DE ZEEUW
MARy ST JOHN.
TWEEDE BLAD.
A.p.do^jqQgtqar
NEEMT PROEF.
i TAN 1 I
ZATERDAG 10 JULI 1926, No. 236.
Onverhoorde gebeden.
.Doch hij antwoordde haar niet één
woord". Mattheus 1.523a.
In dit woord uit het Mattheus-Evange-
He heeft wel een der meest aangrijpende
momenten uit het leven van onzen Heiland
zijn uitdrukking gevonden.
Meer dan begrijpen, moeten wij het
Z1zien die deelen van Tyrus en Sidon.
Dat arme land. Waar de menschen wel een
duivel hebben om de zielen te binden. Die
deelen van Tyrus en Sidon deelen van
armoe en dood mèt een duivel en zon-
^Behalve die ééne dag, die geweldige dag,
toen God er doortrok, doortrok. God
door de deelen van Tyrus en Sidon, de
rijkdom door de armoe het leven dooi
den dood.
Wij moeten Hem zien schrijdend
door de woestijnvlakte van geestelijke ver
latenheid de Heiland, met een hart dat
vol brandende deernis het verlorene zoekt
met lianden, machtige handen, handen
sterker dan legioenen van duivelen, han
den sterker dan de dood. Daar gaat Hij,
met zijn groote, groote schat van genade
en barmhartigheid en wondere goedertie
renheid. Daar gaat Hij, zijn armen vol-
beladen met medicijn voor zieken en leven
voor dooden, en vrede voor die nimmer
vrede kenden.
En achter Hem aan jammerend en
roepend een vrouw meer dan een
vrouw: een moeder. Moederarmen dragen
een ten doode gedoemd kind den Heiland
na. Een moederhart perst uit kreten van
nood: Heer, red mijn kind, mijn kind! Het
gaat om mijn kind. Kyrie eleison (Heer
ontferm U).
Dan keert zich de immer tot zegenen-
gereede zich om. Hoe zoude het anders
kunnen? Hij neigt immers de ooren tot
ons geroep. Zijne ooren zijn immers op
merkende op de stem onzer sm%ekingen.
Eer zo zelfs roepen, zal Hij antwoorden.
Die nimmer ons heeft afgewezen, noch
ons gebed verhoor ontzeid. Dan neigt Hij
vol liefde zich naar deze moeder. Dan
gaan zijn handen zegenend naar zé uit.
Dan strooit Hij, de Rijke, zijn rijkdom over
deze arme. Dan ontboeien zijn handen de-
.ze geboeide.
Ach, dat is de felle schrijning van dit
bitter woord, dat we juist in zijn bitterheid
intact moeten laten zijn voeten staan
.uiet stil, zijn oogen wenden zich niet. Hij
gaat voort. Hij trekt door, door de armoe
met toegesloten rijkdom.
Hij antwoordde haar niet één woord.
Een doove Heiland.
Hoe dikwijls vinden wij in deze Kana-
deesche vrouw niet ons beeld geteekend?
Hoe dikwijls jammeren wij niet een doo-
ven Heiland na?
Als Hij door de deelen van ons arme
leven trekt met den rijkdom zijner troost
rijke beloften. Als het gaat om ons brood,
■ook het brood onzer kinderen. Als het gaat
om ons leven, of als we worstelen met den
Heere om het leven van ons kind als
hevige lichaamssmarten de dagen en nach
ten tot ontzetting maken.
Dan hollen we, dan gillen, kermen we
■ook onzen Heiland na. Heere, erbarm TJ!
Uw beloften liggen er toch. Uw daden hebt
Ge toch ook anderen getoond. Wat heb ik
aan Uw rijkdom, aan Uw kracht, als Ge
die vasthoudt in Uw handen. Heere,
schenk uitkomst! O, dan buigen zich onze
knieën, dan gaan onze handen smeekend
ten hemel, dan roepen we uit tot God Die
leeft: Kyrie eleison.
Doch Hij antwoordt niet één woord.
Een doove Heiland.
Het is vreeselijk.
Naarmate we Hem meer liefhebben
naarmate we Hem meer vertrouwden
van Zijne hulp alle goeds verwachten
wordt dit bitterder.
