dag een bloedige botsing plaats gehad tusschen communisten en leden van de rijksbanier. Toen de leden van de rijks banier in optocht door een bosch trokken* werden ze door communisten aangevallen. Drie hunner werden zoo zwaar gewond) dat ze naar een ziekenhuis moesten wor den gebracht. Een der communisten kreeg bij vergissing een levensgevaarlijken mes steek van een zijner eigen vrienden en moest eveneens in een ziekenhuis worded opgenomen. Te Dessau hielden communisten Zon dagmiddag een optocht. Toen de politie» enkele spandoeken met opruiende op schriften in beslag wilde nemen! gingen de betoogers de agenten te lijf. Twee hunner werden ernstig gewond. Dé politie maakte daarop van de gummistok gebruik en rekende eenige belhamels in. De financiëele maatregelen in Frankrijk. Het Kamerlid Falcoz heeft een door hem ingediend wetsontwerp, strekkende tot het heffen van een belasting op da vreemdelingen, in dien zin geamendeerd, dat nu verschillende heffingen worden voorgesteld ten laste van de bezoekers uit het buitenland, naar gelang den duur van bun verblijf op Franschen bodem. De Fransche bladen geven dienaangaan de de volgende bijzonderheden: krijgt het voorstel van Falcoz in zijn huidigen vorm kracht van wet, dan zal een vreemde ling, die minder dan 48 uur in Frankrijk niets terug". En daar de meisjes niet goed wisten, wat te antwoorden, was er eenigé ©ogenblikken stilte. Daarna sprak zij! weer, maar nu tot Mary; maar zij hield Dollie's hand nog steeds vast en streelde die van tijd tot tijd. „Dus zijn de Lyndhursts hier; Char lotte vergiste zich een week in hare be rekening en niets was er gereed voor hun ontvangst. Mijn arm huishoudstertje! had er weil om willen schreien, want erg verstandig is zij niet. Als Grev niet zoo kalm en handig was, vrees ik, dat noch zij, noch Romany het klaar gespeeld hadden. Mary lachte en mompelde iets van een volslagen verovering van het kasteel. „Neen! wij hebben plaats genoeg; het kasteel zou nog wel een half dozijn gasten meer kunnen bergen; maar Charlotte maakt overal altijd zao'n drukte van. Ik kan mij precies voorstellen, hoe zij jalm-- morde en klaagde, met Romany en Ursula achter zich, terwijl eensklaps Grey bin nenkwam, dia hen met een paar woorden weder tot kalmte bracht. Ik denk, dat Bertie intusschen ergens een dutje deed."' „Maar, Mrs Reid, dat is nu toch waar lijk te erg", zeide Maxy. J I !i 1.1.1 1 1 (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 1