DE ZEEUW MARy ST JOHN. TWEEDE BLAD. A.p.do^jqQgtqar NEEMT PROEF. i TAN 1 I ZATERDAG 10 JULI 1926, No. 236. Onverhoorde gebeden. .Doch hij antwoordde haar niet één woord". Mattheus 1.523a. In dit woord uit het Mattheus-Evange- He heeft wel een der meest aangrijpende momenten uit het leven van onzen Heiland zijn uitdrukking gevonden. Meer dan begrijpen, moeten wij het Z1zien die deelen van Tyrus en Sidon. Dat arme land. Waar de menschen wel een duivel hebben om de zielen te binden. Die deelen van Tyrus en Sidon deelen van armoe en dood mèt een duivel en zon- ^Behalve die ééne dag, die geweldige dag, toen God er doortrok, doortrok. God door de deelen van Tyrus en Sidon, de rijkdom door de armoe het leven dooi den dood. Wij moeten Hem zien schrijdend door de woestijnvlakte van geestelijke ver latenheid de Heiland, met een hart dat vol brandende deernis het verlorene zoekt met lianden, machtige handen, handen sterker dan legioenen van duivelen, han den sterker dan de dood. Daar gaat Hij, met zijn groote, groote schat van genade en barmhartigheid en wondere goedertie renheid. Daar gaat Hij, zijn armen vol- beladen met medicijn voor zieken en leven voor dooden, en vrede voor die nimmer vrede kenden. En achter Hem aan jammerend en roepend een vrouw meer dan een vrouw: een moeder. Moederarmen dragen een ten doode gedoemd kind den Heiland na. Een moederhart perst uit kreten van nood: Heer, red mijn kind, mijn kind! Het gaat om mijn kind. Kyrie eleison (Heer ontferm U). Dan keert zich de immer tot zegenen- gereede zich om. Hoe zoude het anders kunnen? Hij neigt immers de ooren tot ons geroep. Zijne ooren zijn immers op merkende op de stem onzer sm%ekingen. Eer zo zelfs roepen, zal Hij antwoorden. Die nimmer ons heeft afgewezen, noch ons gebed verhoor ontzeid. Dan neigt Hij vol liefde zich naar deze moeder. Dan gaan zijn handen zegenend naar zé uit. Dan strooit Hij, de Rijke, zijn rijkdom over deze arme. Dan ontboeien zijn handen de- .ze geboeide. Ach, dat is de felle schrijning van dit bitter woord, dat we juist in zijn bitterheid intact moeten laten zijn voeten staan .uiet stil, zijn oogen wenden zich niet. Hij gaat voort. Hij trekt door, door de armoe met toegesloten rijkdom. Hij antwoordde haar niet één woord. Een doove Heiland. Hoe dikwijls vinden wij in deze Kana- deesche vrouw niet ons beeld geteekend? Hoe dikwijls jammeren wij niet een doo- ven Heiland na? Als Hij door de deelen van ons arme leven trekt met den rijkdom zijner troost rijke beloften. Als het gaat om ons brood, ■ook het brood onzer kinderen. Als het gaat om ons leven, of als we worstelen met den Heere om het leven van ons kind als hevige lichaamssmarten de dagen en nach ten tot ontzetting maken. Dan hollen we, dan gillen, kermen we ■ook onzen Heiland na. Heere, erbarm TJ! Uw beloften liggen er toch. Uw daden hebt Ge toch ook anderen getoond. Wat heb ik aan Uw rijkdom, aan Uw kracht, als Ge die vasthoudt in Uw handen. Heere, schenk uitkomst! O, dan buigen zich onze knieën, dan gaan onze handen smeekend ten hemel, dan roepen we uit tot God Die leeft: Kyrie eleison. Doch Hij antwoordt niet één woord. Een doove Heiland. Het is vreeselijk. Naarmate we Hem meer liefhebben naarmate we Hem meer vertrouwden van Zijne hulp alle goeds verwachten wordt dit bitterder. Arme moeders! Arme menschen, voor wie Jezus doof is! Die in den nood des le vens loopen tot de Bron van alle hulp en geen