Uit de Pers. Allerlei. Onderwijs. Land- en Tninbonw. van het .Wetboek van Strafrecht (tegen on eerlijke concurrentie) kunnen uitkomst geven. In de practijk is daarvan weinig heil te verwachten. In de tweede plaats zal men een afzonderlijke wetgeving tegen het cadeauge ven kunnen propageeren en ten slotte kan men het kwaad trachten te bestrijden langs organisa-torischen weg. De meeningen omtrent de wenscheljjkheid der beide laatstgenoemde methoden zijn zeer verschillend. De voorstanders van een af- zonderlijkè wetgeving wijzen op de regelingen in Denemarken getroffen, waarvan zq ook voor ons land veel heil verwachten. Laatstgenoemd systeem: bestrijding langs or- ganisatorischen weg, wordt veelal door hen aanbevolen, die meenen, dat de bij deze materie betrokken groepen in eigen kring vol doende kracht bezitten het cadeaustelsel on gedaan te maken. Persoonlijk meen ik, dat eerst de organisaties aan het werk dienen te gaan voordat men zich tot de regeering moet. wenden om een wettelijke regeling. Er is in die richting in ons land al eens een poging gedaan. Het was de Nederland- sche Grossiersbond, die door een actie zij nerzijds getracht heeft het cadeaustelsel uit te roeien. Die actie heeft praotisch weinig resuitaat opgeleverd. Maar moet men daarom de handen in den schoot leggen? m.i. niet. Indien ik dan ook goed ingelicht ben, zal een landelijke actie tegen het cadeaustelsel georganiseerd worden. Het is zeker te ho pen, dat deze al is het niet direct moge slagen. Het zal eervoller zijn op- die manier zijn doel verwezenlijkt te zien, dan dat men in Den Haag moet gaan aanklop pen en moet leunen tegen den wetgever". De levensavond van Groen. Ook de volgende geschiedkundige herinne ringen door Prof. Diepenhorst in „De Rot terdammer" geplaatst, mogen in ons Pers overzicht een plaats vinden. Vol spannende emotie en verhoogde ener gie is de slotperiode van zijn leven. „De Noderlandsche gedachten", wier uitgave hij in 1869 aanving en tot vlak voor zjj'n dood voortzette, toont ons Groen in de volle rijp heid van zijn ongemeen scherp vernuft. Voor dè kennis van onze binnenlandsche en bui- tenlamdsehe politiek blijft die periodiek een bron,welke door geen ernstig onderzoeker straffeloos kan worden veronachtzaamd. Geen stuk van zijn leven is rijker aan gedegen adviezen. Geen stuk van zijn leven ook is rijker aan verrassende wendingen en torsche beslissingen. Vele zijn de raadselen in den avond zijns levens. Daar is zijn nog altijd moeilijk te ver klaren houding in de schoolkwestie. Na van 1862 af de krachten op de ontwikkeling van de vrije school te hebben saamgetrokken en zich van de facultatieve splitsing der staats school te hebben afgewend, komt het on verwachte besluit voor zijn sterven: „In de onderwijsquaestie stel ik de facultatieve split sing der staatsschool na de mislukte proef neming van eerlijke concurrentie, weder aan de orde". Daar is zijn verschil met Dr Kuyper over de mate van toepasselijkheid van het Cal vinisme. Eens had Groen zijn verhouding tot den Duitschen staatsleeraar Stahl afgebakend met het „Stahl was Lutheraan, ik ben Cal vinist". Eens had uit zijn mond geklonken het trotsche: „Nous sommes issus de Calvin". „Afstammelingen van Calvjjn zijn wij". Met dat roem dragen op het afstammelingschap van Calvijn scheen kwalijk te rijmen het verzet door hem geboden tegen Dr Kuyper's rade over „Het Calvinisme, oorsprong en waar borg onzer constitutioneele vrijheden". Toen uitte -hij zijn vrees, „dat de wijs waarop het leerstuk der uitverkiezing, schijnbaar althans, door sommigen nu en dan op den voorgrond gesteld wordt, het misverstand versterkt en de klove verbreedt!" Daar is vooral het breken met zijn vroe gere christelijke vrienden, die door hun te nauwe aansluiting bij de conservatieve partij het