Arme moeders! Arme menschen, voor
wie Jezus doof is! Die in den nood des le
vens loopen tot de Bron van alle hulp en
geen hulp vinden zoeken den grooten
Medicijnmeester en geen genezing vin-
FEiuujrrcN,
Uit het Engelsch.
■y., p
„Lettice is bij do kinderen. Gij zijt
zoo vermoeid, Maurice, en onze sasten
eveneens," pleitte zijn vrouw; maar ter
wijl zij sprak, scheen en- een verandering
over haai- te komen; haar stem en zelfs
naar gelaatstrekken werden als door een
tcioverslag zachter; hoe koud en zelfge
noegzaam Mrs. gt. John anderen ook
mocht toeschijnen, van haar echtgenoot
meld zij ontzettend veel. Deze liefde was
6 ondergang van hun beider leven ge
weest; dit maakte zij zichzelf wijs, als zij
n een ziekelijke, treurige stemming was';
toch al had zij haar leven opnieuw
Kunnen beginnen, zoude zij het niet anders
gedaan hebben.
Hij was haar nqodlot, en zij kon niet
anders dan hem liefhebben; zijn
g edheid, reinheid, onzelfzuchtigheid,
die alle in tegenstelling
met de hare, hadden hare liefde
hem nfUen' ^as z't ooit in staat geweest
bnifi .Wfierstaan? Zij had van vroolrjk-
sei-mnlt Udön' men had llaar het h°t
akt en gevleid, en zij had luchtkastee-
den schreeuwen om erbarming en geen
uitkomst vinden.
O, als Jezus zwijgt
Als de Heere niet stilstaat op ons roe
pen als Hij doortrekt en ons laat roe
pen doortrekt weg uit ons land en ons
achter laat, alleen met ons van den duivel'
bezeten kind alleen met onze broodzorg
en levensnood alleen met onze onduld
bare pijn alleen met dat kruis, dat we
zoolang reeds moesten torsen.
Dan kan het angstwekkend stil worden
in onze ziel, de stilte der wanhoop. Dan
wordt de fluistervraag van den twijfel ge
hoord:
Zou God Zijn gena vergeten?
Nooit meer van ontferming weten?
Heeft Hij Zijn barmhartigheen
Door Zijn gramschap afgesneên?
Doch Hij antwoordt niet één woord.
Een doove Heiland
Nu gaat het nie.t aan om maar enkele
verzen verder te lezen en van dezen dooven
Heiland een hoorenden Heiland te maken.
Het gaat in het leven juist om clie paar
verzen.
Aan een luisterenden Jezus, aan een
helpenden en reddenden God, aan een Hei
land die de uitgestoken hand grijpt, vast
te houden dat is tenslotte niet de hooge
geloofskunst. Vertrouwen ook op een sla-
penden Heiland, al staat de zee ook hol en
hoog dat wil de Heere van ons. Loopen
en roepen juist achter een dooven Heiland
aan.
Wè moeten dit zieleconflict niet maar
aanstonds gaan oplossen met den zoeten
troost: wees maar rustig, aanstonds wenclt
de Heere zich wel. Dat is een te goedkoope
oplossing, wijl ze niet waar is. Er zijn
duizend vragen, waarvoor de Heere inder
daad doof blijft. Er zijn ontroerende ziel-
schokkende-gebeclen opgezonden uit de op
rechte harten van ware kinderen Gods,
waarvoor de Heere doof blijft. Hoezeer
wenschte Paulus niet met herhaalde ge
beden verlost te worden van zijn doorn in
het vleescli! En in deze zaak bleef de
Heere doof voor hem. Bidt de Heiland
zelf niet in den hof: laat dezen drinkbeker
aan Mij voorbijgaan tot driemalen toe
en bleef de Vader niet doof voor Hem?
Neen, we moeten het daarbij laten.
Er zijn in het leven deuren, die nooit
open gaan.
Er zijn in het leven lasten, die niet af
genomen worden.
Er zijn in hot leven vragen, die blijven
vragen.
Dan, Hij antwoordt niet met één woord.
Een doove Heiland.