hulp vinden zoeken den grooten Medicijnmeester en geen genezing vin- FEiuujrrcN, Uit het Engelsch. ■y., p „Lettice is bij do kinderen. Gij zijt zoo vermoeid, Maurice, en onze sasten eveneens," pleitte zijn vrouw; maar ter wijl zij sprak, scheen en- een verandering over haai- te komen; haar stem en zelfs naar gelaatstrekken werden als door een tcioverslag zachter; hoe koud en zelfge noegzaam Mrs. gt. John anderen ook mocht toeschijnen, van haar echtgenoot meld zij ontzettend veel. Deze liefde was 6 ondergang van hun beider leven ge weest; dit maakte zij zichzelf wijs, als zij n een ziekelijke, treurige stemming was'; toch al had zij haar leven opnieuw Kunnen beginnen, zoude zij het niet anders gedaan hebben. Hij was haar nqodlot, en zij kon niet anders dan hem liefhebben; zijn g edheid, reinheid, onzelfzuchtigheid, die alle in tegenstelling met de hare, hadden hare liefde hem nfUen' ^as z't ooit in staat geweest bnifi .Wfierstaan? Zij had van vroolrjk- sei-mnlt Udön' men had llaar het h°t akt en gevleid, en zij had luchtkastee- den schreeuwen om erbarming en geen uitkomst vinden. O, als Jezus zwijgt Als de Heere niet stilstaat op ons roe pen als Hij doortrekt en ons laat roe pen doortrekt weg uit ons land en ons achter laat, alleen met ons van den duivel' bezeten kind alleen met onze broodzorg en levensnood alleen met onze onduld bare pijn alleen met dat kruis, dat we zoolang reeds moesten torsen. Dan kan het angstwekkend stil worden in onze ziel, de stilte der wanhoop. Dan wordt de fluistervraag van den twijfel ge hoord: Zou God Zijn gena vergeten? Nooit meer van ontferming weten? Heeft Hij Zijn barmhartigheen Door Zijn gramschap afgesneên? Doch Hij antwoordt niet één woord. Een doove Heiland Nu gaat het nie.t aan om maar enkele verzen verder te lezen en van dezen dooven Heiland een hoorenden Heiland te maken. Het gaat in het leven juist om clie paar verzen. Aan een luisterenden Jezus, aan een helpenden en reddenden God, aan een Hei land die de uitgestoken hand grijpt, vast te houden dat is tenslotte niet de hooge geloofskunst. Vertrouwen ook op een sla- penden Heiland, al staat de zee ook hol en hoog dat wil de Heere van ons. Loopen en roepen juist achter een dooven Heiland aan. Wè moeten dit zieleconflict niet maar aanstonds gaan oplossen met den zoeten troost: wees maar rustig, aanstonds wenclt de Heere zich wel. Dat is een te goedkoope oplossing, wijl ze niet waar is. Er zijn duizend vragen, waarvoor de Heere inder daad doof blijft. Er zijn ontroerende ziel- schokkende-gebeclen opgezonden uit de op rechte harten van ware kinderen Gods, waarvoor de Heere doof blijft. Hoezeer wenschte Paulus niet met herhaalde ge beden verlost te worden van zijn doorn in het vleescli! En in deze zaak bleef de Heere doof voor hem. Bidt de Heiland zelf niet in den hof: laat dezen drinkbeker aan Mij voorbijgaan tot driemalen toe en bleef de Vader niet doof voor Hem? Neen, we moeten het daarbij laten. Er zijn in het leven deuren, die nooit open gaan. Er zijn in het leven lasten, die niet af genomen worden. Er zijn in hot leven vragen, die blijven vragen. Dan, Hij antwoordt niet met één woord. Een doove Heiland. Uit dit conflict wordt alleen voor het geloof een h'oogere rust geboren: een den Heiland vasthouden, niet: wijl Hij hoort, maar hoewel hij niet hoort een rusten niet maar op verhoorde gebeden en ver vulde wenschen, maar ondanks onverhoor de