NIEMEMER'S
IE APPELWIJS.
IKAM-M ASSËS
oS aZeWe Mary' de deur verder
Mlddeiburtl^0 2^4
Zaterdag SI Juli IHSÜ
sx
feAbrdhatt, i
^vo//e
etten en
houders
MM
of te huur:
enplaats,
in Weiland
Si..».'!'.,,
de huishondWJ
MARy ST JOHN
40e Jaargang
HET ADRES
A. WILKINQ
ff 1EM EMEU'S
medicinale
PEPERMUNT
S.N.'
2
2.
:rs frères,
korting a
leigrond)
3d Werkpaard,
FEUILLETON.
GOES HOLST
k ONOVB?Tf?Off;;j J
rd uit Normandiê,|
zoet en droog,
en GOEDKOOP, öotl
door H.H. Doctoreni"
racJitïge Wijn, tegeji
Hiatiek, aderverkalj
mstipatie. Verv;
yijnen en medicijnejj
ch slechts f 1.—,
pgb. bij de Importeurs].
3ELBU9S,
Op gunstige voor:
lijke rente voor langen
VADER, E 100, Gn
Postz. v. antwoori;
SOES. Talef. 181.
gunstig gelegen inde;'
er mer 6 KM.
jen BACKX VAüj
N. Stationsweg 18. j
p: Kalfvaars,
..ug. C. WIELEMAKEE
wrjk, Koudekerke.
nop gevraagds
©schikt om alleen tt
f even bureau Mido» I)
M'burg onder No. 1« M
te Breda
n uitst, get. v.,
ran te melden in
aan het tijdelijk
nia, Vlissingen, ona g
>er een Handknectj
vens Kaolsssiis«
Meiwerf, Gapinffi|
ïfn tijd werk. J.
Jz. Vrouwepolder.
tegen 1 September «1
ein gezin een
met de vrou*
voorkomende .1
te verrichten- „nTiif|
K. VAN DER HO I
öper. Boereniee
|tond gevraagd
agdienstbode.
Middelburg.
Drukkers-Exploitanten:
«OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L Burg. Tel. no. 259
Geen gemakkelijk Bijbelverhaal.
't Is om Saul en om de bloedschuld
zijns huizes, omdat hij de Gibeonieten»
gedood heeft.
2 Sam. 211!>.
De geschiedenis, ons in 2 Sam. 21:1-14
verhaald, is zeker geen van de gemakke
lijkste om over te vertellen, zoo dat zjj
«enigszins bevredigt, 't Schijnt met ons be
grip van Gods rechtvaardigheid te strijden
dat 't volk met een driejarigen honger ge-
nlaaed wordt, om een eedbreuk, door den
reeds gestorven Saul gepleegd. Als David
aan de Gibeonieten toestaat, zeven Saulie-
ten op te hangen, die toch, zoover we we
ten even onschuldig waren aan de eed
breuk, als 't volk in 't algemeen, verstaan
wij dit toegeven van den man naar Gods
hart aan een heidensch verzoek niet. En
dat God door deze dingen „den lande ver
heden werd", zooals wij meenen,_ dat vs.
14 zegt, begrijpen wij gansch niet. Wij
kunnen er in komen, als wijlen prof. Kue-
nen van deze geschiedenis zegt, dat onder
al de personen, die hier handelend optre
den, alleen Rizpa onze sympathie geniet.
Maar met die sympathie voor Rizpa en
voor geen der anderen zijn we toch van
n verhaal niet af. Wij staan nu eenmaal
anders tegenover de Schrift dan Kuenen.
Wij kunnen niet toegeven, dat in vs. 1
eigenlijk niet God-zelf spreekt, maar een
profeet of priester, die eigen inzicht voor
Godsopenbaring houdt. Ook de verzoening
waarop vs. 14 doelt, is voor ons volkomen
reëel.
Willen we 't verhaal verstaan, dan moe
ten we in de eerste plaats twee dingen hel
der beseffen: 1. dat die honger werkelijk
om Sauls eedbreuk over Israël kon komen,
zonder dat God daardoor Zijn volk onrecht
deed; 2. dat de Schrift niet juist zegt, wat
wij uit vs. 14 lezen.
