NIEMEMER'S IE APPELWIJS. IKAM-M ASSËS oS aZeWe Mary' de deur verder Mlddeiburtl^0 2^4 Zaterdag SI Juli IHSÜ sx feAbrdhatt, i ^vo//e etten en houders MM of te huur: enplaats, in Weiland Si..».'!'.,, de huishondWJ MARy ST JOHN 40e Jaargang HET ADRES A. WILKINQ ff 1EM EMEU'S medicinale PEPERMUNT S.N.' 2 2. :rs frères, korting a leigrond) 3d Werkpaard, FEUILLETON. GOES HOLST k ONOVB?Tf?Off;;j J rd uit Normandiê,| zoet en droog, en GOEDKOOP, öotl door H.H. Doctoreni" racJitïge Wijn, tegeji Hiatiek, aderverkalj mstipatie. Verv; yijnen en medicijnejj ch slechts f 1.—, pgb. bij de Importeurs]. 3ELBU9S, Op gunstige voor: lijke rente voor langen VADER, E 100, Gn Postz. v. antwoori; SOES. Talef. 181. gunstig gelegen inde;' er mer 6 KM. jen BACKX VAüj N. Stationsweg 18. j p: Kalfvaars, ..ug. C. WIELEMAKEE wrjk, Koudekerke. nop gevraagds ©schikt om alleen tt f even bureau Mido» I) M'burg onder No. 1« M te Breda n uitst, get. v., ran te melden in aan het tijdelijk nia, Vlissingen, ona g >er een Handknectj vens Kaolsssiis« Meiwerf, Gapinffi| ïfn tijd werk. J. Jz. Vrouwepolder. tegen 1 September «1 ein gezin een met de vrou* voorkomende .1 te verrichten- „nTiif| K. VAN DER HO I öper. Boereniee |tond gevraagd agdienstbode. Middelburg. Drukkers-Exploitanten: «OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L Burg. Tel. no. 259 Geen gemakkelijk Bijbelverhaal. 't Is om Saul en om de bloedschuld zijns huizes, omdat hij de Gibeonieten» gedood heeft. 2 Sam. 211!>. De geschiedenis, ons in 2 Sam. 21:1-14 verhaald, is zeker geen van de gemakke lijkste om over te vertellen, zoo dat zjj «enigszins bevredigt, 't Schijnt met ons be grip van Gods rechtvaardigheid te strijden dat 't volk met een driejarigen honger ge- nlaaed wordt, om een eedbreuk, door den reeds gestorven Saul gepleegd. Als David aan de Gibeonieten toestaat, zeven Saulie- ten op te hangen, die toch, zoover we we ten even onschuldig waren aan de eed breuk, als 't volk in 't algemeen, verstaan wij dit toegeven van den man naar Gods hart aan een heidensch verzoek niet. En dat God door deze dingen „den lande ver heden werd", zooals wij meenen,_ dat vs. 14 zegt, begrijpen wij gansch niet. Wij kunnen er in komen, als wijlen prof. Kue- nen van deze geschiedenis zegt, dat onder al de personen, die hier handelend optre den, alleen Rizpa onze sympathie geniet. Maar met die sympathie voor Rizpa en voor geen der anderen zijn we toch van n verhaal niet af. Wij staan nu eenmaal anders tegenover de Schrift dan Kuenen. Wij kunnen niet toegeven, dat in vs. 1 eigenlijk niet God-zelf spreekt, maar een profeet of priester, die eigen inzicht voor Godsopenbaring houdt. Ook de verzoening waarop vs. 14 doelt, is voor ons volkomen reëel. Willen we 't verhaal verstaan, dan moe ten we in de eerste plaats twee dingen hel der beseffen: 1. dat die honger werkelijk om Sauls eedbreuk over Israël kon komen, zonder dat God daardoor Zijn volk onrecht deed; 2. dat de Schrift niet juist zegt, wat wij uit vs. 14 lezen. 1. 't Welzijn van een volk rust op de hechtheid van 't geen eenmaal plechtig overeengekomen is. Wordt dit fundament verwrikt, dan regeert de willekeur, 't on recht, de anarchie. En nu geschiedt die loswrikking eerst en ergst, waar de ver- hondsschennis zelfs eedsschennis is. Zulk een eedsschennis had Saul gepleegd, naar hij waande in 't belang van zijn volk, en dus vrij waarschijnlijk door 'tmeerendeel des volks toegejuicht, ('t Was Israël al da delijk hard gevallen, de door list afgetrog gelde eeden te houden: Jos. 9:18b). De honger trof dan wel niet een gansch on