gebeden, op Zijn verborgen wil, die al leen is wijs en heilig en goed. Het waarachtig geloof houdt vast ook aan een dooven Heiland, omdat Hij een doove Heiland is. Dan kunnen we zelfs een dooven Hei land in ons leven niet missen. Dan volgen we Hem ook langs hittere wegen van pijn. Ook al antwoordt Hij dan niet één woord.. (Schied. Kerkbode.) Rookgenot en Zending. Het Zfendingsburea.u te Oegstgeest liield de Protestantsche Christenen dezer dagen enkele cijfers voor, welke hen tot naden ken moeten brengen. De cijfers werden toegelicht met fi guren. Een groote, lange Goudsche pijp met het, cijfer 29 millioen; daarnaast een kleintje waarop stond li/s millioen. Een sigaret als een trampaal van 36 millioen; een petiterig dingetje van li/2 millioen er naast. Een reuzensigaar als een scheepsmast van 80 millioen; tegenover een Havana- stokje van I1/2 millioen. De uitbeelding is duidelijk. Honderd te gen één. Bijna 150 millioen voor 't rook genot eri IY2 millioen geofferd voor de Zending in liet jaar 1924. Beschamende 'cijfers! Van de drankcijfers, die ook zonder vergelijking met de bijdragen voor de Zen ding beschamend zijn in zich zelf wordt niet eens gesproken. Hier wordt slechts een vergelijking getroffen tusschen de uitgaven voor een genot, dat bij matig gebruik, niets ongeoorloofds heeft en de jen voor zichzelve- gebouwd. Het purper en fijn lijnwaad der wereld waren haar lief geweest; en met haar eerzuchtige en zelfzuchtige natuur was het haar plan geweest zich aan den hoogsten bieder te verkqope-n. Rijk zijn, overvloed hebben, en een onbeperkten invloed over anderen uitoefenen, dat waren de geheime wen schen van haar hart, de drijfveeren van haar leven. Maar Maurice kwam en huwde haar aan zichzelven en aan armoede; zij was overwonnen geworden, ipaar sedert dien tijd altijd in opstand. Zij kon niet anders dan hein liefhebben, maar hun lief de was beiden duur te staan gekomen. In het binnenste haars harten was zij hem nimmer ontrouw; ©n toch waren er tij den, dat zij walgde van haar leven, dat de last des levens haar zoo zwaar viei, dat zij haar handen had kunnen uit strekken t.ot haar echtgenoot en hem kun nen smeek en haar liever te dqoden, dan haar zulk een ellende te doen lijden. Want zij had den arbeider lief, maar voelde niets voor het werk. E,n dit was haar tot groot verdriet. Het was nog niet genoeg, dat zij arm waren, dat had zij geweten, toen zij trouwde; het was nog niet genoeg, dat zij hard werkte, vroeg opstond en laat naar bed ging, opdat hij en zijn kinderen gevoed en gekleed mochten -worden; maar hij verweet llaar Zending, waarvan de behartiging Christen plicht is. Nu moet er geen rekenmeester komen, die becijfert, dat de vergelijking onjuist is; omdat hier vergeleken wordt, wat heel ons volk voor pijp, sigaret en sigaar uit geeft, terwijl het Zendingsbedrag slechts slaat op liet Christelijk Protestantsche deel. Want de beeldenvergelijking bedoelt niet een wiskunstig vraagstuk op te zet ten; ze wordt slechts gebezigd om ons bij den ernst der zaak te bepalen. Eén honderd en vijftig millioen voor het rookgenot; een en een half millioen voor de verkondiging vgn 't Evangelie. Honderd procent voor een vluchtig ver vliegend genot; één procent voor 'tblijven de, eeuwige vrede-woord. Zóóveel hebben we over voor ons zelf; zóó weinig voor de zaak onzes Gods. Moeten deze cijfers ons niet ontroeren, vraaj de Ro'.terilammer. Stille