1. 't Welzijn van een volk rust op de
hechtheid van 't geen eenmaal plechtig
overeengekomen is. Wordt dit fundament
verwrikt, dan regeert de willekeur, 't on
recht, de anarchie. En nu geschiedt die
loswrikking eerst en ergst, waar de ver-
hondsschennis zelfs eedsschennis is. Zulk
een eedsschennis had Saul gepleegd, naar
hij waande in 't belang van zijn volk, en
dus vrij waarschijnlijk door 'tmeerendeel
des volks toegejuicht, ('t Was Israël al da
delijk hard gevallen, de door list afgetrog
gelde eeden te houden: Jos. 9:18b). De
honger trof dan wel niet een gansch on
schuldige natie. Maar ook al ware de ge
uite veronderstelling onjuist, dan nog kun
nen wij verstaan, dat God tot 't volk komt
niet een bezoeking, opdat die er toe leide,
dat de eedbreuk gezoend worde, 't Ging er
om, dat 't volk diep doordrongen werd van
de heiligheid van den eed, wijl die 't ce
ment van zijn bestaan was. Vergeten we
toch nooit, dat een bezoeking slechts in
zooverre voor iemand straf is, als er de
angel van 't schuldbewustzijn in steekt. De
honger als bezoeking wegens Sauls eed
breuk schijnt ons Gode onwaardig als we
ons blindstaren op 't oorzakelijk verband,
geenszins als we letten op 't doel, dat voor
Israël behoudenis van zijn beste goed be
duidde.
2. Uit vs. 14 lezen wij wat er niet in
■staat, als we daaruit afleiden, dat God
juist met Israël verzoend werd door de
«mbrenging der Saulieten. Zeer opmerke
lijk is 't, dat de woorden: alzoo werd God
na dezen den lande verbeden, eerst volgen
na t verhaal van Rizpa's moedertrouw en
van Davids edelmoedige handelwijze ten
opzichte van de beenderen van Saul, zijn
zonen en kleinzonen. Dit is zeker geen toe-
25.)v
Uit het Engelsch.
o
En zij bleef bij haar voornemen, en
wachtte een. vol uur in de donkere straat,
toen Dollie en haar metgezellen er eens
°p een avond binnen gingen.
Toen de zegen uitgesproken was kwam
JJoijie met gloeiende wangen en gezwollen
oogleden bij haar, juist alsof ze geschreid
a zingen was in 't geheel niet
mooizeide zij; „het klonk luid en schel
s mannenstemmen, 'en toch kwam men
er geheel van onder den indruk. Het was
J, fluisterde Dollie, Mary's arm in de
uisternis zacht liefkozend, „het was mij
7rm arna® schepsels hun eigen lijkzang
Z j° S0|m?>e[r en wanhopig klonk
En daarna wilde Dollie nooit weer
kerk van den Verlosser bezoeken.
W n ïJ35 r?e^s §e^eel donker, toen zij
in w vain1h'et kasteel met zijn torentjes
tMfe?1<?d; kregen. Tot hun verbazing
aan i 0Pen en stönd de voordeur
znrü 'i ^°°P' dat men ons niet ge-
zacht erin .,en i-aen slaakte zij een
gilletje: „ik dacht dat gij niet vóór
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.
Losse nummersf0.05
Prijs der Advertentiën:
14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
val: 't is of de gewijde Schrijver wil te ken
nen geven, dat juist daardoor de verzoe
ning voltrokken werd.
Zijn we met aanvang en slot van 't ver
haal eenigszins in 't reine, dan leveren de
andere moeilijkheden niet zooveel bezwaar
meer op. Dat David, toen hij eenmaal de
oorzaak der bezoeking kende, de Gibeonie
ten hij zich ontbood en hun vroeg, waar
mee de zoen zou kunnen getroffen worden,
ligt in de rede. 't Antwoord der Gibeonie
ten luidde: „wij hebben geen zaak van zil
ver of goud met Saul en met zijn huis"
dit was juist, want bloed kan niet met
goud gezoend worden „en 't staat ons
niet vrij, iemand in Israël te dooden".1)
Davids antwoord was, indien sommige
vertalers recht hebben: „wat gij zeggen
zult. zal ik u doen" doch' ook al is de
vertaling: „wat wilt gij dan, dat ik u doe?"
juister, dan nog lag daarin besloten, dat
't verzoek der Gibeonieten zou ingewilligd
worden. Dit verzoek was echt heidensch:
kinderen zouden sterven om de zonde des
vaders te verzoenen en zij zouden „den
Heere" worden opgehangen, dus vallen als
een zoenoffer. David stond den eisch toe.