schuldige natie. Maar ook al ware de ge uite veronderstelling onjuist, dan nog kun nen wij verstaan, dat God tot 't volk komt niet een bezoeking, opdat die er toe leide, dat de eedbreuk gezoend worde, 't Ging er om, dat 't volk diep doordrongen werd van de heiligheid van den eed, wijl die 't ce ment van zijn bestaan was. Vergeten we toch nooit, dat een bezoeking slechts in zooverre voor iemand straf is, als er de angel van 't schuldbewustzijn in steekt. De honger als bezoeking wegens Sauls eed breuk schijnt ons Gode onwaardig als we ons blindstaren op 't oorzakelijk verband, geenszins als we letten op 't doel, dat voor Israël behoudenis van zijn beste goed be duidde. 2. Uit vs. 14 lezen wij wat er niet in ■staat, als we daaruit afleiden, dat God juist met Israël verzoend werd door de «mbrenging der Saulieten. Zeer opmerke lijk is 't, dat de woorden: alzoo werd God na dezen den lande verbeden, eerst volgen na t verhaal van Rizpa's moedertrouw en van Davids edelmoedige handelwijze ten opzichte van de beenderen van Saul, zijn zonen en kleinzonen. Dit is zeker geen toe- 25.)v Uit het Engelsch. o En zij bleef bij haar voornemen, en wachtte een. vol uur in de donkere straat, toen Dollie en haar metgezellen er eens °p een avond binnen gingen. Toen de zegen uitgesproken was kwam JJoijie met gloeiende wangen en gezwollen oogleden bij haar, juist alsof ze geschreid a zingen was in 't geheel niet mooizeide zij; „het klonk luid en schel s mannenstemmen, 'en toch kwam men er geheel van onder den indruk. Het was J, fluisterde Dollie, Mary's arm in de uisternis zacht liefkozend, „het was mij 7rm arna® schepsels hun eigen lijkzang Z j° S0|m?>e[r en wanhopig klonk En daarna wilde Dollie nooit weer kerk van den Verlosser bezoeken. W n ïJ35 r?e^s §e^eel donker, toen zij in w vain1h'et kasteel met zijn torentjes tMfe?1<?d; kregen. Tot hun verbazing aan i 0Pen en stönd de voordeur znrü 'i ^°°P' dat men ons niet ge- zacht erin .,en i-aen slaakte zij een gilletje: „ik dacht dat gij niet vóór De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3. Losse nummersf0.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. val: 't is of de gewijde Schrijver wil te ken nen geven, dat juist daardoor de verzoe ning voltrokken werd. Zijn we met aanvang en slot van 't ver haal eenigszins in 't reine, dan leveren de andere moeilijkheden niet zooveel bezwaar meer op. Dat David, toen hij eenmaal de oorzaak der bezoeking kende, de Gibeonie ten hij zich ontbood en hun vroeg, waar mee de zoen zou kunnen getroffen worden, ligt in de rede. 't Antwoord der Gibeonie ten luidde: „wij hebben geen zaak van zil ver of goud met Saul en met zijn huis" dit was juist, want bloed kan niet met goud gezoend worden „en 't staat ons niet vrij, iemand in Israël te dooden".1) Davids antwoord was, indien sommige vertalers recht hebben: „wat gij zeggen zult. zal ik u doen" doch' ook al is de vertaling: „wat wilt gij dan, dat ik u doe?" juister, dan nog lag daarin besloten, dat 't verzoek der Gibeonieten zou ingewilligd worden. Dit verzoek was echt heidensch: kinderen zouden sterven om de zonde des vaders te verzoenen en zij zouden „den Heere" worden opgehangen, dus vallen als een zoenoffer. David stond den eisch toe. Deze daad valt moeilijk te beoordeelen. De Schrift beoordeelt ze niet, maar 't feit, dat David zoodra hij de daad van Rizpa ver nam, door een handeling van piëteit je gens Sauls geslacht poogde goed te maken wat geschied was, bewijst wel eenigszins dat David zelf voelde, hoe wreed eigenlijk gehandeld was. Maar '1 moest hem toe schijnen, of