Uit dit conflict wordt alleen voor het
geloof een h'oogere rust geboren: een den
Heiland vasthouden, niet: wijl Hij hoort,
maar hoewel hij niet hoort een rusten
niet maar op verhoorde gebeden en ver
vulde wenschen, maar ondanks onverhoor
de gebeden, op Zijn verborgen wil, die al
leen is wijs en heilig en goed.
Het waarachtig geloof houdt vast ook
aan een dooven Heiland, omdat Hij een
doove Heiland is.
Dan kunnen we zelfs een dooven Hei
land in ons leven niet missen. Dan volgen
we Hem ook langs hittere wegen van pijn.
Ook al antwoordt Hij dan niet één
woord.. (Schied. Kerkbode.)
Rookgenot en Zending.
Het Zfendingsburea.u te Oegstgeest liield
de Protestantsche Christenen dezer dagen
enkele cijfers voor, welke hen tot naden
ken moeten brengen.
De cijfers werden toegelicht met fi
guren.
Een groote, lange Goudsche pijp met
het, cijfer 29 millioen; daarnaast een
kleintje waarop stond li/s millioen.
Een sigaret als een trampaal van 36
millioen; een petiterig dingetje van li/2
millioen er naast.
Een reuzensigaar als een scheepsmast
van 80 millioen; tegenover een Havana-
stokje van I1/2 millioen.
De uitbeelding is duidelijk. Honderd te
gen één. Bijna 150 millioen voor 't rook
genot eri IY2 millioen geofferd voor de
Zending in liet jaar 1924.
Beschamende 'cijfers!
Van de drankcijfers, die ook zonder
vergelijking met de bijdragen voor de Zen
ding beschamend zijn in zich zelf
wordt niet eens gesproken. Hier wordt
slechts een vergelijking getroffen tusschen
de uitgaven voor een genot, dat bij matig
gebruik, niets ongeoorloofds heeft en de
jen voor zichzelve- gebouwd. Het purper
en fijn lijnwaad der wereld waren haar
lief geweest; en met haar eerzuchtige en
zelfzuchtige natuur was het haar plan
geweest zich aan den hoogsten bieder
te verkqope-n. Rijk zijn, overvloed hebben,
en een onbeperkten invloed over anderen
uitoefenen, dat waren de geheime wen
schen van haar hart, de drijfveeren van
haar leven. Maar Maurice kwam en huwde
haar aan zichzelven en aan armoede; zij
was overwonnen geworden, ipaar sedert
dien tijd altijd in opstand. Zij kon niet
anders dan hein liefhebben, maar hun lief
de was beiden duur te staan gekomen.
In het binnenste haars harten was zij hem
nimmer ontrouw; ©n toch waren er tij
den, dat zij walgde van haar leven, dat
de last des levens haar zoo zwaar viei,
dat zij haar handen had kunnen uit
strekken t.ot haar echtgenoot en hem kun
nen smeek en haar liever te dqoden, dan
haar zulk een ellende te doen lijden.
Want zij had den arbeider lief, maar
voelde niets voor het werk. E,n dit was
haar tot groot verdriet. Het was nog niet
genoeg, dat zij arm waren, dat had zij
geweten, toen zij trouwde; het was nog
niet genoeg, dat zij hard werkte, vroeg
opstond en laat naar bed ging, opdat
hij en zijn kinderen gevoed en gekleed
mochten -worden; maar hij verweet llaar
Zending, waarvan de behartiging Christen
plicht is.
Nu moet er geen rekenmeester komen,
die becijfert, dat de vergelijking onjuist
is; omdat hier vergeleken wordt, wat heel
ons volk voor pijp, sigaret en sigaar uit
geeft, terwijl het Zendingsbedrag slechts
slaat op liet Christelijk Protestantsche
deel.
Want de beeldenvergelijking bedoelt
niet een wiskunstig vraagstuk op te zet
ten; ze wordt slechts gebezigd om ons
bij den ernst der zaak te bepalen.
Eén honderd en vijftig millioen voor
het rookgenot; een en een half millioen
voor de verkondiging vgn 't Evangelie.
Honderd procent voor een vluchtig ver
vliegend genot; één procent voor 'tblijven
de, eeuwige vrede-woord.