Deze daad valt moeilijk te beoordeelen. De
Schrift beoordeelt ze niet, maar 't feit, dat
David zoodra hij de daad van Rizpa ver
nam, door een handeling van piëteit je
gens Sauls geslacht poogde goed te maken
wat geschied was, bewijst wel eenigszins
dat David zelf voelde, hoe wreed eigenlijk
gehandeld was. Maar '1 moest hem toe
schijnen, of deze weg de eenige was, die
tot verzoening kon leiden. Bovendien was
bij Israël 't 'besef, dat de kinderen niet mo
gen gestraft worden om der vaderen zonde
(al lijden zij ook door deze) in den ouderen
lijd niet zeer levendig. We weten, dat 't
van Amazia als een bijzonderheid aange-
teekend staat (2 Kon. 14: 6) dat hij in de
zen de Wet des Heeren betrachtte. En al
was David de man naar Gods hart, dit be-
teekent niet, dat hem te allen "tijde de
strengste eischen van Gods Wet helder be
wust waren.
U Alzoo vrij eenparig de nieuwere ver
talingen.
2 Aug. 1926.
De beminde Koningin Weduwe, geboren
2 Aug. 1858, wordt D.V. als. Maandag
68 jaar.
Het Neiderla.ndsche valk in zijn over
groot© meerderheid beschouwt dezen ver
jaardag als een geluksdag. Eln voiorzoover
het in heit welvaren van Nederland en
Oranje belang stelt, bidt het van den
Heere, dat nog vele rijk gezegende jaren
aan dit dierbare leven mogen worden
toegevoegd.
Lang level dei Koningin Moeder, troos
teres der lijdenden, vriendin der armen,
draagster van den beminden Oranjenaam,
en moeder van het Nederlandsche volk!
Weinig hoop op verbetering.
De Standaard van gisteravond bevat het
volgend artikel over den financieelen toe
stand van Frankrijk en de toekomst van
den franc.
Gisteren zijn de debatten aangevangen
over de maatregelen door het nieuwe
Fransche Kabinet tot redding van den
franc voorgesteld.
Hoewel de mogelijkheid bestaat dat er
nog wel het een en ander in de voorstellen
gewijzigd zal worden, schijnt de profetie
niet te stout, dat ze er in hoofdzaak wel
de. volgende week zoudt komen", zeide
zij geheel buiten adem. 'Dollie, die haar
gevolgd was, stond er verbaasd bij; het
flauwe schijnsel der lamp verspreidde
nauwelijks ©enig licht in deze duisternis,
en het eerste oogenblik kon men niets
zien, zelfs niet, hoe een gedaante, die
zich op een der eikenhouten "banken had
uitgestrekt, langzaam opstond, terwijl een
slaperige stern antwoordde: „Zoo, dan
spijt het mij, dat ik u verschrikt heb";
en in deze lange gestalte herkende zij
langzamerhand een rijzigen, jongen man
in een bruin jachtpak, die langzaam op
haar toetrad en haar de hand' gaf.
„Niemand verwa'cht u en Charlotte zei-
de, dat gij eerst de volgende week.zoudt
komen. Dollie,. „dit is een oud vriend
,van ons, Mr Cuthbert Lyndhurst; dit is
Miss Maynard, Bertie," stamelde Mary,
die nog geheel in de war scheen door
deze plotselinge verschijning.
„Gij moet het ons niet wijten," ant
woordde de zoogenaamde Bertie, „dat
Charlotte verkoos zich in den datum onzer
komst te vergissen; het is al erg genoeg
dat wij de geheele huishouding in rep en
roer brengen; Charlotte zou maar altijd
door uitgelegd hebben hoe het kwam
als Grey haar niet had medegevoerd, om
de kamers in orde te brengen. Iemand
zeide, dat gij uit waart, maar niemand
wist waarheen; daarom ging ik hier liggen
en deed een dutje."
zullen doorgaan zooals ze werden inge
diend.
Dat is natuurlijk iets.
Maar g e n e e g is het niet.
Toen Péret kwam met zijn 4000 milli-
oenen aan nieuwe heffingen, heette het dat
het budget nu sluitend zou zijn. Wij heb
ben er toen dadelijk op gewezen, dat zulks
te optimistisch gezien was, dat er op dat
oogenblik nog wel 8000 millioen franken
bovendien noodig zou zijn om vas
ten grond onder de voeten te krijgen.