goede antirevolutionaire zaad verstikten. Daar is de bange consciëntiekreet, die met een „ik kan niet anders; ik mag niet anders; ik zal niet anders", de keuze van een- Van jWassenaar van Catwijk, Bichon van IJssel- monde, Saaymans Vader „misdrijf" heette. Daar is de roerende smeekbede om van alle anderen af te zien en slechts de stem te geven aan Kuyper, Keuchenius en Van Ot- terloo. Onberekenbaar vruchtdragend in gevolgen is „de geweldige pijnlijke ruk, in 1871, ter verscheuring van den in 1869 gescheurden band 'met de conservatieven". Naar menschelijke berekening scheen het dwaasheid te zetten zoo roekeloozen stap, die met zich moest brengen vernietiging van veel, dat na moeizamen arbeid werd op gebouwd. Noch Kuyper, noch Keuchenius, noch Van Otterloo werd gekozen; vernietigd scheen Groen's levenswerk, aan het eind van zijn leven moest hij van den grond af beginnen. Gemakkelijk was het Groen niet gevallen tot zoo radicale breuk met zijn vroegere medestanders te komen. Lang heeft hij ge aarzeld, aan weifelingen heeft het niet ont broken, talrijke pogingen tot voorkoming van de scheiding heeft hij in het werk gesteld. Groen huiverde voor losmaking van den hand met degenen, met wie hij door hoo- gere geestesgemeenschap vereenigd was. Toen evenwel voor hem de onvermijdbare nood zakelijkheid vaststond, wist hij van geen concessies en zette hij door met niets spa rende beslistheid. Wasdie hardheid van Groen noodzake lijk? Moest tot zoo onmeedoogend middel de toevlucht worden genomen? Waarom diende het tafellaken tusschen hem en zijn vroe gere medestrijders te worden doorgetrokken? Heeft zijn resoluut breken de gewenschte vruchten afgeworpen? Het zijn al te gader vragen, bij wier be antwoording nu nog verschillende kwesties rijzen, die hij de herdenking van Groen's verscheiden nieuwe actualiteit verkrijgen. Hot scheen ons daarom niet ondienstig in eet) artikelenreeks over Groen's levensavond de heugenis te hernieuwen aan dit veel bewogen en gewichtig stuk onzer parlementaire his torie. Koloniale kwestie en schoolkwestie vroegen in de zestiger en zeventiger jaren de aan dacht. De schoolkwestie bovenal. Tegen de liberalen ,die weigerden rcchl te doen in de zaak van het onderwijs, had Groen tijdens zijn hangen strijd, de pijlen van zijn scherp vernuft gericht. Die conser vatieven waren eenigszins door hem ont zien; van hen had hij meer gehoopt dan in waarheid verwacht mocht worden. Door te leurstelling op teleurstelling bedroefd, leerde hij inzien, dat alle meegaandheid moest wor den verworpen en dat het kwaad in eigen kring moest worden aangetast. Als Dr Bronsveld in 1871 in de „Stem men voor Waarheid en Vrede" opstelt zijn scherp requisitoir: „Dat is uw ergste zonde, o liberalen, dat gij scholen hebt gesticht, waarin niet alleen de Bijbel maar ook onze nationaliteit is verloochend, en dat gij een geslacht hebt opgekweekt, dat niet weet hoe het geloof aan het evangelie de hefboom is geweest, die de looden macht van Spanje heeft afgewenteld van onze roemrijke pro vinciën" dan stemt Groen- met die aan klacht wel in, maar hy stelt ook anderen in staat van beschuldiging. Het bederf in eigen kring randt hij. aldus aan: „Dit is uwe zonde, o liberalen! Inder daad. Evenwel de uwe niet alleen. Zelfs niet vooral. Immers in de schatting der libe ralen, is prijsstelling op liet kenmerk van onze nationaliteit een schadelijk en dus, tot hun spijt, niet ligt uitroeibaar vooroordeel van de heffe des volks, van het niet-denkend gedeelte der Natie. Vrij: wat meer is en blijft het uwe zonde, dat, o gij, die met het Gereformeerde volk overeenstemt; die van de onmisbaarheid der H. Schrift en der volkshistorie in de volks opvoeding overtuigd zijt, en die desniettemin, jaar op jaar, ook in de volksvertegenwoor diging, de vraag, de