glorie. Hot overlijden van mejuffrouw A. F. Dudok van Heel, in leven Directrice van liet Magdalenahuis te Zetten, heeft weer de aandacht van ons volk bepaald bij een rijk vrouwenleven. Aan haar graf mocht door een van de Directeuren va.n de Heldringgestichten getuigd worden, dat zij twintig jaar lang haar liefde gegeven had aan hen, wier leven gebroken was. Op liet Magdalena huis heeft zij haar stempel gedrukt eu rondom al het leed schiep zij een sfeer van rust. Wie zal zeggen hoeveel steun, licht-en ti oost van Tiaar is uitgegaan in zoo me nig leven? De eeuwigheid-zal hot open baren. Inderdaad, dit leven is rijk geweest aan glorie, aan vrouwenglorie. Aan diestille glorie, die het werk der reddende en dienende liefde altijd omstraalt. Neen, een vrouw die niet in het huwe- lijk treedt, behoeft zich niet aan het open baar leven te geven, om zich nuttig te maken. Er is zooveel gelegenheid, om, binnen den kring van het huiselijk leven, waartoe wij ook de inrichtingen van barmhartig heid rekenen, zich aan liet heil van den naaste te geven, dat geen mannenwerk door vrouwen gedaan behoeft te worden. Zoeke elke vrouw haar levenstaak op haar eigen terrein! (Amst.) De oude weg van Vlissingen naar Middelburg. II. (Slot.) Hebben wij in ons vorig artikel voor namelijk de geschiedenis van den boven gen oemnulen weg beschreven, thans zul len wij trachten te laten zien, hoe de omgeving van den weg er vroeger uitzag. Natuurlijk zullen wij ons alleen tot de voornaamste punten moeten bepalen. Eerst willen wij er nog op wijzen, dat door het ontmantelen van de steden Middelburg en Vlissingen, het graven van het kanaal door Walcheren en het leggen van den spoorweg 't begin en 't einde van den weg geheel zijn vervallen of veranderd. Vooral bij Vlissingen is die verandering het grootst. Een gedeelte van den ouden weg ziet men nog, als men van Souburg ko mende, na den overweg gepasseerd te heb ben, rechts den weg inslaat in de richting van de Keersluis. De keien van den ouden weg zitten nog in den grond. Daar de weg de eenige verbinding was tusschén beide steden, was er steeds een druk verkeer. Het gras groeide er niet tusschen de steenen. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat trokken de wagens over de keien en gingen er voetgangers over het er naast liggend voetpad. Voor onze reis MiddelburgVlissingen zullen wij gebruik maken van het eenige publieke vervoermiddel, n.l. van de Piet jeswagen, aldus genoemd, omdat de reis een pietje of 32i/2 cent kost.., Wij begeven ons naar het Vlissingsch Wagenplein, waar altijd 2 of 3 wagens gereed staan, elk met 2 paarden bespannen. Aan de dieren is het duidelijk te zien, dat zij betere dagen gekend hebben. Vastgestelde uren van vertrek zijn er niet. Als er reeds eenige reizigers zijn, wordt een bel geluid en de koetsier, wiens beurt het is af te rijden, vertrekt. Dadelijk is de nabijge legen prachtige Vlissingsche poort bereikt, steeds op zijn vriendelijke wijze haar ge brek aan belangstelling in datgene, wat zijn leven uitmaakte. Terwijl Maurice zijn med-emenschen be minde met een hartstochtelijke liefde, die hem er, goed onderwezen en zorgvuldig opgevoed als hij was, toe gébracht had, zijn beste krachten aan een gemeente in het East-E!nd van Londen te wijden, deed Janet niet meer dan haar leven verdragen. Zij was ontwikkeld, had1 eein goede ge zondheid, veel geestkracht; indien liet werk haar had bevallen, zou