Het Kabinet-Poincaré vraagt thans
10.000 millioen aan nieuwe inkomsten
(overeenkomende met een goudwaarde ge
lijk aan 600 millioen gulden) en wil voor
het overige de uitgaven sterk drukken.
Het is zeker, dat de thans voorgestelde
maatregelen een half jaar geleden vol
doende zouden zijn geweest; of zij het
thans nog zijn, wagen we echter te be
twijfelen.
D e moeilijkheid bij het herstel der-vast
heid eener voortdurend in waarde afne
mende munt ligt in de omstandigheid, dat
men immer achter de feiten blijft aan-
loopen.
De maatregelen, die men beraamt, bren
gen niet in wat men er van verwacht. En
nu is Frankrijk wel gebaat door het feit,
dat het vooral indirecte heffingen
kent, welker opbrengst gelijken tred houdt
met de prijsstijging der goederen waar
dedaling van het geld), maar het heeft
toch ook nog directe belastingen en de
opbrengst daarvan loopt bij waardedaling
van het geld automatisch evenveel terug
als die der indirecte belastingen op
loopt. Alleen een verplichting tot beta
ling op goudbasis zou hier uitkomst kun
nen geven, maar we zien niet dat dit in de
voorstellen der Regeering begrepen is.
Wèl blijkt dat men, ondanks de aanwe
zigheid van radicalen als Ilerriot en Sar-
raut in het Kabinet, het grootste deel der
nieuwe middelen in de opbrengst deï i n-
directe heffingen zoekt. Wat juist ge
zien is, al past het niet bij radicale of so
cialistische doctrines. Ook in België ging
men, onder medewerking der socialis
tische Ministers, denzelfden weg.
Het resultaat van het optreden van het
Kabinet-Poincaré zal, vreezen we, dan ook
geen ander gevolg hebben dan een t ij d e-
lijke opschorting van den verderen
val van den franc en dus een uitstel van
hetgeen eenmaal toch gebeuren moet. De
zwarigheid zit vooral ook in de omstan
digheid, dat de regeling der buitenland-
sehe schuld opnieuw verschoven wordt.
Het is met 'n Staat, die in geldelijke
moeilijkheden verkeert, precies als met een
particulier, wiens zaken in de war zijn.
Om hem te kunnen helpen moet men
eerst precies zijn verplichtingen kennen;
men moet weten welke schulden er zijn.
Eerst daarna kan men gaan overleggen
wat er gedaan kan worden om den man
op de been te houden.
voor Manufacturen
Oamea-en KinderconfectSe
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
„Natuurlijk," antwoordde Mary lachend,
„onder welke omstandigheden hebt gij
geen kans gezien een dutje te doen? Zoo
dra ik iets in dien hoek zag bewegen,
wist ik, dat gij het zoudt zijn of Mark
Antony."
„Dat is al te erg," antwoordde Ber
tie; maar zijne oogen fonkelden. „Ik heb
nooit beweerd, dat ik zoo wakker was
als gij, tante Mary. 'Hoe grappig, dat wij
elkander hier op deze afgelegen plaats
moeten ontmoeten; is er nergens licht,
waarbij ik u ©ens goed kan zien? Het
is al maanden geleden, sedert wij elkander
voor het laatst zagen, tenminste drie of
vier, Mary".
„Vier," antwoordde zij rustig, terwijl
zij; hem voorging naar de eetkamer, die er
zeeT gezellig uitzag, met de heldere laim-
pen en ©en knetterend vuur. Het ge
won© trio, Mark Antony,1 met de twee
poesjes, die den naam droegen van Cas
tor ©n Pollux, nam ©en deel van het
haardkleedje: in beslag, dat terstond ge
deeld moest worden met Mary, teiwijl
Bertie tegen den houten schoorsteenman
tel geleund, op de meisjes neerzag.
HOOFDSTUK VIII.
Betreffende een Adonis.
Toen Dollie meer van Cuthbert Lynd-
ihurst te weten kwam, ontdekte zij twee
zonderlinge eigenaardigheden; ten. eerste,
Dit onaangename punt laat het Kabinet-
Poincaré echter rusten. Aan de regeling
der schulden met Engeland en Amerika
wil men nog niet aan. Dat is dan weer
oorzaak, dat men in den overgangstijd
geen hulp van huiten krijgen kan en dit
feit leidt dan op zijn beurt tot de frase dat
Frankrijk zichzelf helpen zal.