noodkreet van duizen den niet op den voorgrond hebt gebracht. Namelijk deze: „Of waar de consciëntie in het spel is, de een moet berusten in hetgeen de ander goed vindt?" Het zuiveringsproces vangt aan. Afbraak van kro tten te E m- men. Het gemeentebestuur van Emmen heeft jaren lang den bouw vau krotten en plaghutlen gedoogd. Nu echter de Mi nister van Binnenlandsche Zaken en Land bouw heeft bepaald, dat de arbeiders, die na. 1 Juli j.l. nog in krotten woonden, bij de werkverschaffing, moesten worden ontslagen, is, naar het „Hbld." meldt, het gemeentebestuur tegen de krotten- bewoners strengere maatregelen gaan ne men. Vrij spoedig na de ontvangst van de minisierieele circulaire heeft het gemeen tebestuur alle onbewoonbare krotten laten opschrijven en aan de betrokkenen be richt gezonden, dat de woning uiterlijk 1 Juli 1926 moest zijn ontruimd. Aan deze aankondiging van het gemeentebe stuur hebben verscheidene hutbewoners geen gevolg gegeven, omdat zij zeiden geen woning te kunnen krijgen, wat voor een aantal zeer zeker juist is, aangezien het aantal ledig staande woningen in de gemeente Emmen veel kleiner is dan het getal onbewoonbare krotten. De gemeentewerklieden zijn thans be zig de krotten af te breken. Zij breken allereerst de ontruimde krotten af, maar bepalen zich daar niet toe. Ook de krot ten, welke zoo slecht zijn, dat zij1 afge broken moeten worden, haalt men tegen den grond, ook al zijn zij bewoond. Dit geeft soms aanleiding tot hart roerende tooneelen, wanneer vrouwen en jeugdige kinderen moeten aanzien, dat zij onder den bloot,en hemel worden gezet en hun slechte woning boven hun hoofden wordt afgebroken. Verleden week hebben medelijdende menschen een vrouw met eenige kinderen opgenomen, terwijl de man- des nachts buiten moest verblij ven. Er zijn gezinnen, welke thans, even als dieren bij gebrek aan iets beters in een kuil verblijven, terwijl zij weigeren de hun van gemeentewege aangeboden tijde lijke huisvesting in een logement te aan vaarden, maar een woning eischen van de gemeente, aan welken eisch het ge meentebestuur niet kan voldoen, omdat het niet over woningen kan beschikken. De prins en prinses op een autotocht. De Tel. meldt uit Inter laken d.d. 8 Juli. Hedenmiddag bezochten Prins Hendrik en Prinses Juliana met een gevolg van zes personen Beatushöhlen, gelegen aan den voet van Beatenberg. Hel gezelschap ging te voet naar beneden, waar de auto's wachtten, waarmede de tocht vervolgd zou worden. Op dit uit stapje werd een minder prettige ontdek king gedaan. De chauffeurs, die bij 'de auto's stonden, toevallig in de richting van het Thunermeer kijkende, ontwaarden het lijk van een man, die kort te voren van de hooge rotsen gestort moest zijn. Het ongeluk was nog niet opgemerkt door anderen. Daar Prinses Juliana iets achter aan liep in het gezelschap werd voor haar over de droevige gebeurtenis hel stilzwijgen bewaard. De auto-rit werd begonnen en dadelijk bij aankomst te Beatushöhlen werd aan de politie-autoriteit te Interlaken telefonisch' kennis gegeven van het gebeurde. Eenige beambten arriveerden nu spoedig om den gestorvene, die een inwoner van Inter laken bleek te zijn, te vervoeren. Overigens verliep dej tocht der vorste lijke personen na gemnnen tijd zeer op gewekt. De prinses genoot in het bijzon der van het schoone Beatushöhlen. De schrijver van verschillende sagen, de heer Hartmann, geleidde hier zelf het gezel schap rond. Bij het afscheid bood hij de prinses zijn boek over het Oberland aan, waarvoor H.K.H. in hartelijke bewoordin gen dankte. Op den terugweg was er weer een in cident. Een klein meisje, dat nog al ach terlijk scheen te zijn, liep onverwaeht recht op de auto van den Prins aan. De chauffeur had de tegenwoordigheid van geest zeer snel te remmen en hij maakte