ze hem onschatbare diensten hebben kunnen be wijzen; alles wat zij deed, deed zij beter dan de meeste menschen; maar zij zette zichzelve oip tegen het werk van haar man; in haar hart 'baatte zij het; het was zijns niet waardig, dat onedel©, zware werk, dat hem zeker langzamerhand zou dooden. De vuilheid en ondeugd van hun omgeving joegen haar doodsangst aan. Moest Maurice zichzelven, met al zijn talenten, zijn invloed en zijn groote werk kracht, hun beider leven, neen meer, zelfs dat zijner kinderen, vergooien, door te arbeiden in de ellendige straten en slap pen van een gemeente in East-End? Moesten deze preeken, wier welspre kendheid duizenden had kunnen wakker schudden, tot zwijgen worden gebracht door een ijverzuchtig hoofdprediker, of die evenals al de stadspoorten een uur werk hebben, zoodat niet alleen in alle deelen der stad de tijd wordt aangegeven, maar ook de in- en uitgaande man weet hoe laat hij aankomt of vertrekt. De Vlis singsche poort stond, waar nu het kanaól is gegraven. Als wij de brug over de breede gracht, die zich om de stad slin gert, zijn overgereden, zijn wij dadelijk op den Calcijeweg. Voor wij de zoogen. Klinklieul passeeren, zien wij links de bosschages van de buitens Gaternisse en Veldzicht. De heul ligt over de Welzing- sche watergang, vroeger een voorname afwatering van Walcheren, daar hij in zee uitliep. Aan onze rechterkant zien wij de buitenplaats „De Parel" en dan komen wij aan den boom of den tol, die in de 18e eeuw jaarlijks voor 340 pond (f 2040) en meer verpacht werd. Dit groot bedrag is een duidelijk bewijs, dat er langs den weg een druk verkeer was. Links rijden wij voorbij den oliemolen „De Verwach ting" gelieeten, ongeveer op dezelfde plaals waar thans oen windkorenmolen staai. Weldra zijn wij aan de Kleine Abeele waar onze wagen voor een herberg stil houdt. Terwijl de paarden even uitblazen en de altijd dorstige koetsier zijn biertje neemt, stappen wij even uit 0111 de nabij gelegen sierlijke poorten te bewonderen, die toegang geven tot de lusthoven Tui- nenburgen Rust na Onrust, die links van den weg liggen. Als wij weer onze plaats hebben ingenomen, rijden wij aan onze rechterzijde voorbij de buitenplaatsen Ëssenveld, Oostenburg en Poelwijk en aan onze linkerzijde voorbij het lusthof En gelenburg. Alles is onder liet heerlijke lommer der omringende liooge hoornen verscholen. Van de laatstgenoemde bui tenplaats is thans de naam „De Koepel" van een boerenhofstede nog een herinne ring aan de vroegere heerlijkheid. Een p-aar oude lindeboomen met 2 groote stee nen kogels aan den voet en een vier kante woning, die vroeger blijkbaar een koetsiers- of tuinmanswoning was, zijn ook de laatste overblijfselen van Poelwijk. Laten wij met onzen Pietjeswagen door rijden. Weldra staan de paarden uit zich zelf weer stil, want nu zijn wij aan de Groote Abeele gekomen. Voor een der vensters der herberg staat buiten in een houten bak een test met vuur. Daar het midden in den zomer is, staat die er niet om b.v. de verkleumde handen van den koetsier te verwarmen. Die vuurtest is een lokmiddel, want de voorbijkomende wandelaar kan hier zijn pijp gratis aan steken. Lucifers kent men nog niet. Van het aansteken der pijp op de straat, komt hij gemakkelijk tot het nemen van een glaasje binnen. Vanaf de Groote Abeele loopt een deel van het oude voetpad van Vlissingen over West-Souburg naar Middelburg, welk voet