Zoo is men aangeland op het terrein
der leuzen. Maar met leuzen alleen lost
men zulke geweldige problemen niet op.
Wij voorzien dan ook als resultaat van
den arbeid van het nieuwe Fransche Ka
binet slechts een verschuiving van den
kwaden dag'.
Er is aanvankelijk stellig eenige verbete
ring te wachten, die zelfs wel een paar
maanden kan aanhouden, maar als men
de zaak niet beter aanpakt dan thans in
het voornemen schijnt te liggen, is de toe
stand in Frankrijk over een jaar slechter
dan hij thans is.
En is het economisch herstel van Euro
pa, dat met de stabilisatie van het geld
wezen ten nauwste samenhangt, weer een
jaar achteruitgezet.
Weer een profeet.
Wie leven meer dan .cnoit in een tijd,
waarvan d© Heiland voorspeld heeft: „Als
dan zoo1 iemand tot ul i eden zal zeggen:
„Zie, hier' is dei Christus, of daar, gelooft
het niet. Want daar zullen valsche Chris
tussen en valsch© Profeten opstaanZie,
Ik heb het u voorspeld."
Herhaaldelijk doemen uit Azië dergelijke
dwaalgeesten op, zij strijken neer over ons
blanke werelddeel, en dringen door tot
binnen onze landpalen om de menschen
tot het geloof aan hunn© goddelijke roe
ping .over tei halen.
Voor nog slechts enkele jaren trad in
ons land, in verschillend© plaatsen, vooral
in Esperanto-kringen, ©en jonge Pers als
spreker ©P1, d© heer Ahmed Jazdani, uit
Teheran, die in opdracht van zijn mees
ter, Abdul Baha, zoon van den „pro
feet" Baha Ullah, aan d© Christenen van
Nederland de beginselen van het Balia-
isme kwalm verkondigen.
Zijn nieuwei wereldgodsdienst, zoo sprak
hij, sluit in zich d© leer van alle gods
diensten, die Op aarde zijn, zoodat Chris
tenen, Jolden, Boeddhisten, Mohammeda
nen, ZOroastiërs, Theosofen, vrijmetsela
ren, spirifuailisten, ©n al de overigen, hoe
ze ook heieten mogen, er zich aan konden
laven.
Ahmed Jazdani is verdwenen gelijk hij
gekomen was. Veel kwaad zal hij wel niet
gesticht hebben. Trouwens hij was ook
maar ©en gezant.
Maar nu is er weer een nieuwe profeet
opgestaan; hij heet öiznamurti, geen afge
zant, maar hij is 't zelf. D© bekende leera-
res van d© thecbophen heeft hem geïntro
duceerd, hem geschetst in zijn braafheid
©n hom, pp voorwaard© dat hij zoo' rein
blijft als hij nu is (o.a. rookt ©n drinkt
hij niet) voorgesteld als dengene in wien
de Christus zich mettertijd incarneeren
zal.
Het is niet t© denken, dat de verschij
ning van dezen dweepzieken Pers de laat
ste zal zijn die "'de gemoederen, ook van
Nederlandsche dames en heeren, in ver
voering brengen zal.
Doch de vraag van den profeet der oud
heid mag ook aan hen, die naar derge
lijk© evangelies luisteren, wel worden
voorgelegd; „Waarom weegt gijlieden geld
uit voor hetgeen dat geen brood is, en
uwen arbeid voor hetgeen dat niet ver
zadigen kan?"
dat hij ondanks zijn lengt© en groote
spierkracht, steeds gaarne tegen alle mu
ren ©n schoorsteenmantels^waarmede hij
in aanraking 'kwam, leunde, alsof zijn li
chaam steun vap noode had1; en ten
tweede, dat iedereen hem Bertie noemde.
Men deed het gewoonlijk eerst hij on
geluk, maar hoewel men zich verontschul
digde, deed men het toch steeds weer;
terwijl zijn broeder, uitgenomen door en
kele intieme vrienden, altijd1 Mr Lyndhurst
heette. Bertie zeide, dat hij het prettig
vond, het spaarde veel moeite uit, en was
aangenaam in den omgang.
Hij was ©en lang man met een gunstig
uiterlijk, zoo schoon als ©en Adonis; hij
had een gezonde, frissche gelaatskleur
en soms viel zijn blond haar als een
stralenkrans om zijn hoofd; hij had hel
dere, grijze oogen en als de menschen
hem bevielen, kregen ze een teedere uit-
-drukking, maar zijn mond overtrof dat
alles in schoonheid en sommigen betreur
den zelfs, dat deze gedeeltelijk verborgen
werd door den blonden knevel.