tevens een grooten zwaai om een ongeluk to voorkomen. Slechts een spat bord raakte nog de kleertjes van het kind. De. Prins had 1 dadelijk bevolen te stop pen. Z. K. H. vroeg de kleine of zij zich bezeerd had. Gelukkig was dit niet het geval. Het meisje scheen zelfs niet eens begrepen te hebben, dat zij aan een groot gevaar ontsnapt was. Zij wuifde met de hand het vorstelijk gezelschap na. Sinds twee dagen is nu Beatenburg ge heel in nevelen gehuld en er valt veel regen. De run op den g u 1 d e- n. De Limburgsche redacteur van „De Msb." schrijft uit Maastricht: Zonder het te1 merken zijn wij opnieuw in een valuta-periode terecht gekomen. Toen Duitschland, nU België, Luik be gint voor Zuid-Lihiburg te bettekenen wat indertijd Aken was: dei groote inkoopcen trale. Eiken avond kan men uit de te Maastricht arriveerende treinen stoeten van met allerlei pakken beladen koopers zien arriveeren. De treinen komen te laat binnen, want de douanen te Eijsden heb ben nu druk werk. De Luiksche magazij nen en café's hebben af en toe haast' evenveel Limburgsch als Waals h publiek. De z.g. vrije markt te Maastricht, wel ke op Woensdag wordt gehouden, ,is plots tot ©normen bloei gekomen. Op dit punt toont zich de Belgische valuta-eon- currentie veel gevaarlijker dan de Duii- sche, want de Belgen komen zelf hun wa ren brengen. Woensdags in den vroegen morgen komen zij met Fordjes en kar retjes, met groote koffers en kisten naar Maastricht. Ze rukken aan van Venders, Luik, Visé, Tongeren, Hasselt, Maeseyck nvet schoenen, garen en band, stoffen (een mansbroek voor een gulden!) en keuken gerei. In den laatsten tijd zien wij een waar koekoffensief. Peperkoek en wafels beginnen oen specialen hoek van het ge heel met kraampjes en uitstallingen ge vuld© enorme marktplein in te nemen. De peperkoek wordt verkocht van 40 cent per kilo1, de wafels van zes voor een kwartje. In alle talon schreeuwen, zingen en gillen do verkoopers den lof hunner waren. In echt „Vlomsch", Waalsch, Fi'ansch, waarnaast zich het Joodsch-Hol- Iandsch toch nog immer gelden laat. Het Limburgsch hoort gij nauwelijks meer on der do verkoopers, want het inheemsche element bij de venters verdwijnt tusschen al dat vreemde. Om de kakelbontheid te completeeren leuren er nog wat Alge- rijnsche of Turksche „Chouks" hun kleed jes, negers (hier Krabbia's genoemd), hun „goed-voor-de-borst" en enkele Chineezen of Japanners, hun pap'ierknutserijen. De middenstand is er natuurlijk min der door gesticht. De winkeliers onder vinden groote schade. De groote bakke rijen, die peperkoek leveren, hebben van wege deze: valuta-concurrentie reeds ar beiders moeten ontslaan. Het noodlottig vliegonge val. Zooals wij gisteren reeds kort meld den, is het vliegtuig H.N.A.C.C. waarmede de tocht naar Indië is gemaakt, ver ongelukt. Het vertrok gistermorgen om 9.23 uur met één passagier van Rotter dam naar Parijs en is ongeveer 13 K.M. ten Noorden van Brussel in een mistbank geraakt. Het vliegtuig is dientengevolge met volle snelheid tegen den grond ge vlogen en totaal vernield. De beide in zittenden, n.l. de piloot, de heer de Vree en de lieer W. Hepner, een olie- en zaad- handelaar uit Amsterdam, werden op slag gedood. Het vliegtuig is bij het plaatsje Wol- verthem 13 K.M. ten Noord-Westen van Brussel in een plaatselijke mistwolk ge raakt en daarna blijkbaar in volle snel heid tegen den grond geslagen. Het toe stel werd totaal vernield. Beide inzitten den moeten terstond den dood gevonden hebben. De passagier, de heer W. Hepner, be hoorde tot de trouwste luchtreizigers der K.L.M. en had reeds ver over de 100 luchtreizen gemaakt. Hij bevond zich thans op weg naar Basel via Parijs. Hij was ongehuwd en directeur van den be kenden graanhandel Hoyack te Amster dam. De heer de Vree stond bekend als