deze weg de eenige was, die tot verzoening kon leiden. Bovendien was bij Israël 't 'besef, dat de kinderen niet mo gen gestraft worden om der vaderen zonde (al lijden zij ook door deze) in den ouderen lijd niet zeer levendig. We weten, dat 't van Amazia als een bijzonderheid aange- teekend staat (2 Kon. 14: 6) dat hij in de zen de Wet des Heeren betrachtte. En al was David de man naar Gods hart, dit be- teekent niet, dat hem te allen "tijde de strengste eischen van Gods Wet helder be wust waren. U Alzoo vrij eenparig de nieuwere ver talingen. 2 Aug. 1926. De beminde Koningin Weduwe, geboren 2 Aug. 1858, wordt D.V. als. Maandag 68 jaar. Het Neiderla.ndsche valk in zijn over groot© meerderheid beschouwt dezen ver jaardag als een geluksdag. Eln voiorzoover het in heit welvaren van Nederland en Oranje belang stelt, bidt het van den Heere, dat nog vele rijk gezegende jaren aan dit dierbare leven mogen worden toegevoegd. Lang level dei Koningin Moeder, troos teres der lijdenden, vriendin der armen, draagster van den beminden Oranjenaam, en moeder van het Nederlandsche volk! Weinig hoop op verbetering. De Standaard van gisteravond bevat het volgend artikel over den financieelen toe stand van Frankrijk en de toekomst van den franc. Gisteren zijn de debatten aangevangen over de maatregelen door het nieuwe Fransche Kabinet tot redding van den franc voorgesteld. Hoewel de mogelijkheid bestaat dat er nog wel het een en ander in de voorstellen gewijzigd zal worden, schijnt de profetie niet te stout, dat ze er in hoofdzaak wel de. volgende week zoudt komen", zeide zij geheel buiten adem. 'Dollie, die haar gevolgd was, stond er verbaasd bij; het flauwe schijnsel der lamp verspreidde nauwelijks ©enig licht in deze duisternis, en het eerste oogenblik kon men niets zien, zelfs niet, hoe een gedaante, die zich op een der eikenhouten "banken had uitgestrekt, langzaam opstond, terwijl een slaperige stern antwoordde: „Zoo, dan spijt het mij, dat ik u verschrikt heb"; en in deze lange gestalte herkende zij langzamerhand een rijzigen, jongen man in een bruin jachtpak, die langzaam op haar toetrad en haar de hand' gaf. „Niemand verwa'cht u en Charlotte zei- de, dat gij eerst de volgende week.zoudt komen. Dollie,. „dit is een oud vriend ,van ons, Mr Cuthbert Lyndhurst; dit is Miss Maynard, Bertie," stamelde Mary, die nog geheel in de war scheen door deze plotselinge verschijning. „Gij moet het ons niet wijten," ant woordde de zoogenaamde Bertie, „dat Charlotte verkoos zich in den datum onzer komst te vergissen; het is al erg genoeg dat wij de geheele huishouding in rep en roer brengen; Charlotte zou maar altijd door uitgelegd hebben hoe het kwam als Grey haar niet had medegevoerd, om de kamers in orde te brengen. Iemand zeide, dat gij uit waart, maar niemand wist waarheen; daarom ging ik hier liggen en deed een dutje." zullen doorgaan zooals ze werden inge diend. Dat is natuurlijk iets. Maar g e n e e g is het niet. Toen Péret kwam met zijn 4000 milli- oenen aan nieuwe heffingen, heette het dat het budget nu sluitend zou zijn. Wij heb ben er toen dadelijk op gewezen, dat zulks te optimistisch gezien was, dat er op dat oogenblik nog wel 8000 millioen franken bovendien noodig zou zijn om vas ten grond onder de voeten te krijgen. Het Kabinet-Poincaré vraagt thans 10.000 millioen aan nieuwe inkomsten (overeenkomende met een goudwaarde ge lijk aan 600 millioen gulden) en wil voor het overige de uitgaven sterk drukken. Het is zeker, dat de thans voorgestelde maatregelen een half jaar geleden vol doende zouden zijn