Zóóveel hebben we over voor ons zelf;
zóó weinig voor de zaak onzes Gods.
Moeten deze cijfers ons niet ontroeren,
vraaj de Ro'.terilammer.
Stille glorie.
Hot overlijden van mejuffrouw A. F.
Dudok van Heel, in leven Directrice van
liet Magdalenahuis te Zetten, heeft weer
de aandacht van ons volk bepaald bij
een rijk vrouwenleven.
Aan haar graf mocht door een van de
Directeuren va.n de Heldringgestichten
getuigd worden, dat zij twintig jaar lang
haar liefde gegeven had aan hen, wier
leven gebroken was. Op liet Magdalena
huis heeft zij haar stempel gedrukt eu
rondom al het leed schiep zij een sfeer
van rust.
Wie zal zeggen hoeveel steun, licht-en
ti oost van Tiaar is uitgegaan in zoo me
nig leven? De eeuwigheid-zal hot open
baren.
Inderdaad, dit leven is rijk geweest aan
glorie, aan vrouwenglorie. Aan diestille
glorie, die het werk der reddende en
dienende liefde altijd omstraalt.
Neen, een vrouw die niet in het huwe-
lijk treedt, behoeft zich niet aan het open
baar leven te geven, om zich nuttig te
maken.
Er is zooveel gelegenheid, om, binnen
den kring van het huiselijk leven, waartoe
wij ook de inrichtingen van barmhartig
heid rekenen, zich aan liet heil van den
naaste te geven, dat geen mannenwerk
door vrouwen gedaan behoeft te worden.
Zoeke elke vrouw haar levenstaak op
haar eigen terrein! (Amst.)
De oude weg van Vlissingen naar
Middelburg.
II. (Slot.)
Hebben wij in ons vorig artikel voor
namelijk de geschiedenis van den boven
gen oemnulen weg beschreven, thans zul
len wij trachten te laten zien, hoe de
omgeving van den weg er vroeger uitzag.
Natuurlijk zullen wij ons alleen tot de
voornaamste punten moeten bepalen.
Eerst willen wij er nog op wijzen, dat door
het ontmantelen van de steden Middelburg
en Vlissingen, het graven van het kanaal
door Walcheren en het leggen van den
spoorweg 't begin en 't einde van den weg
geheel zijn vervallen of veranderd. Vooral
bij Vlissingen is die verandering het
grootst. Een gedeelte van den ouden weg
ziet men nog, als men van Souburg ko
mende, na den overweg gepasseerd te heb
ben, rechts den weg inslaat in de richting
van de Keersluis. De keien van den ouden
weg zitten nog in den grond.
Daar de weg de eenige verbinding was
tusschén beide steden, was er steeds een
druk verkeer. Het gras groeide er niet
tusschen de steenen. Van 's morgens vroeg
tot 's avonds laat trokken de wagens over
de keien en gingen er voetgangers over
het er naast liggend voetpad.
Voor onze reis MiddelburgVlissingen
zullen wij gebruik maken van het eenige
publieke vervoermiddel, n.l. van de Piet
jeswagen, aldus genoemd, omdat de reis
een pietje of 32i/2 cent kost.., Wij begeven
ons naar het Vlissingsch Wagenplein,
waar altijd 2 of 3 wagens gereed staan,
elk met 2 paarden bespannen. Aan de
dieren is het duidelijk te zien, dat zij
betere dagen gekend hebben. Vastgestelde
uren van vertrek zijn er niet. Als er reeds
eenige reizigers zijn, wordt een bel geluid
en de koetsier, wiens beurt het is af te
rijden, vertrekt. Dadelijk is de nabijge
legen prachtige Vlissingsche poort bereikt,
steeds op zijn vriendelijke wijze haar ge
brek aan belangstelling in datgene, wat
zijn leven uitmaakte.
Terwijl Maurice zijn med-emenschen be
minde met een hartstochtelijke liefde, die
hem er, goed onderwezen en zorgvuldig
opgevoed als hij was, toe gébracht had,
zijn beste krachten aan een gemeente in
het East-E!nd van Londen te wijden, deed
Janet niet meer dan haar leven verdragen.