pad 10 jaar vroeger moet zijn gelegd dan de rijweg. Als wij ons ook wat verfrischt hebben in de herberg, stappen wij weer in en rijden voorbij het bekende Ronde Putje en bereiken wij Oost-Souburg. In de verte zagen wij reeds het prachtige achthoekige heerenhuis „Schoorenburg" geheeten. Wij rijden het lommerrijke plein (nu Oranjeplein genaamd) over en houden stil bij de herberg ,,'t Jagertje" tot het doen in- en uitstappen van reizigers. De paarden worden weer aangezet en weldra zijn wij het dorp Oost-Souburg door. Spoedig zien wij aan de linkerzijde van clen weg het lusthof Putwijk. Zoo noodig houdt de wagen no:g eens stil bij de herberg ,,'t Zwaantje". Maar dit is ook de laatste maal, want nu gaat het recht op Vlissingen af. De weg, die hier de grens is tusschen de heerlijkheden Oost-Sou burg en West-Souburg, is niet zoo mooi van omgeving als de weg SouburgMid delburg. Alleen dicht bij Vlissingen passeeren wij nog de buitenplaatsen Veldzicht, Weij- vliet en Lammerenvliet. Wij rijden de brug over, de poort door en stappen uit op het Wagenplein, dicht bij het Dok (ongeveer op de plaats, waar nu de maatschappij De Schelde haar terrein heeft.) Zoo zijn wij aan,'t eind gekomen van onzen rijtoer, ai was deze niet groot. Mochten wij sommige plaatselijke toe standen niet geheel juist of onvoldoenide hebben medegedeeld, gaarne houden wij ons voor verbetering of aanvulling aanbe volen. Ritthem. B. J. de Me ij. anders worden uitgesproken tusschen bij na ledige muren; moest zijn kostbare ge zondheid verwoeist worden door uren van geestelijken arbeid, doorgebracht in don kere holen, terwijl zij beefde en weende om zijn welzijn, en hij toch niet wilde hoor en?" „Gij gevoelt niets voor mijn werk, en toch hebt gij mij lief,.Janet," had hij eens zeer bedroefd tot haar gezegd, toen hij meer dan gewoonlijk moede en terneerge slagen was, en voor deze maal was het gezicht van haar groote schoonheid niet 'in staat hem op te vroolijken. „Een vrouw behoorde te deelen in al de belangen van haar echtgenoot, nietwaar lieveling," zeide hij, haar onder het spreken dichter tot zich trekkende; want hij was altijd zacht en vriendelijk in zijn manieren. - „Mary komt bij ons inwonen en zij zal u meer kunnen helpen," antwoordde zij ontwijkend, terwijl zij vich echter niet terugtrok, want zulke liefkozingen waren haar dierbaar; maar ïater herinnerde hij zich, dat zij geen bepaald antwoord ge geven had, en haar zwijgen en gebrek aan medegevoel stemden hem nog droeviger. En wat zou zij hem dan hebben kunnen zeggen? dat zij zijn- werk haatte, en wel grootendeels ter wille van hemzelven; dat het haar mededinger was en haar beroofde van zijn tijd en zijn gedachten; Stoom Tabafcsfabriekf „De DTtjoriaan" met bijzondere nauwkeurigheid vervaar digde rooktabak. Onze veeljarige ervaring komt de kwaliteit ten goede. MORIAAN BAY munt uit in geurig heid en zachten smaak. 40 cent per half pond. Het cadeau-stelsel. „EigenHaard" somt nog eens de nadee- len op, van 't cadeaustelsel, dat in den laat- sten tijd een reusaclitigen omvang aangeno men heeft. Bij alles geeft men cadeaux. Wie 'n pond koffie koopt, krijgt een half ons cadeau, bij inlevering van een aantal bonnetjes krijgt men een servies, in een kist zeep zit een stukje verborgen met een snuis terij of iets dergelijks, enz. enz. y „Een der meest ernstige bezwaren hier tegen is, dat in de practijk gebleken is, dat hot cadeaustelsel