geweest; of zij het thans nog zijn, wagen we echter te be twijfelen. D e moeilijkheid bij het herstel der-vast heid eener voortdurend in waarde afne mende munt ligt in de omstandigheid, dat men immer achter de feiten blijft aan- loopen. De maatregelen, die men beraamt, bren gen niet in wat men er van verwacht. En nu is Frankrijk wel gebaat door het feit, dat het vooral indirecte heffingen kent, welker opbrengst gelijken tred houdt met de prijsstijging der goederen waar dedaling van het geld), maar het heeft toch ook nog directe belastingen en de opbrengst daarvan loopt bij waardedaling van het geld automatisch evenveel terug als die der indirecte belastingen op loopt. Alleen een verplichting tot beta ling op goudbasis zou hier uitkomst kun nen geven, maar we zien niet dat dit in de voorstellen der Regeering begrepen is. Wèl blijkt dat men, ondanks de aanwe zigheid van radicalen als Ilerriot en Sar- raut in het Kabinet, het grootste deel der nieuwe middelen in de opbrengst deï i n- directe heffingen zoekt. Wat juist ge zien is, al past het niet bij radicale of so cialistische doctrines. Ook in België ging men, onder medewerking der socialis tische Ministers, denzelfden weg. Het resultaat van het optreden van het Kabinet-Poincaré zal, vreezen we, dan ook geen ander gevolg hebben dan een t ij d e- lijke opschorting van den verderen val van den franc en dus een uitstel van hetgeen eenmaal toch gebeuren moet. De zwarigheid zit vooral ook in de omstan digheid, dat de regeling der buitenland- sehe schuld opnieuw verschoven wordt. Het is met 'n Staat, die in geldelijke moeilijkheden verkeert, precies als met een particulier, wiens zaken in de war zijn. Om hem te kunnen helpen moet men eerst precies zijn verplichtingen kennen; men moet weten welke schulden er zijn. Eerst daarna kan men gaan overleggen wat er gedaan kan worden om den man op de been te houden. voor Manufacturen Oamea-en KinderconfectSe Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen is „Natuurlijk," antwoordde Mary lachend, „onder welke omstandigheden hebt gij geen kans gezien een dutje te doen? Zoo dra ik iets in dien hoek zag bewegen, wist ik, dat gij het zoudt zijn of Mark Antony." „Dat is al te erg," antwoordde Ber tie; maar zijne oogen fonkelden. „Ik heb nooit beweerd, dat ik zoo wakker was als gij, tante Mary. 'Hoe grappig, dat wij elkander hier op deze afgelegen plaats moeten ontmoeten; is er nergens licht, waarbij ik u ©ens goed kan zien? Het is al maanden geleden, sedert wij elkander voor het laatst zagen, tenminste drie of vier, Mary". „Vier," antwoordde zij rustig, terwijl zij; hem voorging naar de eetkamer, die er zeeT gezellig uitzag, met de heldere laim- pen en ©en knetterend vuur. Het ge won© trio, Mark Antony,1 met de twee poesjes, die den naam droegen van Cas tor ©n Pollux, nam ©en deel van het haardkleedje: in beslag, dat terstond ge deeld moest worden met Mary, teiwijl Bertie tegen den houten schoorsteenman tel geleund, op de meisjes neerzag. HOOFDSTUK VIII. Betreffende een Adonis. Toen Dollie meer van Cuthbert Lynd- ihurst te weten kwam, ontdekte zij twee zonderlinge eigenaardigheden; ten. eerste, Dit onaangename punt laat het Kabinet- Poincaré echter rusten. Aan de regeling der schulden met Engeland en Amerika wil men nog niet aan. Dat is dan weer oorzaak, dat men in den overgangstijd geen hulp van huiten krijgen kan en dit feit leidt dan op zijn beurt tot de frase dat Frankrijk zichzelf helpen zal. Zoo is men aangeland op het terrein der leuzen. Maar met leuzen alleen lost men zulke geweldige problemen niet