Zij was ontwikkeld, had1 eein goede ge
zondheid, veel geestkracht; indien liet
werk haar had bevallen, zou ze hem
onschatbare diensten hebben kunnen be
wijzen; alles wat zij deed, deed zij beter
dan de meeste menschen; maar zij zette
zichzelve oip tegen het werk van haar
man; in haar hart 'baatte zij het; het
was zijns niet waardig, dat onedel©, zware
werk, dat hem zeker langzamerhand zou
dooden. De vuilheid en ondeugd van hun
omgeving joegen haar doodsangst aan.
Moest Maurice zichzelven, met al zijn
talenten, zijn invloed en zijn groote werk
kracht, hun beider leven, neen meer, zelfs
dat zijner kinderen, vergooien, door te
arbeiden in de ellendige straten en slap
pen van een gemeente in East-End?
Moesten deze preeken, wier welspre
kendheid duizenden had kunnen wakker
schudden, tot zwijgen worden gebracht
door een ijverzuchtig hoofdprediker, of
die evenals al de stadspoorten een uur
werk hebben, zoodat niet alleen in alle
deelen der stad de tijd wordt aangegeven,
maar ook de in- en uitgaande man weet
hoe laat hij aankomt of vertrekt. De Vlis
singsche poort stond, waar nu het kanaól
is gegraven. Als wij de brug over de
breede gracht, die zich om de stad slin
gert, zijn overgereden, zijn wij dadelijk
op den Calcijeweg. Voor wij de zoogen.
Klinklieul passeeren, zien wij links de
bosschages van de buitens Gaternisse en
Veldzicht. De heul ligt over de Welzing-
sche watergang, vroeger een voorname
afwatering van Walcheren, daar hij in zee
uitliep. Aan onze rechterkant zien wij de
buitenplaats „De Parel" en dan komen
wij aan den boom of den tol, die in de
18e eeuw jaarlijks voor 340 pond (f 2040)
en meer verpacht werd. Dit groot bedrag
is een duidelijk bewijs, dat er langs den
weg een druk verkeer was. Links rijden
wij voorbij den oliemolen „De Verwach
ting" gelieeten, ongeveer op dezelfde
plaals waar thans oen windkorenmolen
staai.
Weldra zijn wij aan de Kleine Abeele
waar onze wagen voor een herberg stil
houdt. Terwijl de paarden even uitblazen
en de altijd dorstige koetsier zijn biertje
neemt, stappen wij even uit 0111 de nabij
gelegen sierlijke poorten te bewonderen,
die toegang geven tot de lusthoven Tui-
nenburgen Rust na Onrust, die links
van den weg liggen. Als wij weer onze
plaats hebben ingenomen, rijden wij aan
onze rechterzijde voorbij de buitenplaatsen
Ëssenveld, Oostenburg en Poelwijk en aan
onze linkerzijde voorbij het lusthof En
gelenburg. Alles is onder liet heerlijke
lommer der omringende liooge hoornen
verscholen. Van de laatstgenoemde bui
tenplaats is thans de naam „De Koepel"
van een boerenhofstede nog een herinne
ring aan de vroegere heerlijkheid. Een
p-aar oude lindeboomen met 2 groote stee
nen kogels aan den voet en een vier
kante woning, die vroeger blijkbaar een
koetsiers- of tuinmanswoning was, zijn
ook de laatste overblijfselen van Poelwijk.
Laten wij met onzen Pietjeswagen door
rijden. Weldra staan de paarden uit zich
zelf weer stil, want nu zijn wij aan de
Groote Abeele gekomen. Voor een der
vensters der herberg staat buiten in een
houten bak een test met vuur. Daar het
midden in den zomer is, staat die er niet
om b.v. de verkleumde handen van den
koetsier te verwarmen. Die vuurtest is
een lokmiddel, want de voorbijkomende
wandelaar kan hier zijn pijp gratis aan
steken. Lucifers kent men nog niet. Van
het aansteken der pijp op de straat, komt
hij gemakkelijk tot het nemen van een
glaasje binnen.