een zeer voorzichtig vlieger en was met het toestel ten volle vertrouwd. Hij laat een weduwe achter. Het vliegtuig ver keerde in uitstekenden toestand. De lucht- gekoelde Jupitermotor van 400 P.K. was nieuw van de fabriek en had' pas 80 vlieguren. De weerberichten op het vliegveld Waalhaven gistermorgen ontvangen vorm den geen bezwaar tegen vertrek. Trou wens het vliegtuig van de K. L. M. van Parijs naar Amsterdam dat dezelfde route volgt, is gistermorgen, op tijd uit Parijs vertrokken en om 11.26 uur te Amsterdam aangekomen na een normale vlucht. De mist te Wolverthem blijkt dus plaat selijk te zijn geweest en van zeer ern- stigen aard. Het vliegtuig heeft volgens bericht uit Brussel eenigen tijd bij Wol verthem rondgevlogen. De verklaring is dat het toestel in den nevel zijn horizon heeft verloren, scheef is gaan hangen en is afgegleden. Het vliegtuig heeft met een vleugelpunt hel eerst den. grond ge raakt. - - Z ij n v ij f k i n'd eren v e rmoor cl. Te Sint Villi, in het geannexeerde gebied, dat thans deel uitmaakt van de provincie Luik, heeft een landbouwer, in den nacht van Woensdag op Donderdag zijn vijf kinderen met revolverschoten gedood. Het jongste kindje was slechts 2V2 jaar oud. Daarna maakte de man, door ophanging, een einde aan zijn eigen leven. Op jongens geschoten. Te Assen is gevankelijk binnengebracht J. K., landbouwer te Vries, beschuldigd van poging tot doodslag op vier jongens, óp1 wie hij op korten afstand met een jachtj geweer heeft geschoten. Alle vier jongens werden geraakt, e"n twee van hen zijn ernstig verwond. Het k eer sk e n in de 1 a n - toern. Gisteravond is een hofje aan den Hofdijk te Rotterdam in rep en roer gebracht, daardat uit de straatlantaarn die hel hofje verlichten moet, het electri- sche lampje gestolen was, en de be woners ©ein hunner, een schoenmaker, van dezen diefstal verdachten. Zij staken hun mecning niet onder stoelen of banken en den geheelen avond door stond een klu wen hofjèsbeiwoners voor des schoenma kers deur, om hem tot teruggave van het lampje te bewegen. Een dichte drom voorbijgangers, heeft van zijn belangstel ling blijk gegeven. Het lampje is nog niet terecht. De opruiming onder de postduiven. Het blijkt dat van de 1231 postduiven, die Zondag te Marennes in Frankrijk werden opgelaten en te Lon den thuis hooren er slechts een honderdtal in hun til zijn teruggekeerd. Vermoedelijk zijn alle andere bij de vlucht over het ka naal orirgekomen. Het verlies wordt ver schillend geschat als liggend tusschen de 5 en 10 duizend pond sterling. Eieren inmaken. Het conser- veeren van' eieren wordt op verschil lende manieren gedaan. Daar de eieren thans niet zoo duur zijn, is het daarvoor nu de beste tijd. Legt men eieren zoo maar gewoon weg dan zullen ze na eenigen tijd bederven. Wie de eieren langen tijd in verschen toestand wil bewaren, moet de schaal dicht maken en zoodoende den inhoud van de lucht afsluiten. Dit kan men ,op een eenvoudige manier doen door de eieren in een netje een halve minuut in kokend water te houden; hierdoor stolt het buitenste 'laagje eiwit. Daarna worden ze afgedroogd, in vloeipapier gewikkeld en op een rekje gezet. Overal waar men in den winter veel eieren verbruikt volgt men nog de oude metbode van inkalken. Het is wel de minst kostbare, maar niet de beste manier van inmaken, daar de eieren dan min of meer een lcalksmaak krijgen. Dit kan men eenigszins voorkomen door aan de kalk een weinig keukenzout toe te voegen. Ver der wordt het wit van in kalk ingelegde eieren dunner en laat zich niet meer tot schuim kloppen. Eieren welke men conserveeren wil, moeten zoo versch mogelijk en ook goed schoon zijn. Er is een gemakkelijk middel om de verschheid van eieren te onder zoeken. Versche eieren zijn zwaarder dan water en zakken er dus