op. Wij voorzien dan ook als resultaat van den arbeid van het nieuwe Fransche Ka binet slechts een verschuiving van den kwaden dag'. Er is aanvankelijk stellig eenige verbete ring te wachten, die zelfs wel een paar maanden kan aanhouden, maar als men de zaak niet beter aanpakt dan thans in het voornemen schijnt te liggen, is de toe stand in Frankrijk over een jaar slechter dan hij thans is. En is het economisch herstel van Euro pa, dat met de stabilisatie van het geld wezen ten nauwste samenhangt, weer een jaar achteruitgezet. Weer een profeet. Wie leven meer dan .cnoit in een tijd, waarvan d© Heiland voorspeld heeft: „Als dan zoo1 iemand tot ul i eden zal zeggen: „Zie, hier' is dei Christus, of daar, gelooft het niet. Want daar zullen valsche Chris tussen en valsch© Profeten opstaanZie, Ik heb het u voorspeld." Herhaaldelijk doemen uit Azië dergelijke dwaalgeesten op, zij strijken neer over ons blanke werelddeel, en dringen door tot binnen onze landpalen om de menschen tot het geloof aan hunn© goddelijke roe ping .over tei halen. Voor nog slechts enkele jaren trad in ons land, in verschillend© plaatsen, vooral in Esperanto-kringen, ©en jonge Pers als spreker ©P1, d© heer Ahmed Jazdani, uit Teheran, die in opdracht van zijn mees ter, Abdul Baha, zoon van den „pro feet" Baha Ullah, aan d© Christenen van Nederland de beginselen van het Balia- isme kwalm verkondigen. Zijn nieuwei wereldgodsdienst, zoo sprak hij, sluit in zich d© leer van alle gods diensten, die Op aarde zijn, zoodat Chris tenen, Jolden, Boeddhisten, Mohammeda nen, ZOroastiërs, Theosofen, vrijmetsela ren, spirifuailisten, ©n al de overigen, hoe ze ook heieten mogen, er zich aan konden laven. Ahmed Jazdani is verdwenen gelijk hij gekomen was. Veel kwaad zal hij wel niet gesticht hebben. Trouwens hij was ook maar ©en gezant. Maar nu is er weer een nieuwe profeet opgestaan; hij heet öiznamurti, geen afge zant, maar hij is 't zelf. D© bekende leera- res van d© thecbophen heeft hem geïntro duceerd, hem geschetst in zijn braafheid ©n hom, pp voorwaard© dat hij zoo' rein blijft als hij nu is (o.a. rookt ©n drinkt hij niet) voorgesteld als dengene in wien de Christus zich mettertijd incarneeren zal. Het is niet t© denken, dat de verschij ning van dezen dweepzieken Pers de laat ste zal zijn die "'de gemoederen, ook van Nederlandsche dames en heeren, in ver voering brengen zal. Doch de vraag van den profeet der oud heid mag ook aan hen, die naar derge lijk© evangelies luisteren, wel worden voorgelegd; „Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen dat geen brood is, en uwen arbeid voor hetgeen dat niet ver zadigen kan?" dat hij ondanks zijn lengt© en groote spierkracht, steeds gaarne tegen alle mu ren ©n schoorsteenmantels^waarmede hij in aanraking 'kwam, leunde, alsof zijn li chaam steun vap noode had1; en ten tweede, dat iedereen hem Bertie noemde. Men deed het gewoonlijk eerst hij on geluk, maar hoewel men zich verontschul digde, deed men het toch steeds weer; terwijl zijn broeder, uitgenomen door en kele intieme vrienden, altijd1 Mr Lyndhurst heette. Bertie zeide, dat hij het prettig vond, het spaarde veel moeite uit, en was aangenaam in den omgang. Hij was ©en lang man met een gunstig uiterlijk, zoo schoon als ©en Adonis; hij had een gezonde, frissche gelaatskleur en soms viel zijn blond haar als een stralenkrans om zijn hoofd; hij had hel dere, grijze oogen en als de menschen hem bevielen, kregen ze een teedere uit- -drukking, maar zijn mond overtrof dat alles in schoonheid en sommigen betreur den zelfs, dat deze gedeeltelijk