Vanaf de Groote Abeele loopt een deel
van het oude voetpad van Vlissingen over
West-Souburg naar Middelburg, welk voet
pad 10 jaar vroeger moet zijn gelegd dan
de rijweg. Als wij ons ook wat verfrischt
hebben in de herberg, stappen wij weer
in en rijden voorbij het bekende Ronde
Putje en bereiken wij Oost-Souburg. In
de verte zagen wij reeds het prachtige
achthoekige heerenhuis „Schoorenburg"
geheeten. Wij rijden het lommerrijke plein
(nu Oranjeplein genaamd) over en houden
stil bij de herberg ,,'t Jagertje" tot het
doen in- en uitstappen van reizigers. De
paarden worden weer aangezet en weldra
zijn wij het dorp Oost-Souburg door.
Spoedig zien wij aan de linkerzijde van
clen weg het lusthof Putwijk. Zoo noodig
houdt de wagen no:g eens stil bij de
herberg ,,'t Zwaantje". Maar dit is ook
de laatste maal, want nu gaat het recht
op Vlissingen af. De weg, die hier de grens
is tusschen de heerlijkheden Oost-Sou
burg en West-Souburg, is niet zoo mooi
van omgeving als de weg SouburgMid
delburg.
Alleen dicht bij Vlissingen passeeren
wij nog de buitenplaatsen Veldzicht, Weij-
vliet en Lammerenvliet. Wij rijden de brug
over, de poort door en stappen uit op het
Wagenplein, dicht bij het Dok (ongeveer
op de plaats, waar nu de maatschappij De
Schelde haar terrein heeft.) Zoo zijn wij
aan,'t eind gekomen van onzen rijtoer, ai
was deze niet groot.
Mochten wij sommige plaatselijke toe
standen niet geheel juist of onvoldoenide
hebben medegedeeld, gaarne houden wij
ons voor verbetering of aanvulling aanbe
volen.
Ritthem.
B. J. de Me ij.
anders worden uitgesproken tusschen bij
na ledige muren; moest zijn kostbare ge
zondheid verwoeist worden door uren van
geestelijken arbeid, doorgebracht in don
kere holen, terwijl zij beefde en weende
om zijn welzijn, en hij toch niet wilde
hoor en?"
„Gij gevoelt niets voor mijn werk, en
toch hebt gij mij lief,.Janet," had hij eens
zeer bedroefd tot haar gezegd, toen hij
meer dan gewoonlijk moede en terneerge
slagen was, en voor deze maal was het
gezicht van haar groote schoonheid niet
'in staat hem op te vroolijken. „Een vrouw
behoorde te deelen in al de belangen
van haar echtgenoot, nietwaar lieveling,"
zeide hij, haar onder het spreken dichter
tot zich trekkende; want hij was altijd
zacht en vriendelijk in zijn manieren. -
„Mary komt bij ons inwonen en zij
zal u meer kunnen helpen," antwoordde
zij ontwijkend, terwijl zij vich echter niet
terugtrok, want zulke liefkozingen waren
haar dierbaar; maar ïater herinnerde hij
zich, dat zij geen bepaald antwoord ge
geven had, en haar zwijgen en gebrek aan
medegevoel stemden hem nog droeviger.
En wat zou zij hem dan hebben kunnen
zeggen? dat zij zijn- werk haatte, en
wel grootendeels ter wille van hemzelven;
dat het haar mededinger was en haar
beroofde van zijn tijd en zijn gedachten;
Stoom Tabafcsfabriekf
„De DTtjoriaan"
met bijzondere nauwkeurigheid vervaar
digde rooktabak. Onze veeljarige ervaring
komt de kwaliteit ten goede.
MORIAAN BAY munt uit in geurig
heid en zachten smaak.
40 cent per half pond.
Het cadeau-stelsel.
„EigenHaard" somt nog eens de nadee-
len op, van 't cadeaustelsel, dat in den laat-
sten tijd een reusaclitigen omvang aangeno
men heeft. Bij alles geeft men cadeaux.