Het waren altijd vrouwen, die zoo
spraken; maar zelfs mannen haalden Ber
tie aan en zeiden hem allerlei aange
name dingen, hoewel zij ook spms hun
hoofd schudden, ©n klaagden over een
zeker gebrek aan geestkracht een hang.
om ter zijde te staan en den strijd des
levens met vroolijke blikken aan te zien;
maar zijn besta vrienden, en daaronder
fjjNÉ
E|n waarotm slaat gij de waarschuwing
van onzen Heiland in den wind, dat gij
dezulken niet zult gekloven?
Waiciheren vóór 1500.
I.
Over 't algemeen kent 'tNederlandsch©
volk te weinig van zijn mooie geschie
denis. En toch zijn ©r weinig landen, die
idp zulk een schoon© historie kunnen wij
zen als wij. D© strijd .onzer voorvaders
tegen .ongeloof en dwingiandij heeft met
Gods hulp overwinningen en zegeningen
gebracht, waarvan wij, menschen van den
tegenwoordigen tijd volop genieten en niet
genoeg dankbaar voor kunnen zijn. Van
dien vraegeren strijd is echter bij 'tgros
der bevolking zoo weinig bekend. Een en
kel voorbeeld uit vele. Voor te Middelburg
liet groot© en grootsche herdenkingsfeest
werd gevierd van haar overgang tot
Oranje, wisten de meeste inwoners niet,
dat de stad eenmaal door den Prins van
Oranje was belegerd en ingenomen. Op
school wordt van deze gewichtige gebeur
tenis veelal weinig of niets geleerd. De
meeste schoolboeken zwijgen er over.
Wil men onze schoon© vaderlandsche
geschiedenis beter leeren kennen en be
grijpen (het moet nog niet altijd oorlogs
geschiedenis zijn) zoo is eenige kennis
van de plaatselijke, geschiedenis .onmis
baar, daar door deze laatste de eerste
zooveel dichter bij» wordt gebracht en dus
beter wordt begrepen. Daarom moest elk
,ondexWijzer met de voornaamste vroegere
gebeurtenissen en toestanden van de
plaats of de streek zijner inwoning op de
hoogte zijn. D© leerlingen hebben dan
meer belangstelling en deze is onmisbaar
voor vruchtdragend onderwijs. De liefde
tof het veriedene kweekt liefde tot zijn
vaderland en tot hef Oranjehuis. Zeeland
en voornamelijk Walcheren is zoo rijk aan
historische herinneringen en monumenten.
In de volgende regelen zullen wij trach
ten den lezers een beeld te geven van
bet schaonei, alom geprezene Walcheren
vóór de 16© eeuw. Wij zijn ons wel
bewust daarbij verre van volledig te zullen
zijn: de historischs stof, over wel'k onder-
Mary, waren altijd hevig verontwaardigd
over dergelijke toespelingen.
Wat hinderde het, dat Bertie niet knap
was? Was kennis 'dan het begin en het
eind© des levens? Wias een eerlijke, goed
hartige jonge man dan niets waard in
deze zakelijke eeuw, waarin wij leven, ook
al was hij zoo schoon als een Adonis?
Geestkracht was een best ding, en zeker
kon het goeid zijn het voldoend aantal
brooden ©n visschen tot dagelijksch ge
bruik te berekenen, en het juiste bedrag
der rekeningen na gaan, maar daarom
behoefd© men toch niet altijd de tafels
van vermenigvuldiging te bestudeeren; al
was Bertie geen schitterend licht in de
oogen van hardvochtige leeraren, kan toch!
niemand zeggen, dat hij zonder verstande
lijke ontwikkeling was.
Zoo zijn deugden nog negatief waren,
kon men dat dan niet op rekening zij-
zer jeugd schrijven? Al verstond hij de
kunst om geld te verdienen nog niet,
en al wist hij nog niet goed, wat hij
in de toekomst zou uitvoeren, behoefde hij
'toch oOk niet te bloozen bij de herinne
ring aan het verleden geen zware
schulden drukten hem of belemmerden
hem in zijn bewegingen; geen onedele
of oneerlijke daad1 bezwaarde zijn geweten.
(Wordt vervolgd.)
I