in. Bedorven eieren daarentegen drijven op water en geven ook bij het schudden een eenigszins klok kend geluid. Versche eieren zullen meer of minder diep zinken naar mate ze ver- scher of ouder zijn. Wie nauwkeurig de proef wil nemen, handelt als volgt: Maal? een zoutoplossing van 100 gr. zout per liter water, waarin eieren van niet meer dan drie a vier dagen oud zullen zinken, eieren van vier tot acht dagen oud zwe ven en bedorven eieren zullen drijven; de laatste drijven zelfs in zuiver water. Tik de eieren voorzichtig tegen elkaar om te hooren of ze wel heel zijn en leg ook de gekneusde terzijde. De geheel gave eieren worden dan vast tegen elkaar in een pot gelegd en wel beurtelings een laag eieren om een laag ongebluschte kalk. De kalklaag moet de eieren even bedekken. Wanneer de pot gevuld is, wordt bovenop de bovenste eie ren een vrij dikke laag (plm. 2 centimeter) kalk gelegd, en zooveel water opgegoten, tot alles onder gaat. Zet den pot daarna op eèn plaats, waar hij kan blijven staan en niet telkens verzet behoeft te worden. Vertoont zich na eenige dagen een hard vlies op de oppervlakte, dan is dat een bewijs dat er voldoende kalk op is, of wel dat deze haar werk voldoende heeft verricht. Verschijnt er geen vlies aan de oppervlakte, dan is dit een bewijs, dat het water te zwak is. Voeg er dan nog wat kalk bij. De schuld kan echter ook nog aan de kalk liggen, zorg dus voor prima kalk. Zoo'n pot met eieren moét met papier afgedekt en een plaatsje worden gegeven in een koelen kelder. De eieren zullen dan den heelen winter goed blijven. Inmaken in waterglas. De in water glas ingelegde eieren behouden hun sniaak beter en zijn voor alle doeleinden geschikt. Wel komt het eens voor, dat Z© bij het koken barsten, maar dit kan voor komen worden, door er aan het stompe einde met een naald een paar gaatjes in te prikken. Bij één liter waterglas doet men 9 liter water en roert dit goed om, daar waterglas veel zwaarder is dan water. Tijdens het staan wordt de vloeistof on doorschijnend en witachtig. De eieren moeten vooral onderstaan. Vóór het overdoen in de vloeistof wor den de eieren wel plm. een minuut ge kookt; noodig is dit echter niet. Bartimëus. Onder presidium van l)s J. Vonk, em.-pred.kant te Maassluis, kwam „Bartimëus", vereeniging tot bevordering van chr. opvoeding en onderwijs voor blinde kin deren en jongelieden, te Zeist in jaarver gadering bijeen. In zijn openingsrede wees spr. op wat God gedaan beeft en waartoe Hij do vereeniging nu roept. Uitvoerig word bij het doel van „Bartimëus" stilgestaan. Waar het gezichts vermogen ontbreekt, moet het gevoelsvermo gen te sterker ontwikkeld worden. - Ook het vakonderwijs verdient aandacht. Spr. wijdde verder aandacht aan het christ. element in de opvoeding. Het onderwijs in de neutrale inrichting voor Winden te Amsterdam en in de R. IC. inrichting te Grave is, aldus spr. voortref felijk en we kunnen er vam leeren, waarom we deze instellingen niet met een breed hand gebaar voorbijgaan. Bevredigen doen ze echter ons Prot. Chr. volksdeel niet. Het heeft in „Bartimëus" nu eon eigen instituut en spr. doet een beroep op aller offervaardige liefde. Vervolgens kwamen de jaarverslagen aan de orde. Aan dat van den secretaris, Ds .1. t>. Wielinga, van Hoofddorp, ontleenen we dat liet afgeloopen jaar in het teeken der dankbaarheid staat, waar in Sopt. j.l. in „Beeklust" een eigen instituut mocht in ge- bfuik genomen worden. In- het personeel van school en internaat was veel mutatie. Aan het verslag van den penningmeester, den heer A. Oosterwijk van Den Haag, ont leenen we, dat de rekening en verantwoor ding der school sluit met een eindcijfer van f 14371.64 .D© rekening van het internaat sluit met een eindcijfer van f 16.419.911/2 en heeft een nadeelig saldo van f 