Wie 'n pond koffie koopt, krijgt een half
ons cadeau, bij inlevering van een aantal
bonnetjes krijgt men een servies, in een kist
zeep zit een stukje verborgen met een snuis
terij of iets dergelijks, enz. enz. y
„Een der meest ernstige bezwaren hier
tegen is, dat in de practijk gebleken is,
dat hot cadeaustelsel het verkoopen van ar
tikelen van minderwaardige kwaliteit in de
hand werkt. Het is feitelijk van zelf spre
kend, want do winkelier, die cadeaux geeft
en toch concurreerend moet blijven., zal den
prijs van zijn artikel niet moeten verhoo-
gen en zal dus, om geen verlies te lijden,
met minder kwaliteiten goed moeten werken
of voor eenzelfden prijs een kleinere hoe
veelheid afleveren. Hoe waardevoller liet ca
deau wordt, des te verwerpelijker wordt het
geven van cadeaux en des te meer wordt
de aandacht van het verkochte artikel af
geleid. \J'
Daarmede zijn de bezwaren echter lang
niet alle naar voren gebracht. Het cadeau
stelsel moet immers ook leiden tot beun
hazerij1 op het gebied van andere takken -
van bedrijf. Men komt tot de gekste conse
quenties; de kruidenier, die aardewerk enz.
cadeau geeft, brengt den handelaar in laatst
genoemde artikelen er toe, zeep, thee, koffie
enz. bij zijn artikelen cadeau te geven. Het
apecialiseeren, waardoor menig winkelier een
zekere reputatie heeft kunnen verwerven komt
in het gedrang, wanneer hij zijn aandacht
te veel gaat besteden aan artikelen, die hij
cadeau wil geven, cn die niet tot zijn bran
che bchooren.
Het cadeaustelsel werkt anti-sociaal, het
rukt het normale bedrijfsleven uit elkander
en zeer speciaal geldt dat voor het loterij
systeem. De speelzucht van het publiek wordt
geprikkeld. Ik zou zelfs veel verder willen
gaan en willen wijzen op den ongezonden
prikkel tot koopen ,die in het geven van
cadeaux kan liggen. Velen toch voelen zich
dermate aangetrokken tot het in ontvangst
nemen van een cadeau, dat zij meer koopen
dan zij strikt noodig hebben, alleen maar
om in het bezit te komen van de cadeaux.
Men kan eenzelfde tendenz waarnemen, als
die welke ligt in het meer in zwang -ko
mende systeem van op afbetaling koopen. Ook
daardoor wordt de kooplust dikwijls te veel
geprikkeld met de kwade gevolgen, die voor
menigeen daaraan noodwendig verbonden moe
ten zijn.
Bij de bestrijding van het cadeaustelsel
kan men een drietal wegen- inslaan. In de
eerste plaats kan men steun zoeken- bij de
Wet. Artikel I van de Loterijwet en art. 328bis
dat, terwijl haar hart geheel aan hem, ajan
zijn kinderen en aan Mary toebehoorde,
zij het zijne moest deelen met elk Joden
kind, dat van vreugde op den arm zij
ner moeder danste; als het hem slechts
zag. Vrouwen, kinderen, dieren, alles wat
hulpbehoevend, zwak en lijdend was,
scheen een plaatsje te vinden in zijn
ruim hart.
Zijn -eigen kinderen schenen eveneens
haar mededingsters te zullen worden. De
arme- kleine meisjes, van wie Het Janet,
die zoo op jongens gehoopt had, reeds
zoo gespeten had, dat het meisje| waren,
maakten een volmaakte vreugde uit in het
leven huns vaders.
Hij zou zijn zin krijgen, dat wist Janet
vooruit, want Maurice- was heer -en mees
ter in zijn eigen huis, -en weldra kwamen
zij binnen vier lange, spschtige kin
deren met bleeke -magere gezichtjes en
blond haar, juist als hun vader. Daar
klemden zij zich alle-n aan hern vast, be
halve de jongste; kleine Bee, die dansend
en lachend, a-ls -een wolk van gezond
heid, op den schoot liare-r moe-der zat.
Zij hadden echter allen lieve stemmetjes,
die naar het oordeel van Mrs. Maynard,
toen zij de familiegroep aandachtig gade
sloeg, er veël toe bijdroegen, om haar met
hun alledaagsheid te verzoenen.
(Wordt vervolgd.) j