het verkoopen van ar tikelen van minderwaardige kwaliteit in de hand werkt. Het is feitelijk van zelf spre kend, want do winkelier, die cadeaux geeft en toch concurreerend moet blijven., zal den prijs van zijn artikel niet moeten verhoo- gen en zal dus, om geen verlies te lijden, met minder kwaliteiten goed moeten werken of voor eenzelfden prijs een kleinere hoe veelheid afleveren. Hoe waardevoller liet ca deau wordt, des te verwerpelijker wordt het geven van cadeaux en des te meer wordt de aandacht van het verkochte artikel af geleid. \J' Daarmede zijn de bezwaren echter lang niet alle naar voren gebracht. Het cadeau stelsel moet immers ook leiden tot beun hazerij1 op het gebied van andere takken - van bedrijf. Men komt tot de gekste conse quenties; de kruidenier, die aardewerk enz. cadeau geeft, brengt den handelaar in laatst genoemde artikelen er toe, zeep, thee, koffie enz. bij zijn artikelen cadeau te geven. Het apecialiseeren, waardoor menig winkelier een zekere reputatie heeft kunnen verwerven komt in het gedrang, wanneer hij zijn aandacht te veel gaat besteden aan artikelen, die hij cadeau wil geven, cn die niet tot zijn bran che bchooren. Het cadeaustelsel werkt anti-sociaal, het rukt het normale bedrijfsleven uit elkander en zeer speciaal geldt dat voor het loterij systeem. De speelzucht van het publiek wordt geprikkeld. Ik zou zelfs veel verder willen gaan en willen wijzen op den ongezonden prikkel tot koopen ,die in het geven van cadeaux kan liggen. Velen toch voelen zich dermate aangetrokken tot het in ontvangst nemen van een cadeau, dat zij meer koopen dan zij strikt noodig hebben, alleen maar om in het bezit te komen van de cadeaux. Men kan eenzelfde tendenz waarnemen, als die welke ligt in het meer in zwang -ko mende systeem van op afbetaling koopen. Ook daardoor wordt de kooplust dikwijls te veel geprikkeld met de kwade gevolgen, die voor menigeen daaraan noodwendig verbonden moe ten zijn. Bij de bestrijding van het cadeaustelsel kan men een drietal wegen- inslaan. In de eerste plaats kan men steun zoeken- bij de Wet. Artikel I van de Loterijwet en art. 328bis dat, terwijl haar hart geheel aan hem, ajan zijn kinderen en aan Mary toebehoorde, zij het zijne moest deelen met elk Joden kind, dat van vreugde op den arm zij ner moeder danste; als het hem slechts zag. Vrouwen, kinderen, dieren, alles wat hulpbehoevend, zwak en lijdend was, scheen een plaatsje te vinden in zijn ruim hart. Zijn -eigen kinderen schenen eveneens haar mededingsters te zullen worden. De arme- kleine meisjes, van wie Het Janet, die zoo op jongens gehoopt had, reeds zoo gespeten had, dat het meisje| waren, maakten een volmaakte vreugde uit in het leven huns vaders. Hij zou zijn zin krijgen, dat wist Janet vooruit, want Maurice- was heer -en mees ter in zijn eigen huis, -en weldra kwamen zij binnen vier lange, spschtige kin deren met bleeke -magere gezichtjes en blond haar, juist als hun vader. Daar klemden zij zich alle-n aan hern vast, be halve de jongste; kleine Bee, die dansend en lachend, a-ls -een wolk van gezond heid, op den schoot liare-r moe-der zat. Zij hadden echter allen lieve stemmetjes, die naar het oordeel van Mrs. Maynard, toen zij de familiegroep aandachtig gade sloeg, er veël toe bijdroegen, om haar met hun alledaagsheid te verzoenen. (Wordt vervolgd.) j

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1926 | | pagina 5