6035.011/2- De winst en verliesrekening heeft een eindcijfer van f 43.008.991/2 en de balans der vereeniging een van f 112.910.07Vs. Dankbaar maakte de penningmeester gewag van de vele giften, die na don brand inkwamen, alsmede van een tweetal legaten resp. groot f 4000 en 11000. Onder leiding van de nheer Joh. C. Fran ken te Rotterdam, werd een inzameling ge houden op de Geref. Meisjes- en Knapen- vergaderingen, die ruim f 10.000 opbracht. Hierna bracht de heer A. Aldus, hoofd der school zijn verslag uit. Spr. memoreerde de noodzakelijkheid van invoering van den leerplicht voor blinde kinderen, opdat aan het thuishouden van blinde kinderen door kortzichtige ouders een eind kome. De blin- denatlas, uitgave v;wi „Bartimëus" is nu in gebruik en voldoet uitstekend. Het verslag verhaalt verder van tal van voorvallen in het schoolleven. Mehig mooi kinderboek werd in braille overgezet. Ook van pogingen om een bepaald kortschrift in braille over te bren gen maakt het verslag melding. Een N. Tes tament in braille is op komst. Dre Spoor wegen gaven ook nu weer vrij' reizen aan de kinderen van „Bartimëus" bij de vacanties. De heer Fokker, sinds 31 Aug. j.l., direc teur van 't internaat, bracht vervolgens daar over verslag uit. De radio bracht ook op het internaat levensverademing en vreugde. De gezondheidstoestand der leerlingen is uit nemend. Aan het verslag, dat de heer Fok ker over de bibliotheek uitbracht ontleenen we, dat de bibliotheek na den brand weer gecompleteerd is en bovendien met 123 deelen werd verrijkt. De jaarvergadering werd besloten met een openbare les der leerlingen. 2 uur opende Ds Vonk op „Beeklust" een bazar ten bate van „Bartimëus". Lofwaardige medewerking van patroons. Het zal menigeen bekend zijn, dat de ge neeskundige behandeling van ongevalsletsels in de laatste jaren belangrijk verbeterd is. Eertijds meende men, dat rusthouden voor een goede genezing altijd noodzakelijk was. Tegenwoordig weet men, dat rust bij inwen dige ziekten genezing kan brengen, doch dat zij hij ongevalsletsels meestal schadelijk werkt. Een lichaamsdeel dat gekneusd is en ge zwollen door zucht en bloeduitstortingen moet zachtaan bewogen worden, wil de stijfheid geheel verdwijnen. Veel hangt er in zulke gevallen van den goeden wil van den pa tiënt af, maar dikwijls is ook de hulp van den patroon bijzonder gewenscht om de goe de genezing te bespoedigen. Dit was in bijzondere mate het geval bij een ongeval in de Haarlemmermeer. In Maart 1925 greep een arbeider in een kronkel van het halster, toen hij een paard van stal wilde halen. Het dier schrok en trok zijn kop met een ruk terug, haalde hierdoor den kron kel aan en de rechterhand van den man kwam deerlijk in de knel. De geheele hand bleek zeer ernstig gekneusd te zijn, de pink hing er bij' en moest terstond worden afgezet. Ook later viel het letsel niet mee; de hand bleef zeer dik en pijnlijk. Zonder de flink heid van den arbeider en zonder de ge zonde medewerking van zijn patroon, zou de hand geheel verstijfd zijn. .De patroon bleek terstond bereid te zijn om te voldoen aan het verzoek van den dokter om den verminkte eenigerlei bezig heid te verschaffen. Zoodoende was de gt" troffene den geheelen dag in de weer. En al had' aanvankelijk zijn werk nog niet veel om 't lijf, dat werk groeide met den dag en met den dag werd het beter. De vingers werden leniger, na enkele weken kon hij een volle vuist maken, de zucht verdween en de hand' werd volwaardig als te voren. Hoe veel menschenleed is hier gespaard door ge zond inzicht en samenwerking. Hoeveel nut tige arbeidskracht is er niet verloren gegaan door de kortzichtige uitspraak: „Ik heb er voor betaald, de man kan terugkomen waa neer hij weer heelemaal beter is".

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 6