verborgen werd door den blonden knevel. Het waren altijd vrouwen, die zoo spraken; maar zelfs mannen haalden Ber tie aan en zeiden hem allerlei aange name dingen, hoewel zij ook spms hun hoofd schudden, ©n klaagden over een zeker gebrek aan geestkracht een hang. om ter zijde te staan en den strijd des levens met vroolijke blikken aan te zien; maar zijn besta vrienden, en daaronder fjjNÉ E|n waarotm slaat gij de waarschuwing van onzen Heiland in den wind, dat gij dezulken niet zult gekloven? Waiciheren vóór 1500. I. Over 't algemeen kent 'tNederlandsch© volk te weinig van zijn mooie geschie denis. En toch zijn ©r weinig landen, die idp zulk een schoon© historie kunnen wij zen als wij. D© strijd .onzer voorvaders tegen .ongeloof en dwingiandij heeft met Gods hulp overwinningen en zegeningen gebracht, waarvan wij, menschen van den tegenwoordigen tijd volop genieten en niet genoeg dankbaar voor kunnen zijn. Van dien vraegeren strijd is echter bij 'tgros der bevolking zoo weinig bekend. Een en kel voorbeeld uit vele. Voor te Middelburg liet groot© en grootsche herdenkingsfeest werd gevierd van haar overgang tot Oranje, wisten de meeste inwoners niet, dat de stad eenmaal door den Prins van Oranje was belegerd en ingenomen. Op school wordt van deze gewichtige gebeur tenis veelal weinig of niets geleerd. De meeste schoolboeken zwijgen er over. Wil men onze schoon© vaderlandsche geschiedenis beter leeren kennen en be grijpen (het moet nog niet altijd oorlogs geschiedenis zijn) zoo is eenige kennis van de plaatselijke, geschiedenis .onmis baar, daar door deze laatste de eerste zooveel dichter bij» wordt gebracht en dus beter wordt begrepen. Daarom moest elk ,ondexWijzer met de voornaamste vroegere gebeurtenissen en toestanden van de plaats of de streek zijner inwoning op de hoogte zijn. D© leerlingen hebben dan meer belangstelling en deze is onmisbaar voor vruchtdragend onderwijs. De liefde tof het veriedene kweekt liefde tot zijn vaderland en tot hef Oranjehuis. Zeeland en voornamelijk Walcheren is zoo rijk aan historische herinneringen en monumenten. In de volgende regelen zullen wij trach ten den lezers een beeld te geven van bet schaonei, alom geprezene Walcheren vóór de 16© eeuw. Wij zijn ons wel bewust daarbij verre van volledig te zullen zijn: de historischs stof, over wel'k onder- Mary, waren altijd hevig verontwaardigd over dergelijke toespelingen. Wat hinderde het, dat Bertie niet knap was? Was kennis 'dan het begin en het eind© des levens? Wias een eerlijke, goed hartige jonge man dan niets waard in deze zakelijke eeuw, waarin wij leven, ook al was hij zoo schoon als een Adonis? Geestkracht was een best ding, en zeker kon het goeid zijn het voldoend aantal brooden ©n visschen tot dagelijksch ge bruik te berekenen, en het juiste bedrag der rekeningen na gaan, maar daarom behoefd© men toch niet altijd de tafels van vermenigvuldiging te bestudeeren; al was Bertie geen schitterend licht in de oogen van hardvochtige leeraren, kan toch! niemand zeggen, dat hij zonder verstande lijke ontwikkeling was. Zoo zijn deugden nog negatief waren, kon men dat dan niet op rekening zij- zer jeugd schrijven? Al verstond hij de kunst om geld te verdienen nog niet, en al wist hij nog niet goed, wat hij in de toekomst zou uitvoeren, behoefde hij 'toch oOk niet te bloozen bij de herinne ring aan het verleden geen zware schulden drukten hem of belemmerden hem in zijn bewegingen; geen onedele of oneerlijke daad1 bezwaarde zijn geweten. (Wordt vervolgd.) I

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 1